VERKADES
BITTERE
CHOCOLADE
rü" BLOKJES
ZATERDAG 16 MEI 1931 DERDE BLAD PAG. 9
Bond van Ned. Herv. Meisjes-
vereenigingen op Geref. grondslag
DE VIJFDE BONDSDAG
HET EERSTE LUSTRUM
Op Hemelvaartsdag werd te Utrecht in
het Gebouw voor Kunsten en Wetenschap
pen de jaarvergadering gehouden van bo-
vengenoemden bond. Ongeveer zeshonderd
leden waren bijeen, toen ruim half elf de
vergadering werd geopend door de presi
dente, mevrouw van der Wal-van Walsura
te Wapeningen. Na'het zingen van Ps. 47:
1 en 3 en het lezen van Handelingen 1: 1-
12, ging de Presidente voor in gebed. Na
een welkomstwoord tot de leden en enkele
afgevaardigden, van andere bondsorganisa-
ties gericht te hebben, werd een kort woord
van deelneming gewijd aan het bestuurslid
A. Hakkert, dat door ongesteldheid nu
reeds voor de tweede maal verhinderd was
den Bondsdag te bezoeken.
Waar deze periode van vijf jaren doet
terugzien, werd in het kort gememoreerd
hetgeen was voorbijgegaan. Daarna stond
spr. stil bij het feit, van Hemelvaart en
bracht deze gedachte naar voren: „deze
Jezus zal alzóó komen gelijkerwijs gij Hem
naar den Hemel hebt zien henenvaren".
Na dit inleidend woord werden enkele
felecitaties voorgelezen, namelijk van den
Ned. Herv. Knapenbond op Geref. Grond
slag en het Ned. Verbond van Meisjesver-
eenigingen, benevens van enkele belangstel
lenden, waaronder de vorige presidente,
mevr. Luteyn van Vlaardingen.
De verschillende jaarverslagen, die nu
volgden gaven gunstige berichten te hooren.
Het aantal afdeelingen was in dit verloo-
pen hondsjaar geklommen van 60 op 67 met
pl.m. 1800 leden terwijl verschillende ver
eenigingen gereed staan om toe te treden.
Het bondsorgaan „De Kandelaar" dat eens
per maand verschijnt, heeft ruim 1000 abon
nementen. Alvorens het Bondslied te zingen
werd mededeeling gedaan van een tele
gram, dat gezongen zal worden aan het
afwezige bestuurslid, tevens dichteres van
bet Bondslied.
Na de bestuursverkiezing, werden de
vereenigingen te Zeist Renkum, Sprang en
Gouda bij acclamatie toegelaten tot den
bond. Na het zingen van enkele liederen,
door een koortje, gevormd uit de Utrecht-
sche afdeelingen, ontving mej. van Willi
gen, van Rotterdam, tweede presidente, het
woord tot het houden van haar referaat:
„Verantwoordelijkheid". Zij verdeelde haar
onderwerp in drie doelen: verantwoorde
lijkheid als opgelegde plicht, toegestane
gunst, en verleende genade. Aan de hand
van de Scheppingsorde werden deze ge
dachten nader ontvouwd. Met het zingen
van Psalm 103 1 werd de morgenverga
dering gesloten.
Na. de pauze was de geachte spreker van
de middagvergadering, Ds. Meijers van
Utrecht, ter vergadering gekomen. De afge
vaardigden van den Bond van Geref. Meis-
jesvereenigingen in Nederland en van den
Ned. Herv. Bond van Jongel. Ver op Geref.
Grondslag brachten allereerst hun geluk-
wenschen over. Vervolgens kreeg Ds. A.
Meijers het woord tot behandelen van het
onderwerp „Opdat wij niet te eeniger tijd
doorvloeien Uitgangspunt was Hebr. 2 :1:
„Daarom moeten wij ons temeer houden
aan hetgeen van ons gehoord is opdat wij
niet te eeniger tijd doorvloeien".
Het wordt een gevaar genoemd dat we
onder de oogen hebben te zien en een mid
del wordt aangewezen om dit gevaar te
ontgaan.
Het gevaar, waarvoor gewaarschuwd
wordt, bestaat hierin, dat we te eeniger tijd
doorvloeien. Hierin ligt wel het beeld be
sloten van een schip, dat door de stuwing
dér golven wordt meegesleurd, aan een
vaste ankerplaats of aan een veilige reede
voorbij, om in de diepte onder te gaan. Zoo
loopen èn de eerste lezers van den brief, èn
wij, gevaar om door den tijdstroom te
worden meegevoerd en aan de rots des heils
en aan de haven des behouds voorbij te
stroomen. De stroom des tijds, die door
deze wereld heengolft, staat immers in het
téeken der Godvervreemding. Maar naast
dit algemeene heeft ieder tijdvak zijn eigen
karakter, waardoor dit op een bijzondere
wijze uitkomt. Daar hebben we ons reken
schap van te geven, waaraan echter groote
moeilijkheden verbonden zijn, omdat we
dan voor een complex van verschijnselen
komen te staan. Er is dikwijls een boven-
cn onderstrooming, stroom en tegenstroom.
Maar ook de stroom van onzen tijd gaat
aan de rots des heils voorbij en er is ge-
Vaar van doorvloeien op allerlei terrein.
Dit wordt verduidelijkt dcror verschillende
voorbeelden van maatschappelijlcen, zede
lijken religieuzen en zelfs kerkdijken aard.
Dit alles oefent nu invloed op ons uit, als
kinderen van dezen tijd. Verschillende fac
toren maken het gevaar van doorvloeien
des te grooter, als b.v, de publieke opinie
omgang met anderen, en vooral de gewel
dige bekoring die de wereld op ons uit
oefent inzonderheid voor de jeugd met
haar drang tot vooruitgang idealisme en
overmoed.
Daartegenover wijst de schrijver van den
brief een middel aan om dit gevaar te ont-
loopen. We hebben ons te houden aan het
geen van ons gehoord is. Dit komt neer op
wat het woord Gods aan ons verkondigt.
Daaraan hebben we ons te houden, door
het Woord te onderzoeken, er acht op te
geven, eraan te hangen en het te betrach-
teh. Dit moet geschieden tot ons behoud
en om een zeker verderf te ontgaan. We
vloeien zoo ongemerkt te eeniger tijd door.
En we moeten ons des te meer daaraan
houden, omdat de doorluchtige Majesteit
van Christus ons in zijn Woord tegenkomt
Dat voorrecht maakt onze verantwoordelijk
heid des te grooter, maar als we door ge
nade ons mogen heiden aan hetgeen van
ons gehoord is, zullen we niet doorvloeien
maar ons eigen behoud vinden, invloed ten
goede op onze omgeving oefenen en boven
al de eere van onzen Koning bevorderen.
Na dit ernstig woord, hetgeen met aan
dacht werd aangehoord, werd na het zingen
van enkele liederen het slotwoord door de
presidente uitgesproken. Zij sprak den
wensch uit, dat bij alle leden veel gebed
moge zijn voor het welzijn van den bond.
Een woord van afst I ud werd gericht tot
de aftredende secretaresse mej. van Dijk,
van Kampen en tevens een woord van wel
kom gericht tot het nieuw gekozen be
stuurslid mevrouw Mulder-Rupke, van
Voorthuizen.
Met moed en vertrouwen worde het
nieuwe hondsjaar aangevangen, aldus de
presidente. De verantwoordelijkheid van
allen is weer grooter geworden. Zij het
eveneens het geval met de liefde tót onze
organisatie.
Tenslotte eindigde Ds. Meijers den Bonds
dag met dankgebed. Zeer zeker mag met
dank aan den Heere voor genoten zegen op
deze vergadering worden teruggezien.
Kerknieuws-
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Rotterdam-Delf shaven
(vac.-U. B. Holland), J. J. Timmer te
Ermelo. Te Terkaple c.a., J. v. d. Touw te
Altforst c.a. Te Zunderdorp, W. H. Wal-
vaart te Zevenhoven.
Bedankt: Voor Rotterdam-Delf shaven
(zesde pred.pl.), P. Visser te Wamsveld
(Gld.). Voor Scherpenisse, A. Buurman
te Wijk bij Duurstede. Voor Bolsward
(Evang.), J. van Kuiken te Exmorra.
Voor Zevenbergen, W. J. v. Elden te Aals-
GEREF. KERKEN.
Aangenomen: Naar Mijdrecht (2de
beroep), F. de Vries te Raamsdonk c. a.
Naar Haarlemmermeer-Sloterweg, J. van der
Leek te Zaltbommel.
AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE
Ds. J. van Amstel deed zijn intrede
bij de Ned. Herv. Gemeente te Groot-Ammers
Zondag 1.1. met een predikatie over Luk. S 18.
Zeer tot onzen spijt was deze mededeeling uit
het verslag, dat we Dinsdag opnamen, uitge-
Ds. J. VREUGDENHIL
De Kerkeraad der Geref. Gemeente te
Bruimisee heeft zijn predikant De. J.
Vremgd'enhiil een verlof ven een half jaar
toegestaan, om 'in de vacante Gemeenten in
Noord-Ameriika tijdelijk te dienen.
Eenige maanden geleden heeft ook Ds. A.
van Dijke, van Nieuw-Beijerland, met verlof
van zijn Kerkeraad, voor gelijken arbeid
Noord - A m erika bezocht.
JUBILEA
Prof. Dr. T. Hoekstra, van Kampen,
hoopt a..e Maandagavond in het kerkgebouw
der Geref. Kerk te Haze new oude een ge
dachtenisrede te houden in verband met het
feit, dat hij hier 25 jaar geleden in het ambt
van dienaar des Woords bevestigd werd.
Na afloop wordt in het lokaal achter d.e
kerk een samenkomst gehouden, waai bij
nog enkele spreken? het woord zullen voeren
GEREFORMEERD SCHOOLVERBAND
NIEUWE GEREF. KERK TE ZEIST
Woensdagavond zal de Noorderkerk te Zeist,
het nieuwe gebouw der Geref. Kerk, in
gebruik worden genomen. Hierboven een
foto van het kerkgebomo aan de voorzijde,
met toren en hoofdentree.
Woensdag werd te Utrecht de algemeene vergadering van Qeref. Schoolverband gehouden
waar tevens het 25-jarig bestaan herdacht werd. Zittend, v.l.n.r. de heeren: 1. K. Brants,
2. 3. Wirtz Czn., 4. 3. van Andel, 5. Prof. Dr. Tj. Hoekstra, 6. 3. van der Waals. Staande,
v.l.n.r. 1. Br. C. Bouma, 2. K. v. d. Berg, 3. G. Meima, 5. Prof. Dr. J. Waterink, 7. Dr. K.
Dijk, 9. P. van Nes Czn.
BEGRAFENIS-Ds. H. VAN DRUTEN
Onder groote belangstelling, ook vanuit
Rijnsburg had op de Hervormde begraafplaats
te Soest de teraardebestelling plaats van Ds.
H. van Druten, vroeger te Soest.
Aan het graf werd gesproken door Ds.
Meijerink, emeritus-predikant te Soest, door
Ds. Ph. Peter, Hervormd predikant, namens
den Kerkeraad te Rijnsburg; en door Ds. B.
Alkema, Get et', predikant te Soest.
Namens de familie dankte een zoon van den
overledene Ds. J. van Druten, voor de laat
ste eer, zijn overleden vader bewezen.
SYNODALE VERGADERINGEN.
Te Rotterdam, waar Donderdag 21 Mei
a.s. de Generale Synode van de Geref. Ge
meenten in Nederland gehouden wordt, heeft
aan den vooravond een bidstond plaats, vaarii
Ds. A. Verhagen, van Middelburg, de z.g. Sy
node-preek zal houden.
Onder de ter Synode te behandelen onderwer
pen behoort de bespreking over het Genade-
verbond, naar de artikelen die ter Part. Syno
de van het Noorden vastgesteld zijn. Verwacht,
wordt, dat i Generale Synode hieraan haar
goedkeuring zal hechten. Voorts is in zake de
opleiding tot den dienst des Woords een voor
stel van de Commissie van Toezicht'bij de Sy
node aanhangig gemaakt, dat bedoelt de aan
neming van hen, die opgeleid zullen worden,
te -vereenvoudigen, evenwel met behoud van de
geldende vereischten.
ALG. SYN. COMMISSIE-NED. HERV. KERK
Derde zitting. Goedgekeurd werd het
verslag van de commissie van toezicht op de
administratie van den quaestor-generaal.
De rekening aangaande de synodale bijbel
vertaling des Nieuwen Testaments en den Ver
volgbundel op de Evangelische Gezangen over
1930, werd goedgekeurd. Uit de baten kan
f 750 voor het studiefonds en f 500 voor hefi
fonds tot verbetering der schraalste predi-
kants-tractementen worden overgeschreven.
Na behandeling van de aangelegenheden dér
algemeene kas, werd besloten het bedrag der
uitkeering uit het hulppensioenfonó's weder te
bepalen op f 170.
Het aantal deelgerechtigde gemeenten be
draagt thans 373 met 531 plaatsen, waarvan
zich 18 gemeenten met 18 plaatsen krachtens
art. 5 van het desbetreffend reglement, hebben
„ingekocht".
Wat de generale leas betreft, zijn de bijdra
gen (met inbegrip van de nagekomen bijdra
gen over 1929) toegenomen tot een som van
ruim f 63.307. Een legaat, groot f 2000 werd
ontvangen van wijlen mevr. wed. M. van Baak
—Richard te Zeist Uit het fonds tot verbete
ring der schraalste predikantstractementen kon
een bedrag van f 8075.40 (behoorende tot de
suppletie uit de generale kas) worden terug
geboekt, zijnde de in 1930 uit genoemd fonds
vrijgevallen gelden.
Aan groote toelagen moet nog f 30.238 wor
den uitbetaald, zoodat in 1931 voor uitkcerin-
gen beschikbaar blijft f 74.469.38. Het aantal
aanvragen (met inbegrip van de verzoeken
ten behoeve van personen) bedraagt 158. De
rapporten over al deze verzoeken worden in
behandeling genomen.
LUTHERSCHE KERKERADEN
De Bond van Luthersche Kerkeraden zal
Maandag 18 Mei te Utrecht vergaderen ter be
spreking van den Synodalen Beschrijvings
brief.
In Enkhuizen zal 20 Mei een samenkomst
worden gehouden van afgevaardigden der ver
schillende Herst. Evang. Luth. Kerkeraden on
der presidium van Ds. J. C. V. van Bemmel,
van HoornMedemblik. Aan den vooravond
dezer vergadering wordt een wijdingsdienst
gehouden.
CHR. LYCEUM TE ALMELO.
Te Almelo is aan het Chr. Lyceum
(rector Dr. J. Bruin) benoemd tot leeraar
in de klassieke talen Drs. A. M. H. v. d.
Burg, thans al§ zoodanig werkzaam te
Hilversum.
Radio Nieuws.
ZONDAG 17 MEI
HUIZEN (1875 M.). N.C.R.V. 9.50 Kerkdien3t
der Ned. Herv.
er: Ds. f. W.
t de Groote of St I
7 Gebed. 8 Zinj
4. 9 Prediking over den tek
10 Zang door het Noorderker
147 6. 5 Belijdenis des geloofs door in
stemming met de Twaalf Geloofsartikelen. 6
Zingen: Lofzang van Zaoharias 4. 7 Lezen: 2
Corlnthe 5:11—21. 8 Zingen: Avondzang 6. 9
Gebéd. 10 Inleiding tot de prediking en opgave
van den tekst: Romeinen 14:7—9. 11 Zingen:
Psalm 73 12 en 13. 12 Eerste gedeelte der pre
diking. 13 Zingen: Psalm 116:5. 14 Tweede ge
deelte der prediking. 15 Dankzegging. 16 Zin
gen: Psalm 48 6. 17 Zegen. 18 Orgelspel.
MAANDAG 18 MEI
HUIZEN (1875 M.). N.C.R.V. 8.— Tijdsein. 8—
8.15 Schriftlezing. 8.15—9.30 Concert. 10.30 Tijd
sein. 10.30—11 Korte Ziekendienst. te leiden
door Ds. A. C. Dicderiks, Ncd. Herv. Pred. tc
Hilversum. 11—11.30 liezen van Chr. Lectuur
door mej. M. Wentlnk, te Hilversum. Gelezen
„Het i
ind" door der
Tólsteegsingel E
>ed. 3 Schriftlei
te der toespraak. 7
Chr. Radio-Orkest,
onze woonhuizen, bodrijfslokalen, kerken en
scholen". (I). 7.— Tijdsein. 7—7.30 Spreker: Dr.
F. J. JKrop, Ned. Herv. Predikant to Rotter-
Volkenbond
ij. Mr. C. Frlfa Katz, te Amsterdm
p: „18 Mei Vredesdag". 8.— Tijdsei
Jitzending van de Herdenklngssame:
houden in de Regentessekerk te D<
gelegenheid van het 50-jarig besta;
Chr. Geheelonth.vereen. (N.C.G.O.V.
naars: ^Dr. R. Slotemaker i
Bruiin<
Westenburg, V
traal Comité der Haagsche N.C.G.Ö.V.-afd.
HILVERSUM. (298.8 M.). V.A.R.A. 8.— Tijd-
eln. 8.01 Gramofoonmuzlek. V.P.R.O. 10.— Mor
renwijding. V.A.RA. 10.15 Voordracht. 10.30
/oor de zieken. 11.30 Gramofoonmuziek. 12.
Tijdsein. 12.01 Concert. 1.45—2.15 Verzorging
lender. 2.15 Voorlezing. 3.Muziek. 3.30 De
Vegetarische keuken. 4.G*-•-
1.30 Wie voo
Zang
Persberichten. 10.35 Concert, 11.10 Gramófoi
Dr. COLIJN OVER DE
NEDERLANDSCHE HANDELSPOLITIEK.
Zooals bekend is, woont Dr. Colijn als ver
tegenwoordiger van Nederland van 11—23
Mei de vergaderingen te Genève bij van de
Europa-Commissie van den Volkerenbond.
Op 12 Juni a.s. zal Dr. Colijn des avonds
voor de microfoon van de Nederlandsche
Christelijke Radio-Vereeniging tweemaal een
half uur spreken over het in deze Commissie
verhandelde, speciaal met het oog op de ge
volgen, welke hieruit voor de Nederlandsche
handelspolitiek zullen voortvloeien.
wat W i Is.
aa<
DE DOORSTOKEN HAND
Daar was eens een grootmoeder, die een
kleinzoon had waar zij heel veel van hield.
Wat een vroolijk, opgewekt ventje was hij!
Hij jokte nooit. Maar hij had, jammer ge
noeg, een verkeerde gewoonte, die groot
moeder heel veel zorg veroorzaakte. Dik
wijls kwam hij uit school terug met aller-
lei dingen, die niet van hem waren. Als
grootmoeder hem bij thuiskomst zijn zak
ken liet leegmaken, kwamen daaruit knik
kers, stukjes gorn, een zakmes of andere
voorwerpen, die zijn begeerte hadden op
gewekt en die hij van zijn kameraadjes had
gestolen.
Grootmoeder riep hem dan tot zich, nam
hem op haar schoot ,in haar armen en zei
hem, dat het slecht was zoo iets te doen.
Dat was toch stelen, waarmede hij groot
moeder veel verdriet deed, maar ook God.
Toen zij zag dat noch goede raad noch
strenge straffen eenigen invloed hadden op
het kind, besloot zij, hoeveel haar dit ook
kostte, de zweep te gebruiken.
En het jongetje huilde, beloofde het nooit
meer te zullen doen, gaf terug wat hij had
weggenomenom niet lang daarna in
dezelfde fout te vervallen.
Zoo liet hij op zekeren dag in de keuken
een agaat vallen.
„Hoe kom jij aan dat mooie steentje?"
vroeg grootmoeder.
Met een kleur stotterde hij ,,,dat is van
„Och Hendrik", zei grootmoeder met
groote droefheid„ben je dan niet te ver
beteren? Je beni nu toch oud genoeg om te
begrijpen dat je niets mag wegnemen dat je
niet toekomt! Morgen moet je dien agaat
aan den eigenaar teruggeven en schuld er
kennen".
„Ja, grootmoeder", zei de knaap geheel
verlegen
Eenige dagen later zat grootmoeder bij
de lamp kousen te breien. De naalden tikten
voortdurend elkander, terwijl grootmoeder
zat te peinzen wat zij toch moesrt doen om
Herdrik voorgoed te genezen van een nei
ging die hem van kwaad tot erger zo\
voeren.
Opkijkend zag zij haar kleinzoon druk
in de weer met een kaleidoscoop. Terwijl
hij dien ronddraaide bekeek hij de mooie
figuurtjes
„Hendrikvan wie is dat speelgoed?"
„VanvanKeesstamelde de
jongen met moeite.
„Heeft hij je dat geleend?"
„Neen, grootmoeder, ik heb hert uit zijn
lessenaar genomen om er mee te spelen, 't
Is zoo mooi! Maar ik zal het morgen weer
op zijn plaats leggen".
„Luister, je maakt mij wanhopig. Ik heb
van alles geprobeerd om je te verbeteren:
zachtheid, erftstige woorden, strenge straf
fen; maar niets heeft geholpen. Dwing mij
niet mijn toevlucht te moeten nemen tot een
uiterste middel. Want hoe lief ik je ook
heb, ik zal je maar éénmaal straffen, maar
zóó, dat je je leven lang daaraan zult terug
denken en dat je nooit meer in de verlei
ding zult komen om te stelen. Zie je deze
breinaald?"
Hendrik knikte.
„Als je nog eenmaal, één enkele njaal!
het waagt om maar het geringste weg te
r.emen dan maak ik deze naald gloeiend in
het vuur en zal daarmede je hand door
steken".
Die bedreiging maakte voor eenigen tijd
zoo'n indruk op den jongen, dat het wel
scheen of hij voorgoed genezen was.
Maar eens, toen hij zijn belofte vergat en
de vreeselijke bedreiging van grootmoeder...
nam hij wat lekkers weg van een school
vriendje en trakteerde er zichzelf op. Thuis
gekomen liep hij, als gewoonlijk, naar groot
moeder om haar te omarmen.
„Hendrik", zei zij, „hoe komen je lippen
en je wangen zoo kleverig?"
Verschrokken, nauwelijks te verstaan,
fluisterde hij: „Ik heb een stuk drop ge-
„En van wie heb je dat gekregen?"
„Ik heb het niet gekregen".
Grootmoeder was zoo bedroefd, dat zij
niet kon spreken. Zou zij nu haar bedrei
ging moeten uitvoeren? Zou zij daartoe den
moed hebben?
Zoo verliepen enkele uren in moeilijken,
innerlijken strijd. Toen was haar besluit ge
nomen. Terwijl haar kleinzoon, alweer over
zijn schrik heen, plaatjes zat te kijken, ging
zij naar het haardvuur en maakte er de
breinaald witgloeiend. Toen kwam zij bij
Hendrik, hield zijn hand vast ondanks al
zijn tranen en gejammer, en de breinaald
drong in de handMaar het was niet
de hand van den dief die doorstoken werd,
maar grootmoeders oude, gerimpelde hand.
In haar liefde droeg zij de straf, die de
schuldige verdiend had.
Deze diep-ontroerende opoffering verwek
te in het kinderhart zoo 'n groot berouw
en zulk een afkeer van zijn kwaad, dat hij
ook later menigmaal werd bewaard in nieu
we verzoeking, door de herinnering aan de
doorstoken hand van grootmoeder.
Dit verhaaltje werd uit 't Fransch ver
taald. Een en ander doet ook ons vreemd
aan. Maar komt er niet scherp in uit de
macht van het kwaad, van een zqpdige ge
woonte onuitvoerbaar met alle ten dien
ste staande middelen, overwonnen slechts
door een daad, een offer uit liefde geboren?
Herinnert het ons niet aan een ónder ver
haal, van eenige en eeuwige waarde? Dat
verhaal, dat ieder van zijn jeugd af kent,
waarin niert van één doorstoken hand sprake
is, maar van doorboorde handen, doorboor
de voeten en een doorboorde zijde?
Dat wij allen, in waarachtig geloof, op het
zien van die handen en voeten en zijde,
doorboord door ons en voor ons, de ver
troosting in onze smarten, de overwinning
temidden onzer .verzoekingen mogen ver
krijgen.
Gemengd Nieuws.
Men schrijft ons:
Volgens een nieuwe, buitengewoon gemak
kelijke en prettige methode zullen door den
heer B. Verburg, actief lid en gerechtigd
leeraar van het „Inrternacia Cseh-Instituto de
Esperanto" conversatie-zomercursussen wor
den gegeven in Oosterbeek en Königswinter
(Zevengebergte).
De cursussen zullen in open lucht plaats
hebben, in de bosschen, op de wandelingen
enz. De mooiste gedeelten der Veluwezoom
en langs den Rijn in Duitschland zullen
worden bezocht. Bij ongunstig weer zullen
cursussen en gezellige avonden binnen wor
den gehouden.
Dit is een bijzondere gelegenheid voor hen
die op een vlugge en aangename wijze
Esperanto willen leeren. Voor verdere bijzon
derheden zie advertentie.
boekhouder hii de Factorij der Ned. Handel
Mij te Batavia, Sosro Hadikoesoemo, lid
van den Provincialen Baad van Midden-
Java, te Semarang, Tjakraningrat, regent
van Bangkalan, Tjia Tjong Sing, majoor
der Chineezen te Pontianak, Poerbokadjojo
employé van de N.I.S. te Djocja.
DE MOORD OP DEN ONDER-COMMIS
SARIS VAN POLITIE VAN REES.
BATAVIA, 15 Mei. (Aneta). De te Ban
doeng gearresteerde inbreker, die door twee
familieleden herkend werd ais Karoeng, de
moordenaar van den onder-commissaris van
politie te Batavia Van Rees, is alhier uit
flandoeng aangebracht. Hjj bekende volledig
den moord te hebgen 1
KINDERVERLAMMING.
BATAVIA, 15 Mei. (Aneta). In verband
met het niet meer voorkomen van gevallen
van kinderverlamming, is de Mentengschool
heden wederom geopend. Intusschen is offi
cieel de epidemie ordonnantie tijdelijk voor
geheel Indië toepasselijk verklaard op de
kinderverlamming.
Uit Oost-lndie
DE VOLKSRAAD.
BATAVIA, 15 Mei (Aneta). Benoemd met
ingang van 15 Juni tot lid van den Volks-
Dr. H. D. J. Apituloy, W. van Baaien, H.
J. de Drou, R. W. Dwidjosowojo, Ir. F. L. P.
G. Fournier, G. J. van Lonkhuyzen, C. Men
schaar, vertegenwoordiger van de Billi-
ton-Maatschappij, H. J. van Mook, waarne
mend referendaris op het. kantoor van de
Regeeringscommissaris voor de Bestuurs-
hervorming, G. Pastor, inspecteur van Ar
beid, Mr. A. C. Sandkuijl, Staargaard, Moh.
Hoesni Thamrin, N. van Zalinge, Abdullah
Alatas, lid van dei* Provincialen Raad van
Oost-Java, Arifin, Gouvernements Indisch
arts te Pajakoemboeh, Kasino, adjunct-
landbouwconsulent te Soerakarta, Toeang-
koe-Mahmoed te Kotaradja, Noto Soetarsö,
TWEE ENTHOUSIASTEN
Naar het Engelsch van
EVELYN EVERETT—GREEN
Door J. VAN ZUYLEN
Het kwam haar nu waarschijnlijk voor,
dat ze in te toekomst haar leven alleen zou
moeten gaan, zonder onverbreekbaar aan
een andier te zijn gebonden, en dat huwelijks
geluk en huwelijkeliefde nooit haar deel
zouden worden. Ze leed niet aan een ge
broken hart, ze geloofde tenminste niet, dat
het daardoor kwam dat ze de macht der
ljefde bij zichzelf uitgestorven waande
ze dacht ni-e* zoo sentimenteel over zich
zelf, maar ze wist dat ze in de ru6tige terug
getrokkenheid, waarin ze onder haar eigen
mensohen hoopte te leven nabij het plaatsje
Port Feirrars, waarschijnlijk nooit een man
zou ontmoeten, dia bij haar dezelfde gevoe
lens zou opwekken, die Raphael Everard in
haar had opgeroepen.
Als ze van dit rustige plaatsje zou weg
gaan en de wereld weer intreden, zou hel
weer anders kunnen worden, maar Beatrice
had daar nu heelemaal geen lust in. Haar
tehuis had ze lief gekregen. Ze voelde clat
men haar hier noodig had, dat er hier werk
voor haair te doen was, en dat v>-.u wil do
ze zoo goed mogelijk doen, zonder erbij stiJ
te staan of er geen dongen waren die grooter
aantrekkingskracht uitoefenden voor iemand
van haar temperament in de vroolijke we
reld buiten het geïsoleerde plekje waai' ze
zioh nu bevond, ver verwijderd van het ru
moeir der wereld.
Nu de afgod van haar eigen ik van zijn
voetstuk was gehaald, scheen alles zeer dui
delijk en eenvoudig te zijn. Ze was hieir ge
komen bij de mensohen temidden van wie
ze geboren was en ze had bemerkt, dat ze
hulp en onderwijs van allerlei aard noodig
hadden, en zij had zioh voorgenomen hun
dat te brengen.
Men had geleerd haar lief te hebben; ze
was ook van hen gaan houden, niet op een
oppervlakkige manier, door ze te behande
len als groote kinderen of als een nieuw
stuk speelgoed of als schoothondjes, maar
met een diep gevoel van hun waarde als
mensohen en van de broederband.
Ze had vele lessen geleerd, die aanvamke-
j lijk hard schenen te zijn, maar de laatste
groote les had haar een nieuw en du idol ij
kor inzicht geschonken in de moeilijke pro-
i blemen van deze wereld, due nooit kunnen
J worden opgelost in deze tegenwoordige we
reld. doch die degenen aandurven, die hun
J leven inrichten volgens de leer van Christus
1 Niet op de manier zon als sommigen dat
j doen 1 -t '"v»ruit6t revende denkbeel
I dan", die nar losse bladzijden riemen
I die met hun eigen theorieën overeenstem
'mer en er een verklaring in leggen, die ge
heel en aJ verschilt van de leer der Schrift
Naar de leer der Schriften wensohte Bea
trice haar leven te vervolgen, en zij wilde
zich wijden aan het dienen barer raedemen-
schen. Ze had afgezien van haar verheven
utopistische denkbeelden en zag tegelijker
tijd hooger en lager hooger in de ware
zin van het woord en lager in de zin zoo-
als dde wordt opgevat door hen die spre
ken over de ware broederschap der men
sohen, maar die nauwelijks een vinger uit
steken om eenige hulp te bieden aan be-
hoeftiigon en nooddruftigen.
Tot die groep behoorde Beatrice niet. Ze
had haar eigen kring waar ze nuttig kon
zijn, en die groot genoeg was voor haar
energie, en verder had ze haar trouwe kleine
helpster, die haar met een ijver en toewij
ding bijstond, die steeds grooter werd naar
mate ze meer vertrouwen in hun eigen oor
deel kregen, omdet ze met de toestanden op
de. hoogte kwamen.
Lucy Keith bracht het grootste deel van
haar dag op Hlghferrans door nadat Erica
getrouwd was, ofschoon er nooit een woord
over gesproken werd dat ze voorgoed bij
Beatrice haar intrek zou nemen. Dagelijks
bracht ze een bezoek aan de pastorie, om
met Rosa samen te studeèren onder de lei
ding van haar vader en. moeder, of Rosa
kwam op Highferrors om ds°el te nemen aan
de muzieklessen en de teekcnleeeen die de
beide meisjes kregen van iemand uit Port
Ferrors; maar feitelijk hield Lucy Beatrice
steeds gezelschap in het groote huis en de
twee waren erg gelukkig met elkaar.
„Want zie je", zoo merkte Beatrice op
zekeren dag ondeugend tegen Erica op, „het
is nutteloos om te probeeren een vriendin
te krijgen zooaJs vroeger. Ik heb geen be
hoefte aan een oude vrijster óf een zuchten
de weduwe, en ik weet wat er gebeurt met
de jongedames, diie iemands zorgen en te
huis komen doelen. De volgende zou met de
Proeif gaan trouwen en dan zou ik er slech
ter aan toe zijn dan ooit Met onze kleine
Lucy ben ik veilig, tenminste gedurende de
eerstvolgende zes of zeven jaar; en tegen
die tijd heb ik hert kind zoo vast onder m'n
duim, dat ze geen vin durft verroeren zon
der mijn hooge goedkeuring. Jou heb ik
nooit onder m'n duim gehad, j-e ben altiji
erg onafhankelijk geweest en je hebt me
verlaten zoodra ik me veilig begon te ge
voelen. Lucy kan dat niet doen, die heb ik
daarvoor te goed in m'n hand; en als ik een
beetje van die vroegrijpheid uit haar hoofd
je heb verwijderd, wie weet of ik er dan niet
zoo'n enthousiast van kan maken als ikzelf
HOOFDSTUK XX
Besluit
F.r zijn ongeveer tien jaar voorbijgegaan
sedert dat vroolijke gezelschap met Kerst
mis op Lowferrairs" bijeen was.
Het was nu midden in de zomer en het
dorpje Little F errors, ja het heele aanzicht
van de omgeving is dat van vrede en wei-
De woningen en degenen die daarin ge
huisvest zijn, kunnen een grondig onder
zoek met glans doorstaan.
De lange rij van huisjes waren niet schil
derachtig doordat ze vervallen waren of
doordat er niert voldoende zorg aan werd
besteed, mdar omdat ze zoo goed onderhou
den werden. Op de hygiëne was terdege ge
let, en er wordt voortdurend bij de bewo
nen? op gewezen dat dit een der eerste voor
waarden was, die ze in acht moesten nemen.
De varkensstallen stonden niet meer vlak
tegen de muren aan zooaJ6 vroeger, maar ze
waren naar achter verhuisd, aan het eind
van de tuin en de waterputten waren op
een voldoende afstand van de varkens en
van de huizen.
Deze verbeteringen wanen inderdaad niet
zonder tegenstand in de wereld gekomen.
Dorpemensohen houden ervon de dingen bij
de hand te hebben on daarom moeten ze de
waterput vlak bij de varkensstal hebben.
Maar thao6 was het verzet tegen de „nieu-
wenvetsche ideeën" allang voorbij en de
menschen mopperden niet meer. Ze hadden
langzamerhand plezier gekregen in hun hui
zen en waren er trotsch op geworden.' Onder
de vrouwen was langzamerhand een ge
zonde geest van netheid en reinheid geko
men, on ze geloofden er naar hun eigen
tuintje liet best te verzorgen en hun eigen
kinderen de netste en de fatsoenlijkste te
doen zijn.
Natuurlijk waren er uitzonderingen op
den regel: er waren zelfs bij deze verbeter
de toestanden slordige mensohen en zslfd
dronkaards, en dat nog wel op eon plaats
waar van de beide kroegen er een uit ge
brek aan klandizie moest gesloten worden.
Maar de regel was üu geworden, dat do
mensohen netjes en huiselijk waren, on
Little Ferrars werd in de buurt beroemd.
Maar iedereen vond ook, dat Little Ter
ra re speciale voordeelen genoot Er was e 111
ernstige, ijverige dom in 6, die een gezin had
dot hem overal en altijd bijstond, en twee
iandeigenaare met veel bezittingen en veel
vrijgevigheid, die al hun best deden om de
plaats op te voeren en de bewonere zorg en
zuinigheid te leoren als de Juiste manier
om hun positie te verbeteren.
In Little Ferrars begreep men spoedig dat
slechts diegenen geholpen werden, die zich
zelf wilden helpen, en dot men geen mede*
lijden kon betoonen met wie zich aan ledig*
lie-id of luiheid overgaf of aan wie er ver
keerde gewoonten op 11a hielden. Alle mo
gelijke hulp werd echter verleend aam wie
„een appeltje voor de dorst" wist te bewa
ren en als zij dde dit konden doen, het ver
zuimden te doen, dan kwamen ze ook niet
m aanmerking voor de weidaden, die be
toond werden tegenover hen, die zooveel
deden als ze konden. Er werd soms wel ge
dobbeld en ook waren er wel die verbitter:!
waren, maar daar ging men vastberaden
tegen in en tenslotte wa6 de arbeid vrucht
gaan dragen. (Slot volgt.l