BINNENLAND.
Nerveus
ZATERDAG 16 ME! 1931 "TWEEDE BLAD PAG. 5
OFFICIEELE BERICHTEN
ONDERSCHEIDINGEN.
Bij Kon. besluit is toegekend de aan de
Orde van Oranje^Jassau verbonden eere
medaille, in brons, aan F. van der Rest, te
Dordrecht en aan P. A. Fransen, te jBorkel
$n Schaft.
CONSULAIRE DIENST.
Bij Kon. besluit is de heer C. van Putten
toegelaten als consul van België te Palem-
bang, voor de gewesten Palembang, Djambi,
Benkoelen, Bangka en Onderhoorighedcn,
pilliton en Lampoengsche Districten.
GEVANGENISWEZEN.
Bij Kon. besluit zijn benoemd tot voorzit
ter van het college van regenten over de ge
vangenissen te Alkmaar P. J. C. van Toor-
nenburgk, lid van dit college en tot lid van
.voornoemd college mr. E. H. Hijmans, offi
cier van justitie bij de arrond.-rechtbank te
Alkmaar.
VOOGDIJRADEN.
Bij Kon. besluit is aan dr. K. Penon, op
zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijn
betrekking van lid van den Voogdijraad Rot
terdam I, en is herbenoemd tot lid, tevens
Voorzitter, van den Voogdijraad te Maastricht
jnr. dr. Ch. van Oppen.
BURGEMEESTERS-BENOEMINGEN.
Bij Kon. besluit zijn benoemd: tot burge
meester van Diessen A. J. L. Voets; van
XVaalre F. T. H. Uijen.
RADEN VAN ARBEID.
Bij Kon. besluit zijn de hierna te noemen
Voorzitters Van Raden van Arbeid wederom
voor den tijd van zes jaren als zoodanig be
noemd, t w.:
Ie. mr. G. Snpeck Henkemans, als voorzit
ter van den Raad van Arbeid te Brieile;
mr. H. P. Hermans, als voorzitter van den
Paad van Arbeid te Brieile; J. Kolk, idem te
Heerenveen; L. J. H. Eversen, idem te Gro
ningen; mr. S. Rink, idem te Tiel;
2e. T. H. Boel kens, als voorzitter van den
Baad van Arbeid te Zwolle; T. W. te Nuyl,
idem te Deventer; mi*. H. P. F. M. Mandërs,
idem te 's-Hertogenbosch;
M. J. Tin Vas Dias, als voorzitter van
iden Raad van Arbeid te Allernaar; A. ter
Cock, idem te Amersfoort; T. S. Goslinga,
idem te Leiden; mr. E. B. F. F. baron Wit-,
tert van Hoogland, idem te 's-Gravenhage;
M. J. Harts, idem te Middelburg; J. H. H.
piccardt, idem te Sneek; G. Timmermans,
idem te Hengelo; mr. dr. H. S. Veldman,
idem te Apeldoorn; mr. J. J. A. Bakker,
idem te Nijmegen; mr. J. C. A. M. van de
Mortel, idem te Tilburg; C. W. A. van U-den,
idem te Eindhoven; T. J. G. Tulfer, idem te
Venlo;
4e. mr. J. W. Go'edbloed, als voorzitter van
den Raad van Arbeid te Goes;
5e. .T. C. van der Wolf, als voorzitter van
den Raad van Arbeid te Winschoten.
VRAGEN VAN KAMERLEDEN
DE AFWATERING DER
GELDERSCHE VALLEI
Het Tweede Kamerlid Lingbeek heeft den
Minister van Binjienlandsche Zaken verzocht
aan de Staatscommissie tot verbetering van
de afwatering in de Geldersohe Vallei een
deskundige uit Bamevekl toe te voegen.
UITBETALING VAN PENSIOENEN.
Het Tweede Kamerlid Ketelaar beeft den
Minister vian Koloniën gevraagd:
1. Heeft de Minister reeds gevolg gegeven
aan zijn bereidverklaring in de vergadering
van de Tweede Kamer om nog eens de ge
volgen te doen onderzoeken van een veran
dering van de uitbetaling van pensioenen
van driemaandelijksche in maandelijksche
termijnen?
2. Zoo ja, heeft dit onderzoek reeds tot
eenig resultaat geleid en heeft daarna ie
Minister, zooals hij eveneens toezegde, de
zaak opnieuw in gezette overweging geno-
3. Is dit laatst; geschied, is de Minister
dan bereid, de Kamer met zijn conclusie
'ten aanzien van dit punt in kennis te stel
len?
ANTWOORDEN VAN MINISTERS
DE BRABANTSCHE LEGER-REVUE.
Gaat niet door!
In antwoord op de schriftelijke vragen
van het Tweede Kamerlid A1 b a r d a in
veiband met een voorgenomen plan tot het
houden van een legerrevue in Augustus
deelt minister Ruys de Beerenbrouck het
volgende mee:
Ter herdenking van de in 1830/31 gevalle
nen en ter opwekking tot dankbkaarheid
voor het feit, dait gedurende een eeuw de
vrede in het Rijk van Europa heeft mogen
heerschen, heelt een plan bestaan, als in de
vraag bedoeld, zij het dan ook in soberder
vorm, dan aldaar omschreven.
Alleen reeds om de tijdsomstandigheden
zal de uitvoering echter achterwege blijven.
Wat voor het plan in de plaats zal tre
den, maakt bij de Regeering nog een punt
van overweging uit.
NEDERL1. BOND VAN J.V. OP. G.G.
sprekers enz. op den Dordtschen Bondsdaq van 'den Ned. Bond van 3ongel,
vereeniqingen op Geref. qrondslaq. In 't midden: de jubileerende Voorzitter, de heer
!'1A. Zijlstra met echtgenoote. De derde van links de heer A. Bos, daarnaast P. van Nes
Gin., Jok. T. de Lange. Achter den Voorzitter de heeren Ds. v. d. Vliet, Dr. Dijk en 3.
Rijnbeek. Verder naar rechts, o.a. de heeren Ds. Knoppers, P, Krepel, A, van Rijn Dr.
Impeta en l. Stap,
DE NIEUWE
GOUVERNEUR-GENERAAE
De nieuw benoemde Gouverneur-Generaal
van Nederlandsch-Indië zal op het Departe
ment van Koloniën gelegenheid geven hem
te spreken, mits belanghebbenden vooral
schriftelijk van hun verlangen daartoe heb
ben kennis gegeven, onder opgaaf van het
onderwerp, dat zij wensohen voor te bréngen.
DE RADIO-KWESTIE
EEN ADRES.
Het landelijk comité ter behartiging van
de belangen van de luisteraars in den al-
gemeenen omroep zonder voorkeur voor po
litieke of godsdienstige richting heeft een
adres gericht tot den Minister van Water
staat, waarin wordt gezegd, dat het juist
een jaar geleden is, dat liet zendtijdbesluit
van den Minister in werking trad, waarbij
als basis voor de verdeeling de volgens den
Minister bestaande vier groote denkrichtin
gen weiden aangenomen; dat dit volgens de
meening van adressant juist is voor zoover
betreft de Vara, de N. C. R. V. en den
K. R. O., maar ten eenenmale onjuist voor
zoover het betreft de A. V. R. O., die niets
anders is en ook niet anders wil zijn dan
algemeen.
Volgens adressant zou het billijk zijn, ae
drie. andere omroepvereenigingen niet meer
zendtijd toe te staan, dan zij voor haar
specifieke programma's blijken noodig te
hebben.
Adressant verzoekt zoo spoedig mogelijk
aan de Avro vergunning te verieenen tot
den bouw van een eigen zendersysteem en
tot verruiming van zendtijd ten behoeve
van de Avra
NEDERL. SPOORWEGEN
Met het begin van den zomerdienst der
Nederlandsche Spoorwegen is op de baan
vakken AmsterdamAAI km aar en Haarlem
Alkmaar de electrische tractie ingevoerd.
Hierdoor wordt de verbinding tusschen de
verschillende plaatsen in korter tijd tot
stand g©bacht en bovendien is de reisge
legenheid uitgebreid.
Het gemeentebestuur van Alkmaar meen
de dat deze dag er een was van groot ge
wicht, die niet onopgemerkt mag voorbij-
Gisteren tegen 12 uur werden door den
burgemeester, de heer W. C. W e n d e 1 a a r,
verschillende genoodigden ontvangen. Be
halve het dagelijksch bestuur der gemeente
en een aantal raadsleden waren daar aan
wezig van de Nederlandsche Spoorwegen,
de heeren Dr. H. van Maanen en Ir. E. C.
van Dijk, directeur, Jhr. Dr. E. L. Elias, chef
van den Algemeenen Dienst, Ir. H. E. Hoek
stra, hoofdingenieur, chef van den dienst
der tractie, J. D. Evers, chef van den dienst
der exploitatie, Ir. G ,W. van Heukelom,
hoofd van den dienst van Weg en Werken,
benevens eenige ingenieurs en voorts de
burgemeester van de omliggende gemeenten.
De heer Wendelaar voerde het woord.
Hij wees op de voordeelen, maar ook op de
nadeelen der elektrificatie (winkeliers b.v.
vreezen een uittocht van bewoners) en
dankte ten slotte de Directie der Ned. Spoor
wegen voor dit werk, dat Alkmaar tot een
centraal station voor Noordelijk Noord-
Holland heeft gemaakt.
Aan een noenmaal, door de gemeente aan
geboden, wierden nog vele goede woorden ge
sproken, En in Alkmaar was het heel den
dag feest; des avonds met .vuurwerk be
sloten.
NEDERLANDSCH 'JONGELINGSVERBOND
Gaven we in ons blad van gisteren verslag van de gehouden Bondsdagen, in aan-
sluiting daarop volgen hier nog foto's van de besturen der beide oudste Jongelings
bonden. Hierboven het Hoofdbestuur van het Nederlandsch Jongelingsverbond op den
Bondsdaq te Deventer. Zittend, v.l.n.r. de heeren H. VeldmanM. Veldhuizen, J. A.
Amesz, Ds, P. Veen, J, G. Leibbrandt, J. Sparreboom. Staande, gpheel links de heeren
C. Tabak en Jan H. de Groot.
BOND VAN CHR. GEREF. J.V.
Afd. Zuid-Holland.
In het kerkgebouw -der Ghr. Geref. Gem.
te Rotterdam (Centrum) vergaderde op
Hemelvaartsdag de afd. Zuid-Holland van
DE 1NDIE-POSTVLUCHTEN
ALLEEN DOOR DE LUCHT
NAAR INDIE
Van het vliegveld Schiphol vertrok gister
per sporbvliegtuig de heer A. E. Leclair,
die voornemens is in 9 dagen naar Medan
te vliegen.
Deze vergadering stond onder leiding van
den heer A. A1 b 1 a s, uit Den Haag. Na
gebruikelijke opening sprak de voorzitter
een openingswoord naar aanleidng van
Efeze 4 1—16.
Uit het jaarverslag van den secretaris
bleek, dat de afdeeling zich in vooruitgaan-
den lijn beweegt. In het jaar 1930-'31 had
den zich 4 vereenigingen aangesloten.
De gehouden bestuursverkiezing wees uit
dat de heide aftredenden, de vr. A. Alblas
en J. J. Herst, herkozen werden.
Na de afwikkeling van de huishoudelijke
zaken werd aan vr. A. de Graaf Jzn.,
uit Lisse, de gelegenheid gegeven om te
spreken over: „Kerk en Jeugd". Spr. wees
er op, dat de jeugd ten nauwste aan de kerk
verhonden is en dat de Kerk daardoor zich
moet geven aan de jeugd. Het: „Geef mij
de jeugd, mij is de toekomst" moet ten volle
door de Kerk worden verstaan eu begrepen.
Temeer waar het hier gaat om het heil ha-
rer leden. Een prettige gedachtenwisseling
volgde hierop.
Op de pauze volgde het referaat van den
heer B. A. Schotel, uit Dordrecht: „He
melbestorming en Hemelvaart of Mytiscne
schijn en feitelijke werkelijkheid". Hierin
behandelde Spr. het wezen der mythen, hoe
deze zijn de producten van mensohelijk den
ken, om zich daarin een bevrediging te vin
den tusschen het zijn van zichzelf en het
hoogere rondom zich. Hoe de mythe is een
bestorming des hemels in menschclijke ge
dachten. Hoe daarentegen hemelbestorming
is een afwijzen van Gods genade in het. zoe
ken van een zelf-verdiende, zelf-verkregen
zaligheid. Dit beginsel werkt in alle zijden
des levens door. Alles toont opstand tegen
God. Met een verwijzing naar het geopen
baarde, naar het Woord van God, dat daarin
dé feitelijke werkelijkheid des levens getee-
kend wordt, eindigt de heer Schotel deze
rede, welke met aandacht werd beluisterd.
Ook hierop volgde een zeer prettige be
spreking.
Bij de rondvraag kwamen nog enkele pun
ten ter behandeling; daarop werd door den
voorzitter deze goedgeslaagde vergadering
gesloten en ging de heer Schotel voor in
dankgebed.
Oostelijke afdeeling.
In de Clir. Geref. kerk en hare vergader
lokalen te Enschedé werd Hemelvaartsdag
j.I. de jaarvergadering gehouden van boven
genoemde afdeeling, onder leiding van den
voorzitter, den heer D. Henstra, van Apel
doorn, die in de middagvergadering in zijn
openingswoord de aanwezigen bepaalde bij
den tekst: „Maar onze wandel zij in de he
melen".
Als secretaris werd herkozen de heer A.
L. de Bruyne, van Zwolle. In de vacature-
D. W. Brunsveld, van Enschedé, werd als
alg, plaatsvervanger gekozen de heer J. W.
van de Gronde, van Apeldoorn.
De heer J. Koomans, van Enschedé, refe
reerde over: „Christendom en cultuur".
Achtereenvolgens werd gewezen op beider
oorsprong en wezen, beider overeenkomst
en tegenstelling en beider verhouding, op
de beteekenis van de cultuur en op de taak
van liet Christendom.
Na gedachtenwisseling sloot de eere-voor-
zitter der afdeeling, Ds. A. H. Hilbers,
Enschedé, met dankgebed.
's Avonds sprak Prof. F. Lengkeek voor
een groot gehoor over: „Wereldoverwin
naars", waarbij Spr. uitging van 1 Joh. 5 vs.
4 en 5 en afzonderlijk stilstond bij de vol
gende punten: le. wat het zegt. de wereld
te ovenvinnen; 2e. waardoor de wereld over
wonnen wordt, den daarna dit Schriftwoord
aan zijn hoorders voor te houden tot zelf
toetsing.
Spr. schetste het karakter van den strijd
tegen de wereld en wan het geloof, dat die
wereld overwint. Om het idealisme der
jeugd te kunnen bezitten is het waarachtig
geloof noodig. God toe te behooren is de
eerste en voornaamste eisch om in dit le
ven iwereldovenvinnaars te zijn.
EEN HULDEBLIJK
Er heeft zich een commissie gevormd
onder voorzitterschap van oud-minister H.
B ij 1 e v e 1 d, om aan den heer H. S i n-
nema, den ruim tachtigjarigen huisvader
van het Tehuis voor Militairen aan de
Riouwstraat te Den Haag, een huldeblijk
aan te bieden.
Het adres van den penningmeester den
heer E. Eisinga Zimmerman is Middelburg-
schestraat 15, Scheveningen, Postrek. 98153.
Gaarne wekken wij alle oud-militairen,
bezoekers van dit HaagscQie Tehuis op. aan
dit huldeblijk deel te nemen.
NEDERL. REISVEREENIGING
VIJFENTWINTIGSTE
JAARVERGADERING TE AMSTERDAM.
In het gebouw van de Amsterdamsche
Maatschappij voor Jonge Mannen werd de
25®te jaarvergadering gehouden van de Ne
derlandsche Reisvereeiiiging.
Bij afwezigheid wegens ziekte van den
voorzitter, de heer J. G. P. Sabel, sprak
de waarnemend voorzitter, de heer Mr. W.
W. Osinga een kort openingswoord, waar
in hij deed uitkomen, dat thans voor de
vereeniging een tijdperk van krachtigen
arbeid is aangebroken. De tijd van crisis-
vergaderingen is thans voorbij.
Besloten werd het verleden te laten rus
ten en dus geen critiek meer te oefenen
Aan het jaarverslag ,van den secretaris
ROFFEL-RIJMEN
PAS OP JE TELLEN
Zag je al die mooie vlagjes,
Al dat zachte, ivit-en-blauiv
Weet je wat dat voor moest stellen?
Luistervinkenwapenschou w
't Was een grootsche protestatie
Tegen al het splijtgezwam,
En ook tegen de besluiten
Die Minister Reymer nam.
'k Ben zoo vreeselijk geschrokken
Van dat weelderig gevlag;
Het bedierf, ik wil het weten,
Heel m'n mooie splijtzwamdag.
't Moet een heerlijk voorrecht wezen
Zoo een luister-piet te zijn,
Vrij van zwammerige splijtzucht,
Rein van alle splijt-venijn.
Meer dan honderdduizend vlagjes
Deden kun reclame werk:
Om ze alle uit te strijken
Was de Avro-wind zoo sterk.
Waren er twee honderdduizend
Mogelijk wel drie, of vier?
Vijf "procent der Nederlanders?
Wel, dan doet het me plezier
Dat er nog een mooi restantje
(Vijf en negentig procent!)
Mij gezelschap blijkt te houden
ln m'n splijt-isolement.
Zeg 't met vlaggenzegt de Avro
En dat is heel wijs gezegd
Want als cijfers 't moeten zeggen
Kamt er niet veel van terecht
(Nadruk verboden) LEO LENS
f«ML 6rM.M 6»Mi -Zt ITI - 0 WflltMtn-RA«n(n*)
„Vóór alles kwaliteit"
den heer J. Panman, is ontleend, dat op 1
Januari 1930 het aantal leden 74293 be
droeg en op 31 December 70009.
Uitgeschreven werden 100S reizen, niet
doorgegaan 455. Blijft 553 reizen met 18874
deelnemers.
Ook het finoncieele verslag en de reke
ning on verantwoording van den algemee
nen penningmeester, den lieer A. C. Dijk
man, werden goedgekeurd. Aan het verslas
is ontleend, dat, terwijl 1929 met een over
schot van 3370 gulden sloot, 1930 een te
kort liet van 32.520 gulden. Het kapitaal der
N. R. V. verminderde door dit groote ie
kort en enkele afschrijvingen met f 38.590
tot f5490. De financieele positie der N. R. V.
is verre van gunstig.
Het bestuur stelde daarna eontributiever-
hooging voor van fl.2o tot fl.75. Voorts
werd de stichting van een vereenigingsraad
noodig geacht.
De aftredende leden van het Hoofdbe
stuur, de heeren J. G. Beurs. J. J. v. Eg-
mond en Mr. IV. Osinga werden herkozen.
Te middernacht werd de vergadering tot
Zaterdagmorgen verdaagd.
'erspannen, onrustig
en slapeloos. Men gebruike
hiertegen de zenuwstillende en zenuwster
kende
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten
NAAR
,DE ONSTERFELIJKE
STAD"
1! «VL
Zoo'n boot is een drijvend hotel. Elke pas-
Jsagiersboot is dat, bijzonderlijk de onze, die
uitsluitend voor reizigersschip is gebouwd
len 1500 passagiers kan vervoeren: een drij-
Vend dorp.
'i *k Zal u kort de inrichting verklaren. Daar
fis, om te beginnen, het gewone dek, liet
ilhóofddek. Daar zijn de eetzalen met haar
f'lange tafels en de keuken; voor- en achteruit
1 liggen nog kranen en kleinere dienstlokalen.
Behalve de eetzalen is er een hal met een
boekwinkel en een kleine bazar van fraaie
artikelen. Daarboven ligt over het midden
van het schip een tweede dek; daar is liet
restaurant, twee groote zalen met tafeltjes
en stoelen er om; in 't midden 't buffet. Om
die ruimte loopt het wandeldek; daar ijs
beren de lui. Dan volgt naar boven een der
de dek: het bootendek, waar langs de kant
de reddingsbooten hangen. In het midden
loopt een vierdubbele rij van slaapkamers,
waar 's nachts een paar honderd passagiers
worden geborgen. Daarboven is het com
mando-dek. En daarboven een „zonnedek".
Op die twee laatste mogen wij niet komen.
Onder het hoofddek is een dek, waar de
gewone hutten zijn; ook is daar een postkan
toor, wen reisbureau, een wasch- en strijk-
inrichting en een wisselkantoor. Weer trap
pen afdalend komen wij in een van bo
ven gerekend zesde dek, ongeveer gelijk
aan het vorige; daar zijn ook de zieken
zalen. Nog lager is het zevende dek; daar
zijn groote ruimten, waar kotje aan kotje
staat, 200 in een zaal; ook begint daar de
machine-afdeeling. Daaronder zijn laad- en
ballastruimten en zitten de machines.
's Morgens en .voor eiken maaltijd wordt
ër geblazen. Hier zijnde woorden die hooren
bij bet. reveille-wijsje: Waakt op, gij slapers,
groot en klein; Al lang wacht u de kapitein:
hij roept u goeden morgen toe, waakt op, gij
slapers, uit uw rust 't Kon stichtelijker,
maar het wijsje is zoo sleepend zachit, dat ge
er weer van inslapen zoudt.
Alles ziet er frisch uit Als men ook ziet,
Het vijfde artikel stond in ons blad van
f Mei j.JU
hoe er door manschap en kellners koper gé-
poetst en ruiten gelapt worden, begint een
Hollandsch hart exitra te kloppen; 't is in
orde.
De zon ging telkens schoon onder; twee
maal ontsnapte ze me ik had zooveel te
schrijven maar de laatste avonden niet.
Tegenover de sterren heb ik me geschaamd,
maar onze goede Ds. S. kwam ons te hulp
en wij zagen Sirius, Orion, Castor en Pollux,
Wega, Boötes en al het schoone heir des he
mels, dat de Heere kent bij hunne namen.
Donderdagavond zetten wij onze horloges
een uur vooruit en later nog eens: wij reis
den de zon tegemoet.
De avondlezingen van Prof. Noordtzij ble
ven ons een ware onderbreking, een rijke
verkwikking, hij onderwees ons van tijden
en namen en liet ons reeds, ook door licht
beelden, vooruit genieten. Een paar dingen
uit duizend: Jizreël beteekent: God zaait, het
was er zoo vruchtbaar land, dat een mensch
zelfs niet behoefde te zaaien.
Jericho was een stad van 4% H.A. groot.
Indertijd hebben hoog- en laaggeleerde exe
geten gezegd en de groote hoop van raid-
delsoort-gel eerden luisterde en boog dan eer
biedig dat dat Bijbelverhaal van zeven
maal om Jerieho te loopen een klaarblijke
lijke onmogelijkheid bevatte; dat kon toch
Goedpratende bijbelvrienden van bovenbe
doeld middensoort zeiden toen: het moet een
schrijffout zijn. En men schreef ook daar 'n
boek over. En nu komen de opgravingen, in
onwedersprekelijke stomme taal bewijzen dat
die oude Bijbel toch gelijk had; reken het
zelf maar uit!
Over één ding rees klacht, 's Morgens to
gen 11 uur viel ons koffieuurtje om: ör was,
ondanks protest bij laag en hoog, geen troost'
drank te bekomen. Ik begrijp het niet, dat
de machtige maatschappij zoo met de natio
nale instincten van een volk kan spotten,
't Kon ze wel eens opbreken: wij zijn nu een
maal een vrijheid- en koffielievend volk. En
laten ons niet knechten, laten niet met onze
groote belangen sollen. Geen koffie!!
Steeds mooi weer, een gladde zee. Wij ha
len in, zullen volgens berekening reeds Za
terdagavond in Beyroeth zijn.
De volheid van Gods zegeningen kan een
mensch zich niet voorstellen dan door tegen
stelling. En zelfs dan nog maar gebrekkig.
Ik had opgezien tegen de zeereis en haar
booze kansen en gevaren. En nu is de zee
een effen weg. En elke dag is vol van Gods
goedheid ook in het aanschouwen Zijner
werken: de zee tot aan de kimmen, den rei-
nen, blauwen hemel en den vrede rondom.
De zee maakt klein. 't
't Is Zaterdagavond tegen 9 uur; 't Is nacht
Het schip ligt aan de kade. Over de ver
schansing leunend, kijken we o, wondere
gedachte neer op Aziatisch en grond. Do
valreep gaat neer en wij bewonderen de han
digheid der Jantjes, stoere jongens van pak
an. Een, die niets te doen heeft, staat al
weer te poetsen. Bovenaan de valreep staan
reeds een paar officieren in khaki: dat moe
ten Franschen zijn.
Onze eerste kennismaking met Azië, met
de voor ons nieuwe Oostersche wereld be
gint; ze is niet bepaald aangenaam.
Daar staat een jonge, vent met een roode
fez: geen prettig type. Maar erger is dat
manneke daar: een vuil gezicht met zwarte
korte ringbaard, een slaapmuts op, 'een stok
'in zijn hand. En dan die broek: de pijpen
beginnen bij de knieën, de rest is een ruime
hangzak, een echite flodderbroek. Daar na
deren, hand aan hand, een paar negers, met
roode muts op, en in een wit hemd. Zij trek
ken zich nergens iets van aan, zij wandelen
maar; op en neer.
De valreep ligt. De lange, roodgemutste
wil naar boven. De wachtmatroos houdt
hem tegen. Maar door wat duwen en praten
komt het brutale gezicht de trappen op. Bo
venaan vangt do officier van do wacht hem
op. Hij moet terug.
Er komen nog meer lanterfanters, tezamen
een onguur stelletje, 't Begin, de eerste ont
sluiting van het geheim van het avondland
is niet uitlokkend.
Zondagmorgen. Ik kijk over de verschan
sing. 't Is alles rust: de verre zee, enkele
grootere schepen, de havenpier. Het eenige,
wat. beweegt, zijn een paar roeiers in een
klein bootje, net menschen, die naar de kerk
gaan. En al weer mooi zomerweer: een zacht
zuchtje over het licht rimpelend water.
Ik wil even kijken naar den anderen kant.
'k Hoor een stoomfluit. Wat zou dat zijn? Ik
kijk over de rand naar beneden. Daar zie ik
op eens de wereld in vol bewegen. Vlak voor
het schip staat een trein gereed, die was het,
wat floot. En daarachter honderd auto's. En
een heele wereld van drukte: Fransche offi
cieren, matrozen met witte baretten met roo
de pompons, wel vijftig mannen met roode
fez. En daartusschen anderen met lange
mantels en witte hoofddoek, die afdaalt tot
op de heupen en wordt vastgehouden door
een hand om het hoofd. Anderen dragen een
witten rok met grijzen mantel.
En allemaal geelbruine gezichten.
Wij zullen een eindje den Libanon opwan
delen, den berg tegen welks noordelijke punt
Beyroeth is aangebouwd.
Wij moeten de stad door. De Mohameda-
nen hebben den Vrijdag als rustdag, maar
werken dien dag gewoon door. Nu is het al
les vol druk gedoe. Te zamen een goor boel
tje. Toch schilderachtig voor ons; een mensch
in zoo'n nieuw land is net als een kind tus
schen 3 en 18 maanden, dat bij de telkens
wisselende tafereelen zulke verbaasde oogen
kan opzetten. Ook wij staan telkens versteld
en moeten 'even kijken.
Daar komt een ezeltje met een man er op,
zijn beenen hangen haast op den grond, tel
kens trekt hij ize op om het kleine dier te
bewerken; ter weerszijden hangen manden.
Een vrouw meit een kind schrijlings op den
Gezicht op Beyroet,
schouder, zij houdt zijn armpje boven haar
hoofd vast; het eenige wat de kleine aan
heeft, is een klein borstrokje, armen, beentjes
en zoo voort is naakt. Daar is een groote af
braak, een Syriër zit te bikken, kleine jon
gens zitten in een papierhoop stukken van
waarde te zoeken. Twee gaan mekaar te lijf;
de Syriër en ik schudden bedenkelijk ons
hoofd: 't is hier al net als overal in de we
reld. Een herder met een twintig geelachtige
schapen.
Wij komen op een tuinplein, met rondom
bloeiende palmen; daar zien we ook voor 't
eerst een olijfboom. Vrouwen gaan ons voor
bij, geheel in 't zwart en zwaar gesluierd,
men ziet hun gezicht niet: het, zijn gehuwde
vrouwen. Over hot hobbelig plaveisel loopt
de helft met bloote voeten. En dan die felle,
grimmige oogen. En overal die flodderbroe
ken. Ter weerszij van het plein liggen groote
moderne hotels.
Wij komen op rustiger wegen. In de tui
nen achter sterke muren ziet men de sterke
kleuren der bloemen: blauw en lila en rood.
Een oud heertje met grijze haard passeert
ons op zijn ezeltje: achter hem zit zijn
vrouw. Wij lachen elkaar vriendelijk uit, wij
Op dat balkon zit een dame smakelijk haar
nargileh (waterpijp) te rooken.
Daar wappert het oude rood. wit, blauw.
Het is niet het oude, het is het nieuwe. 'I Is
dc vlag van de Libanon-repuhliek. een \an
de vier Syrische landjes, die nu staan onder
Fransch mandaatschap.
En 't is alles even vuil. En armoedig. Den
vorigen avond is een van ons langs een
straatje gekomen. Daar zag hij in een hoek
wat rommel liggen. Toen hij goed keek. was
't een vrouw met drie kinderen: een bedel-
clubje.
Wij zijn nu een paar honderd meter hoog
gekomen. Beneden ligt de stad (een plaats
van 200.000 inwoners), daar ligt de Mont-
Rosa, en verder dc zee, die met haar stille
golven steeds weer het oog trekt eu -bindt:
een hoofdstuk der werken Gods.
's Middags hebben wij een goede Andacht,
die ons veel vergoedt van onze gewone vu-
derlandsche preeken. die wij als gewoon
goed ook al te weinig waardeeren. En verder
praten en lezen en ijsberen wc wat. Morg u
is de groote dag. Dan komen we m het Hei
lige land.
H. T. VAN WIJLEN.