%DiPikVrcM Over opvoeding Handwerken Graag, wannéér ik tenminste niet moe ben en niet m'n gedachten te zeer noodig beb bij het doel van mijn tocht, mag ik derde klas reizen. Men treft er vaak origi- Xieele menschen en beleeft nog 'eens wat. Laat ik eens een treinervaring uit de derde klas vertellen, misschien kan een enkele moeder er nog voordeel van hebben We zitten in een volle coupé derde klas, ^rouwen. In 'een hoek voor een der portieren een jongetje van 'n jaar of zeven. Zijn moeder Zit tegenover hem met een kind van drie jaar op de schoot, en praat aldoor tegen pen juffrouw, die over haar zit, met een nog jongere spruit, 'n Paar lezende dames, die zich van de heele wereld niet veel aantrekken, alleen af en toe eens even uit 'n portier kijken of ze er nog haast niet zijn, dan twee vrien dinnen die heel druk, maar op fluisterenden toon samen redeneeren en verder een neu traal groepje, dat zich dan met de eene dan met de andere bezig houdt, of ook wel stil in een treindutje wegzinkt 'k Goloof, dat ik bij de laatste categorie hoor. Ik reis alleen, 'k Heb m'n medepas sagiers al in 't begin even vluchtig opge nomen en af en toe treft me nog de schelle schreeuwstem van de moeder links, die tegen haar overbuur praat en mij wakker houdt „Als die d'r mond opengaat, kan je 'm tnet geen span paarden dicht krijgen", zoo als de volksmond zoo leuk ze'gt. „Nu zooiets is het hier wel", denk ik, „geen speld tusschen te krijgen." En dat ondervindt het jongetje ook, dat over haar zit en telkens zijn moeders aandacht pro beert te trekken voor wat er voorbij kpmt „O, kijk. O, Moeder, kijk 's wat 'n hooge pijp. O en kijk. Kijk toch moeder", en hij trekt haar aan de mouw. „Stil dan toch jongen, ja, ja hoor, mooi". „Nou en" gaat ze dan weer verder tegen de andere vrouw. Een poosje duurt het zoo en "dan gééft het joggie het op, vermaakt zich alleen. Maar dat verveelt hem neg gauwer. Landerig laat hij zich achterover vallen in het hoekje, en kijkt met 'n saai gezicht de coupé in. Niet veel aan voor de kleine, drukke rob bedoes, al die lezende, of dommelende of wijs-redeneerende, groote menschen. Zachtjes zit hij nu met de neuzen van zijn stoffige schoenen langs moeders rok te strijken, maar moeder merkt niets, dus' ook daar is de pret gauw af. Dan trekt hij het zusje, dat nu weer naast moeder op de bank zit aan de been tjes, net zoo lang, tot ze eindelijk boos wordt en „moeder" begint te roepen. „Laat dat dan toch!" roept de moeder en geeft hem 'n „flinken" tik om zijn ooren dat hij weer in ééns terugschiet in zijn hoekje. „Zijn we d'r haast?" vraagt-ie een oogen blikje later, weer zuchtend. Maar Moeder hoort het niet, of maar half. „Ja", zegt ze, gedachteloos en praat weer verder tegen do juffrouw tegenover baar. Dan eindelijk vindt de hand van het jongetje, die nu al lang naar kattekwaad zoekt, den knop van het portier. Eerst aait hij er nog maar heel zachtjes met het wijsvingertje langs, dan grijpt Iiij hem aan drukt hem zachtjes naarbenee al verder, het gaat wel leuk, vindt hij en eindelijk drukt hij hem geheel door, tot onderaan toe. „Kind daar móg je niet aankomen", zegt opeens een stem van uit 't midden der cou pé, „dat is gevaarlijk", en een dameshand strekt zich uit naar het portier en haalt den knop weer naar omhoog. De jongen schrikt even, de moeder kijkt verstoord en brutaal de ander aan, als wilde ze zeggen: waar bemoei jij je mee, en hardop zegt ze tegen haar overbuur, „och 't kind was nèt zoet, ze motte toch wat doen, wat hindert dat nou". Het joggie hoorde moeders opmerking en probeert het dadelijk weer. Sneller dan daarnet, mot minder aarze ling gaat het nu, en al heel gauw slaat de knop naar beneo. Iemand waarschuwt met 'n handbeweging de moeder, cn deze, half onwillig, trekt de knop weer op, en zegt laat het dan maai- jö" en: ja gedul dige lezeres hot is w&ar: gaat gelijk weer Verder met haar geklets. Als dan drie minuten later het jonge'je wéér den knop omlaag drukt stapt opeens een ander op, sluit het portier, pakt liet jongetje pardoes op en gaat zelf op zijn plaats in het hoekje zitten. Verschrikt zoekt het kind zijn toevlucht tot de moeder, die, de autoriteit van de un der voelend, niet durft weerstreven, maar zoo langs den neus weg, vinnig tegen haar overbuurvrouw zegt: „een cchto schooljuf- „Waar mot dat kind nou zitten?" vraagt ze dan rechtstreeks aan de dame. STRENGE GOEDHEID. 1 „Hij mag op mijn plaats, die is vrij. Maar kinderen die ongehoorzaam zijn", (hierbij kijkt ze het joggie aan), „kunnen niet aan een raampje zitten, dat wordt te gevaarlijk, dan zou je er uit kunnen vallen". „Da's anders jouw zorg niet", bijt de moe der nu brutaal terug, want ze is boos, om dat het ventje nu aan haar schooi, drenst, hij wil niet op die andere plaats, en nu moet „dat schaap" toch maar gaan staan voor zoo'n vreemd wijf denkt ze. Daarnet toen zij zelf het deed had ze geen medelij den mét 't kind, masr nu een ander hem ook maar even durft te raken, is het haar „arme schaap"* „Mijn zorg?" vraagt de onderwijzeres „zeker!". Als het U niet schelen kon, ik wil het niet verantwoorden dat er een kind door onvoorzichtigheid uit den trein valt, als ik er zelf bij zit, daar pós ik voor". „Wil je kijken?" vraagt ze dan 'n oogen blik later aan het ventje, dat halt aarze lend op haar nu vriendelijk gezicht afkomt. „Kijk er zijn veel koeien in de wei". „O, ja, en lammetjes d'r bij" zegt het kind vroolijk. Hij staat nu recht voor het raampje, yoor de knieën yan de vreemde dame. „Ga je al op school?" vraagt ze, heb je daar niet een mooie plaat met een wei en schapen er in?" „Ja èn ne bok!" vult hij aan. „Zoo'n sterke met van die groot e horens en zoo'n lange sik". „O ja, ne sik" praat het zusje na, dat van haar zitplaatsje afgeklommen is, en nu ook er bij komt staan. En nu wordt het gesprekje'tusschen hun drieën zoo gezellig, dat ten slotte het zusje op den schoot van de onderwijzeres komt, om beter te kunnen zién, en de jon gen, die de heele knop allang vergeten is, ook vergeet om zijn moeder weer overal bij aan te roepen. Ja, nu is 't heel rustig en makkelijk voor de moeder,.nu kan zie pra-. n, zooveel als ze wi}! Maar nu doet ze 't niertl Nu is ze stil en kijkt maar naar die an der, die geheel opgaat in 't gevraag en gepraat van haar kleuiters. Wat heeft ze nu 'n heel ander gezicht, neë, nu vindt dé moeder 't niet meer streng, zooals daarnet en wat zijn haar kinderen lief nu, heele- maal niet brutaal, wat geven ze beleefd eri netjes antwoord. „Een echte schooljuffrouw, niet?" zegt dan een stille die alles gezien heeft, uit den andereu hoek van de coupé: tegen de moe der, mét een fijn glimlachje. Maar! de steek was nieft noodig, de moe der was al getroffen fen schaamde zich al lang. DAMESVESTJES Wear een andere variatie voorname- Qdjlk gesdhiikt .voor jonge meisjes, in 't bij zonder voor sport-girls, is het voorjaa/rs- vestje de.t onze eerste afbee&diing laat zien met een bijpassende 6jaaJ. De liange sjaal wordt lamigs den nekrand vaetgestiikt bij wijze van kraag, en het eene eind laat men langs den rechten-rand van het vest loopen, al of niet vastgehecht en wordt door de ceintuur heengehaa.ld. Het Idmkereind kan dan zoowel blijven han gen, alls onder de kan naar adhter geslagen worden. Het heele vestje wordt langs alle randen versierd met festemsteken, ongelijk /an grootte, tea-wijd boven de 'Langesteken nog kleine kettiingsteekjes komen. Ook de sjoad werkt men .op diie manier a/f langs de ramden en bovendien worden aan de uiteinden, puntig uitgeknipte stuk ken gezet van donkerder stof. Deze pun ten kam men dan nog versieren met een monogram of bloemmotief. Men maakt het vest uit gladde, wollen stof, zomerdaiken of wel uit wollen jersey, tricotstof. Het tweede vestje is iets minder sportief, kan, daar het uit moderne wollen stof ge maakt cn met effen biezen afgewerkt woirdt, ook wat meer gekleed staan. liet idee is zeer eenvoudig. Men knipt het vestje als alle andere, en naait de cein tuur er zóó op, dot en- op zij eenige ovecr- blousmig is. Hoewel deze vestjes wiet zoo zeer naar mode luisteren ads de japonnen, doet men toch verstandig, de ceintuurs wat hooger te nemen. BABY-KOUSJES Bcnoodigd materiaal: 56 gram 4 dhaads breiwol, 3 breinaalden No. 9 on 1 el smal lint Aan den bovenkant beginnen met 4-S ste ken op te zetten op twee naalden: 14 toe-, ren het ribbetje 2 recht, 2 averecht breiien;- wu begint de knie. Volgende toer: 31 recht, omkeeren, (al tijd den eensten steek aiflhailen) 16 recht, om keeren, 18 recht, omkeeren, 20 recht, om keeren» 22 recht Zoo doorgaan, eiken toer 2 et-eken meer breien, tot er nog 5 steken ongebreid blij ven op het eind van de naald. Nu allile steken op één naald breien en 36 toeren recht heen en recht terug breien. Nu aan bedde einden ven de naald 1 steek minderen edken vierden toer. zoo 4 X. Dan de volgende 20 toeren zonder minderen, maar in den laatsten toer 1X2 steken te zomen breien; om het aantal steken op 39 te brengen. Ie Toer van het patroon, 2 te zamen 4 recht, omelaan, 4 r, 2 X 2 tez. Vanaf herhalen 'tot het eind van den toer 2e toer: Averecht, 3e toer als Ie toer. 4e toer, Averecht, 5e toer. als le toer. De volgende 5 toéreii recht heen-en recht terug. Dan de 6tsken verdoelen voor den voet 12 recht; op de volgende 15 steken, 24 toe ren breien wod afbreken, draad laten han gen. Nu de wod aanhechten, waar de 12 steken, zijn blijven staan en met dezelfde noadd 12 lussen opnemen en breien langs den kant van de wreef en 8 steken van den teen. Dan met een aparte naaLd de andere 7 teenstee- ken en 12 lussen opnemen en breien langs den anderen kant van de wreef, ook de overblijvende 12 steken. Op deze steken 10 toeren recht heen en recht terug breien. Dan nog 5 toeren 1 steek minderende aan beide zijden van de naai den, iedere toer de overige steken af kanten. Het andere kousje wordt op dezedfde nier gebreid. Ten slotte de naden van voet en beentje diiöhtnaaien en door het patroon van den eniked een ernad lintje rijgen. GEBORDUURDE RAND Dit borduurpatroon voor rand, laat zich ook uitstekend gebruiken voor tueschen- zetsel. kien gebruikt voor het borduren de vol gende kleuren: voor de bloemen lïoht lak- rood, voor de hartjes Lichtgeel), blaadje groen. Zooals men op .de afbeelding 'lui deliijk zien kaai, worden de randen der bloe men uitgevoerd in feetonsteken, de hartjes met spansteken. De rechthoekige vannen tusschen bloemen worden met een zeer dichte fla nelsteek gewerkt in lichtgeel of licht oranje, de kleine driehoekjes daaronder en naast in wit, zooads de afbeelding wel laat zien, ook de twee kelkblaadjes van do knopjes warden wit, de kelkjes zelf donker oranje of Jakrood, steeltjes groen of grijsgroen. Van de rechte buitenranden worden de binnenste (de vierkantjes) grijs met witte ■dwaassteken (zie de afb.) Dan volgt een witte lijn met kleine oranje dwanssteekjes eroverheen. Daarna een rij van dichte, en kelvoudige visdhgnaten steken in donker oranje of laknood, met witte, of zeer licht grijze lussen steken in 't midden, cn aan de uiteaste buitenkant volgt dan nog een rechte streep eteelstefken, die weer grijs wordt genomen. Natuurlijk kan men an dere kleurcomibdnatiies nemen. Men kan deze ramid op een reep fijn laken, desnoods misschien op peau de pêche bor- 'duren, de randen langs de steelsteekaand omvouwen of aldaar festomneeren en dan de rand als tusechenzetsei leggen over kus sen, 'theemuts of zooiets, ook op blouse of japon kan. ze te gebruiken zijn. Verder, maar dan wellicht iets vergroot, zou men ze ook kunnen toepassen op kast, gordijn, of kapstokkleed maar dan zal men ook el op de stof zelf kunnen borduren. HET WASSCHEN VAN GEKLEURDE STOFFFEN. bij het wasschen van wollen stof fen, moeten er bij gekleurde stoffen ook enkele regels in acht genomen worden. Bij dit soort van goed let men meer op de kleur, dan op den aard der stof. Men sor teert het goed in lichte, donkere en sterkere kleuren. Verschillend gekleurd goed waschit men nietin hetzelfde sop. Heeft het eerste stuk geen kleur uitgegeven, dan kan er een tweede door gewasschen worden, enz. Goed, dat nooit gewasschen is, legge men in" water en zout of water en azijn om de kleur-te -fiseeren (vast te leggen). Voor zwart, grijsen blauw kunt ge nemen; op één halven emmer water 3 lepels azijn. Voor rood, geel en groen neemt ge: op één hal ven emmer water 3 4 lepels azijn. Laat het goed hier pl.m. Yz uur in staan, spoel het dan goed uit, daar anders het eer ste zeepsop direct schraal is door de aan wezige azijn of het zout. Maar een heel lauw sop van zachte zeep. Voor erg teere kleuren kan men vlokken- zeep of houtzeep gebruiken. Denk er voor al om het water niet te warm te nemen, daar de meeste kleuren door warmte lich ter worden en ook mogen geen scherpe zeepsoorten gebruikt worden. Laat gekleurd goed nooit in zeepsop liggen, maar wasch het vlug, daar zeep meestal kleuren aan tast Strijk op vuile plekken nooit zeep, daar hierdoor licht plekken zouden kunnen Ontstaan. Wasch teere kleuren niet te veel op de hand, maar knijp deze uit. Spoel het goed flink op, zoo noodig nog eens in water en zout of water cn ainjn. Om te voorkomen, dat het goed tijdens het drogen doorloopt (door 't langzaam naar beneden druppelen van het waiter) moet men het zoo droog mogelijk zien te krijge voordat het opgehangen wordit. Ge krij; het goed droog door het in een doek uit te wringen. Ge gaat nog voorzichtiger te werk, wan neer ge het goed niet ophangt, maar te dro gen legt op een doek: is er een blouse ge wasschen dan kunnen de mouwen met een doek opgevuld worden. Zeer teere kleuren rolt men in een doek en laat ze daarin etrijkdroog worden. Strijk gekleurde stoffen zoo vlug mogelijk op. Het stijven hangt af van de soort stof; echt gekleurde katoenen en linnen stoffen stijft ge in gekookte stijfsel. Voor neteldoek of batist is het beste, ge kookt dun aardappelmeel. Voor donker katoen, rood óf'blauw kan men zoowél aard appelmecl als dunne stijfsel nemen, het beste is het goed aan den verkeerden kant té stijven, zoodat men niet zoó gauw last heeft van witte vlammen. Voor gekleurde satinet (schortjes, kleed jes enz.) is gom het mooiste stijlmiddel. De gom mengt ge met lauw water tot een dun papje aan en haalt het goed er door, cloordat het gelijkmatig gesteven wordt. Wanneer schortjes en kleedjes iets geste ven worden, blijven zij langer schoon. SLEUTELS In het baby-boxje Speelt de kleine broer. Bouwend met wat blokjes, Zeult hij op zijn sokjes Langs den gladden vloer. Daar komt Moeder binnen Met zijn bruinen beer. Maar het bij-de-handje Ziet ook 't sleutelmandje, Dat bekoort hem meer. Hunk'rend gaan zijn oogjes Naar de hooge ka«t Daar zijn lekk're koeken, En hij spiedt of Moeko Naar den sleutel tast* Zal hij 't' straks ook leeren. Dat bij wijs begeeren Sleutels noodig zijn? Jo C. W ne xtékiék van de oude vesting Coburg. ONDERHOUD VAN NAAIMACHINES minste ge- Ook de naaimachine heeft zorg ei behandeling noodig, als men er tei ruimen t(Jd plezier van wil hebbe: doelt nog niet zoo zeer op een regelmatig on derzoek door een reparateur, als wel op de -ging door degene, die de ma chine gebruikt. tilden moet de machine gesmeerd worden, gewoonlijk ia eens per maand voldoen de. bil veelvuldig gebruik echter meermalen. Men neme daarvoor een spuitje met naaimachi- i-olle en volge de handleiding, die bö iedere achlne wordt verstrekt "Vooral het schuitje •eft met zorg toegevoerde olie noodig. Nadat de machine gesmeerd is. moet men het teveel aan olie, dat uit de verschillende gaatjes druipt, zorgvuldig afwrijven en 'een oud lapje paar malen doorstikken, om te voor goed door vetvlekken be- chadigd wordt. Om de machine tegen llgen, moot deze steeds deliJk na gebruik plaats! stof en vuil te bevet- ifgedekt worden. Da- - - die die gestikt wórden, laten draadjes, plulsjs en :hter en voor men. de machine gaat ge il, "moet men aan de onderzijde al dat vuil verwijderen en het schuifje met een bor steltje Afschuieren. Men kan dan tevens de spel irzamelen, die gewoonlijk in den bak on der de machine te vindon zijn. Bon ichine, die ilochten staat verkeert, kan men een behande- ing met parafine geven. Daardoor zal de roest >n de stroefheid verdwijnen en de machine met minder krachtsinspanning toch weer zachter werken. Met een schrijfmachine-borsteltje kan de bijna onbereikbare plaatsen behande len. doch vóór dat men de machine weer in ge- "t neemt, moet men de parafine goed af wrijven en haar weer met olie bespuiten. KEUKENWERK Over het algemeen wordt, vooral door de ouderwetsch-degelUke huisvrouwen, aangeno men, dat keukenwerk staande verricht moot worden en anders niet goed kan zijn. Het „zit- tonde werken", behalve dan, wanneer het poet sen en aardappelschillen betreft, wordt al heel licht aangemerkt als een teeken van luiheid. Men vergeet daarbij echter dat lang achter een staan niet alleen vermoeiend, maar ook al lesbehalve gezond is voor een vrouw. Dit geldt niet zoo zeer van het heen en weer dribbelen en in beweging blijven al is dat ook lang niet zoo gezond als echte wandelingen maar het aanhoudend blijven staan, terwijl alleen han den en armen in beweging zijn, Is een ongezon de houding, die we zooveel mogelijk moeten vermijden. Er zijn een massa werkjes, die meestal staan de verricht worden en toch heel goed slagen, wanneer men er bij gaat zitten Groenten schoon maken b.v. doet men meestal staande aan den gootsteen, zelfs bij 't aardappelschillen blijven vele vrouwen staan, wat toch zeker overbodig Is. Maar ook eieren kloppen en beslag maken, kan men heel goed zittende verrichten, zelfs afwasschen en strijken, als men maar een eehigs zins hoogen stoel heeft. In het begin ljjkt hot ons al heel vreemd om te gaan zitten bU het strijken; 't is of je niet half zoo vlug en handig opschieten kunt. maar och. het went zoo gauw. In Frankrijk is het reeds lang gewoonte en ver baast men zich over onze energie-verspillende manier van werken, die veel meer laat staan dan noodig is. Maar een hoogen stoel is dan ook wel in de keuken noodig. HUISHOUDING EN KEUKEN Een heel eenvor zond o draai k geregi een fleschje yoghus do pan gesloi i kook brengen, lengsel goed uit. volger Men lu-oft hiorvo' door in de pan vla uit. Men laat paar uren langer APPELTAART. r noodig: 10 gn •elen, sulk 3 vanille. Lakte Met mijn bloemen naar huis Als ik met het schemerdonk'ren, Bij het eerste sterrenflonk'ren In het wonderteere blauw; Met ïn'n kleeren nat van dauw - Die er langs de stille wegen Uit de slooten was gestegen; Naar m'n eigen dorpje keer, Zie 'k als eiken avond weer, Hoe de oude huisjes slapen En de deuren opengapen. 'k Hoor de menschen aan de straten. Zachtjes met elkander praten, Buid'üjlk klinkt hun stemgerucht In de avondstille lucht En zij kijken lachend traag, Naar de bloemen die ik draag, 't Zijn gewone pèrdeblomme x) Waorveur ie naor booite gaot, -). Wijl z'n tooi.n vol blomane etaot. RIES MULDER x). pèrdeblomme: paardebloemen. 2). kikkerblomme: schermbloemen. 2 eieren, 50 gr. suiker, geraspte crtroensohll, Bereiding: De melk laten koken, hierin het brood brokkelen en hot tot een pap roeren. De ze afmaken met citroenschil, suiker, eier- stijfgeklopt eiwit. Dot op het laatst 'fA koekepan Uchc Wat boter in Het deksel omkeeren en de omelette anderen kont bruin bakken. Ze op ee laten glijden en dik mat no&dprsn strooien, Ze vóór het dekse KOFFIEPUDDING. i E. kookroom. 100 gr. (1 onsl 1 U - suiker, 1 k 2 d.L. sterk koffie-( (2 lood) gelatine. tine bij (die in ■ngscl geleiachtig wordt "c PRACTISCHE WENKEN Olie- en wagensmeervlekken kan men wegmaken, door ze goed nat te ma ken met terpentijn. Wat ook kan; een blad vloeipapier onder en een boven de vlek leggen Vruchtenclekke i Donker tafzijden lint ten in houtzeep. Spoelt men niet strijkt men het lint dadelijk nat het weer inooi sttlf. Ook kan schimmel in kastei n een mengsel van ge en stijfsel poeder. Voet maak het vochtig me id dit papje uit ove een beetje citroensap, Spr de beschimmelde plekken de open lucht indringen. Schrob naderhand do kast met een flink zeepsop en wrtff haar daar na goed droog. Fijngemalen houtskool op een schoteltje of in een fleschje in de kast geplaatst trekt alle vocht tot zich c-n zal zoodoende ma ken. dat de kast droog en vrü van schimmel bill ft. Als men de schimmel uit een stc-f moet of al te bewerkelijk, hoeft n BROODOMELETTE. 150 Gr. oud brood zonder koa-st, li d.L. melk, 1 i in zijn geheel MOD E-VAKSCHOLEN VOOR DAMES EN JONGE MEISJES te ROTTERDAM, UTRECHT en 's-GRAVENHAOE aangesloten bij do in 1911 Koninklijk Goedge keurde Vcreoniging van Modevakscholen in Nederland OPLEIDINGSSCHOLEN VOOR EXAMEN Lossen voer eigen gebruik in het geheel zelfstandig loeren vervaardigen van alle voorkomende kleeding, handwerken, enz. Ochtend-, Middag- en Avond-, Cursus-, Club- en Privaatlessen. Jonge meisjes die de school verlaten, kunnen zich nu reeds aanmelden voor de lessen tegen September a - Scholen: te ROTTERDAM: Directrice Mevr. S. A. v. AMIJDE—PORS, Schietbaaa- laan 09, Spreekuren Donderdags van 2i en van 7 Annastraat 5 (bij Av. Concordia). Spreekuren Dinsdags van 7—S; Bcyerlandschelaan <0. Spreekuren Dinsdags van 45 en Vrijdags van Cv—7 uur. Correspondentieadres: Schietbaanlaan 114, teL 33749. te UTRECHT: v Directrice Mej. J. W. LAGENDIJK. Nieuwe Gracht 74 Spreekuren Dinsdags en Donderdags van S7 uur te S-GRAVENHAGE: Directrice .Mej. L. LUGTIGHEID, Acaciastraat 49 Spreekuren Dinsdags en Donderdags v. 10-12 en v. 4-6 u. PROSPECTI OP AANVRAGE AAN DE DESBETREFFENDE ADRESSEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 11