%DiPikVrcM
Over opvoeding
Handwerken
Graag, wannéér ik tenminste niet moe
ben en niet m'n gedachten te zeer noodig
beb bij het doel van mijn tocht, mag ik
derde klas reizen. Men treft er vaak origi-
Xieele menschen en beleeft nog 'eens wat.
Laat ik eens een treinervaring uit
de derde klas vertellen, misschien kan een
enkele moeder er nog voordeel van hebben
We zitten in een volle coupé derde klas,
^rouwen.
In 'een hoek voor een der portieren een
jongetje van 'n jaar of zeven. Zijn moeder
Zit tegenover hem met een kind van drie
jaar op de schoot, en praat aldoor tegen
pen juffrouw, die over haar zit, met een
nog jongere spruit,
'n Paar lezende dames, die zich van de
heele wereld niet veel aantrekken, alleen
af en toe eens even uit 'n portier kijken of
ze er nog haast niet zijn, dan twee vrien
dinnen die heel druk, maar op fluisterenden
toon samen redeneeren en verder een neu
traal groepje, dat zich dan met de eene dan
met de andere bezig houdt, of ook wel stil
in een treindutje wegzinkt
'k Goloof, dat ik bij de laatste categorie
hoor. Ik reis alleen, 'k Heb m'n medepas
sagiers al in 't begin even vluchtig opge
nomen en af en toe treft me nog de schelle
schreeuwstem van de moeder links, die
tegen haar overbuur praat en mij wakker
houdt
„Als die d'r mond opengaat, kan je 'm
tnet geen span paarden dicht krijgen", zoo
als de volksmond zoo leuk ze'gt.
„Nu zooiets is het hier wel", denk ik,
„geen speld tusschen te krijgen." En dat
ondervindt het jongetje ook, dat over haar
zit en telkens zijn moeders aandacht pro
beert te trekken voor wat er voorbij kpmt
„O, kijk. O, Moeder, kijk 's wat 'n hooge
pijp. O en kijk. Kijk toch moeder", en hij
trekt haar aan de mouw.
„Stil dan toch jongen, ja, ja hoor, mooi".
„Nou en" gaat ze dan weer verder
tegen de andere vrouw.
Een poosje duurt het zoo en "dan gééft
het joggie het op, vermaakt zich alleen.
Maar dat verveelt hem neg gauwer.
Landerig laat hij zich achterover vallen
in het hoekje, en kijkt met 'n saai gezicht
de coupé in.
Niet veel aan voor de kleine, drukke rob
bedoes, al die lezende, of dommelende of
wijs-redeneerende, groote menschen.
Zachtjes zit hij nu met de neuzen van
zijn stoffige schoenen langs moeders rok te
strijken, maar moeder merkt niets, dus' ook
daar is de pret gauw af.
Dan trekt hij het zusje, dat nu weer
naast moeder op de bank zit aan de been
tjes, net zoo lang, tot ze eindelijk boos
wordt en „moeder" begint te roepen.
„Laat dat dan toch!" roept de moeder
en geeft hem 'n „flinken" tik om zijn ooren
dat hij weer in ééns terugschiet in zijn
hoekje.
„Zijn we d'r haast?" vraagt-ie een oogen
blikje later, weer zuchtend.
Maar Moeder hoort het niet, of maar
half. „Ja", zegt ze, gedachteloos en praat
weer verder tegen do juffrouw tegenover
baar.
Dan eindelijk vindt de hand van het
jongetje, die nu al lang naar kattekwaad
zoekt, den knop van het portier.
Eerst aait hij er nog maar heel zachtjes
met het wijsvingertje langs, dan grijpt Iiij
hem aan drukt hem zachtjes naarbenee
al verder, het gaat wel leuk, vindt hij en
eindelijk drukt hij hem geheel door, tot
onderaan toe.
„Kind daar móg je niet aankomen", zegt
opeens een stem van uit 't midden der cou
pé, „dat is gevaarlijk", en een dameshand
strekt zich uit naar het portier en haalt
den knop weer naar omhoog.
De jongen schrikt even, de moeder kijkt
verstoord en brutaal de ander aan, als
wilde ze zeggen: waar bemoei jij je mee,
en hardop zegt ze tegen haar overbuur,
„och 't kind was nèt zoet, ze motte toch
wat doen, wat hindert dat nou".
Het joggie hoorde moeders opmerking en
probeert het dadelijk weer.
Sneller dan daarnet, mot minder aarze
ling gaat het nu, en al heel gauw slaat de
knop naar beneo. Iemand waarschuwt met
'n handbeweging de moeder, cn deze, half
onwillig, trekt de knop weer op, en zegt
laat het dan maai- jö" en: ja gedul
dige lezeres hot is w&ar: gaat gelijk weer
Verder met haar geklets.
Als dan drie minuten later het jonge'je
wéér den knop omlaag drukt stapt opeens
een ander op, sluit het portier, pakt liet
jongetje pardoes op en gaat zelf op zijn
plaats in het hoekje zitten.
Verschrikt zoekt het kind zijn toevlucht
tot de moeder, die, de autoriteit van de un
der voelend, niet durft weerstreven, maar
zoo langs den neus weg, vinnig tegen haar
overbuurvrouw zegt: „een cchto schooljuf-
„Waar mot dat kind nou zitten?" vraagt
ze dan rechtstreeks aan de dame.
STRENGE GOEDHEID.
1 „Hij mag op mijn plaats, die is vrij. Maar
kinderen die ongehoorzaam zijn", (hierbij
kijkt ze het joggie aan), „kunnen niet aan
een raampje zitten, dat wordt te gevaarlijk,
dan zou je er uit kunnen vallen".
„Da's anders jouw zorg niet", bijt de moe
der nu brutaal terug, want ze is boos, om
dat het ventje nu aan haar schooi, drenst,
hij wil niet op die andere plaats, en nu
moet „dat schaap" toch maar gaan staan
voor zoo'n vreemd wijf denkt ze. Daarnet
toen zij zelf het deed had ze geen medelij
den mét 't kind, masr nu een ander hem
ook maar even durft te raken, is het haar
„arme schaap"*
„Mijn zorg?" vraagt de onderwijzeres
„zeker!". Als het U niet schelen kon, ik
wil het niet verantwoorden dat er een kind
door onvoorzichtigheid uit den trein valt,
als ik er zelf bij zit, daar pós ik voor".
„Wil je kijken?" vraagt ze dan 'n oogen
blik later aan het ventje, dat halt aarze
lend op haar nu vriendelijk gezicht afkomt.
„Kijk er zijn veel koeien in de wei".
„O, ja, en lammetjes d'r bij" zegt het
kind vroolijk. Hij staat nu recht voor het
raampje, yoor de knieën yan de vreemde
dame.
„Ga je al op school?" vraagt ze, heb je
daar niet een mooie plaat met een wei en
schapen er in?"
„Ja èn ne bok!" vult hij aan. „Zoo'n
sterke met van die groot e horens en zoo'n
lange sik".
„O ja, ne sik" praat het zusje na, dat van
haar zitplaatsje afgeklommen is, en nu ook
er bij komt staan.
En nu wordt het gesprekje'tusschen
hun drieën zoo gezellig, dat ten slotte het
zusje op den schoot van de onderwijzeres
komt, om beter te kunnen zién, en de jon
gen, die de heele knop allang vergeten is,
ook vergeet om zijn moeder weer overal bij
aan te roepen. Ja, nu is 't heel rustig en
makkelijk voor de moeder,.nu kan zie pra-.
n, zooveel als ze wi}!
Maar nu doet ze 't niertl
Nu is ze stil en kijkt maar naar die an
der, die geheel opgaat in 't gevraag en
gepraat van haar kleuiters. Wat heeft ze
nu 'n heel ander gezicht, neë, nu vindt dé
moeder 't niet meer streng, zooals daarnet
en wat zijn haar kinderen lief nu, heele-
maal niet brutaal, wat geven ze beleefd eri
netjes antwoord.
„Een echte schooljuffrouw, niet?" zegt dan
een stille die alles gezien heeft, uit den
andereu hoek van de coupé: tegen de moe
der, mét een fijn glimlachje.
Maar! de steek was nieft noodig, de moe
der was al getroffen fen schaamde zich al
lang.
DAMESVESTJES
Wear een andere variatie voorname-
Qdjlk gesdhiikt .voor jonge meisjes, in 't bij
zonder voor sport-girls, is het voorjaa/rs-
vestje de.t onze eerste afbee&diing laat zien
met een bijpassende 6jaaJ.
De liange sjaal wordt lamigs den nekrand
vaetgestiikt bij wijze van kraag, en het eene
eind laat men langs den rechten-rand van
het vest loopen, al of niet vastgehecht
en wordt door de ceintuur heengehaa.ld.
Het Idmkereind kan dan zoowel blijven han
gen, alls onder de kan naar adhter geslagen
worden.
Het heele vestje wordt langs alle randen
versierd met festemsteken, ongelijk /an
grootte, tea-wijd boven de 'Langesteken nog
kleine kettiingsteekjes komen.
Ook de sjoad werkt men .op diie manier
a/f langs de ramden en bovendien worden
aan de uiteinden, puntig uitgeknipte stuk
ken gezet van donkerder stof. Deze pun
ten kam men dan nog versieren met een
monogram of bloemmotief.
Men maakt het vest uit gladde, wollen
stof, zomerdaiken of wel uit wollen jersey,
tricotstof.
Het tweede vestje is iets minder sportief,
kan, daar het uit moderne wollen stof ge
maakt cn met effen biezen afgewerkt woirdt,
ook wat meer gekleed staan.
liet idee is zeer eenvoudig. Men knipt
het vestje als alle andere, en naait de cein
tuur er zóó op, dot en- op zij eenige ovecr-
blousmig is. Hoewel deze vestjes wiet zoo
zeer naar mode luisteren ads de japonnen,
doet men toch verstandig, de ceintuurs
wat hooger te nemen.
BABY-KOUSJES
Bcnoodigd materiaal:
56 gram 4 dhaads breiwol, 3 breinaalden
No. 9 on 1 el smal lint
Aan den bovenkant beginnen met 4-S ste
ken op te zetten op twee naalden: 14 toe-,
ren het ribbetje 2 recht, 2 averecht breiien;-
wu begint de knie.
Volgende toer: 31 recht, omkeeren, (al
tijd den eensten steek aiflhailen) 16 recht, om
keeren, 18 recht, omkeeren, 20 recht, om
keeren» 22 recht
Zoo doorgaan, eiken toer 2 et-eken meer
breien, tot er nog 5 steken ongebreid blij
ven op het eind van de naald.
Nu allile steken op één naald breien en
36 toeren recht heen en recht terug breien.
Nu aan bedde einden ven de naald 1 steek
minderen edken vierden toer. zoo 4 X. Dan
de volgende 20 toeren zonder minderen,
maar in den laatsten toer 1X2 steken te
zomen breien; om het aantal steken op 39
te brengen. Ie Toer van het patroon, 2 te
zamen 4 recht, omelaan, 4 r, 2 X 2 tez.
Vanaf herhalen 'tot het eind van den toer
2e toer: Averecht, 3e toer als Ie toer.
4e toer, Averecht, 5e toer. als le toer.
De volgende 5 toéreii recht heen-en recht
terug.
Dan de 6tsken verdoelen voor den voet
12 recht; op de volgende 15 steken, 24 toe
ren breien wod afbreken, draad laten han
gen.
Nu de wod aanhechten, waar de 12 steken,
zijn blijven staan en met dezelfde noadd 12
lussen opnemen en breien langs den kant
van de wreef en 8 steken van den teen. Dan
met een aparte naaLd de andere 7 teenstee-
ken en 12 lussen opnemen en breien langs
den anderen kant van de wreef, ook de
overblijvende 12 steken.
Op deze steken 10 toeren recht heen en
recht terug breien. Dan nog 5 toeren 1 steek
minderende aan beide zijden van de naai
den, iedere toer de overige steken af
kanten.
Het andere kousje wordt op dezedfde
nier gebreid.
Ten slotte de naden van voet en beentje
diiöhtnaaien en door het patroon van den
eniked een ernad lintje rijgen.
GEBORDUURDE RAND
Dit borduurpatroon voor rand, laat zich
ook uitstekend gebruiken voor tueschen-
zetsel.
kien gebruikt voor het borduren de vol
gende kleuren: voor de bloemen lïoht lak-
rood, voor de hartjes Lichtgeel), blaadje
groen. Zooals men op .de afbeelding 'lui
deliijk zien kaai, worden de randen der bloe
men uitgevoerd in feetonsteken, de hartjes
met spansteken.
De rechthoekige vannen tusschen
bloemen worden met een zeer dichte fla
nelsteek gewerkt in lichtgeel of licht oranje,
de kleine driehoekjes daaronder en naast
in wit, zooads de afbeelding wel laat zien,
ook de twee kelkblaadjes van do knopjes
warden wit, de kelkjes zelf donker oranje
of Jakrood, steeltjes groen of grijsgroen.
Van de rechte buitenranden worden de
binnenste (de vierkantjes) grijs met witte
■dwaassteken (zie de afb.) Dan volgt een
witte lijn met kleine oranje dwanssteekjes
eroverheen. Daarna een rij van dichte, en
kelvoudige visdhgnaten steken in donker
oranje of laknood, met witte, of zeer licht
grijze lussen steken in 't midden, cn aan
de uiteaste buitenkant volgt dan nog een
rechte streep eteelstefken, die weer grijs
wordt genomen. Natuurlijk kan men an
dere kleurcomibdnatiies nemen.
Men kan deze ramid op een reep fijn laken,
desnoods misschien op peau de pêche bor-
'duren, de randen langs de steelsteekaand
omvouwen of aldaar festomneeren en dan
de rand als tusechenzetsei leggen over kus
sen, 'theemuts of zooiets, ook op blouse of
japon kan. ze te gebruiken zijn. Verder,
maar dan wellicht iets vergroot, zou men
ze ook kunnen toepassen op kast, gordijn,
of kapstokkleed maar dan zal men ook
el op de stof zelf kunnen borduren.
HET WASSCHEN VAN
GEKLEURDE STOFFFEN.
bij het wasschen van wollen stof
fen, moeten er bij gekleurde stoffen ook
enkele regels in acht genomen worden. Bij
dit soort van goed let men meer op de
kleur, dan op den aard der stof. Men sor
teert het goed in lichte, donkere en sterkere
kleuren.
Verschillend gekleurd goed waschit men
nietin hetzelfde sop. Heeft het eerste stuk
geen kleur uitgegeven, dan kan er een
tweede door gewasschen worden, enz.
Goed, dat nooit gewasschen is, legge men
in" water en zout of water en azijn om de
kleur-te -fiseeren (vast te leggen). Voor
zwart, grijsen blauw kunt ge nemen; op één
halven emmer water 3 lepels azijn.
Voor rood, geel en groen neemt ge: op
één hal ven emmer water 3 4 lepels azijn.
Laat het goed hier pl.m. Yz uur in staan,
spoel het dan goed uit, daar anders het eer
ste zeepsop direct schraal is door de aan
wezige azijn of het zout.
Maar een heel lauw sop van zachte zeep.
Voor erg teere kleuren kan men vlokken-
zeep of houtzeep gebruiken. Denk er voor
al om het water niet te warm te nemen,
daar de meeste kleuren door warmte lich
ter worden en ook mogen geen scherpe
zeepsoorten gebruikt worden. Laat gekleurd
goed nooit in zeepsop liggen, maar wasch
het vlug, daar zeep meestal kleuren aan
tast Strijk op vuile plekken nooit zeep,
daar hierdoor licht plekken zouden kunnen
Ontstaan. Wasch teere kleuren niet te veel
op de hand, maar knijp deze uit.
Spoel het goed flink op, zoo noodig nog
eens in water en zout of water cn ainjn.
Om te voorkomen, dat het goed tijdens
het drogen doorloopt (door 't langzaam naar
beneden druppelen van het waiter) moet
men het zoo droog mogelijk zien te krijge
voordat het opgehangen wordit. Ge krij;
het goed droog door het in een doek uit te
wringen.
Ge gaat nog voorzichtiger te werk, wan
neer ge het goed niet ophangt, maar te dro
gen legt op een doek: is er een blouse ge
wasschen dan kunnen de mouwen met een
doek opgevuld worden.
Zeer teere kleuren rolt men in een doek
en laat ze daarin etrijkdroog worden.
Strijk gekleurde stoffen zoo vlug mogelijk
op.
Het stijven hangt af van de soort stof;
echt gekleurde katoenen en linnen stoffen
stijft ge in gekookte stijfsel.
Voor neteldoek of batist is het beste, ge
kookt dun aardappelmeel. Voor donker
katoen, rood óf'blauw kan men zoowél aard
appelmecl als dunne stijfsel nemen, het
beste is het goed aan den verkeerden kant
té stijven, zoodat men niet zoó gauw last
heeft van witte vlammen.
Voor gekleurde satinet (schortjes, kleed
jes enz.) is gom het mooiste stijlmiddel.
De gom mengt ge met lauw water tot een
dun papje aan en haalt het goed er door,
cloordat het gelijkmatig gesteven wordt.
Wanneer schortjes en kleedjes iets geste
ven worden, blijven zij langer schoon.
SLEUTELS
In het baby-boxje
Speelt de kleine broer.
Bouwend met wat blokjes,
Zeult hij op zijn sokjes
Langs den gladden vloer.
Daar komt Moeder binnen
Met zijn bruinen beer.
Maar het bij-de-handje
Ziet ook 't sleutelmandje,
Dat bekoort hem meer.
Hunk'rend gaan zijn oogjes
Naar de hooge ka«t
Daar zijn lekk're koeken,
En hij spiedt of Moeko
Naar den sleutel tast*
Zal hij 't' straks ook leeren.
Dat bij wijs begeeren
Sleutels noodig zijn?
Jo C. W
ne xtékiék van de oude vesting Coburg.
ONDERHOUD VAN
NAAIMACHINES
minste ge-
Ook de naaimachine heeft zorg ei
behandeling noodig, als men er tei
ruimen t(Jd plezier van wil hebbe:
doelt nog niet zoo zeer op een regelmatig on
derzoek door een reparateur, als wel op de
-ging door degene, die de ma
chine gebruikt.
tilden moet de machine gesmeerd
worden, gewoonlijk ia eens per maand voldoen
de. bil veelvuldig gebruik echter meermalen.
Men neme daarvoor een spuitje met naaimachi-
i-olle en volge de handleiding, die bö iedere
achlne wordt verstrekt "Vooral het schuitje
•eft met zorg toegevoerde olie noodig.
Nadat de machine gesmeerd is. moet men het
teveel aan olie, dat uit de verschillende gaatjes
druipt, zorgvuldig afwrijven en 'een oud lapje
paar malen doorstikken, om te voor
goed door vetvlekken be-
chadigd wordt.
Om de machine tegen
llgen, moot deze steeds
deliJk na gebruik plaats!
stof en vuil te bevet-
ifgedekt worden. Da-
- - die
die gestikt wórden, laten draadjes, plulsjs en
:hter en voor men. de machine gaat ge
il, "moet men aan de onderzijde al dat
vuil verwijderen en het schuifje met een bor
steltje Afschuieren. Men kan dan tevens de spel
irzamelen, die gewoonlijk in den bak on
der de machine te vindon zijn.
Bon
ichine, die
ilochten staat verkeert, kan men een behande-
ing met parafine geven. Daardoor zal de roest
>n de stroefheid verdwijnen en de machine met
minder krachtsinspanning toch weer zachter
werken. Met een schrijfmachine-borsteltje kan
de bijna onbereikbare plaatsen behande
len. doch vóór dat men de machine weer in ge-
"t neemt, moet men de parafine goed af
wrijven en haar weer met olie bespuiten.
KEUKENWERK
Over het algemeen wordt, vooral door de
ouderwetsch-degelUke huisvrouwen, aangeno
men, dat keukenwerk staande verricht moot
worden en anders niet goed kan zijn. Het „zit-
tonde werken", behalve dan, wanneer het poet
sen en aardappelschillen betreft, wordt al heel
licht aangemerkt als een teeken van luiheid.
Men vergeet daarbij echter dat lang achter
een staan niet alleen vermoeiend, maar ook al
lesbehalve gezond is voor een vrouw. Dit geldt
niet zoo zeer van het heen en weer dribbelen
en in beweging blijven al is dat ook lang
niet zoo gezond als echte wandelingen maar
het aanhoudend blijven staan, terwijl alleen han
den en armen in beweging zijn, Is een ongezon
de houding, die we zooveel mogelijk moeten
vermijden.
Er zijn een massa werkjes, die meestal staan
de verricht worden en toch heel goed slagen,
wanneer men er bij gaat zitten Groenten schoon
maken b.v. doet men meestal staande aan den
gootsteen, zelfs bij 't aardappelschillen blijven
vele vrouwen staan, wat toch zeker overbodig
Is. Maar ook eieren kloppen en beslag maken,
kan men heel goed zittende verrichten, zelfs
afwasschen en strijken, als men maar een eehigs
zins hoogen stoel heeft. In het begin ljjkt hot
ons al heel vreemd om te gaan zitten bU het
strijken; 't is of je niet half zoo vlug en handig
opschieten kunt. maar och. het went zoo gauw.
In Frankrijk is het reeds lang gewoonte en ver
baast men zich over onze energie-verspillende
manier van werken, die veel meer laat staan
dan noodig is. Maar een hoogen stoel is dan ook
wel in de keuken noodig.
HUISHOUDING EN KEUKEN
Een heel eenvor
zond o draai k geregi
een fleschje yoghus
do pan gesloi
i kook brengen,
lengsel goed uit.
volger
Men lu-oft hiorvo'
door in de pan
vla uit. Men laat
paar uren langer
APPELTAART.
r noodig: 10 gn
•elen, sulk
3 vanille.
Lakte
Met mijn bloemen naar huis
Als ik met het schemerdonk'ren,
Bij het eerste sterrenflonk'ren
In het wonderteere blauw;
Met ïn'n kleeren nat van dauw -
Die er langs de stille wegen
Uit de slooten was gestegen;
Naar m'n eigen dorpje keer,
Zie 'k als eiken avond weer,
Hoe de oude huisjes slapen
En de deuren opengapen.
'k Hoor de menschen aan de straten.
Zachtjes met elkander praten,
Buid'üjlk klinkt hun stemgerucht
In de avondstille lucht
En zij kijken lachend traag,
Naar de bloemen die ik draag,
't Zijn gewone pèrdeblomme x)
Waorveur ie naor booite gaot, -).
Wijl z'n tooi.n vol blomane etaot.
RIES MULDER
x). pèrdeblomme: paardebloemen.
2). kikkerblomme: schermbloemen.
2 eieren, 50 gr. suiker, geraspte crtroensohll,
Bereiding: De melk laten koken, hierin het
brood brokkelen en hot tot een pap roeren. De
ze afmaken met citroenschil, suiker, eier-
stijfgeklopt eiwit. Dot op het laatst
'fA koekepan Uchc
Wat boter in
Het deksel omkeeren en de omelette
anderen kont bruin bakken. Ze op ee
laten glijden en dik mat no&dprsn
strooien, Ze vóór het
dekse
KOFFIEPUDDING.
i E. kookroom. 100 gr. (1 onsl
1 U -
suiker, 1 k 2 d.L. sterk koffie-(
(2 lood) gelatine.
tine bij (die in
■ngscl geleiachtig wordt "c
PRACTISCHE WENKEN
Olie- en wagensmeervlekken
kan men wegmaken, door ze goed nat te ma
ken met terpentijn. Wat ook kan; een blad
vloeipapier onder en een boven de vlek leggen
Vruchtenclekke i
Donker tafzijden lint
ten in houtzeep. Spoelt men niet
strijkt men het lint dadelijk nat
het weer inooi sttlf. Ook kan
schimmel in kastei
n een mengsel van ge
en stijfsel poeder. Voet
maak het vochtig me
id dit papje uit ove
een beetje citroensap, Spr
de beschimmelde plekken
de open lucht indringen. Schrob naderhand do
kast met een flink zeepsop en wrtff haar daar
na goed droog. Fijngemalen houtskool op een
schoteltje of in een fleschje in de kast geplaatst
trekt alle vocht tot zich c-n zal zoodoende ma
ken. dat de kast droog en vrü van schimmel
bill ft. Als men de schimmel uit een stc-f moet
of al te bewerkelijk, hoeft n
BROODOMELETTE.
150 Gr. oud brood zonder koa-st, li d.L. melk, 1
i in zijn geheel
MOD E-VAKSCHOLEN
VOOR DAMES EN JONGE MEISJES
te ROTTERDAM, UTRECHT en 's-GRAVENHAOE
aangesloten bij do in 1911 Koninklijk Goedge
keurde Vcreoniging van Modevakscholen in Nederland
OPLEIDINGSSCHOLEN VOOR EXAMEN
Lossen voer eigen gebruik in het geheel zelfstandig loeren vervaardigen van
alle voorkomende kleeding, handwerken, enz. Ochtend-, Middag- en Avond-,
Cursus-, Club- en Privaatlessen. Jonge meisjes die de school verlaten,
kunnen zich nu reeds aanmelden voor de lessen tegen September a -
Scholen:
te ROTTERDAM: Directrice Mevr. S. A. v. AMIJDE—PORS, Schietbaaa-
laan 09, Spreekuren Donderdags van 2i en van 7
Annastraat 5 (bij Av. Concordia). Spreekuren Dinsdags
van 7—S; Bcyerlandschelaan <0. Spreekuren Dinsdags
van 45 en Vrijdags van Cv—7 uur.
Correspondentieadres: Schietbaanlaan 114, teL 33749.
te UTRECHT: v Directrice Mej. J. W. LAGENDIJK. Nieuwe Gracht 74
Spreekuren Dinsdags en Donderdags van S7 uur
te S-GRAVENHAGE: Directrice .Mej. L. LUGTIGHEID, Acaciastraat 49
Spreekuren Dinsdags en Donderdags v. 10-12 en v. 4-6 u.
PROSPECTI OP AANVRAGE AAN DE DESBETREFFENDE ADRESSEN