TWEE ENTHOUSIASTEN
MAANDAG 11 MEI 1931
VIERDE BLAD PAG.
DE BRABANTSCHE SCHOEN- 3RIEVEN UIT DE HOOFDSTAD
EN LEDERINDUSTRIE
Het
EEN TWEEDAAGSCHE VELDTOCHT
KA REGEN KOMT ZONNESCHIJN
uuiraw uw schoenen,
dik nu dinaag, op pensioengerechtigde
ïeeftijid gekomen ziullllen zijn (iniLet al te spoe
dig (njaaii' ilk hoop, omdlat de pasvorm uit-
etekend is) dan zall fik liet hammonóeuse lied
aanheffen Oudie schoen. oude schoen; weet
je nog van toen
tien: ja toen, ja toen!
Dat woomdeke töou, --
voniiwn moduieuse Luxe-schoentjes dragende
averee correspondeert op Maandag en Dins
dag 4 en 5 M'eó, toen een kleine veertig jour
nalisten die vertroetelde gasten waireri van
die Brabaoitechie sdhoenJaibrilkanten en een
beetje ook van de Ledierfaibriefcen of, nader
aangedluiiid vaai de C.W.S. (zie bet stempel
op de zool), de Commie tot Werkverrui
ming in de Sdhioeniiinidlufltrae.
De eigenlijke oorzaak van deze tweedaag-
sche veHditodht door de bimnenilemdlen van
Brabant is eendigszins tragisch. De eoboc n-
riradiustirie' lii'drt omdiea- de mallaiise on zeer be-
paaiidiellijk ook tengevolge van onize hamidleCs*
posLibiek: buótenfliainidsch schoenwerk mag
Mar wij taemxrd won-den, maar Nedrar-
jaadech fabrikaat wordt «var die grenzen
hooge tairiofai-uren tegangatoaden.
■t oude lied, nietwaar?
au het ie iM meen- dan een staaltje ram
majtBouaflie pliiiCht om op deze maatregelen
-van het battrafantl te meageeien met de
Hanze: moet Nfliarfatidscll tobrifaat m >.e-
dtenlaind Mij-venhet ie wel; maar datn
draagt ook niHmainii in Nedeitain-d een tai-
tenlajillecha sdhoen.
E-eotij-k ie eerlijk. Wamt met welk recht
-weent het buitenland onze schoenen en
we nacht het W-el zijn sotoenen op 01170
mankt te Kooien? Ieder Nederlamider dient
daarop te ontwoorden; dlie schoenen pas
een mij oietl ItoaaK ze zeil; ik prefereer
WSW^e^^Bdat ïhU^Nadleoilaindom van
de wiet! tot het. eraf Nedeiitamitedhe schoenen
Bleten, tien, twaalf milllllioen paar per jaar;
wat een veramidorimt zou dat an -e ech-oen-
imdlUBtia® geven. Waarlijk, dam kwam deze
glansrijk dooi- de malaise en de oriKB heen.
Immens, hoewel nog all te veel Nederlon-
iders, bij wtlze vort spraken, op—mov
er. een slof door de war—
deze categorie staat een
de vrouwen geweldig lm de
eijin, die menig paar schoenen pea-
dien al niet verslijten, dam toch c
^DoCIi, gelijk aflik*. hieeft odk de sChcen -jen
sohaiduw-züide: vam het .hoofd tot de voeten
is vooral bet vrouwelijk vdltode-ol aam de
mode omdeihevig en de schoen lijdt er met
W-eet gij nog hoe voor weinig jaren aill-e
nen zidh onvwMddeliiik uit de
an ma-ken. om-dat het lichte
entje modekleur was? De klein»
ie wouwen-voet zou een likdoorn
mi erge mie, afe'flwt voetje niet ge
patst werd in een M-klleutiKe schoen.
Doch tha-ns kwamen We im schoentabrte-
scn, -waar hieeié WmxHIb moht en soepel
tedge-acfhtig -leer opges-taipeM lagen mot- de
aismuou-ijjuiigiiiiighuiten 'dienst. Wamt
denkt ar aian om thams zoo'n lichte st
slist, dat bet geen mode is en daar liggen
de hjeQMeuiHiige schoenen in de hoek.
Zoo toornden cmiz-e dames dus, dat ze niet
de Obih-eazen van Europa zijm, wat aan de
-haartooi steeds miiin-der te zien Is. Doch ook
ide edhle Chineesjes veraissen zich niet in
zijm mooie geoterraïlltetje» im Ghina te Slij
ten en te doen verslijten fereag een telegram
.die noodle. Waint een tetorikamt, die hoopte
jmet de m-ediadeclltag: Hem» kfcu-ren worden
hier niet gekocht
Hiermee is du meteen een
nschelijke
fcuindie en vaardigheid kunnen mengen© ge
mist wordiein en van massaproductie ie fei
telijk mea-gen© sprake.
Onze Nedieuilauicleah* fabrieken werken
idiue au -die meeste geveiMen tamelijk diuur en
ook diit verzwaart die concuunenti'estrij.cL
I-Iet is dlaan-om die matuuriijikste zaak vein
die wereld, dat de schoemiirucLustrie die pens te
hulp rieip om aam bet oor vam bet Nedier-
iLamidlsehe volk te eohireeonv-en: draagt Ne «a-
ilairndsohe schoenen: uw beur©, uw humeur
en uw voet zuiden er wed bij varen.
Zóedaar dus, nia een ietwat laoge imóen-
diiing het doel der tweedoogsohe excursie im
Brabant.
Maandagmorgen om 10 uur werden wij in
Hotel Suisse te Tfillbumg ontvangen. Na de
eerste of hemmieuwcte begroeting ging het
om particuliere auto'©, daartoe welwillend
ter beschikking gesteld aól-ereeret naar de
Schoen- en Ledierfabitieken vain die N.V. J.
van A ren donk. Een dier zes broeders
ontving ons met Brabaintsche joviailiteót en
boandógheM, en daanna doorliepen en door
draafden we deze g-roote ioniohtiinig.
•as hot reeds over twaalf en
in lunch in Hotel Ridhe, aangeboden
door de Kamer van Koophandel voor Til
burg a a te wachten. We hebben deze lunch
eillle eer bewezen, waartoe een gezonde eet
lust dn etaat stelt en andden de maag
gerechten zeker
Aan tafefl
den heer J o
Kamer jiiit wiene
op de moeilijkheden, welke
moeten wonden.
Men etölt het wel eens voor, aldus epr.
alsof de Nededlanrlsche SchoendnduetrH
aichtejilijk is in haar productiemethoden
en dat zij daardoor gevaar loopt, te wonder
overvl-euEbld door het budtenlandeche cou-
De wenkeliikhieód is echter geheel anders.
Wat betreft iinni.chtdng en productie
methoden kunnen Nederlandsche schoen
fabrieken de vergelijking met soortgelijk
dnrdchtiimgen in het budtenlland glansidjl
doorstaan. De oveigroote meeoieihedid de
Nederlandedbe echoenfaibrikanten fabriceer
kwailatedtsweaik, waarbij die ui-teirete zorg aan
kwa* tedit, pasvorm en afwenking wordt bi
steed, terwijl de prijs van dit schoeisel, d
kwaldtedt in aanmerking nemende menger
ter wereld Jager is dan juist in Nederland.
Het Nederflandsche verbrliiilk van schoeisel
wordt dan ook blijkens de laatst beschik
bare etatj&tiiBche gegevens voor ca. 63
door de binnenlandsche productie gedekt
De gnoote vlucht welke de sdhoendnudiustri.f
hier te lande heeft genomen dwingt echten-
tot het nótvoerei
'ductie. En ddt nu wordt haar door de steeds
tarief murei
flieea
ijker gemaakt De
niet over buaten-
maar wel beklaagt
zij ziidh over deongeddjike wa-pepe:
NUCHTERHEID
is zoo eiken dag in de graote stad wat
te vechten. We denken hierbp volstrekt niet
de volksbuurten, waar groot en klein wel
een partijtje bakkeleit en de heele buurt
tot getuige roept voor hun meeningsver-
Noen, wij denken aan allerlei politieke en
economische, historische en aesthetische ver-
scnillen, die de burgerij verdeelen, die tot
Mtidjd voeren, zij het dan dikwijls slechts in
de ingezonden stukken rubriek der dagbladen,
maar dan toch dikwijls een strijd die met
groote hartstocht wordt gevoerd en die ein
digt zonder dat er bitterheden zijn gezegd
i wonden geslagen.
En als de gpmoederen weer kalm zijn ge
worden en het stof wat is gaan liggen, als
wij iets meer uit de verte de dingen bezien
kruinen, dan treffen ons twee zaken, in de
eerste plaats hoe betrekkelijk klein de
kwestie in het geding feitelijk was en in de
tweede plaats hoe het leven zich aan ons
gekibbel niets heeft gestoord, maar uitbrak
en voortging.
Daar zijn ook in de afgeloopen week weer
zoc van die echt typische verschilpunten
naar voron gekomen, die ook soms het poli
tieke leven rimpelen en die toch in den grond
der zaak zoo weinig beteekenen.
Wij willen de gevel van de voormalige St.
Pietershal sparen. Bijzonder mooi is deze
gevel niet. maar onze vaderen hebben hun
werk goed gedaan en dit gebouw heeft zijn
historische beteekenis gehad.
Best, wjj sloopen dus het heele gebouw,
maar sparen den enkelen gevel en plakken
daar otns nieuwe giro-kantoor achter uit
eerbied voor de vaderen prutsen wij ons werk
bij het hunne, en als wij daarvoor misschien
een f 20.000 extra beschikbaar stelden, blijkt
ten slotte dat 't nog niet in orde is en willen
wij nu tenminste niet heelemaal met den
gevel op den kop thuis komen, nog eens 'n
f 15.000 hebben te fourneeren.
Ik stel mij zoo voor dat dje oude breede
Amsterdammer regenten, die ons van die
schilderstukken ^foo rustig aankijken, dit
soort van voorouder-cultus niet zonder be
denking zouden prijzen, als zij het eens
zagen. Ze waren naar ons oordeel voor deze
dingen toch te nuchter en te weinig senti
menteel.
Een soortgelijk geval doet zich voor met
de Vijzelgracht. In het stadsbeeld heeft dit
dwarsgrachtje geen enkele beteekenis. De
breede Vijzelstraat, verbreed ten koste van
millioenen, loopt op de verengde Vijzelgracht
vast. En nu mag de gracht die onze vaderen
gegraven hebben, niet gedempt, al eischt
het leven dat dit thans gebeurt.
Veel liever zou men er nieuwe millioenen
aan wagen en de rooilijn aan de andere zijde
achtei.*uit brengen. Dan wordt het een straat
met een knik, dan is alle symmetrie zoek,
dan houdt men het verkeersobstakel, maar
sommigen voelen hiervoor niets.
lntusschen, deze zelfde menschen rossen
in hunne auto's, ze willen met de tram
gebracht worden tot in hunne bureaux, ze
verknoeien onze oude deftige grachten met
hun kantoorgebouwen. De vaderen zoflden
zjtbr-cift'ii ideale automobiel
'rnenlaindisclhie mamkt dóe reeds overvoerd
Nu zijn er twee mogelij kih-eden. Men kam
die prodiuctiie finikirimiDen of men kam trach
ten dioor nio« vera-ea- ctooiigevoeaxte ra.bioinaili"
eeeruTig den kostprijs te verdagen en daar-
eloor het verbruiuk ©timujeeren.
In bed-die gevalilen komen weea- een aantal
m-eneoben zonder wem
Betea- lijkt het mij, aldus epr., de arbeiders
zoo lang mogelijk aam het wenk te houden
en te tradhten de afzetmogelijkheid op de
bininiernóanidsohe markt uit be br-ektem on d-e
Commissie voor W-erkvemraiimiiimg in de
Sohoeniinidiuötide ©telt zich dat deel voor
Moge de per© daaraan meewerken!"
Tot zoover die ©preken- en een kmadhtig
applaus der etende journailieten beweee, dat
zij daartoe móet ongenegen zijm
In een ivdgend artikel hopen wij dót reis
verhaal te vervolgen, terwijl we daanna iet©
over de bezochte fabrieken zullen zeggen;
al zal het miseohden minder zijn dam de
uitgebreide voorlichting zou doen ver-
waahten.
omider H-et weer, dat Maandag somber, nat en
Nedier- budlig was, klaarde Dinsdag geheel op. Moge
de Schoenindustrie ook ervaren: na regen
bón- komit aohneschijm
toch om dit graven bouwen lachen en het
nageslacht, in hunne nuchterheid, verloo- I
chenen.
Deze stryd evemeneert thans in de i
Paleis-Raadhuiskwestie. Wie de dingen nuch-
ter beziet, die moet toestemmen dat het
gebouw op den Dam voor Raadhuis niet meer
geschikt is en niet geschikt is te maken.
Natuurlijk blijft daarmee de bewondering
voor den durf en voor het kunnen van vorige
geslachten volkomen intact. Maar wij durven
het uit te spreken, dat wij andere behoeften
hebben en dat onze tjjd ook in staat is iets
te maken dat getuigt van het leven en de
kracht, van de impulsen en idealen die nu
het volk ombruischen.
Maar er zyn er, die sentimenteel tegen het
nuchtere, klare verstand in redeneeren en het
oude stadhuis, hoewel onbruikbaar, begeeren
als Raadhuis. In hoeverre daaruit geestesver
wantschap spreekt met de oude regenten
heerschappij, is niet na te gaan. In hoeverre
wjj daarin moeten zien de revolutionairen aan
leg van onze Amsterdammers, die de macht
hebbers willen verdrijven, zal wei' onopgehel
derd bljjven, wijl dit alles niet in het publiek
komt en vermoedelijk veel meer nog in het
onbewuste leeft dan zich duidelijk manifes
teert in het geschreven of gesproken woord.
Maar van der vaderen nuchterheid en
trotsehheid spreekt het niet. Zij zouden dit
nageslacht niet erkennen. Want hier spreekt
in elk geval de vrees, dat wjj niet halen de
maat der vaderen. Dat wij niet iets kunnen
leveren, dat de eeuwen zal verduren en ge
slachten zal boeien. Onze vaderen hebben in
een veel bewogener tijd daarvoor geen vrees
gekend en zij hebben het gekimd.
Daarover krakeelen wjj nu, met groote
woorden en dikke adjectieven en beschuldi
gen elkander van gebrek aan idealisme en
h-storischen zin.
En onderwjjl, want het leven gaat door en
't is an gstig-nuchter, bouwen wij de Centrale
Noord II, die deze week in bedrijf is gesteld
een machtig gebouwencomplex, getuigende
van ons leven en de beteekenis van het werk
onzer ingenieurs.
AREND VAN AMSTEL.
Gemengd Nieuws.
ERNSTIG AUTO-ONGELUK
TE WAGENINGEN
VIJF GEWONDEN; EEN DOODE
Te Wageningen is Zondagmiddag te onge
veer half zes een ernstig auto-ongeluk
gebeurd. Een luxe-auto, een Renault vai
Garage „De Meteoor" te Amsterdam, chauf
feur Tv. Steltman, geraakte by het uitwijken
voor een hond tusschen de rails van 'de elec-
trische tram en reed vervolgens in volle
vaart togen een boom langs den weg. De
auto werd totaal vernield.
De inzittenden waren, behalve de chauf
feur, een zekere Martini, wonende Gelder-
schekade te Amsterdam, en zijn 30-jarige
echtgenoote E. A. Martini-Hubert, P. Nys-
ten, uit dc Haarlemmerstraat te Amsterdam,
met zijn echtgenoote, en W. J. Sluyter uit
de Javastraat te Amsterdam.
Dairdat mdvrouw Martini naast den
chauffeur zat, geraakte zjj, toen de auto
naar links uitwijkende tegen den boom op
botste, tusschen auto en boom bekneld,
waardoor zjj zoo ernstig aan huofd en boven
lichaam werd gewond, dat zij een uur later
in „Ziekenzorg" overleed. Martini en
echtpaar Nijsten werden ernstig gewond.
Sluyter minder ernstig. Allen zy'n in „Zie
kenzorg" opgenomen; ook de chauffeur. Hun
toestand is redelijk wel. De politie heeft het
lijk en den auto in beslag genomen.
Te Liocssens (Fr.) is een zoontje van
Visser door een auto aangereden en aan dc
gevolgen van zijn wonden overleden.
AUTO IN EEN KUIL GEREDEN.
Te Amsterdam had 's nachts op de krui
sing Rozengracht-Marnixstraat een ernstig
ongeluk plaats. Door de Gemeente-Waterlei
dingen worden daar herstellingswerken uit
gevoerd. Een taxi is in die opgravingen
terecht gekomen. In den wagen zaten
heer en een dame, die beiden verwondingen
opliepen door de glasscherven. Die van
heer waren van dien aard, dat hjj in het
gasthuis moest worden opgenomen. De
chauffeur kwam er goed af. De wagen werd
later door de brandweer op den beganen
weg gebracht.
HOOG WATER.
Men meldt ons uit Vleuten: Door den
genval van Donderdag j.l. is het slootwater
alhier zoo gestegen, dat op 5 cM. na
hoogste peil van dezen winter is bereikt. Op
verschillende plaatsen is het vee uit de weide
gehaald. Verschillende groentetuinen staan
onder water, waarvan de tuinders veel last
ondervinden. Het water is nog steeds stij
Bij Nijmegen is de Waal zoodanig gestegen,
dat het vee uit de weide van de uiterwaarden
moest worden gehaald.
erna a IX^rA^nclaaq1
Elch wat Wils.!!1
VEEL WIJZER WERD HIJ NIET
Uit 't leven van twee bekende Fransche
staatslieden, waarvan een voor eenigen tijd
erleed, wordt een aardige annecdote ver
teld.
Eeri Parijsch journalist van den eersten
rang, dien het sinds lang verdroot, dat
Briand en Clemenceau weinig met elkaar
ophebben, heeft het aangedurft om beide
mannen eens te ondervragen naar de oorzaak
de vijandschap. Immers, de journalist
ervan overtuigd, dat het geheele Fran
sche volk diep bedroefd was door deze tegen
stelling tussche,n de twee groote Fransch©
staatslieden, die te zamen door vriendschap
vereenigd, zoo onbereikbaar veel tot stand
zouden hebben kunnen brengen.
Het eerst ging hij naar Briand, den mi
nister van buitenlandsche zaken.
„Ik ben geen tegenstander van Clemen-
ceau", verklaarde deze met alle beminne
lijkheid, welke hem eigen is. „Voor alles
waardeer ik in hem den geleerde: denk eens
aan zijn wierk over Demosthenes; wat heeft
hij dien ouden Griek prachtig in zijn hemd
gezet! Neen, een tegenstander van Clemen-
ceau ben ik niet"
„Maar hij haat u!"
„Meent u dat werkelijk?"
„Wel, dat is immers een publiek geheim.
Het is helaas è.1 te bekend, dat hij, excu
seer mij, dat ik het zóó botweg zeg meer
een hekel aan u heeft dan aan iemand
anders. En waarflm, dét vraag ik u?
Waarom?"
„Clemenceau heeft geen hekel aan mij",
verzekerde Briand onverstoorbaar „Althans
hij heeft niet meer hekel aan mij, dan
aan alle andere menschen. Weet u dan niet,
mijnheer, dat Clemenceau niemand anders
dan zichzelf waardeert?"
En dan, na eenige oogenblikken peinzens,
zei hij:
„Denk eens aan den armen Demosthenes!
Is die er zooveel beter afgekomen? En toch
heeft diè hem waarlijk niets gedaan!"
De journalist nam een taxi en was eenige
oogenbliken later bij den „Tijger". Deze was
zoo juist van een lange reis teruggekeerd
en een uur lang deed hij niets anders dan
over de daarbij opgedane erviaringen spre
ken. Dit is immers de beste methode om
lastige vragen te ontwijken En daarna als
het onderwerp is uitgeput, sprak hij over
literatuur, geamuseerd, vlot en zonder on
derbreking. Dan, tijdens een korte pauze,
profiteerde de ondervrager van de gelegen-
„En waarom, mijnheer Clemenceau, denkt
u toch zoo onvriendelijk ovea- Briand?"
„Ik onvriendelijk denken over Briand?"
vroeg de oude vos vol verbazing. Doch dan
na eenige oogenblikken bezinnens, gaf hij
toe: 't Is waar, erg hoog sla ik hem niet
aan. Doch wellicht —rechtvaardigheid wil ik
hem doen geschieden wellicht is de oor
zaak hiervan te zoeken in het verschil in
leeftijd. Briand is een kind van zijn tijd en
ik ik ben een staatsman van den ouden
stempel."
De journalist, die de sluier wilde oplich
ten van het geheim der vijandschap tusschen
de beide groote staatslieden en daarmee den
weg voor de toenadering wilde effenen een
weldaad, bewezen aan de mensohheidl ver
heugde zich uitermate.
„Interessant", riep hij uit, „buitengewoon
interessant En wat is dan eigenlijk, naar
uw meening, het verschil tusschen een mo
dem staatsman en
„Mijnheer, wij spraken over literatuur",
merkte de Tijger droogjes op. „Laten wij
ons daartoe bepalen. Ik kan u wel zeggen,
dal ik niet van moderne dichters houd. De
klassieken daarentegen hebben mijn groote
bewondering."
„In hoeverre verschillen de modernen dtan,
naar uw overtuiging van de klassieken?"
„Dat wil ik u graag uitleggen. De klas
sieke Fransche dichter overlegde eerst bij
zichzelven; dan schreef hij op. Doch de dich
ters van dezen tijd schrijven maar neer en
onderwijl denken zij."
„Ah! dus Briand
„Maar wat wilt u toch met Briand?" Wij
spraken immers over literatuur, niet waar?"
TWEE HUIZEN IN DE ASCH GELEGD.
Te Apeldoorn brak Zondagmiddag te onge
veer vier uur een uitslaande brand uit in de
bovenwoning van perceel 49 II aan de Rosa
riumstraat, bewoond door de familie Hinzen,
die spoedig oversloeg naar de aangrenzende
perceelen 47 en 49, resp. bewoond door de
gezinnen Nijenhuis en Bosch.
In de woning van Hinzen is de brand ver
moedelijk door een defect in de rookafvoer
buis ontstaan.
De inboedels der bewoners konden gedeel
telijk worden gered. Die van Hinzen en
Bosch waren verzekerd.
NOODLANDING.
Men meldt ons uit Lexmond: Een vliegtuig
van de Nationale Luchtvaartschool moest
Zaterdagavond te half zes wegens benzine
gebrek een noodlanding maken. Na een half
uur oponthoud vertrok het toestel naar
Rotterdam.
Radio Nieuws.
Dingdag 12 Mei.
HUIZEN (1876 M.) KRO. 8—9.15 Morgencon
cert 10—11.30 Gramofoon. 11.30—12 Halfuurtje,
12 Tijdsein. 12.0112.15 Politieberichten. 12.15—
1.45 Lunchconcert 1.45—2 Muziek. 2S Vrou
wenuurtje. 3—3.30 Gramofoon. 3.304 Verzor
ging van den zender. 44.30 Gramofoon. 4.30—
6 Dinermuzlek. O v d B. 6—6.30 Spreker: P,
Veldatra. Onderwerp: Het Binnenaanvarlngs-
reglement. KRO. 6.30—7 Cursua ln Schriftver-
beteren. 77.30 Spreker. 7.30—7,45 rolitifebcr.
Morgenwöding. 10.3011 Gramofoon. 11IX
Solistenconcert. 12 Tpd^eln. 12.013 AVRO-
kwartet. 22,30 Lezing. 2.303 Verzorging vaa
den zender. 8i Knipcursus. 4.301.46 Gra
mofoon. 5.45—6.15 Radlo-Klnderkoorzang. 5.30
7 Omroep-Orke«t 77.80 Engelsche les voor
7.80—8 Radio-Volks-Universiteit S
10.3010.40 Nieuwsberichten 10.4013
NIEUWE AVONTUREN VAN MIJNHEER PIMPELMANS
De auto huppelt als een bok,
En stuift weer verder. Door den schok
Heeft de coiffeur een duik genomen
En is in 't front te land gekomen;
Hij schopt, terwijl hij daar zoo ligt.
Precies den boer in zijn gezicht
Kijk, daar zit opoe met haar schat;
Ze neemt een lekker zonnebad.
Haar armen om het lieve wicht,
Doet zij haar ouwe oogjes dicht,
Maar wordt zoodoende niets gewaar
Van H haar bedreigende gevaar...,
(Wordt Woensdag vervolgd.))
FEUILLETON
Naar het Engelsch van
EVELYN EVERETT—GREEN
Door J. VAN ZUYLEN
Ze bemerkte ook, dat alle© een nieuwe
ll'Bdhheid voor haan- bad gekregen. Ze
.voelldie zdch al© bet ware een amclere vrouw
dan de goe'digeeifeobe, piretzoekende Beatrice
van eenóge weken geleden. Het wa© voor
baair gevoel móet meer noodzakelijk dat ze
met giften en gaven beladien, rondging, ze
Bóhrok niet meer onwillekeurig terug vain
Iben diie am ©mart of lilden verkeerden. Ze
«wa© eender genedgd zulke men©chen op te
Boeken en bun te laten praten ovea- hun
moeilijkheden zonder te trachten ze weg
te lachen of eir een zalfje op te leggen dooir
geld te geven, en naar ze te luisteren met
weikielijke eymipath'e en begrijpen, wat
meer verkwikte dan iet© anders: ze kon
tenslotte enkele woorden vain ernstige ver
troosting ©preken en een zonneschijn nala
ten. zooals de schittering van goud of zól-
yer noodt kan geven.
Beatrice zelf wa© de weg die© Jijden© ge
gaan, en wa© gezuiverd en gesterkt uat de
©meltkuoes van het lijden gekomen. Pijn en
emart waren niet langer een mysterie voor
baar. Zii wdst nu dat die ten goede kunnen
rijn als ze maar op de juiste witae worden
aangewend: en met dezelfde eerlijkheid
do ilbeiwuethrid, waarmede zij er zich vroe
ger toe gezet bad van bet leven te genieten
od de wijze die baar bet beet voorkwam,
trachtte zij nu de voorbeeldige levenswijze
dat ze voor zichzelf had uitgestippeld, te
vougen.
Ze had nog één waardevolle le© geleerd
dat rijkdom niet de onoverwinnelijke
kracht ie. dóe ze gedacht had dat of
schoon het voor vele dóneen van waande as,
iriikdom geen doel im zóch zelf is. en van
nut i© ter bevordering van waar ge
luk. tenzij het op verstandige wijze wordt
gebruikt al© een pand dé© hemel©, móet als
een ©tuk speelgoed, dat men kan gebruiken
of misbruiken zooals men wóL
Ze had gedeerd rijkdom op de juiste waar
ide te schatten: ze wiet wel dat ze bedroef
den of beangsten niet kon troosten met een
vrijgevige mildheid. Het kon zijn dat men
gelid moodóg had. maar het kon ook van
niet-, het was iet© bijkomends, nóet iet© nood
zakelijks. Ze had iet© beter© om aan de be
droefden aan te bieden in het uur van hun
nood een belofte van hulp en trouwe
Vaderliefde, dóe ze in haar eigen donkere
oogenblikken had genoten en die bestand
bevonden wa© tegen de zwaarste proef
de boon en de zekerheid der opstanding, die
haar geschonken wa© door die verlossende
Hóefde van den gekruisigden Heiland de
belofte -van dóe versterkende en bewarende
kraoht van den ""rooster van alle ernstige
Christenen.
Ze kom dót zeggen ale iemand, dde de
waadhedd ervan had ondervonden; en het
zeggen ervan deed haar goed en braoht
nieuwe sterkte en blijdschap en geloof ón
haar eigen leven. Als er al iet6 van de oude
eohittarimg van haar gezicht verdwenr
I w<ae, dan wa© er toch een nieuwe zachtheóu
voor fin de plaat© gekomen. De oppervlak
kige beschouwer merkte niets van veran
dering; ze maakte op hen de indruk van
dezelfde gelukkige, welvarende, vriendelij
ke dame dde ze altijd geweest was; maar
.•ede anderen zagen een nieuwe charme, en
,-envondenden zich. wat daarvan de oorzaak
mocht, zijn, terwijl de weinigen die op de
hoogte waren, er zich over verheugden en
gevoelden dat de kalmte en blijdschap, dóe
haar thans kenmerkten, veel beter waren,
dan de oude luidruchtige vroolijkheód, die
nog ndet de proef van de eerste ernstige
moeilijkheid in het leven had doorstaan.
Toch moet men ndet denken dat Beatrice©
goede werken op eenige marnier nadeel on"
dervonden van baar veranderde denkbeel
den. Er i© in deze wertód altijd behoefte
aan weldadigheid; de armen heeft men al
tijd bij zich.
Kerstmis kwam naderbij. De malaise en
de armoede in de lamdbouvvdlietrieten werd
ernstig en men had belangölooze, ernstig
willende menschen noodiig om die nooiJuij-
dende gezinnen vam de werklooze arbeider©
in bet gure jaamgelijde bij te staan.
Beatrice en baar medewerkster Lucy had
den dus baar hamden vol om kerstgeschen
ken te maken voor menschen, dde dat niet
zelf konden doen; en Beatrice bemerkte-, dat
zo pa© ten volle de heteokend© van het „vre
de op aarde, in de menschen een welbeha
gen" begreep, toen ze uit de volheid van
haar hart Gode de eer kon geven.
HOOFDSTUK XIX
Weer Kerstmis
„Beatrice, wat i© dat aardig van je! Ra
phael zei, dat je het te diruk had om te ko
men, en fik was en- zelf ook niet zeker van,
ofschoon ik meer vertrouwen in je had, dan
hij. Nu we je eenmaal hier. hebben, zullen
we je ndet laten ontsnappen. Je gaat niet
naar Hógihferraa© terug vóór de Kerstdagen
voorbij zijn".
„Ik heb ook geen speciaal verlangen om
m'n Keastdagen in eenzaamheid door te
brengen; en ik kon bet ook niet over m n
bart verkrijgen om Lucy bij baar eigen hui©
genooten vandaan te houden; ofschoon ze
later weer bij me terugkomt. Ik heb van
daag m'n werk zoo vlug al© ik moar kon
afgemaakt, zoodat ik bier zoo mogelijk voor
het donker kon zijin. Erica, m'n kind, je
weet niet, boe blij ik ben je weer te zien."
Nogmaals omhelsden de bedde vriendin*
nen elkaar hartelijk. Ze waren in de kleine
woonkamer van Lowfaarare. Erica en haar
echtgenoot waren pa© da vorige avond iaat
thuis sakomen. en ze hadden geen ant
woord ontvangen op de dringende udtnoo-
duging dde ze direct aan Beatrice hadden
gezonden, om bij hun de Kerstdagen door te
brengen. Zelf had ze gedacht, dat ze zelf
hot beet het antwoord kon brengen en ze
was gekomen zoodna ze met het drukke da-
gel ij keche werk klaar was. Zo verlangde er
eng naar. om Erica weer to zien. en zag or
niiot meer tegen op om Raphael te ontmoe
ten. De oude pijn scheen nu allang over te doorstaan
zijn e.r wa6 sedort zooveel in haar leven rris slechts vastor
gebeurd. Bovendien va© haar tieluk niet ddt buitengewoon scherp,
verwoest, ze wa© misschien gelukkiger dan i onbepaald gevoel ervan, i
ze ooit tevoren geweest was en ze had ge
leerd do vreugde en do ©mart bedde al© een
gave uót de hand vam de hemolecho Vader
te aanvaarden. Er zou altijd wel een gevoed
vam v©rli.ee ovorblijven, misschien van een
zaamheid. Maar ze had tenminste zichzelf
overwonnen: ze kon Raphael zander vr.e©
ontmoeten. Ze wist nu dot ze haar woord
tegenover' hem bil het scheiden uitgespro
ken. zou kunnen houden.
„En waar i© Raphael?" -vroeg ze, terwijl
ze Erica's harnd nog vasthield en zij beidon
voor de haard stonden. „Hij is je toch nog
nóet moe?"
„Vraag hem zelf maar", antwoordde de
jonge vrouw Lachend. „Hij is net weg met
Louise. Ze was vastbesloten om hem mee te
nemen naar enkede oude menschen, dóe hem
gnoag wilden aien. Ik heb het vreeset ijk
druk gehad sedert ik thuis gekomen ben.
Ik heb je deder uur van de dog noodig ge
had. Beatrice. Ik ben niet gewend aan het
besturen varn een groot huis. Ik ben een
beetje bang van m'n eigen bedienden".
„Dan moet je maar op Highferraa© terug
komen. Daar is je oude plaatsje nog open.
Ik ben er een beetje jaloerseh van, dat je
•zoo maar ovea- Lowferrains ais je thuis praat
Het is gister pas je tehuis geworden".
Toen lachten ze weer: ze warren er riclh
allebei van bewust, dat deze schertsende od-
menkinigen voor beiden dóeper gevoelens
tnoesten verbergen. Hun vriendschap was
wel erg ©nel gegroeid, maar ze wa6 ook
recht, en ze had de zwaarst mogelijke proef
■doorstaan. Toen de beproeving eenmaal
had de storm hun verbinte-
akt. Beatrice roeide
n Erica had een
het schonk haar
nóeuwe teedemheid tegenover Beatrice, ofi
schoon ze het zichzelf niet wilde bekennen,
„Vertel me olie© over jezelf. Ik moet elke
ikleinógheod weten. Is het waar dat je zoo.
van streek wes, toen ik weg was, det je een
heele week rust hebt moeten nemen? Ik kon
het haast niet gelooven toen ik het hoorde
en toch was ad het werk dat je ad een
maand lang gedaan had. een voldoende vei*
klaring van het geval. Wat wa© het toch,
Beatrice?"
„Het was een zeer gelukkige en rustige
week. Je hebt me vaak verteld. Erica, dat ik
me nooit een oogenbldk gunde om na te
denken van het begin van het jaar tot aan
het einde. Dat i© heel juist; en ik heb er :>ok
nooit na-ar verlangd, omdat ik door naden
ken altijd tot enkele zeer onwelkome ge
dachten kwam. Ik heb gemerkt, det het zoo
niet kon bhjven doorgaan. Het was beter da
waarheid onder de oogen te zien en Je strijd
uit te vechten. Het was eerst een moeilijke
tijd, dat geef ik toe; ik had toen gewild, dut
je me hielp en me de weg wees. Maar als
we ernstig zijn komt alles in oivie, geloof
ak tenminste dat was met mij het geval,
AI© je merkt dat ik niet dezelfde onrustige
Beatrice ben van vroeger, dan moet je et?
imet over in zitten, dat ik me minder geluk
kig gevoel. Ik heb nu een ander ideaal wt
geluk, dat i© alles. Het leven i© iet© meer
dan één lange lach"
Erica's oogen begonnen te schitteren. Ze
lea Jaar hoofd tegen Beatrice's schouiw,
al© een zwijgend bewijs van begrijpen °n
meal even. Beatrice sloee haar arm om haar
heen en ze stonden dicht tegen elkaar Aan,
(Wordt
olgdX