ENCI-CEMENT
Kunst in de ceramiek
HERINGA WUTHRICH
Fa. JOHs. v. d. MEYDEN Wzn.
Hotel TERMINUS
BOUWBLAD Ma. 102, Par;. 2
MAANDAG 11 MEI 1931
N.V. HET ONDERLING CREDIET
Gevestigd te Rotterdam
HOOFDSTEEG 39 h. Toeri|stuin
Opgericht 1865
BOUWCREDIETEN
N'euwbouw Hotel Terminus, Den Haag
Architectuur: J. C. Speelman, Rijswijk (Z.-H.).
Uitvoering: N. V. Nederlandsche Aanneming Mij.
v/h. H. F. Boersnw, Den Haag.
MAASTRICHT
NEDERLANDSCH FABRIKAAT
nsiffiMiBiBiniuiQraiuauiniinQZD^iiiLiiinaiiiMniiininDinnfflffliinninnBiiuiiiiiiiiuiiiiiiiiDinuiiiiiiiMiniininiiiDiDiinffiisHiiiiiiiniinnuiiiiiPjiiii:
Vertegenwoordigers voor MIIVQ SL Pa AEL3RECHTSKADE 147b
IVIUTO ÜU. TELEFOON 30404-30233
ROTTERDAM en OMSTREKEN:
TELEFOON 57650 (2 lijnen)
De belangrijke uitbreiding van het Hotel
Terminus, Den Haag, in 1927 de geschie
denis van enkele jaren heeft het bewezen
bleek geenszins van dien aard' om aan de
vraag naar hotelruimte te kunnen voldoen.
Nu is het tweede gedeelte van het plan tot
stand gekomen en wanneer de voorteekenen
niet bedriegen, zal binnen afzienbaren tijd
ook het 3e en laatste gedeelte van dezen
bouw zijn beslag krijgen. Op de hierbij afge
drukte perspectief-teekening komt dit 3e ge
deelte reeds voor.
Wij hebben de jongste verbouwing eens in
oogensc-houw genomen en wanneer wij onze
indruk in één zin zouden moeten samenvat
ten, dan zouden we willen opmerken dat
hier een hotelruimte is verkregen van zoo
groote distinctie, dat een vergelijking met hvt
buitenland geenszins in het nadeel van de
Haagsche zaak uitvalt.
Is dit in de eerste plaats te danken aan de
voorname inrichting van het huis, niet min
der is het een gevolg van de wezenlijk def
tige en toch intiem-gezellige aankleeding, die
-volkomen passend is gemaakt aan de geest
van de vertrekken.
De artistieke muurbekleeding vormt met
de stijlvolle meubileering «en smaakvol ge
heel, waarbij de rustige verlichting het hare
doet om een indruk van voornaamheid en
gezelligheid te geven. Een rondwandeling
door het nieuwe gedeelte van het hotel
geeft voor alles den indruk van 'n luxueuse
harmonie, waarbij toch ook weer gestreefd
is naar een zoo groot mogelijke verscheiden
heid.
Het zal onnoodig zijn om nadrukkelijk te
verzekeren dat bij deze moderne inrichting
aan alle eischen van hygicnischen aard vol
komen is voldaan.
Dat de heer van S t i g t en we mogen
niet verzuimen nog op te merken het werk
zame aandeel van zijn echitgenoote een
juiste blik heeft gehad met deze inrichting,
blijkt uit het succes, dat het hotel na de
cerate verbouwing heeft gehad.
Zonder eenige vrees voor tegenspraak mag
gezegd worden, dat het Hotel Terminus door
zijn inrichting ook aan de meest verwenden
op dit gebied alle reden tot tevredenheid zal
geven. Het heeft boven en behalve de hier
genoemde eigenschappen ook nog het groote
voordcel van zijn ligging. Bij den uitgang
van het Station H.S.M. gelegen is het voor
den gaanden en komenden man zeer prac-
tisch voor een kort oponthoud; het biedt
voor een langer verblijf alle voordeden, die
een hotel bieden kan.
De architect-, de heer J. C. Speelman,
Rijswijk, mag met voldoening op dezen
bouw terugzien.
Enkele technische bijzonderheden mogen
nog volgen:
Het nu uitgevoerde 2de gedeelte betrof in
de eerste plaats toiletten, ondergebracht in
het souterrain en verder in dit souterrain
bergplaatsen, bierkelders, kleed- wasch-
ruimtc en toiletten voor het personeel en
öen kantoortje voor den controleur.
De begane grond is in de eerste plaats een
vergrooling van het café met annex daaraan
een groote serre; de bedoeling van deze
serre is feitelijk een gedeeltelijke vervan
ging van het vroegere terras. Deze serre is
zoo geconstrueerd, dat de toegang vanaf het
terras zoo kan zijn, dat de ramen naar bo
ven weggeschoven kunnen worden.
Er is bij den bouw van deze serre ge
tracht dat de bezoekers des zomers zooveel
mogelijk, hoewel niet geheel en al buiten zit
tende, toch daarvan kunnen genieten.
:'s Winters kan deze serre een buitenge
woon gezellig zitje zijn.
Verder zijn op den begane-grond de keu
kens ondergebracht, waarbij dient te wor
den opgemerkt, dat dit vraagstuk een zeer
belangrijke studie vercisoht; do architect
heeft daarbij van den hoer van S t i g t
.grooten steun ondervonden, die zich wat
'betreft dit onderdeel van den bouw zoo goed
wist. te uiten hoe hij dat wilde hebben.
Firma P.J.MEIJS&Zn.
SMEDEN
Hofleveranciers
Scheveningen,Wasrenaarsc!iestr. 3 jj
FORNUIZEN
voor Hotels - Gestichten -
Paiticulleren enz.
Talaf. 550654 b.g.g. 553103
Postgiro 49887,Scheveningan n
EnibiaanuzaaazaanuuiBer'
De eerste tot de vijfde etage bevatten in
hoofdzaak logeerkamers, badkamers, toilet
ten, etc. in totaal 3S logeerkamers, zoodat
het hotel thans pl.m. 200 bedden heeft.
Verschillende logeerkamers hebben annex
een badkamer, bij andere kamers ligt diaar-
tusschen een badkamer.
Het tot stand gebrachte gedeelte is voor
zien van alle gemakken als telefoon op alle
kamers voor service, stad en land en htót
buitenland, verder een signaalinrichting
met zoemertoon en brandleidingen op alle
verdiepingen.
Nu iets over de constructie van het ge
bouw. Deze bestaat in hoofdzaak uit een ge
wapend beton frame, waardoor brandbe
veiliging zoo hoog mogelijk is opgevoerd. De
wanden tusschen de verschillende logeerka
mers zijn gemetseld van Aerocrete beton,
waarvan de heer Speelman zich veel voor
stelt; waardoor wordt verwacht, dat (voor
een Hotel zoo'n voorname factor) de ge-
hoorigheid tot een minium beperkt wordt
Proeven welke wc dienaangaande hebben ge
nomen, waren zeer overtuigend.
Tenslotte noemen we hier eenige namen
vaji firma's die meegewerkt hebben aan de
totstandkoming van dlezen bouw en dan wel
in de eerste plaats de N. V. Nederland
sche Aanneming Mij. v. h. Firma
H. F. Boörsma., Den Haag, die in den
zeer korten tijd van pl.m. 6 maanden dit
werk heeft uitgevoerd (begonnen is n.l. met
sloopen eind September 1930, begonnen met
betonstorten 7 Nov. 1930, 7 Januari 1931 wa-
j ren de betonwerken volitooid, de laatste 2
verdiepingen werden in snelwerkende ce
ment afgestort), (terwijl het geheele werk
voltooid werd 30 April 1931.
Een woord van hulde aan de N.V. Neder
landsche Aanneming M ij. v.h. F i r-
ma H. F. Boersma, Den Haag en aan
hun staf van medewerkers voor hun voort
varendheid en ook wat betreft de uitvoering,
is hier zeker op z'n plaats.
De centrale verwarming en het electri-
sche licht is uitgevoerd door de firma H e -
ringa en Wuthrich te Haarlem; de
radiatoren zijn geleverd door de Firma
van Heyst, Den Haag en munten uit
door hun prettige vorm en het innemen van
weinig ruimte.
De goederenlift werd geleverd door de fir
ma D u y v i s te Zaandam.
Voor de scheidingswanden der logeerka
mers is geleverd Aerocrete beton, vertegen
woordiger de N. V. A. N. d e L i n t te Delft,
welke tevens gezorgd heeft voor de leveran
tie van de tegels en glas-in-lood-raam van
het trappenhuis.
Voor het sanitair is hoofdzaak de Firma
R. S. Stokvis te Rotterdam.
De Firma P. J. Meys en Zn., te Sche-
veningen zorgde voor de keukeninrichting.
De Wageningsche Meubelfa
briek leverde de serrebetimmering, terwijl
de café-betimmering, buffet, «enz. geleverd
werden door de N.V. Nederlandsche
Aanneming Mij. vjh. fa. H. F. Boer
sma, den Haag.
De serre is voorzien van e'en indirecte ver
lichting, welke door nüe firma Heringa
en Wuthrich te Haarlem in de kooflijst
werd aangebracht
De firma Eckhardt, den Haag. zorgde
voor de ged. meubileering.
De firma Jobs. v. d. Meyden Wzn., den
Haag zorgde voor de markiezen en rolluiken.
Het is vooral de bedoeling geweest met
deze uitbreiding ook weer een rustig hotel
te scheppen en wel in <te eerste plaats voor
zakcnmenschen en des zomers ook voor
toeristen.
Excelsior!
Geen „Spielerei?' of b. v. bronstechniek in aardwerkkunstdoch
uitdrukking van moderne kunst in samenwerking met de ge
bruikte materie!
Brouwer's Kunst in bouwaardewerk
Kunst moderne kunst! in de cera
miek.
Dit begrip: moderne kunst in de ceramiek,
werd verwezend ij kt in bet Brouwer'6 Aarde
werk, dat er inhoud en vorm aan gaf. Het
begrip zelf was de uitdrukking van de gees
telijke architect van één persoon: Willem
C. Brouwer.
Er wordt veelal beweerd en dikwijls is
het ook zoo dat iets nieuws, iets anders,
niet het resultaat zou zijn van de activiteit
van één persoon alleen. Merkwaardig ge
noeg, worden toch steeds enkele persoons
namen genoemd, welke onafscheidenlijk ver
bonden zijn aan bepaalde zaken B.v. Watt
ie stoommachine; Marconie en de
reidiogiraphrie enz. Op hiet tenrein dier aamdie-
werknijverheid is het Brouwer geweest
die niiet afls navolger, maar ailB pionier en
baanbreker voor de moderne mentaliteit in
aardeweafkkunst is opgetreden.
Het is uitermate interessant B rouwe!
daar zelf over te hooren vertellen: „Men
snapt niet, wat i'k dam wél wilde.geen pla
teelen toch aardewerk, dat sier zou
zijn? Dat ging bet begrip te boven".
Na veile ups en downs kreeg Brouwer in
1908 opdracht het ontwerpen en leveren van
de decoratieve elementen, die aan
den binnenhof van het Vredespaleis te Den
Haag verwerkt zijn. Het was iets nieuws, en
gedachtig aan het slechte z.g. terracotta-
materiaal onzer Oostelijke buren, werd de
keuring van den adelaar voor het Vredespa
leis een krachtige proef, van welke zijn
bouwaardewerk zich schitterend kweet. Daar
mede was het pleit gewonnen.
Na de opening van het Vredespaleis werd
hem de van Kamebeekbank opgedragen.
De „terra-cotta" begon de gewenschte aan
dacht tot zioh te trekken. Aanvankelijk Im
mers werd alles, wat met het Vredespaleis
te maken had, vol dédain verfoeid, doch
men kwam ietwat op die „houding" terug,
o.a. na een architecten-excursie naar het be
doeld paleis. Langzamerhand en in regelma
tig versneld tempo vloeiden de opdrachten
toe, toen de aanstaande arch iter ten gezien
hadden, wat er mogelijk was met eigenland-
sche krachten en een vaderlandscli bedrijf,
dat wat nieuws bracht, en waarmede hun
architectuur vaak aan belangrijkheid kon
winnen.
Men bemerkt dat het bouwaardewerk ab
soluut niet onbetaalbaar duur was (integen
deel-), al waren er nog lieden, die aan „ge
bakken klei' geen meerwaarde vermochten
toe te schrijven, laat staanover kunst
waarde dachten.
Ondanks deze achterlijkeu van geest groei
de het besef, dat Brouwer's bouwaardewerk
dienende kunstenaarsarheid is ten bate der
betere architectuurtengevolgj waarvan
ook zijn toepassing toegenomen is!
Daarnaast kwam het origin eel e t u i n-
aardewerk, uitgevoerd in hetzelfde door
hakken, voretvrije materiaal.
Zijn kunst is absoluut oo r sp ro nk e 1 ij k,
ook en steeds dm zijn on t wekeling Wamt om
voortdurend wéar te blijven en zich zelf te
te zijn, zal ook de kunstuiting mede zich ont
wikkelen. Iets blijvends kan niet bestaan
en speciaal de kunstuitingen van iemand,
die zijn tijd begeeft en zich niet dogmatisch
tot bepaalde theorieën beperkt, zullen met
den tijd zich ontwikkelen en veranderen.
Brouwer heeft een ingeboren neiging voor
het monumentale, forsohe, klare en groot-
sche. Zijn levensdurf openbaart zich tevens
in zijn kunst. Zijn koenheid en breedheid
zijn opvallend! Elke kunst is de uitdruk
king van een bepaalde gedachte, sfeer en
geestesgesteldheid. De koenheid en durf om
het nieuwe te brengen, gemotiveerd verzet
tegen kleikuzieliiig gemier, en contrast met
weinig daadkrachtig, mijmerende sentimen
taliteit, juist wél imposant in zich zelf, met
breedheid van opvatting en oog voor vir-
houdingen, deze eigenschappen vallen on
middellijk op.
En waar het hier betreft: moderne kunst
in de ceramiek, is nog een eigenschap
uitermate typeerend. De aesthetische
vormgeving is nl. bovendien in volko
men harmonie met het materiaal. Zoo zal
een fayence-vaas duidelijk het stempel be-
hooren te dragen, ontstaan te zijn uit de
Mende blei op den draaischijf.een granie
ten beeld kan niet worden „bijgezet" als
was; kleinplastdeken zuilen een kerami
sche vormschoonheid bezitten in overeen-
ming met de techniek hunner vervaardiging,
en met bouw- en tuinaardewerken zal de
forschheid en grootschheid het gebruikte
materiaal tevens a. h. w. doen „aanvoelen"
of wel onbewust begrijpen.
Hetzelfde idee is bovendien te vinden ln
de kleuren, geglazuurd of niet.
Keramlsch-logisch
moeien zijn. Geen „Spielerei" of b.v. brons-
tecbniiieJk in aardewerk kunst, doch uitdruk
king van moderne kunst in samenhang met
de gebruikte materie! Bovendien zijn Brou
wer's aardewerken Nederiandsch van karak
ter, niet traditioneel klein Hollandsch, maar
meer monumentaal goed-Nederlandsch.
Zijn fayence's of klein-plastieken z ij n
duidelijk voor het binnenhuis; kalme sereene
rust en grootschheid gaat van hen uit- Het
tuinaardewerk .oorspronkelijk van vorm en
opvatting, gelukkig niet traditioneel of
flauw (kabouters uit den sontimenteelcn
tijdverleent aan den tuin een zelfde
voorname, stijlvolle verzorging.
Maar ook en zeer sprekend komt Brou
wer's kunst tot zijn recht in zijn bouw
aardewerk, vooral in de uitdrukkingsvolle
gevelpaneelen, de kostelijke bekronings- en
sluitstukken, de architectonische hoekoplos
singen, en gevelplastiekcn. alsook in zijn
vrije nouwbeeldwerken.
lie vraag, welke plaats de plastiek in de
architectuur dient in te nemen, is door hem
destijds op origineele wijze beantwoord. Ook
vroeger werden gebouwen versierd niet
plastiek van velerlei vorm en afmetingen,
doch de totaal-eenheid, het logisch samen
Qnrechtmatige
Overheidsdaad?
Op Donderdag 16 April jl. is voor de le
Kamer van die Arrondissaments-Reohtbank
te Rotterdam pleidooi gevoerd in de han
gende procedure van Joh. J. V. c.s. contra de
Gemeente Rotterdam wegens het onthouden
van een beschikking op een ingediend bouw
plan, betreffende een vleugelbouw in den
tuin van het Parkhotel aan den Wester
singel te Rotterdam, benevens het doen be
kend maken van de zijde van de Gemeente
Rotterdam van vaststelling eener achtergevel
rooilijn, nadat het bouwplan voornoemd of
ficieel was ingediend.
Mr. de Grooth, optredende voor eischer,
stelde uitvoerig in het licht, dat gedaagde
had behooren te beschikken; immers had zij
het geven van de beschikking tot tweemaal
toe voor 30 dagen verlengd en na afloop van
den fatalen termijn in ally talen gezwegen.
Pleiter concludeerde, dat dit op zioh zelf
onrechtmatige daad oplevert.
De administratieve rechtsoraak, neerge
legd i,n de beslissing van de Kroon, heeft ge
daagde evenzeer verzaakt; immers heeft de
Gemeente geen recht een rooilijn na de in
diening van een bouwplan vast te stellen,
ten ware zij de schade welke daardoor aan
de zijde van de indieners van eenig bouw
plan, ontstaat, behoorlijker wijze vergoedt.
Het bouwplan was officieel ingediend op
18 Dec. 1924 nadat zulks lang tevoren aan
de hand van schetsen met de autoriteiten
was besproken. Op 20 Januari 1925 volgt een
kennisgeving van B. en W., houdende me
dedeel ing van het vaststellen van een ach ter-
gevelrooilijn, waarvan de stukken waren ter
visie gelegd, een lijn, welke ten gevolge
moest hebben, dit bouwplan te frustreeren.
Op 17 Februari 1925 gewerd eischer een
schrijven van B. en W. houdende mededee-
ling, dat de beschikking voor 30 dagen is
verdaagd en zulks met ingang van 14 Febr.
omdat op 14 Jan. d.av. alle gegevens om
trent dit bouwplan door eischer waren ver
strekt
Op 17 Maart 1925 gewerd eischer weer een
schrijven van B. en W., houdende ten tweede
male vyrdaging van de beschikking op het
bouwplan, met ingang van 14 Maart 1925.
Eischer had dus volgens verordening de de
finitieve beschikking 17/18 April d.a.v. moe
ten hebben.
Waar nu gedaagde in het geheel niet be
schikte, was zij krachtens art. 106 der Bouw
en Woon verordening in verzuim; of deze
beschikking al dan niet afwijzend zou zijn
geweest, kan buiten beschouwing blijven. De
woningwet art 5 4e alinea geeft den bouw-
aan vrager nog een recht van beroep op den
Raad, indien geen beschikking volgt; zeker,
maar ook dat beroep had voor eischer niet
meer het minste nut, immers werd het voor
stel van B. en W. aan den Raad tot vaststel
ling van die rooilijn als hamerstuk zonder
eenige discussie in de Raadsvergadering van
23 April 1925 aangenomen, nadat dit voor
stel nog vroeger op de agenda had geprijkt
Wil gedaagde eischer tegenvoeren, dat
voor hem redres openstond en misschien nog
staat aan de hand van art 5 4e alinea, dan
had gedaagde, niet reeds vóór den tijd, dat
beschikking op het bouwplan had moeten
volgen, het voorstel tot vaststelling van die
voor het bouwplan van eischer frustree-
rende rooilijn, op de agenda van de Raads
vergadering van 23 April 1925 mogen stellen.
Het was klaarblijkelijk de bedoeling van het
toenmalig Gemeentebestuur het bouwplan
van eischer te fnuiken; want hadden B. en
W. bij hun voorstel aan den Raad dezen
mededeeling gedaan van eisoher's bouwplan,
dan ware het wel bijna zeker niet zonder
eenige discussie door den Raad aangenomen
mocht de Raad wel zijn ingelicht omtrent
gaan van plastiek en architectuur is bij de
bouwkunst van vroeger eeuwen nauwelijks
aan te treffen.
„De beeldkunst zij ongescheiden van de
bouwkunst, de beeldkunst zij zelve bouw
kunst", aldus sprak hij zich eens uit. En
verder: „Er wordt wel eens beweerd, dat de
plastiek zich ontwikkeld zou hebben naar
een vorm van geslotenheid, doordat zij
haar hoogere geestesgesteldheid ontleencn
zou aan dc bouwkunst. Het wil mij voor
komen, dat zij die aldus spreken, niets geen
verband schijnen te hebben opgemerkt tus
schen alle uitingen van den mensch. De
bouw van een gedicht, van huizen, van
drukwerk, 't is één van „begrip" in zijn
tallooze individueele fluctuaties. De geest
is het ,die zich openbaart, want men bouwt,
een totaal".
Men zou zoo zeggen, dat het gebouw
hoofdzaak is en alles wat er aan vastzit,
zich moet schikken naar den stijl van het
gebouw zelf. Maar, wat is die stijl dan zelf?
Toch alleen de uitdrukking en vormgeving
van een idee, in een of andere materie! De
gedachte is, als in alles wat aan het leven
waarde geeft, hoofdzaak, en het zou geheel
onjuist zijn dc kunst der bouwplastieken,
die zich lot even zelfstandige uiting leent
als de bouwkunst, daaraan ondergeschikt
te maken. Het zal moeten blijken welke
kunst de sterkste is, uit zich zelf!
Bovendien deed reeds B e r 1 a g e de
gedachte der schoone doelmatigheid van
de bouwkunst ingang vinden, dus gaf hij
daarmede te kennen dat zij zelf zich dienst
baar te maken bad aan die zelfde idee!
De hoogere gesteldheid der plastiek, haar
eigen wezen dus, kan zij niet ontleencn aan
de houwkunst. Het omgekeerde is waar
schijnlijken
Onthouden we dit goed, dan is een ver
wantschap tusschen beide, bij Brouwer's
plastieken duidelijk op te merken. Die z i] n
van karakter architectonisch, en wel op
deze wijze, dat de architectuur zelf dc ach
tergrond is, waartegen en in sferisftho
harmonie, waarmede de plastieken uitin
gen zijn van dezelfde idee, van welke ook
de architectuur de draagster wil zijn.
eisoher's bouwplan, ingediend vóór er zelfs
sprake was van eenige rooilijnkwesties, dan
heeft ook bij de consequenties van gedaan
onrecht in deze te aanvaarden.
Resumeerende komt mr. de Grooth tot de
conclusie:
le. dat gedaagde in strijd met art, 106 der
Bouw- en Woon verordening nagelaten heeft
op eisoher's bouwplan te beschikken, wat een
onrechtmatige daad is;
2e. dat eischer niet kan worden tegenge
worpen, dat hij niet hij den Raad in appèl is
gegaan, hetgeen niet eenig nuttig effect had
kunnen opleveren op grond van de door den
Raad vastgestelde rooilijn;
3e. is door gedaagde aan de vaststelling
van die rooilijn bekendheid gegeven ruim een
maand, nadat het bouwplan was ingediend,
weshalve gedaagde tot schadevergoeding ver
plicht is.
Mr. F r u i n, optredende voor de Gymeente
gaf inderdaad toe. dat B. en W. verzuimd
hadden aan eischer een beschikking te ge-
ve.u op zijn ingediend bouwplan. Voor wat
die rooilijn betreft moest hij eveneens toe
geven, dat aan de vaststelling daarvan
eerst op 20 Januari 1925 bekendheid was ge:
geven, niettegenstaande er natuurlijk tijd
van voorbereiding daaraan voorafgegaan is.
Had eischer slechts bij B. en W. gekikt ovyr
het niet intijds ontvangen van een beschik
king, dan ware deze onmiddellijk gevolgd,
zij het ook afwijzend.
Voor eischer stond destijds en zelfs nu nog
redres open; eischer heeft verzuimd bij den
Raad in beroep te gaan.
Pleiter tracht aan te toonen door ambte
lijke rapporten, dat geen sprake kan zijn
van een officieel bouwplan en bestreed
voorts, dat aan eischyr door de vaststelling
van die rooilijn schade zou zijn toegebracht;
immers op 23 Maart 1925 is het object, waar
over het bouwplan liep, in handen van der
den overgegaan, althans het genot daarvan,
op grond waarvan B. en W. z.i. terecht ge
meend hebben eischer het geven van eenige
beschikking te kunnen onthouden. Na nog
eenige toelichting concludeerde pleiter, dat
de Rechtbank eischer in zijn eisch niet-ont-
vankeliik zal moeten verklaren.
Hierop volgde een repliek van Mr. De
Grooth, die o.m. nog naar voren bracht:
dat het bopwplan was een officieel bouw
plan, hetgeen ook tot uitdrukking komt op
de beide verdagingsbesluiten van gedaagde;
letterlijk niets stond het geven van de ge
vraagde vergunning in den weg dan het
scheppen van die rooilijn, die, gelijk reeds
tot uitdrukkig gebracht, in het protest bij
B. en W. tegen vaststelling daarvan, de
fnuiking van dat bouwplan moest bevorde
ren. Het genot is inderdaad overgegaan op
23 Maart 1925, de eigendom echter op 6 Mei
1925, terwijl de -officieele vaststelling van
die rooilijn is geschied op 23 April 1925. Die
verkoop is dan ook geschied onder den druk
van dat feitelijk bouw verbod, wat gedaagde
met die rooilijn heeft kunnen bereiken.
Eisohor had, afgezien van alles, nog groot
belang bij een gunstige beschikking op zijn
bouwplan.
Het moge waar zijn, dat de tegenwoordige
eigenaar enkele plannetjes tot verbouw heeft
ingediend, welke goedgekeurd zijn, echter
één plan tot verbouwing door h«*m ingediend,
kort na den overgang van den eigendom,
welke de toen bestaande achfyrgevelrooilijn
zou overschrijden, werd afgewezen; vandaar
het belang voor eischer bij een goedgunstige
beschikking.
De Officier meende in dit geval vlot te kun
nen zijn, en onmiddellijk conclusie te kunnen
nemen.
Volgens zijn meening staat de Rechtbank
•oor het feit een geheel zelfstandige beslis
sing te moeten nemen omdat in dit geval
niet verwezen kan worden naar jurispruden
tie, doch steun gezocht moet worden in the
oretische beschouwingen, gelijk eischer zoo-
we'. als gedaagde hebben gedaan.
Z. E. A. kent geen analoge gevallen waar
omtrent reeds eerder gerechtelijke uitspra
ken zijn gedaan; hij voor zich komt tot do
conclusie, dat eischer in zijn eisch niet-ont*
vankelijk moet worden verklaard.
Gedaagde heeft hoogstens „een onfatsoen
lijke daad gedaan, het recht wel aangetast,
maar niet geschonden."
De Rechtbank zal 21 Mei a.s. uitspraak
doen.
P aleis-Raadhuiskwestie
Er heeft zich te Amsterdam een studenten
comité van actie gevormd, bestaande uit de
heeren: J. C. P. Eeftinck Schattenkerk, C.
M. Nienhuys, J. H. Posthumus, J. A. Snijders
en H. G. Vigeveno, dat op de colleges een
ontwerp-adres aan den Gemeenteraad laat
circuleeren, in welk adres wordt opgekomen
tegen de voorgestelde overdracht aan het
Rijk van het Paleis o pden Dam.
DE INTERNAT. BOUWTENTOON-
STELLING ZATERDAG GEOPEND
In tegenwoordigheid van een reusachtige
menigte heeft Zaterdag de officieele opening
van de groote internationale Bouwtentoon-
stelling in Berlijn, door den nieuwen burge
meester van Berlijn, Dr. Sahm, plaats
gehad
Deze wereldtentoonstelling is de grootste
tentoonstelling ooit op dit gebied gehouden;
de grootste tentoonstelling die er hi Berlijn
sinds den oorlog geopend werd.
De Centrale Verwarmings
e Electrische
e Bliksembeveiligings
Installaties
in Hotel „Terminus" zijn aangelegd door
Amsterdam - Haarlem - Den Haag
Marquises- en Rolluikenfabrieken
Prima afwerking onder garantie
TELEFOON u77()T"1
Fabrieken en Monsterkamer
Zuidwal 95b, 98, 98a, 101 - DEN HAAG
Oudste firma van dezen naam
"I
GEOPEND
DEN HAAG
"NIEUWBOUW 1931
a III III II I r