ENCI-CEMENT Kunst in de ceramiek HERINGA WUTHRICH Fa. JOHs. v. d. MEYDEN Wzn. Hotel TERMINUS BOUWBLAD Ma. 102, Par;. 2 MAANDAG 11 MEI 1931 N.V. HET ONDERLING CREDIET Gevestigd te Rotterdam HOOFDSTEEG 39 h. Toeri|stuin Opgericht 1865 BOUWCREDIETEN N'euwbouw Hotel Terminus, Den Haag Architectuur: J. C. Speelman, Rijswijk (Z.-H.). Uitvoering: N. V. Nederlandsche Aanneming Mij. v/h. H. F. Boersnw, Den Haag. MAASTRICHT NEDERLANDSCH FABRIKAAT nsiffiMiBiBiniuiQraiuauiniinQZD^iiiLiiinaiiiMniiininDinnfflffliinninnBiiuiiiiiiiiuiiiiiiiiDinuiiiiiiiMiniininiiiDiDiinffiisHiiiiiiiniinnuiiiiiPjiiii: Vertegenwoordigers voor MIIVQ SL Pa AEL3RECHTSKADE 147b IVIUTO ÜU. TELEFOON 30404-30233 ROTTERDAM en OMSTREKEN: TELEFOON 57650 (2 lijnen) De belangrijke uitbreiding van het Hotel Terminus, Den Haag, in 1927 de geschie denis van enkele jaren heeft het bewezen bleek geenszins van dien aard' om aan de vraag naar hotelruimte te kunnen voldoen. Nu is het tweede gedeelte van het plan tot stand gekomen en wanneer de voorteekenen niet bedriegen, zal binnen afzienbaren tijd ook het 3e en laatste gedeelte van dezen bouw zijn beslag krijgen. Op de hierbij afge drukte perspectief-teekening komt dit 3e ge deelte reeds voor. Wij hebben de jongste verbouwing eens in oogensc-houw genomen en wanneer wij onze indruk in één zin zouden moeten samenvat ten, dan zouden we willen opmerken dat hier een hotelruimte is verkregen van zoo groote distinctie, dat een vergelijking met hvt buitenland geenszins in het nadeel van de Haagsche zaak uitvalt. Is dit in de eerste plaats te danken aan de voorname inrichting van het huis, niet min der is het een gevolg van de wezenlijk def tige en toch intiem-gezellige aankleeding, die -volkomen passend is gemaakt aan de geest van de vertrekken. De artistieke muurbekleeding vormt met de stijlvolle meubileering «en smaakvol ge heel, waarbij de rustige verlichting het hare doet om een indruk van voornaamheid en gezelligheid te geven. Een rondwandeling door het nieuwe gedeelte van het hotel geeft voor alles den indruk van 'n luxueuse harmonie, waarbij toch ook weer gestreefd is naar een zoo groot mogelijke verscheiden heid. Het zal onnoodig zijn om nadrukkelijk te verzekeren dat bij deze moderne inrichting aan alle eischen van hygicnischen aard vol komen is voldaan. Dat de heer van S t i g t en we mogen niet verzuimen nog op te merken het werk zame aandeel van zijn echitgenoote een juiste blik heeft gehad met deze inrichting, blijkt uit het succes, dat het hotel na de cerate verbouwing heeft gehad. Zonder eenige vrees voor tegenspraak mag gezegd worden, dat het Hotel Terminus door zijn inrichting ook aan de meest verwenden op dit gebied alle reden tot tevredenheid zal geven. Het heeft boven en behalve de hier genoemde eigenschappen ook nog het groote voordcel van zijn ligging. Bij den uitgang van het Station H.S.M. gelegen is het voor den gaanden en komenden man zeer prac- tisch voor een kort oponthoud; het biedt voor een langer verblijf alle voordeden, die een hotel bieden kan. De architect-, de heer J. C. Speelman, Rijswijk, mag met voldoening op dezen bouw terugzien. Enkele technische bijzonderheden mogen nog volgen: Het nu uitgevoerde 2de gedeelte betrof in de eerste plaats toiletten, ondergebracht in het souterrain en verder in dit souterrain bergplaatsen, bierkelders, kleed- wasch- ruimtc en toiletten voor het personeel en öen kantoortje voor den controleur. De begane grond is in de eerste plaats een vergrooling van het café met annex daaraan een groote serre; de bedoeling van deze serre is feitelijk een gedeeltelijke vervan ging van het vroegere terras. Deze serre is zoo geconstrueerd, dat de toegang vanaf het terras zoo kan zijn, dat de ramen naar bo ven weggeschoven kunnen worden. Er is bij den bouw van deze serre ge tracht dat de bezoekers des zomers zooveel mogelijk, hoewel niet geheel en al buiten zit tende, toch daarvan kunnen genieten. :'s Winters kan deze serre een buitenge woon gezellig zitje zijn. Verder zijn op den begane-grond de keu kens ondergebracht, waarbij dient te wor den opgemerkt, dat dit vraagstuk een zeer belangrijke studie vercisoht; do architect heeft daarbij van den hoer van S t i g t .grooten steun ondervonden, die zich wat 'betreft dit onderdeel van den bouw zoo goed wist. te uiten hoe hij dat wilde hebben. Firma P.J.MEIJS&Zn. SMEDEN Hofleveranciers Scheveningen,Wasrenaarsc!iestr. 3 jj FORNUIZEN voor Hotels - Gestichten - Paiticulleren enz. Talaf. 550654 b.g.g. 553103 Postgiro 49887,Scheveningan n EnibiaanuzaaazaanuuiBer' De eerste tot de vijfde etage bevatten in hoofdzaak logeerkamers, badkamers, toilet ten, etc. in totaal 3S logeerkamers, zoodat het hotel thans pl.m. 200 bedden heeft. Verschillende logeerkamers hebben annex een badkamer, bij andere kamers ligt diaar- tusschen een badkamer. Het tot stand gebrachte gedeelte is voor zien van alle gemakken als telefoon op alle kamers voor service, stad en land en htót buitenland, verder een signaalinrichting met zoemertoon en brandleidingen op alle verdiepingen. Nu iets over de constructie van het ge bouw. Deze bestaat in hoofdzaak uit een ge wapend beton frame, waardoor brandbe veiliging zoo hoog mogelijk is opgevoerd. De wanden tusschen de verschillende logeerka mers zijn gemetseld van Aerocrete beton, waarvan de heer Speelman zich veel voor stelt; waardoor wordt verwacht, dat (voor een Hotel zoo'n voorname factor) de ge- hoorigheid tot een minium beperkt wordt Proeven welke wc dienaangaande hebben ge nomen, waren zeer overtuigend. Tenslotte noemen we hier eenige namen vaji firma's die meegewerkt hebben aan de totstandkoming van dlezen bouw en dan wel in de eerste plaats de N. V. Nederland sche Aanneming Mij. v. h. Firma H. F. Boörsma., Den Haag, die in den zeer korten tijd van pl.m. 6 maanden dit werk heeft uitgevoerd (begonnen is n.l. met sloopen eind September 1930, begonnen met betonstorten 7 Nov. 1930, 7 Januari 1931 wa- j ren de betonwerken volitooid, de laatste 2 verdiepingen werden in snelwerkende ce ment afgestort), (terwijl het geheele werk voltooid werd 30 April 1931. Een woord van hulde aan de N.V. Neder landsche Aanneming M ij. v.h. F i r- ma H. F. Boersma, Den Haag en aan hun staf van medewerkers voor hun voort varendheid en ook wat betreft de uitvoering, is hier zeker op z'n plaats. De centrale verwarming en het electri- sche licht is uitgevoerd door de firma H e - ringa en Wuthrich te Haarlem; de radiatoren zijn geleverd door de Firma van Heyst, Den Haag en munten uit door hun prettige vorm en het innemen van weinig ruimte. De goederenlift werd geleverd door de fir ma D u y v i s te Zaandam. Voor de scheidingswanden der logeerka mers is geleverd Aerocrete beton, vertegen woordiger de N. V. A. N. d e L i n t te Delft, welke tevens gezorgd heeft voor de leveran tie van de tegels en glas-in-lood-raam van het trappenhuis. Voor het sanitair is hoofdzaak de Firma R. S. Stokvis te Rotterdam. De Firma P. J. Meys en Zn., te Sche- veningen zorgde voor de keukeninrichting. De Wageningsche Meubelfa briek leverde de serrebetimmering, terwijl de café-betimmering, buffet, «enz. geleverd werden door de N.V. Nederlandsche Aanneming Mij. vjh. fa. H. F. Boer sma, den Haag. De serre is voorzien van e'en indirecte ver lichting, welke door nüe firma Heringa en Wuthrich te Haarlem in de kooflijst werd aangebracht De firma Eckhardt, den Haag. zorgde voor de ged. meubileering. De firma Jobs. v. d. Meyden Wzn., den Haag zorgde voor de markiezen en rolluiken. Het is vooral de bedoeling geweest met deze uitbreiding ook weer een rustig hotel te scheppen en wel in <te eerste plaats voor zakcnmenschen en des zomers ook voor toeristen. Excelsior! Geen „Spielerei?' of b. v. bronstechniek in aardwerkkunstdoch uitdrukking van moderne kunst in samenwerking met de ge bruikte materie! Brouwer's Kunst in bouwaardewerk Kunst moderne kunst! in de cera miek. Dit begrip: moderne kunst in de ceramiek, werd verwezend ij kt in bet Brouwer'6 Aarde werk, dat er inhoud en vorm aan gaf. Het begrip zelf was de uitdrukking van de gees telijke architect van één persoon: Willem C. Brouwer. Er wordt veelal beweerd en dikwijls is het ook zoo dat iets nieuws, iets anders, niet het resultaat zou zijn van de activiteit van één persoon alleen. Merkwaardig ge noeg, worden toch steeds enkele persoons namen genoemd, welke onafscheidenlijk ver bonden zijn aan bepaalde zaken B.v. Watt ie stoommachine; Marconie en de reidiogiraphrie enz. Op hiet tenrein dier aamdie- werknijverheid is het Brouwer geweest die niiet afls navolger, maar ailB pionier en baanbreker voor de moderne mentaliteit in aardeweafkkunst is opgetreden. Het is uitermate interessant B rouwe! daar zelf over te hooren vertellen: „Men snapt niet, wat i'k dam wél wilde.geen pla teelen toch aardewerk, dat sier zou zijn? Dat ging bet begrip te boven". Na veile ups en downs kreeg Brouwer in 1908 opdracht het ontwerpen en leveren van de decoratieve elementen, die aan den binnenhof van het Vredespaleis te Den Haag verwerkt zijn. Het was iets nieuws, en gedachtig aan het slechte z.g. terracotta- materiaal onzer Oostelijke buren, werd de keuring van den adelaar voor het Vredespa leis een krachtige proef, van welke zijn bouwaardewerk zich schitterend kweet. Daar mede was het pleit gewonnen. Na de opening van het Vredespaleis werd hem de van Kamebeekbank opgedragen. De „terra-cotta" begon de gewenschte aan dacht tot zioh te trekken. Aanvankelijk Im mers werd alles, wat met het Vredespaleis te maken had, vol dédain verfoeid, doch men kwam ietwat op die „houding" terug, o.a. na een architecten-excursie naar het be doeld paleis. Langzamerhand en in regelma tig versneld tempo vloeiden de opdrachten toe, toen de aanstaande arch iter ten gezien hadden, wat er mogelijk was met eigenland- sche krachten en een vaderlandscli bedrijf, dat wat nieuws bracht, en waarmede hun architectuur vaak aan belangrijkheid kon winnen. Men bemerkt dat het bouwaardewerk ab soluut niet onbetaalbaar duur was (integen deel-), al waren er nog lieden, die aan „ge bakken klei' geen meerwaarde vermochten toe te schrijven, laat staanover kunst waarde dachten. Ondanks deze achterlijkeu van geest groei de het besef, dat Brouwer's bouwaardewerk dienende kunstenaarsarheid is ten bate der betere architectuurtengevolgj waarvan ook zijn toepassing toegenomen is! Daarnaast kwam het origin eel e t u i n- aardewerk, uitgevoerd in hetzelfde door hakken, voretvrije materiaal. Zijn kunst is absoluut oo r sp ro nk e 1 ij k, ook en steeds dm zijn on t wekeling Wamt om voortdurend wéar te blijven en zich zelf te te zijn, zal ook de kunstuiting mede zich ont wikkelen. Iets blijvends kan niet bestaan en speciaal de kunstuitingen van iemand, die zijn tijd begeeft en zich niet dogmatisch tot bepaalde theorieën beperkt, zullen met den tijd zich ontwikkelen en veranderen. Brouwer heeft een ingeboren neiging voor het monumentale, forsohe, klare en groot- sche. Zijn levensdurf openbaart zich tevens in zijn kunst. Zijn koenheid en breedheid zijn opvallend! Elke kunst is de uitdruk king van een bepaalde gedachte, sfeer en geestesgesteldheid. De koenheid en durf om het nieuwe te brengen, gemotiveerd verzet tegen kleikuzieliiig gemier, en contrast met weinig daadkrachtig, mijmerende sentimen taliteit, juist wél imposant in zich zelf, met breedheid van opvatting en oog voor vir- houdingen, deze eigenschappen vallen on middellijk op. En waar het hier betreft: moderne kunst in de ceramiek, is nog een eigenschap uitermate typeerend. De aesthetische vormgeving is nl. bovendien in volko men harmonie met het materiaal. Zoo zal een fayence-vaas duidelijk het stempel be- hooren te dragen, ontstaan te zijn uit de Mende blei op den draaischijf.een granie ten beeld kan niet worden „bijgezet" als was; kleinplastdeken zuilen een kerami sche vormschoonheid bezitten in overeen- ming met de techniek hunner vervaardiging, en met bouw- en tuinaardewerken zal de forschheid en grootschheid het gebruikte materiaal tevens a. h. w. doen „aanvoelen" of wel onbewust begrijpen. Hetzelfde idee is bovendien te vinden ln de kleuren, geglazuurd of niet. Keramlsch-logisch moeien zijn. Geen „Spielerei" of b.v. brons- tecbniiieJk in aardewerk kunst, doch uitdruk king van moderne kunst in samenhang met de gebruikte materie! Bovendien zijn Brou wer's aardewerken Nederiandsch van karak ter, niet traditioneel klein Hollandsch, maar meer monumentaal goed-Nederlandsch. Zijn fayence's of klein-plastieken z ij n duidelijk voor het binnenhuis; kalme sereene rust en grootschheid gaat van hen uit- Het tuinaardewerk .oorspronkelijk van vorm en opvatting, gelukkig niet traditioneel of flauw (kabouters uit den sontimenteelcn tijdverleent aan den tuin een zelfde voorname, stijlvolle verzorging. Maar ook en zeer sprekend komt Brou wer's kunst tot zijn recht in zijn bouw aardewerk, vooral in de uitdrukkingsvolle gevelpaneelen, de kostelijke bekronings- en sluitstukken, de architectonische hoekoplos singen, en gevelplastiekcn. alsook in zijn vrije nouwbeeldwerken. lie vraag, welke plaats de plastiek in de architectuur dient in te nemen, is door hem destijds op origineele wijze beantwoord. Ook vroeger werden gebouwen versierd niet plastiek van velerlei vorm en afmetingen, doch de totaal-eenheid, het logisch samen Qnrechtmatige Overheidsdaad? Op Donderdag 16 April jl. is voor de le Kamer van die Arrondissaments-Reohtbank te Rotterdam pleidooi gevoerd in de han gende procedure van Joh. J. V. c.s. contra de Gemeente Rotterdam wegens het onthouden van een beschikking op een ingediend bouw plan, betreffende een vleugelbouw in den tuin van het Parkhotel aan den Wester singel te Rotterdam, benevens het doen be kend maken van de zijde van de Gemeente Rotterdam van vaststelling eener achtergevel rooilijn, nadat het bouwplan voornoemd of ficieel was ingediend. Mr. de Grooth, optredende voor eischer, stelde uitvoerig in het licht, dat gedaagde had behooren te beschikken; immers had zij het geven van de beschikking tot tweemaal toe voor 30 dagen verlengd en na afloop van den fatalen termijn in ally talen gezwegen. Pleiter concludeerde, dat dit op zioh zelf onrechtmatige daad oplevert. De administratieve rechtsoraak, neerge legd i,n de beslissing van de Kroon, heeft ge daagde evenzeer verzaakt; immers heeft de Gemeente geen recht een rooilijn na de in diening van een bouwplan vast te stellen, ten ware zij de schade welke daardoor aan de zijde van de indieners van eenig bouw plan, ontstaat, behoorlijker wijze vergoedt. Het bouwplan was officieel ingediend op 18 Dec. 1924 nadat zulks lang tevoren aan de hand van schetsen met de autoriteiten was besproken. Op 20 Januari 1925 volgt een kennisgeving van B. en W., houdende me dedeel ing van het vaststellen van een ach ter- gevelrooilijn, waarvan de stukken waren ter visie gelegd, een lijn, welke ten gevolge moest hebben, dit bouwplan te frustreeren. Op 17 Februari 1925 gewerd eischer een schrijven van B. en W. houdende mededee- ling, dat de beschikking voor 30 dagen is verdaagd en zulks met ingang van 14 Febr. omdat op 14 Jan. d.av. alle gegevens om trent dit bouwplan door eischer waren ver strekt Op 17 Maart 1925 gewerd eischer weer een schrijven van B. en W., houdende ten tweede male vyrdaging van de beschikking op het bouwplan, met ingang van 14 Maart 1925. Eischer had dus volgens verordening de de finitieve beschikking 17/18 April d.a.v. moe ten hebben. Waar nu gedaagde in het geheel niet be schikte, was zij krachtens art. 106 der Bouw en Woon verordening in verzuim; of deze beschikking al dan niet afwijzend zou zijn geweest, kan buiten beschouwing blijven. De woningwet art 5 4e alinea geeft den bouw- aan vrager nog een recht van beroep op den Raad, indien geen beschikking volgt; zeker, maar ook dat beroep had voor eischer niet meer het minste nut, immers werd het voor stel van B. en W. aan den Raad tot vaststel ling van die rooilijn als hamerstuk zonder eenige discussie in de Raadsvergadering van 23 April 1925 aangenomen, nadat dit voor stel nog vroeger op de agenda had geprijkt Wil gedaagde eischer tegenvoeren, dat voor hem redres openstond en misschien nog staat aan de hand van art 5 4e alinea, dan had gedaagde, niet reeds vóór den tijd, dat beschikking op het bouwplan had moeten volgen, het voorstel tot vaststelling van die voor het bouwplan van eischer frustree- rende rooilijn, op de agenda van de Raads vergadering van 23 April 1925 mogen stellen. Het was klaarblijkelijk de bedoeling van het toenmalig Gemeentebestuur het bouwplan van eischer te fnuiken; want hadden B. en W. bij hun voorstel aan den Raad dezen mededeeling gedaan van eisoher's bouwplan, dan ware het wel bijna zeker niet zonder eenige discussie door den Raad aangenomen mocht de Raad wel zijn ingelicht omtrent gaan van plastiek en architectuur is bij de bouwkunst van vroeger eeuwen nauwelijks aan te treffen. „De beeldkunst zij ongescheiden van de bouwkunst, de beeldkunst zij zelve bouw kunst", aldus sprak hij zich eens uit. En verder: „Er wordt wel eens beweerd, dat de plastiek zich ontwikkeld zou hebben naar een vorm van geslotenheid, doordat zij haar hoogere geestesgesteldheid ontleencn zou aan dc bouwkunst. Het wil mij voor komen, dat zij die aldus spreken, niets geen verband schijnen te hebben opgemerkt tus schen alle uitingen van den mensch. De bouw van een gedicht, van huizen, van drukwerk, 't is één van „begrip" in zijn tallooze individueele fluctuaties. De geest is het ,die zich openbaart, want men bouwt, een totaal". Men zou zoo zeggen, dat het gebouw hoofdzaak is en alles wat er aan vastzit, zich moet schikken naar den stijl van het gebouw zelf. Maar, wat is die stijl dan zelf? Toch alleen de uitdrukking en vormgeving van een idee, in een of andere materie! De gedachte is, als in alles wat aan het leven waarde geeft, hoofdzaak, en het zou geheel onjuist zijn dc kunst der bouwplastieken, die zich lot even zelfstandige uiting leent als de bouwkunst, daaraan ondergeschikt te maken. Het zal moeten blijken welke kunst de sterkste is, uit zich zelf! Bovendien deed reeds B e r 1 a g e de gedachte der schoone doelmatigheid van de bouwkunst ingang vinden, dus gaf hij daarmede te kennen dat zij zelf zich dienst baar te maken bad aan die zelfde idee! De hoogere gesteldheid der plastiek, haar eigen wezen dus, kan zij niet ontleencn aan de houwkunst. Het omgekeerde is waar schijnlijken Onthouden we dit goed, dan is een ver wantschap tusschen beide, bij Brouwer's plastieken duidelijk op te merken. Die z i] n van karakter architectonisch, en wel op deze wijze, dat de architectuur zelf dc ach tergrond is, waartegen en in sferisftho harmonie, waarmede de plastieken uitin gen zijn van dezelfde idee, van welke ook de architectuur de draagster wil zijn. eisoher's bouwplan, ingediend vóór er zelfs sprake was van eenige rooilijnkwesties, dan heeft ook bij de consequenties van gedaan onrecht in deze te aanvaarden. Resumeerende komt mr. de Grooth tot de conclusie: le. dat gedaagde in strijd met art, 106 der Bouw- en Woon verordening nagelaten heeft op eisoher's bouwplan te beschikken, wat een onrechtmatige daad is; 2e. dat eischer niet kan worden tegenge worpen, dat hij niet hij den Raad in appèl is gegaan, hetgeen niet eenig nuttig effect had kunnen opleveren op grond van de door den Raad vastgestelde rooilijn; 3e. is door gedaagde aan de vaststelling van die rooilijn bekendheid gegeven ruim een maand, nadat het bouwplan was ingediend, weshalve gedaagde tot schadevergoeding ver plicht is. Mr. F r u i n, optredende voor de Gymeente gaf inderdaad toe. dat B. en W. verzuimd hadden aan eischer een beschikking te ge- ve.u op zijn ingediend bouwplan. Voor wat die rooilijn betreft moest hij eveneens toe geven, dat aan de vaststelling daarvan eerst op 20 Januari 1925 bekendheid was ge: geven, niettegenstaande er natuurlijk tijd van voorbereiding daaraan voorafgegaan is. Had eischer slechts bij B. en W. gekikt ovyr het niet intijds ontvangen van een beschik king, dan ware deze onmiddellijk gevolgd, zij het ook afwijzend. Voor eischer stond destijds en zelfs nu nog redres open; eischer heeft verzuimd bij den Raad in beroep te gaan. Pleiter tracht aan te toonen door ambte lijke rapporten, dat geen sprake kan zijn van een officieel bouwplan en bestreed voorts, dat aan eischyr door de vaststelling van die rooilijn schade zou zijn toegebracht; immers op 23 Maart 1925 is het object, waar over het bouwplan liep, in handen van der den overgegaan, althans het genot daarvan, op grond waarvan B. en W. z.i. terecht ge meend hebben eischer het geven van eenige beschikking te kunnen onthouden. Na nog eenige toelichting concludeerde pleiter, dat de Rechtbank eischer in zijn eisch niet-ont- vankeliik zal moeten verklaren. Hierop volgde een repliek van Mr. De Grooth, die o.m. nog naar voren bracht: dat het bopwplan was een officieel bouw plan, hetgeen ook tot uitdrukking komt op de beide verdagingsbesluiten van gedaagde; letterlijk niets stond het geven van de ge vraagde vergunning in den weg dan het scheppen van die rooilijn, die, gelijk reeds tot uitdrukkig gebracht, in het protest bij B. en W. tegen vaststelling daarvan, de fnuiking van dat bouwplan moest bevorde ren. Het genot is inderdaad overgegaan op 23 Maart 1925, de eigendom echter op 6 Mei 1925, terwijl de -officieele vaststelling van die rooilijn is geschied op 23 April 1925. Die verkoop is dan ook geschied onder den druk van dat feitelijk bouw verbod, wat gedaagde met die rooilijn heeft kunnen bereiken. Eisohor had, afgezien van alles, nog groot belang bij een gunstige beschikking op zijn bouwplan. Het moge waar zijn, dat de tegenwoordige eigenaar enkele plannetjes tot verbouw heeft ingediend, welke goedgekeurd zijn, echter één plan tot verbouwing door h«*m ingediend, kort na den overgang van den eigendom, welke de toen bestaande achfyrgevelrooilijn zou overschrijden, werd afgewezen; vandaar het belang voor eischer bij een goedgunstige beschikking. De Officier meende in dit geval vlot te kun nen zijn, en onmiddellijk conclusie te kunnen nemen. Volgens zijn meening staat de Rechtbank •oor het feit een geheel zelfstandige beslis sing te moeten nemen omdat in dit geval niet verwezen kan worden naar jurispruden tie, doch steun gezocht moet worden in the oretische beschouwingen, gelijk eischer zoo- we'. als gedaagde hebben gedaan. Z. E. A. kent geen analoge gevallen waar omtrent reeds eerder gerechtelijke uitspra ken zijn gedaan; hij voor zich komt tot do conclusie, dat eischer in zijn eisch niet-ont* vankelijk moet worden verklaard. Gedaagde heeft hoogstens „een onfatsoen lijke daad gedaan, het recht wel aangetast, maar niet geschonden." De Rechtbank zal 21 Mei a.s. uitspraak doen. P aleis-Raadhuiskwestie Er heeft zich te Amsterdam een studenten comité van actie gevormd, bestaande uit de heeren: J. C. P. Eeftinck Schattenkerk, C. M. Nienhuys, J. H. Posthumus, J. A. Snijders en H. G. Vigeveno, dat op de colleges een ontwerp-adres aan den Gemeenteraad laat circuleeren, in welk adres wordt opgekomen tegen de voorgestelde overdracht aan het Rijk van het Paleis o pden Dam. DE INTERNAT. BOUWTENTOON- STELLING ZATERDAG GEOPEND In tegenwoordigheid van een reusachtige menigte heeft Zaterdag de officieele opening van de groote internationale Bouwtentoon- stelling in Berlijn, door den nieuwen burge meester van Berlijn, Dr. Sahm, plaats gehad Deze wereldtentoonstelling is de grootste tentoonstelling ooit op dit gebied gehouden; de grootste tentoonstelling die er hi Berlijn sinds den oorlog geopend werd. De Centrale Verwarmings e Electrische e Bliksembeveiligings Installaties in Hotel „Terminus" zijn aangelegd door Amsterdam - Haarlem - Den Haag Marquises- en Rolluikenfabrieken Prima afwerking onder garantie TELEFOON u77()T"1 Fabrieken en Monsterkamer Zuidwal 95b, 98, 98a, 101 - DEN HAAG Oudste firma van dezen naam "I GEOPEND DEN HAAG "NIEUWBOUW 1931 a III III II I r

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 10