naai VarA4ndaaq
MAANDAG 20 APRIL 1931
DERDE BLAD PAG. 9
DE BZTEEKENIS VAN DE VERKIEZINGEN
VOOR DE PROVINCIALE STATEN
Men krijgt wel eens den indruk dat de
verkiezingen voor de Prov. Staten zien niet
in dezellüe belangstelling mogen verheu
gen als die van Tweede rvamer en Gemeen
teraad.
In de couranten kan men de Kamerver
slagen en de Gemeenteraadsvergaueringen
geregeld volgen, van de Prov. Staten hoort
men weinig of niets hetgeen wel verklaar
baar is, daar de Staten slechts twee zittin
gen hebben, nl. een voorjaarszitting,
thans liever gezegd een zomerzitting,
een najaarszitting.
Tooh onderschatte men het gewicht dezer
verkiezingen niet en wel om de volgende
reden.
Ie. Verkiezing der leden voo
de Eerste Kamer.
De leden van de Eerste Kamer worden
gedert 1848 door de Prov. Staten gekozen,
toentertijd uit de hoogst aangeslagenen in
's Rijks directe belastingen, maar tegen
woordig op basis van de etenredige verte
genwoordiging Hieruit volgt dus, dat de
Eerste Kamer eeu vrij getrouwe copie
vormt van de sterkte der politieke partijen
in de provinciale staten.
De Eerste Kamer, aanvankelijk bedoeld
als een bolwerk voor de Kroon, heeft te
genwoordig meer tot taak de door de Twee
de Kamer aangenomen wetsontwerpen en
verdragen nog eens aan een nauwkeurig
onderzoek te onderwerpen, voor overijling
te waken en zoo mogelijk na te gaan of de
voorgestelde wetten of de tractaten hun
weerklank vinden bij de meerderheid der
bevolking.
Het kan mogelijk zijn dat ondanks de
evenredige vertegenwoordiging een door de
Tweede Kamer aangenomen wetsontwerp
of tractaat toch tegen den zin of het rechts
gevoel van de meerderheid der bevolking
indruischt.
Men herinnere zich b.v. het verwerpen
van het wetsvoorstel tot afschaffing van
den zomertijd door de Eerste Kamer en het
verwerpen van het voorgestelde tractaat
met België inzake het verbindingskanaal
met Antwerpen.
Er zijn politieke partijen die de reden
van bestaan van de Eerste Kamer ontken
nen, maar het is een feit dat nooit een wet
of tractaat tot stand komt wanheer zij het
veto uitspreekt
De Regeering kan de Eerste Kamer des
poods wel ontbinden, maar dit heelt bij bet
tegenwoordige kiesstelsel weinig zin omdat
vrijwel van te voren berekend kan worden
hoe de nieuwe samenstelling zal worden.
Een ander geval was dit toen Dr. A. Kuy
per in 1904 de Eerste Kamer naar huis
zond toen zij het door de Tweede Kamer
aangenomen wetsontwerp ter regeling van
het Hooger Onderwijs verwierp.
Toen was inmiddels de samenstelling der
Provinciale Staten van politieke kleur vei
anderd en de minister-president kon erop
rekenen dat de Staten een rechtsche meer
derheid naar het Hoogerhuis zouden afvaai
digen, hetgeen ook geschied is, waarna de
wet op het Hooger Onderwijs tot stann
kwam.
Het gaat dus thans om de toekomstige
samenstelling van de Eerste Kamer en dit
alleen is reeds voldoende om in het geweer
te komen.
Men noemt dit, het stelsel eener getrapte
verkiezing, d.w.z. een verkiezing met trap
pen, waarbij de kiezers de statenleden et»
laatstgenoemden de leden der Eerste Kam ei
kiezen.
2e. Toezicht op, de belangrijkste
handelingen en besluiten der
gemeentebesturen
Al is een gemeente nog zoo groot, zij
moet aan een klein college, van 4 tot 6 le
den, de Gedeputeerde Staien, die het dage-
lijksch bestuur der Prov. Staten vormen,
met alleen linancieele rekening en verant
woording afleggen, maar ook zijn tal van
hesluiten aan ue goeukeunng van Gedepu
teerde Staten onderworpen.
Weliswaar is er in vele gevallen beroep
op de Krom mogelijk, maai dit neemt toch
mei weg dat de Geu. Staten zich er in eer
ste instantie mede bemoeien.
Toen <le gemeente Rotterdam enkele ja
ren geleden een huurverordening wilde in
voeren, werd dit door Ged. Staten belet en
de Krcon bevestigde dit
Wie belang stelt in een opsomming der
beslui .en die aan de goedkeuring van Ged.
Staten zijn onderworpen, leze art. 194 e.v.
der Gemeentewet eens door.
Het Nederiandsche volk staat thans op
het punt de voogden en opzieners der ge
meenten te kiezen.
3e. Het beslissen van diverse
geschillen.
Door bijzondere wetten (de wet op de
grondbelasting, de Lager- en Middelbaar
Onderwijswet e. a.) is aan Ged. Staten de
beslissing van speciale bestuursgeschillen
opgedragen en vervult dit college het arnnt
van administratief rechter.
4e. Het toezicht op bijna alle wa
terstaatswerken, waterschap
pen, veenschappen en veenpol-
dei's.
Niet ten onrechte worden de waterschap
pen vaak de kinderen der Provinciale Sta
ten genoemd.
De verschillende waterschapswetten (o.a.
de Keurenwet van 1895 en de Waterstaais-
wet van 1900) kenneu zoowel preventief als
repressief toezicht aan Ged. Staten tqe La.v
de door de waterschapsbesturen te maken
verordeningen.
Voor politieverordeningen, die de wet
meer speciaal keuren noemt, is altijd de
goedkeuring van Gedeputeerde Staten noo-
dig.
Het is niet mijn bedoeling de werkkring
der Provinciale Staten nog verder te gaan
beschrijven, maar alleen om de aandacht
te vestigen op het zeer uitgebreide terrein
waarop zij zich bewegen en het groote be
lang van deze verkiezingen.
Men zij dus niet lauw voor deze zaak,
doch ga zoo vroeg mogelijk ter stembus,
teneinde ook voor dit gewichtig deel van
ons staatsbestuur mannen af te vaardigen
die pal staan tegen revolutionaire ontbin
dende en demagogische bewegingen.
VAN DER PAUW.
AART VAN DER LEEUW t
De beleende dichter en prozaschrijver Aart
van der Leeuw, die in 1876 te Hof van
Delft werd geboren, is Vrijdag te Voorburg
overleden. Hij werd in 1902 aan de Univer
siteit van Amsterdam meester in de rech
ten, werkte eenige jaren als chef de bureau
bij de Levensverzekeringmaatschappij „Dor
drecht" en begon in 1908 zijn literaire loop
baan. Hij was 35- jaar toen zijn „Liederen
en Balladen" het licht zagen. Hij schrééf
verschillende verhalen tussohen 1914 en
1930. De Maatschappij der Nederiandsche
Letterkunde heeft hem eens den jaarlijk-
schen prijs van'duizend gulden toegekend
voor zijn dichtbundel „Het aardsche Para
dijs".
Dinsdag' half 3 vindt de begrafenis plaats
te Voorburg.
VOLKSHUMOR
HET BRANDENDE BLUCHER-
PALA1S
(Van onzen Duitsohen correspondent)
Het paleis van Fürst Blücher, onmiddel
lijk achter het Brandenburger Tor aan den
Pariser Platz gelegen, werd voor een be
langrijk deel een prooi der vlammen. Juist
enkele maanden geleden ging het statige
gebouw in Amerikaansch bezit over. Tegen
den niet geringen koopprijs van twee mil-
lioen dollar werd het door de regeering der
U.S.A. aangekocht als toekomstig gezant
schapsgebouw. In de hoogste étage had
reeds enkele jaren geleden de Amerikaan-
sche handels-attaché zijn intrek genomen.
Van de vroegere huurders bewoonden
slechts nog weinigen het paleis, zoodat de
meeste ruimten onbewoon-cl waren. De eer
ste verdieping, welke op den Tiergarten uit
ziet, werd thans nog bewoond door den ban
kier Herbert Guttmann en ook de „Genos-
sensohaft zur Verwertung musikalis-cher
Auffürungsrechte" had er haar bureau's.
Abusievelijk werd de brandweer naar Ho
tel Adlon gealarmeerd, hetgeen onder de
voorname buitenlandsche gasten midden in
den nacht groote opschudding teweeg
bracht Hotel Adlon ligt eohter aan de an
dere zijde van den Pariser Platz en wordt
van het Paleis Blücher gescheiden door de
Pruisische Akademie en het vroegere Adels
casino en de daarachter liggende tuinen.
Oberbrandmeister Gempp constateerdet, dat
de brand onder het dak was uitgebroken
en liet direct meerdere spuiten aanrukken.
Sedert den brand in het warenhuis Tietz in
■de Müllerstrasse beleefde Berlijn niet zulk
een grooten brand. Het paleis staat zoo,
dat het van allen kant met water bespoten
ikon worden. Aan den Pariser Platz werden
viér mechanische ladders benut, om de wa
terslangen naar boven te krijgen en aan
Fried rich Ebertstrasse maakte men van vijf
ladders gebruik. Ook van de daken der om
liggende huizen maakte men gebruik om
het vuur te blusschen. Pas na urenlanr
werken slaagde men erin, althans een ge
deelte van -cle bovenste etage te redden. De
verbinding tusschen den Pariser Platz
de Friedrich Ebertstrasse was door het
vuur vernield. Hier bevond zich de groote
ontvangzaal, welke tot de woning van den
Fürst Henckel-Denneremarck behoort Deze
Fürst Donnersmarck, meer beken-d als Gui-
do Henckel, was een der grootste finan-
cieele genieën uit de kringen der aristo
cratie en hield in den keizerlijken glanstijd
hier zijn recepties, waaraan ook door den
voormaligen keizer vaak werd deelgenomen
Hij had zijn Berlijnsohe woning met veel
smaak ingericht en in de groote ontvang
zaal hingen waardevolle gobelins, welke de
eerste echtgenoote van den Fürst, de mar
quise de Paiva, uit de vertrekken van haar
hotel aan de Champs Elisees naar Berlijn
had meegebracht Sedert het overlijden
van den ouden Fürst woonden zijn zoon
Fürst Guidotto en zijn broer zoo nu en dan
in het "paleis, maar met de enorme festivi
teiten van vroeger was het gedaan. De te
genwoordige Fürst leidt een teruggetrokken
leven. Met de waardevolle wandbekleeding
gingen Venetiaansohe spiegels en kostbare
meubelen verloren. De toenemende omvang
van het vuur vindt zijn verklaring in de
zware houten balken, welke volgens tradi
tie van den toenmaligen tijd overal werden
gebruikt. Het droge hout was een der groot
ste gevaren en de enorme hoeveelheid wa
ter, welke bij het bluschwerlc werd aange
wend richtte uitteraard ook veel schade
aan. Aan den Pariser Plateis de verdie
ping onder het dak en de tweede etage ge
heel leeggebrand en aan den kant van de
Friedrich' Ebertstrasse niet minder dan drie
verdiepingen.
Voortdurende ontploffingen wekten nieu
we opschudding en pas veel later kon men
vaststellen, dat 't hierbij om jachtmunitie
gin?, welke graaf Kraift—Henckel in een
ruimte had weggoborgen. Graaf Krafft Hen
cke' —TVnnersmarek keerde in den vroegen
ochtend juist van zijn slot Neudeck in Si-
lezië naar Berlijn terug en kwam geheel
onverwacht voor het brandende huis te
slaana Begeleid door eenige brandweerman
nen waagde hij zich in de brandende wo
ning, maar moest weldra inzien, dat hier
weinig legnnnen kon worden. Meer nog
dan a» kostbare meubelen in de receptie
ruimten, betreurde hij de kostbare Fran-
sche gobelins, welke voor hem een onherstel
baar verlies beteekenen.
Natuurlijk vroeg iedereen naar de oor
zaag van dezen geweldigen brand. Toen
bet vuil" crtaekl werd, had het reeds een
fijdteng gewoed. Hierdoor was het ondoen
lijk, de oorzaak neg precies vast te stellen.
Men geio. ft echt» r, dat het is uitgebroken
m de bureau-ruimten van den Amerikaan-
svben liai «Ibis-attaché. Men vertelt van een
kachel. die voor 't eerst sedert vele jaren
was aange'tgd en de mogelijkheid bestaat
d-rt hierbij vuur op het tapijt is gevallen.
Het Blücher'sche paleis bevindt zich of
ficieel nog in handen van de Zimdinische
Grunderwerbs-Aktiengesellschaft, welke aan
het Amerikaansche gezantschap een nota-
rieele offerte heeft gedaan. Ook al werd
het contract nog niet onderteekend men
houdt den koop voor perfect
Het paleis is verzekerd bij de „Berliner
Feuersozietat, welke verplicht is, het huis
in den ouden stijl te herstellen.
Aan het bluschwerk werd meegeholpen
door graaf HenckelDonnersmarck, bijge
staan door Frau von Thüna, de schoonzus
ter van Herbert Guttmann en Frau von
Maltzahn. de weduwe van den vroegeren
Duitschen gezant in Amerika.
Zoodoende kon men nog redden een be
roemd portret van Bismarok, geschilderd
door Lenibach, een portret van Fürst Gui-
do von Henckel, een werk van Kaulbach en
een kleine rest der gobelins. Een en ander
werd in Hotel Adlon ondergebracht.
Aan de geschiedenis van dit waardevol
bouwwerk aan den Pariser Platz moge het
volgende nog ontleend zijn: Toen de derde
Blücher von YVahlstatt, Gebhart Leberecht,
het huis zijner oudere verliet, om naar En-
geland te gaan, wijl de Duitsche zeden en
I gebruiken hem niet behaagden verhuur-
I de hij een deel van het enorme complex
aan het Oostenrijksch-Hongaareche gezant
schap, terwijl een ander gedeelte door den
toenmaligen graaf Guido Henckel, den la-
teren Fürst von Donnersmarck werd over
genomen. Fürst Blücher had nog slechts
financieele interessen voor zijn huis. Hij
leefde op het eiland Henn in het Engelsche
Kanaal en hild zich met kangoeroe's bezig,
j Toen Maart 1888 de oude keizer stierf en
i de stad Berlijn aan den Pariser Platz tri
bunes plaatste, van waaruit de gasten der
j stad de uitvaart van keizier Wilhelm I kon
den gadeslaan, eischte Fürst Blüoher
1 de stad een schadevergoeding van 1625 M.
j Hij beweerde, dat hij de vensters van zijn
I paleis hi'ertoe had kunnen verhuren en wil
de nu financieele vergoeding hebben,
j Zijn zoon, de vierde Blüoher, die even-
j eens de traditioneele voornamen Gebhard
Lbecrecht draagt, verkocht het vaderlijk erf
stuk 1922 aan Zimdin, en thans in Amedi-
ka denaturaliseerden Letlander, een vijand
der bolsjewiki, die zijn millioenen met wa
penhandel bij de witte gardisten in Siberië
heeft verdiend. Zimdin opende in het pa
leis zijn Centrale Bank, speelde een tijd
lang een toonaangevende rol in het Duit-
sclhe kali-bedrijf en was jarenlang de geld
schieter van de „keizerlijke Kreuzzeitung"
Hij leeft sedert enkele jaren in Amerika
en heeft door zijn grondstukonderneming in
December 1930 het paleis aan de Ameri
kaansche ambassade aangeboden.
Het langst van allen woont in het ge
bouw de familie van Fürst HenckelDon
nersmarck en juist deze had het zwaarst te
lijden onder den enormen brand.
Gemengd Nieuws*
ERNSTIG MOTOR-ONGELUK
Een doode; twee gewonden.
Zaterdagmiddag had op den Enschede-
schen Straatweg een ernstig motorongeluk
plaats.
Terwijl de motorrijders, de gebroeders S.,
uit Hengelo in de richting Enschede reden,
kwam een wielrijder, ter hoogte van de ket
tingbrug uit een zijweg links van de straat.
De motorrijders wilden eveneens links uit
wijken en kwamen tegen een boom terecht
met het gevolg, dat een der gebroeders S.
zoodanig gewond werd, dat hij spoedig over
leed.
De andere berijder bekwam beenbreuken.
De wielrijder kreeg een hersenschudding.
De overledene werd naar het R.K. Zieken
huis te Hengelo vervoerd. De beide anderen
werden naar Enschede gebracht.
DOODELDKE MIJNONGELUKKEN
Op de staatsmijn „Hendrik'» ia een motor
uit elkaar gesprongen waardoor de 38-jarige
arbeider Sch., vader van vyf kinderen, op slag
is gedood. In de mijn Anna II is de arbeider
T. H., uit Nieuwenhagen in een schacht geval
len en onmiddellijk gedood.
GEVAARLIJKE HEISTELLING
Te Amsterdam Is door de Arbeidsinspec
tie een ondeugdelijke heistelling in ge
bruik op een bouwwerk in de Groote Wit
tenburgerstraat afgekeurd. Een der bec-
nen van de stelling was zoo slecht, dat
groot gevaar bestond "voor Instorten.
In overleg met het Gemeentelijk Bouw
toezicht is daarop het bouwwerk stilgelegd
AKELIGE VONDST.
Nabij Urk is uit de Zuiderzee In een ha
ringfuik het l(jk opgehaald van den 21-jarigen
Urker visscher Sjoerd Pasterkamp, die den
16en Januari j.L overboord geslagen en ver
dronken is.
PLUIMVEE IN VLAMMEN.
Bij den pluimveehouder Huurneman te
Oud-Eibergen (Gld.) raakte een petroleum-
kunstmoeder in brand, waardoor een groot
kippen- en kuikenhok, bevolkt met 100 kip
pen en 100 kuikens, een prooi der vlammen
werd.
In deze omgeving is dit reeds de derde
brand in twee weken tijds, veroorzaakt door
een petroleum-kunstmoeder.
BRANDSTICHTING
Te Amersfoort is de 26-jarige L. gearres
teerd. Hij bekende brand te hebben gesticht
in het bosch „Nimmerdor" aan den Arn
hemschenweg bij de chocoladefabriek
„Walden". De brand werd door brand
weer en particulieren spoedig gebluscht.
DE OUDSTE NOTARIS OVERLEDEN.
Te Tiel is in den ouderdom van 85 jaar
overleden Mr. H. J. A. van Heumen, notaris
aldaar.
De overledene
land.
Elch wat Wil5_l1
UIT DEN HEKSENTIJD
Van den heer B. te D. ontvingen we nog
een bijdrage voor dit hoekje, waaraan we
eveneens plaats verleenen.
In den tijd der heksenproL ron regeerde
aan den Rijn een goedaardig en verstandig
vorst, die de speurwoede zijner ambtenaren
naar tooverij zooveel mogelijk temperde.
Temeer daar hij zeer wel wist, dat him
ambtsijver vaak voortsproot uit hebzucht
naar de goederen der veroordeelden.
Eens bezocht hij een stadje in zijn gebied,
dat in bijzonder kwaden reuk van tooverij
stond. Al spoedig na zijn aankomst werd
hem dan ook een lijst aangebodien met 12
namen van vrouwen, wegens hekserij ten
vura gedoemd.
De magistraat meende Zijn Genade niet
beter te kunnen vereeren, dan door de straf
in zijn tegenwoordigheid te voltrekken. De
vorst kon dan meteen de goederen der var
oordeelden als reispenning in zijn zak
steken.
Maar Zijn Genade had zoo'n haast niet
Hij verlangde eerst persoonlijk de veroor
deelden te verhooren. Zoo geschiedde en wat
bleek nu? Enkelen hadden maar bekend uit
vrees voor pijniging erger dan de dood. En
de rest der beklaagden bestond uit kindsche
oudjes, die maar wat staan ijlen hadden.
Vrijspraak volgde terstond.
Een der vrouwspersonen echter, k>en mooi
jong meisje, maar met wat ingezonken
oogen en verwilderd uitzicht, verklaarde,
verlegen naar den grond starend, ronduit,
dat zij vrijwillig en naar waarheid erkend
had een heks te zijn.
Op d\3 vraag van den vorst, van wie ze dan
toch wel de kunst geleerd had, gaf zij ten
antwoord: „Van een overleden buurvrouw,
die mij een pot met tooverzalf nagelaten
heeft"
„En", onderzocht de vorst verder, „zou je
me wel eens een proefje van je bekwaamheid
toonen willen?"
„Welzeker, Uw Genade", gaf ze toe, „zoo
't u slechts gelieve mee naar m'n woning te
gaan. Hier kan dat niet"
Ze kreeg haar zin en gevolgd door den
vorst met wat ambtenaren en geestelijken,
trad ze onder politiegeleide naar haar wo
ning.
Daar liet men haar ongehinderd haar gang
gaan. Zij haalde uit een bestoven kastje
een smullig smeerpotje voor den dag, smeer
de wat van 't potjesvet onder haar oksels,
onder den neus. langs de slapen, greep een
bezemsteel voor stokpaardje, prevelde een
paar woorden zonder slot of zin, maakte
vlak bij den schoorsteen een kringsprong
als een hond naar zijn staart en viel voor
den vloer in een vasten slaap.
Verbaasd zagen de aanwezigen toe in
spanning, waar dit alles op uitloopen zou.
Na twee volle uren ontwaakte zij. sprong
met een wip overeind en vroeg, of m«n haar
niet in en uit den schoorsteen had zien
vliegen.
De vorst hield zich van ja. En vorschte,
waar ze geweest was en wat ze gedaan had.
Nu, ze had heel wat te vertellen. Ze was
vele mijlen ver gezweefd naar een plaats,
waar ze geweldig gedanst had. Ze voelde 't
nog in haar beenen. De dansmeester was
een man geweest met zwarte baret en een
keten om den hals.
„Kijk, hij soms?", onderbrak de vorst, en
wees op een der rechters, een echte heksen-
brader.
„Ja", verklaarde ze, „dat is 't ie, ik kan
er een eed op doen."
„Dat hoeft niet", lachte Zijn Genade,
„vertel nu maar, wat je op je terugtocht
hebt uitgespookt"
,,'k Ben", ging zij voort, „tegen de mast
van een Rijnschip aangevlogen, dat het bijna
zonk. Kijk maar, ik heb er nog een buil van
aan mijn hoofd", en ze wees op het blauwe
bewijs van haar aanraking met den
vloer.
De vorst liet haar nog even doorijlen, maar
achtte, toen ze eindelijk zweeg en stond met
neergeslagen oogen, zijn tijd van spreken
gekomen. Kalm voerde hij haar tegen: „AI
je vertelsels berusten op inbeelding. Je hebt
hier t-vee uur in de kamer liggen slapen en
alles gedroomd. Is 't niet zco heeren?" En
ja, de heeren bevestigden het.
Maar nog scheen ze niet overtuigd. Daarom
liet de vorst een hond halen en wat van de
zalf onder den neus smeren. Het dier viel
terstond neer en strekte de pooten recht van
zich alsof het dood was. Geschokt in haar
dwangvoorstelling luisterde het meisje, één
en al verslagenheid, naar één der geeste
ken, die haar, op verzoek van oen vorst,
vermaande, dat zotte bijgeloof te laten varen
en liever hart en leven te richten op het
zoeken van dien God. die innerlijk rijker en
gelukkiger maken kan dan alle tooverzalven
ter wereld.
Radio Nieuws.
sein. 8—8.15 Gi
de Koninklijke
dam van Verdi's Requiem, m het Concertgebouw
te Amsterdam. Solisten: Jo Vincent, sopraan;
Suze Luger, alt; Louis van '.uider, tenor. u-
lem Kavzlll, bas. orkest Het Conecertgebouw
orkest Dirigent: Hubert Cuypers. In de pauze:
Spreker Dr. Ir. H. G. van Beusekom. te '-Gra-
venhage. Onderwerp: „Gandhl bö het kruis van
Christus".^ Na afloop: Persberichten van Vaz
KRO. fr9.15 Morgencoflcert 1111.30 Ura-
mofoon. 11.3012 Godsdienstig Halfuurje. 12
Tfldseln. 12.01—12.15 Politieberichten. 12.15—
1.45 Lunchconcert 1.462 Gramofoon. 23
Vrouwenuurtje. 3—4 Verzorging van den zen-
der. 46 Gramofoon. 66.80 Spreker. 6.3U6.4ö
Verbondskwartlertje. 6.457.15 Cursus In Sc^rirt
verbetering. 7.15—7.45 Muziek. 7.458 Politie
berichten. Vanaf 8 uur geruild met NCRV.
HILVERSUM (298.8 M.) AVRO. 8 Tpdseln
8.01—9.50 Gramofoon. 10 Tijdsein. 10.01—10.15
Morgenwijding. 10.3012 AVRO-kwartet 12.01
Gramofoon. 22.S0 Rustpoos voor het verzor
gen van den zender. 2.30—3 Kamermuziek. 31
Knipcursus. 44.30 Piano-studie-muzlek. -.30
5 'Radlo-KInderkoorzang. 65.30 Lezing van een
„Vorst van Geleen". 8.35—9.40 Coi
10.05 Lezing. 10.0510.15 Nieuwsbt
11 Concert 1112 Gramofoon. 1
8.1a8.85
ir. Leurkens
>p den titel
DE KWESTIE VOGT—VERBIEST
De commissie, bestaande uit de heeren
Prof. Mr. C. W. de Vries, voorzitter, Mr. B.
de Gaay Fortman en Mr. C. P. M. Romme,
door Dr. J. Th. de Visser samengesteld, naar
aanleiding van het verzoek van den heer W,
Vogt om een onderzode in te stellen inzak»
de beschuldigingen tegen hem door den heer
J. Verbiest in „De Gelderlander" geuit, heeft
haar rapport aan Dr. de Visser ingediend.
Deze is voornemens dit in den loop der vol
gende week te publiceeren.
NIEUWE AVONTUREN VAN MIJNHEER PIMPELMANS
s de oudste notaris in ons
71. Karo neemt met de trap de vlucht,
Heer Pimpelmans hangt in de lucht
En wondt door 't water flink besproeid,
Dat langs zijn mouw naar binnen vloeit;
Zijn pak staat bol; met stralen spuit
Het nat zijn broek en mouwen uit!
72. Daar schiet de haak er uit, o wee!
Hoer Pimpelmans gaat naar benêe!
Hij valt o jongens, wat een ramp!
Juist boven op de mooie lamp!
En van den schrik gooit Willemijn
Ook nog de kopjes kort en klein!
(Wordt Woensdag vervolgd.)
TWEE ENTHOUSIASTEN
Naar het Engelsch van
EVELYN EVERETT—GREEN
Door J. VAN ZUYLEN
Maair Beatrice, met all haar steu-ke sym
pathie ivoor bepaalde gevallen vain nood en
zorg, ontbrak dat medelijden, 't w-eik cle
«grootste bekoring varn sommige vrouwen
fe, en dat bij amderen den wensch doet ont
staan om ven-trouwen im hen te stellen en
tot hen te komen om terechtwijzing er.
raad. Erica bezat die gave, welke aan Bea
trice ontbrak. Aam haar wenden heel wat
mcdiediecllngen toevertrouwd," die aan de
einder nooit gegeven zouden zijn Het scheen
soms zelfs, alsof juist de schoonheid, en
glans en vrooQijke vriendelijkheid varn het
hart, die Beatrice zoozeer karakteriseerden,
haar met een harnas omkleedden, waar te
gen alle gedachten vam zorg of pijnlijke
verrassingen terugkaatsten, zonder dënr te
dringen tot haar wezenlijk begrip. Ze nati
opgewekte woordjes voor elke gelegenheid
en een open hand om stoffelijke nood tp
lenigen, maar het orgaan voor een opr-echt,
hartelijk m-ee-lijdien bezat ze niet Haar
sympathie zetelde meer un het verstand
dan in het hart, en, tenzij de moeilijkheden
door geld waren te overwinnen, stond zij,
practisch gesproken, hulpeloos.
Zoo kon Erica, niet in 6taat haar hart tp
ontlasten, slechte hopen, dat haar indtmik-
ken onjuist waren, en ze kon slechts ver
trouwen, dat de weg in die toekomst zooi
worden geëffend en dat zij nooit dr» om-
zaak zou zijn van moeate en verdriet in
het leven van haar, dlie zij zoo oprecht liel
had.
Wat Beatrice betreft, voor haar was het
in waarheid kaèm weder; de zon scheen
onophoudelijk op haar kleine wereld, gedu
rende die p.nachtiige herfstdagen, en, zooals
gewoonlijk, was ze vol van plannen en ont
werpen om het geluk van anderen te ver-
Zij had het ietwat doorzichtige geheim
van Jack, dien zeeman, den eersten avond
van zijn aamkoant al geraden, en reeds lamg
had ze zijn vertrouwen gewonnen, en hij
had haar de gansche geschiedenis van zijn
teedietre gevoelens ivoor Louise verteld. Zij
kon sympathiek genoeg zijn; niemand was
er liever dan zij, in gevallen waarin alles
voor den wind ging, en vooral als ze een
soort van goede fee kon wezen, en een
handje kon helpen aan den gewenschten
gang van trouwe liefde. Het was in geval
len waarbij meer teere moeilijkheden reizen,
waar meer tegenstrijdige factoren met el
kaar in conflict kwamen, waan- iels moei
dan vriendelijke hulpvaardigheid n->odig
was, dat Beatrice te kort schoot. Maar Jack
zag geen enkel gebrek in haar. Voor hem
bleef ze de too veneres, zooals hij haar bij
bun eerste ontmoeting had genoemd. Hij
stelde zich haar altoos voor In een soort
van sprookjesland, als een koningin h-eer-
schenda te midden van Licht en bloomen.
Hij vertrouwde volkomen, dat alles goed
zou gaan, wanneer zij zijn zaak in handen
zou nemen.
„Het begon, toen we nog echte kinderen
waren", zei hij, me een Moe op zijn ge
bruinde wangen. „Tenminste, ak zorgde
altoos ivoor haar en dik geloof wol, dat zij
van mij hield. Toch heb ik nooit een woord
tegen haar gesproken, maar ik geloof, dat
ze het toch wed begrijpt. Ik was gewoon
haar boodschapjes te zenden door Jill, en
ze zond me altoos een antwoord, en ik
schreef haar op haar geboortedag en met
Kerstfeest, en zij deed hetzelfde. Ik was
eigenlijk een beetje bang voor den ouden
Sir Percivai, of60hoan hij een keurige oude
heer was, en er van hield aJ het nieuws
von die zee te hooren; daarom noodigde hij
me soms wel eens te dlineeren, om alles te
weten, wat dik te vertellen had. Hij wist
echter niet, dat ik een oogje op Louise bads
en ik zou het hem noodt hebben durven
zeggen. Bovemdiiien dacht ik, dat ze heel rijk
zou worden en ad die dringen meer; maar
Jlil zegt, dat ze dat niet is, en ik ben o zoo
blij dat te hooren. Ik zou nriet graag 'n erf
dochter willen trouwen; maar als Louise
mriiet veel meer heeft, den ik in mijn positie
kan halen, zie ik niiet in waarom me dat
moet afschrikken; viiruJt u ook niet?"
„Dat behoeft het ook niet, en evenmin
iets andere. Louisa is een heel lief meisje,
Jack, en ails je haar hart gewonnen hebt.
bezit je een schat. Waarom maak je geen
eind aan al drie onzekerheid?"
Jack keeik vrij ernstig.
..Dat :"6 de kwade kant van de 'marine
het is geen Dlaat6 voor vrouwen. Offici-ere-
vrouwen hebben daardoor een slechten tijd
denk ik 'vaak; en Louise schijnt niet sterk
genoeg om er zich op een vreemde plaats
goed doorheen te slaan, zelfs al kon ik haar
daar bijstaan, en de mogelijkheid bestaat
toch om voor ©en paa.r jaar ergens heen
gedirigeerd te wooden. Het eohijnt me nau
welijks recht van een man om zooi ets te
vergen. Soirns sta ik ain tweestrijd of ik maar
niet weer weg zal gaan zonder een woord
te zeggen".
J31oó Jan...." begon Bee tri oe, lachende,
maar hij viel haar snel in de rede.
„Dat is het niet precies. Ik geloof, dat ze
wel wat om mie geeft, maar...."
Nu was het Beatrice's beurt om in die
rede te vallen.
„In dat geval heb je werkelijk geen keu
zo. Als ze van je houdt, is het minste wat
je doen kunt, haar precies te vertollen hoe
de zaken er met je bij staan, en te zien o.'
zij de moeilijkheden van het leven, dat jo
haar kunt aanbieden, zal willen dragon".
In zijn oogen kwam een licht van hoop
en verwachting.
„U hebt gelijk, juffrouw Cbolmond, u
hebt gelijk. Ik zal zeggen, wat me op het
hairt ligt, en dan kan ze voor zichzelf oor
dealen. Maar wat zou haar broer er van
denken? Hij was altoos zoo dol op Louise"
„Ais hij haar liefheeft, za,l hij gaarne
haar geluk verzekerd zien. Ik geloof ntel,
dat je bang behoeft te wezen voor Sir
j „Maar hjj zal haar zoo missen. Hij zal
niemand anders hebben, om zijn huishou-
!i den te besturen".
Beatrice laohte hartelijk.
..Miin beste jongen, je bent toch niet van
nlan Louise op «taanden voet te trouw-inV
'e zegt zelf, dat je voor 't oogonblik alleen
nog aan een engagement denikt, on met
trouwen wilt wachten minstens tot na je
°erstvolgende reis. Daar heb je groot gelijk
in, want je bent beiden nog jong, en het is
altoos het beste voorzichtig te zijn. Ouige
twijfedd zal Sir Raphael in staat zijn, tegen
drien tijd zijn zaken naar eigen genoegen ie
1 regelen. Ik denk niet, dat hij je Louise om
|dle reden zou weigeren".
Jack onderging den invloed van haar
viroolijkbeid en lachte ook.
„Neen, ik verwacht ook niet, dat hij dut
doen zou", zei hij. „Ik zal mij aan uw raad
houden, juffrouw Cbolmond, en geen tij-a
mieer verliezen. Ik beschouw u zoo'n beetje
alls een sprookjesachtige peettante".
Beatrice vond h-et met het oog op een be
paald doel wol aangenaam de rol van
sprookjesachtige peettante te vervullen
voor deze gelief dien, die zij onder haar spe
ciale bescherming had genomen. Ze begon
een onderzoek in te stellen op verschillen
de plaatsen naar die wagen, dèe er open
stonden voor zeelui, die de KonmklijKe
Martne wilden verlaten en iets wilden aan
pakken, dat meer samenging met de genoe
gens va-n den huiselijken haard.
Ze bevond, dat de kustwacht open stond,
en een inspecteurschap van reddiinysSoolen
scheen e»en andore goedie weg om de tegen
strijdige belangen te vereenigen. Beatrice
kon wel ©enigen Invloed uitoefenen, even
als Sir Raphael, met wien ze later eens
raadpleegde, en ten slotte werd besloten,
dat Jack nogeens voor twee jaar naar zee
zou gaan, en dan zijn ontslag zou nomen
en naar een van die baantjes sol!icitoeren,
en zich gemakkelijk zon inrichten als een
eenvoudig getrouwd man.
Louise straalda va-n blijdschap, toon hat
plan haar voor 't eeret werd ontvouwd.
„Het is alles het werk van juffrouw
Cbolmond!" riep Jack, in een vervoering
•van oprechte dankbaarheid. „Je we«t niet,
hoeveel we aan haar te danken heb ten,
Louise. Zij is onze beste vriendin gnve-esl
van het eerste oogenbl'ik af, tot nu toe. Ajs
er meer van 'haai- slag in de wereld waren,
zou het en- anders uitzien dan nu".
„O, Jack, Jack! Wat een akelige vleier
ben jij!" riep Beatrice lachend. „Lcruise woet
wel beter!"
„Kent jou beter, m-iesohien", antwoordde
het meisje, haar hand nemende en die te
gen haar wang dirukkend, „en zoo weet ze
welk een goede vriendin je voor me bont
geweest van 't begin af een. Een zuster
kon niet meer gedaan hebben".
Een blosje kwam op Beat-rice's gezicht,
terwijl ze zrioh voorover boog om Louise te
kussen.
„Ik denk nriet, det een zuster meer van
.je zou kunnen houden, lieve kind ze; ze,
met meer teerheid, dan men van haar ge
woon was. „Ik hoop, dat je heel, heei erg
gelukkig zult zijn".
„Daar ben ik zeker van; even geiukkig
als jij, lioop ik. En ik beschouw jou altoos
als een soort van personificatie vaA het
geluk".
„Ik geloof, dat ik dat ook ben", antwoord
de Beatrice, terwijf ze wegliep, niet een
stralenden Inch op de lippen.
„Ik begrijp maar niet. Louise", zti Jack
iai rondborstige zeemanstaal, toen de deur
achter haar gesloten was, ,.hoe het mogelijk
is. dat Raphael tviet verltefd on haar ia. Bon
je zeker, dat het niet zoo i6?"
..Even zeker als tk kan wezen van a!!.-«,
wat hij me niet met zooveel voor ten he-Mt
verteld. Ik heb er me soms zelf ,-x- ver
wonderd en toch BPlonf ik, l.it k ie
reden begrljji. Roven'Men. heb je n m niets
opgemerktHij denkt om niemand andere
dan om Erica Grey".
Jack trok zijn wenkbrauwen op.
„Is dat zoo? Het is een aaraag meisje,
(Wordt vervolgd