DINSDAG 7 APRIL 1931
TWEEDE BLAD PAG. 5
BOND VAN J. V. OP G. G,
AFD. UTRECHT
In het Bondshotel te Abcoude
Tweeden Paaschdag de jaarvergader
houden van de afdeeling Utrecht van den
Ned. Bond van J. V.'s op Gercf. Grondslag.
De vergadering werd geopend met het
openingswoord van den voorzitter, den heer
N. Bos, getiteld „Let op den wissel".
Spr. verwelkomde allereerst de J. V. te
Abcoude die de afdeeling op dezen dag
ontving en den heer Stap uit Amersfoort,
die het Hoofdbestuur vertegenwoordigde.
Spr. merkte vervolgens op, dat er heden
ten dage verschijnselen zijn, die ons doen
vragen, waar moet het heen?
Wilt ge zekerheid hebben, let dan op den
wissel, die onzen trein in de goede rich
ting zal leiden. De richting van veertig ja
ren geleden was goed en is ook nu nog het
goede spoor voor onzen Bond.
De wissel is nog steeds niet omgegooid.
Afdeeling Utrecht is sterk vooruitgegaan
en dit stemt daarom tot vreugde. Hier en
daar zijn echter symptonen die ons nopen
tot waakzaamheid. Men wil den wissel om
werpen. Dat wordt door enkele jongeren
gewenscht en door hen die zich op willen
werpen tot jeugdleiders, gepropageerd.
De J. V. moet blijven opvoedings-instituut.
Wii mogen geen sport opnemen in on?
werk, omdat dit de taak van de .T. V. niet
het met onze Gereformeerde Jeugdvereeni-
gingen gedaan.
Daarna werd 't jaarverslag van den secre
taris. dat in het Jongelingsblad was afge
drukt, goedgekeurd. Eveneens het finan-
tieel jaarverslag. Er was een batig saldo
van ruim tweehonderd gulden. In de vaca
ture N. Bos werd tot Hoofdbestuurslid ge
kozen de heer A. Kuiper uit Utrecht.
De secretaris, de heer C. D. Combre Jr.
sprak daarop bet scheidend Hoofdbestuurs
lid. den heer Bos toe, die sinds 1S9S Bonds-
bestuurslid is geweest. Spr. bracht namens
de vergadering een woord van dank voor al
den arbeid, die den heer Bos verricht heeft
voor den Bond. Spr. wenschte hem tenslotte
een lichtenden levensavond toe.
Spr. richtte zich vervolgens tot den heer
A Kuiper, die hij toewenschte een evengroot
verantwoordelijkheidsgevoel als zijn voor
ganger.
De heer Kuiper dankte den secretaris voor
de vriendelijke woorden tot hem gericht.
Besloten werd de jaarvergadering in 1932
te Doorn te houden.
Ds. W e s e 1 s, Geref. Pred. te Abcoude,
sprak namens den Kerkeraad van Abcoude
een woord van welkom tot de vergadering
De heer A. Kuiper hield daarna een refe
raat over:
„Caricatuur en Werkelijkheid"
Spr. zet eerst uiteen, wat wij onder carica
tuur verstaan: verwrongen werkelijkheid.
Eén enkele eigenschap of één enkele gebeur
tenis wordt in de caricatuur abnormaal,
overdreven voorgesteld.
De waarde van deze spotteekening is vaak
zeer groot. Voor de „lijdende" voorwerpen
heeft ze de?e waarde, dat soms buitengewoon
duidelijk op een fout gewezen wordt, maar
ook toont de teekenaar nog vaker, hoe hij
zich vergist in de personen en zaken, die hij
onder handen heeft genomen.
Nadrukkelijk is af te keuren, wanneer een
tcekenaar zijn caricatuur geeft met de stille
hoop, dat men deze verdraaide werkelijkheid
zal aanvaarden als niet verdraaide werke
lijkheid. Dat is leugen.
Spr. beziet nu een drietal beschouwingen
over moderne jeugd en moderne cultuur.
Uitgaande van boeken van Ben Lindsey en
Heering en van een rede van Dirk
Coster, laat hij zien, hoe deze drie elk op
eigen wijze een caricatuur van de jongeren
hebben geteekend, hoe nobel ongetwijfeld
hun bedoelingen zijn geweest.
De geestelijke nood van onze cultuur is
ontzaglijk groot. Spr. noemt enkele ver
schijnselen van deze cultuur, waar bijna
geen plaats meer wordt gelaten aan diep
bezonnen Christelijk Godsdienstig leven. De
principieele voorbereiding der Christenjonge
ren, een periode van intens bidden en wer-
vraagt al meer aandacht, al meer toe
wijding. Onbegrijpelijk is, hoe er nu men-
schcn zijn, die probeeren uit te vorschen, óf
we wel genoeg hebben aan catechisatie
aan H.B.S. lessen e.d. Zoo diep moge
lijk de principieele bezinning! En wie dan
tijd over heeft, die kan kiezen tusschen
sport, turnen, reciteeren en wat ook meer.
Daarna besprak spr. ónze jongeren en
ónze jeugdvereeniging. Wie oppervlakkig
luistert, hoort en leest niet anders dan lof.
Maar wie scherper oplet, bemerkt, dat er een
breede groep van ouderen is, die oordeelt,
dat de opzet van ons vereen, leven noodzake
lijk moet veranderen.
Enkelen van die ouderen hebben van onze
bond en vereen, een buitengewoon interes
sante caricatuur ontworpen waarin een al
lergrappigste teekening van leiding, leiders,
vergaderingen, jongeren en leermethode de
aandacht trekt
Spr. waarschuwt, dat men deze caricatuur
niet verwart met de werkelijkheid. Was de
ze spotteekening juist, dan waren we niet
bij elkaar zooals we nu bij elkaar zijn. Spr.
sprak daarna over leiding en arbeids-
methode.
Als ge onder de voet geloopen wordt, dan
is dat te wijten aan uw eigen verslapping
onkunde, waarschuwde spr.
Zoolang gij, alleen aanvaardend de beslis
sende leiding van Gods Woord en van Zijn
Geest, trouw blijft doorwerken, om een
krachtige principieele voorbereiding te ver
krijgen, zóó lang behoeven wij geen enkele
caricatuur te vreezen.
Jonge Calvinisten, let op uw zaak
(Applaus).
MIDDAGVERGADERING
„Kerk
i Vrede"
aan de hand van de volgende schets:
Onder „kerk" moet men in dit verband
verstaan het georganiseerde godsdienstige
samenleven, dat zich stelt op den bodem van
het verlossingswerk van den Heere Jezus,
zooals God dat in Zijn onfeilbaar Woord ter
kennis der rnenschen heeft gebracht.
Onder „vrede" wordt hier verstaan de toe
stand van rust, als waarvan o.a. sprake is in
Jozua 11 23 e.d.
Deze toestand van rust, van vrede mag
geen doel in zichzelf zijn, maar alleen be
geerd worden als vrucht van de heerschap
pij van het recht (zie o.a. Jesaja 32 16—18
e.d.).
Macht en geweld zijn in principe alleen
aanvaardbaar ter handhaving van het recht.
De rechtshandhaving is als regel in han
den der Overheid gelegd.
Ter vervulling van die plicht moet de Over
heid in deze zondige bedeeling de beschik
king hebben over een machtswapen, om niet
alleen binnen haar regeeringsgrenzen hand
havend op te kunnen treden, maar ook tegen
over elke aanranding van het volksgeheel
van buiten af.
Het bestaan van een dergelijke goed func-
tioneerende gewapende macht werkt èn bin
nen de grenzen èn tegenover andere natiën
preventief. Het ontbreken ervan lokt op bei
de terreinen de aanranding der te bescher
men goederen uit
Een beroep op Mattheüs 5 39 e.d. ter ver
dediging van een houding van weerloosheid
tegenover elke gewelddadige zónde-openba
ring stelt eigenmachtig het recht achter bij
de ethiek terwijl beide door God in het men-
schetileven naast elkaar zijn gesteld.
De kerk bevordert den vrede indien zij
door haar prediking en andere activiteit, als
mede door het leven harer leden, persoon
lijk en gezamenlijk, de rechtsgedachte als
cement van de samenleving versterkt.
De vrucht van deze houding der kerk moet
zijn, dat de christenen met gebed en daad
steunen elk streven naar verhoogd rechts
leven tusschen burgers en tusschen volke-
Ecn vredesactie, die haar kracht bij voor
keur zoekt in het opwekken eener natuurlij
ke afschuw voor al de ellende, die aan oor-
logs- en ander geweld is verbonden, kweekt
oppervlakkigheid en raakt-de kern van het
vraagstuk niet
Een beweging „Kerk en Vrede", die niet
onverzwakt voor de kerk vasthoudt aan
haar Schriftuurlijk Christocentrisch karak
ter, en die den vrede zoekt ook als doel en
niet alleen als vrucht van het recht, ver
loopt in humanistische machteloosheid en
kweekt wanorde.
Hierop volgde een breede discussie.
Ds. W e s s e 1 s van Abcoude sprak „een
slotwoord over Zekerheid".
Bij ons is zoovaak een tekort aan zeker
heid des geloofs.
Spr. legde vervolgens 3 vragen in het mid
den der vergadering, ten eerste wat is zeker
heid?, ten tweede welke moeilijkheden wor
den aangetroffen op den weg naar de zeker
heid des geloofs en ten slotte: welke is de
veilige weg naar de zekerheid des geloofs?
Zekerheid des geloofs is alleen te verkrij
gen door het Woord Gods dat absoluut be
trouwbaar is.
Daaraan kan de mensch zit vastklemmen
in de levensbranding.
In die zekerheid voelen jongeren en oude
ren zich één.
Wij nemen aan op gezag van God en niet
op gezag van onze voorvaderen.
Onzekerheid van het geloof is zonde en
onteert God. Wi j moeten uit vurige liefde tot
Jezus onze harten openzetten voor
geestelijke.
Houdt vol in het zoeken van Jezus en de
levenspraktijk van onze medechristenen, die
vaak zoo tegen de borst stuit, zat niet meer
doen vertwijfelen.
Wanneer wij dan vast houden aan Gods
onfeilbaar Woord, dan worden we rnenschen
Gods!
Uit de Antirev. Partij.
ANTI-REV. KIESVEREEN. TE AMEIDE.
Door de A.-R. kiesvereeniging „Nederland
en Oranje" werden op de candidatenlijst voor
de a.s. Gemeenteraadsverkiezing de volgen
de namen geplaatst: 1. N. Streefkerk (aftr.),
2. A. de Kruijk Czn., 3. Chr. Will, 4. J. van
der Hek, 5. C. Labrie, 6. L. Verheij Jaczn.,
7. N. den Oudsten, 8. C. van Gent, 9. A. Ver-
maat, 10. A. F. Kool, 11. C. de Jong en 12.
L. Weeda.
De aftredende heeren B. Streefkerk en A.
G. van Gent wenschten geen herbenoeming
meer te aanvaarden, gezien hun hooge leef
tijd.
ANTI REV. KIFSBVEREENIGING TE EDE.
Da A.-R. kiesvereeniging tc Ede heeft'voor
de verkiezing van leden voor den Gemeente
raad de volgende candidatenlijst opgemaakt:
1. Mr. A. van der Deure; 2. J. A. Eygenraam,
3. D. Pereboom; 4. C. Jochemsen; 5. P. Brand;
6. J. Tulp; 7. H. Bleyenberg.
PADVINDERS LEGER DES HEILS
AFDEELING ZUID-HOLLAND
VAN HET N.J.V.
ZILVEREN RAADSLID-JUBILEUM
VERGADERING TE DORDRECHT
De groote zaal van Kunstmin te Dordt was
geheel gevuld met jonge rnenschen, die
op den Faaschmaandag lust gevoelden om
afdeelingsvergadering saam te komen.
Onder de aanwezigen bevond zich ook de
Dordtsche vriend van het N. J. V., onze bur
gemeester.
Precies 10.15 uur liet de voorzitter, de heer
J. A. Amesz, van Rotterdam, den hamer
allen en verzocht de opgekomenen staande
te zingen couplet 2 van lied 109, waarna de
heeren W. Barnard en Monquil eer.
piano- en vioolstuk deden hooren. Dan gaat
Ds. J. K. F. M a n t z, van Rotterdam (Char-
voor in gebed. Onmiddellijk daarop
gaat deze over tot het spreken van zijn
wijdingswoord.
Spr. leest enkele verzen uit Luk. 23.
Paschen is voor dezulken, die zeggen kun-
?n in beslistheid: ik weet: mijn Verlosser
leeft. Paschen is een nieuwe kans voor de
ïuwigheid en schept nieuwe mogelijkheden
Spr." illustreert dat met de geschiedenis
van de Emmaüsgangers.
De strijd, om geestelijk te bestaan, is te
genwoordig zoo hang en moeilijk.
Ook de Emmaüsgangers kenden hun strijd
midden daarin komt er Kén: om tot hpt
licht te komen, moeten we eerst de duister
nis kennen, en om de kroon te bereiken
noeten we eerst kruisdragers worden. Spr.
zou iedere C. J. NL V.-er willen noemen:
kroonpretendent. Maar dan zal ook hij kruis
drager moeten worden. Christus wil de
kracht geven om kruisdrager te zijn.
Gezongen wordt couplet 1 en 2 van lied
110.
Hierna spreekt de afdeelingsvoorzitter, de
heer Amesz ziin
Openingswoord.
Spr. heet allen welkom. Spr. schat het aan
tal personen, dat thans aanwezig is. op
ruim 10Ü0. Speciaal heet spr. burgemeester
De Gaay Fortman hartelijk welkom
Dan heet spr. ook Ds. Mantz welkom en
den heer Van Vliet, uit Rotterdam, die Dr.
Leibrand vervangt, daar deze afwezig is, en
den heer Dr. Broekmeijer.
Op 's voorzitters verzoek spreekt burge
meester de Gaay Fortman een ienkel
woord. Het is spr. een genoegen, dat Rotter
dam voorbijgegaan moest worden, omdat het
geen zaal beschikbaar had voor zooveel jon
ge rnenschen en dat Dordt zulk een zaal
wel had.
Spr. hoopt dat deze vergadering voor velen
den zegen bereide, dat zij dichter tot Chris
tus mogen komen. (Applaus).
Daarna is het woord aan den heer Van
Vliet, van Rotterdam.
Spr. noemt het houden dezer provinciale
toogdageh een voorrecht. Spr. zou deze
bondsdagen willen noemen de afsluitiug van
het winterwerk. En toch valt 't spr. op, dat
er altijd nog is zoo weinig enthousiasme.
Wat is het werk van de C. J. M. V.? Is
dat om nog eens, al is 't op een andere ma
nier, Zondagsschool te spelen? Naar spr.'s ooi-
deel moet het werk der C. J. M. V. daarop
ingesteld worden, dat er komt de persoon
lijke omgang waarin besproken worden de
moeilijkheden van het jongemenschenleven,
die we allemaal kennen. Doch dan zij Jezus
Christus het ideaal van ons leven, de rege-
nereerende kracht
De voormiddagvergadering werd besloten
met het zingen van Lied 9 vers 1, 2 cn 3.
MIDDAGVERGADERING
Met het zingen van enkele coupletten van
Lied 1 werd de middagvergadering her
opend
De Voorzitter geeft dan het woord aan Dr
A. H. Edelkoort, van Rotterdam, die
spreken zou over
Jeugd en Kerk.
Hierna sprak Dr, A. H. Ed e 1 k o o r t,
van Feijenoord, over het onderwerp „Jeugd
en Kerk".
Jeugd en kerk, zijn tegenwoordig twee ter-
EDELKOORT
men van een probleem. We bedoelen hierbij
niet een bepaalde kerk, maar de kerk zooals
zij zich in al haar denominaties openbaart.
Bij de jeugd hebben we het oog niet op
hen die slechts door een sigarettenhandelaar
en bioscoopondernemer bereikbaar zijn, maar
onbereikbaar voor elke geestelijke beweging
we bedoelen die jonge rnenschen, die
staan, dat de jeugd is de tijd van vorr
en van beslissing voor het leven. Dan dringt
zich het probleem op, hoe de kerk die jeugd
wint en waarom de kerk die jeugd kwijt
raakt Aan wie de schuld?
Aan de kerk, zoo zeggen velen, zij is
conservatief en treedt op met gezag en i-
verdeeld. Daartegenover meenen anderen
dat de schuld is aan de jeugd, die zoo
standig is cn zoo nieuw-lichterig cn
eigenwijs en zoo genotziek.
Inderdaad heeft de jeugd recht tot kla;.
over de kerk, maar de kerk mag ook met
reden klagen over de jeugd, ook wel
over de in C.J.M.V. vereenigde jeugd, die de
houtsnijclub zonder bedenken laat voorgaan
voor de catechisatie.
Zulk een vijandige houding is te betreuren
want de kerk heeft de jeugd noodig, en om
gekeerd. Al is dit probleem heel oud. het is
in onzen tijd nijpender geworden <#n ooit
te voren. Ook bij de S.D.A.P. en de A.J.C.
Wanneer wij dit prohleem doorzoeken,
ken wij, dat de crisis vooral veroorzaakt is
door den wereldoorlog en de daardoor te
weeggebrachte geestelijke omwenteling,
waarvan de jeugd van thans onbewust het
slachtoffer is.
Daarbij is vooral te wijzen op de verbre
king van de traditie, die eertijds heerschte
op schier alle terrein. Dat alles is grooten-
deels weg. Dat zou winst kunnen zijn, als
i daartegenover stond: inwendig bezit, wezen-
De heer J. J. DE JAGER, Wethouder van Terneuzen, herdacht het feit, dat hij 25 jaar lid was van den Gemeenteraad, waarvan
de laatste zeven jaar als Wethouder. Bovenstaande foto werd genomen in de Raadsvergadering, waar de heer de Jager (de 2de
van links) gehuldigd werd. In 'f midden met ambtsketen) Burgemeester J. Huizinga.
BOND VAN NED, HERV. J.V. OP G.G.
des harten blijkt uit te dooven, wordt waar,
wat de Verrezene aan zijn Gemeente beeft
beloofd, dat de poorten der hel haar niet
zullen overweldigen. Het geldt niet alleen
vooz wereldsche dingen, maar ook voor Gods
Kerk: „Moed verloren, al verloren". Gij ook
zit geklemd tusschen de vangarmen van de
wereld, van den duivel, van de hel. Het zal
noodig zijn, dat gij geloof hebt, al is het als
een mosterdzaadje, dat ge de bergei der ver
schrikking van onzen tijd kunt opnemen om
in de zee te werpen.
Als de geest der matheid en inzinking blijft
heerschen, gaan wij van Jeruzalem naar
Emmaüs, waar het avond was. Maar wat
bracht nu het vuur bij deze jongelingen? De
ontmoeting met den levenden Heiland.
Geestdrift beteekent drijven van den geest,
PROV. AFD. ZUID-HOLLAND
Gisteren hield bovengenoemde afdeeling een
Paaschvergadering in „Waarheid en Vrede",
te Dordrecht.
zingen van Ps. 118 11 en 14
opent de heer Z. H. de Groot de vergade
ring met het lezen van Mattheüs 28 1-8
i Psalm 118, waarna hij voorgaat in gebed.
Dan roept spr. alle aanwezigen een har
telijk welkom toe, in het bijzonder Ds. J. H.
F. Remme, referent voor hedenmiddag.
wonder-heerlijke, dat ons dezer dagen
eroote blijdschap vervult, is, dat de i dat harte doet, wat gij doet, dat het
Christus zich als overwinnaar van den dood voor loeit op uw altaar des harten. Dat
heeft aangekondigd.
Wel is de heerschappij
gevoerd tot ongekende hoogte. Toch beant
woordt de tijd niet aan de verwachting, die
hem koesteren zou. Ei zijn vele
doch door het geloof leeren wij
alle bezwaren overwinnen. Daarom in Chris
tus voorwaarts, den strijd tegemoet.
Na het zingen van Ps. 86 6 betreedt D s.
e m m e den katheder voor zijn referaat
over:
„Geestdrift".
Voor een verloren zaak, aldus spr., loopt
niemand meer
Zoover het oog reikt,
wjjst alles erop, dat
het einde nabij is. Er
valt niets meer te ho
pen en alle kracht
zinkt in matheid
neer en de vijand
heeft licht gewonnen
spel. Men zegt nu: Als
alles toch vruchte
loos en tevergeefsch
dan
moeilijk voor maken?
De looden mantel der
matheid en moedeloos
heid is niet meer af
j. h. f. remme te wenden en het ein
de is nabij. Als
bange spook van het defaitisme rond
waart, worden de handen slap en de voeten
traag en de volslagen miskenning is nog
maar een kwestie van tijd.
Wie meent, dat zjjn handelszaak toch niet
meer op te halen is, spant zich niet meer in
om het verloren terrein te herwinnen.
Zoo is er ook een geestelijk defaitisme, dat
rondspookt door een neerslachtig hart, <loor
een zwaar bestreden volk, door een fel aan-
ge*. ochten Kerk.
De booze geest van het meest drieste on
geloof gordt zich met macht om het volk der
verkiezende genade onder den voet te loopen.
Nog nooit, zoolang deze wereld staat,
wordt op zoo God tergende wijze de kroon
der eere in het slijk vertreden als thans ge
schiedt. Het getal dergenen, die zich er op
beroemen, dat zij afgerekend hebben met
het 1 Acht des Hemels, neemt toe. Met kwis
tige hand wordt het zaad der goddeloosheid
uitgestrooid en draagt rijkelijk vrucht. Het
wordt over het rond der aarde zoo vreese-
ljjk, dat de mensch, die het opmerkt, uit
roept: Zou God het wel weten? En zoo Hij
het weet, en Hij weet het, hoe kan Hij het
gedoogen?" liet gaat niet meer over opvat
tingen of beginselen, maar de wortel der
religie moet uit de menschheid uitgeroeid.
Het is de nadering van den Antichrist.
Nu zult gij zeggen: „Hoe hebt gij den
moed om in dezen hachelyken tijd nog te
spreken van geestdrift?"
Maar als het heilig vuur van het altaar
lijk geestelijk leven. Dat is echter helaas niet
het geval. Dan is venies van de traditie
louter schade. Want traditie is een rem
mende kracht, die tegen erge misstappen
behoedt; zij bezit zelfs geestelijke beteeke-
nis, want zij kan de voorbereiding zijn tot
werkelijk persoonlijk bezit. Traditie wordt
eerst een gevaar, als zij de plaats moet !n-
nemen van eigen beleven.
Die breuk met de traditie is allerwege op
te merken; maar die breuk is bij de jeugd
het felst, is daar ook het noodlottigst, om
dat de jeugd het meest behoefte heeft aan
de traditie.
Het is nu duidelijk, waarom het probleem
van jeugd en kerk zoo nijpend moest wor
den: omdat traditie een wezenlijk kenmerk
van de kerk is.
Men moet, om dit probleem op te lossen,
geen onbillijke eischen stellen. Noch aan de
kerk, als bijv., dat deze wat anders zou gaan
prediken dan het oude evangelie, dat mag
zij niet; en ook niet aan de jeugd: dat die
de traditie zoomaar en zonder meer aan
vaarde.
De cenige weg is. dat de jeugd erkenne.
dat zij de traditie niet missen kan, omdat
de wereld iets langer bestaat dan een pt.ai
weken en omdat zij bij eeuwenoude pro
blemen winst kan doen met eeuwenoude
ervaring.
Maar dan moet de kerk ook toonen, dat
de traditie die groote waarde bezit en geen
hinderpaal is voor levende ontwikkeling,
maar juist waardevolle voorwaarde daar
voor.
Deze oplossing van het probleem onder
stelt hij de jeugd bescheidenheid en vraagt
van de kerk, dat zij concreet zij in haar pre
diking en actueel.
Of dan heel de jeugd bereikt zal worden,
als de kerken op haar best zich aan deze
oplossing geven? Natuurlijk niet! Maar gij.
gij, jonge rnenschen, dan wel?
Na deze belangrijke rede, die met groote
aandacht gevolgd werd, werden de overige
programma-nummers afgewerkt: clarinet
solo van den heer D. Hol, met begeleiding
van Sonorita, turnoefeningen door „D Ï.O.".
sopraan-solo van Mevr. Kerkhof en zang
nummers van „Kben-Haëzers Zangkoor"
De groote dag werd besloten met gezo
menlijk gezang van Lied 2 1 en 2 en dank-
Geestes. Uit de manier waarop gy handelt
blijkt, dat gij een overtuigd voorstander zqt
m de zaak die gjj dient.
Ir- het bjjzonder heeft dit waarde voor i
arbeid in Gods Koninkrijk. Op dit terrein
de gTond voor de waarachtige geestdrift a£
gewezen.
Jezus wist wat Hij deed toen Hy zijn w:
volgelingen een kruis in het uitzicht stelde.
Er wordt allerwege reclame gemaakt voor
kerk. Men stelt de wereldsche wyze ten
voorbeeld om daarmede zyn voordeel te doen
op het kerkelijk erf. Doch men kan gemak
kelijk bevroeden waar dit op uitloopt. Het
geestelijk terrein heeft zijn eigen wyze,
waarmede de methode der wereld onver-
eenigbaar is.
Ook de wereld kent geestdrift. In het
strijdperk der behendigheid worden alle
krachten ingespannen. Paulus stelt dit te
recht ten voorbeeld. En wanneer nu deze
vergankelijke idealen het vuur van
geestdrift ontsteken, hoe veel te meer mag
en moet dit worden verwacht met betrekking
tot de idealen van het onbeweeglijke Konink
rijk van den Zoon van Gods Liefde.
Zeker, gy hebt een onmiskenbaar zware
taak als gy beleven wilt wat gij belijdt,
als het ernst mag zijn. kan niemand het
cor.tact verbreken met den almachtigen God.
Is er wel ernst by ons, hartelijke, blijde,
ledige ernst? Is er in het Christenkamp
zer dagen niet veel meelooperij Want
ar de Geest ontbreekt kan geen waarach
tige geestdrift gevonden worden.
Het komt vóór alle dingen hier op aan, of
wij de aansluiting aan Christus zullen ken-
dat \vy in persoonlijk contact moeten
staan met de Bron. Contact met Jezus be
teekent samengevoegd zijn tot een kostelyke
tarweschoof. Dat moeten onze Christelijke
vereenigingen zijn. Met meeloopers en schyn-
geestdrift krijgt men slechts een bos stroo,
welke hoogstens kan dienen om er een stal-
vloer mee te bedekken, waar het kerkelijk
vee wordt gevoed met de wereldsche reclame
en schyn-vroomheid.
By ons is er L.-nndstof genoeg. Gods Woord
is er vol van. Wij moeten niet komen aan
dragen met imitatie vuur. Het waarachtige
vuur, dat de waarachtige trouw werkt, is van
den Heere Jezus zelf.
Wanneer het vuur van het altaar des har
ten blijkt uit te dooven, omdat wy het zelr
hebben aangemaakt, zoodat de zwarte uitge
doofde kolen op den bodem van ons hart
liggen, is het Jezus, die dat vuur weer kan
>en ontbranden en de geestdrift herleven.
De biddende Hoogepriester heeft niet ge
wild dat gy uit de wereld zoudt weggaan,
maar gebeden dat gij in de wereld bewaard
moogt blijven van den Booze. Hy, die u ook
zeer begeert te ziften als de tarwe, \vanneer
het u waarachtig ernst mag zyn. Dan zal uw
naam niet wegsterven van de lippen van den
biddenden Hoogepriester. Dan zal het geloof
en het vuur van uw geestdrift misschien wel
tijdelijk kunnen dooven, maar het zal nooit
sterven, want deze Heere is zoo getrouw als
sterk, Hy zal zyn werk voor ons volenden!
Na het zingen van Ps. 138 4 eindigt Ds.
G. A 1 e r s vervolgens met dankzegging.
ROFFEL-RIJMEN
OUD-ROTTERDAM
WEZELOOS
relstuk ..Frank
Wacht! geachte taaibetweters,
Heusch, dit woord is niet verkeerd:
Taal ivordt uit het Volk geboren
'k Heb het uit het Volk geleerd.
Ken je soms niet Frank van Wezel,
Die niet mag geradiood.
Frank, die al z'n geestesbuskruit
Op 't soldatendom verschoot
Ach, de Radiocommissie
Is natuurlijk doodsbenauwd
Dat 't prestige van het leger
Door van Wezel wordt geknauwd.
Als we allen wezels werden
IF as het wezelijk te laat
En de-ondergang gekomen
Van de Nederlandsche Staat.
Mars loopt op z?n laatste beenen
Als ie daar niet tegen kan!
Ik verheug me dus te meerder
Op het Arbeiders-élan.
Wat een wezelooze wezens!
Wat een roemruchtloos gedoe!
Zeer terecht is al igat rood is
Radiocontrole moe.
LEO LENS
(Nadruk verboden)
ZEELAND'S CHRISTELIJKE JONGELING
SCHAP TER TOOGDAG
Dc Zevenhuissteeg te Rotterdam: typisch
staaltje van vroegeren woningbouw. Deze
steeg aan 't eind van den Schiedamschedijk,
behoort tot de vroegere Wijk C. 't Verschil
tusschen de moderne woonwijken, die thans
overal verrijzen, en de nauwe stegen en slop
pen, waarin toch beele geslachten geboren
werden en opgroeiden dat verschil is wel
heel groot.
Duizenden jonge rnenschen naar Goes
Onze Zeeuwsche medewerker meldt ons:
't Was heden in de stad Goes een dag
van jeugdige feestvreugde. Reeds vroeg was
er op de straten van deze stad, ..oo keurig als
centrum gelegen in Zeeland, een drukte, die
m*i. er anders niet aantreft
Deze drukte werd nog grooter toen de mor-
gentrelnen binnenstroomden en hun passa
giers de trein verlieten. Daarbij kwamer dan
neg dc ontelbare, volgeladen autobussen, die
honderden naar Goes vervoerden. En daar
bij kwamen dan r k nog de fietsers
't Was toogdag in Goes. Niet van de roode
A.J.C. maar van de Zeeuwsche Christelijke
Jongelingschap. Zoowel het N.J.V als de
Geref. Jongelingsbond, haddc i hun volge
lingen en leden naar Goes opgeroepen, 't Is
natuurlijk ondoenlijk uitvoerig alles te gaan
erhalen. Een kort resumé legge echter deze
lag in de pers vast.
De vergadering van het Ned. Jonge-
Er heerschte een gezellige drukte in de za
len van de Prins van Oranje, toen de voor
zitter der P. C. Ds. J. J. Homburg van
Goes, de Bondsdag opende, met een kernach
tig opwekkingswoord, zooals deze Jeugddo-
minee dat zoo goed kan. De verslagen van
de secretaris M. Schipper en de Penningm.
C. Durschot, r< waagden van grooten bloei.
Nadat eenige piano en orgelstukken ten
gehoore waren gebracht, werd „de Zomer
dag' in bespreking gegeven.
In de middagvergadering leverden de da
mes gymnastiek vereen. „Wilhelmina" van
Vl ssingen en die van O.K.K. van Goes, vrije
orde oefeningen.
Nadat een strijkje muziek icn gehoore had
gebracht, trad op Ds. A. de Voogd, van Vlis-
singen met het onderwerp „De *ekerheid der
opstanding".
De schoone redg van de begaafde Vlissing-
sche prediker, maakte diepe indruk op de
talrijke aanwezigen. Verder werd de middag
besloten met zang, piano en orgelspel, waar
voor eerste krachten zich beschikbaar had
den gesteld. Als een bizondorheid dient do
declamatie van den heer Ilaemelink uit
Neuzen vermeld. De avondvergadering werd
gevuld met het opvoeren van oen tooneel-
stukje „Toch timmerhout" n een rede van
Ds. G. J. Derksen van Oudeland over „Jeugd
en Geloof"; benevens, zang. orgel en piano
spel en declamatie. Aan elk lid werd een
photo uitgereikt van de sedert mkele weken
vertrokken Ds. J. C H. Kamsteegt dio Zee
land verliet, en secretaris van het N.J.V. in
dit gewest was.
De Gereformeerde Jongelingen bijeen
Ook de Gereformeerde jongelingm kunnen
met dankbaarheid op hun toogdag terug
zien. 't Was oen grootsch gezicht de enorme
schare jongelingen de meesten vergezeld
van hunne verloofde'» in de Nieuwe Ge
reformeerde Kerk bijeen te zien, die hiervoor
door den kerkeraad welwillend t« r beschik
king was gesteld.
't Was geen wonder dat de opkomst groot
was. Een tweetal redenaars van naam lok
ten tot bezoek. Met stille aandacht werd ge
luisterd naar het bezielend woord van Dr.
J. C. R u 11 m a n n van Wassenaar, die op
treffende wijze schilderde van welke beteeke-
nis Dr. Kuypei voordeGen-l. jongelingen was
gewéest. Zooals altijd van Dr. R. was deze
rede weer een fraai stuk historie tevens.
Niet minder was de schoone rede van Ds.
R. E. van Arkel van Utrecht o- er „Jona
than". Ook dit keurig opwekkingswoord
maakte diepen indruk.
Met dankbaarheid kunnen Je neule bonden
op een welgeslaagden dag terugzien Het is
een wrheffende gedachte in dezen tijd van
afval, dat er nog zooveel duizenden zijn, dio
zich om het Kruis van Christus scharen.