DINSDAG 7 APRIL 1931 TWEEDE BLAD PAG. 5 BOND VAN J. V. OP G. G, AFD. UTRECHT In het Bondshotel te Abcoude Tweeden Paaschdag de jaarvergader houden van de afdeeling Utrecht van den Ned. Bond van J. V.'s op Gercf. Grondslag. De vergadering werd geopend met het openingswoord van den voorzitter, den heer N. Bos, getiteld „Let op den wissel". Spr. verwelkomde allereerst de J. V. te Abcoude die de afdeeling op dezen dag ontving en den heer Stap uit Amersfoort, die het Hoofdbestuur vertegenwoordigde. Spr. merkte vervolgens op, dat er heden ten dage verschijnselen zijn, die ons doen vragen, waar moet het heen? Wilt ge zekerheid hebben, let dan op den wissel, die onzen trein in de goede rich ting zal leiden. De richting van veertig ja ren geleden was goed en is ook nu nog het goede spoor voor onzen Bond. De wissel is nog steeds niet omgegooid. Afdeeling Utrecht is sterk vooruitgegaan en dit stemt daarom tot vreugde. Hier en daar zijn echter symptonen die ons nopen tot waakzaamheid. Men wil den wissel om werpen. Dat wordt door enkele jongeren gewenscht en door hen die zich op willen werpen tot jeugdleiders, gepropageerd. De J. V. moet blijven opvoedings-instituut. Wii mogen geen sport opnemen in on? werk, omdat dit de taak van de .T. V. niet het met onze Gereformeerde Jeugdvereeni- gingen gedaan. Daarna werd 't jaarverslag van den secre taris. dat in het Jongelingsblad was afge drukt, goedgekeurd. Eveneens het finan- tieel jaarverslag. Er was een batig saldo van ruim tweehonderd gulden. In de vaca ture N. Bos werd tot Hoofdbestuurslid ge kozen de heer A. Kuiper uit Utrecht. De secretaris, de heer C. D. Combre Jr. sprak daarop bet scheidend Hoofdbestuurs lid. den heer Bos toe, die sinds 1S9S Bonds- bestuurslid is geweest. Spr. bracht namens de vergadering een woord van dank voor al den arbeid, die den heer Bos verricht heeft voor den Bond. Spr. wenschte hem tenslotte een lichtenden levensavond toe. Spr. richtte zich vervolgens tot den heer A Kuiper, die hij toewenschte een evengroot verantwoordelijkheidsgevoel als zijn voor ganger. De heer Kuiper dankte den secretaris voor de vriendelijke woorden tot hem gericht. Besloten werd de jaarvergadering in 1932 te Doorn te houden. Ds. W e s e 1 s, Geref. Pred. te Abcoude, sprak namens den Kerkeraad van Abcoude een woord van welkom tot de vergadering De heer A. Kuiper hield daarna een refe raat over: „Caricatuur en Werkelijkheid" Spr. zet eerst uiteen, wat wij onder carica tuur verstaan: verwrongen werkelijkheid. Eén enkele eigenschap of één enkele gebeur tenis wordt in de caricatuur abnormaal, overdreven voorgesteld. De waarde van deze spotteekening is vaak zeer groot. Voor de „lijdende" voorwerpen heeft ze de?e waarde, dat soms buitengewoon duidelijk op een fout gewezen wordt, maar ook toont de teekenaar nog vaker, hoe hij zich vergist in de personen en zaken, die hij onder handen heeft genomen. Nadrukkelijk is af te keuren, wanneer een tcekenaar zijn caricatuur geeft met de stille hoop, dat men deze verdraaide werkelijkheid zal aanvaarden als niet verdraaide werke lijkheid. Dat is leugen. Spr. beziet nu een drietal beschouwingen over moderne jeugd en moderne cultuur. Uitgaande van boeken van Ben Lindsey en Heering en van een rede van Dirk Coster, laat hij zien, hoe deze drie elk op eigen wijze een caricatuur van de jongeren hebben geteekend, hoe nobel ongetwijfeld hun bedoelingen zijn geweest. De geestelijke nood van onze cultuur is ontzaglijk groot. Spr. noemt enkele ver schijnselen van deze cultuur, waar bijna geen plaats meer wordt gelaten aan diep bezonnen Christelijk Godsdienstig leven. De principieele voorbereiding der Christenjonge ren, een periode van intens bidden en wer- vraagt al meer aandacht, al meer toe wijding. Onbegrijpelijk is, hoe er nu men- schcn zijn, die probeeren uit te vorschen, óf we wel genoeg hebben aan catechisatie aan H.B.S. lessen e.d. Zoo diep moge lijk de principieele bezinning! En wie dan tijd over heeft, die kan kiezen tusschen sport, turnen, reciteeren en wat ook meer. Daarna besprak spr. ónze jongeren en ónze jeugdvereeniging. Wie oppervlakkig luistert, hoort en leest niet anders dan lof. Maar wie scherper oplet, bemerkt, dat er een breede groep van ouderen is, die oordeelt, dat de opzet van ons vereen, leven noodzake lijk moet veranderen. Enkelen van die ouderen hebben van onze bond en vereen, een buitengewoon interes sante caricatuur ontworpen waarin een al lergrappigste teekening van leiding, leiders, vergaderingen, jongeren en leermethode de aandacht trekt Spr. waarschuwt, dat men deze caricatuur niet verwart met de werkelijkheid. Was de ze spotteekening juist, dan waren we niet bij elkaar zooals we nu bij elkaar zijn. Spr. sprak daarna over leiding en arbeids- methode. Als ge onder de voet geloopen wordt, dan is dat te wijten aan uw eigen verslapping onkunde, waarschuwde spr. Zoolang gij, alleen aanvaardend de beslis sende leiding van Gods Woord en van Zijn Geest, trouw blijft doorwerken, om een krachtige principieele voorbereiding te ver krijgen, zóó lang behoeven wij geen enkele caricatuur te vreezen. Jonge Calvinisten, let op uw zaak (Applaus). MIDDAGVERGADERING „Kerk i Vrede" aan de hand van de volgende schets: Onder „kerk" moet men in dit verband verstaan het georganiseerde godsdienstige samenleven, dat zich stelt op den bodem van het verlossingswerk van den Heere Jezus, zooals God dat in Zijn onfeilbaar Woord ter kennis der rnenschen heeft gebracht. Onder „vrede" wordt hier verstaan de toe stand van rust, als waarvan o.a. sprake is in Jozua 11 23 e.d. Deze toestand van rust, van vrede mag geen doel in zichzelf zijn, maar alleen be geerd worden als vrucht van de heerschap pij van het recht (zie o.a. Jesaja 32 16—18 e.d.). Macht en geweld zijn in principe alleen aanvaardbaar ter handhaving van het recht. De rechtshandhaving is als regel in han den der Overheid gelegd. Ter vervulling van die plicht moet de Over heid in deze zondige bedeeling de beschik king hebben over een machtswapen, om niet alleen binnen haar regeeringsgrenzen hand havend op te kunnen treden, maar ook tegen over elke aanranding van het volksgeheel van buiten af. Het bestaan van een dergelijke goed func- tioneerende gewapende macht werkt èn bin nen de grenzen èn tegenover andere natiën preventief. Het ontbreken ervan lokt op bei de terreinen de aanranding der te bescher men goederen uit Een beroep op Mattheüs 5 39 e.d. ter ver dediging van een houding van weerloosheid tegenover elke gewelddadige zónde-openba ring stelt eigenmachtig het recht achter bij de ethiek terwijl beide door God in het men- schetileven naast elkaar zijn gesteld. De kerk bevordert den vrede indien zij door haar prediking en andere activiteit, als mede door het leven harer leden, persoon lijk en gezamenlijk, de rechtsgedachte als cement van de samenleving versterkt. De vrucht van deze houding der kerk moet zijn, dat de christenen met gebed en daad steunen elk streven naar verhoogd rechts leven tusschen burgers en tusschen volke- Ecn vredesactie, die haar kracht bij voor keur zoekt in het opwekken eener natuurlij ke afschuw voor al de ellende, die aan oor- logs- en ander geweld is verbonden, kweekt oppervlakkigheid en raakt-de kern van het vraagstuk niet Een beweging „Kerk en Vrede", die niet onverzwakt voor de kerk vasthoudt aan haar Schriftuurlijk Christocentrisch karak ter, en die den vrede zoekt ook als doel en niet alleen als vrucht van het recht, ver loopt in humanistische machteloosheid en kweekt wanorde. Hierop volgde een breede discussie. Ds. W e s s e 1 s van Abcoude sprak „een slotwoord over Zekerheid". Bij ons is zoovaak een tekort aan zeker heid des geloofs. Spr. legde vervolgens 3 vragen in het mid den der vergadering, ten eerste wat is zeker heid?, ten tweede welke moeilijkheden wor den aangetroffen op den weg naar de zeker heid des geloofs en ten slotte: welke is de veilige weg naar de zekerheid des geloofs? Zekerheid des geloofs is alleen te verkrij gen door het Woord Gods dat absoluut be trouwbaar is. Daaraan kan de mensch zit vastklemmen in de levensbranding. In die zekerheid voelen jongeren en oude ren zich één. Wij nemen aan op gezag van God en niet op gezag van onze voorvaderen. Onzekerheid van het geloof is zonde en onteert God. Wi j moeten uit vurige liefde tot Jezus onze harten openzetten voor geestelijke. Houdt vol in het zoeken van Jezus en de levenspraktijk van onze medechristenen, die vaak zoo tegen de borst stuit, zat niet meer doen vertwijfelen. Wanneer wij dan vast houden aan Gods onfeilbaar Woord, dan worden we rnenschen Gods! Uit de Antirev. Partij. ANTI-REV. KIESVEREEN. TE AMEIDE. Door de A.-R. kiesvereeniging „Nederland en Oranje" werden op de candidatenlijst voor de a.s. Gemeenteraadsverkiezing de volgen de namen geplaatst: 1. N. Streefkerk (aftr.), 2. A. de Kruijk Czn., 3. Chr. Will, 4. J. van der Hek, 5. C. Labrie, 6. L. Verheij Jaczn., 7. N. den Oudsten, 8. C. van Gent, 9. A. Ver- maat, 10. A. F. Kool, 11. C. de Jong en 12. L. Weeda. De aftredende heeren B. Streefkerk en A. G. van Gent wenschten geen herbenoeming meer te aanvaarden, gezien hun hooge leef tijd. ANTI REV. KIFSBVEREENIGING TE EDE. Da A.-R. kiesvereeniging tc Ede heeft'voor de verkiezing van leden voor den Gemeente raad de volgende candidatenlijst opgemaakt: 1. Mr. A. van der Deure; 2. J. A. Eygenraam, 3. D. Pereboom; 4. C. Jochemsen; 5. P. Brand; 6. J. Tulp; 7. H. Bleyenberg. PADVINDERS LEGER DES HEILS AFDEELING ZUID-HOLLAND VAN HET N.J.V. ZILVEREN RAADSLID-JUBILEUM VERGADERING TE DORDRECHT De groote zaal van Kunstmin te Dordt was geheel gevuld met jonge rnenschen, die op den Faaschmaandag lust gevoelden om afdeelingsvergadering saam te komen. Onder de aanwezigen bevond zich ook de Dordtsche vriend van het N. J. V., onze bur gemeester. Precies 10.15 uur liet de voorzitter, de heer J. A. Amesz, van Rotterdam, den hamer allen en verzocht de opgekomenen staande te zingen couplet 2 van lied 109, waarna de heeren W. Barnard en Monquil eer. piano- en vioolstuk deden hooren. Dan gaat Ds. J. K. F. M a n t z, van Rotterdam (Char- voor in gebed. Onmiddellijk daarop gaat deze over tot het spreken van zijn wijdingswoord. Spr. leest enkele verzen uit Luk. 23. Paschen is voor dezulken, die zeggen kun- ?n in beslistheid: ik weet: mijn Verlosser leeft. Paschen is een nieuwe kans voor de ïuwigheid en schept nieuwe mogelijkheden Spr." illustreert dat met de geschiedenis van de Emmaüsgangers. De strijd, om geestelijk te bestaan, is te genwoordig zoo hang en moeilijk. Ook de Emmaüsgangers kenden hun strijd midden daarin komt er Kén: om tot hpt licht te komen, moeten we eerst de duister nis kennen, en om de kroon te bereiken noeten we eerst kruisdragers worden. Spr. zou iedere C. J. NL V.-er willen noemen: kroonpretendent. Maar dan zal ook hij kruis drager moeten worden. Christus wil de kracht geven om kruisdrager te zijn. Gezongen wordt couplet 1 en 2 van lied 110. Hierna spreekt de afdeelingsvoorzitter, de heer Amesz ziin Openingswoord. Spr. heet allen welkom. Spr. schat het aan tal personen, dat thans aanwezig is. op ruim 10Ü0. Speciaal heet spr. burgemeester De Gaay Fortman hartelijk welkom Dan heet spr. ook Ds. Mantz welkom en den heer Van Vliet, uit Rotterdam, die Dr. Leibrand vervangt, daar deze afwezig is, en den heer Dr. Broekmeijer. Op 's voorzitters verzoek spreekt burge meester de Gaay Fortman een ienkel woord. Het is spr. een genoegen, dat Rotter dam voorbijgegaan moest worden, omdat het geen zaal beschikbaar had voor zooveel jon ge rnenschen en dat Dordt zulk een zaal wel had. Spr. hoopt dat deze vergadering voor velen den zegen bereide, dat zij dichter tot Chris tus mogen komen. (Applaus). Daarna is het woord aan den heer Van Vliet, van Rotterdam. Spr. noemt het houden dezer provinciale toogdageh een voorrecht. Spr. zou deze bondsdagen willen noemen de afsluitiug van het winterwerk. En toch valt 't spr. op, dat er altijd nog is zoo weinig enthousiasme. Wat is het werk van de C. J. M. V.? Is dat om nog eens, al is 't op een andere ma nier, Zondagsschool te spelen? Naar spr.'s ooi- deel moet het werk der C. J. M. V. daarop ingesteld worden, dat er komt de persoon lijke omgang waarin besproken worden de moeilijkheden van het jongemenschenleven, die we allemaal kennen. Doch dan zij Jezus Christus het ideaal van ons leven, de rege- nereerende kracht De voormiddagvergadering werd besloten met het zingen van Lied 9 vers 1, 2 cn 3. MIDDAGVERGADERING Met het zingen van enkele coupletten van Lied 1 werd de middagvergadering her opend De Voorzitter geeft dan het woord aan Dr A. H. Edelkoort, van Rotterdam, die spreken zou over Jeugd en Kerk. Hierna sprak Dr, A. H. Ed e 1 k o o r t, van Feijenoord, over het onderwerp „Jeugd en Kerk". Jeugd en kerk, zijn tegenwoordig twee ter- EDELKOORT men van een probleem. We bedoelen hierbij niet een bepaalde kerk, maar de kerk zooals zij zich in al haar denominaties openbaart. Bij de jeugd hebben we het oog niet op hen die slechts door een sigarettenhandelaar en bioscoopondernemer bereikbaar zijn, maar onbereikbaar voor elke geestelijke beweging we bedoelen die jonge rnenschen, die staan, dat de jeugd is de tijd van vorr en van beslissing voor het leven. Dan dringt zich het probleem op, hoe de kerk die jeugd wint en waarom de kerk die jeugd kwijt raakt Aan wie de schuld? Aan de kerk, zoo zeggen velen, zij is conservatief en treedt op met gezag en i- verdeeld. Daartegenover meenen anderen dat de schuld is aan de jeugd, die zoo standig is cn zoo nieuw-lichterig cn eigenwijs en zoo genotziek. Inderdaad heeft de jeugd recht tot kla;. over de kerk, maar de kerk mag ook met reden klagen over de jeugd, ook wel over de in C.J.M.V. vereenigde jeugd, die de houtsnijclub zonder bedenken laat voorgaan voor de catechisatie. Zulk een vijandige houding is te betreuren want de kerk heeft de jeugd noodig, en om gekeerd. Al is dit probleem heel oud. het is in onzen tijd nijpender geworden <#n ooit te voren. Ook bij de S.D.A.P. en de A.J.C. Wanneer wij dit prohleem doorzoeken, ken wij, dat de crisis vooral veroorzaakt is door den wereldoorlog en de daardoor te weeggebrachte geestelijke omwenteling, waarvan de jeugd van thans onbewust het slachtoffer is. Daarbij is vooral te wijzen op de verbre king van de traditie, die eertijds heerschte op schier alle terrein. Dat alles is grooten- deels weg. Dat zou winst kunnen zijn, als i daartegenover stond: inwendig bezit, wezen- De heer J. J. DE JAGER, Wethouder van Terneuzen, herdacht het feit, dat hij 25 jaar lid was van den Gemeenteraad, waarvan de laatste zeven jaar als Wethouder. Bovenstaande foto werd genomen in de Raadsvergadering, waar de heer de Jager (de 2de van links) gehuldigd werd. In 'f midden met ambtsketen) Burgemeester J. Huizinga. BOND VAN NED, HERV. J.V. OP G.G. des harten blijkt uit te dooven, wordt waar, wat de Verrezene aan zijn Gemeente beeft beloofd, dat de poorten der hel haar niet zullen overweldigen. Het geldt niet alleen vooz wereldsche dingen, maar ook voor Gods Kerk: „Moed verloren, al verloren". Gij ook zit geklemd tusschen de vangarmen van de wereld, van den duivel, van de hel. Het zal noodig zijn, dat gij geloof hebt, al is het als een mosterdzaadje, dat ge de bergei der ver schrikking van onzen tijd kunt opnemen om in de zee te werpen. Als de geest der matheid en inzinking blijft heerschen, gaan wij van Jeruzalem naar Emmaüs, waar het avond was. Maar wat bracht nu het vuur bij deze jongelingen? De ontmoeting met den levenden Heiland. Geestdrift beteekent drijven van den geest, PROV. AFD. ZUID-HOLLAND Gisteren hield bovengenoemde afdeeling een Paaschvergadering in „Waarheid en Vrede", te Dordrecht. zingen van Ps. 118 11 en 14 opent de heer Z. H. de Groot de vergade ring met het lezen van Mattheüs 28 1-8 i Psalm 118, waarna hij voorgaat in gebed. Dan roept spr. alle aanwezigen een har telijk welkom toe, in het bijzonder Ds. J. H. F. Remme, referent voor hedenmiddag. wonder-heerlijke, dat ons dezer dagen eroote blijdschap vervult, is, dat de i dat harte doet, wat gij doet, dat het Christus zich als overwinnaar van den dood voor loeit op uw altaar des harten. Dat heeft aangekondigd. Wel is de heerschappij gevoerd tot ongekende hoogte. Toch beant woordt de tijd niet aan de verwachting, die hem koesteren zou. Ei zijn vele doch door het geloof leeren wij alle bezwaren overwinnen. Daarom in Chris tus voorwaarts, den strijd tegemoet. Na het zingen van Ps. 86 6 betreedt D s. e m m e den katheder voor zijn referaat over: „Geestdrift". Voor een verloren zaak, aldus spr., loopt niemand meer Zoover het oog reikt, wjjst alles erop, dat het einde nabij is. Er valt niets meer te ho pen en alle kracht zinkt in matheid neer en de vijand heeft licht gewonnen spel. Men zegt nu: Als alles toch vruchte loos en tevergeefsch dan moeilijk voor maken? De looden mantel der matheid en moedeloos heid is niet meer af j. h. f. remme te wenden en het ein de is nabij. Als bange spook van het defaitisme rond waart, worden de handen slap en de voeten traag en de volslagen miskenning is nog maar een kwestie van tijd. Wie meent, dat zjjn handelszaak toch niet meer op te halen is, spant zich niet meer in om het verloren terrein te herwinnen. Zoo is er ook een geestelijk defaitisme, dat rondspookt door een neerslachtig hart, <loor een zwaar bestreden volk, door een fel aan- ge*. ochten Kerk. De booze geest van het meest drieste on geloof gordt zich met macht om het volk der verkiezende genade onder den voet te loopen. Nog nooit, zoolang deze wereld staat, wordt op zoo God tergende wijze de kroon der eere in het slijk vertreden als thans ge schiedt. Het getal dergenen, die zich er op beroemen, dat zij afgerekend hebben met het 1 Acht des Hemels, neemt toe. Met kwis tige hand wordt het zaad der goddeloosheid uitgestrooid en draagt rijkelijk vrucht. Het wordt over het rond der aarde zoo vreese- ljjk, dat de mensch, die het opmerkt, uit roept: Zou God het wel weten? En zoo Hij het weet, en Hij weet het, hoe kan Hij het gedoogen?" liet gaat niet meer over opvat tingen of beginselen, maar de wortel der religie moet uit de menschheid uitgeroeid. Het is de nadering van den Antichrist. Nu zult gij zeggen: „Hoe hebt gij den moed om in dezen hachelyken tijd nog te spreken van geestdrift?" Maar als het heilig vuur van het altaar lijk geestelijk leven. Dat is echter helaas niet het geval. Dan is venies van de traditie louter schade. Want traditie is een rem mende kracht, die tegen erge misstappen behoedt; zij bezit zelfs geestelijke beteeke- nis, want zij kan de voorbereiding zijn tot werkelijk persoonlijk bezit. Traditie wordt eerst een gevaar, als zij de plaats moet !n- nemen van eigen beleven. Die breuk met de traditie is allerwege op te merken; maar die breuk is bij de jeugd het felst, is daar ook het noodlottigst, om dat de jeugd het meest behoefte heeft aan de traditie. Het is nu duidelijk, waarom het probleem van jeugd en kerk zoo nijpend moest wor den: omdat traditie een wezenlijk kenmerk van de kerk is. Men moet, om dit probleem op te lossen, geen onbillijke eischen stellen. Noch aan de kerk, als bijv., dat deze wat anders zou gaan prediken dan het oude evangelie, dat mag zij niet; en ook niet aan de jeugd: dat die de traditie zoomaar en zonder meer aan vaarde. De cenige weg is. dat de jeugd erkenne. dat zij de traditie niet missen kan, omdat de wereld iets langer bestaat dan een pt.ai weken en omdat zij bij eeuwenoude pro blemen winst kan doen met eeuwenoude ervaring. Maar dan moet de kerk ook toonen, dat de traditie die groote waarde bezit en geen hinderpaal is voor levende ontwikkeling, maar juist waardevolle voorwaarde daar voor. Deze oplossing van het probleem onder stelt hij de jeugd bescheidenheid en vraagt van de kerk, dat zij concreet zij in haar pre diking en actueel. Of dan heel de jeugd bereikt zal worden, als de kerken op haar best zich aan deze oplossing geven? Natuurlijk niet! Maar gij. gij, jonge rnenschen, dan wel? Na deze belangrijke rede, die met groote aandacht gevolgd werd, werden de overige programma-nummers afgewerkt: clarinet solo van den heer D. Hol, met begeleiding van Sonorita, turnoefeningen door „D Ï.O.". sopraan-solo van Mevr. Kerkhof en zang nummers van „Kben-Haëzers Zangkoor" De groote dag werd besloten met gezo menlijk gezang van Lied 2 1 en 2 en dank- Geestes. Uit de manier waarop gy handelt blijkt, dat gij een overtuigd voorstander zqt m de zaak die gjj dient. Ir- het bjjzonder heeft dit waarde voor i arbeid in Gods Koninkrijk. Op dit terrein de gTond voor de waarachtige geestdrift a£ gewezen. Jezus wist wat Hij deed toen Hy zijn w: volgelingen een kruis in het uitzicht stelde. Er wordt allerwege reclame gemaakt voor kerk. Men stelt de wereldsche wyze ten voorbeeld om daarmede zyn voordeel te doen op het kerkelijk erf. Doch men kan gemak kelijk bevroeden waar dit op uitloopt. Het geestelijk terrein heeft zijn eigen wyze, waarmede de methode der wereld onver- eenigbaar is. Ook de wereld kent geestdrift. In het strijdperk der behendigheid worden alle krachten ingespannen. Paulus stelt dit te recht ten voorbeeld. En wanneer nu deze vergankelijke idealen het vuur van geestdrift ontsteken, hoe veel te meer mag en moet dit worden verwacht met betrekking tot de idealen van het onbeweeglijke Konink rijk van den Zoon van Gods Liefde. Zeker, gy hebt een onmiskenbaar zware taak als gy beleven wilt wat gij belijdt, als het ernst mag zijn. kan niemand het cor.tact verbreken met den almachtigen God. Is er wel ernst by ons, hartelijke, blijde, ledige ernst? Is er in het Christenkamp zer dagen niet veel meelooperij Want ar de Geest ontbreekt kan geen waarach tige geestdrift gevonden worden. Het komt vóór alle dingen hier op aan, of wij de aansluiting aan Christus zullen ken- dat \vy in persoonlijk contact moeten staan met de Bron. Contact met Jezus be teekent samengevoegd zijn tot een kostelyke tarweschoof. Dat moeten onze Christelijke vereenigingen zijn. Met meeloopers en schyn- geestdrift krijgt men slechts een bos stroo, welke hoogstens kan dienen om er een stal- vloer mee te bedekken, waar het kerkelijk vee wordt gevoed met de wereldsche reclame en schyn-vroomheid. By ons is er L.-nndstof genoeg. Gods Woord is er vol van. Wij moeten niet komen aan dragen met imitatie vuur. Het waarachtige vuur, dat de waarachtige trouw werkt, is van den Heere Jezus zelf. Wanneer het vuur van het altaar des har ten blijkt uit te dooven, omdat wy het zelr hebben aangemaakt, zoodat de zwarte uitge doofde kolen op den bodem van ons hart liggen, is het Jezus, die dat vuur weer kan >en ontbranden en de geestdrift herleven. De biddende Hoogepriester heeft niet ge wild dat gy uit de wereld zoudt weggaan, maar gebeden dat gij in de wereld bewaard moogt blijven van den Booze. Hy, die u ook zeer begeert te ziften als de tarwe, \vanneer het u waarachtig ernst mag zyn. Dan zal uw naam niet wegsterven van de lippen van den biddenden Hoogepriester. Dan zal het geloof en het vuur van uw geestdrift misschien wel tijdelijk kunnen dooven, maar het zal nooit sterven, want deze Heere is zoo getrouw als sterk, Hy zal zyn werk voor ons volenden! Na het zingen van Ps. 138 4 eindigt Ds. G. A 1 e r s vervolgens met dankzegging. ROFFEL-RIJMEN OUD-ROTTERDAM WEZELOOS relstuk ..Frank Wacht! geachte taaibetweters, Heusch, dit woord is niet verkeerd: Taal ivordt uit het Volk geboren 'k Heb het uit het Volk geleerd. Ken je soms niet Frank van Wezel, Die niet mag geradiood. Frank, die al z'n geestesbuskruit Op 't soldatendom verschoot Ach, de Radiocommissie Is natuurlijk doodsbenauwd Dat 't prestige van het leger Door van Wezel wordt geknauwd. Als we allen wezels werden IF as het wezelijk te laat En de-ondergang gekomen Van de Nederlandsche Staat. Mars loopt op z?n laatste beenen Als ie daar niet tegen kan! Ik verheug me dus te meerder Op het Arbeiders-élan. Wat een wezelooze wezens! Wat een roemruchtloos gedoe! Zeer terecht is al igat rood is Radiocontrole moe. LEO LENS (Nadruk verboden) ZEELAND'S CHRISTELIJKE JONGELING SCHAP TER TOOGDAG Dc Zevenhuissteeg te Rotterdam: typisch staaltje van vroegeren woningbouw. Deze steeg aan 't eind van den Schiedamschedijk, behoort tot de vroegere Wijk C. 't Verschil tusschen de moderne woonwijken, die thans overal verrijzen, en de nauwe stegen en slop pen, waarin toch beele geslachten geboren werden en opgroeiden dat verschil is wel heel groot. Duizenden jonge rnenschen naar Goes Onze Zeeuwsche medewerker meldt ons: 't Was heden in de stad Goes een dag van jeugdige feestvreugde. Reeds vroeg was er op de straten van deze stad, ..oo keurig als centrum gelegen in Zeeland, een drukte, die m*i. er anders niet aantreft Deze drukte werd nog grooter toen de mor- gentrelnen binnenstroomden en hun passa giers de trein verlieten. Daarbij kwamer dan neg dc ontelbare, volgeladen autobussen, die honderden naar Goes vervoerden. En daar bij kwamen dan r k nog de fietsers 't Was toogdag in Goes. Niet van de roode A.J.C. maar van de Zeeuwsche Christelijke Jongelingschap. Zoowel het N.J.V als de Geref. Jongelingsbond, haddc i hun volge lingen en leden naar Goes opgeroepen, 't Is natuurlijk ondoenlijk uitvoerig alles te gaan erhalen. Een kort resumé legge echter deze lag in de pers vast. De vergadering van het Ned. Jonge- Er heerschte een gezellige drukte in de za len van de Prins van Oranje, toen de voor zitter der P. C. Ds. J. J. Homburg van Goes, de Bondsdag opende, met een kernach tig opwekkingswoord, zooals deze Jeugddo- minee dat zoo goed kan. De verslagen van de secretaris M. Schipper en de Penningm. C. Durschot, r< waagden van grooten bloei. Nadat eenige piano en orgelstukken ten gehoore waren gebracht, werd „de Zomer dag' in bespreking gegeven. In de middagvergadering leverden de da mes gymnastiek vereen. „Wilhelmina" van Vl ssingen en die van O.K.K. van Goes, vrije orde oefeningen. Nadat een strijkje muziek icn gehoore had gebracht, trad op Ds. A. de Voogd, van Vlis- singen met het onderwerp „De *ekerheid der opstanding". De schoone redg van de begaafde Vlissing- sche prediker, maakte diepe indruk op de talrijke aanwezigen. Verder werd de middag besloten met zang, piano en orgelspel, waar voor eerste krachten zich beschikbaar had den gesteld. Als een bizondorheid dient do declamatie van den heer Ilaemelink uit Neuzen vermeld. De avondvergadering werd gevuld met het opvoeren van oen tooneel- stukje „Toch timmerhout" n een rede van Ds. G. J. Derksen van Oudeland over „Jeugd en Geloof"; benevens, zang. orgel en piano spel en declamatie. Aan elk lid werd een photo uitgereikt van de sedert mkele weken vertrokken Ds. J. C H. Kamsteegt dio Zee land verliet, en secretaris van het N.J.V. in dit gewest was. De Gereformeerde Jongelingen bijeen Ook de Gereformeerde jongelingm kunnen met dankbaarheid op hun toogdag terug zien. 't Was oen grootsch gezicht de enorme schare jongelingen de meesten vergezeld van hunne verloofde'» in de Nieuwe Ge reformeerde Kerk bijeen te zien, die hiervoor door den kerkeraad welwillend t« r beschik king was gesteld. 't Was geen wonder dat de opkomst groot was. Een tweetal redenaars van naam lok ten tot bezoek. Met stille aandacht werd ge luisterd naar het bezielend woord van Dr. J. C. R u 11 m a n n van Wassenaar, die op treffende wijze schilderde van welke beteeke- nis Dr. Kuypei voordeGen-l. jongelingen was gewéest. Zooals altijd van Dr. R. was deze rede weer een fraai stuk historie tevens. Niet minder was de schoone rede van Ds. R. E. van Arkel van Utrecht o- er „Jona than". Ook dit keurig opwekkingswoord maakte diepen indruk. Met dankbaarheid kunnen Je neule bonden op een welgeslaagden dag terugzien Het is een wrheffende gedachte in dezen tijd van afval, dat er nog zooveel duizenden zijn, dio zich om het Kruis van Christus scharen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 5