Het Communisme in de Practijk AFSLAG t. ROSSEM'S KOFFIE jiaalVan"\4ncJ< 'er □aaa VRIJDAG 13 MAART 1931 DERDE BLAD PAG. 9 (Nadruk verboden) Objectieve mededeelingen en critische beschouwingen HET WERK DER SO WJET-COÖPERATIES Eon nieuw geluid De bespreking van den arbeid der coöpe raties op bet zoo juist geëindigde sowjet- congres der Russische federatie maakt een uitzondering op den normalen woorden stroom op dat congres, welke het vermel den niet waard is. Gewoonlijk houdi een der departementshoofden een inleiding, waarin flink met cijfers wordt gegoocheld en de schitterende toestand wordt uiteen gezel, waarna alle debaters zich haasten om van hun zijde de regeering te bewie- rooken en aan te toonen, dat het in hun gebied ook alles, even prachtig is. Bij de behandeling der coöperaties was dat echter niet het geval. De inleider,, Zeienski, begon een beloog te houden over de moeilijkheden, waarmede de coöperaties te kampen hebben, en daarna kwamen de plaatselijke klachten los. Van alle sprekers was er niet een, die ook maar een enkel woord zeide vóór de coöperaties, het was een stroom van klachten en verwijten, en men mag derhalve het gesprokene weer geven zonder beschuldigd ie worden van eenzijdige voorlichting. De sowjet-bladen zullen de critiek nog wel wat verzacht heb ben alvorens die te publiceeren. Particuliere handel uitgeschakeld. Men moet hierbij bedenken, dat in de sowjet-unie de coöperaties de eenige plaat sen zijn, waar de bevolking iets kan koo- pen. Volgens de officieele cijfers zorgt de particuliere handel slechts voor vijf procent van' den totalen omzet, 95 procen' berust bij de organen van den staatshandel. De coöperaties hebben inderdaad een schitterende overwinning behaald op den particulieren handelaar, omdat dezen het bestaan onmogelijk werd gemaakt door wil lekenrige belastingen, die in den loop van het jaar eenige malen werden verhoogd, en als dit niet hielp om hem eronder te bren gen werd hij naar een uithoek in het Noor den of in Siberië verbannen als speculant De sowjet-bevolking is dus volop in staat te genieten van de voordeelen der staats- coöoeraties. Men weet. dat de sowjet-regeering hevel heeft gegeven om de prijzen van verschil lende producten te verlagen. Niets i9 ge makkelijker op te volgen dan zoo'n bevel Goedkoopere kleeren en schoenen, l>est maar dan ook kleinere. Zoo worden er voor de houthakkers naar het noorden kinder- kleeren en kinderschoenen gezonden, en voor de paarden honden'uig. Maar aan het regeeringsvoorschrift is voldaan. Een groote chaos. De chaos viert hoogtij in de coöperatie. Naar het eene district worden petroleum hra.nders zonder lampen gezonden en naar het andere de lampen zonder branders. Hierheen kopjes zonder schoteltjes, ginds de schoteltjes zonder kopjes. Terwijl men allerwege schreeuwend gebrek heeft aan potlooden heeft men op sommige plaatsen in een magazijn der coöperatie, waar no minaal voor 35.000 roebel aan industrie- produc'en lag voor de landbouwende he- volking. in een magazijn voor 20.000 roebel aan potlooden gevonden. Op een andere plaats kregen de hoeren, na twee jaar hurd gewerkt te hebben in hun collectieve be drijven, eindelijk het schoeisel toegestuurd, waarom ze zoo lang gevraagd hadden. De kisten bleken te bevatten.... 3 paar schoe nen en voorts waren ze gevuld met blikken schoensmeer. Het treurigst is het misschien wel gesteld met de coöperatieve eethuizen. Dat het eten er ongenietbaar is, dat het bestuur, teneinde het voorschrift tot prijsverlaging on te volgen, eenvoudig de porties halveert zün reeds klachten, op zichzelf erg genoeg. Maar het is lang niet de grens der onheb belijkheid. waarmede de massa in Rusland wordt behandeld, zelfs wanneer zij haar zuur verdiend geld meebrengt om te be talen, wat zij koopt. Op het congres werd p«r half pond Ster62 ets. B 57 ets. No. 1 52 ets. No. 2 47 ets. No. 3 42 ets. No. 4 37 ets. medegedeeld, dat in de coöperatieve eethui zen de menschen uren lang in de rij moes ten wachten, omdat er geen lepels genoeg waren. Geen wonder, dai velen deze pro ducten der beschaving dan ook verwaar loozen en met hun tien vingers het ma gere maal naar binnen werken. Aannemen s.v.p.1 De grofheid jegens de koopers is een al gemeen verschijnsel, daar men geen con currentie te duchten heeft. Volgens den volkscommissaris van verzorging, iemand die het weten kan dus, was de grondtoon er: Pak aan, wat men je geeft. Een tipje werd ook opgelicht van den sluier, die de geldmiddelen bedekt. Geconstateerd werd. dat op vele plaatsen, vooral in de dorpen, het „vrijwillig" koopen van aandeelen der coöperaties onder dwang geschiedt. Hoe is dit alles mogelijk, vraagt men zich af, waar toch ongetwijfeld de productie is toegenomen de laatste jaren, ook van ge bruiksvoorwerpen. Ook hieromtrent werden eenige feiten medegedeeld. De achteruit gang in kwaliteit maakt, dat de bevolking veel meer moet koopen, en dat dus de prijsverlaging, als die tot stand komt, een groote verlakkerij is. Erger nog is het bederven van eetwaren op groote schaal. Alhoewel er aardappelen genoeg geplant zijn zal me>n, volgens don volkscommissaris, ook dit voedsel moeten rantsoeneeren, misschien zelfs zal het tol 'n ernstig tekort komen, alleen door „het reusachtige procent bedorven aardappelen". De oogst was dit jaar tweemaal zoo groot als verleden jaar. Het is een weinig aan lokkelijk beeld, dat de congresbesprekingen gaven. Tekort aan levensbehoeften naast groote voorraden, die onverkoopbaar wa ren of onbruikbaar, schrikbarend bedert van alles, wat maar bederven kan, de be. volking getyranniseerd en afgesnauwd Maar het social isme" heeft succes, de par ticuliere handel is vernietigd. Er worden zondebokben gezocht. Bij kennisname van deze feilen begrijpt men beter, waarom de sowjet-regeering processen noodig heeft als het thans achtei den rug liggende. Zij moet zondebokken vinden voor zulke misstanden, die het ge heele volk voelt. En welk middel heeft men nu gevonden om verbetering hierin te brengen? Er moe len 100.000 arbeidersvrouwen in het appa raat der coöperatie worden opgenomen. Mannen heeft men niet meer beschikbaar, die hebben zich „vrijwillig" verbonden in een bepaalde fabriek te blijven werken tot aan het eind van het vijfjarig program. De vrouwen zullen hier dus redding moe ten brengen, maar hoe, dat weet de volks commissaris zelf waarschijnlijk niet. Wel mogen er meer dan anderhalf millioen be ambten in het coöperatieve apparaat wer ken, die grootenrieols totaal overbodig zijn. wel zullen daarbij nog eenige honderddui zenden nog overtolliger controleurs komen, die ieder tussehen de beenen zullen loopen en al het werk onmogelijk maken, maat dat zijn geen parasieten volgens de sowjel beginselen. De parasiet is de particuliere handelaar, die met een klein deël van deze menschen hel volk veel beter aan alles ge holpen zou hebben. Dat is sowjet-logiika. DE NIEUWE HANDELSVERTEGEN WOORDIGER DER SOWJETS IN PARUS Het Berlijnsche blad „Roel", orgaan der uitgeweken Russen, geeft de volgende ka rakteristiek van den nieuwen handels vertegenwoordiger der sowjets in Parijs, Brcslav. Voor de revolutie leefde deze ook als po litieke vluchteling in Frankrijk en oefende daar zijn beroep van schoenmaker uit. In zijn vak was hij echter een knoeier en ieder keer, dat de Russische uitgewekenen in Parijs hun slecht gerepareerde schoenen kwamen afhalen, zeiden zij tegen elkaar: Als schoenmaker deugt Breslaf niet, maar hij is een echte bolsjewiek. Als men nu bij den handelsvertegenwoor diiger komt, staat men versteld over zijn bekrompen blik. Hij is slechts in staat om vergaderingszinnen der communisten aan elkaar te rijgen. En thans zegt men van hem: Dat is geen handelsvertegenwoordi ger, maar een schoenmaker..» EEN ANDER OORDEEL OVER DE RUSSISCHE TOESTANDEN De „Vossische Zeitung" vestigt de aan dacht op een kleine brochure van een Duit- schen ingenieur Misch, die zich als vele an deren heeft laten verlokken naar Sovjet Rusland te trekken, waar werk voor allen te vinden was. Hij was aangenomen op een salaris van 300 roebel per maand, en men vertelde hem, dat hij in de meeste plaa:sen van MO roebei maandelijks gemakkelijk kon rondkomen. In Charkof, waar hij eenigen tijd moest blijven, rekende men hem echter in het hotel voor logies en pension -46 roebel per dag. Hij vond op de plaats, waar hij werk te, een paar honderd Duitschc communis tische mijnwerkers, die honger leden en slechts droog zwart brood en gezouten visch in onvoldoende hoeveelheden kregen odj hun maag te vullen Een groot deel van hen is naar Duitsehland teruggekeerd. Voorts wijst hij op het ontzettende gebrek aan medicijnen, zoodat een zieke vrijwel verloren is. Hij raadt ieder aan, voor zich naar Rusland te begeven, zich eerst terdege op de hoogte te s'ellcn van de toestanden Deze laatste raad is zeker juist. De gun stige berichten, die vele Amerikanen ove-- toestanden geven, zijn daarom gekleurd, omdat de buitenlanders, die voor een be paald werk worden aangenomen cn niet als emigranten naar de Sovjet-Unie trekken, extra voedsel toegewezen krijgen en dus onder geheel andere omstandigheden leven als de bevolking van het land. DE DUIT SC HE INDUSTRIEELEN KEEREN TERUG. De groep van vooraanstaande Duitsche industrieelen, die naar Moskou getrokken was. is na een verblijf van een paar weken slechts teruggekeerd. Het blijkt thans, dat het hoofddoel van de reis bestond in onder handelingen met de centrale regeering ovei credieten on andere leveringsvoorwaarden aan de Sovjet-regeering. Het schijnt, dat men tot overeens'emming is gekomen, en dat de Sovjet-regoering op groote schaal be stellingen in Duitsehland zal plaatsen. Het is wel een omgekeerde wereld. De Duitsche sociaal-democra'en worden be schuldigd aan een oorlog tegen Rusland te werken, terwijl de Duitsche groot-indus- trieelen in de beste verstandhouding staan tot de communistische regeerders. Kerknieuws. VRIJE EVANG. GEMEENTE VIERDAAGSCHE CONFERENTIE Donderdagmiddagsamenkomst De laatste middagsamenkomst staat onder leiding van Ds. Jac. Lissenberg, van Dordrecht. Na het zingen van: „O zee van Gods lief de", het lezen van Coll. 3 vs. 12 tot 17 en 1 Thess. 5 vs. 16 tot 24 en gebed door Ds. Tim merman, spreekt Ds. J. E n t e r, van Cad zand, over de volheid van Gods genade. De volheid van genade woont in God. Ze. is zoo omvattend, dat ze onderverdeeld moet worden, anders weten we er geen weg mee. Ze is zóó wijd vertakt, dat we er in zouden verdwalen, als we niet krachtens ervaring wisten, dat God genade geeft voor eiken dag. Bewogenheid komt In de ziel als hef woord genade uitgesproken wordt en dit te meer naar genade genoten wordt. Het woord genade kpmt in Gods Woord in velerlei be teekenis voor. Inzonderheid wijst Spr. op de schuldont- dekkende genade op de schuld vergevende genade en op de bewarende genade Gods. Zij maakt ons klein en maakt onze grootheid stuk. En toch maakt de versterkende gena de ons groot, want ze maakt ons kinderen Gods. Ze maakt ons bekwaam tot alle din gen. Vele kinderen Gods maken zich niet klein genoeg door Gods genade. Al wat gij doet met woorden of met wer ken, doet het alles in den naam van onzen Heere Jezus Christus. Ons gansche leven moeten we onderwerpen aan den wil van God en het moet getuigen van diepe afhan kelijkheid van den Heere. Ds. P, v a n V I i etvan .Amsterdam rnerkt op, dat de volheid der genade Gods een onnaspeurlijke rijkdom is. Het getuigenis van Gods geest besluit. Werpt al uw bekommernissen op Hem, want Hij zorgt voor u. Dit woord getuigt van de nuchtere wijze waarop de Schrift de dingen beschouwt, doch toont tevens, hoe groot de volheid van de genade Gods is. De bekommernis kan ons leven benau wen en vrouw zorg klopt altoos weer aan onze levensdeur en treedt binnen in ons levcnsliuis. De bekommernis over onze zon den cn over de heiligmaking kan ons de blijdschap rooven. Zc kan ons zoo omlaag drukken. De genade verlost niet alleen, maar neemt ons ook do bekommernis af. Wc moeten oi.s berustend geven onder de ge nade Gods. Haar diepte kunnen we niet peilen en daarom leggen we ons in Gods genadehand. God draagt ons met onze zorgen door het leven. Onze zorg over onze kinderen kunnen we rustig in Gods gei.adr hand leggen en onze geestelijke bekommer nissen op Hem werpen. Ds. Veldkamp gaat hierna in dankgebed voor. Donderdagavondsamenkomst hij meedeelt, dat Vrijdagavond een dar.k stond gehouden wórdt. Nadat gezonger is. „Maar 't vrome volk in U verheugd" cn gelezen is Jesaja 55 vs 1 tot 7 laat het zangkoor zich hooron. Ds. Jac. Lissenberg vangt zijn toe spraak aan met de vraag: Kent gij diepe innerlijke rust, evenwicht, harmonie, verze kerdheid, blijdschap, kent gij vrede? Gevoelen we ons diep verloren? We moe ten dezen avond zeer persoonlijk zijn en vragen: hebt gij vrede? Hebt gij geen vrede, dan kan Spr. een antwoord geven uit de Heilige Schrift: De goddeloozen heb ben geen vrede, zegt God Een goddelooze is, heel nuchter be schouwd, een mensch zonder God, die nle' bezit een persoonlijke God voor zijn ziel. ITet gaat hun uls de aartsvader Jakob, die sprak over don God van Abraham en IzaL, tot hij kon spreken van zijn God. Als gij geen vrede hebt, dan is dit, omdut bij geen persoonlijk contact hebt met God. Dan staat gij tegenover God cn gaat gij uw weg in donkerheid. God beklaagt u. Och, dat gij naar Mij geluisterd hadt, zegt God. Doch God beklaagt u alleen niet, maar Hij is uitgegaan om den vredeloozcn mcnsch den Vrede aan te brengen. Dat héeit God in deze dagen betoond. De vrede heeft bloed gekost cn in dit ver band wijst Spr. op Jesaja 53. Onze opslan digheid eischt straf, doch in den Zoon van Gods liefde is die straf verzoend. In de vre- delooze harten heeft de .Vredevorst den vrede gebracht. Om dien vrede te verkrij gen, verlate de goddelooze zijn weg en hij L-ekeere zich tot den Heere. God vergeeft in Zijn ontferming menigvul- diglijk en Jezus geeft Zijn vrede, welke er varen moet worden al dieper en zekerde» Nadat een soliste zich heeft laten hooren spreekt Ds. D. W. Veldkamp naar aan leiding van Genesis 19 vs. 26, waarin ge sproken wordt over de vrouw van Lot Het is een ontzaglijke gedachte, dat straks open plaatsen gevonden zullen worden in do eeuwigheid. Het eene moment is verlo ren gegaan zooals bij de vrouw van Lot, dit achterom zag. Wal moet het in do eeuwigheid zijn: dat eene oogonblik! De genade is voor allen, doch het kan afhangen van een oogenblik, hetwelk misbruikt wordt als bij de vrouw van Lot. Dat eene oogenblik kan eeuwige ellende brengen, doch ook eeuwige zaligheid. Dot oogenblik geeft God thans, om ons aan Zijn voeten te brongen met al onze ellende. Ddt oogenblik wordt de overgang van de duis ternis tot het licht. Zulk een oogenblik late men thnns niet voorbijgaan! Ds. J. Enter herinnert aan het gezin van Jakob bij Sichem, waar Jakob de vreemde goden opcischte. Spr. vraagt thans de vreemde goden te offeren, te begraven, cn tc komen naar Bethel, hel huis Gods, de poort des hemels. Kom ga met ons cn doe als wij, cn God zal u zegenen! Ds. J. Timmerman spreekt een woord van afscheid. Spr. Icpft sterk onder den in druk van Jezus' komst cn vraagt, of men bereid is op die kornet. In dit verband wijst Spr. op de weggoz '-en wereld in Noach® ijd. Daarom dient dit oogenblik thans lu steed, om den God van Bethel te vinden gelijk Jakob door do vreeze Sichem moest verlaten cn de God zijnor jeugd mocht her vinden. De wereld wordt hoe langer hoe meer onbewoonbaar voor Gods kinderen. We moe ten beleid zijn voor de komst van Jezus en ons scharen onder de banier van het Kruis. Ds. Timmerman gaat in dankzegging voor waarna de vierdaagsche conferentie beëin digd is. GODSDIENSTONDERWIJS. Een teruggezonden voordracht. Te Amsterdam is voor de Commissie van Toezicht op het Godsdienstonderwijs in de Ned. Herv. Gemeente de vergadering van den Kerkeraad aldaar, op 19 Februari j.l.t een smartelijke vergadering geweest. In deze Commissie hebben o.a. zitting de predikanten Dr. G. Oor buys, P. J. de Jong, H. Bakker, A. G. H. van Hoogenhuyze en J. H. F. Reinme. Op de gehouden Kerkeraads- vergadering moest een nieuwe godsdienst onderwijzer worden benoemd, waarvoor de Commissie van Toezicht een voordracht had ingezonden van twee personen, waaruit de Kerkeraad benoemt, gewoonlijk den eerst genoemde, daar men vertrouwen heeft in de genoemde Commissie. In de vacature-wij len J. F. R. Schellenberg bood de Commissie een voordracht aan, waarop voorkwamen de godsdienstonderwijzers: Jac. de Graaff, evan gelist te Brussel, vroeger evangelist van de Hervormde Stadszending te Amsterdam; cn W. J. Kooyman, evangelist van het Armen huis te Amsterdam. Ds. van Hoogenhuyze deelt nu in de „Wijk bode" mede, dat naar aanleiding van deze voordracht de tongen loskwamen. Men vond in don Kerkeraad. dat beiden niet deugden, omdat zij in do Hervormde Stadszending arbeiden, omdat zij geen mannen zijn in den geest van den Kerkeraad cn omdat zoo het Heilsleger in de Kerk gehaald wordt, enz. Het slot der gehouden besprekingen was, dat men de voordracht aan de Commissie van Toezicht terugzond cn een nieuwe voor dracht wcnschte met andere personen. De Commissie van Toezicht, waarin pre dikanten van de drie rechtzinnige richtingen zitting hebben, moet zich nu beraden wat zij zal doen, nu haar het vertrouwen on.zegd is. E I c h wal Wils „TOEN JONAS IN DE WALVIS CH ZAT" 't Is al vele, vele jaren geleden, maar op eens moest 'k er weer aan denken. En T stond me zóó helde? voor den geest of 't gisteren gebeurde. Dat is toch een vreemd verschijnsel vind u ook niet? We hebben de laatste twintig jaar gewel dige gebeurtenissen meegemaaku En toch: hoe weinig hebben we er van onthouden en hoe ontzaglijk veel er van vergeten. Soms lezen we de bijzonderneden van iets wat een jaar of tien geleden plaats greep, en we verbazen er ons over, dat we er nog maar zoo heel weinig van weten. Öp een anderen keer flitst door onze her innering plots een weinig beduidend voor- valleije uit onze kinderjaren en haarfijn staan ons soms de nietigste bijzonderheden voor oogen. Ik las dezer dagen een stukje in „Het Ned. Zeewezen" en'k zag mezelf opeens als kind spelen vele, vele jaren geleden. 't Was op een klein dorp en we stoeiden en ravotten op straat Auto's en bussen maakten toen nog niet onmogelijk om vlak voor de deur van 't ouderlijk huis te spelen. Als 'k het wel heb, was toen de „fi- losepé" pas ui.gevonden. We speelden „Toen Jonas in de walvisch zat", een van de typische spelletjes, waar mee onze grootouders zich al vermaakten en die nog bekend en geliefd zijn. Midden in ons wilde spel werd 'k opeens bij m'n arm gegrepen. En opziende keek 'k in 't goedige gezicht van een heel oude buurvrouw. „Dai móg je niet spelen," zei ze vriende lijk en toch bestraffend. „Dat is spotten van jullie je weet toch wel wie Jona was". We staakten ons spel en dropen be schaamd af. Gedurig als 'k op straat van „Jona in de walvisch" hoor zingen, moet ik aan die oude buurvrouw denken. En 'k dacht ook aan haar, toen ik dat stukje in „Het Ned. Zeewezen" las. De schrijver van dat artikel'.je deelt mede aan een deskundige de vraag te hebben ge steld of het mogelijk is, dat een man door het keelgat van een grooten visch kan gaan. Zijn antwoord luidde: Het is mogelijk bij een bepaalde soort haai, die een lengte kan hebben tot 18 M. Van de walvisschen komt slechts de potvisch in aanmerking. Volgens deze deskundige moeten we bij 't Bijbelsch verhaal van een .groote visch" aan een potvisch denken. Dit is een soort walvisch van plm. 18 M. leng'e met groote tanden alleen op den onderkaak. Volgens genoemd blad maakte zekere dominee Desmond Marse-Boycott onlangs gewag van 't volgende verhaal. In Eebruari lMtn kruiste de walvischvaar» der „Star of the East' in de omgeving vaa de l-alkiand Eilanden, alwaar een groote potvisch on.dekt werd. Na een gevecht met de potvisch. kon men den zzcinan James Bartley niet vinden, Venuood werd, dat hij overboord gevallea was. De potvisch was gedood en de matrozen werkten den geheelen dag en een gedeelte van den naclu om het spek te verwijderen. Den volgenden morgen werd een takel aan de maag bevestigd en deze aan dek ge- heschen. De zeelieden schrokken van iets, dat teckenen van leven gaf, iets dat zich krampachtig weerde, totdat plotseung James Bartley er uit viel, ineengedoken en buiten westen. Hij bleef in leven, maar gedroeg zich ge- durende t.vee weken als een krankzinnige. Aan het einde van de derde week herstel de hij. Tijdens zijn verblijf in de potvisch was zijn huid geheel wit geworden door de wer king van het maagsap. Zijn huid geleek wel perkament. Hij herinnerde zioh het moment, dat hij vanuit de boot in zee viel en dat hij in een gladde massa gleed, die scheen te bewegen en hem meenam. Met zijn handen voelde hij een zaclile kleverige massa. Het was er ontzettend warm, maar hij kon tenminste ademhalen. De warmte scheen de poriën van zijn huid te openen en alle levens kracht er uit te halen. Hij werd zwak en ziek. Het eerste wat hij zich daarna herinner de, was, dat hij zich in de hut van den kapitein bevond. Zijn huid heeft nooit meer de normale kleur gekregen, maar met zijn gezondheid gaat het wel. Een merkwaardig verhaal zeer zeker. Dat ook een Christen met belangstelling leest Noodig om hem te overtuigen van de waarheid van zijn ouden Bijbel is de mede deel ing van zulk een wonderlijke ervaring echter niet. U hebt zeker ook wel eens gehoord van 't debat, dat een geloovig weduwtje had met een modem dominee, die zeide van dat hcele verhaal van „Jona fn den walvisch" geen letter te gelooven. „En i k geloof 't wél!" zei ze. „Omdat mijn Bijbel 't zegt. En zei m'n Bijbel, dat de walvisch in -Tona gezeten had, dan ge loofde ik 't óók!" Radio Nieuws. Zoterdag 14 Maart. HUIZEN, (298 8 M.) KUO. 8—9.16 Gramofoon. 10—11.30 Morgenconcert. 11.30—12 Godsdienstig hulfuurtje. door den Zeer Eerw. Raetoor L H. Rerquln O.P. 12 TUdseln. 12.01—1.30 Lunch concert. 1.30—2.30 Gruniofoon. 2,303 Vragen- halfuurtje, voor Jeugdige personen. 3— *.30. Km- dcruurtje. 34 Uitzending vanden P.'K.O. 4— 4.30 Gelukwenschen en gramofoonmuzlck voor de Jarigen. 4.305 Verzorging van den zender. 5—6 Populair concert. 6.01—6.15 Nleuwsberlc.t- 6.15—6^36 Journalistiek Weekoverzicht. b.35 Esperanto. 7,lo irging 6.45 Gramofoon. 6.45—7.15 •7.35 W. H. RtJff. Onder- ,._HH -- het Aquarium". 7.35—8 Vroolüke VrooiUke -11 Uitzending HILVERSUM (1875 M VARA 9 Gramofoon VPRO. 10 Morgenwijding. VARA. 10.15 Uit zending voor arbeiders in de Contlnu-bed. uven. 12 Politieberichten. 12.15 Middagconcert 1.45 Onderbreking voor den zender, z.tb Grami Lelt. 6.30 Ons 7.30 Politieberichten. 7.46 VA'KA-VaL... Tocyprank door den heer S. Broekman, 8.05' Muziek en Zang. Voordracht. BI) de Pomp, WekelUksch nieuws van Teun de Klepperman, Die jongen van mij heeft er toch ook zoo'n pleizier in! Gisteren komt-ie bij me en zegts, „Vader, bij Piet thuis lezen ze onze krant niet, en toen heb ik gezegd, dat U het op zult geven, en dan gaan ze hem misschien ook lezen! Fijn Vader, dan hijg ik misschien die fiets toch nog!" NIEUWE AVONTUREN VAN MIJNHEER PIMPELMANS 45. Neef gaf hem nog een koek cadeau, Die dankbaar werd aanvaard, en zoo Vertrok dien dag heer Pimpelmar.s Weer met den trein uit Nieuweschans; De doos met bijen in zijn zak. Vlijt hij zich neer op zijn gemak. 46. Maar foei, wat kriebelt op zijn been Zoo langs zijn linkerbroekspijp heen? 't Zijn bijen, honderd in getal! Het is een vroeselijk'geval! De doos, die slecht was dichtgemaakt, Is onder 't rijden losgeraakt (Wordt Vrijdag vervolgd.); FEUILLETON TWEE ENTHOUSIASTEN Naar het Engelsch van EVELYN EVERETT-GREEN Door J. VAN ZUYLEN De tuin, de beeeterboschjes, en ze>lfe het park zelf waren tot een treurig verwaar loosd-en toestand vervallen, en jcl der eer ste daden van de jonge meesteres was, eer. dozijn stevige mannetjes aan te nemen en voor een pond per week 'J aan "t werk le zet-ten om gedurende de herfstmaanden het park geregeld te bewerken naar haai zin. Een aantal jongens, waaronder Jock Carter, werd aangenomen om de paden en paadjes te wieden, wat heel noodig was, en zij kregen tien shilling per week "J, on der voorwaarde dat ze ijverig zouden wer ken. Verder engageerde ze een aanta-1 man ne'n voor huieknechten, bedienden, tuiniers, en dat tegen een loon, da-t aanmerkelijk hooger was dan het gebruikelijke in de om gevi-ng van Port Ferrars. Voor de menschen van het dorp scheen het. alsof de gouden eeuw wa6 aangebroken Maar D6. Keith schudde het hoofd toen hij hoorde van de bemoeiingen op Highferrars en hij waagde het bedenkingen te opperen tegen juffrouw OhoLmon-d, toen hij haai zag. Twaalf gulden. Zes gulden. „Ik wou, dat u eens geïnformeerd had naar den loonstandaard hier, voordat u met de menschen had afgesproken," zei hij „U moet bedenken, dat we hier niet in Lon den zijn of vlak bij een groote stad. De huren zijn zeer laag, groenten kan men heb ben ate men de moeite maar neemt ze te kweeken, en iedere zuinige werkman kan zijn varkentje mesten en er bijna zooveel voor ma-ken, dat hij zijn huur betalen kan. Het weekloon van een arbeider bedraagt hier ongeveer vijftien h zeetien shilling en de boeren kunnen niet meer betalen. Acht-tien shilling is genoeg voor ongeoefen de tu-inlui en jonge bedienden. Als u op lli-ghferrars op zoo ruime schaal begint, zult u de enderen ruïneeren. Onzen men schen zal het hoofd omloopen en ze zullen niet meer voor een redelijk loon willen wer ken. Als ze een pond hebben verdiend met ruw werk op uw buiten, zullen ze mopperen op de boeren, die zulke hooge loonen niet kunnen betalen. Het ie voor niemand wer kelijk goed, den prijs van iets boven zijn marktwaarde op te voeren". Beatrice keek verwonderd en een beetje spijtig, maar weinig overt-uigd. „Een pond per week schijnt anders weinig genoeg voor iemand die een vrouw en een I heel gezin heeft te onderhouden. Ik zou graag een beteren staat van zaken in 't leven willen roepen, ten opz-chte van het arbeidsvraagstuk". Ds. Ti ei bh lachte bedenkelijk. „We moeten de dingen willen zien. zooais ze zijn, en het beste doen wat we kunnen onder de bestaande moeilijkheden en ver warde omstandigheden; en het is geen wa re goedheid voor wien ook, om voor arbeij l) f9.— k f 9.60. een loon te betalen boven zijn werkelijke waarde dat wil zeggen boven dat. wat het land kan dragen. Weet u hoeveel nadeel er op veel plaatsen is gedaan aan de landbouw- bela-ngen door de fantasten, zoools er een poosje geleden zoo vele waren, kooplui, die kleine boerderijen kochten, en ze dan met v-erlies bewerkten, alleen maar voor de aardigheid en bet nieuwe van de zaak"' Zij betaalden belachelijke huren, gaven buiten sporige prijzen voor het werk. betaalden de verliezen uit de winst van hun a-ndere za ken. hadden een poosje pleizier van hun nieuwe speelgoed, en ruïneerden diegenen in de omgeving, die bij den landbouw ge ïnteresseerd waren. Sommige plaatsen heb ben nog niet geleden door het onrecht, dat die kunstmatige wijze van doen veroorzaak te, terwijl anderen er nog onder lijden. Zorg, dot u Little Ferrars niet op soortgelijke, wijze in gevaar brengt. Ik ben bang, dal u mij akelig onsympathiek en ondankbaar zult vinden, ondanks alles wat u voor mijn paroohianen doet. Maar Ik verzeker u,. dol dit niet zoo is. Hoe meer mannen u kunt te werk stellen tegen vijftien shilling per week, hoe aangenamer Lk het zal vinden; en ik verzeker u, als u de huizen van de arbeiders bezoekt, zult u niet merken, dat de vrouwen cn kinderen van degenen, die een extraatje van vijf shilling ontvangen, er beter aan toe zijn dan de huisgezinnen van de gewone landarbeiders. De waard uil de „Blauwe Draak" zal het verschil merken, maar niemand anders, vrees ik of alleen in- bepaald exceptioneele gevallen". Beatrice zuchtte, maar nam alles goed In zich od. „Ik heb er over gedacht, u te raadplegen. per week hcol billijk was. Ik begrijp, dat u het beter weet, maar ik zou toch niet graag hot gevoel hebben, de menschen te weinig te betalen. Zouden ze niet kunnen ieeren iets weg te leggen tegen eon kwa den dag?" „Ik wou, dat het waar wast Maar u weet hoe moeilijk het is den gewonen werkman er toe te krijgen wat te sparen Ais u ze daartoe kon brengen, zou u werkelijk een weldoenster zijn". Beatrice vond, dat het tijd werd om iels te doen, teneinde haar reputatie le herwin nen. Zij beraadslaagde er met Erica over. Het was Erica, die het idee aan de hand deed, 't welk ten slotte werd aangenomen. En toen de eerstvolgende Zaterdagavond kwam, de tijd waarop steed6 de loonen wer den uitbetaald, had Beatrice al de mannen in haar groote provisiekamer bijeengeroepen en had ze daar toegesproken. Zij verklaarde hun, dat zij onbekend was geweest met den loonstandaard in deze ©treek, toen zij de noodige schikkingen met hen trof betreffende hun werk, cn dat ze a-1 een paar klachten daarover ontvangen had. Maar ofschoon ze mogelijk een fout begaan had, door hun meer aan te bieden dan anderen konden doen, was ze niet van plan haar woord terug te nemen, maar ze wilde alleen de zaak in het rechte spoor brengen. Elke week zou iedereen het ge wone loon ontvangen, da-t hij zou hebben gekregen als hij op een boerderij gewerkt had. maar de rest zou voor hem op rente gezet worden, en er zou een boek worden oarurelegd, waarvan hij een afschrift zou bekomen, en waaruit duidelijk zou blijken hoeveel hij te goed had. Beatrice zelf zou haar in handen gaf, en dam zou er, in tijden van ziekte of moeite of slapte van werk, een reservefonds zijn, dat kon worden aan gesproken, en zij zou hun met blijdschap hun geld geven, als ze konden aantooncu dat het werkelijk noodig was. Zij eindigde met aan iederen man cn "aan eiken jongen het gewone loon te betalen, waarop ze recht hadden en noteerde in een boek. voor dat doel gereedgemaakt, de rest als hun tegoed. Ze gaf aan ieder een boekje, met dezelfde inschrijving. Deze boekjes moesten elke week worden meegebracht, en in overeen stemming worden gebracht met het groote. Daarop liet ze de kleine schare vertrekken, terwijl ze nog de hoop uitsprak, dat ze el kaar zouden aanmoedigen om spaarzaam te zijn en zouden trachten het sparen tot een gewoonte te maken. Al \va6 het nog zoo weinig, ze zouden dan toch iets voor den kwaden dog hebben. De menschen vertrokken vol stille verba zing; sommigen waren ontevreden en mop perden;-slechts een paar verklaarden zicli berqid deze schikking te aanvaarden, maar de meeste gezichten stonden beslist boos. Beatrice had die verschillende uitdrukkin gen wel gezien. Ze wendde ziioh tot Erica met een lichte Zucht „Ze vonden het niet prettig". „Neen, behalve een of twee. Als ze niet bang waren geweest je te beleedigen, zou den ze meer gezegd hebben. Maar ik denk, dat ze hun eigen belangen te goed begrijpen om te gaan twisten met de vrouwe van High- ferrare. Het doet er niet toe, Beatrice, jb hebt een wijs en rechtvaardig en goed ding gedaan, en al zou je daardoor wat aan po pulariteit verliezen, wat geeft dat dan nog? Als de vrouwen en kinderen niet profiteeren vaa je vrijgevigheid, is het beter maar wat zuiniger aan te doen. Op deze nieuwe me» nier zullen zij er het voordeel van hebben, of de man het goedvindt of niet". „Ik ben bang, dat ik teveel aan populari teit hecht", antwoordde Beatrice; „ik heb een zeker enthousiasme om de menschen gelukkig te sicn, cn te voelen dat ze er mij om liefhebben. Misschien is het dwaas en zwak; maar ik wil zoo graag zonneschijn brengen, overal waar ik ga". „Me dunkt, je doet dat nu ook op de een of andere manier", zei Erico, terwijl ze haar wang even liefkozend 6treeldc, wat te racet op prijs gesteld werd, daar zoo iets zeld zaam voor haar was. „Alleen tnoei je be denken, dat zonneschijn niet alleen wordt gebracht door goud of wat men voor geJd kan koopen". Beo trice was een oogenblik stil en zei toen op haar impulsieve wijze: ..Het leven is lang niet zo») gemakkelilk en eenvoudig als ik gedacht had. Erica. De menschen praten van den gouden regel ik zou wel eens willen weten wat dat be tee kent. De mijne schijnt in elk geval niet goed te zijn". Erica ontvvoorddo niet; ze dacht ernstig na. ZIJ ook was begonnen in le zien. tot het leven vol was van moeilijke problemen, voor welke oplossing ze den sleutel nog niet gevonden had. Maar de groeiende genegen heid die ze voor elkander gevoelden, was een bron van veel geluk voor beiden, on arigheden werden merkljaar verlioht, Ar te dragen. 'Wordt vervolgd.) door 2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9