Het Communisme in de Practijk
AFSLAG
t. ROSSEM'S KOFFIE
jiaalVan"\4ncJ<
'er
□aaa
VRIJDAG 13 MAART 1931
DERDE BLAD PAG. 9
(Nadruk verboden)
Objectieve mededeelingen en critische beschouwingen
HET WERK
DER SO WJET-COÖPERATIES
Eon nieuw geluid
De bespreking van den arbeid der coöpe
raties op bet zoo juist geëindigde sowjet-
congres der Russische federatie maakt een
uitzondering op den normalen woorden
stroom op dat congres, welke het vermel
den niet waard is. Gewoonlijk houdi een
der departementshoofden een inleiding,
waarin flink met cijfers wordt gegoocheld
en de schitterende toestand wordt uiteen
gezel, waarna alle debaters zich haasten
om van hun zijde de regeering te bewie-
rooken en aan te toonen, dat het in hun
gebied ook alles, even prachtig is.
Bij de behandeling der coöperaties was
dat echter niet het geval. De inleider,,
Zeienski, begon een beloog te houden over
de moeilijkheden, waarmede de coöperaties
te kampen hebben, en daarna kwamen de
plaatselijke klachten los. Van alle sprekers
was er niet een, die ook maar een enkel
woord zeide vóór de coöperaties, het was
een stroom van klachten en verwijten, en
men mag derhalve het gesprokene weer
geven zonder beschuldigd ie worden van
eenzijdige voorlichting. De sowjet-bladen
zullen de critiek nog wel wat verzacht heb
ben alvorens die te publiceeren.
Particuliere handel uitgeschakeld.
Men moet hierbij bedenken, dat in de
sowjet-unie de coöperaties de eenige plaat
sen zijn, waar de bevolking iets kan koo-
pen. Volgens de officieele cijfers zorgt de
particuliere handel slechts voor vijf procent
van' den totalen omzet, 95 procen' berust
bij de organen van den staatshandel.
De coöperaties hebben inderdaad een
schitterende overwinning behaald op den
particulieren handelaar, omdat dezen het
bestaan onmogelijk werd gemaakt door wil
lekenrige belastingen, die in den loop van
het jaar eenige malen werden verhoogd, en
als dit niet hielp om hem eronder te bren
gen werd hij naar een uithoek in het Noor
den of in Siberië verbannen als speculant
De sowjet-bevolking is dus volop in staat
te genieten van de voordeelen der staats-
coöoeraties.
Men weet. dat de sowjet-regeering hevel
heeft gegeven om de prijzen van verschil
lende producten te verlagen. Niets i9 ge
makkelijker op te volgen dan zoo'n bevel
Goedkoopere kleeren en schoenen, l>est
maar dan ook kleinere. Zoo worden er voor
de houthakkers naar het noorden kinder-
kleeren en kinderschoenen gezonden, en
voor de paarden honden'uig. Maar aan het
regeeringsvoorschrift is voldaan.
Een groote chaos.
De chaos viert hoogtij in de coöperatie.
Naar het eene district worden petroleum
hra.nders zonder lampen gezonden en naar
het andere de lampen zonder branders.
Hierheen kopjes zonder schoteltjes, ginds
de schoteltjes zonder kopjes. Terwijl men
allerwege schreeuwend gebrek heeft aan
potlooden heeft men op sommige plaatsen
in een magazijn der coöperatie, waar no
minaal voor 35.000 roebel aan industrie-
produc'en lag voor de landbouwende he-
volking. in een magazijn voor 20.000 roebel
aan potlooden gevonden. Op een andere
plaats kregen de hoeren, na twee jaar hurd
gewerkt te hebben in hun collectieve be
drijven, eindelijk het schoeisel toegestuurd,
waarom ze zoo lang gevraagd hadden. De
kisten bleken te bevatten.... 3 paar schoe
nen en voorts waren ze gevuld met blikken
schoensmeer.
Het treurigst is het misschien wel gesteld
met de coöperatieve eethuizen. Dat het
eten er ongenietbaar is, dat het bestuur,
teneinde het voorschrift tot prijsverlaging
on te volgen, eenvoudig de porties halveert
zün reeds klachten, op zichzelf erg genoeg.
Maar het is lang niet de grens der onheb
belijkheid. waarmede de massa in Rusland
wordt behandeld, zelfs wanneer zij haar
zuur verdiend geld meebrengt om te be
talen, wat zij koopt. Op het congres werd
p«r half pond
Ster62 ets.
B 57 ets.
No. 1 52 ets.
No. 2 47 ets.
No. 3 42 ets.
No. 4 37 ets.
medegedeeld, dat in de coöperatieve eethui
zen de menschen uren lang in de rij moes
ten wachten, omdat er geen lepels genoeg
waren. Geen wonder, dai velen deze pro
ducten der beschaving dan ook verwaar
loozen en met hun tien vingers het ma
gere maal naar binnen werken.
Aannemen s.v.p.1
De grofheid jegens de koopers is een al
gemeen verschijnsel, daar men geen con
currentie te duchten heeft. Volgens den
volkscommissaris van verzorging, iemand
die het weten kan dus, was de grondtoon
er: Pak aan, wat men je geeft. Een tipje
werd ook opgelicht van den sluier, die de
geldmiddelen bedekt. Geconstateerd werd.
dat op vele plaatsen, vooral in de dorpen,
het „vrijwillig" koopen van aandeelen der
coöperaties onder dwang geschiedt.
Hoe is dit alles mogelijk, vraagt men zich
af, waar toch ongetwijfeld de productie is
toegenomen de laatste jaren, ook van ge
bruiksvoorwerpen. Ook hieromtrent werden
eenige feiten medegedeeld. De achteruit
gang in kwaliteit maakt, dat de bevolking
veel meer moet koopen, en dat dus de
prijsverlaging, als die tot stand komt, een
groote verlakkerij is.
Erger nog is het bederven van eetwaren
op groote schaal. Alhoewel er aardappelen
genoeg geplant zijn zal me>n, volgens don
volkscommissaris, ook dit voedsel moeten
rantsoeneeren, misschien zelfs zal het tol
'n ernstig tekort komen, alleen door „het
reusachtige procent bedorven aardappelen".
De oogst was dit jaar tweemaal zoo groot
als verleden jaar. Het is een weinig aan
lokkelijk beeld, dat de congresbesprekingen
gaven. Tekort aan levensbehoeften naast
groote voorraden, die onverkoopbaar wa
ren of onbruikbaar, schrikbarend bedert
van alles, wat maar bederven kan, de be.
volking getyranniseerd en afgesnauwd
Maar het social isme" heeft succes, de par
ticuliere handel is vernietigd.
Er worden zondebokben gezocht.
Bij kennisname van deze feilen begrijpt
men beter, waarom de sowjet-regeering
processen noodig heeft als het thans achtei
den rug liggende. Zij moet zondebokken
vinden voor zulke misstanden, die het ge
heele volk voelt.
En welk middel heeft men nu gevonden
om verbetering hierin te brengen? Er moe
len 100.000 arbeidersvrouwen in het appa
raat der coöperatie worden opgenomen.
Mannen heeft men niet meer beschikbaar,
die hebben zich „vrijwillig" verbonden in
een bepaalde fabriek te blijven werken tot
aan het eind van het vijfjarig program.
De vrouwen zullen hier dus redding moe
ten brengen, maar hoe, dat weet de volks
commissaris zelf waarschijnlijk niet. Wel
mogen er meer dan anderhalf millioen be
ambten in het coöperatieve apparaat wer
ken, die grootenrieols totaal overbodig zijn.
wel zullen daarbij nog eenige honderddui
zenden nog overtolliger controleurs komen,
die ieder tussehen de beenen zullen loopen
en al het werk onmogelijk maken, maat
dat zijn geen parasieten volgens de sowjel
beginselen. De parasiet is de particuliere
handelaar, die met een klein deël van deze
menschen hel volk veel beter aan alles ge
holpen zou hebben. Dat is sowjet-logiika.
DE NIEUWE HANDELSVERTEGEN
WOORDIGER DER SOWJETS
IN PARUS
Het Berlijnsche blad „Roel", orgaan der
uitgeweken Russen, geeft de volgende ka
rakteristiek van den nieuwen handels
vertegenwoordiger der sowjets in Parijs,
Brcslav.
Voor de revolutie leefde deze ook als po
litieke vluchteling in Frankrijk en oefende
daar zijn beroep van schoenmaker uit. In
zijn vak was hij echter een knoeier en ieder
keer, dat de Russische uitgewekenen in
Parijs hun slecht gerepareerde schoenen
kwamen afhalen, zeiden zij tegen elkaar:
Als schoenmaker deugt Breslaf niet, maar
hij is een echte bolsjewiek.
Als men nu bij den handelsvertegenwoor
diiger komt, staat men versteld over zijn
bekrompen blik. Hij is slechts in staat om
vergaderingszinnen der communisten aan
elkaar te rijgen. En thans zegt men van
hem: Dat is geen handelsvertegenwoordi
ger, maar een schoenmaker..»
EEN ANDER OORDEEL OVER DE
RUSSISCHE TOESTANDEN
De „Vossische Zeitung" vestigt de aan
dacht op een kleine brochure van een Duit-
schen ingenieur Misch, die zich als vele an
deren heeft laten verlokken naar Sovjet
Rusland te trekken, waar werk voor allen
te vinden was. Hij was aangenomen op een
salaris van 300 roebel per maand, en men
vertelde hem, dat hij in de meeste plaa:sen
van MO roebei maandelijks gemakkelijk kon
rondkomen.
In Charkof, waar hij eenigen tijd moest
blijven, rekende men hem echter in het
hotel voor logies en pension -46 roebel per
dag. Hij vond op de plaats, waar hij werk
te, een paar honderd Duitschc communis
tische mijnwerkers, die honger leden en
slechts droog zwart brood en gezouten visch
in onvoldoende hoeveelheden kregen odj
hun maag te vullen Een groot deel van hen
is naar Duitsehland teruggekeerd.
Voorts wijst hij op het ontzettende gebrek
aan medicijnen, zoodat een zieke vrijwel
verloren is. Hij raadt ieder aan, voor zich
naar Rusland te begeven, zich eerst terdege
op de hoogte te s'ellcn van de toestanden
Deze laatste raad is zeker juist. De gun
stige berichten, die vele Amerikanen ove--
toestanden geven, zijn daarom gekleurd,
omdat de buitenlanders, die voor een be
paald werk worden aangenomen cn niet als
emigranten naar de Sovjet-Unie trekken,
extra voedsel toegewezen krijgen en dus
onder geheel andere omstandigheden leven
als de bevolking van het land.
DE DUIT SC HE INDUSTRIEELEN
KEEREN TERUG.
De groep van vooraanstaande Duitsche
industrieelen, die naar Moskou getrokken
was. is na een verblijf van een paar weken
slechts teruggekeerd. Het blijkt thans, dat
het hoofddoel van de reis bestond in onder
handelingen met de centrale regeering ovei
credieten on andere leveringsvoorwaarden
aan de Sovjet-regeering. Het schijnt, dat
men tot overeens'emming is gekomen, en
dat de Sovjet-regoering op groote schaal be
stellingen in Duitsehland zal plaatsen.
Het is wel een omgekeerde wereld. De
Duitsche sociaal-democra'en worden be
schuldigd aan een oorlog tegen Rusland te
werken, terwijl de Duitsche groot-indus-
trieelen in de beste verstandhouding staan
tot de communistische regeerders.
Kerknieuws.
VRIJE EVANG. GEMEENTE
VIERDAAGSCHE CONFERENTIE
Donderdagmiddagsamenkomst
De laatste middagsamenkomst staat onder
leiding van Ds. Jac. Lissenberg, van
Dordrecht.
Na het zingen van: „O zee van Gods lief
de", het lezen van Coll. 3 vs. 12 tot 17 en 1
Thess. 5 vs. 16 tot 24 en gebed door Ds. Tim
merman, spreekt Ds. J. E n t e r, van Cad
zand, over de volheid van Gods genade.
De volheid van genade woont in God. Ze.
is zoo omvattend, dat ze onderverdeeld moet
worden, anders weten we er geen weg mee.
Ze is zóó wijd vertakt, dat we er in zouden
verdwalen, als we niet krachtens ervaring
wisten, dat God genade geeft voor eiken
dag. Bewogenheid komt In de ziel als hef
woord genade uitgesproken wordt en dit te
meer naar genade genoten wordt. Het woord
genade kpmt in Gods Woord in velerlei be
teekenis voor.
Inzonderheid wijst Spr. op de schuldont-
dekkende genade op de schuld vergevende
genade en op de bewarende genade Gods. Zij
maakt ons klein en maakt onze grootheid
stuk. En toch maakt de versterkende gena
de ons groot, want ze maakt ons kinderen
Gods. Ze maakt ons bekwaam tot alle din
gen. Vele kinderen Gods maken zich niet
klein genoeg door Gods genade.
Al wat gij doet met woorden of met wer
ken, doet het alles in den naam van onzen
Heere Jezus Christus. Ons gansche leven
moeten we onderwerpen aan den wil van
God en het moet getuigen van diepe afhan
kelijkheid van den Heere.
Ds. P, v a n V I i etvan .Amsterdam
rnerkt op, dat de volheid der genade Gods
een onnaspeurlijke rijkdom is.
Het getuigenis van Gods geest besluit.
Werpt al uw bekommernissen op Hem, want
Hij zorgt voor u. Dit woord getuigt van de
nuchtere wijze waarop de Schrift de dingen
beschouwt, doch toont tevens, hoe groot de
volheid van de genade Gods is.
De bekommernis kan ons leven benau
wen en vrouw zorg klopt altoos weer aan
onze levensdeur en treedt binnen in ons
levcnsliuis. De bekommernis over onze zon
den cn over de heiligmaking kan ons de
blijdschap rooven. Zc kan ons zoo omlaag
drukken.
De genade verlost niet alleen, maar
neemt ons ook do bekommernis af. Wc
moeten oi.s berustend geven onder de ge
nade Gods. Haar diepte kunnen we niet
peilen en daarom leggen we ons in Gods
genadehand. God draagt ons met onze
zorgen door het leven. Onze zorg over onze
kinderen kunnen we rustig in Gods gei.adr
hand leggen en onze geestelijke bekommer
nissen op Hem werpen.
Ds. Veldkamp gaat hierna in dankgebed
voor.
Donderdagavondsamenkomst
hij meedeelt, dat Vrijdagavond een dar.k
stond gehouden wórdt.
Nadat gezonger is. „Maar 't vrome volk
in U verheugd" cn gelezen is Jesaja 55 vs
1 tot 7 laat het zangkoor zich hooron.
Ds. Jac. Lissenberg vangt zijn toe
spraak aan met de vraag: Kent gij diepe
innerlijke rust, evenwicht, harmonie, verze
kerdheid, blijdschap, kent gij vrede?
Gevoelen we ons diep verloren? We moe
ten dezen avond zeer persoonlijk zijn en
vragen: hebt gij vrede? Hebt gij geen
vrede, dan kan Spr. een antwoord geven
uit de Heilige Schrift: De goddeloozen heb
ben geen vrede, zegt God
Een goddelooze is, heel nuchter be
schouwd, een mensch zonder God, die nle'
bezit een persoonlijke God voor zijn ziel.
ITet gaat hun uls de aartsvader Jakob, die
sprak over don God van Abraham en IzaL,
tot hij kon spreken van zijn God.
Als gij geen vrede hebt, dan is dit, omdut
bij geen persoonlijk contact hebt met God.
Dan staat gij tegenover God cn gaat gij
uw weg in donkerheid. God beklaagt u. Och,
dat gij naar Mij geluisterd hadt, zegt God.
Doch God beklaagt u alleen niet, maar Hij
is uitgegaan om den vredeloozcn mcnsch
den Vrede aan te brengen. Dat héeit God in
deze dagen betoond.
De vrede heeft bloed gekost cn in dit ver
band wijst Spr. op Jesaja 53. Onze opslan
digheid eischt straf, doch in den Zoon van
Gods liefde is die straf verzoend. In de vre-
delooze harten heeft de .Vredevorst den
vrede gebracht. Om dien vrede te verkrij
gen, verlate de goddelooze zijn weg en hij
L-ekeere zich tot den Heere.
God vergeeft in Zijn ontferming menigvul-
diglijk en Jezus geeft Zijn vrede, welke er
varen moet worden al dieper en zekerde»
Nadat een soliste zich heeft laten hooren
spreekt Ds. D. W. Veldkamp naar aan
leiding van Genesis 19 vs. 26, waarin ge
sproken wordt over de vrouw van Lot
Het is een ontzaglijke gedachte, dat straks
open plaatsen gevonden zullen worden in
do eeuwigheid. Het eene moment is verlo
ren gegaan zooals bij de vrouw van Lot,
dit achterom zag.
Wal moet het in do eeuwigheid zijn: dat
eene oogonblik! De genade is voor allen,
doch het kan afhangen van een oogenblik,
hetwelk misbruikt wordt als bij de vrouw
van Lot.
Dat eene oogenblik kan eeuwige ellende
brengen, doch ook eeuwige zaligheid. Dot
oogenblik geeft God thans, om ons aan Zijn
voeten te brongen met al onze ellende. Ddt
oogenblik wordt de overgang van de duis
ternis tot het licht. Zulk een oogenblik late
men thnns niet voorbijgaan!
Ds. J. Enter herinnert aan het gezin
van Jakob bij Sichem, waar Jakob de
vreemde goden opcischte. Spr. vraagt thans
de vreemde goden te offeren, te begraven,
cn tc komen naar Bethel, hel huis Gods, de
poort des hemels. Kom ga met ons cn doe
als wij, cn God zal u zegenen!
Ds. J. Timmerman spreekt een woord
van afscheid. Spr. Icpft sterk onder den in
druk van Jezus' komst cn vraagt, of men
bereid is op die kornet. In dit verband wijst
Spr. op de weggoz '-en wereld in Noach®
ijd. Daarom dient dit oogenblik thans lu
steed, om den God van Bethel te vinden
gelijk Jakob door do vreeze Sichem moest
verlaten cn de God zijnor jeugd mocht her
vinden.
De wereld wordt hoe langer hoe meer
onbewoonbaar voor Gods kinderen. We moe
ten beleid zijn voor de komst van Jezus en
ons scharen onder de banier van het Kruis.
Ds. Timmerman gaat in dankzegging voor
waarna de vierdaagsche conferentie beëin
digd is.
GODSDIENSTONDERWIJS.
Een teruggezonden voordracht.
Te Amsterdam is voor de Commissie
van Toezicht op het Godsdienstonderwijs in
de Ned. Herv. Gemeente de vergadering
van den Kerkeraad aldaar, op 19 Februari
j.l.t een smartelijke vergadering geweest.
In deze Commissie hebben o.a. zitting de
predikanten Dr. G. Oor buys, P. J. de Jong,
H. Bakker, A. G. H. van Hoogenhuyze en J.
H. F. Reinme. Op de gehouden Kerkeraads-
vergadering moest een nieuwe godsdienst
onderwijzer worden benoemd, waarvoor de
Commissie van Toezicht een voordracht had
ingezonden van twee personen, waaruit de
Kerkeraad benoemt, gewoonlijk den eerst
genoemde, daar men vertrouwen heeft in de
genoemde Commissie. In de vacature-wij len
J. F. R. Schellenberg bood de Commissie een
voordracht aan, waarop voorkwamen de
godsdienstonderwijzers: Jac. de Graaff, evan
gelist te Brussel, vroeger evangelist van de
Hervormde Stadszending te Amsterdam; cn
W. J. Kooyman, evangelist van het Armen
huis te Amsterdam.
Ds. van Hoogenhuyze deelt nu in de „Wijk
bode" mede, dat naar aanleiding van deze
voordracht de tongen loskwamen. Men vond
in don Kerkeraad. dat beiden niet deugden,
omdat zij in do Hervormde Stadszending
arbeiden, omdat zij geen mannen zijn in den
geest van den Kerkeraad cn omdat zoo het
Heilsleger in de Kerk gehaald wordt, enz.
Het slot der gehouden besprekingen was,
dat men de voordracht aan de Commissie
van Toezicht terugzond cn een nieuwe voor
dracht wcnschte met andere personen.
De Commissie van Toezicht, waarin pre
dikanten van de drie rechtzinnige richtingen
zitting hebben, moet zich nu beraden wat zij
zal doen, nu haar het vertrouwen on.zegd is.
E I c h wal Wils
„TOEN JONAS IN DE WALVIS CH ZAT"
't Is al vele, vele jaren geleden, maar op
eens moest 'k er weer aan denken. En T
stond me zóó helde? voor den geest of 't
gisteren gebeurde.
Dat is toch een vreemd verschijnsel
vind u ook niet?
We hebben de laatste twintig jaar gewel
dige gebeurtenissen meegemaaku En toch:
hoe weinig hebben we er van onthouden en
hoe ontzaglijk veel er van vergeten.
Soms lezen we de bijzonderneden van iets
wat een jaar of tien geleden plaats greep,
en we verbazen er ons over, dat we er nog
maar zoo heel weinig van weten.
Öp een anderen keer flitst door onze her
innering plots een weinig beduidend voor-
valleije uit onze kinderjaren en haarfijn
staan ons soms de nietigste bijzonderheden
voor oogen.
Ik las dezer dagen een stukje in „Het
Ned. Zeewezen" en'k zag mezelf opeens
als kind spelen vele, vele jaren geleden.
't Was op een klein dorp en we stoeiden
en ravotten op straat Auto's en bussen
maakten toen nog niet onmogelijk om
vlak voor de deur van 't ouderlijk huis te
spelen. Als 'k het wel heb, was toen de „fi-
losepé" pas ui.gevonden.
We speelden „Toen Jonas in de walvisch
zat", een van de typische spelletjes, waar
mee onze grootouders zich al vermaakten
en die nog bekend en geliefd zijn.
Midden in ons wilde spel werd 'k opeens
bij m'n arm gegrepen. En opziende keek 'k
in 't goedige gezicht van een heel oude
buurvrouw.
„Dai móg je niet spelen," zei ze vriende
lijk en toch bestraffend. „Dat is spotten van
jullie je weet toch wel wie Jona was".
We staakten ons spel en dropen be
schaamd af.
Gedurig als 'k op straat van „Jona in de
walvisch" hoor zingen, moet ik aan die
oude buurvrouw denken.
En 'k dacht ook aan haar, toen ik dat
stukje in „Het Ned. Zeewezen" las.
De schrijver van dat artikel'.je deelt mede
aan een deskundige de vraag te hebben ge
steld of het mogelijk is, dat een man door
het keelgat van een grooten visch kan gaan.
Zijn antwoord luidde: Het is mogelijk bij
een bepaalde soort haai, die een lengte kan
hebben tot 18 M. Van de walvisschen komt
slechts de potvisch in aanmerking.
Volgens deze deskundige moeten we bij 't
Bijbelsch verhaal van een .groote visch"
aan een potvisch denken. Dit is een soort
walvisch van plm. 18 M. leng'e met groote
tanden alleen op den onderkaak.
Volgens genoemd blad maakte zekere
dominee Desmond Marse-Boycott onlangs
gewag van 't volgende verhaal.
In Eebruari lMtn kruiste de walvischvaar»
der „Star of the East' in de omgeving vaa
de l-alkiand Eilanden, alwaar een groote
potvisch on.dekt werd.
Na een gevecht met de potvisch. kon men
den zzcinan James Bartley niet vinden,
Venuood werd, dat hij overboord gevallea
was.
De potvisch was gedood en de matrozen
werkten den geheelen dag en een gedeelte
van den naclu om het spek te verwijderen.
Den volgenden morgen werd een takel
aan de maag bevestigd en deze aan dek ge-
heschen. De zeelieden schrokken van iets,
dat teckenen van leven gaf, iets dat zich
krampachtig weerde, totdat plotseung
James Bartley er uit viel, ineengedoken en
buiten westen.
Hij bleef in leven, maar gedroeg zich ge-
durende t.vee weken als een krankzinnige.
Aan het einde van de derde week herstel
de hij.
Tijdens zijn verblijf in de potvisch was
zijn huid geheel wit geworden door de wer
king van het maagsap. Zijn huid geleek wel
perkament.
Hij herinnerde zioh het moment, dat hij
vanuit de boot in zee viel en dat hij in een
gladde massa gleed, die scheen te bewegen
en hem meenam. Met zijn handen voelde
hij een zaclile kleverige massa. Het was er
ontzettend warm, maar hij kon tenminste
ademhalen. De warmte scheen de poriën
van zijn huid te openen en alle levens
kracht er uit te halen. Hij werd zwak en
ziek.
Het eerste wat hij zich daarna herinner
de, was, dat hij zich in de hut van den
kapitein bevond. Zijn huid heeft nooit meer
de normale kleur gekregen, maar met zijn
gezondheid gaat het wel.
Een merkwaardig verhaal zeer zeker.
Dat ook een Christen met belangstelling
leest
Noodig om hem te overtuigen van de
waarheid van zijn ouden Bijbel is de mede
deel ing van zulk een wonderlijke ervaring
echter niet.
U hebt zeker ook wel eens gehoord van
't debat, dat een geloovig weduwtje had met
een modem dominee, die zeide van dat
hcele verhaal van „Jona fn den walvisch"
geen letter te gelooven.
„En i k geloof 't wél!" zei ze. „Omdat
mijn Bijbel 't zegt. En zei m'n Bijbel, dat
de walvisch in -Tona gezeten had, dan ge
loofde ik 't óók!"
Radio Nieuws.
Zoterdag 14 Maart.
HUIZEN, (298 8 M.) KUO. 8—9.16 Gramofoon.
10—11.30 Morgenconcert. 11.30—12 Godsdienstig
hulfuurtje. door den Zeer Eerw. Raetoor L H.
Rerquln O.P. 12 TUdseln. 12.01—1.30 Lunch
concert. 1.30—2.30 Gruniofoon. 2,303 Vragen-
halfuurtje, voor Jeugdige personen. 3— *.30. Km-
dcruurtje. 34 Uitzending vanden P.'K.O. 4—
4.30 Gelukwenschen en gramofoonmuzlck voor
de Jarigen. 4.305 Verzorging van den zender.
5—6 Populair concert. 6.01—6.15 Nleuwsberlc.t-
6.15—6^36 Journalistiek Weekoverzicht. b.35
Esperanto. 7,lo
irging
6.45 Gramofoon. 6.45—7.15
•7.35 W. H. RtJff. Onder- ,._HH
-- het Aquarium". 7.35—8 Vroolüke
VrooiUke
-11 Uitzending
HILVERSUM (1875 M VARA 9 Gramofoon
VPRO. 10 Morgenwijding. VARA. 10.15 Uit
zending voor arbeiders in de Contlnu-bed. uven.
12 Politieberichten. 12.15 Middagconcert 1.45
Onderbreking voor den zender, z.tb Grami
Lelt. 6.30 Ons
7.30 Politieberichten. 7.46 VA'KA-VaL...
Tocyprank door den heer S. Broekman, 8.05'
Muziek en Zang. Voordracht. BI) de Pomp,
WekelUksch nieuws van Teun de Klepperman,
Die jongen van mij heeft er toch
ook zoo'n pleizier in!
Gisteren komt-ie bij me en zegts,
„Vader, bij Piet thuis lezen ze onze
krant niet, en toen heb ik gezegd, dat
U het op zult geven, en dan gaan ze
hem misschien ook lezen!
Fijn Vader, dan hijg ik misschien
die fiets toch nog!"
NIEUWE AVONTUREN VAN MIJNHEER PIMPELMANS
45. Neef gaf hem nog een koek cadeau,
Die dankbaar werd aanvaard, en zoo
Vertrok dien dag heer Pimpelmar.s
Weer met den trein uit Nieuweschans;
De doos met bijen in zijn zak.
Vlijt hij zich neer op zijn gemak.
46. Maar foei, wat kriebelt op zijn been
Zoo langs zijn linkerbroekspijp heen?
't Zijn bijen, honderd in getal!
Het is een vroeselijk'geval!
De doos, die slecht was dichtgemaakt,
Is onder 't rijden losgeraakt
(Wordt Vrijdag vervolgd.);
FEUILLETON
TWEE ENTHOUSIASTEN
Naar het Engelsch van
EVELYN EVERETT-GREEN
Door J. VAN ZUYLEN
De tuin, de beeeterboschjes, en ze>lfe het
park zelf waren tot een treurig verwaar
loosd-en toestand vervallen, en jcl der eer
ste daden van de jonge meesteres was, eer.
dozijn stevige mannetjes aan te nemen en
voor een pond per week 'J aan "t werk le
zet-ten om gedurende de herfstmaanden
het park geregeld te bewerken naar haai
zin. Een aantal jongens, waaronder Jock
Carter, werd aangenomen om de paden en
paadjes te wieden, wat heel noodig was,
en zij kregen tien shilling per week "J, on
der voorwaarde dat ze ijverig zouden wer
ken. Verder engageerde ze een aanta-1 man
ne'n voor huieknechten, bedienden, tuiniers,
en dat tegen een loon, da-t aanmerkelijk
hooger was dan het gebruikelijke in de om
gevi-ng van Port Ferrars.
Voor de menschen van het dorp scheen
het. alsof de gouden eeuw wa6 aangebroken
Maar D6. Keith schudde het hoofd toen hij
hoorde van de bemoeiingen op Highferrars
en hij waagde het bedenkingen te opperen
tegen juffrouw OhoLmon-d, toen hij haai
zag.
Twaalf gulden. Zes gulden.
„Ik wou, dat u eens geïnformeerd had
naar den loonstandaard hier, voordat u
met de menschen had afgesproken," zei hij
„U moet bedenken, dat we hier niet in Lon
den zijn of vlak bij een groote stad. De
huren zijn zeer laag, groenten kan men heb
ben ate men de moeite maar neemt ze te
kweeken, en iedere zuinige werkman kan
zijn varkentje mesten en er bijna zooveel
voor ma-ken, dat hij zijn huur betalen kan.
Het weekloon van een arbeider bedraagt
hier ongeveer vijftien h zeetien shilling
en de boeren kunnen niet meer betalen.
Acht-tien shilling is genoeg voor ongeoefen
de tu-inlui en jonge bedienden. Als u op
lli-ghferrars op zoo ruime schaal begint,
zult u de enderen ruïneeren. Onzen men
schen zal het hoofd omloopen en ze zullen
niet meer voor een redelijk loon willen wer
ken. Als ze een pond hebben verdiend met
ruw werk op uw buiten, zullen ze mopperen
op de boeren, die zulke hooge loonen niet
kunnen betalen. Het ie voor niemand wer
kelijk goed, den prijs van iets boven zijn
marktwaarde op te voeren".
Beatrice keek verwonderd en een beetje
spijtig, maar weinig overt-uigd.
„Een pond per week schijnt anders weinig
genoeg voor iemand die een vrouw en een
I heel gezin heeft te onderhouden. Ik zou
graag een beteren staat van zaken in 't
leven willen roepen, ten opz-chte van het
arbeidsvraagstuk".
Ds. Ti ei bh lachte bedenkelijk.
„We moeten de dingen willen zien. zooais
ze zijn, en het beste doen wat we kunnen
onder de bestaande moeilijkheden en ver
warde omstandigheden; en het is geen wa
re goedheid voor wien ook, om voor arbeij
l) f9.— k f 9.60.
een loon te betalen boven zijn werkelijke
waarde dat wil zeggen boven dat. wat het
land kan dragen. Weet u hoeveel nadeel er
op veel plaatsen is gedaan aan de landbouw-
bela-ngen door de fantasten, zoools er een
poosje geleden zoo vele waren, kooplui, die
kleine boerderijen kochten, en ze dan met
v-erlies bewerkten, alleen maar voor de
aardigheid en bet nieuwe van de zaak"' Zij
betaalden belachelijke huren, gaven buiten
sporige prijzen voor het werk. betaalden de
verliezen uit de winst van hun a-ndere za
ken. hadden een poosje pleizier van hun
nieuwe speelgoed, en ruïneerden diegenen
in de omgeving, die bij den landbouw ge
ïnteresseerd waren. Sommige plaatsen heb
ben nog niet geleden door het onrecht, dat
die kunstmatige wijze van doen veroorzaak
te, terwijl anderen er nog onder lijden. Zorg,
dot u Little Ferrars niet op soortgelijke,
wijze in gevaar brengt. Ik ben bang, dal u
mij akelig onsympathiek en ondankbaar
zult vinden, ondanks alles wat u voor mijn
paroohianen doet. Maar Ik verzeker u,. dol
dit niet zoo is. Hoe meer mannen u kunt te
werk stellen tegen vijftien shilling per
week, hoe aangenamer Lk het zal vinden;
en ik verzeker u, als u de huizen van de
arbeiders bezoekt, zult u niet merken, dat
de vrouwen cn kinderen van degenen, die
een extraatje van vijf shilling ontvangen,
er beter aan toe zijn dan de huisgezinnen
van de gewone landarbeiders. De waard uil
de „Blauwe Draak" zal het verschil merken,
maar niemand anders, vrees ik of alleen
in- bepaald exceptioneele gevallen".
Beatrice zuchtte, maar nam alles goed In
zich od.
„Ik heb er over gedacht, u te raadplegen.
per week hcol billijk was. Ik begrijp, dat
u het beter weet, maar ik zou toch niet
graag hot gevoel hebben, de menschen te
weinig te betalen. Zouden ze niet kunnen
ieeren iets weg te leggen tegen eon kwa
den dag?"
„Ik wou, dat het waar wast Maar u weet
hoe moeilijk het is den gewonen werkman
er toe te krijgen wat te sparen Ais u ze
daartoe kon brengen, zou u werkelijk een
weldoenster zijn".
Beatrice vond, dat het tijd werd om iels
te doen, teneinde haar reputatie le herwin
nen. Zij beraadslaagde er met Erica over.
Het was Erica, die het idee aan de hand
deed, 't welk ten slotte werd aangenomen.
En toen de eerstvolgende Zaterdagavond
kwam, de tijd waarop steed6 de loonen wer
den uitbetaald, had Beatrice al de mannen
in haar groote provisiekamer bijeengeroepen
en had ze daar toegesproken.
Zij verklaarde hun, dat zij onbekend was
geweest met den loonstandaard in deze
©treek, toen zij de noodige schikkingen met
hen trof betreffende hun werk, cn dat ze
a-1 een paar klachten daarover ontvangen
had. Maar ofschoon ze mogelijk een fout
begaan had, door hun meer aan te bieden
dan anderen konden doen, was ze niet van
plan haar woord terug te nemen, maar ze
wilde alleen de zaak in het rechte spoor
brengen. Elke week zou iedereen het ge
wone loon ontvangen, da-t hij zou hebben
gekregen als hij op een boerderij gewerkt
had. maar de rest zou voor hem op rente
gezet worden, en er zou een boek worden
oarurelegd, waarvan hij een afschrift zou
bekomen, en waaruit duidelijk zou blijken
hoeveel hij te goed had. Beatrice zelf zou
haar in handen gaf, en dam zou er, in tijden
van ziekte of moeite of slapte van werk,
een reservefonds zijn, dat kon worden aan
gesproken, en zij zou hun met blijdschap
hun geld geven, als ze konden aantooncu
dat het werkelijk noodig was. Zij eindigde
met aan iederen man cn "aan eiken jongen
het gewone loon te betalen, waarop ze recht
hadden en noteerde in een boek. voor dat
doel gereedgemaakt, de rest als hun tegoed.
Ze gaf aan ieder een boekje, met dezelfde
inschrijving. Deze boekjes moesten elke
week worden meegebracht, en in overeen
stemming worden gebracht met het groote.
Daarop liet ze de kleine schare vertrekken,
terwijl ze nog de hoop uitsprak, dat ze el
kaar zouden aanmoedigen om spaarzaam te
zijn en zouden trachten het sparen tot een
gewoonte te maken. Al \va6 het nog zoo
weinig, ze zouden dan toch iets voor den
kwaden dog hebben.
De menschen vertrokken vol stille verba
zing; sommigen waren ontevreden en mop
perden;-slechts een paar verklaarden zicli
berqid deze schikking te aanvaarden, maar
de meeste gezichten stonden beslist boos.
Beatrice had die verschillende uitdrukkin
gen wel gezien. Ze wendde ziioh tot Erica
met een lichte Zucht
„Ze vonden het niet prettig".
„Neen, behalve een of twee. Als ze niet
bang waren geweest je te beleedigen, zou
den ze meer gezegd hebben. Maar ik denk,
dat ze hun eigen belangen te goed begrijpen
om te gaan twisten met de vrouwe van High-
ferrare. Het doet er niet toe, Beatrice, jb
hebt een wijs en rechtvaardig en goed ding
gedaan, en al zou je daardoor wat aan po
pulariteit verliezen, wat geeft dat dan nog?
Als de vrouwen en kinderen niet profiteeren
vaa je vrijgevigheid, is het beter maar wat
zuiniger aan te doen. Op deze nieuwe me»
nier zullen zij er het voordeel van hebben,
of de man het goedvindt of niet".
„Ik ben bang, dat ik teveel aan populari
teit hecht", antwoordde Beatrice; „ik heb
een zeker enthousiasme om de menschen
gelukkig te sicn, cn te voelen dat ze er mij
om liefhebben. Misschien is het dwaas en
zwak; maar ik wil zoo graag zonneschijn
brengen, overal waar ik ga".
„Me dunkt, je doet dat nu ook op de een
of andere manier", zei Erico, terwijl ze haar
wang even liefkozend 6treeldc, wat te racet
op prijs gesteld werd, daar zoo iets zeld
zaam voor haar was. „Alleen tnoei je be
denken, dat zonneschijn niet alleen wordt
gebracht door goud of wat men voor geJd
kan koopen".
Beo trice was een oogenblik stil en zei
toen op haar impulsieve wijze:
..Het leven is lang niet zo») gemakkelilk
en eenvoudig als ik gedacht had. Erica. De
menschen praten van den gouden regel
ik zou wel eens willen weten wat dat be tee
kent. De mijne schijnt in elk geval niet goed
te zijn".
Erica ontvvoorddo niet; ze dacht ernstig
na. ZIJ ook was begonnen in le zien. tot
het leven vol was van moeilijke problemen,
voor welke oplossing ze den sleutel nog niet
gevonden had. Maar de groeiende genegen
heid die ze voor elkander gevoelden, was
een bron van veel geluk voor beiden, on
arigheden werden merkljaar verlioht,
Ar te dragen.
'Wordt vervolgd.)
door 2