DINSDAG 10 MAART 1931
VIERDE BLAD PAG. 11
ZONDAGSRUST IN ENGELAND
MOGEN DE BIOSCOPEN
'S ZONDAGS OPEN ZIJN?
STRIJD OM DE WET VAN 1781
(Engelschc correspondentie)
Bekend, ja spreekwoordelijk is de puri-
teinsche Zondag in Engeland. Er kan geen
verhandeling geschreven worden over de
kwestie van Zondagsrust, of de Engelsche
toestanden worden daarbij gememoreerd.
Trouwens, wie wel eens een Zondag aan
de overzijde van liet Kanaal heeft doorge
bracht, dien zal het opgevallen zijn, dat de
toestanden daar geheel anders zijn dan op
het vasteland.
De Zondagskwestie is momenteel in Enge
land actueel. Bioscoopeigenaars zullen pogin
gen aanwenden om in liet Lagerhuis een
„Sunday Entertainments Bill" aangenomen
te krijgen een wet dus, die beoogt het mo
gelijk te maken, dat ook op den Zondag
bioscopen en andere publieke inrichtingen
van vermaak geopend zijn.
Tot heden was dat verboden, en wel krach
tens de Lord's Day Act (Zondagswet)
van 1781, die op don Zondag openbare ver
makelijkheden verbiedt, waarvoor entree ge
heven wordt.
Voorstanders van den puriteinschcn Zon
dag, die georganiseerd zijn in the Lord's Day
Observance Society (vereeniging voor Zon
dagsheiliging) beroepen zich met-voorliefde
op het bestaan van deze wet en dreigen hun
tegenstanders met het instellen van een ac
tie, waarmee veelal het doel bereikt wordt:
lezing, concert, amusement, waartoe men te
gen betaling van entreegeld toegang heeft,
wordt zoodoende belet.
Zoodra naar het oordeel der jury een hij-
eenkomst „entertaining" of ..amusing" is,
kan de eigenaar van de localiteit, als hou
der van 'n „disorderly house" oen IkjcIu van
200 pond sterling verliezen aan dengene, die
de actie heeft, ingesteld.
Op het eind van liet. vorige jaar heeft een
Londensch magistraat nog weer eens gecon
stateerd, dut, hot geven van bioscoopvoorstel
lingen op Zondacr onwettig is, immers in
strijd met de meergenoemde wet van 1781.
De uitspraak heeft de kwestie getrokken
binnen de sfeer der publieke belangstelling
en zooals gezegd, worden er pogingen aan
gewend om voor den vervolge mogelijk te
maken dat de bioscopen enz. 's Zondags
open zijn. Sommigen vragen radicale ophef
fing van de wet; anderen pleiten warm voor
amendoeren; een derde roep strijdt fel voor
handhaving.
Een vertegenwoordigster van de laatstbe
doelde groep zond ons een pakkend vlug
schrift, waarin de lezer aangespoord wordt,
het zijne te doen opdat die „Sunday Enter
tainments bill" toch maar niet worde aan
genomen.
Curiositoitshalvo laten wc bieronder vol
gen, wat er in dat vlugschrift te lezen was.
Vermakelijkheden op Zondag.
De kwestie van de vermakelijkheden op
Zondag is liet vraagstuk van den dag. Eige
naars van bioscopen en schouwburgen heb
ben, naar werd meegedeeld, een \Vet op de
vermakelijkheden op Zondag ontworpen, die
binnenkort in het Lagerhuis zal worden be
handeld.
Wat bedoelt die wet? Deze wet zal, als ze
wordt aangenomen, liet veroorloven, dat
schouwburgen, bioscopen en allerlei andere
vermakelijkheden s Zondags geopend zijn
4000 Bioscopen en 597 schouwburgen zijn
daarmeo gemoeid. Deze wet is een uitdaging
aan het adres van allen, die den naam ran
Christus noemen. Donk U in, wat dat be
teekent! Deze wet zou in ons land mogelijk
maken een ontheiliging van den dag des
Hecren op grooto schaal deze wet zou
een slag toebrengen aan het evangelisatie
werk van de christelijke kerken deze wet
zou den wekelijks.-hcn rustdag van tiendui
zenden van het bioscoop- en schouwburgper
soneel in gevaar brengen.
Deze wet moet met Gods hulp afge
weerd worden.
Hoe zullen we het dreigend gevaar afwen
den? De Lord's Day Observance So
ciety vericgenwoordigst'r der christelijke
volksgroepen, wil den viu.nd in het aange
zicht wedcrsUmn. Zij heeft 'n geweldige pro
testbcweging op touw gezel 950.000 Mani
festen zijn verspreid. Protesten verschenen
in de dagbladen.
Meetings werden gehouden, toonoelspelers
worden opgewekt om zich te verzitten tegen
de slavernij van Zondagsdienst. 261 Parte
mentsleden verhonden zich om den strijd
aan te binden.
1. Als de vermakelijkheden op Zondag al
gemeen worden toegelaten in ons land. zul
len ze veel ertoe bijdragen om liet bolwerk
van ons rijk, den cliristelijken Zondag, te
ondermijnen.
2. De eigenaars van biosopen en schouw
burgen roepen zoo hard om opening van hun
inrichtingen ot> Zondag, omdat dat (voor
hen) groot gewin beteekent: naar schatting
zou bet jaarlijks een voordeel beteekenen
van 10.250.000 pond sterling.
3 Tooncelspclers, actrices en ander perso
neel van schouwburgen en bioscopen zijn
heftie tegen opening op Zondag gekant. Deze
zwoegers hebben evenzeer recht op één rust
dac in de week, dien elk weldenkend
mensch voor zich opeisoht.
4. Wordt het open zijn op Zondag voor
biosconen en schouwburgen toegestaan, dan
is het gevolg daarvan, dat op Zondag ook
moeten worden toegelaten: kermissen, wed
strijden, paardenrennen, enz.
5. Maar bovenal: de agitatie voor vermake
lijkheden op Zondag is een aanval op den
datr, dien de Heere bijzonderlijk met Zijn
naam heeft, verbonden den dag des Hee-
rcn. Dit is de dag. waarop wij in de wirwar
van ons drukke leven mogen rusten, en
waarop wij bijzonderlijk mogen denken aan
Hem. die om onzentwil op deze aarde kwam
om ons te behouden. Het is een dag van hei
liging, het is een dag van rust. Gods gebod
aan do mcnschheid luidt:
„Gedenk den Sabbathdag, dat gij dien hei
ligt".
Zullen wij nu zwijgen en toestaan, dat de
ze geheiligde dag. een gave Gods aan de
menschcn, onder de voet geloopen wordt
door den mammon van 1931?
Tot zoover het vlugschriftje, dat ons be
reikte. Men bemerkt eruit, hoe men alles in
het werk stolde, om op te komen voor een
heiliging van den Zondag.
„Maar zoo schreef ons iemand behal
ve het petitionnement aan het Lagerhuis
hebben wij nog een ander verzoekschrift te
richten. Een dat veel belangrijker is. Ik be
doel het verzoek aan Hem, die de raadslagen
des boozon kan breken.
Gaarne gaven wij dit schrijven door. Het
bepaalt ons tevens bij wat in Nederland te
dezen opzichte nog gedaan moet worden.
Rekening dient gehouden te worden met de
veranderde tijdsomstandigheden. Wetten
van 1781 of zooals bij ons van 1815 be
antwoorden niet meer aan de eischcn. die
het jaar 1931 stelt. We hebben een wet nóo-
dig, die gehandhaafd zal worden en niet
een. die doorloopend ongestraft wordt over
treden.
De moeilijkheden van onze Engelsche ge-
loofsgenooten mogen hier te lande over
dacht worden. En aan het gebed, dat de
dag des Heeren in Engeland niet ontheiligd
worde, paren wij de bede. dat zeer spoedig
ook in ons land een nieuwe Zondagswet in
behandeling kome.
BINNENLAND.
CHRIST.-HIST. UNIE
AJLGEMEENE VERGADERING OP 8 APRIL
Op tijd on plaats ais hierboven vermeld,
zal de algemeene vergadering der C.H. U.
worden gehouden.
De agenda meldt het volgende:
Opening der vargadering te elf uur
precies.
t. Rede van den /oorzitter der Unie.
2. Rekening en verantwoording over het
jaar 1930.
3. Verkiezing van drie leden van hv-t
Hoofdbestuur, wegens periodieke aftre
ding van de heeren dr. J.-Schokking en
J. ter Haar Jr. en van mej. mr. C. F.
Katz. Nevens de aftredende leden '6
candidaat ge«teld: door de Kiesvereeni-
ging 's '.rivnnhage I. de heer J. .1. R
Sckma-1. lid der Prov. Staten. Voorbjrg.
4. Behondeling van de voorstellen, inge
diend door de afdelingen.
De voorstellen zijn deels van organisato-
risohe aard. deels van algemeene strekking
We vermelden er twee. De eerste gaat
over
Ridderorden:
Lelden stelt de volgende motie voor:
„De Chr. Hist Unie. in algemeene ver
gadering bijeen:
constateerend-». dat bet verleenen var on
derscheidingen en ridderorden door de Re- j
geenng, op groote schaal, de onwaarachtig- I
heid in ie hand werkt,
spreekt al6 haar o-ertuiging uit, dat *1
het verleenen van onderscheidingen door de j
Regeering alleen ian moest worden over
gegaan, wanneer het verrichten van een
zeer bijzondere daad daartoe aanleiding
De andere vraagt een
Onderhandellngstarief.
Loosdrecht stelt de volgende motie
voor:
„De Algemeene Vergadering, gezien Jen
n-odtoeetand in den Land- en Tuinbouw,
verzoekt het Hoofdbesuur der Unie en 'e
vertegenwoordigers uit de Unie in de ?ta
ten-Generaal, de tergend-langzame vorderin
gen van de Nedei landsche Regeering .iel
af te waohton. maar met alle gepaste mid
delen aan te dringen op de vaststelling van
een onderhandel ingslanief'.
DE OPPOSITIE IN DE S.D.A.P.
„VOORALSNOG" GEEN MAATREGELEN
In de Zaterdag gehouden vergadering /an
het bestuur.der S.I) A.P. was, aldus meldt
Voorwaarts, ingekomen een verzoek om aan
het partijcongres een voorstel te doen, be-
oogende aan het partijbestuur op te dragon
een commissie te benoemen, die tot taak zal
hebben te onderzoeken, of de gedragingen
en de strijdwijze van de groep der „links
socialjsten" in de S.D A.P. in overeenstem
ming zijn met de oezeggingen en afspraken
van het congres 192-9. liet partijbestuur be
sloot aan dit verzoek „vooralsnog" geen ge
volg te geven en de eventueels discussies
over deze aangelegenheid op het aanstaande
congres af te wachten.
P. H. Muller schrijft in .,Dc Vriend des
Huizes" een artikel over Willem de Mérode
„de Christen symbolist bij uitnemendheid".
Hij vestigt er de aandacht op, hoe De Méro-
de's bundels, verschenen tusschen 1915 en
1930, de weerspiegeling zijn van een divaal-
tocht „naar het doel, dat de dichter aan het
begin reeds zag, maar tot liet bereiken
waarvan hij werd verhinderd door zijn eigen
weerstrevende wil".
De ontwikkeling van De Mérode's talent
cn zijn langzame ommekeer tot God zijn
niet aanwijsbaar uit de chronologie van zijn
bundels. Zijn verschil in levenshouding en
ziclestcmming zijn wel af te leiden uit do
verschillende bewerkingen van het zelfde
thema, in vroeger en in later tijd. Bijv. dat
van de verloren zoon.
In 1915 keert de verloren zoon bij De
Mérode wel terug naar huis, maar zonder
zonde- cn schuldbesef, ja met in zijn hart
nog het verlangen „naar andre woelden". In
1928 keert de verloren zoon terug als „een
gistig kreng, met walg vergooid", gebroken
metterdaad onder de last van zijn gevoelde
schuld.
Eveneens kan De Mérode's geestelijke
omkeer gedemonstreerd uit zijn natuur
lyriek: vroeger gaf de dichter tafereeltjes,
thans wordt het natuurleven voor hem sym
boliek.
Muller citeert „1-Iet ijzer", ook door ons
ten bewijze aangevoerd tegen dc onbillijke
kritiek van Anton van Duinkerken.
De Mérode's poëzie is „een belijdenis van
een zondaar, die, langs hoevele en welke
paden ook dolend langzaam gerijpt is tot
een diep afhankelijk kind Gods. Tot een
Christen, die eindelijk dc rust en den vredj
gevonden iieeft, waarnaar zijn vermoeide
hart in talrijke verzen smachtte, doch die
zijn deel niet werden zoolang de begeerte
niet was losgelaten".
Met instemming nemen wc Muller's uit
spraak over: „De dichter voor den Protcstant-
schen Cliristen is Dc Mérode zooals Revius
het was in de 17e eeuw".
HET KORENLAND.
Februari '31.
Het is een goede gedachte een reeks „korte
karakteristieken" te wijden aan beroemde
voortbrengselen der vadcrlandsche schilder
school.
H. A. Mulder, de auteur dezer artikelen
reeks, schrijft ook over „Dc klop op dc
deur". Hij eindigt: „Samenvattend kunnen
wc dus van dezen „Amsterdamschcn fami
lieroman" zeggen, dat hij ons niet geeft een
machtig tijdsbeeld daartoe blijft hij teveel
vast aan de precicso psychologische analyse
maar dat hij ons een lange reeks levens
momenten uitbeeldt, zuiver gevoeld en ge
zegd, openbaringen ook van het leven van
den tijd. maar meer nog: van het verborgen
zielsleven, dat van geen tijd is. Het is Ina
Boudiers eigen ideaal, dat Karei de Roos
aldus spreekt: „Niet alleen de vroolijke,
gelukkige dingen zou ik willen schrijven.
Maar ook dat, wat niemand van een ander
OPWAARTSCHE WEGEN.
1 Maart 193L
Naast verschillende verzen artikelen van
Haantjes over „Daden die keeren", A. Wa-
ponaar over „Dc dichter A. Roland Holst",
Van Ham over ,.Van Looy's Afscheid". D.
Wouters over „De dichtader in 1S30 en '31".
Voorts kroniek en boekbesprekingen.
BAVINCK'S BILDERDIJK,
Bij gelegenheid van het anderhal f-ceuw-
fecst van Bilderdijk's geboorte in 190G deed
Prof. Bavinck een magistrale studie het
licht zien „Bilderdijk als denker en dichter".
Ook door andersdenkenden werd dit werk
ten zeerste bewonderd en van beteekenis
geoordeeld voor de kennis van de dichter.
Quérido gewaagde van „Bavinck's belangrijk
boek", ook Schorten schreef zeer waardee-
rend over deze studie.
Het zou - ons wel gewenscht lijken. Ja,
noodzakelijk, dat in dit Bilderdijk-jaar
Bavinck's uitverkochte hoek opnieuw tot het
publiek gebracht werd. Het is in geen enkel
opzicht verouderd.
G. VAN NES-UILKENS.
Dezer dagen berichtten we, dat van deze I
schrijfster straks een vervolg zal verschij-1
nen op haar beide, veel gelezen romans:
„Duikelaartje" en „Ingrid".
Naar aanleiding daarvan ontvingen we I
een waarschuwend schrijven van een lezer,
welke reeds voor een jaar of vijftien zich j
geërgerd heeft aan haar schetsen in „Eigen I
Haard". Deze waren aldus schrijver I
„zoo onzedelijk en van dusdanige godlooze j
strekking, dat ik er toentei-tijd geen Neder-
landsch schrijver voor had uit kunnen
denken".
Het is ons bekend, dat m«vr. Van Ncs-
Uilkcns jaren geleden debuteerde met schet
sen in tijdschriften. Of er de door inzender!
gebruikte karakteristiek op van toepassinu j
is, weten we niet Maar zelfs al mocht dit i
zoo zijn, dan hebben wij daar op 't oogen-
blik o.i. weinig mee te maken. Tenzij deze i
bij het lezerspubliek geheel onbekende
novellen, opnieuw zouden worden uitgegeven
De schrijfster G. van Nes-Uilkens moet be
oordeeld worden naar dé boeken, welke zij
het Nederlandsche publiek hoeft geschonken.
Dat zijn er zes: „De Bergmannetjes", „Het
vérlatcn Eibersnest", „Duikelaartje", „In
grid", „Maretakken" en „De Zoeker". Nu wil
ik het laatste, dat algemeen als een mislukt
boek, een draak, is afgewezen, even terzijde
stellen; maar van haar voornaamste wer
ken, dat zijn er dus vijf, ontkennen wij ten
stelligste, dat de door inzender gebezigde
kwalificatie er ook maar uit de verre verte
op van toepassing zou zijn.
Deze werken zijn in geen enkel geval
onzedelijk. Integendeel, zij worden alle
gedragen door een hooge opvatting van
zedelijkheid cn tucht. Mevr. G. van Nes-
Uilkcns is geen orthodoxe schrijfster cn op
i haar Godsbegrip valt onzerzijds heel wat af
j te dingen, maar haar gemelde romans be-
I zitten in geen geval „een godlooze strek-
Onzc geachte lezer vergist zich, als hij zegt
I dat wij het komende boek van Van Nes-
i Uilkens hebben .aanbevolen". We gaven
niet meer dan een „aankondiging". Indien
i „Lichte Vensters" iets met „De Zoeker" te
i maken had, zou deze aankondiging achter-
wege zijn gebleven, maar, waar het een ver
volg zal zijn op „Duikelaartje" cn ..Ingnd",
hopen wij, dat het iets goéds zal worden.
Echter, een boek aanbevelen, dat nog ver-
j schijnen moet, komt niet bij ons op. Daar-
i voor werden reeds te vaak overigens go-
gronde verwachtingen beschaamd!
DE BEKEERING IN DE CHR. LITERATUUR
P. Keuning schrijft in „Chr. Schoolblad"
in een aanlievelende bespreking van „Ko
ningskinderen" o.m.:
„Niet dit is de fout van de Christelijke
literatuur, dat ze ons telkens weer een
i nieuwe bekeeringsgesc-hiedenis geeft, maar
I dit is haar fout. dat ze ons onwaarachtige
bekeeringsgeschiedcnissen geeft, geschiede-
nissen, waarin bekeering onwaarachtig is
en de z.g. bekeerde menschcn onwaarachtig
D i t is de fout, dat de Christelijke litera
tuur er van uit gaat, om bekeeringsgeschie
denissen te geven, opzettelijk, met een voor-
j opgezette bedoeling.
I De Christelijke literatuur heeft geweigerd,
j liefdevol cn ernstig tot het leven te naderen.
Ze heeft het leven aangegrepen als ipts.
i waarover wel eens het een of ander mooi
verhaal te schrijven valt. Ze heeft de bekec-
ring aangegrepen als een object, waarvan
wel iets te maken valt.
Dat heeft de z.g. moderfie Christelijke li
teratuur gedaan. En dét ze dat gedaan heeft,
vloeit voort uit haar coquetteercn met de
woordkunst der tachtigers cn na-tachtigers.
Die hadden ook een mooi geval, een belang
wekkend sujet, een prachtig voorval, waar
van wel iets te maken viel.
En zoo heeft ook de Christelijke literatuur
de bekeering als een heel belangwekkend
feit, waarvan alles te maken valt als
men 't maar een beetje minder ernstig op-
Woorden, woorden en niets dan woorden.
En als dan een dichteres als Hélène Swarth
Christel ij ke woorden gebruikt en bij-
belsche tafreelen schetst, dan lijven we deze
dichteres ook maar zonder meer in bij de
Christelijke dichteressen van heden
Dan blijkt het dat de Christelijke critiek
ook het spoor bijster is geworden en het on
derscheidingsvermogen verloren heeft".
Land- en Tuinbouw.
DE STEUN AAN DE BIETENBOUWERS.
Het Hoofdbestuur van de HolL Maatij.
v. Landbouw is niet tevreden.
>ouw heeft zijn oor>
Ingediende „Sulkei
dat blijkt wel uit het we
lichting die daarbij gege>
Het Hoofdbestuur is o.i.
Als de regeerinj
noet worden tot
comstlgen evenw
iet Hoofdbestuur,
t bedrijf loonend zal
ichljnlljk over langer tijd ver-
- niet dankbaar
;ekent het niets. Of zij
wassen kan^ hun onverschillig
dringt he
vljzlglng van het wetsontwerp
Hen zin. dat een bletenprljs gegarandee
vordt, welke zóó hoog is. dat er van een 1c
---*- •- gesproken mag worden. Gebet
roductle dreigt, hetgec
aar brengt: 3e. de «kl
Ijn; 4e. vele andere m
;n worden- 5e. sterke
■endbaar zijn
«nder de landbouwer
laging onaf-
rs over het
Bij het hoofdbestuur der Holl. Mij. van Land
bouw zijn uit alle gebieden in Noord- en Zuid-
Holland. waar de bietenteelt van beteekenis Is.
berichten ingekomen, waaruit de diepe teleur
stelling en ontevredenheid blijkt.
De afdeellngen Waard en Groet. Haarlemmer
meer. Anna Paulowna. Houtrijk en Polanen en
Voorne zonden telegrammen, waaruit blijkt, dat
Itfn dbouw^rsWwordVtangeacht aVde^ln uitzicht
gestelde bletenprljs niet belangrijk wordt ver-
Als een prijs, die den boer ook eenig loon
geeft, word' --- -
In uitzicht.
VEILING VEREENIGING POELDIJK.
Onder voorzitterschap van den heer J. »a-
ndse hield de velllngvereenlglng haar alge
mene vergadering. Uit het jaarverslag bleek,
t in totaal werd omgezet voor een bedrag
n f 3.752.106.35.
nleldlng van een desbe-
dat het we)
len, doch dt
met de tijden, dit ni
gelijk blijkt, zal lal
lede.
ogelijk zou zijn v
men het veiliger a
ghetaald.
leiding van een vraag, in de vorige
teld.
ïide de
Het
-sitter dal
lelf 1
>ndslag opgericht
handel kan wor
tuinbouw hiertoe
vereeniging op
bracht het vellei
■■■■■■MOT. die over de
van het Ü.C.B. merk. zal in een binnen
houden vergadering speciaal worden
Vraag en Antwoord.
1288. P. V. De aftrek voor een ongehu
Iraagt f 600 ook al Is dc-ze kostwinner
dien hij dat Is mag daarvoor een bedr
lat de f 600n^rdenWlfgetrokf||nr°B^D
leeft een inkomen van f 2000. Hij kee
t f 4. dai
indien i'n inoe-
ioodlg heeft
'erblljft f 1792.
>k worden afgetrokken, doch niet alle®. Al
le voor ziekte en werkioosheld'verzekering en
>k geen premie voor ziekenfonds maar wel
Kir begrafenisfonds.
1289. v. D. te C. t. Voor 1930/31 geldt het in-
sheele Jaar in die functie was. die hij had op
Mei 1930. Indien dit niet het geval was moet
•t Inkomen worden begroot naar den toestand
in 1 Mei 1930 (dus b.v. 12 maal f 200. of 3J
aal f 30 enz.) 2. De ultkeering behoeft niet
erechtelljk te zijn vastgesteld. Het ie vol-
<L O. 1. Spaarbankrente van
niet van de kinderen) moet als
i aangegeven
bedoelde instellngen mogen allo
rstrekken. doch zijn daartoe niet
Ie practijk zal het ook wel niet
3. De Inspecteur mag de waarde van het huls
chouwd als genoten niet in geld maar als in
4. De Inspecteur heeft het Techt de bedoeld*
verkrijger
te Rotterdam
-ondbelasting be-reket
de netto opbro
DE ANATOMISCHE LES
die de medische farulteit" vertegenwoordigt. Ze<7 niet kwakzal-
Ver J .deu-J"un. zou Zi,c'1 h,°°aJ} beleedlgd g-voelen. Hi} immers heeft jaar in. jaar uit rerkondiqd de redder der mensehhè'id
zoodat hij het nu zelf gelooft! De omstanders, die nog niet zoover zijn, worden door aunschouweli}k onderwijs, met behulp t
-- aunsehouwelijk onderwijs, met behulp van een
ontleedpop, op de mrsehrfkktnoen van bepaalde ileklcn aetueien. Met een stortvloed van woorden, pul met Lattin doorspekt toont
ie dokter ie onfeitbaarheti van ztm „mliiel teqen alle kwalen" aan. - Als nu de ki;kers maar koopers wtüen worden
BLOEDTRANSFUSIE
I
Zooals men onlangs heeft kunnen lezen,
heeft het Nederlandsche Roode Kruis te
Rotterdam een Bloedtransfusiedienst inge
richt
De belangrijkheid van dat feit Wettigt
een poging om daar nog eens meer uitvoe
rig de aandacht op te vestigen.
Wat bloedtransfusie is, weet zoo in het
algemeen ieder wel, die geregeld zijn dag
blad leest Het is het „overtappen" van
bloed van een gezond mensch in de aderen
van een, die tengevolge van sterk bloed
verlies of een of andere uitputtende ziekte
in levensgevaar verkeert.
Die bloed-overdracht, hoewel in onzen
tijd als heilzaam hulpmiddel van den ge
neesheer erkend cn reeds in duizenden
gevallen met de beste resultaten aangewend,
is al een oor-oude gedachte.
De oude Egyptcnaren gaven, blijkens ge
vonden papyrus-opschriften, reeds hun
bloed voor hun zieke prinsen en de Griek-
Bche auteur Ovidius spreekt er in zijn
„Metamorphosen" van. dat men het geron
nen bloed uit de aderen van oude mannen
moet verwijderen en het vervangen door
bloed van krachtige jongelingen. Mogelijk
is, dat dit laatste meer fantasie dan practijk
was.
Meer indruk maakt het wellicht, dat reeds
in de zeventiger jaren van de vorige eeuw
in de wereld der medische wetenschap de
bloedtransfusie een kwestie van hevig dis
puut was tusschen vóór- en tegenstanders.
Met hartstocht kwamen de eersten op voor
hun standpunt, maar met niet minder
kracht verzetten de laatsten er zich tegen.
Dat felle verschil van waardecring was
niet te verwonderen als men weet, dat men
in enkele gevallen wel resultaten van een
blocdo1verdracht zag, waarvan men versteld
stond, omdat ten doode opgesch re venen er
door als het ware tot het leven werden
teruggeroepen, maar dat daartegenover ge
vallen stonden, waarin de dood van een i
patiënt na de inspuiting van bloed van een
ander menschclijkerwijs gesproken eerder,
intrad dan normaal verwacht kon worden.
Het kwam vast te staan, dat het beste
bloed soms ten gronde gaat na inspuiting
bij een ander, ondanks de physiologisch
beste verhoudingen.
Lang bleef het een raadsel hoe dat kwam
en in dien tijd bleef bloedoverdracht na-j
tuurlijk een riskant experiment
Totdat in het jaar 1900 de Weensche
professor Karl Landsteiner zijn ge
weldig belangrijke ontdekking deed van het
bestaan van „bloedgroepen", waarvan som
mige elkander niet verdragen doch andere
wel.
Landsteiner vond, dat de bloedwei van
den eenen mensch soms in staat is de roode
bloedlichaampjes van een anderen mensch
neer te slaan door ze te doen samenklonteren
Teen de verschillende bloedgroepen vast
stonden 'n viertal die elkander in het
eene geval wel, in het andere niet verdra
gen, stond niets meer de toepassing van
bloedtransfusie in den weg. Het ging er nu
slechts om, vaoi te voren de zekerheid te
hebben, dat dc roode bloedlichaampjes van
dengene die zijn bloed zal geven niet kunnen
samengeklonterd worden door het serum
van den patiënt
Sinds Landstciner's heilzame ontdekking
is de bloedtransfusie zonder bezwaar en in
steeds toenemende mate toegepast.
Er zijn doctoren, die te spoedig hun toe
vlucht ertoe nemen, andere die er te wei
nig van schijnen te verwachten. Het beste
is wellicht, dat men alleen dan tot bloed
transfusie overgaat als men de eerlijke over
tuiging heeft dat anders niets meer kan
helpen en haar dus tot het allerlaatste .be
waart. Want juist dan kan deze manier
om don veegen mensch nieuw leven in te
gieten vaak gevolgen hebben die ons als
wonderen aandoen.
Het ligt wel eenigszins voor de hand, dat
het practisohe Amerika, dat niet voorzich
tig staat tegenover al wat nieuw is maar
daar letterlijk naar hunkert, op het gebied
van de organisatie der bloedtransfusie baan
brekend werk verricht heeft.
Men is daar. als elders, begonnen mat eerst
onder de familie van een patiënt te zoeken
naar geschikte bloedgevers.
Later heeft men in de universiteitssteden
de studenten voor het meerendeel bereid ge- i
vonden om hun bloed te geven. In groepen
werden deze daartoe in de ziekenhuizen ge-
intcmeerd om altijd bij de hand te zijn en
wanneer zulk een geïnterneerde eenmaal
zijn bloed gegeven had voor een patiënt waar
voor men het noodig oordeelde, was hij I
weer vrij.
Hier te lande heeft men dat voorbeHd
nooit nagevolgd, al heeft men onder de stu
denten in de universiteitssteden ook wel
bloedgevers gevraagd, die zich daarvoor vrij-
willig hebben gegeven. i
In de Amerikaanscha steden waar men
geen studenten ter beschikking had, word
weldra, zakelijk als men daar is. in vele
gevallen bloed per advertentie gevraagd.
De volgende stap was, dat er bureaux wer
den opgericht, die bloedgevers ter beschik
king stelden tegen zooveel dollar per keer en
per hoeveelheid en zelf een zeker percentage
van de d,oor dezen bedongen prijs opstreken
Aan de aanvankelijk altruïstische opzet
was daarmede de genadeslag toegebracht
Het is een geldzaakje geworden, zooals zoo
veel in liet land waar alles om den dollar
draait Veel ellende is daaruit voortgevloeid.
Mcnschen die geen geld hebben, kunnen bij
dezen opzet ook geen bloed krijgen en moe
ten dan maar dood gaan, hoewel ze met
een kleine hoeveelheid bloed gered hadden
kunnen worden. Aan den anderen kant gin- 'oogenblik hebben sinds 1922 in Engeland
gen bloedgevers er m vele gevallen tqe over reeds 5000 bloedtransfusies plaats gehad
om van den nood van welgestelde patiënten geheel gratis en zelfs onder de bepaling, dat
misbruik te maken en op het cntische mo- 'egene, die het bloed krijgt, niets aan zijn
ment een soort chantage te plegen en onge-bloedgever mag schenken behalve een klein
loof lij ke sommen te bedingen. cadeautje, dat het karakter van een herinne-
Men tracht nu. althans in New York. aan ring draagt. Dit volkomen op menschlievend
deze misbruiken een einde te maken, door heid berustend systeem is in hooge mate
van stadswege de bloedtransfusie ingrijpend sympathiek,
te reorganiseeren.
I Toen te Rotterdam de eerste bloedfrana-
In de oude wereld, heeft Londen de eer de fusiedienst in Nederland werd begonnen
bloedtransfusie onmiddellijk op zuiver altru- heeft men daarbij het Londensohe svsteem'
ïstischen grondslag georganiseerd te hebben, tot voorbeeld gekozen.
berwell-district van het Britsche Het initiatief daartoe werd genomen door
K „Knns Jeeft. ?P zekeren dag in Dr. H. C J. M. v a n D ij k. die zich al gerui-
1921, toen een der ziekenhuizen een aanvraag men tijd voor bloedziekten bijzonder heeft
om bloed deed. een dringende vraag gericht gcïntaivsseeixi en op het gebied der bloed-
ïiï«JKS,U5eS 62 ^ÏÏTT11 ,V,an overdracht zich reeds verdienstelijk heeft
het district om bloed beschikbaar te stellen gemaakt toen menig medicus van naam in
Hoewel vier personen zich onmiddellijk op- ons land nog heel sceptisch tegenover deze
gaven, ging met een en ander toch zooveel „nieuwigheid" stond.
tijd heen, dat vóór er een bloedgever ter; Van hem ging het voorstel uit, dat het
hm nSüJèv W-°8vV!S Nederlandsche Roode Kruis zich hierop zou
Het Britsche Roode Krms hierdoor geleerd, werpen als op een nieuwe veelbelovende
heeft zich m dezen een taak toegewezen ge- vredestaak en gelukkig heeft hij bii het
i" Ti ^er ee?, pautlö.ntJn *on hoofdbestuur van het Roode Kruis direct vol
der ziekenhuizen bloed noodig had, hebben komen medewerking gevonden en den reeds
i\ afges,ö.ai? r"et tusschen ruim- slinkevnden tegenstand onder zijn vakgenoo-
ten van 14 dagen, met het gelukkig gevolg, ten overwonnen,
dat de patiënt genas.
Het jaar daarna hadden 13 transfusies door
bemiddeling van het Roode Kruis plaats, het
3e jaar 12, het 4e jaar 62, het 5e jaar 428,
het 6e jaar 737, in 1927 1160 en tot op dit
(Slot volgt)