V/r%
Handwerken
MOD e-VAKSCIIOLEN TE ROTTERDAM
VRIJDAG 27 FEBRUARI 1931 VIERDE BLAD PAG. 11
CORRESPONDENTIE
Schoolherinneringen
Doof ventje.
Hij zit achteraan in de klas. Naar zijn
schrandere gezicht, naar de rake dangen, die
hij een heel enkele keer, wanneer hij zijn
verlegenheid aflegt, en in tweegesprek ver
trouwelijk met je praat soms zeggen kan,
zou je zoo oordeel en, dat hij nogal „bij" is.
En dan begrijp je niet, hoe dat kind mi al
in de éérste klas kon blijven „zitten".
Is hij lui? Nee, dat is het toch ook niet
precies, hoewel, soms een enkele maal
dan schijnt hij eenvoudig geen zin te hebben
om verder te gaan, of te doen, wat je hem
hebt gevraagd. Dan zdt hij heel onverschillig
nee, onverschillig is het woord niet
maar zóó, alsof alles wat er om heen ge
beurt, toch buiten hem om gaat, in het rond
te kijken, met groote, zoekende oogen.
Eens deed hij het weer, toen ik hem toch
juist wat gevraagd had, en keek zijn buur-
man aan, of hij vroeg „zou jij niet 's wat zeg
gen?".
En toen ik, expres, m'n gezicht even af
wendde, zag ik nog nèt, hoe hij zijn vrindje
vroeg: wat zégt de juf?
Toen ging ik er naar toe.
„Flippie", vroeg ik, „ben jij een beetje
doof?".
„Nee-o" zei -hij verlegen en kreeg een
kleur.
„Maar hoorde je me niet?".
„Nee juf".
„Dat gebeurt toch wel 's meer hé, dan
moet je dat zéggen, anders denk ik, dat |e
stout bent, en dan ben je héólemaal niet
stout".
Er was 'n uitdrukking in zijn gezicht of
hij dacht, 'k heb nog véél liever, dat ze me
stout vinden, dan dat ze „denken" dat ik
doof ben.
Het lijkt apocrief, maar ik wéét, dat velen
werkelijk zoo hun doofheidsgebrek opvatten,
vooral onder ouderen ook. Én dat de oorzaak
daarvan dan meestal blijkt te zijn: de ma
nier, waarop hun omgeving, vooral in hun
jeugd, op hun gebrek reageerde, voorname
lijk: of ze er iets bespottelijks van maakten
Ik nam mijn horloge, hield 't aan zijn oor,
en toen bij het zijne: „het kan, dat m'n hor
loge stilstaat," zei ik, „hoor jij 's of het tikt".
Hij luisterde scherp en zed „nee".
Het tikte wél!
Ik zei alleen „o" en stopte het weer weg
,,'k Geloof toch, dat je me nóg beter hoo-
ren zou, als je dichter bij me zat Vind ie
dat niet gezellig, vlak vooraan bij de lesse
naar, ja toch?".
Hij glunderde.
„Is het thuis ook wel 's, dat je niet zoo
goed hoort", vroeg ik.
„Ja, wèl es, juf'.
„En plagen ze je dan?".
„Ja me broer, die zeg: doove kwart-el". Hij
werd rood en er kwamen al tranen. Maar
dadelijk zei hij er weer overheen: „maar ik
bén niet doof'.
„Nee natuurlijk! maar 't zal wel 's gebeu
ren, dat je niet ólles hoort, nu, dan ki/mt 't
wel goed als je vooraan zit hoor".
En het kwêtm goed, want hij was werkelijk
een schrander ventje. Als hij niet zóó bij de
hand was geweest, had hij onmogelijk zijn
gebrek zóó kunnen maskeeren. Zóó doof, en
nog nooit de moeder bij me gekomen, om te
vragen of dat ventje een andere plaats kon
krijgen, dan heelemaal achteraan! Misschien
was 't bij de aangifte gezegd, maar toen had
ik de klas niet gehad. Mij was 't ten minste
nooit verteld.
En daar zat dan die kleine stille lijder, en
streed ongezien, zijn eenzamen strijd, al de
(Jagen door, en vorsohte met zijn groote hel
dere vraag-oogen, die lééfden en werkten, in
het bleeke kalme gezicht, en de taak der
ooren méé scheen waar te willen nemen.
En voelde het als een groote, een geheim*
schande, als de juffrouw of meester eens met
zachte stem een vraag deed, een klanken
reeks, die hij met él den wil van zijn ooren
en oogen beide, tóch niet ontleden kon.
Zijn er méér zoo?
Worden ze weJ altijd herkend?
Jaren geleden plaatste ik bovenstaand
stukje in een Chr. Schoolblad, maar zou, nu
het voornamelijk door moeders wordt ge
lezen, aan de laatste vraag nog willen toe
voegen:
En weten de moeders wel, hoe veel ze het
leed van hun kinderen kunnen verzachten,
door zulke dingen niet zoo nonchalent te be
handelen, maar er op school over te praten,
of door, zoo mogelijk, te zorgen dat ze op
speciale scholen komen, waar in alles met
hun tekort gerekeiid wordt.
GEBREID JASJE
Japansche matten
die op een vochtig-e vloer liggen gaan gauw
„uitslaan", wat leelflke vlekken maakt. Te ver
wUdoren z(in deze bijna niet, daar de Japan
sche matten niet tegen bijtende vloeistoffen be
stand ztin. Het eenlge is dus: voorkomen. En
dit kan men doen door een dun gummidoek of
een oud lancaster gordijn onder de mat te leg
gen
Rietluis in matten
kan men het best bestrijden door deze matton
te wrijven met was. waar men wat veel ter-
penttjn In doet Op gladheid moet men dan
echter bedacht sUn, vrees lk.
van de melk kan men bijna geheel wegnemen
door aan de melk een weinig keukenzout toe
te voegen.
En dit is dan voorloopig weer het laat
ste „groote" breiwerk voor heerenkleeding
dat we nu hier nog opnemen.
Het ruime, luchtig en toch warme jasje
kan, als men wil, wel wat losser gebreid
worden dan het heerenvest dat we enkele
weken geleden behandelden, en dat pre
cies sluüend behoorde te zijn.
Ook nu breien we echter wel naar een
knippatroon, dat we hier bij opnemen. I-Iei
is geteekend op 104 c. M bovenwijdte en
men kan dus vooraf nagaan, liefst dooi
passen, wat er aan gewijzigd worden moei
Men heeft ongeveer 5y2 ons knot wol non
dig, 450 gram donker groen en 100 grain
beige werd voor het model gebruikt.
Men begint hel voorpand aan den onder
rand met groen op 73 s. 1ste t; ls. afhalen
14 maal 1 s.a., 4 s.r. 1 s.a. en de kantsteek
2de t: 1 steek afhalen, dan r. De 1ste cn
2de t. herhaal! men voortdurend, (zie ook
afb.) Na 50 t. wordt 't zaksplitje gevormd
men breit de kan steek en 20 s. kant dan
31 s. af en breit de overige 21 s. van den t.
In den volg. t. worden boven de afgekante
s. 31 s. opnieuw opgezet, zoodat men met
73 s. op dezelfde wijze het werk voortzet.
Na den 144sten t. begint het armsgat met
het afkanten van 5 s. In de volg. t wordt
volgens het knippatroon geminderd. In
den rand langs de voorzijde worden tot de
schouderhoogte op regelma i-ge afstanden
6 s. geminderd. Aan den schouder worden
de t verkort daarna de s. afgekant. De
rug begint eveneens aan den onderrand op
119 s. 1ste t: 1 s. afhalen, 3 s.r. 23 maal
1 s.a. 4 s. r.
2d e t. geheel r.
Dan breit men als aan het voorpand; na
den lils.en t. voor het armsgat aan beide
zijden 6 s, afkan ten en van tijd tot tijd
minderen. Na eenige t. de schouder af
schuinen door in 28 t. tot op 26 s. te ver
korten. De -mouw wordt begonnen aan den
kop op 39 s. Men breit in hetzelfde motief
als het rompgedeelte. In iederen 5den t
worden aan beide zijden telkens 5 s. ge
meerderd tot men 99 s. heeft. Na 8 L vol
gens het knippatroon aan beide zijden re
gelmatig minderen. Aan den onderrand
blijven 55 s. Romp en -mouwen worden aan
den verkeerden kant dichtgenaaid. De om
randing wordt als een 5 c.M. breede rech'.e
reep in dwarse t. gebreid met dubbelen
draad. 15 s. opzetten.
lste t. 1 s. afhalen, daarbij de draad
steeds naar ach..eren houdend, voortdurend
1 s. r. 1 st. a.
2de toer verzetten! Op de a. st. r. op de
r. st. aver, breien.
In den linkervoorkant worden knoops
gaten gebreid, waarvoor op regelma li ge af
standen in het -midden van den reep tel
kens 5 st. afgekant worden en deze st. in
den volgenden toer weer worden opgezet.
De band wordt nu aan het jasj.' g
naaid, waarbij aan den voorkant scherpe
BreipaWoon van het jasje
Grondmotief cn rand.
hoeken gelegd worden. Het zakje word
versierd -met een 10 st. breed bandje. D
st. van den achterste zakrand worden op
genomen en daarop 56 t. heen en weer
gaand gebreid, geheel rech', dan afgekant
en het zakje aan den verkeerden kant te-
gengenaaid.
J Ook dit model namen we uit: „Keereti-
vesten, Pullovers en Truien. Uiig. Van
Wees en Weiss £e Zeist.
VOOR JONGE MEISJES
kan, nu we zoo zachtjes aan weer over
voorjaarskleeding gaan denken, een aardig
idee voor garnituur wel weer te pas komen.
Men kan er een gedragen japonnetje
so-ms zoo fleurig mee opknappen, of, wan
neer in „verloren" uurtjes als a vond hand
werkjes zoo'n garni tuurt je vooraf wordt ge
maakt, straks zoo gauw klaar zijn, als er
een -nieuwe jurk gemaakt zal worden
De teek-enfaigen zij-n duidelijk genoeg
denk ik
Voor het eerste maakt men kraag en
manchetten uit effen zij-de, waarop langs
alle zoomranden kleine driehoekjes in plat
te steek geborduurd worden. Men kan nok
een smal biesje vam zijde of lint, naar de
binnenkant in punten uitgeknipt, als appli
catie opwerken, maar ik denk dat borduren
Opzetsel
A. Voorpand. B. rug (half). C. mouw (half), Bovenwijdte 104 cM.
KUNSTBREIWERK
Een paar maal hebben lezeressen r|e
gevraagd naar een patroon voor kleedje van
kunstbreiwerk, dat men niet volgens een
typenpatroon hoeft te breien, wat velen nog
inaar steeds erg „onwennig" vinden.
Het patroon is niet de veel voorkomende
achtpuntige ster in cirkelfiguur, die we
hier vroeger al eens gaven.
Als het kleedje klaar is kunnen we er een
Tand om h a k e n naar verkiezing, of ook
wel bogen van kettingsteken, zooals we
reeds meer dan eens beschreven (on des
noods nog wel eens herhalen kunne
Men begint als volgt:
8 steken opzetten (het patroon wordt 8
maal in elke ron-ding gebreid tot de 19de
toer toe, dan komt er 13 maal een patroon
op de ronding),
lste toer: geheel recht:
2de toer: omslaan, 1 verdraaid;
3de toer: recht;
4de toer: recht;
5de toer: omslaan, 1 verdraaid, omsl., 1 ver
draaid;
fide toer: recht;
7de toer: recht;
Sste toer: recht;
9de toer: 4 maal omslaan, 1 verdraaid;
10de toer: recht;
11de toer: recht;
12de toer: recht;
13de toer: recht;
I4de toer: 8 maal omsl. 1 verdr.;
15de, 16de, 17de, 18de toer: recht;
19de toer: recht, maar -hier meei ri men
twee steken bij, zoodat er totaal 130 zijn.
Van nu af komt het patroon 13 X in elke
ronding.
20ste toer: 1 steek terug; 8 recht, omslaan,
overhalen
21ste toer: geheel recht;
22ste toer: 1 steek terug, 6 recht, omsl.,
overh., omsl., overh.;
23ste toer: recht;
24st.fi toer: 1 steek terug; 4 recht, 3 maal
omslaan, overh.;
25ste toer: recht;
26ste toer: 2 recht, omsl., 1 r. minderen,
omsl., mind., omsl., mind., 1 recht;
27ste toer: mind., omsl., 1 r., omsl., overha
len, 5 r.;
28ste toer: 1 steek terug, omsl., 3 recht
omsl., overh., omsl., overh., 1 r. mind.:
29ste toer; omsl., mind,, omsl., 1 recht, omsl.,
overh., omsl., 3 r., mind.;
30ste toer: omsl., mind., omsl., 3 r., omsl.
overh., omsl., overh., mind.;
31ste toer: 2 rnaal omsl., mind, dan omsl.,
1 r., 3 maal omsl., overh.,;
32ste toer: 2 maal omsl., mind., dan omsl.,
1 r., 3 maal omsl., overh., dan omsl., 1 r.;
33ste toer: 21 maal mind., omsl., dan 5 r.,
omsl., overh., omsl., dubbel minderen;
34ste toer: 1 steek terug, omsl., mind., omsl.
2 r.. 2 maal omsl., overh., dan 1 r.; omsl.
o.verli., omsl., mind.
35ste toer: omsl., mind., omsl., 9 r., omsl.,
overh., omsl., 1 r.;
36ste toer: mind., omsl., 3 r., 3 maal omsl,
overh., dan 2 r., omsl., dubbel mind.;
37ste toer: 1 steek terug, 13 r., overh.;
38ste toer: 4 r., omsl., overh., omsl., overh.,
4 r., omsl., overh.;
39ste toer: 1 steek terug, 9 r., mind., omsl.,
1 r., omsl., overh.;
40ste toer: 1 steek terug, 3 r., omsl., overh.,
2 r., mind., omsl., 3 r., omsl., overh.;
41ste toer: 1 steek terug, 5 r., mind., omsl.,
mind., omsl., 1 r., omsl., overh., omsl.,
overh.;
42ste toer: 1 steek terug, 3 r., mii.d omsl..
mind., omsl., 3 r., omsl., overh., omsl
overh.;
43ste toer: 1 steek terug, 1 r., mind., omsl.,
mind., omsl. mind., omsl., 1 r., omsl.,
overh., 2 maal omslaan, overh.,;
44ste toer: 2 steken terug, 2 maal omsl.,
overh., dan omsl., 3 r., 2 maal omsl.,
overh., dan omsl., dubbel mind.
BREIPATROONTJE
-4 -v.
we! even gauw zal gaan en mooier staan.
In de holten komen nog kleine kringetjes
uit een paar k-noopsteekjes gemaakt
Het aardige van de sjaalkraag die langs
den nekrand in een punt geknipt wordt,
en naar voren in lange punten eindigt, is,
dat de einden der twee breede dwarse
knoopsgaten getrokken worden, die men in
de japon op de juiste hoogte gemaakt heeft-
De manchetjes zijn ook zeer langwerpige
driehoeken en worden om de pols a.h.w. ge
knoopt zoodat de punten vrij uit de ruimte
springen. De randen worden afgewerkt als
bij de kraag.
Het andere is een meer gewoon garnituur
dat men versiert met opgenaaide knopjes
op looze knoopsgaatjes. De manchetjes slaat
men naar binnen om de japonmouw om en
naait ze met een luchtig steekje op de stol
vast, dait is altijd gemakkelijk met- het oog
op het wasschen van het enkele garnituur.
GEBREIDE HANDSCHOEN
De vorige maal beschreven we hier het
breien van een handschoen met rechte
duim.
Dit is verreweg de gemakkelijkste manier,
waarom we die ook eerst nar..en. In de
meeste gevallen zal het gegeven model ook
wel voldoen.
Wil men echter een handschoen (bijv. voor
fietsers) waarin de duim veel meer vrij
heid van beweging heeft, en daarbij nog
minder kans op scheuren of slijten aan den
duimingang oplevert, dan breit men de
duim met een spie, d.w.z. dat, zooals bij de
gestikte hanc'schoenen de duim aan den
buitenkant reeds veel lager begint en a.h.w.
afgeschuind of me-t een kop in den hand
schoen schuift. Dus ongeveer zooals japon
nen worden aangezet.
Men breit dan als volgt:
Direct na dc boord, dius als het patroon
van de hand wordt begonnen, begint men
ook met den duim.
Daarvoor zet men dan in eiken vierden
-toer telkens twee steken bij op. Zooals we
zien op de afb. hieronder.
MET VERSTELWERK
kan men zoo gezellig opschieten, wanneer
men, door, als er een groote „berg" is, deze
niet stuk voor stuk te hooi en te gras te
gaan behandelen, maar vooraf eenige schif
ting te maken. Men kan bijv. een afzonder
lijke groep maken van stukken, waar maar
heel weinig aan te doen is, en ook van dat,
wat lang werk vereischt apart leggen. Neemt
men dan de eerste groep het eerst onder
handen, dan wordt de stapel al ziender
oogen minder.
Het, kan echtex*, vooral waar het gekleurde
kousen stoppen of stukken inzetterij betreft,
zoo geweldig ophouden, om ieder oogenblik
voor een nieuw stuk weer de benoodigde
kleuren of lapjes te moeten bijzoeken, dii
maakt het zitt nde werkje weer zoo onrustig
ook voor de omzittenden.
Ook daarop is een goede en gezellige me
thode uit te denken; buitengewoon aanbeve
lenswaardig, als men een door in te halen
achterstand, een groote hoop verstelwerk
heeft.
Praktisch is dan, om een heelen of halven
dag van te voren het werk grijp-klaar te
maken, als is het zoo noemen mag. Als men
dit doet, kan het eigenlijke verstellen in 'n
rustigen avond gebeuren zonder al de ver
velende rommel en uitzoekei'ij, die voor dj
andere huisgenooten dikwijls zelf moe
van eigen dagtaak de huiskamer zoo on
gezellig druk maken kan.
Hoe men daarbij tewerk gaat?
Men legt kousen en sokken naar de kleu
ren apart, zo kt de bijkomende wolkaartjes
of strengetjes er bij op, en legt een bruin
kaartje op de bruine kousen en sokken; jae-
gerwoi of jaeger-verst. Hapjes op de jaeger
pantalons en rolt dan pakje bij pakje al
zonderlijk op, desnoods met een touwtje ol
band het rolletje dichthoudende. Stukken
waar maar knoopjes aangezet moeten wor
den, houdt men ook weer apart en legt er
een knoopendoosje of -kaartje bij. Zoo kan
men een aantal rolletjes of pakjes maken
die men in een avond denkt te kunnen
doorwerken, en zit dan rustig aan tafel,
zonder elk oogenblik aan 't zo ken te moeten
gaan, dan van knoopen, dan van draad o:
nan ld.
Zoo kan men ook op een middag of avond
het goed „stik-klaar" maken, rafelkanten
afknippen zoomen invouwen, en spelden ot
rijgen, stukken opinjgen enz. en het alles
op elkaar stapelen, om dan den volgenden
avond of middag achter elkaar alle verstel
werk te gaan stikken.
Ook dan zit men rustiger, zonder telkens
opvliegen en schiet men veel en veel har
der op, dan bij het ongeregeld werken van
nu eens dit en dan weer dat te doen.
Alle huisvrouwen die met ernst en naden
ken de praktijk in de werkvereenvoudiging
betrachten weten hoeveel tijd men kan uit
winnen door steeds de gelijksoortige wer
ken achter elkaar te doen. He't telkens weer
even wat anders te moeten doen, verslindt
den tijd.
Zoekt men vooraf alles uit dan wordt de
daan' -r noodige tijd meer dan dubbel inge
haald doordat het eigenlijke verstelwerk
zoo veel harder opschiet en nog eens
men is dan 's avonds niet zoo vervelend
rommelig.
En, wat misschien wel het voornaamste
is: voor ens zelf is het verstelwerk op die
manier minder vermoeiend en vervelend.
8.per maand. Ónze vraagster zou dus
in elk geval aan dit adres eens nader kun
nen informeeren en spreken over haar
plannen. Naar ik van andere kanten hoor,
zijn over 't algemeen momenteel dc kansen
op plaatsing in kinderhuizen (voor vast ten
minste) niet zoo groot. Men krijgt e-r veel
aanbod; de positie is wel goed. In de sei-
zoens kan men al-tijd wel meer, doch tijde
lijke, hulp gebruiken.
Aan Mw. v. W, Ik weet niet precies wat
U bedoelt.
A. Wanneer er in een handwerkbeschiaj-
ing, B, op deze manier een paar letters of
teekens gezet worden, en daarna leest men
bijv. van AB herhalen in dezelfde kleui', en
dan nog eens in de donkere C, en dan van
A tot C, geregeld herhalen, dan wil dat
zeggen: het tusschen A cn B geplaatste
wordt eerst gewerkt, dan nog eens voor de
tweede maal in dezelfde klem-, dan voor
de derde maal in donker (dan zijn we gena
derd tot C). En als het voorgaande van A
C (dus: tweemaal in lichte en eenmaal
In donkere kleur) is dan het patroon dal ge
regeld herhaald wordt. Overigens heb ik dat
patroontje de vorige week nog eens duide
lijker herhaald voor de ëierhoesjes en U
is daarmee wel gekomen hoop?
Aan Mw. P. U vraagt inlichingen over
het. maken van lampekappen. Inderdaad
doet men dat wel zelf, en kan ze zoo licht
doorlatend nemen als men zelf wil, dat zegt
U er dan bij, als u voor Je keus s-taait van
model en zijde te koopen.
Ja men koopt een geraamte. Maar van
ijzerdraad, niet van hout, zooals u dacht
Zelf maakt men wel zulke geraamtes, maar
dait zou ik u toch niet raden. Ja, in Middel
burg zult u ze allicht kunnen koopen. Vraag
naar adressen in handwerkwinkels of bij
lampenzaken. Ik heb wel een hoekje, waar
in speciaal het maken van lampekappen
behandeld wordt, maar op 't oogenblik is
het reeds uitgeleend. Wacht u dus nog twee
weken, dan zal ik in dien tijd óf het boekje
u gezonden hebben, óf het lampenkappen-
maken hier behandelen. U weet onze alge-
meene afspraak? Binnen 14 dagen krijg "ik
het gezondene terug met de retourport erbij.
Dit nog even bij het nader inzien van uw
brief: als het alleen het model van uw
kap is, waardoor er zooveel licht onder
schept wordt, dan kan dit vaak verholpen
worden door de lamp lager te hangen.
Ikzelf heb dat wel gedaan eenvoudig door
een aparte plugfitting in de lamphouder te
schroeven en de lamp daar dan in te
draaien, dat helpt veel.
Op die manier zou u ook, als het alleen
om het overtrek ging, uw oude geraamte
kunnen houden en dat nieuw overtrekken,
dan hebt u het voorbeeld vóór u bij het af
tornen. Tenslotte zijn lampekappen het
gaat nu tegen de schoonmaa' ook goed
-te reinigen met water en ammoniak als er
vliegenzwart op zit) of als uiterste mid
del, wanneer de kap tóch haast weg is,
dan de heele kap vlug door een teil zeepsop
heen en weer zwaaien, vlug in koud water
af te spoelen en ook vlugl - drogen,
liefst in den drogen wind. Op die manier
wil het vaak gelukken zonder ldeuren-door-
loopen en zonder roesten, want dit zijn de
twee gevaren.
Het bijmaken van steken voor de spie van
den duim, door omsl., die in den volgenden
toer verdraaid recht gebreid worden.
tot de spae 20 steken breed is. De steken
worden op een draad geregen. Achter dieze
steken 10 st. opnieuw opgezet, welke met de
st. van de hand tot 'n ronding worden ge
vormd. Van deze nieuwe steken worden in
iederen tweeden toer de eerste en de laatste
steken (zie afb.) geminderd en verder tot
Breipatroontje voor handschoen, jumper enz.
Eerste drie toeren: 1 st. r., i st. afhalen.
4e, 5e en 6e loer: recht; 7e, Se en 'Je loer.
verspringen, 1 st. afh., I st. recht.
Het opnemen van de losse steken van den
duim, waarbij de onderste steken op een
draad blijven staan. Zie hel minderen boven
den duim.
de pink 15 toeren gebreid. Nu worden de ste
ken in twee gelijke deelen verdeeld en dan
gaat men de pink cn andere vingers breien,
i aarna de duim op de 20 st. van de spie
en de 10 steken van de hand. In eiken twee
den toer mindert men 2 van de 10 steken
weg en breit op 22 steken dan 16 toeren,
j daarna de top op gewone manier.
ONZE LINNENKAST
In het practische, reeds vroeger hier be
schreven boek „Behandeling der Wasch",
worden voor een nette en goed verzorgde
linnenkast de volgende tden regelen gege
ven:
1. Plaats de linnenkast niet im een vochtig
vertrek.
2. Berg nooit goed weg, dat niet volkomen
droog is.
3. Leg zooveel mogelijk het goed, dat in
éénzelfde afdeeling der huishouding gebruikt
wordt, bij elkaar (bijv. lakens bij sloopen»
tafellakens bij servetten, enz.).
4. Leg zelfkanten naar achteren; leg het
goed recht op elkaar en de stapels zoo ge
lijk mogelijk.
5. Leg goed, dat een open en een dichtge
vouwen kant heeft, om en om op elkaar, om
te voo-rkomen dat de stapels scheef liggen.
6. Berg 't laatste goed onder d-at, wat reeds
in de kast ligt, om te voorkomen, dat tel
kens hetzelfde goed gebruikt wordt.
7. Maak een linnenkast van binnen zoo
min mogelijk met water schoon.
8. Zorg, dat de kast van tijd tot tijd ge
lucht wordt.
9. Zorg ,dat de inventaris van het linnen
goed op geregelde tijden wordt opgemaakt
en bijgehouden, zoodat men bij mogelijk
wegraken der stukken kan nagaan, waar
deze kunnen zijn. Houdt daarom een lijst
van het goed, dat men oorspronkelijk heeft
aangeschaft; en tel bij het opmaken van den
inventaris bij elkaar:
a het goed dat in de linnenkast is; b. in
de schoone wasch; c. i-n de vuile wasch; d.
Ln gebruik; e. in de verstelmand; f. het goed
dat afgedankt is.
10. Berg nooit linn-egoed in de kast, dat
nog versteld moet worden.
Aan enkele lezeressen. Voor de moeilijk
heden van het sjaalbreipatroon heb ik wel
een oplossing gevonden, maar, daar de
kwestie achteraf niet zoo eenvoudfig bleek,
is het stukje wat uitgedijd en zal tot het
volgend nummer moeten wachten, we ho
pen er dan meteen de afbeelding nog even
bij te kunnen plaatsen.
Aan Mw. H. d. J. Hartelijk dank voor uw
spoedig bericht, U was de eenige, dus kwam
prachtig van pas. Het adres geef ik hierbij
door. In Rotterdam kan men voor het Tes-
selschade-diploma leeren, aan een
cursus van Mej. Berkcmeyer, Mauri ts-
weg 19. De cursus duurt 9 maanden en kost
HUISHOUDING EN KEUKEN
RECEPTEN
Zandkoekjes
Gelijke hoeveelheden bloem, boter en suiker
n voor 'n totaal massa van 4l,A ons 1 theelepel
dubbclkoolzure soda. Meng eerst boter en sui
ker. voeg er dan het meel bij en maak het
deeg mooi gelijk- Doe er de dtibbelkoolzure so
da bli. Besmeer een bakblik met slaolie. Maak
het deeg balletjes ter ^rootte van soepbal
letjes en leg die op 't bakblik plm 5 cM. van
••lkaar. Eak de koekjes lichtgeel in een heeten
oven. Met dit recept als grondvorm, kan men
allerlei koekjes bedenken, bijv. gemberkoekjes.
Gemberkoekjes
1 ons bloem. 1 ons boter. 1 ons suiker men
gen met 1 tteelepel zuiveringszout. Hierbij
4 eetlepels gembersap en 2 fijngesneden stukjes
gember. Maak er balletjes van iets grooter
dan soepballetjes, leg ze op een met Blaolle in
gesmeerd bakblik. Als ze In den oven licht
bruin geworden zijn en nog week zUn. zo voor
zichtig met een mes van het blik afhalen. z«
als oubli's oprollen en zoo noodig nog even ln
den oven terug doen. Ook
Amandelkoekjes
zijn te maken als de zandkoekjes. Voeg even
veel gemalen amandelen b(j als de hoeveelheid
suiker.
Oeufs a la Russse
Benoodigdheden: eieren, ansjovis, kappertjes
en mayonnaise.
De eieren zeer hard koken, koud loten wor
den en halveeren. Over deze helften mayonnai
se uitgieten en ze garneeren met opgerolde an
sjovissen kappertjes.
Zoete aardappelkoekje
160 gr. koude aardappelen. 100 gram suiker,
20 gram maizena plm. dL. dL. melk. 2 eieren
rozijnen, sucade. Bereiding: De aardappelen flin
malen. De eidooiers uitroeren, vermengen met
de suiker, maïzena, wat geraspte citroenschil,
rozijnen en fijn gesnipperde sticade. de aard
appelen en zooveel melk, dat men «>en mengsel
krllgt. dat in de koekenpan tot ronde koekjes
uitloopt. Het stijfgeklopte eiwit luchtig door
do massa roeren en van dit beslag in goed
warme boter kleine ronde koekjes bakken. Ze
warm opdienen, dik bestrooid met poedersuiker
PRACTISCHE WENKEN
Witte zijde
die ln de wasch geel geworden ls, kan men
bleeken in een 3% oplossing van wateistofsu-
peroxyde. bü den drogist te verkrijgen.
Men legt de zijde er in en daarna in de zon,
tenslotte terdege naspoelen.
Vloerzeil
Laat uw zeil niet wrijven daar waar er kleine
losse kleedjes op komen te liggen. Dit geeft
groot gevaar voor vallen. Laat om dezelfde
reden ook altijd dc was goed uitgewreven
worden.
Onbrandbaar
maakt ge uw neteldoeksche gordijnen door zo
te spoelen in aluinwater. Verhouding: een half
ons aluin op 4 liter water.
Afdeelingen van de in 1911 Kon. Goedg.
Vereen, van Modevakscholen in Nederland
INSCHRIJVING VAN LEERLINGEN
Jonge Meisjes die dit Voorjaar de school verlaten, kunnen
ingeschreven worden voor de Ochtend-, Middag- of Avondlessen.
Cursus-, Club- en Privaatlessen, ook voor gehuwde Dames, om alle voor
komende kleeding in het gezin geheel zelfstandig te leeren vervaardigen.
Spreekuren aan de scholen:
In het Westen: SCHIETBAANLAAN 99, Donderdags van 2 tot 4 en van 7 tot 9;
Te Kralingen: ANNASTRAAT 5 (bij Avenue Concordia) Dinsdags van 7 tot 8;
L.-Maasoever: BEYERLANDSCHELAAN 40, Dinsdags van 4 tot 5 en Vrijdags
van 6 tot 7.
PROSPECTI OP AANVRAGE
Correspondentie-adres: Schietbaanlaan 114. Directrice:
Telefoon 33739 Mevrouw S. A. v. AMIJDE-PORS