V/r% Handwerken MOD e-VAKSCIIOLEN TE ROTTERDAM VRIJDAG 27 FEBRUARI 1931 VIERDE BLAD PAG. 11 CORRESPONDENTIE Schoolherinneringen Doof ventje. Hij zit achteraan in de klas. Naar zijn schrandere gezicht, naar de rake dangen, die hij een heel enkele keer, wanneer hij zijn verlegenheid aflegt, en in tweegesprek ver trouwelijk met je praat soms zeggen kan, zou je zoo oordeel en, dat hij nogal „bij" is. En dan begrijp je niet, hoe dat kind mi al in de éérste klas kon blijven „zitten". Is hij lui? Nee, dat is het toch ook niet precies, hoewel, soms een enkele maal dan schijnt hij eenvoudig geen zin te hebben om verder te gaan, of te doen, wat je hem hebt gevraagd. Dan zdt hij heel onverschillig nee, onverschillig is het woord niet maar zóó, alsof alles wat er om heen ge beurt, toch buiten hem om gaat, in het rond te kijken, met groote, zoekende oogen. Eens deed hij het weer, toen ik hem toch juist wat gevraagd had, en keek zijn buur- man aan, of hij vroeg „zou jij niet 's wat zeg gen?". En toen ik, expres, m'n gezicht even af wendde, zag ik nog nèt, hoe hij zijn vrindje vroeg: wat zégt de juf? Toen ging ik er naar toe. „Flippie", vroeg ik, „ben jij een beetje doof?". „Nee-o" zei -hij verlegen en kreeg een kleur. „Maar hoorde je me niet?". „Nee juf". „Dat gebeurt toch wel 's meer hé, dan moet je dat zéggen, anders denk ik, dat |e stout bent, en dan ben je héólemaal niet stout". Er was 'n uitdrukking in zijn gezicht of hij dacht, 'k heb nog véél liever, dat ze me stout vinden, dan dat ze „denken" dat ik doof ben. Het lijkt apocrief, maar ik wéét, dat velen werkelijk zoo hun doofheidsgebrek opvatten, vooral onder ouderen ook. Én dat de oorzaak daarvan dan meestal blijkt te zijn: de ma nier, waarop hun omgeving, vooral in hun jeugd, op hun gebrek reageerde, voorname lijk: of ze er iets bespottelijks van maakten Ik nam mijn horloge, hield 't aan zijn oor, en toen bij het zijne: „het kan, dat m'n hor loge stilstaat," zei ik, „hoor jij 's of het tikt". Hij luisterde scherp en zed „nee". Het tikte wél! Ik zei alleen „o" en stopte het weer weg ,,'k Geloof toch, dat je me nóg beter hoo- ren zou, als je dichter bij me zat Vind ie dat niet gezellig, vlak vooraan bij de lesse naar, ja toch?". Hij glunderde. „Is het thuis ook wel 's, dat je niet zoo goed hoort", vroeg ik. „Ja, wèl es, juf'. „En plagen ze je dan?". „Ja me broer, die zeg: doove kwart-el". Hij werd rood en er kwamen al tranen. Maar dadelijk zei hij er weer overheen: „maar ik bén niet doof'. „Nee natuurlijk! maar 't zal wel 's gebeu ren, dat je niet ólles hoort, nu, dan ki/mt 't wel goed als je vooraan zit hoor". En het kwêtm goed, want hij was werkelijk een schrander ventje. Als hij niet zóó bij de hand was geweest, had hij onmogelijk zijn gebrek zóó kunnen maskeeren. Zóó doof, en nog nooit de moeder bij me gekomen, om te vragen of dat ventje een andere plaats kon krijgen, dan heelemaal achteraan! Misschien was 't bij de aangifte gezegd, maar toen had ik de klas niet gehad. Mij was 't ten minste nooit verteld. En daar zat dan die kleine stille lijder, en streed ongezien, zijn eenzamen strijd, al de (Jagen door, en vorsohte met zijn groote hel dere vraag-oogen, die lééfden en werkten, in het bleeke kalme gezicht, en de taak der ooren méé scheen waar te willen nemen. En voelde het als een groote, een geheim* schande, als de juffrouw of meester eens met zachte stem een vraag deed, een klanken reeks, die hij met él den wil van zijn ooren en oogen beide, tóch niet ontleden kon. Zijn er méér zoo? Worden ze weJ altijd herkend? Jaren geleden plaatste ik bovenstaand stukje in een Chr. Schoolblad, maar zou, nu het voornamelijk door moeders wordt ge lezen, aan de laatste vraag nog willen toe voegen: En weten de moeders wel, hoe veel ze het leed van hun kinderen kunnen verzachten, door zulke dingen niet zoo nonchalent te be handelen, maar er op school over te praten, of door, zoo mogelijk, te zorgen dat ze op speciale scholen komen, waar in alles met hun tekort gerekeiid wordt. GEBREID JASJE Japansche matten die op een vochtig-e vloer liggen gaan gauw „uitslaan", wat leelflke vlekken maakt. Te ver wUdoren z(in deze bijna niet, daar de Japan sche matten niet tegen bijtende vloeistoffen be stand ztin. Het eenlge is dus: voorkomen. En dit kan men doen door een dun gummidoek of een oud lancaster gordijn onder de mat te leg gen Rietluis in matten kan men het best bestrijden door deze matton te wrijven met was. waar men wat veel ter- penttjn In doet Op gladheid moet men dan echter bedacht sUn, vrees lk. van de melk kan men bijna geheel wegnemen door aan de melk een weinig keukenzout toe te voegen. En dit is dan voorloopig weer het laat ste „groote" breiwerk voor heerenkleeding dat we nu hier nog opnemen. Het ruime, luchtig en toch warme jasje kan, als men wil, wel wat losser gebreid worden dan het heerenvest dat we enkele weken geleden behandelden, en dat pre cies sluüend behoorde te zijn. Ook nu breien we echter wel naar een knippatroon, dat we hier bij opnemen. I-Iei is geteekend op 104 c. M bovenwijdte en men kan dus vooraf nagaan, liefst dooi passen, wat er aan gewijzigd worden moei Men heeft ongeveer 5y2 ons knot wol non dig, 450 gram donker groen en 100 grain beige werd voor het model gebruikt. Men begint hel voorpand aan den onder rand met groen op 73 s. 1ste t; ls. afhalen 14 maal 1 s.a., 4 s.r. 1 s.a. en de kantsteek 2de t: 1 steek afhalen, dan r. De 1ste cn 2de t. herhaal! men voortdurend, (zie ook afb.) Na 50 t. wordt 't zaksplitje gevormd men breit de kan steek en 20 s. kant dan 31 s. af en breit de overige 21 s. van den t. In den volg. t. worden boven de afgekante s. 31 s. opnieuw opgezet, zoodat men met 73 s. op dezelfde wijze het werk voortzet. Na den 144sten t. begint het armsgat met het afkanten van 5 s. In de volg. t wordt volgens het knippatroon geminderd. In den rand langs de voorzijde worden tot de schouderhoogte op regelma i-ge afstanden 6 s. geminderd. Aan den schouder worden de t verkort daarna de s. afgekant. De rug begint eveneens aan den onderrand op 119 s. 1ste t: 1 s. afhalen, 3 s.r. 23 maal 1 s.a. 4 s. r. 2d e t. geheel r. Dan breit men als aan het voorpand; na den lils.en t. voor het armsgat aan beide zijden 6 s, afkan ten en van tijd tot tijd minderen. Na eenige t. de schouder af schuinen door in 28 t. tot op 26 s. te ver korten. De -mouw wordt begonnen aan den kop op 39 s. Men breit in hetzelfde motief als het rompgedeelte. In iederen 5den t worden aan beide zijden telkens 5 s. ge meerderd tot men 99 s. heeft. Na 8 L vol gens het knippatroon aan beide zijden re gelmatig minderen. Aan den onderrand blijven 55 s. Romp en -mouwen worden aan den verkeerden kant dichtgenaaid. De om randing wordt als een 5 c.M. breede rech'.e reep in dwarse t. gebreid met dubbelen draad. 15 s. opzetten. lste t. 1 s. afhalen, daarbij de draad steeds naar ach..eren houdend, voortdurend 1 s. r. 1 st. a. 2de toer verzetten! Op de a. st. r. op de r. st. aver, breien. In den linkervoorkant worden knoops gaten gebreid, waarvoor op regelma li ge af standen in het -midden van den reep tel kens 5 st. afgekant worden en deze st. in den volgenden toer weer worden opgezet. De band wordt nu aan het jasj.' g naaid, waarbij aan den voorkant scherpe BreipaWoon van het jasje Grondmotief cn rand. hoeken gelegd worden. Het zakje word versierd -met een 10 st. breed bandje. D st. van den achterste zakrand worden op genomen en daarop 56 t. heen en weer gaand gebreid, geheel rech', dan afgekant en het zakje aan den verkeerden kant te- gengenaaid. J Ook dit model namen we uit: „Keereti- vesten, Pullovers en Truien. Uiig. Van Wees en Weiss £e Zeist. VOOR JONGE MEISJES kan, nu we zoo zachtjes aan weer over voorjaarskleeding gaan denken, een aardig idee voor garnituur wel weer te pas komen. Men kan er een gedragen japonnetje so-ms zoo fleurig mee opknappen, of, wan neer in „verloren" uurtjes als a vond hand werkjes zoo'n garni tuurt je vooraf wordt ge maakt, straks zoo gauw klaar zijn, als er een -nieuwe jurk gemaakt zal worden De teek-enfaigen zij-n duidelijk genoeg denk ik Voor het eerste maakt men kraag en manchetten uit effen zij-de, waarop langs alle zoomranden kleine driehoekjes in plat te steek geborduurd worden. Men kan nok een smal biesje vam zijde of lint, naar de binnenkant in punten uitgeknipt, als appli catie opwerken, maar ik denk dat borduren Opzetsel A. Voorpand. B. rug (half). C. mouw (half), Bovenwijdte 104 cM. KUNSTBREIWERK Een paar maal hebben lezeressen r|e gevraagd naar een patroon voor kleedje van kunstbreiwerk, dat men niet volgens een typenpatroon hoeft te breien, wat velen nog inaar steeds erg „onwennig" vinden. Het patroon is niet de veel voorkomende achtpuntige ster in cirkelfiguur, die we hier vroeger al eens gaven. Als het kleedje klaar is kunnen we er een Tand om h a k e n naar verkiezing, of ook wel bogen van kettingsteken, zooals we reeds meer dan eens beschreven (on des noods nog wel eens herhalen kunne Men begint als volgt: 8 steken opzetten (het patroon wordt 8 maal in elke ron-ding gebreid tot de 19de toer toe, dan komt er 13 maal een patroon op de ronding), lste toer: geheel recht: 2de toer: omslaan, 1 verdraaid; 3de toer: recht; 4de toer: recht; 5de toer: omslaan, 1 verdraaid, omsl., 1 ver draaid; fide toer: recht; 7de toer: recht; Sste toer: recht; 9de toer: 4 maal omslaan, 1 verdraaid; 10de toer: recht; 11de toer: recht; 12de toer: recht; 13de toer: recht; I4de toer: 8 maal omsl. 1 verdr.; 15de, 16de, 17de, 18de toer: recht; 19de toer: recht, maar -hier meei ri men twee steken bij, zoodat er totaal 130 zijn. Van nu af komt het patroon 13 X in elke ronding. 20ste toer: 1 steek terug; 8 recht, omslaan, overhalen 21ste toer: geheel recht; 22ste toer: 1 steek terug, 6 recht, omsl., overh., omsl., overh.; 23ste toer: recht; 24st.fi toer: 1 steek terug; 4 recht, 3 maal omslaan, overh.; 25ste toer: recht; 26ste toer: 2 recht, omsl., 1 r. minderen, omsl., mind., omsl., mind., 1 recht; 27ste toer: mind., omsl., 1 r., omsl., overha len, 5 r.; 28ste toer: 1 steek terug, omsl., 3 recht omsl., overh., omsl., overh., 1 r. mind.: 29ste toer; omsl., mind,, omsl., 1 recht, omsl., overh., omsl., 3 r., mind.; 30ste toer: omsl., mind., omsl., 3 r., omsl. overh., omsl., overh., mind.; 31ste toer: 2 rnaal omsl., mind, dan omsl., 1 r., 3 maal omsl., overh.,; 32ste toer: 2 maal omsl., mind., dan omsl., 1 r., 3 maal omsl., overh., dan omsl., 1 r.; 33ste toer: 21 maal mind., omsl., dan 5 r., omsl., overh., omsl., dubbel minderen; 34ste toer: 1 steek terug, omsl., mind., omsl. 2 r.. 2 maal omsl., overh., dan 1 r.; omsl. o.verli., omsl., mind. 35ste toer: omsl., mind., omsl., 9 r., omsl., overh., omsl., 1 r.; 36ste toer: mind., omsl., 3 r., 3 maal omsl, overh., dan 2 r., omsl., dubbel mind.; 37ste toer: 1 steek terug, 13 r., overh.; 38ste toer: 4 r., omsl., overh., omsl., overh., 4 r., omsl., overh.; 39ste toer: 1 steek terug, 9 r., mind., omsl., 1 r., omsl., overh.; 40ste toer: 1 steek terug, 3 r., omsl., overh., 2 r., mind., omsl., 3 r., omsl., overh.; 41ste toer: 1 steek terug, 5 r., mind., omsl., mind., omsl., 1 r., omsl., overh., omsl., overh.; 42ste toer: 1 steek terug, 3 r., mii.d omsl.. mind., omsl., 3 r., omsl., overh., omsl overh.; 43ste toer: 1 steek terug, 1 r., mind., omsl., mind., omsl. mind., omsl., 1 r., omsl., overh., 2 maal omslaan, overh.,; 44ste toer: 2 steken terug, 2 maal omsl., overh., dan omsl., 3 r., 2 maal omsl., overh., dan omsl., dubbel mind. BREIPATROONTJE -4 -v. we! even gauw zal gaan en mooier staan. In de holten komen nog kleine kringetjes uit een paar k-noopsteekjes gemaakt Het aardige van de sjaalkraag die langs den nekrand in een punt geknipt wordt, en naar voren in lange punten eindigt, is, dat de einden der twee breede dwarse knoopsgaten getrokken worden, die men in de japon op de juiste hoogte gemaakt heeft- De manchetjes zijn ook zeer langwerpige driehoeken en worden om de pols a.h.w. ge knoopt zoodat de punten vrij uit de ruimte springen. De randen worden afgewerkt als bij de kraag. Het andere is een meer gewoon garnituur dat men versiert met opgenaaide knopjes op looze knoopsgaatjes. De manchetjes slaat men naar binnen om de japonmouw om en naait ze met een luchtig steekje op de stol vast, dait is altijd gemakkelijk met- het oog op het wasschen van het enkele garnituur. GEBREIDE HANDSCHOEN De vorige maal beschreven we hier het breien van een handschoen met rechte duim. Dit is verreweg de gemakkelijkste manier, waarom we die ook eerst nar..en. In de meeste gevallen zal het gegeven model ook wel voldoen. Wil men echter een handschoen (bijv. voor fietsers) waarin de duim veel meer vrij heid van beweging heeft, en daarbij nog minder kans op scheuren of slijten aan den duimingang oplevert, dan breit men de duim met een spie, d.w.z. dat, zooals bij de gestikte hanc'schoenen de duim aan den buitenkant reeds veel lager begint en a.h.w. afgeschuind of me-t een kop in den hand schoen schuift. Dus ongeveer zooals japon nen worden aangezet. Men breit dan als volgt: Direct na dc boord, dius als het patroon van de hand wordt begonnen, begint men ook met den duim. Daarvoor zet men dan in eiken vierden -toer telkens twee steken bij op. Zooals we zien op de afb. hieronder. MET VERSTELWERK kan men zoo gezellig opschieten, wanneer men, door, als er een groote „berg" is, deze niet stuk voor stuk te hooi en te gras te gaan behandelen, maar vooraf eenige schif ting te maken. Men kan bijv. een afzonder lijke groep maken van stukken, waar maar heel weinig aan te doen is, en ook van dat, wat lang werk vereischt apart leggen. Neemt men dan de eerste groep het eerst onder handen, dan wordt de stapel al ziender oogen minder. Het, kan echtex*, vooral waar het gekleurde kousen stoppen of stukken inzetterij betreft, zoo geweldig ophouden, om ieder oogenblik voor een nieuw stuk weer de benoodigde kleuren of lapjes te moeten bijzoeken, dii maakt het zitt nde werkje weer zoo onrustig ook voor de omzittenden. Ook daarop is een goede en gezellige me thode uit te denken; buitengewoon aanbeve lenswaardig, als men een door in te halen achterstand, een groote hoop verstelwerk heeft. Praktisch is dan, om een heelen of halven dag van te voren het werk grijp-klaar te maken, als is het zoo noemen mag. Als men dit doet, kan het eigenlijke verstellen in 'n rustigen avond gebeuren zonder al de ver velende rommel en uitzoekei'ij, die voor dj andere huisgenooten dikwijls zelf moe van eigen dagtaak de huiskamer zoo on gezellig druk maken kan. Hoe men daarbij tewerk gaat? Men legt kousen en sokken naar de kleu ren apart, zo kt de bijkomende wolkaartjes of strengetjes er bij op, en legt een bruin kaartje op de bruine kousen en sokken; jae- gerwoi of jaeger-verst. Hapjes op de jaeger pantalons en rolt dan pakje bij pakje al zonderlijk op, desnoods met een touwtje ol band het rolletje dichthoudende. Stukken waar maar knoopjes aangezet moeten wor den, houdt men ook weer apart en legt er een knoopendoosje of -kaartje bij. Zoo kan men een aantal rolletjes of pakjes maken die men in een avond denkt te kunnen doorwerken, en zit dan rustig aan tafel, zonder elk oogenblik aan 't zo ken te moeten gaan, dan van knoopen, dan van draad o: nan ld. Zoo kan men ook op een middag of avond het goed „stik-klaar" maken, rafelkanten afknippen zoomen invouwen, en spelden ot rijgen, stukken opinjgen enz. en het alles op elkaar stapelen, om dan den volgenden avond of middag achter elkaar alle verstel werk te gaan stikken. Ook dan zit men rustiger, zonder telkens opvliegen en schiet men veel en veel har der op, dan bij het ongeregeld werken van nu eens dit en dan weer dat te doen. Alle huisvrouwen die met ernst en naden ken de praktijk in de werkvereenvoudiging betrachten weten hoeveel tijd men kan uit winnen door steeds de gelijksoortige wer ken achter elkaar te doen. He't telkens weer even wat anders te moeten doen, verslindt den tijd. Zoekt men vooraf alles uit dan wordt de daan' -r noodige tijd meer dan dubbel inge haald doordat het eigenlijke verstelwerk zoo veel harder opschiet en nog eens men is dan 's avonds niet zoo vervelend rommelig. En, wat misschien wel het voornaamste is: voor ens zelf is het verstelwerk op die manier minder vermoeiend en vervelend. 8.per maand. Ónze vraagster zou dus in elk geval aan dit adres eens nader kun nen informeeren en spreken over haar plannen. Naar ik van andere kanten hoor, zijn over 't algemeen momenteel dc kansen op plaatsing in kinderhuizen (voor vast ten minste) niet zoo groot. Men krijgt e-r veel aanbod; de positie is wel goed. In de sei- zoens kan men al-tijd wel meer, doch tijde lijke, hulp gebruiken. Aan Mw. v. W, Ik weet niet precies wat U bedoelt. A. Wanneer er in een handwerkbeschiaj- ing, B, op deze manier een paar letters of teekens gezet worden, en daarna leest men bijv. van AB herhalen in dezelfde kleui', en dan nog eens in de donkere C, en dan van A tot C, geregeld herhalen, dan wil dat zeggen: het tusschen A cn B geplaatste wordt eerst gewerkt, dan nog eens voor de tweede maal in dezelfde klem-, dan voor de derde maal in donker (dan zijn we gena derd tot C). En als het voorgaande van A C (dus: tweemaal in lichte en eenmaal In donkere kleur) is dan het patroon dal ge regeld herhaald wordt. Overigens heb ik dat patroontje de vorige week nog eens duide lijker herhaald voor de ëierhoesjes en U is daarmee wel gekomen hoop? Aan Mw. P. U vraagt inlichingen over het. maken van lampekappen. Inderdaad doet men dat wel zelf, en kan ze zoo licht doorlatend nemen als men zelf wil, dat zegt U er dan bij, als u voor Je keus s-taait van model en zijde te koopen. Ja men koopt een geraamte. Maar van ijzerdraad, niet van hout, zooals u dacht Zelf maakt men wel zulke geraamtes, maar dait zou ik u toch niet raden. Ja, in Middel burg zult u ze allicht kunnen koopen. Vraag naar adressen in handwerkwinkels of bij lampenzaken. Ik heb wel een hoekje, waar in speciaal het maken van lampekappen behandeld wordt, maar op 't oogenblik is het reeds uitgeleend. Wacht u dus nog twee weken, dan zal ik in dien tijd óf het boekje u gezonden hebben, óf het lampenkappen- maken hier behandelen. U weet onze alge- meene afspraak? Binnen 14 dagen krijg "ik het gezondene terug met de retourport erbij. Dit nog even bij het nader inzien van uw brief: als het alleen het model van uw kap is, waardoor er zooveel licht onder schept wordt, dan kan dit vaak verholpen worden door de lamp lager te hangen. Ikzelf heb dat wel gedaan eenvoudig door een aparte plugfitting in de lamphouder te schroeven en de lamp daar dan in te draaien, dat helpt veel. Op die manier zou u ook, als het alleen om het overtrek ging, uw oude geraamte kunnen houden en dat nieuw overtrekken, dan hebt u het voorbeeld vóór u bij het af tornen. Tenslotte zijn lampekappen het gaat nu tegen de schoonmaa' ook goed -te reinigen met water en ammoniak als er vliegenzwart op zit) of als uiterste mid del, wanneer de kap tóch haast weg is, dan de heele kap vlug door een teil zeepsop heen en weer zwaaien, vlug in koud water af te spoelen en ook vlugl - drogen, liefst in den drogen wind. Op die manier wil het vaak gelukken zonder ldeuren-door- loopen en zonder roesten, want dit zijn de twee gevaren. Het bijmaken van steken voor de spie van den duim, door omsl., die in den volgenden toer verdraaid recht gebreid worden. tot de spae 20 steken breed is. De steken worden op een draad geregen. Achter dieze steken 10 st. opnieuw opgezet, welke met de st. van de hand tot 'n ronding worden ge vormd. Van deze nieuwe steken worden in iederen tweeden toer de eerste en de laatste steken (zie afb.) geminderd en verder tot Breipatroontje voor handschoen, jumper enz. Eerste drie toeren: 1 st. r., i st. afhalen. 4e, 5e en 6e loer: recht; 7e, Se en 'Je loer. verspringen, 1 st. afh., I st. recht. Het opnemen van de losse steken van den duim, waarbij de onderste steken op een draad blijven staan. Zie hel minderen boven den duim. de pink 15 toeren gebreid. Nu worden de ste ken in twee gelijke deelen verdeeld en dan gaat men de pink cn andere vingers breien, i aarna de duim op de 20 st. van de spie en de 10 steken van de hand. In eiken twee den toer mindert men 2 van de 10 steken weg en breit op 22 steken dan 16 toeren, j daarna de top op gewone manier. ONZE LINNENKAST In het practische, reeds vroeger hier be schreven boek „Behandeling der Wasch", worden voor een nette en goed verzorgde linnenkast de volgende tden regelen gege ven: 1. Plaats de linnenkast niet im een vochtig vertrek. 2. Berg nooit goed weg, dat niet volkomen droog is. 3. Leg zooveel mogelijk het goed, dat in éénzelfde afdeeling der huishouding gebruikt wordt, bij elkaar (bijv. lakens bij sloopen» tafellakens bij servetten, enz.). 4. Leg zelfkanten naar achteren; leg het goed recht op elkaar en de stapels zoo ge lijk mogelijk. 5. Leg goed, dat een open en een dichtge vouwen kant heeft, om en om op elkaar, om te voo-rkomen dat de stapels scheef liggen. 6. Berg 't laatste goed onder d-at, wat reeds in de kast ligt, om te voorkomen, dat tel kens hetzelfde goed gebruikt wordt. 7. Maak een linnenkast van binnen zoo min mogelijk met water schoon. 8. Zorg, dat de kast van tijd tot tijd ge lucht wordt. 9. Zorg ,dat de inventaris van het linnen goed op geregelde tijden wordt opgemaakt en bijgehouden, zoodat men bij mogelijk wegraken der stukken kan nagaan, waar deze kunnen zijn. Houdt daarom een lijst van het goed, dat men oorspronkelijk heeft aangeschaft; en tel bij het opmaken van den inventaris bij elkaar: a het goed dat in de linnenkast is; b. in de schoone wasch; c. i-n de vuile wasch; d. Ln gebruik; e. in de verstelmand; f. het goed dat afgedankt is. 10. Berg nooit linn-egoed in de kast, dat nog versteld moet worden. Aan enkele lezeressen. Voor de moeilijk heden van het sjaalbreipatroon heb ik wel een oplossing gevonden, maar, daar de kwestie achteraf niet zoo eenvoudfig bleek, is het stukje wat uitgedijd en zal tot het volgend nummer moeten wachten, we ho pen er dan meteen de afbeelding nog even bij te kunnen plaatsen. Aan Mw. H. d. J. Hartelijk dank voor uw spoedig bericht, U was de eenige, dus kwam prachtig van pas. Het adres geef ik hierbij door. In Rotterdam kan men voor het Tes- selschade-diploma leeren, aan een cursus van Mej. Berkcmeyer, Mauri ts- weg 19. De cursus duurt 9 maanden en kost HUISHOUDING EN KEUKEN RECEPTEN Zandkoekjes Gelijke hoeveelheden bloem, boter en suiker n voor 'n totaal massa van 4l,A ons 1 theelepel dubbclkoolzure soda. Meng eerst boter en sui ker. voeg er dan het meel bij en maak het deeg mooi gelijk- Doe er de dtibbelkoolzure so da bli. Besmeer een bakblik met slaolie. Maak het deeg balletjes ter ^rootte van soepbal letjes en leg die op 't bakblik plm 5 cM. van ••lkaar. Eak de koekjes lichtgeel in een heeten oven. Met dit recept als grondvorm, kan men allerlei koekjes bedenken, bijv. gemberkoekjes. Gemberkoekjes 1 ons bloem. 1 ons boter. 1 ons suiker men gen met 1 tteelepel zuiveringszout. Hierbij 4 eetlepels gembersap en 2 fijngesneden stukjes gember. Maak er balletjes van iets grooter dan soepballetjes, leg ze op een met Blaolle in gesmeerd bakblik. Als ze In den oven licht bruin geworden zijn en nog week zUn. zo voor zichtig met een mes van het blik afhalen. z« als oubli's oprollen en zoo noodig nog even ln den oven terug doen. Ook Amandelkoekjes zijn te maken als de zandkoekjes. Voeg even veel gemalen amandelen b(j als de hoeveelheid suiker. Oeufs a la Russse Benoodigdheden: eieren, ansjovis, kappertjes en mayonnaise. De eieren zeer hard koken, koud loten wor den en halveeren. Over deze helften mayonnai se uitgieten en ze garneeren met opgerolde an sjovissen kappertjes. Zoete aardappelkoekje 160 gr. koude aardappelen. 100 gram suiker, 20 gram maizena plm. dL. dL. melk. 2 eieren rozijnen, sucade. Bereiding: De aardappelen flin malen. De eidooiers uitroeren, vermengen met de suiker, maïzena, wat geraspte citroenschil, rozijnen en fijn gesnipperde sticade. de aard appelen en zooveel melk, dat men «>en mengsel krllgt. dat in de koekenpan tot ronde koekjes uitloopt. Het stijfgeklopte eiwit luchtig door do massa roeren en van dit beslag in goed warme boter kleine ronde koekjes bakken. Ze warm opdienen, dik bestrooid met poedersuiker PRACTISCHE WENKEN Witte zijde die ln de wasch geel geworden ls, kan men bleeken in een 3% oplossing van wateistofsu- peroxyde. bü den drogist te verkrijgen. Men legt de zijde er in en daarna in de zon, tenslotte terdege naspoelen. Vloerzeil Laat uw zeil niet wrijven daar waar er kleine losse kleedjes op komen te liggen. Dit geeft groot gevaar voor vallen. Laat om dezelfde reden ook altijd dc was goed uitgewreven worden. Onbrandbaar maakt ge uw neteldoeksche gordijnen door zo te spoelen in aluinwater. Verhouding: een half ons aluin op 4 liter water. Afdeelingen van de in 1911 Kon. Goedg. Vereen, van Modevakscholen in Nederland INSCHRIJVING VAN LEERLINGEN Jonge Meisjes die dit Voorjaar de school verlaten, kunnen ingeschreven worden voor de Ochtend-, Middag- of Avondlessen. Cursus-, Club- en Privaatlessen, ook voor gehuwde Dames, om alle voor komende kleeding in het gezin geheel zelfstandig te leeren vervaardigen. Spreekuren aan de scholen: In het Westen: SCHIETBAANLAAN 99, Donderdags van 2 tot 4 en van 7 tot 9; Te Kralingen: ANNASTRAAT 5 (bij Avenue Concordia) Dinsdags van 7 tot 8; L.-Maasoever: BEYERLANDSCHELAAN 40, Dinsdags van 4 tot 5 en Vrijdags van 6 tot 7. PROSPECTI OP AANVRAGE Correspondentie-adres: Schietbaanlaan 114. Directrice: Telefoon 33739 Mevrouw S. A. v. AMIJDE-PORS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 11