ALS EEN BLOEM.... 1 Het en welck een bewys is, dat de Lcipzigors eenen vvnderen smaeck hebben als Ghy, lompe Merseburgcrs. Ende hiermede eydigh iclé Amsteldarn, Herstmaent van het jaer onses Heeron 1637 VA NSNUITEN. Welk een zegetocht heeft de koffieboon sindsdien (Volbracht! Zelfs de waarschuwingen, door geneeskundigen na Ide ontdekking der coffeine gedaan, konden niet be letten, dat koifie heden in Oost en West, in Zuid en Moord' met evenveel genoegen gebruikt wordt. Gelukkig zijn wetenschap en techniek er inmid dels ook in geslaagd, aan de koffioboonen het scha delijke bestanddeel, de coffeine, to onttrekken, zon der het heerlijke aroma on den fijnen pittigen smaak aan te tasten. Aan dezen vooruitgang is het tc danken, dat heden ook menschen, die coffeïnc-bevattendc dranken slecht kunnen veruragen, zich het genot van een kopje koffie niet behoeven te ontzeggen. De bekende Koffie Hag is immers gegarandeerd coffelnevrij, over eenkomstig de Voorschriften der Ncderlandsoho Wa renwet. door D. Vr. fVervolg JAAREINDE. Noveoxber, met zijn striemendo stonnvlagon en lijn kletsende regenbuien is voorbij. Kaal strekken de boomen smockond hun armoe- lakken uit Vies zijn de straten, vol plassen. December is er, met zijn intieme gezelligheid en lijn huiselijke feesten; de maand, waaiin het overal iverkondigd wordt, dat Christus als een klein kindje in een schamele stal ter wereld gekomen is. Ook de wereld maakt zich gereed om met versierd 'donnengrocn en roode lichten het Kerstfeest te vie- reil. Wanneer de donzige sneeuw uit dc grauwe lucht gevallen is, lijken sommige pleinen in dc stad wel op een sprookjesland, met hun wit-hesneeuwdo kerst- hoouien en hun ruig- berijpte hulsttakken. Ali ligt te luisteren naar de geluiden van buiten. Zij hoort den naren schreeuw van de kraaien, die klagend boven dc stad heen cn weer vliegen, het gepiep der meeuwen, die hun zilver-grijze, zwart- (gepunte vleugels wijd uitslaan. Zij hoort het huilond, zacht-weenend geroep van den almanakken-koopman en den zwaren, ver we.g-drcuncnd«n galm van de mahije to ren k Iet- Zij verheugt zich over het naderen van hot Kcrst- 'leesf en r V in zichzelf de mooie Kerst geschiedenis uit Lukas 2. De dagen glij''»" vrujrt Donker zijn de dagen voor Kerstmis. Tot de eerste Kerstdag aanbreekt, terwijl duizen den vlokjes dwarrelend ncerkringelen om (le stra ten met een wit kleed te bedekken. Plccht'e or voor /c naar de kerk gaan het bekende verhaal, maar dat ieder jaar weer even mooi is: „En net geschiedde in diezelfde dagen, dat er een gebod uitging van den keizer Augustus, dat do hecle wereld beschreven zou worden. Deze eerste beschrijving geschiedde, als Cyrenius over Syrië stadhouder was. En zij gingen allen om beschreven le worl«"i o no"i zijn eigen stad." Ali ziot voor zich die Jozef cn Maria, moeizaam .voortsukkelend op den langen weg van Nazareth naar Bethlehem, zij ziet ze angstig kloppen aan iedere ln?- - vr-cen ot zij er kunnen over nachten. Zij voelt mee het lijden van hen beiden, toen nergens plaats bleek te zijn voor zoo arme menschen. Maar ook voelt ze in haar hart grootc blijdschap, toen de Engelen in do donkere velden ,yan Efratha zongen, liet uitjubelden: „Eere zij God in de hoogste hemelen en vrede op aarde, in do menschen een welbehagen 1" En van harte zingt ze mee, als Vader op het orgel begint te spelen: „Daar is uit 's werelds duistre wolken Een licht der lichten opgegaan. Komt tot zijn schijnsel, ulle volken. En gij, mijn ziele, bid het aan! Het komt de schaduwen beschijnen, De zwarte schaduw van den dood. De nacht der zonde zal verdwijnen, Genade spreidt haar morgenrood." De beide Kerstdagen is de tafel feestelijk gesierd rnot hulst, waarvan de glanzond-roodo besjes zich zoo mooi afteekenen tegen het donkere groen der stekelige bin ren en met vroege, roode tulpen in fijn, helderwit zand. 's Avonds vertelt vader iets over het ontstaan van het Kerstfeest en de bcteekenis vun den Kerst boom cn van de verdere gebruiken. Kn als hij aan het slot van het kerstfeest God dankt voor don grooten zegen, in dit feest aan de menschen geschonken, bidt Ali mee cn dringend smeekt ze den Hrcrc, dat ook Jezus voor haar gc- pioreii was om ook haar van haar zouden te zuive ren en een nieuw hart te geven. 1 dra ook weer do Oudejaarsdag aan. herhaald verzoek van Mien, heeft Moeder haar •in -lijk toestemming gegeven om zelf oliebollen te bakken. Manr weldra neemt Moeder liet zelf over, want de gedrochten die Mien aan t hukken is, lijken o alles, behalve op oliebollen. Nu eens gooit zo een pollepel vol beslag tegelijk in de knetterende olie, zoodat er een reu nchtig dikke, grootc paniiekoek ontstaat, dan weer bakt ze niets dan bolletjes, zoo groot als nieuwe aardappeltjes. Een heerlijke geur hangt in keuken en kamer, een geur, die den Oude jaarsavond eigen ir Langzamerhand beginnen er al wat klokken te luiden om de menschen te noodlgen hot jaar te «lui ten in gemeenschap inet God. „Moeder," vraagt Ali plotseling, toen do anderen nnar dc kerk waren en Moeder do kamer aan het opruimen was, „waarom zouden er Oudejaarsavond zooveel meer menschen naar do kerk gaan dan 's Zondags?" „Ja kind, daar heeft ieder menscli weer een andere reden voor. Sommigen denken, dat ze voldoende hun plicht nakomen, als ze eenmaal por jaar naar de kerk gaan cn anderen doen het, omdat zo hun ge weten willen sussen, dat vooral op den laatsten dag van het jaar hen wijst op dc vele nutteloos doorge brachte Zondagen. Maar het beste is het, als we, al hebben we het heele jaar geen kerkdienst verzuimd toch behoefte gevoelen om in het midden van dc gemeente des Hoeren God te danken voor al het goede, dat Hij in het afgeloopen jaar geschonken heeft en te bidden om een zegen voor het volgende jaar. Maar daar hoor ik de kerkgangers, geloof ik." En ja hoor, al gauw is dc kamer vol van druk door elkaar pratende stemmen. Vad'er vertelt van de preek, Wi'm van d'c men schen. die er in de kerk waren, .zooveel vreemde gezichten". En Mien zegt: „Noen maar, Moe, er zat zoo'n eigenaardige juffrouw naast me. Ze vroeg, toen de voorlezer begon te lezen, of dat nou do dominee was. En ze kon de psalmen, die gezongen moesten worden, niet vinden. Geen wonder, want ze was aan 't zoeken bij de Gezangen. De tekst moest ik voor haar opzoeken in dien Bijbel. Ze was zeker niet dik wijls in de kerk geweest". „De dominee zal het ook wel gezien hebben", zegt Vader, want hij had het ook zoo nu cn dan tot hen. die alleen maar op Oudejaarsavond naar de Kerk gaan. Het was een heel ernstige preek". Ondier de bedrijven door heeft Moeder de schaal met oliebollen op tafel gezet, bordjes cn messen rond gedeeld en de chocolademelk ingeschonken. Zelfs Ali neemt aan de feostdrukte deel en maakt zoo nu en dian ook een vroolijke opmerking tusschen de met Als een veel poeha vertelde verhalen van Mien in. Mien had pas gelezen het boek: ,'n Vroolijk Vijf tal". en daar moest ze nutuurlijk eens wat van ver tellen. „Moet je hooren, éón van de jongens, waarvan in dat boek geschreven wordt, zei tegen oen ander, zeker om hem een pluimpje tc geven: Bravo, als je trouwt, mag je in 't eerste rijtuig zitten. Neen, dat is net zooiets als wat Moeder wel eens zegt: Tot straf moet je vanavond met je blootc boenen naar bed. Net of wij dat niet begrijpen". „Ja, ja, Micpic", plaagt Vader, „maar een paar jaar geloden vond je het vrceselijk, als Moeder dat tegen ju zei. Dat vond je dc ergste straf". „Hoor es, jongens", zegt Wim plotseling „zo zijn al aan 't fluiten. Zachtjes nog, beginnen reeds een paar stoomfluiten heel in de verte het sein te geven aan de andere sire nes om het oude jaar uitgeleide te doen. I^ungzamer- hand zwelt het geluid aan. Reeds dreunt het zware bim-bam, bim-bam van de grootc kerkklokken tus schen het ge6is en gefluit door. Het lawaai van meer" dichtbij gelegen fabrieken en sche|>cn overstemt wel dra het verdere geluid. Nog enkele minuten, en h'it oudejaar zal voorbij zijn. Dof knallen de geweerscho ten. Soms spat een vuurpijl hoog in du lucht uiteen in duizend vonken. „Eerbiedig, jongens", zegt vader. De Bijbel ligt open voor hem bij Psalm 90. „Een gebed van Mozes, dei» man Gods. Heoro! Gij zijt ons geweest een Toevlucht van geslacht tot ge slacht. Eer de bergen geboren waren, en Gij de narde en de wereld voortgebracht hadt, ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God. Gij doet don mensch we- derkeeron tot verbrijzeling, en zegt: Keert weder, gij monschenkinderenl Want duizend jaren zijn in Uw oogen als de dag van gisteren, als hij voorbijgegaan is, en als een nachtwaak" En terwijl buiten de menschen mot lawaai en herrie het ecne jaar uit en het andere inguan, klinken in het huis van de Van Muurles de gewijde klanken van Gods Woord cn vertrouwend op dat Woord gaan zij blijmoedig hot nieuwe jaar tegemoet. Zij weten geen van allen, wat het brengen lal. Zou Ali heter worden? In oen vurig gebed draagt Vader hen allen op aan den Heerc. Hij smeokt, of God Ali weer wil genezen en de middelen, die aangewend worden, wil zegenen. „Maar niet onze wil. Ileere, kan U dwingen. Doe Gij wat Gij weet, dat goed voor ons is. Uw wil geschiede alleen. Verhoor ons gebed om Jezus' wil. Ainon. IV Naar Hellendoorn Dc eerste maanden van het jaar gingen rusLig voor bij. Ali ging langzamerhand al meer achteruit. De kleur van haar wangen werd nog bleokor, haar ma gere handjes nog magerder. Wanneer do lente aangebroken was, zou z« uit logoeren gaan in een boschrijko streek. Do gezonde dennenlucht zou haar misschien nog weer opknap pen, meende do doktor. Toch had hij or con zwaar hoofd in. Vader had gedacht, dat ze dim maar naar Hellen doorn moest gaan. Daar woonde oen broer van hem en die wilde graag een pluats in zijn huis uan All af staan. De lucht wua er gezond, dc omgeving erg mooi en dan bovendien, het huis van Ali's oom stond vlak bii een uitgestrekt dennenbosch. Do eerste lenteboden sieren de aarde met nieuwe kleuren en verjagon de kaalheid van den doodschen win er. Overal breekt het jonge groen uit do omhul lende vliezen. l>e kastanjes beginnen te bloesemen met toortsen ln kegelvorm, rood en wit. Geurend beuren de seringen hun lila en witte bloesem trossen. In hel-golc kleuren druipt de gouden regen tusschen het groen der bladeren. Do vogels, verborgen in het hoogo loof der hoo rnen, zingen lofliederen ter eere van God. Alles bui ten verkondigt, dut dc Hccrc weer nieuw leven uit het schijnbaar doode heeft doen opkomen. Alles bui ten bloeit op in ongekende pracht. Ali ziet van baar ligstoel dat wonderlijke buiten gebeuren en telkens wordt haar oog gelwieid door wat nieuws. In eon boom vlakbij is een duivciipaar druk bezig een nest te bouwen. Met stootcn cn ruk ken probeeren ze de dorre takjes van de laiomen los te trekken, of parmantig door het gras stappend, pikken ze alles op, wat dienen kan tol bckhvding van hot nest En wanneer het nest klaar is on do eitjes gelegd, blijft één duif stil zitten broeden, ter wijl do ander haar voorziet van het noodige voedsel. Heel lang kan Ali het bezige gedoe der duiven vol gen, hut verveelt haar niet er naar te kijken. Maar voordat de eitjes uitgebroed zijn, gaat Ali reeds naar Hellendoorn. Vader en Moeder zullen zo wegbrengen in een auto en dan den volgenden dag weer terugkeeren. De koffens worden gepukt cn alles tot het vertrek gereed gemaakt. Alle kennissen komen afscheid ne men en zij moctun beloven geregeld te schrijven, zoo dat Ali steeds op de hoogte blijft met wat er in haar woonplaats gebeurt. Eindelijk is de groote dag aangebroken. De morgen belooft een heerlijken, stralenden dag. Om ongeveer negen uur komt de auto ronkend voor. De koffers worden ingeladen, Wim en Mie» ieder op de beurt stevig gepakt en gezoend (zelfs bij Mien ko men dc tranen in de oogen) en Vader, MocW en Ali stijgen in. Er zijn wat extra kussens meegebracht, zoodat ze in de auto ligt als in bed. Toch kan ze al les buiten waarnemen. Wim en Micn wuiven, tot d'3 auto den hoek omgaat en voor hun oogen verdwijnt. In kalme vaart rijdt de auto den 's Gravcnweg af, telkens opveerend bij dc bruggetjes, die ln groot aan tal aanwezig zijn. Het is al druk op don weg. Mclkautos en groente wagens zijn reeds op weg naar de stad om bun waren, te koop aan te bieden. De zon doet de boomen langs den weg en de dauw op de velden glinsteren en schit teren De huisvrouwen in do dorpen, die zij tegenko men, zijn druk bezig met de dagelijkschu werkzaam heden. In Gouda hcerscht al een gezellige drukte en hoe verder ze den kant van Utrecht opkomen, dea to drukker wordt het Er is genoeg te zien onderweg. Ali kijkt haar oogen uit. Vooral in Utrecht met zijn drukke straten en pleinen, met zijn groote gebouwen en vele kantoren. Voorbij Utrecht begint de omgeving er andere uit te zien. Nu geen weilanden meer met ontcll>arc sloo- ten. nu geen vlakke streken meer zonder verhooging of uitstekende punten, maar een meer bebosebt land schap met heuvels «en dalen, met zandgroeven en ra vijnen. Bij Amersfoort vooral vindt Ali het mooi, die uitgestrekte heidevelden, zoover als je zien kunt, niets dan hei. Nu is de hei nog donker oji bruin, maar in Augustus zal dc hcibloei alles met een paars kleed overdekken. De auto begint nu wat harder te rijden op den mooien straatweg van Amersfoort naar Apeldoorn. Het is één lange wog die loopt door dorpen en 1k>s- schcn, door gehuchteji on weilanden. In Voorthuizen wijst Vader Ali nog op het oude kerkje, dat een rol gespeeld heeft in de geschiedenis van de Gereformeer de Kerk. Al dichter naderen zij nu hun doel. Van Apeldoorn naar Deventer cn vervolgens het nioolo Overijael in, waarvan sommige gedeelten nog doen donken aan de oerwouden, waarin dc boomen zander regelmaat geplant zijn. zonder paden on wegen en waar dc pad destoelen welig opscliicten in allerlei kleur en ver scheiden van vorm. Zij gaan de Regge over; Nijvcrdal door on dan den Hellcndoornschcn wog op naar Hellendoorn. Kijk, daar staan Oom Jan en tante Ans aan liet tuinhekje uit te kijken. Toe-toet! Ja. ze komen al. Het duurt nog even. of daar komén de kinderen van Oom en Tante ook het voortuintje doorhollen. Toe-toet! Ze zijn er. „Hoera!"' roepen de beide nichtjes cn het neefje. „Dag Oom, dag Tante; Ali, hoe gaat het er mee?" Tante moet luaar kinderen een beetje kalmcercn: „Denk or om, niet zoo wild, Ali is ziek!" De begroeting over cai weer is allerhartelijkst. „We zullen eens zien," zegt Oom, „wat du uitwer king zal zijn op Ali van dc streek hier. De dennen lucht komt hier in huis. Er is een flinke tuin ach ter het huis cn een stukje van het bosch bihoort cr ook bij. Dus je behoeft hier niet ver te loopen om oen behoorlijke dosis gezondheid op te doen." „Neen", zegt Vader, „wat dat betreft, kan Ali het niet beter hebben. Maar toch, ik vrees. Ze heeft dc«n laatsten tijd telkens weer verhooging gehad." „Kom. kom", mengt tante zich in 't gesprek, „haal je nu maar geen muizenissen in het hoofd. Wie weet, hoe ze hier opknapt." Ali werd zorgvuldig neergelegd op oen roods ge» reedgemaakten ruststoel naast de openstaande deu ren van den tuin. Zc had zoo liet uitzicht op de keu rig onderhouden bloembedden, de enkele vruclitboo- men die nu juist in volle bloesempracht praalden en den gouden regen, die ook in vollen bloei stond- „Hó, tante", zegt Ali, „hebt u ook nog hei in den tuin staan?" „Ja, Ali", we hebben hier van alles, hoor. Je hoeft van hier geen verre reis te maken om bosch en hei te zien. Ik ben blij, dat wu hier wonen." De reis was toch wel wut te inspannend geweest, 's Avonds gloeide Ali's hoofdje in koortshitte. Zo kon den slaap niet vatten en -'oclde maar om in h'it bed. En toen den volgenden middag do auto weer voorkwam om Vader en Moeder terug te brengen, verborg ze snikkend haar hoofdje non moed m s borst. „U komt toch wel weer gauw terug. Moes. Ik vind het zoo vrecsclijk naar, om hier alleen achter te blijven." „Wut zeg je nou, Ali? Alleen achterblijven? Zal tante dan niet goed voor je zorgen en de nichtjes en je weet toch wel. Wie altijd bij je blijft cn aan Wien jc altijd je nood klagen kan? Do Ileere zal je nooit verlaten. Bid maar steeds tot den Ileere Jezus en vraag Hem vooral om een nieuw harL Zeg maar altijd in je gebed alles, wat je noodig hobt. Vraag om vergeving voor de zonden, smeek Ilem, zooals David ook deed: „Wasch mij, Hociv, en mijn hart zal witter zijn dan sneeuw." Want dat is het voor- naamste, een kind van God te zijn." Dat waren Moe ders afscheidswoorden. Nog e>en hartelijkcn zoen van Vader en Moode-r en de auto rijdt weg. Wat zou do toekomst brengen? (Slot volgt). 59 i STADHUIS TB DELFT. Zooal» la vele oude steden ligt het marktplein vóór het Stadhuis. Statig cn indrukwekkend verheft zich 't oude gebouw boven 't drukke marktgedoc. Na «enige mislukte pogingen om do koffiestruik op Juvu aan te planten, gelukte het op de kust van Malabar een aanplant te krijgen van uit Mekka ge- importeerde zaden. Vandaar werden in 1699 planten naar Java gebracht, die goed groeiden, zoodat hueren bewindvoerders der O.-I. Companie in 1706 liet eer etc proefje Java-koffie te Amsterdam dronken. In datzelfde jaar kreeg Nicolaas Witsen, burge meester van Amsterdam, een plant uti Java, die in den Amsteixlamschen Hortus zaad voortbracht cn waarvan jonge planten in 1714 in den Jardin des Plantos te Parijs veel bekijks hadden. In het voornaamste productieland de.r koffie, Bra zilië, bedroeg <le oogst in 1927/'28 20 k 21 millioen balen; Centraal-Amerika levert ongeveer 7 millioen balen. Voor Ned.-Indiö werd dc oogst in 1926 geschat op 1.12 millioen balen. De wereldproductie bedraagt thans 30 millioen balen. Het verbruik van Europa was in 1926: 9 984.000 balen, dat van de Vereen. Sta ten 10.709.000 balen.. De invoer in Nederland bedroeg in dat jaar 2 27S.OOO balen. In het midden der 17de eeuw verschenen de kof fiehuizen in Europa. In Venetië bestaan zij om streeks 1640, te Londen en in andere steden van En geland in 1672, waar Karei II ze ecnige jaren later liet opheffen, lil frankrijk werd het eerste koffie huis opgericht tc Marseillo in 1654. Te Parijs wisten do Armeniër Gregorius Alep en de Sicilioan Procope koffiehuizen te stichten die grooten opgang maakten. Navolging bleef niet uit Zij werden steeds talrijker cn in 1790 telde men er 000. In de 18de eeuw speelden de koffiohuizen een belangrijke rol in het letterkun dige on politieke leven. Inderdaad er zou over de koffie nog heel wat te vertellen zijn.Al wilde men alleen maar een bloem lezing geven van wat in verschillende werken over dit interessante onderwerp is te vinden. Zoo roept Hofdijk, die op zoo verdienstelijke wijze „Ons Voorgeslacht" in zijn dagclijksoh loven schil derde, uit: O Soliman Aga! Solimun Aga! fiere gezant van don Sultan toen ge in 1609 de hovelingen te Parijs uw geurigen zwarten lievelingsdrank door goknicldo slaven lite rnnbicden hoe weinig kost go toen vermoeden, dat alreeds in het laatst dier zelfde eeuw een wel waarlijk „verdund" aftreksel de lievelingsdrank zou zijn der „laryst-vrs van de buvrt" in de logo landen aan de zee! En toch is liet nu eenmaal zoo. Omstreeks 1600 was de koffy hier nog bykans onbekend; twee jaren later begon liet drinken daarvan roods algemeener te worden en het bier afbreuk te doen cn weldra verrijzen te Amsteidam koffy-huizen die zoo drek worden bezocht dut do Regocring reeds 'n 1689 be sloot om er een impost op te leggen. Over do wijze van gebruik daargelaten dat de lagere standen goed koophei dslial ven natuurlyk een overgroot.! lioovcelhcids water., bezigen is men het echter nog maar in goonon «leele eens. Er zi|n die ie. koken in oon soort van blikken, tinnon of kope ren en van binnen vort!.. tuitkan, en ze dan ver- vqjgcns zoo Loet drinken als 't maar eenigszins ver dragen kan worden. Anderen volgen de aanbeveling van Blancka-rt: zy laten een pint zoete melk opko ken, cn gieten daar dan zooveel „uitgetrokken tinc tuur van koffy" by als cr melk is, hetgeen een vood- samo drank wordt genoemd. Wederom anderen wer pen dc koffy in koud water, en laten beiden goed doorkoken, om ze daarna ,.al slobberende" uit te drinken. De vcrniogendcn mengen nagelen, kaneel, cardamon, of wel suiker met ambergrijs Ln de koffy. Het is hier weer dokter Bontekoe die, al strijdt het met de overtuiging van Petrus Russe. in „een kort tractaat van de kragten en 't goede gebruik van Coffi" de algemconmaking van dezen drank bevor derd heeft: liy acht zc een geneesmiddel voor scheur buik, keelgezwellen, koliek, podagra, kwade gal, stinkende udem. roode oogen en andere kwalen. Ook vele andere mannen van naam staan diet gebruik der koffy met hond en tand voor. De groote Leeu wenhoek getuigt, dat, als hy wat hartig gegeten en een glas wijn gedronken heeft, de gantsclie apotheek zijn lichuam niet zoo veel goeds kan doen als de „binderdrank", en ik houd mij overtuigd, dat de ge leerde Vun dor Linden daartoe niet eens noodig heeft gehad om den geleerde Delia Valle te overtuigen, dat Homeros mot de „nepenthes" nooit de „koffy" heeft kunnen bedoelen! Op dit oogenblik doen de koffy-huizen nog ten volle hun naam verdienende waarlijk nut: zij bc werken dat menig burger zoowel als menig aanzien lyke, zich minder aan gebruik van wijn hier en sterke dranken schuldig maakt, en lokken een gant sche schaar uit do tap- cn klaphuizen. Besluiten we on« „Koffiepraatje" met een verma kelijke briefwisseling uit het jaar 1637. De twoo brieven van den eerzamen Amsterdain- sclion koopman Van Snuiten die wij hier in exten- so laten volgen spreken voor zichzelf. Monsieur trés honoré Hervano, Inhaber dor Grossliandlung Hcrvanos sec-lig VVittib zu Merseburg. A1s80 liebliendo wij al eenon langen tyt met malckundcren op ecne uytstekende ende aange name wys saecken godacn, soo kan ick niet ende nalaten Uwe Edelheyt gelyck met üesen cone proeve te atueren van die tot Amsteldarn soo vlugh ingevoerde en bemint gewordone „koffcyi", ende vorsoccke iclc Uwe Edelheyt Uwe Hooghoer- baro Hulsvroue aan te raden, deese korrelen vyn to malen oftewel stuckend tc stampen ende alsdan in water to koken. Irk vcrsoeck Uwe Edelheyt, niy UEdclcs mccningh te willen sohryven. Amsteldarn, Meymaent van het jaar onsca Hoeren 1637. Uw secr genegen VAN SNUITEN. Dit vriendelyk schrijven kwamen den bnarven kooy> man tor hand en deze vertoonde het geschenk vol vreugde aan zyn deftige vrouw. Deze echter wierp het hoofd in den nek cn zei: „Wat denkt deze myn heer Van Snuiten don wel dat een Mersebunger past? Water? Geen sprake vanl ik zal de zwarte boonon in kraeJitigen bouillon koken Aldus geschiedde. Maar hoe deze zonderlinge dronk den koopman en zyn trotsche ge.malin bene vens hun personeel bekwam, leert men uit den vol genden brief die liet antwoord is van den Heer Van Snuiten op een bestelling van den Mcrseburger koopman: Ick ende bodanrk ervoor, saecken te doen met eenon, die my voor mync vrieivdelickheyt met lompheden beloont Als Uw Edelheyts kneghten en niaegden na het gcbruick van does voortreffc- licke „koffeyi" sieck geworden syn on UEdele my 16 penninghen voor purgheermiddelcn in reke- niingh wil brengen, soo moet ick daer ernstigh- lick beowaor tegen maeclcen. Ick lieb alreeds 5 balen „koffeyi" naar Leipzig verstuCrt en een yedor, die dacrvan godronken heeft, is vol lofs. AI«K mii uardlKO rnrlcntuur nlt iltn »u<l«-n (||ill Mevrouw luimèrdorat acfeorcu KofftclleC

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 15