Handwerken
Radio, een ding van onzen tijd!
CORRESPONDENTIE
HUISHOUDING 'EN KEUKEN
MODE-VAKSCHOLEN TE ROTTERDAM
„En hebt n nog steeds geen radio?" is
weieens de vraag.
„Gelukkig niet, mijn dagen zijn zonder
dat al vol genoeg".
Vele menschen kunnen zoo iets niet be
grijpen, „hoe is 't mogelijk", zeggen ze,
„dat een mensch van dezen tijd, die bij wil
blijven, het zonder radio stellen wil. Wat
moet die daarmee ontzettend veel missen!"
En geen oogenblik schijnt het bij al die
radio-liefhebbers op te komen, dat men ook
mét en door radio wel eens iets, wel véél
zou kunnen missen: rust en bezonkenheid,
intieme huiselijkheid.
De tergende brutaliteit, de onbeschoftheid,
mogen we wel zeggen, waarmee soms, als
men op bezoek is, de radio-spreker of radio-
muziekmaker (de stakker kan het echter
zelf niet helpen, is totaal onbewust van
eigen opdringerigheid) blijft doorgaan, en
zich laat hooren midden door de gevoerde
gesprekken heen, is slechts één bezwaar,
hoewel op zichzelf al erg genoeg in dezen
zenuwachtigen tijd, die reeds zooveel van
de zintuigen vergt.
Voor rustig-aandachtig genieten van lec
tuur, is haast geen gelegenheid meer, van
nadenken over het gelezene of gesprokene,
komt heelemaal niets meer, want, terwijl
de ééne huisgenoot leest, zit de ander te
„probeeren" met de radio. En mag men
het al eens gedaan krijgen, dat er niet
wordt „geloud-speakt" zoolang er huisge-
nooten zitten te lezen, met popelend onge
duld wordt gewacht tot het boek of de
krant dichtgaat, en op datzelfde moment be
gint de draadlooze.
Weg is dan je stemming.
En als het nog maar niet zoo'n gruwe
lijke s 1 a v e r n ij was! Maar vaak, als men
de menschen hoort redeneeren over het
„mooie" van onzen tijd die tenminste rech
ten van den mensch erkent, en vrijheden
toestaat, vergeleken bij een vroeger periode
toen het leven van werkmenschen maar
een zwoegen was, dan verbaast men zich
wel eens, over de vrijwillige slavernij waar
onder diezelfde menschen zich nu bukken.
Ze weten zich haast niet meer los te rukken
van de grijpvingers van de radio, die op
al hun vrijen tijd, op heel hun wezen be
slag wil leggen. Wat een inwendige leegten
verraden vélen, door nooit eens iets anders
voor hun avond te kunnen verzinnen dan:
radio, radio, altijd maar: radio.
Niet lang geleden kwam ik eens in den
vroegen avond in het huis van jonge men
shen, die alleen maar een dagmeisje had
den en toch ook wel eens een avond samen
de stad in wilden, als er maar iemand in
huis bleef bij de slapende kleintjes.
Ik maakte er een avond voor vrij, het
noedertje keek als verlangend naar mijn
tomst uit, gereed om gauw te vertrekken,
ttuar intusschcn had Pappie, die zelf ook
op dezen avond gewacht had, de radio op
gezet, en: nee maar, luister nu toch eens
hoe prachtigl en hij draaide weer
's en luisterde nóg intenser, zette het
toestel weer 'n beetje sterker, dat wij in de
andere kamer het ook konden hooren en
- kwam maar niet van het ding van daan.
„Kom nu mee, anders wordt het weer
laat", drong het vrouwtje.
„Gé nu toch, waarvoor kom ik anders
„oppassen", commandeerde ik, want ik wil
de intusschen aan m'n werk. Maaro
nee, hoorden wij daar héélemaal niet wat
voor bijzonders dit was. („Groot feest in
England"). Zooiets hoor je maar ééns in
't jaar
„Nu ja, alle dagen zijn het dingen, die
maar ééns in 't jaar komen. Stel je voor,
dat je binnen het jaar nog een herhaling
van hetzelfde kreeg", spotte ik, en met ver
eende krachten (figuurlijk! lezeres), kregen
we meneertje via 'n goed kwartier van het
toestel vandaan.
„Dat ding! dat ding!", zuchtte het moe
dertje tegen me. Maar vader zei: „Och kind,
hoe ben je zelf, als ze eens met recepten
bezig zijn, of met tuinverzorging, en je
moet dan net naar de keuken? dan sta je
ook op den dorpel nog te luisteren"
Ik heb een onderwijzeres gekend, die we-
jens overspanning maandenlang ziektever
lof had en natuurlijk dagelijks vroeg naar
bed had hooren te gaan, maar„dat was
nu juist zoo jammer!" dat kon ze niet, want
de persberichten kwamen altijd zoo laat, en
zóólang moést ze toch wel luisteren.
En dan zat me daar die juffrouw met
een kleur van opwinding en inspanning:
„0! sst! wacht even! praat 'r niet dóór!"
fluisterde ze, als men haar waarschuwde,
dat zij toch behoorde te gaan slapen.
Zie, wanneer de toestand zóó is, vraag ik
me dikwijls af of het niet veel beter en
flinker zou zijn, als men met een forsche
greep het ding buiten de deur zette.
Zou, wat men dan weer kon terugwinnen
aan gezellig, huiselijk leven, niet veel meer
zijn dan wat men ging missen.
En nu spreken we er nog heelemaal niet
van, wat een massa tijd de leerende kinde
ren in veel gezinnen verdoen aan het radio-
luisteren en wat zij verliezen door de sto
ring tijdens hun werk.
Maar een van de ernstigste bezwaren is
toch wel, dat de eigen stemmen te zeer
moeten zwijgen voor de galm van de loud
speaker.
En het is met dat brutale ding al net
als in vele groote huishoudens: de loud
speaker (ik bedoel de zoon of dochter) die
het meest zich laat hooren en laat gelden,
is vaak juist degeen, die het minst in zijn
(haar) mars heeft.
Gewone, kalme, rustige, soms diepgaande
gtsprekken kan men haast niet meer ge
nieten.
Het is zoo waar wat Prof. Aalders een
paar maanden geleden al schreef in: „De
Reveille".
„Het gesprek komt tegenwoordig in ge
drang", en hij vervolgt dan:
Dat Uvee of meer mensohen met elkaar
spreken en zoo zichzelf en elkander verder
brengen, sprekend en tegensprekend, vra
gend en antwoordend, het is of er geen lust
en plaats meer voor is.
Men gaat uit, naar den bi >scoop. Men ziet
veel, gewoonlijk veel te veel. Men hoort er
tegenwoordig ook muziek bij maken en
spreken zelfs. Maar de bezoeker doet zelf
eigenlijk niets. Hij ondergaat alleen de prik
kels en de indrukken van zijn oogen en
ooren. Zelf doet hij niets. Ailcs komt van
één kant.
En daardoor wordt men overprikkeld
bn o verzadigd en zoekt telkens nieuwe prik
kels van genot, Men foljjft thuis en eet de
radio aan. Ook hier hetzelfde geval. Men
hoort muziek van allerlei aard. Men luistert
naar woorden van allerlei zin. Maar zelf
doet men eigenlijk niets, behalve de keus
van wat men voor zich zal laten spelen of
spreken. En deze keus is dikwijls zeer be
perkt en willekeurig. En zoo laat men zioh
bespelen en bespreken. Het gesprek in de
kamer zwijgt. De radio is alleen aan het
woord.
Zoo komt het gesprek in het gedrang.
Thuis, als men niet meer bij elkander kan
zitten om samen te spreken over allerlei
onderwerpen, gewone en belangrijke, lichte
en zware, zooals dit thuis alleen kan, op
voet van vertrouwen, om elkaar te begrij
pen en verder te brengen op een of ander
terrein. Ook buitenshuis komt het gesprek
in het gedrang. Het vereenigingsleven is
dikwijb heel slap. Er moet iets gebeuren,
iets worden getoond of vertoond. Maar het
spreken en luisteren, de wisselwerking- van
vraag en antwoord, is in onze kringen niet
meer in trek.
Dit is jammer. Want het woord is de
hoogste uiting van den mensphelijken geest,
de meest geestelijke en directe. En de af
wisseling van spreken, die het gesprek
vormt, kan zoo ontzaglijk veel goed doen.
Door er samen over te spreken wordt het
onderwerp duidelijk. De een zegt er dit, de
ander zegt er dat van. Al sprekend komt
men verder. Dit kost inspanning, maar zij
wordt ruimschoots beloond. In het gesprek
beginnen vonken te spatten. Er gaat licht
vallen. Het gesprek werkt verruimend. Men
leert zichzelf en elkander ook beter kennen,
als men samen op zoek is naar de waarheid.
Wij verkrijgen niets voor niets. Enkel in
drukken ondergaande, louter passief of re
ceptief zijnde, komen wij er niet. Wij moe
ten actief zijn om productief te worden. Wij
moeten werken voor ons brood, ook voor ons
geestelijk brood.
En daarom geloof ik, dat het goed is op
het gevaar te letten, dat het gesprek in het
gedrang komt. Ook het gesprek over gees
telijke en goddelijke dingen. Ik heb mis
schien wat overdreven bij wat ik zei over
bioscoop en radio. Doe er gerust wat af.
Er blijft genoeg over om met deze dingen
zeer voorzichtig om te gaan. Maak het u
niet te gemakkelijk. Leef niet alleen, voor
zoover gij geleefd wordt Gij moet iets ver
werken, veroveren, om het werkelijk te be
zitten. En daartoe is het met elkander spre
ken zulk een kostbaar middel.
men zoo een bepaald punt in één lus 5
vasten inplaats van één. Dat verbeeldt dan
het staartje. Als men zoo twee van die ror.-
den heeft, worden ze langs de bovenhelft
van den omtrek, zorgénd dat de staarthelf-
ten op elkaar vallen, aan elkaar gehecht.
Voor het kopje zet men een rondje op waar
men dubbele stokjes in werkt, ongeveer 20
en doet dit tweemaal. Zet de twee cirkeltjes
met overhandsche steek langs den buiten
rand aan elkaar en werkt in 't midden
zwarte knoopsteken voor oogen. Voor sna
vel en pootjes neemt men metaaldraad dat
men stevig omwoelt met roode wol, en dan
solide in het kuiken vasthecht
Met volanten.
De de-ndte, die over het eierdopje staat,
wordt met strooken versierd. Er is weer on
geveer 10 gram gele wol en wat witte kunst
zijde noodig.
Men begint aan den top met een rondje
GROOTE HANDSCHOEN
Op 64 opzetsteken, aan den onderrand be
ginnend, 42 t. 2 r. 2a. breien, dan 2 maal
1 t. r. en 1 t a., waarop voor het handge-
deelte tot het begin van den duim 28 t 1
s. r., 1 s. a. Na 2 t. wordt het patroon ver
zet, zie afb. 3. Nu met anders gekleurde
wol 12 s. voor den duim breien, zie afb., van
de bruine wol een 25 c.M. lange lus laten
hangen en tot de vingers 24 t, in het pa
troon breien. Dan 2 maal 1 t r. en 1 t a.
en de in gelijke deelen voor de vingers
verdeelen. Voor de pink neemt men op 7 s.
aan den binnen- en aan den buitenkant op
een veiligheidsspeld, zet tusschen de vin
gers 4 s. bij op (zie afb. 4) werkt 2 t. en
neemt voor de ringvinger 7 a van hand
palm en rug en de 4 nieuw opgezette s. op
een veiligheidsspeld. Voor de wijsvinger ge
bruikt men 10' s. van handpalm en rug, zet
tus6chen deze- en de 16 s. voor de middel
vinger 4 s. aan iedere zijde bij op en breit
de middelste vinger op 24 s. 35 t. lang, daar
na de top. Daartoe breit men in iederen 2en
t, de beide eerste s. van iedere naald teza
men. Zijn nog 610 s. in den L, dan knipt
men den draad af, rijgt deze door de s. én
trekt ze dicht aaneen. Aan den binnenkant
wordt nu de draad onzichtbaar afgehecht
Zie ook de afb. De wijsvinger wordt op 24
s. 33 t lang, de ringvinger op 22 s. even
eens 33 t en de pink op 18 s. 27 t. Voor den
duim verwijdert men den gekleurde draad,
zie afb. neemt de 24 losse s. op, sluit ze tot
een ronding en breit 26 t en den top.
Oovergenomen uit „Heeren vesten, Pull
overs en Truien". Uitgave Van Wees
en Weiss te Zeist.
Nopjeshaakwerk eerste toer.
k. steken, waarop steeds meerderende stok-
jestoeren komen tot er tenslotte een wijdte
van 4j/2 c.M. middellijn is. Hiermee bedoe
len we, dat het vormpje platgelegd, dus
dubbel, 4¥2 cM- breed zij.
Dit geTeed hebbend, gaat men. nu op de
manier als we vroeger reeds bij theehoesjes
'bespraken op iedere ronding afzonderlijk
een toer dubbele stokjes haken, daartoe ste
kend in de lussen van de ribbels tusschen
de stokjestoeren en in elke lus twee dubb.
st. werkend.
Langs de buitenranden van deze ruime
strookjes wordt dan nog met witte kunst
zijde een toer h. vaste gehaakt. Boven op
den top kan men nu nog een lus hechten
Breipatroon voor de handschoen.
2 toeren afw. 1 r., L, 2 toeren afw. 1 a., Ir.
Het opnemen van steken tusschen de vingers.
Daartoe zijn vooraf steken bijgezet, om den
vinger rond. te kunnen breien.
Het Inbreien, en later wegnemen (links) van een gekleurde draad
voor de ingang van de duim.
EIERMUTSJES
Om er nu voor de Paschen eens heel
vroeg bij te zijn, komen we alvast met een
paar aardige modelletjes van eierhoe6jes.
die we vinden in het aardige Beyersboek:
50 Handwerken van Wol", uitgave
van Wees en Weiss, te Zeist.
Voor de eerste heeft men ongeveer 10
gram gele Shetland (of andere) wol noodig,
wat witte haakzijde en een klein geel kui
kentje, zooals men ze vooral tegen Paschen
in de winkels koopt. Verder nog een paar
draden paarse en groene wol.
Men begint de hoes aan den top met een
rondje van enkele kettingsteken, en breit
daarop een weinig meerderend stokjestoeren
met gele wol tot er een wijdte van ongeveer
4 c.M. middellijn is ontstaan. Nu gaat men
met witte kunstzij over de ribbels tusschen
de stokjestoeren rijen kettingsteken werken.
Dan beginnen de bloemen. Men naait voor
elke bloom vier kleine lussen met een gele
steek in het midden vast, daarna een steel
van een dubbele, in elkaargedraaide groene
draaide Zoo maakt men drie bloemen die op
den top worden vastgehecht en naait daar
op, als men wil (of dit kan alleen voor Pa
schen als iets bijzonders worden gedaan)
het kleine kuikentje.
In kulkenvorm.
De tweede eierwarmer, die we op het
plaatje zien, heeft geheel den vorm van
een kuikentje. Men heeft er voor noodig on
geveer 30 gr. gele wol, wat kraalroode en
zwarte.
Men begint met den romp van het kui
ken, door weer eerst een klein"rondje-op te
zetten van 4 of 6 a. stelen, dit te vullen met
vasten en dan geregeld meerderend met
vastentoeren verder te gaan. Men kan nu
haken met lussen naar den binnenkant,
maar noodig is dit niet. Ir.plaats daarvan
kan men haken met dubbele draad en
denke er ook bij het meerderen aan, dat
men geen platronde maar een weinig bol
staande en liefst wat langwerpig ronde
(elipsen) maakt
In de buitenste vasten toer (zie afb.) maakt
Aan Mevr. de J. Reeds enkele weken
geleden schreef U, en veronders rlde daar
bij, dat de vraag niet in behand ling
komen kon. Daar was echter geen sprake
van want vragen omtrent den inhoud van
onze rubriek mac men ten allen tijde stel
len en gaan in het algemeen voor. Dit is
eigenlijk het eenige soort vragen dat in
onze c o r r e s p.-rubriek op zijn plaats is.
Maar de kwestie leek mij zooals u het be
schreef nogal ingewikkeld, ik dacht aan
drukfouten, en meende, heit patroon zelfs
eens te moeten breien, waartoe ik uw
vraag in hot bewuste boekje legde, en,
jammer genoeg een paar weken vergat.
Deae week komt van een heel anderen
kant een lezeres die met precirs hetze'fd"
tobt, waarom ik de verklaring eens heel
uitvoerig apar plaatsen zal in onze hand
werkrubriek. Ziet u dus maar in het num
mer van deae zelfde week en anders (1;
volgende. Ik hoop dat u geen haast met
het werk had, een volgend maal vlugger.
Ja, er werd een wit guimpebandje bedoeld.
Aan Mevr. v. Ook een andere lezvres
tobde zoo imet dit eigenlijk zeer eenvoudig
patroontje. Waar>m ik_ het even.overplaat
sen zal en een aparte verklaring bijgeven,
waarmee onze lezeressen in het vervolg
al dat soort typen pa'ronen beter zullen
kunnen verslaan. Zie in dit of volgend
nummer.
Aan „Hairy". Ja, ik wilde dat tulpenpa
troon in kruisjes uitteekenen en hier nog
opnemen, als er meer vragen naar inkwa
men. Nu verschijnt het wellicht volgende
week en gaat het niet, dan zend ik U in
die week het plaatje waarnaar de afbeel
ding gemaakt is, zooals het uit de fabriek
is teruggekomen (vergeet er dat laatste niel
bij s.v.p. als U ziet hoe het er uitziet). U
kunt het dan als drukwerk weer terugzen
den.
Aan Mevr. B. Neen, ik weet niet waar er
Chr. inrichtingen zijn ter opleiding van
leerares Huishoudschool en vanzelf niet
veel over salaris. Over 't algemeen wordt de
positie goed geoordeeld en staat het tot
heden ook met de plaatsingskansen niet
slecht, als we letten op mededeelingen van
den raad voor vrouwenberoepen. Het is een
„opkomend" vak kunt u rekenen.
Kan een onzer lezeressen helpen aan
adres(sen) van Chr. Inrichting(en), waar
men (zoo mogelijk intern) kan leeren
voor huishoudleerares?
Aan Mw. K. Ja ik denk zeker wel, dat
ge zoudt kunnen gaan leeren voor ver
pleegster of kinderverzorgster. Ook behoeft
dit direct geen kapitalen tj? kosten. Inte
gendeel, als leerling-verpleegster begint
men al dadelijk met iets te verdienen, al
leen moet natuurlijk de uitrusting vooraf
worden bekostigd. En als u daaraan van
thuis geholpen werd, zou dat best later te
rug te verdienen zijn. Leeftijd is ook Juist
heel geschikt, beter dan zóó erg jong. Iets
heel anders is: of er momenteel plaatsen
vrij zijn. Dat moet u aan een ziekenhuis
mformeeren en kunt dan eventueel u op
geven en wachten tot een plaats open
komt. Informeer bijv. bij „Eudokia". U
zou misschien ook in een kinderziekenhuis
kunnen gaan :eeren.
Voor kindertehuizen enz, is niet, ten
minste niet altijd, het verpleegstersdiploma
vereischt, maar wel eenige meerdere alge-
meene ontwikkeling dan uitsluitend L. S.
inderwijs. Lerrend voor verpleegster zou u
(Jie gaar.deweg verkrijgen. Ook hebt u later
a s u °ens wat anders wil, altijd meer dan
ten verpleegsters-diploma dan aan uitslui
tend e. varing van ..met kinderen omgaan"
Ik zou dus aanraden, omdat u nog jong
genoeg is: nu het verpleegsters-diploma te
halen, dan is er altijd later nog de kans
om in een kinderziekenhuis of kindertehuis
te kn;r en. Omgekeertl gaat niet zoo gemak
kelijk.
Duurt het u te lang of wordt u afgekeurd
of komen andere bezwaren, dan zou ik
trachten het Tesselschade-diploma voor kin
derjuffrouw te halen. Dat duurt heel wat
korter. Ik herinner me daarvan geen adres
sen. een onzer lezeressen misschien wel?
„Receptenervaringen"
Nopjeshaakwerk tweede toer.
die men haakt van witte kunstzijde, bijv.
door op een rij k. steken een toer vaster te
haken, dit bij wijze van aanvattertje.
Eenvoudig modeL
Wie nu vlug een aantal aardige dikke,
maar eenvoudige hoesjes maken wil, kan
nopjes haken, zooals we aangaven in de
theemuts die we voor een paar weken op
namen.
Men zet ook nu weer op aan den top,
haakt eerst een toer dubbele stokjes in een
rondje van k. steken en begint daarop het
r.opjeshaakwerk. Door steeds afwisselend
twee andere kleuren te nemen, krijgt men
dan toch verscheidenheid, bijv.: geel met
wit; geel met oranje; oranje met wit; geel
en blauw; geel en lichtgroen, zijn alle ge
schikte combinaties. Niet zoo aardig staat
het om bijv. zooals ik wel eens zag: rood en
groen; groen en donkerpaars enz. te nemen.
Óp tafel doen deze kleuren niet zoo aar
dig; beter kan men zich in hoofdzaak bij
geel en oranje houden.
Om het nopjes haakwerk nu nog eens
duidelijk te herhalen: Begin dadelijk met
dubbele draad twee kleuren te wer
ken. De eerste lus var. een toer wordt steeds
lang uitgetrokken. Nu slaat men den draad
in één kleur over de naald, haalt deze door
de lus heen, en doet dit nog tweemaal door
dezelfde lus (d.i. de eerste steek). Al deze
lussen blijven op de naald staan; dan 1 k.
st, daarna weer de lus, die op de naald
ligt, lang uithalen, weer de draad met een
overslag doorhalen; nu door het kleine gat
boven aan de moes en dat nog tweemaal
doen, dan de andere kleur (de eerste laten
hangen) ook driemaal met een omslag, dan
de volg. k. stoek werken, en dan al de lus
sen die op de naald leggen afwerken met
een omslag in de andere (de eerste) kleur
weer een steek.
Van het woord „daarna" af doet men nu
alles nog eens in de tweede kleur.
Dit alles nu, wordt verder geregeld her
haald. De afbeeldingen die we hierbij op
nemen, zullen het werk veel verduidelijken.
BRE1PATROONTJE
De groote handschoen die we in dit num
mer bespreken kunnen we ook breien met
een ander patroon in twee kleuren.
Men breit daartoe alles recht, maar werkt
Een vader de lezer van een lezeres van
ons vrouwenblad la zoo gezellig geweest om
uit d« volheid van zUn dankbaar hart me een
briefkaart te schrijven om te danken voor d
diverse raadgevingen In onze H. en K--ru;riek
waardoor nu hun middagmaal beter ter tarei
komt Het aardige ia, dat hb schruil „oot.
namen-s zbn vrouw" zoodat Ik niet behoei te
vreezen. dat onze ..Inmenging" In hun (en Uw
aller) kokerij, tot huiselijk ongenoegen aanlei
ding gegeven heeft. Integendeel want hjjsjhrtJti
er nog bb: ook voor Uw veroere aanwuzlngoi
en raadgevingen houden wij ons gaarne aan
bevolen".
uit schrijven neeft me echt plezier gedaan
waarvoor ik dan ook dank zeg. Zulke verkiarlu-
gen zijn het, die burgeressen moed geven.
Een andere vader la aan het bureau geweest,
ook om een verklaring over een keukenvooi-
schrlft Ook dat te een bewijs van meeleven.
maarNu heb lk hier vroeger al eens mee.'
gezegd: men neme liever de moeite even een
kaart of briefje te schrijven (de lezer had hel
even goed op het bureau kunnen afgeven zooda'.
het hem geen porto hoeft te kosten), dan be
richten over den Inhoud van onze rubriek m o n-
dellng-af te geven aan bureau-menscnen, ait
het zonder dat toch al druk genoeg hebben e1-
die het is hun niet kwalijk te nemen vooi
't grootste deel natuurlijk niets van .lulshouae
lUke of handwerkzaken begrijpen, zoodat de be
richten moeilijk zuiver overgebracht worden.
7.oo ook hier.
Het ging over ons kleine etukjo ln 't nummer
van voor 3 weken, waarin lk het had over een
recept voor karnemelkpap voor zuigelingen en
dat men ook toepassen kon voor gewone karne-
melkschen pap. Men kookte eerst (al roeren lei
een kleine hoeveelheid tot de pap (bloem, rUsi
of grutten (er stond abusievelijk: gruttemeei)
gaar was, en kon daarna dan de grootere hot
veiheid rauwe karnemelk en (al roerende) bU-
gleten. Zoo kan men met veel minder ro-'ien dan
anders, toch het schiften van karnjinoilc vooi.
komen. Ik heb het herhaaldelijk ^e la ia, toir-s
zelfs wel rfast eerst gekookt ln een weinig
zoetemelk, en dan de karnemelk erdoor, dat
gaat nóg vlugger en gemakkeitfker.
Maar nu komt daar iemand vïr'ïltea (als bet
tenminste zóó gezegd Is, maar lk moet wel af
gaan op de geschreven boodschap) dat men kar
nemelk moet koken (dit ls al onzin: karnemelk
kón men niet koken zonder schiften. Ik deuk
wel dat karnemelkpap bedoeld ls) geheel
zonder roeren! Men moet ze opzetten en
als ze kookt van het vuur nemen of de vlam
lager draaien, want Juist door het roeren gaat
ae karnemelk klonteren. Dót was hun erva
ring! Terloops merk Ik hierbij op, dat we het
volstrekt niet over klonteren hebben ge
had maar over schiften, wat niet hetzelfde
is. eer het omgekeerde.
Nu heb lk tientallen molen karnemelkpap
gekookt roerende, uien koken, óók roe
rende. en geklonterde pap heb lk nog nojlt
gehad! Moge bei du» van «IJtj, dat men de
pap zonder roeren kón koken (dan toch alleen
met bloem, want rijst, gort. grutten enz. zijn
niet gaar bij het koken, en zouden stellig een
aanbranderlj opleveren als men ze, zoo
I ia, i,aa.lr nl/an n 1 C nraa* lm Am* 41 I a
deren zoo'n doodeenvoudig werkje niet kun
nen. Maar boven den bodem een lepel wat rond
zwieren, zoodat Intusschen de pap aan den on
derrand gaat vastzitten. Dén kan men beter niet
roeren! Goed roeren van pap, sausen enz. be
doelt Juist de kokende massa van den bodem
a f en in beweging te houden. De roerende lepel
mott aldoor over den heelen bodem schappen.
Met dit antwoord aan het echtpaar dat be
weert dat men karnemelkpap nooit roeren
mag zou ik kunnen volstaan, ware hei niet,
dal Je als red. van een Vrouwenblad nooit
over ijs van één nacht kan gaan. zelfs niet
van een half dozijn nachten, 't mag wel 'n heel
Jaar gevroren hebben! Daarom heb Ik voor r.lie
zekerheid alle hulsvrouwen onder m'n Kennis
sen eens rondgevraagd. Geen enkele had ooit
karnemelkpap zonder roeren gekookt of daar
ooit van gehoord. Slechts één had het wel een»
gelezen, maar nooit durven toepassen, de roe
rende manier was altijd goed gegaan. \'erde«-
heb lk er een half dozijn groote kookboeken
nageslagen die allen voor allen karnemelk
paprecepten r o e r en voorschreven, roeren
vóór en na het koken.
Waarmee Ik dus maar zeggen wil, dat he
md zoo'n gekke vergissing van me was. om
het roertn als Iets vanzelfsprekends te beschou
wen, zoodat het er rotlns inziens slechts om ging
Zoo weinig mogelijk te hoeven roeren
En we zullen dan ook nog maar niet op gezag
van onzen lezer hier In 't algemeen advlseeret..
„dat men karnemelk nooit roeren mag om
dat ze daardoor Juist g»at klonteren."
Z'Jn er soms meerderen van dl» „ervaring"?
met twee draden waarvan er telkens een
achter het werk blijft liggen, als volgt:
lste toer; 5 steken donker, één licht, bij
de lichte steek laat men de donkere draad
achter liggen.
2de toer: drie steken donker, drie licht
(beginnen met één licht)
3e toer: één donker, vijf licht, beginnen
met twee licht
Telkens wanneer een draad vijf steken
achterligt, kan men vóór men de eene steek
breit even omslaan, welke omslag men in
den volgenden toer gewoon laat vallen. Dit
om het te strak trekken der lussen aan den
achterkant te voorkomen.
Het partoontje is ook zeer goed voo* jum
pers te gebruiken,
PRORFFRT reclame maatschoenen
I liUÜLLII I vanaf 20.bekroond. joh.
CC MO KNETEMANN Voetkundige
l_L.li O Batavierenstraat 19a (b.d.
West-Kruiskade), Rotterdam, Telefoon 32129
Chocolataart
2 eieren, 3 ons basterdsuiker, 4 eetlepels
cacao, 2 ons Delfla, plm. 2 ons biscuits, bijv.
petlt-beurre. Kluts de eieren, voeg de suiker
cacao er bb en maak er een gelijke massa
i. Smelt het vet en voeg dit langzaam. met
kleine beetjes te gelijk goed roerende bb' de
massa Besmeer een blscultbllk met boter, leg
r een laag vla ln, dan een laag biscuits, dan
Ia. enz. De bovenste laag moet vla zbn. Last
alles 24 uur staan, zet het blik dan even ln
warm water en keer het om. Daar het, sla
taart gebruikt, nogal zwaar Is. ls het ook heel
geschikt om. In kleine stukjes gesneden to
worden en die bfl de thee te presenteeren.
Noga-recept
Een pond suiker en 2 ons boter op het vuur
dooreenroeren. Daarbtj voegen 1 ons gehakte
amandelen zonder schilletjes en een ons olle-
nootjee. ook van de schilletjes ontdaan. Deze
massa op een met boter besmeerden schotel
gieten. Iets laten afkoelen en ln vlerkante
stukjes snijden.
Tomatensoep met rijst
2 flinke eetlepels meel worden bruin gefruit
n 3 eetlepels boter. DaarbU voeojt men ons
rauwe fijngehakte ham. Intusschen heeft men
van schenkelvleesch 2*j L. geurige bouillon ge
trokken die men nog zachtjes laat doorkoken
met het vleesch erin, 6 a 8 mooie, rbpe toma
ten snüdt men door, drukt het sap eruit, voegt
er een uitje, Bchtlfjes wortel, zout. peper, een
laurierblad en een beetje peterselie b(J. 'a&t al
les op een zacht vuurtje gaar koken en wrijft
het door een zeef. Als het gezeefde vocht koud
geworden ie, roert men er 2 of 3 eierdooiers
door en een eetlepel boter. Intusschen heeft
men 1 eetlepels rbst ln ruim water gaar ge
kookt Die gare rbst roert men door het vocht,
laat alles tezamen nog even doorkoken en
maakt de soep af met een geklutst el.
Vruchtensla van aardbeien, bananen,
sinaasappels
Benoodlgdhedén: 3 bananen. 4 sinaasappelen^
plm. 20 aardbeien, wit van één el. 4V4 eetL sui
ker. 5 gr. gelatine.
Snijd een banaan lc kleine plakjes en leg
die op den bodem van een vla-kom. Leg hierop
halve partjes van één sinaasappel, waar de pit
ten uit verwijderd zbn. Nu volgt weer een laag
bananenplakjes, dan weer een sinaasappel en
weer een banaan. Los uu 3 eetlepels suiker op
ln het uitgeperste sap van 2 sinaasappels, los
de gelatine op ln wat heet water en doe dat
roerende, bb 't sinaasappelsap, dat even door
moet koken. Giet nu de vloeistof ln de schaal
over de vruchten Is de massa eenlgszlns stijf
geworden, schik er dan de aardbeien bovenop
en garneer het geheel met het stllfgeklopte
eiwit, waardoor eetl. suiker geklopt ls. Pro-
senteer er wafeltjes bU. 't Is een heerlbke ver
snapering voor warme zomeravonden.
Men kan naar gelang het seizoen het op le
vert ook andere vruchten combineeren.
Zoele krakelingen
4 eierdooiers kloppen met 2 ons suiker, daar
wat zout bbroegen en een half pond bloem,
vermengd met een lepelpuntje dubbelkoolzure
soda en evenveel brulspoeder. Er dan het stpC
geklopte eiwit doorroeren. Van het deeg reep
jes snbden. daar rolletjes van maken en deze in
8-vorm leggen. Ze met geklopt el bestrbken en
langzaam op een beboterd blok bruin bakken.
PRACTISCHE WENKEN
Peau de Suède
maakt men schoon met een bserborsteitje of
andere met fbn schuurpapier. Natuurlek moet
men daarbb voorzicntlg te werk gaan en niet
meer achuren dan noodig la.
IJzeren keukenvoorwerperi
dlena men zooveel mogelUk op een droge
plaata te bewaren. Kan dat niet. dan is net
best ze geregeld voor het wegzetten ln ie vet
ten met vaseline of met ongezouten reuzel.
Serviezen met gouden randen
moet men niet afwasschen ln sodawater. Ooic
scherpe zeepsoorten zullen schaden en spoed gj
afslUten der gouden randen tengevolge nebben
Linoleum
dat reeds in de waa gezet ls, kan men daarna
uitstekend opwrbven met papier. Btuin pak
papier of kranten, die geen drukinkt argevua
Beitsvlekken
kan men soms verwbderen met terpentijn of
spiritus. Naspoelen met water waarin wat ossen
(gal.
Afdeelingen van de in 1911 Kon. Goedg.
Vereen, van Modevakscholen in Nederland
INSCHRIJVING VAN LEERLINGEN
Jonge Meisjes die dit Voorjaar de school verlaten, kunnen
ingeschreven worden voor de Ochtend-, Middag-of Avondlessen,
Cursus-, Club- en Privaatlessen, ook voor gehuwde Dames, om alle voor
komende kleeding in het gezin geheel zelfstandig te leeren vervaardigen.
Spreekuren aan de scholen:
In het Westen: SCHIETBAANLAAN 99, Donderdags van 2 tot 4 en van 7 tot 9;
Te JKralingen: ANNASTRAATAvenue Concordia) Dinsdags van 7 tot 8;
Dinsdags van 4 tot 5 en Vrijdags
L.-Maasoever: BEYERLANDSCHELAAN 40,
van 6 tot 7.
Correspondentie-adres: Schietbaanlaan 114.
Telefoon 33739
PROSPECTI OP AANVRAGE
Directrice:
Mevrouw S. A. v. AMIJDE-PORS