Woensdag 18 februari 1931 derde blad pag. 9 TWEEDE KAMER VïrASnct oog amsterdam TEDDY'S KNOOP WERKLOOSHEIDS- EN CRISIS INTERPELLATIES EEN VERGADERING IN DRIE STUKKEN Vergadering van 17 Februari 1931 OVERZICHT Crisis en werkloosheid zijn inderdaad ernstige verschijnselen. Maar of de oplos sing van de daarmee samenhangende vra gen wezenlijk gebaat is, met wat de Tweede Kamer thans te zien geeft, wagen we nog even te^betwijfelen. #Waartoe moe ten de soc.- dem. met zes man aan dit de bat deelnemen, terwijl toch niemand der genen, die na den heer v .d. Tempel het woord hebben gevoerd, wezenlijk iets nieuws brachten. Het was een tot vervelens toe vervallen in herhalingen en vrij nutte- looze breedsprakigheid. En hadden ook de Roomsch-Katholieken niet met minder dan vijf kunnen volstaan? Moest de heer v. Poll de Kamer ophouden met zijn abstrac ties over het privaat bezit, waarvan hij zelf erkende, dat het theorie was, waarover nog wel wat te spreken zou vallen? Was het noodig dit te doen nu geen kip er aan denkt bij dit debat op de naar voren ge brachte beschouwingen in te gaan? Waar om zich niet beperkt tot de beide goede za kelijke redevoeringen, welke verleden week van die zijde over het onderwerp der in terpellatie gehouden ziin? Zeker, men kan met wat goeden wil alles en nog wat een interpellatie als deze ter sprake bren gen. Maar wat nut Geen der onderwerpen komt tot zijn recht en de cardinale kwes tie is er in geen enkel opzicht mee gebaat We zien er niet veel meer in dan noodeloos tijd vermorsen, terwijl ander werk ligt te wach ten- De voorzitter heeft aan het gepraat met eert krachtmiddel een einde willen maken, omdat hij per sé vandaag met de Suri- naamsche begrooting wilde beginnen. Eerst werd de vergadering om half vijf geschorst voor 20 minuten. Daarna werd doorverga derd tot half zeven. Maar na den 21sten spreker wachtten nog twee lange redevoe ringen, terwijl ook de minister van Binnen landsche Zaken wel eenigen tijd noodig zou hebben. Die schorsing was onverwacht, omdat gemeend werd, dat na de onderbreking om half vijf de interpellatie achter elkaar zou worden afgemaakt De spreeklust bleek niet In te toornen en niemand legde zich eenigo beperking op. Gevolg daarvan was de nieuwe schorsing om half zeven, onder mededeeling dat een derde stuk van de vergadering zou worden gemaakt door een avondvergadering, welke te half negen zou aanvangen. Op de perstribune brak bijna een revolutie wit en sprak men leelijke woorden, maar de avondvergadering ging toch door. We gelooven, dat de Kamer en de Ka merfracties goed zullen doen om eens te overwegen of eenige meerdere1 zelfbeper king in gevallen als waarmee we nu te doen hebben, niet aanbevelenswaardig is. Aan een degelijke, ernstige behandeling van zaken behoeft dat geen afbreuk te doen Qnze meening is, dat zulks een goeden in druk zou maken en in ieder geval heel wat beter zou zijn, dan het „leuteren", waarin nu meermalen wordt vervallen. Als b.v. de heer v. Tempel iets goed zegt is het niet noodig, dat nog vijf anderen na hem hetzelfde onderwerp gaan „uitbuiten" De soep wordt dan wel wat al te waterig ook al is men er van op de hoogte, dat niet alle parlementaire bouillon even krachtig pleegt te zijn. 9 Gegeven den aard der gehouden repliek redevoeringen zullen we niet in beschou wingen er over vervallen. We meenen ge voegelijk te kunnen volstaan met het VERSLAG Kamer heeft gisteren de behandeling der crisis, en werkloosheids-Interpellaties van de hoeren v. d- Tempel en de Visser voortgezet Pe Voorzitter meende, dat de behandeling deger Interpellaties moest eindigen. Zoo zich laat aanzien, dat het uur wat vergevorderd aal worden, zou hö voorstellen om half vöf &en oogenbjik te pauzeeren. Daarna was 't woord aan den heer K u p e r a (s-d.) Deze merkte op. dat in Rusland de werkloozen niet geregistreerd of ondersteund worden. Zoodoende weet men het percentage werkloozen op duI te brengen. Hij zette verder de toestanden in Rusland uiteen waar zelfs de Kinderarbeid niet beschermd Is. Uit allerlei modedeolingen in Russische bladen blökt wel. dat de z g- vrtJe arbeiders het er ook niet zoo rooskleurig hebben als de heer De Visser beeft voorgesteld. U|t de vragen, die deze intorpel- lant gesteld heeft, blökt wel. dat hi) van het werkloosheidsvraagstuk niet veel weet. Het stellen' van vragen zön de werkloozen niet gebaat. Daarom is het den communisten ook niet te doen. Intusschon ziin de ultkeeringen veel te laag eö he>t aftrekken van 2/3 der gezinsinkomsten Is zeer onbillijk. Met dit systeem dient dan ook te worden gebroken, want nu zön de in komsten van vele gezinnen veel te laag. Voor de Jonge arbeiders geoft de werkloosheid mo reels achteruitgang en verlies van vakbe kwaamheid. Deze .arbeiders staan aan allerlei gevaren bloot en de criminaliteit is dan ook meer Btögende. Deze personen, die, wonen ze btj bun ouders in, geen ondersteuning krögen 'worden gedreven in de armen dor communis ten of fascisten. Br zijn nog gemeentebesturen in ons land, e voor de werkloozen zoo goed als niets doen. Van de regeering gaat in dezen to wei nig uit. De werkloosheids.verzekering is lang niet voldoende geregeld. In den breede herhaalde de heer Kupers tal ).n wenschen, die feeds eerder door zl)n par- tbgenooten on anderen waren geuit Iets uitvoeriger ging hU in op de verkor, ting van den werktijd als middel tot bestrij ding der werkloosheid. Er wordt te lang ge. werkt iD tal van bedrijven. In leder geval moet de Regeering zich gaan houden aan do 48-urige werkweek. Nog ie het rustig in het land. maar als de overheden hun plicht niet begrijpen, zullen de massa's in verzet komon. De Regeering voor- kome dit door haar maatregelen. Noodig is een andere productle-wöze. MeJ. Groeneweg (S.D.) besprak nog eens de uitsluiting van de vrouwelijks arbeidsters van de steunregeling. Voor haar had speciaal moeten zijn gezorgd. En voorts moet de leer plicht worden uitgebreid en gezorgd voor eer vakonderwijs. De heer Loerakker (R.K.) betoogde, dat ook ln het bloembollenbedrjjf crisiswerkloos heid bestaat en diende een m.otle in, om in overleg met de organisaties een commissie ln te stellen, met het doel om aan de hand van het gevoerde debat, te komon tot een herzie, ning van de steunregeling. Van den heer Schaper (S.D.) werd de klacht vernomen, dat werkloozen reeds bU de werkverschaffing worden geplaatet eer zt) uit getrokken zön. Een bestrijding van den heer de Visser werci geleverd door den heer v. Poll (R.K.) die betoogde, dat ten onzent het Russische produc tie-stelsel zou moeten mislukken ten gevolge van gebrek aan grondstoffen. Aan hot kapltaJistisch productie-stelsel kle ven gebreken. Maar om die weg te nemen is njet noodig het privaat bezit op te heffen. Wel Is noodig het privaat bezit dienstbaar te maken aan het sociaal belang en de scheiding tusschen kapitaal en arbeid te doen verdwij nen. De heer v. Poll erkende, dat dit theoro. tlache beschouwingen waren, die voor dispuut ln aanmerking zouden komen. Practlsch drong hö er op aan. dot verzekering er steeds zon. der schrielheid zouden worden geregeld. Op de versnelde uitvoering van werken van openbaar nut drong de heer de Boer (S.D.) aan. Bllzonder had hU op het oog de Kanalen- plannen. Een steunregeling werd ook voor de blnnenschipperU noodig geacht Over de dwaze fantastische opmerkingen van den heer Kupers over Rusland gaf de heer WJnkoop (Comm.) zön ongenoegen te kennen. Hö citeerde een artikel in „De Ingenieur", waarin de heer Begeman. een in Rusland werkend Ingenieur verklaart, dat in Rusland geen werkloosheid bestaat, omdat er voor ledereen werk is. Daarom kon de steun opgeheven worden, van dwangarbeid is geen sprake. De priesters krögen ook bun rantsoen als ze maar productieven arbeid verrichten. Zoo moest het ln Holland ook zön! Men krögt in Rusland niet te veel. maar in ons land worstelen we met de werkloosheid. De heer Kupers beriep zich op de rede van Troelstra ln 1928 over de werkloosheid. Dat was geen gelukkig moment, merkte de heer Wijnkoop op. want die rede van Troelstra ia aanleiding geworden, dat de werkelök revolu tionairen uit de S.D.A.P. zön gegaan. Zelfs Kautsky kon begröpen. dat zulks gebeurde na die rede. Breed werd weer gesproken over de crisis in het kapitalisme. Het is tot aan den dood toe; alleen moeten de arbeiders het zoo gauw mogelijk doodsteken. Het kapitalisme is een maatechappelöke pest en het spot etgenlük met den nood der werkloozen In Rusland is het daartegenover een heerlökheid. De soc.-dem. moties beteekenen positief min der dan niets en bedoelen het optreden der werkloozen te breken. De arbeiders moeten zelf hun ströd beslissen en het kapitalistische systeem wegwerken en er het socialistische sovjet.systeem voor ln de plaats stellen. De Internationale werkloozen-demonstratles op 25 Febr. in den Haag te houden moet daarom klinken als oen klok. Te half 5 schorste de voorzi tter voor 20 minuten de vergadering. Dc heer Weltkamp (C.H.) stelde de vraag of het nu wel verstandig Is voort te gaan met het droogmaken der Zuiderzee- en een bloeiend bedrüf te vernietigen? Wat doet het N.V.V. met zön veie millloenen? Waarom neemt het niet. In het belang der werk loozen een groote ontginning ter hand? Er werd verder op gewezen, dat allerlei pro ducten door dc distribuanten zeer durur wor den afgeleverd. Toen de boer 1.40 per mud van 70 kg. voor zön aardappelen kreeg, werden ze in Amster dam voor 8 ct. per kilo verkocht Het brood is ln den Haag nog steeds twee maal zoo duur als voor den oorlog. Met deze verschünselen moet men rekening houden. Dr. Kortenhorat (R.K.) was van oor deel. dat het ontbreken van een goede depar tementale Economische organisatie de moeilijk heden voor de Regeering grooter heeft ge. maakt don onvermödelök was. Het apparaat ontbreekt dat de Regeering een overzicht kan geven van de diepte van de crisis en een inzicht in de juiste beströdlngamlddelen. Noodig is. dat aan het internationaal protec tionisme een einde komt. Het Nederlandsche initiatief in dit opzicht werd geprezen Herin nerd werd ook aan het Engeleche ultimatum om algemeen 25 pot. tariefsverlaging te krö gen. Waarom doen wt) niets tegen aparte dum ping? Duitschland geeft voor constructiewerk in 'Nederland geplaatst een soort uitvoer prc- rnle van 30 pet. Moeten we dat maar blöven ondergaan? De vraag moet bekeken of we op ons 8 pet tarief nog niet eenige percenten kunnen op zetten. We blöven dan nog vrijhandelsland, nu overal de tarieven na 1924 zoo sterk zön op. gedreven. Gevraagd werd een rapport ovei de econo- mische voorwaa/üen. waaronder de ?ns ln Iti- dië beconcurreerende buitonlandeche industri eën werken. Ook moet worden bezien hoe de kostprös vui) liet Nodt t la.ndscne product kan worden icrlaagd Di v.i-<t-dlng tusschen groothan- I dels, en klelnhandelsprözen moot eveneens (worden ovei wogen. De Regeering moet zich buiten het loon. I vraagstuk houden, maar ze heeft wel te ma- iken met de prüzen van overheidsartlkelen en -diensten. Onze spoortarleven b.v. zön veel hooger dan elders. Maatregelen werden daarna bepleit om het gebruik van Nederlandsch Fabrikaat te bevor deren. Ook de heer Braat (Plattel.) deed zön licht over het vraagstuk van den dag schönon. Hö vond. dat werklooze meisjes zich konden gaan verhuren alB dienstbode. Dat ia niet ver nederend. Steun aan land- en tulnbauwbcdröven is noodig. Door heffing van invoerrechten kan de tarwocultuur sterk worden uitgebreid. De vervoerkosten van land- en tulnbouw-artike. len moeten lager worden. Dc lasten op de be. drjjvcn moeten verlaagd. ZU belemmeren, vooral ln den winter veel werk. B.v. In de vlasindustrie. Met massa's laten we de Rus sische productie toe en ook die van graan alt Amerika. Zön de millloenen aan de Zui derzee besteed niet verloren? Een bloelende vlsscherö zaj plaats maken voor een kwönen. den landbouw. Loondaling moet er komen. Op het eiland Putten zullen de ioonen der land. arbeiders met ingang van 2 Maart met 5' cent per uur worden verlaagd. De landprüzen zön reeds gedaald met 40 50 pet. Soms zön zo let te verhuren. Moeten, nu de Indexcijfers sterk gedaald zön do loonen van overheidspersoneel ook niet verminderd? De heer Kröger (C.H.) besprak de uit- .oering van waterstaatswerken. Ook daarbü moeten de flnancleele consequenties ernstig wordon overwogen. Dc voorbereiding er van dient voorts met groote zorg te geschieden, wil men geen gevaar loopen voor ongelukken Er Is bij Waterstaat achterstand. maar be denkelijk ware het nu ln overhaasting te ver vallen. Echter werd aangedrongen op uitvoe ring van die waterstaatswerken, waarvan de voorbereiding geheel of nagenoeg geheel ge reed is. Do bruggenbouw zou mieschien kun. nen worden bespoedigd door particuliere bu. reaux te hulp te roepen. De heer Kröger verklaarde ton slotte tegen de onvoorzichtige motie van Dr. Vos te zullen stemmen. varen nog twee sprekers ingeschreven, deelde de voorzitter mede, die gerut- men töd ln beslag zouden nemen. Ook de minister zou wel eqnigen töd noodig hebben. Daarom schorste hö de vergadering tot half 9. DE AVONDVERGADERING De heer H 1 e m s t r a (S:D.A.P.) ondersteun, de den aandrang van den heer Loerakker tot eteun van de landarbeiders en speciaal van de Arbeiders ln de bloembollencultuur. Voorts bepleitte hö verhooging der ultkee ringen en verhooging van de uurloonen bü de werkverschaffing, waarbü te angstvallig wordt vastgehouden aan den norm van 24 cent Gehoopt werd, dat de Minister de werkver schaffing voor de landarbeiders niet te spoe. dig stop zal zetten. De regeering treedt dikwijls loondrukkend op, wanneer gemeenten werken wil uitvoeren waarvoor zü een büdrage van den Staat ont vangen, die dan als voorwaarde stelt de loo nen te bepalen gelök aan die bü de werkver schaffing. Aan het streven der communisten om de werkloozen óp straat te brengen of de te werkgestelden tot staking te brengen doen de soc.-dem. niet mee. De heer Zandt (S. G. P.) was van mee ning dat het hier gaat om den nood van dui zenden en de Regeering is wel verplicht hier de helpende hand te reiken. Hö waardeerde het zuinige beleid van de Regeering maar te genover dezen noodtoestand is het beter niet door te gaan met schulddelging, maar liever geld beschikbaar te stellen voor de leniging van den nood van deze werklooeen. De sociale verzekeringspolitiek der Regee ring is een groote. prlncipieele fout. waarbij de antl-rev. de chr. hist, tegen het echte ant rev. beginsel handelden. In plaats van de ar beiders te helpen, drijft men ze door deze so ciale verzekeringen op den weg dér revolutie. De kosten der verzekeringen drukken zwaar op menig bedrüf en belemmeren zön groei. Daarom drong hö er nog eens op aan bü de Regeering. het hare te doen om die verzeke ringswetten in te trekken. Natuurlök moeten de nooddruftigen worden geholpen; maar dat moet zonder versteening der maatschappö door de steunwetgevlng. Ook 1 kwam de heer Zandt er tegen op, dat men er I op aandringt aan de ondersteuning der arbei- Iders het karakter van barmhartigheid te ont. I nemen. Het Is niet vol te houden, dat de ar beiders uit het bedrüf moeten kunnen leven. Overigens wilde ht wel erkennen dat de Regeering voor een bezoeking staat, waarvan noch de omvang noch de duur thans reeds züu te overziön. Maar zü helpe zooveel mogelijk vooral de gezinnen waar de nood het hoogst is. Daarom kon hö zich niet vereenigen met dn bepaling, dat slechts .één lid van het gezin steun kan genieten. De Jeugdige arbeiders krögen veel te hooge I loonen. Zü leven veel te weelderig en te ver- I kwistend. Tegen een steunregeling, die verschil maakt tusschen georganlseerden en ongeonganiseerden bestaat ernstig bezwaar. Er moet geen gepri- viligeerde stand van georganlseerden komen. Waar nood is, moet worden geholpen naar be- l hoefte. De Regeering houde ook rekening met de gewetensbezwaren tegen de verzekeringen. Uit sluiting der vrouwen en ouderen dan 60 jaar I werd afgekeurd. Ook hier moet als er nood is I worden geholpen. De beste wüze van steunver leenlng la een goede werkverschaffing. De werkgelegenheid dient verruimd te tvorden en 1 als het velschil in prös niet al te groot is moet j de lnlandsche industrie worden bevoorrecht I boven de buitenlandsche. terwöl aan de ln. heemsche [arbeiders de voorkeur moet worden gegeven bbven den buitenlandsche. De Regperlng trede ook krachtig op tegen dumping-politiek van andere landen en be- scherme dén eigen landbouw. Het departement van Waterstaat moet den aanleg van openbare werken doen uitvoeren, speciaal van klinkerwegen en bruggen. De rnotie.Vos heeft veel sympathieks. Iq de motie. Van den Tempel zön punten, die de Instemming van den heer Zandt hebben, doch de motie zelf in haar algemeene strekking achtte hö ver. werpelök. Deze rede lokte den heer BEUMER (a-r.) uit zön tent. Deze merkte op. dat de heer Zandt goed begrepen had. dat zön rede in de Kamer geen goedgunstig oor zou vinden. Hö was buiten de orde toen hö weer een relletje tegen de anti-rev. maakte. Zön betoog sproot voort uit de reinste volksmisleiding of was een uiting van de grootste onkunde op het gebied der sociale wetgeving. Maar waarom sprak hö er dan over De beste redevoeringen zön die, welke niet wordon gehouden! Antwoord van minister Hnys. De Minister van Binnenlandsche Zaken verklaarde dat de Regeering haar program met voortvarendheid zal uitvoeren, al is zü zich bewust, dat allo menschenwerk onvolmaakt ls. De miolster wilde alles, wat in het debat gesleept was en niet bepaald direct met het te behandelen vraagstuk te maken had, ter zöde laten. Het is te hopen dat Nederland op het gebied der handelspolitiek niet gedwongen zal worden om aan internationale bewapening ln plaats van ontwapening mee te doen. Met name moge Duitschland dat verstaan. De Minister scheen in dit opzicht eenlg lichtpunt te zien. Het besteden van de steungelden voor bij slagen ln het belang van productleven arbeid (Bongaerts) is een denkbeeld, dat in Engeland en Duitschland geen succes heeft gehad. Heel het hedröfsleven zou onder Regeerlngscontrole komen, als het met de zilveren koorde aan den Staat gebonden werd. Opvoering van de productie voor een volko men verstoorde markt, zou het werkloosheids^ vraagstuk nog ernstiger maken. Met steun en werkverruiming zal moeten worden voortge gaan. Steun aan den landbouw zal ernstig worden overwogen. ODder steun aan de Industrie vet. staat de minister ook het bevorderen van het Növerhetdsonderwös. j Wat de locomotievenkwestle betreft, moet in [de houding van Werkspoor de oorzaak gezocht i worden van het opdragen van het maken van 12 locomotieven aan de Duitsche Industrie. Die houding verhinderde ook de Regeering lets in dé kwestie te doen. De vrachttarieven der spoorwegen worden door de commlesie-de Vries onderzocht. Spoorwegelectrificatie biedt betrekkelijk wel. nlg werkgelegenheid. En het Is bovendien de vraag of daarmee moet worden voortgegaan, zulke met het oog op de hoogere exploitatie, kosten. Krachtiger aanvatten van openbare werken ia gevraagd. Maar er wordt reeds hard gewerkt door Waterstaat. Er zön voor dit doel vele millloenen uitgetrokken. Er is in uitvoering of zal spoedig in uitvoering komen voor meer dan 50 millloen en voor de Zuiderzeewerken is nog 44 millioen beschikbaar. De motle-Dr. Vos ls dus niet noodig. Versnelling van het tempo is niet mogelök en ook ongewenscht. Uitvoering van bruggenbouw door particulie ren zal de minister doen onderzoeken. Bü den bouw van arbeiderswoningen kan de Regeering zich niet laten leiden door de ge dachte van werkverruiming. De zaak heeft echter haar aandacht. Gaan WÖ buitenlandsche arbeiders weren, dan kan onzen arbeiders ln het buitenland hetzelfde overkomen. Het cüfer van 200.000 werkloozen acht de Regeering iets aan den hoogen kant. Ton aanzien van de werkloosheidsverzekering meende de minister veel waardeering uit de debatten te ltunnen afleiden. De kosten van de getroffen regeling zullen zeker 4 millloen bedragen. In de regeling wordt het verzekeringskarak. ter hoog gehouden. Voor de extra-ultkeoring moeten Regeering en kaasen samen zorgen. De vraag van den lieer Schaper zal nader worden onderzocht Het karakter van crisisregeling moet worden gehandhaafd. Indien ergens crisis aanwijsbaar is, kan men onder de regeling komen. Ook voor het later llquldeeren der regeling moet de Re. geering verschil kunnen maken. Voor het bollenbedröf is de uitzondering thans opgeheven, ook voor de fabrieksarbeiders en de transportarbeiders. De toepassing der regeling is büna algemeen. De ingediende mo tie zal de Regeering niet van gedachten doen veranderen. Niet is aangetoond, dat in het bouw vak crisis heerecht. Maar de cüfers loopen op en het ls zeer wel mogelök, dat daar sp.>c-dig tot crisiswerkloosheid moet worden besloten. Met een Crisisfonds zouden we beter zön toegerust voor dezen moeilüken töd. Maar bet punt is ln onderzoek. Het systeem zou specifieke rechten in. dezen mulaisetnd niet aanbevelenswaardig. «3i Onze textiel-industrle verliest in Indié it-r- reln. Maar het is niet voldoende gegioiio tin te beweren, dat zulks een gevalg Is van on voldoende outillage. De lagè productiekosten van Japan zön een der groote oorzaken. An. dere landen liggen weer gunstiger. Dan speelt ook de bewerking van de markt een rol. De steunregeling draagt niet het karakter van bedeeling. gelijk de heeren Smeenk en Snoeck Henkemans en v. d. Meys hebben aan. getoond. Bü aanvragen voor steunverleenlng door gemeenten zullen de grenzen ruim worden getrokken. Machtiging tot steunverleenlng aan vrouwen blijft mogelijk. In de steunregeling voor kost gangers kan geen wöziging worthün gebracht. In bepaalde gevallen zal geen steun mogen worden verleend. Zoo noodig zullen ook oude ren dan 60 jaar steun kunnen ontvangen De onderhoudsplicht rust ln de eerste plaats op het gezin. Een derde van de inkomsten wordt nog vrügelaten. Verder kan de minister niet gaan- Steun aan meer dan één lid van een gezin, ware In ströd met de gedachte waarvan wordt uitgegaan. Ter tegemoetkoming aan groote gezinnen van meer dan 6 personen wordt het steunpercenta^e uit art. 8 der regeling opgevoerd tot 70 en b5 pCL van het loon. De contactcommissie wen schen sommigen te zien uitgebreid. Voor het oogenblik heeft de minister daaraan geen be hoefte. Laten we eens afwachten; blüKt uiu breidlng noodig, dan zal dat geschieden. De minister liet ln het midden of de motie I van den heer Loerakker nog reden van bestaan 1 had. De werktüd van het P.T.T.-personeel vol. i doet aan redelüke elschen. Er behoeft niet I beneden te worden gegaan door meer personeel aan te stellen. Het gemiddelde der loonen ln I de werkverschaffing is niet 24 cent, maar het 1 loopt van 27—30 cent. Aan de voorbereiding van verschillende ontwateringsplannen wordt gewerkt; ook beboaschlng heeft de noodlge aan ^De^Regeering 1b bezield door een geest van samenwerking met gemeenten, die steun voor werkverschaffing komen vragen. 's Ministers rede bad büna 2 uren gebuurd. Na hem tripliceerden de belde lntarpellanten nog ieder 10 minuten. Ze vulden den avond "De^heer w d.^TEMPEL (s.d.) handhaafde zön beide moties, maar formuleerde het punt over een steun aan gemeenten voor haar Ult keeringen van ten minste 50 afzonderlök. De beraadslagingen werden gesloten en de stemming over de moties werd bepaald op heden bö den aanvang der vergadering. To 0.10 werd de vergadering gesloten. wat Wils. EEN DUEL, DAT NIET DOORGING DE GASPENNING. We komen in Amsterdam wel eens achter aan. al stemmen wij dit niet graag toe. Sedert 1921 sukkelen wij met onze gas meters. Misschien is het juister te zeggen met onze gaspenningen. Die zijn wel goed, maar kunnen worden vervangen door een 2i/o ets. stukken. En dat geeft allerlei ellende want dan moet bij openen van de Meter bij gepast worden, en dikwijls is er niet Soms moest dail de toevoer worden afge sneden en meermalen gaf het ellende tus schen de opnemer die zijn plicht moest doen en de verbruiker, die om wat reden dan ook zijn plicht niet had gedaau. Nu gaan B. en W. probeeren het euvel weg te nemen. Men wil nieuwe penningen laten maken en verandering brengen in de muntgleuf van de meter, zoodat alleen de officieele gaspenning kan worden gebruikt Naar wij meenen wordt nu hetzelfde systeem toegepast dat in Rotterdam bestaat. Behalve dat ons dit van veel ellende af helpen zal, zit hier een element van werk verschaffing in. Kan het er althans inzitten als men de veranderingen in de Meters door Amsterdamsche werkloozen, er zijn toch ook bekwame Metaalbewerkers genoeg onder, laat aanbrengen. Men zal dan het eenvoudigst doen dit werk over een aantal ondernemers tè verdoelen en te accordeeren dat zooveel mogelijk werk loozen moeten worden aangesteld. Dat behoeft het werk niet duurder te ma ken en het zal licht ten goede komen aan den dienst van Maatschappelijk Steun, daar gelaten nog dat het ook juister m \hode is, arbeid te verstrekken instede van steun. Een onzer bekende staatslieden moet eens f het streven naar vrede tusschen de volken door middel van het recht vergeleken heb ben met de geschiedenis van het tweege vecht Het is een bewijs van zedelijken voor uitgang zoo luidde ongeveer het betoog wanneer twee partijen bij het uitbreken van een conflict niet meer naar pistool of degen grijpen, om hun geschil te beslechten, maar z-icn tot den bevoegden rechter weaüen om zich aan diens uitspraak te onderwerpen. Zoo zal het, hopen we, ook eenmaal tusschen j de volken gaan. Geen wapengeweld zal een geschil tusscuen twee volken beslechten, doch de uitspraak van hoogstaande en be voegde rechtskundigen. Wie zou niet hopen, dat onze staatsman gelijk krijgt en binnen afzienbaren tijd die ideale toestand kon intreden. Er zal echter eerst nog wel een en ander in de begrippen van „nationale eer" en dergelijke moeten ge wijzigd worden, eer algemeen het beginsel „vrede door recht" zal worden aanvaard. Doch dan is er hoopl Want ook ten opzichte van het duel heeft het zeer lang geduurd, vóórdat er een- kentering in de geesten kwam. Weiten en koninklijke besluiten ver mochten niets, zoolang de algemeene opinie vasthield aan het denkbeeld, dat gekrenkte eer slechts door bloed gewroken kon wor den. In Frankrijk vooral heeft het. duel zich lang, ondanks koninklijke verboden, gehand haafd. Om de nietigste aanleiding trok men van leer en vloeide er bloed. Totdat Riche lieu, onder Lodewijk XIII, besloot een af schrikwekkend voorbeeld te stellen. Graaf Frans van Montmorency, of van Bouteville, had geduelleerd met den markies van Beu- cron, en graaf Rosmadec des Chapelles was zijn getuige geweest, Richelieu liet eerst- en laatstgenoemde in hechtenis nemen, en alle pogingen van de beide voorname families waren niet in staat genade voor hen te ver werven. Den 21en Juni werd de veroordeeling uit gesproken en den 22eu Juni 1Ü27 werd het reeds voltrokken. Toen de noodige militaire ordemaatrege len genomen waren, gingen graaf Frans de Montmoreney en graaf Rosmadec des Cha pelles de poorl der Congi erger ie v( gevange nis) uiet en beklommen een kar. Op het Grè- ve-plein aangekomen reed de kar tot aan het schavot, waaromheen de militaire wach ten gesohaard stonden. Montmoreney klom het eerst naar boven. Hij scheen tot waar berouw en onderwerping aan zijn lot geko men te zijn. De strafoefening zelf duurde niet lang en heeft grooter indruk gemaakt, dan alle edic ten tot hiertoe hadden gedaan. Maar de heilzame invloed duurde niet lang en na den dood van Lodewijk XIII, gedurende de min derjarigheid van Lodewijk XIV werd er .weer heel wat bloed vergoten. De „Zonneko ning" zelf vaardigde ook een aantal beslui ten tegen het tweegevecht uit, maar niette min vond er nog menige ontmoeting plaats. Een der merkwaardigste is wel de volgende: Bij het beleg van Puycerda werd den mar kies van Rinvarnlles een been afgeschoten. Hij werd naar Toulouse vervoerd voor zijn genezing en ontving daar dagelijks bezoek van vrienden, die hem kwamen troosten. Nu had Rivarolles een groot gebrek: hij sprak graag kwaad en stelde verschillende personen, die hij in het leger gekend had, in een bespottelijk daglicht Daaronder be hoorde ook een man van rang en aanzien. Mail Ion genaamd, wien dat alles ter oore kwam. In woede en drift begaf hij zich naar Toulouse en zond Rivarolles een uitdaging. Deze antwoordde den getuige, die hem uitdaging overbracht, dat hij er naar ver langde Maillon voldoening te gevem. „Doch u ziet dan ik ziek ben, verplicht het bed te houden en bijgevolg niet kan uitgaan. Ver zoek mijnheer Maillon tot morgen te wach ten, dan zal ik hem nader mijn besluit la ten weten". Maillon nam met dit antwoord genoegen, hoe ongeduldig hij ook was. Den volgenden morgen werd hij zeer vroeg door zijn bedienden gewekt, die hem mee deelden, dat er iemand van den markies de Rivarolles was, om hem te spreken. Maillon liet hem binnenkomen 'en bleef met hem alleen. De bezoeker kwam niet, zooals Maillon verwacht had, naar zijn bed .maar bleef bij de tafel staan, waar hij een aantal voorwer pen op deponeerde, die hij onder zijn mantel verborgen had gehouden. Maillon richtte zich in zijn bed op. opende de gordijnen en was ten zeerste verbaasd toen hij zag, dat er op de tafel een heele.chirurgijnswinkel wa» uitgestald. „Mijnheer!" zei hij, „u vergist zich onge twijfeld. Wij hebben niets met elkaar ie maken. U hebt u verkeerd uitgedrukt of mijn personeel heeft u verkeerd begrepen; u is toch niet gezonden door den markies d« Rivarolles!" Maar de vreemdeling antwoordde: „Inte gendeel, ik ben hier juist waar ik wezen moet „Zeg mij dan, als ik u verzoeken mag, waartoe al die werktuigen moeten die nen". „Wel. mijnheer, om u een been af te zetten". Maillon zag den man verwonderd aan en riep wóeciiend: „Durft u den spot met mij drijven?" „Daar denk ik in de vetste verte niet aan", zei de chirurgijn. „U wilt met den markies de Rivarolles vechten, hij heeft een been verloren en is van gedachten, dat uwe rid derlijkheid u zal verbieden gebruik te maken van het voordeel, dat het bezit van Uw beide beenen u verleent, en dat, om die kansen van het gevecht gelijk te maken, u er gaarne in zult toestemmen, dat ik er u een afzei". Maillon voelde grooten lust op te staan en den chirurgijn eens gevoelig de les te lezen. Hij begreep echter, dat hij dan nog meer in het ootje zou worden genomen dan nu reeds geducht moest worden door zijn uitdaging aan een eenbeenige. Dan zou hij zeker ie lachers; niet op zijn hand hebben! Daarom besloot hij na kort beraad, den chirurgijn te verzoeken zijn boeltje maar weer in ta pakken en te verdwijnen. Dit duel althans ging niet door. Maar'daarmede was hot tweegevecht $elf de wereld nog niet uiL Dat heeft nog lang geduurd. Maar het ls gekomen. Zal het zoo ook met de volken gaan? i-product Vraagt Ml Uw mt>«anraafc— NIEUWE AVONTUREN VAN MIJNHEER PIMPELMANS Zoo komt het „sleepje" op. het enti In Lutjebroek, en weldra rent Heel de bevolking als één man Luid schreeuwende er achter an; Kortom, de dorpsche rust is zoek In 't wijdvermaarde Lutjebroek. Maar ach, het touw, o ongeluk! Breekt bovenaan do helling stuk; Heer Pimpeknans rijdit vliegensvlug Weer met dezelfde vaart terug! Vlucht, Lutjebrovkers! Rechts omkeert! Toont, dat je loopen hebt geleend! (Wordt Vrijdag vervolgd.) FEUILLETON door AMY LE FEUVRE. (10 Op dat oogenblik zag hij een 6oHdaat met een groote snor die al grijs begon te wor den, op zich. ai komen, en vol verrukking vroeg hij: „Ie u pochhans?" „Ja, zoo word ik genoemd." De man zag er verre van opgewekt uit, en bij scheen het mikpunt van zijn kame roden te zijn; want hij werd begroet met zoo'n stortvloed van spottende opmerkin gen, dat Teddy geheel verbijsterd van den een naar den ander keek. „Wil je niet met me meegaan en zien, waar ik woon?" vroeg het kind zachtjes. „KorporaaJ Saxby dacht, dat je er wel lust an zou hebben." Het gelaat van den mam verhelderde. „Daar heb ik wel zin in, als het niet al te ver is. want mijn beenen zijn zoo stijf en pij nil ijk, dat ik haast niet meer voort ban." „Het is niet heel ver," en toen ze samen opliepen, stak Teddy zijn kleine hand iai die van den 6oldaat en vervolgde: „Weel je, dat we vanavond in ons schoollokaal een groote theevisite voor jullie hebben?" „Ja, ik weet het De dominee is strak6 bij ons geweest met kaartjes, waarop staat, dat we uitgenoodigd worden, om daar straks heen te gaan. Hier in bet dorp is toch niets te zien. en we zijn allemaal veel te möe, om naar de 6tad te gaan. Ik denk dus, dat er aarcbg wat present zullen we zen-" „De korporaal heeft een paar dagen ge leden bij on6 thee gedronken. Hij is een vriend van je; is het niet?" „De beste vriend, dien ik heb," was het antwoord. „Er zijn er maar weinig, zoo ais hij is in ons leger. Tegen een die ons -at vooruit wil helpen, zijn er tien, die probeeren, ons omlaag te balen." „Ik geloof," zei Ted'dy, „dat het leger van den koning niét zoo prettig is. als het le ger, waartoe ik behoor. HeJpt jullie kapi tein je, als je in moeilijkheid bent?" „Je, dan zet hij ons in het caohoL" Teddy wi6t niet, wat dat was, maar toen hij de uitlegging gehoord had, zei hij: „Nu, mijn Kapitein hdl.pt mij altijd. Dominee Upton zegt, dat als ik stout geweest en door den vijand verslagen ben, ik tot mijn Kapitein moet roepen en dat Hij dan dade lijk komt, om mij te helpen." „Dan geloof ik, dat ik al meer van dden Kapdtein vain jou gehoord heb; Söxby heeft het altijd over Hem, maar ik 'begrijp niet veel van wat hij zegt, en nu we bijna eiken dag Ingekwartierd worden in een herberg, ben ik bang, dat ik neit lang meer afschaf fer zal zijn." „En zou je denken, dat mijn Kapitein je niet kon helpen?" „Ik heb nooit veel aan bidden gedaan-" „Ik wou, dat je maar eens met onzen dominee kon praten. Eten poosje geleden heeft hij mij ook geraden, om in den döenst van den Heer over te gaan en ik ben veel, veel gelukkiger na dien tijd-" Zij liepen op dat oogenblik dwans door het veld, dat naar de boerderij leidde, en toen zij bij het klaphek kwamen, bleef de soldaat 6taa-n. Hij keek den kleinen jongen rceJit in het gelaat en zei: „Ik heb geen lust er met een dominee of wie ook over te praten, behalve met jou. Je herinnert aan een klein broertje van mij, dat tien jaar geleden gestorven is. „Tim," zei hij. even voor hij heenging, „Tim, zul je mij in den Hemel ontmoeten?" Hij wa6 de eenige, van wien ik ooit gehouden heb, en toen ik hem verloor, kon mij niets meer schelen." Zijn oogen zagen vochtig van aandoening en Teddy keek hem enkele minuten ver baasd en vol medelijden aan. Toen zei hij: „Luister, pochhans, weet je, wat dominee Upton tegen mij gezegd heeft? Hij vertelde mij, dat de Heer in mijn plaats gestorven was, dat Hij mijn zonden gedragen had en vroeg, of ik het niet bil lijk rond, dat ik Hem nu dienen zou, nu ik wist, dat Hij mij zoo lief had gehad. Jij weet toch ook, dat Hij je liefheeft, is het niet?" „Ja, dat heeft Saxby ook tegen me ge zegd, maar het maakt niets geen verschil." „Bij nxij maakte het ook eerst geen ver schil," ging de kleine jongen voort, „maar toen ben ik tot God gegaan en heb dienet genomen. Ik heb het heel alleen gedaan in het bosoh. Doe jij dat ook, zeg aan God, dat je Hem dienen wil, en dan neemt Hij je aan en bewaart je ook voor kwaad doen „Ik ben veel te slecht geweest. Het houdt mij '6 nachts soms wakker, als ik er aan denk." „Maar zou God het je niet willen verge ven, als je het Hem vraag? „Saxby zegt van ja; maar ik weet het niet. De zaak is. een soldaat kan geen christen zijn." „Ik geloof niet, dat jij graag een krijgs knecht van God wil wezen," zei Teddy op i teleurgestelden toon. „Je zoekt je d'r al door maar ai te maken." Er volgde een stilte; toen slaakte Tim Stokes een diepen zucht „Ik ga niet verder met je mee, kereltje," zei hij. „Ik ben vandaag niet in de stem ming, om op visite te gaan; maar ik kom vanavond wel in het schoollokaal." „Och, pochhans, ga toóh mee!" en Ted dy's oogen vulden zich met tranen. „Je hebt het mij beloofd. Ik wou zoo graag, dat je moeder en grootmoeder eens zag!" Maar Tim keerde zich om en liep weg. Hij voelde een prop in zijn keel, maar Ted dy had niet de minste gedachte van den hevigen strijd, die in zijn borst woedde- De woorden van het kind hadden vele herin neringen bij hem opgewekt, en zijn twee strijd was groot „Hij gelooft niet, dat ik het wel zou wil len zijn, omdat ik 6teeds uitvluchten zoek," mompelde de arme man. „Dat is ook wel waar, maar ik wou toch wel graag anders wezen. Ik zou mijn rechterhand, geloof ik, wel willen afhakken, als ik maar zijn kon, zooals Saxby. Ik kan den sta.p maar niet doen. dat is het." Ln tusschen ging Teddy met een treurig gezichtje naar binnen, om aan zijn moeder te vertellen, dat hij Tim Stokes niet mee had kunnen krijgen. .^Hij was hier al bijna, moeder," zei hij. „Net aan den anderen kant van de heg keerde hij om." HOOFDSTUK VII Verhoogd en terneder gebogen Het was een gezellige, opgewekte samen komst een paar uur later. Dominee Upton had geen moeite gespaard en was zelfs rondgegaan bij de verschillende herbergen in de buurt, waar ook soldaten ingekwar tierd waren, om ook daar kaarten af te ge ven, zoodat er nog over de veertig soldaten bij elkaar waren. Teddy's moeder en nog twee buurvrou wen schonken thee en koffie, terwijl Ted dy en Nancy en nog een paar kinderen al6 een groote gunst de gasten modhten helpen bedienen. De lange tafelö waren met bloemen ver sierd, en de goede gaven, die er op ston den, ontvimcen alle eer De soldaten ver werkten alles, verwonderlijk vlug. Tegen he eind van den maaltijd traden verschei dene dames naar voren en zongen voor de genoodigden. Daarop zei kolonel Graham op hartelij- ken toon: „Voor wij dominee Upton het woord ge ven, zou ik je wel even willen vertellen, hoe blij lk bén jullie allen weer eens te zien. Ik ken jullie regiment goed, wnnt mijn eigen regiment, het tiende van de hu zaren, heeft gelijk met dat ven jullie tien jaar geleden in Colchester gelegen. Ik ben vereekerd, dat je allen genoten hebt van je thee, maar jullie weten misschien niet, wie het feest het eerst heeft voorgesteld. We mogen inderdaad dominee Upton be danken voor ail zijn zorg en bemoeienis in deze, en ook de dames, die door haar zin gen den avond nog meer hebben opgeluis terd; maar hier is ook nog een kleine vent, die het feest heeft voorgesteld." Tót Teddy's groote verbazing tilde de ko lonel hem op en zette hem op de verboo ging, die zij te voren aangebracht hadden. Terwijl hij daar stond, viel het licht op zijn goudblonde krullen en in zijn blauwe oogen. Hij had een kleur_van_opgewondon- heid, maar hij hield zich dapper, en keek met opgeheven hoofd de menigte aan. „Hij kan beter het woord tol jullie voe ren dan ik," voegde de kolonel er met een glimlach aan toe; „want ik ben geen rede naar. Ik ben maar een oud-soldaat; hij ver heugt zich er echter al op, dat hij ook eens, de soldaten jas zal aanhebben. Ik hoop, dat hij een even dapper soldaat zal zijn als zijn vader Nu, Teddy," eindigde hij zijn toe spraak, „wat heb je hun te vertellen?" „Het zal zijn hoofd nog heele-maa! op hol brengen," dacht zijn moeder bij zichzelf: maar haar hart zwol op van trots, toen tuj met heldere stem riep: „Ik was het niet, die het eerst aan 1e theevisite gedacht heb, het was korporaal Saxby (luide bijval). Ik heb jullie ni-ets te vertellen, behalve als jullie vaders geschie denis willen hooren. Ik heb haar al een keer verteld vandaag, maar jullie waren er toen niet allemaal bij. Mag ik, meneer?" „Zeker," was het lachende antwoord ven den kolonel. Teddy had nog nooit zoo'n groot gehoor gehad, maar hij was niet in het minst ver legen. Hij streek met zijn hand over zijn knoop en begon zijn verhaal op de hem eien onstuimige wijze. Zijn verlangen, dat 2ij de daad van zijn vader hoog "zouden achten, belette hem, om ook maar eenigs- zins zelfbewust te zijn. De dames waren verrukt over hom en aangedaan, en zijn moeder pinkte een traan weg. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9