Woensdag 18 februari 1931
derde blad pag. 9
TWEEDE KAMER
VïrASnct
oog
amsterdam
TEDDY'S KNOOP
WERKLOOSHEIDS- EN CRISIS
INTERPELLATIES
EEN VERGADERING IN DRIE
STUKKEN
Vergadering van 17 Februari 1931
OVERZICHT
Crisis en werkloosheid zijn inderdaad
ernstige verschijnselen. Maar of de oplos
sing van de daarmee samenhangende vra
gen wezenlijk gebaat is, met wat de
Tweede Kamer thans te zien geeft, wagen
we nog even te^betwijfelen. #Waartoe moe
ten de soc.- dem. met zes man aan dit de
bat deelnemen, terwijl toch niemand der
genen, die na den heer v .d. Tempel het
woord hebben gevoerd, wezenlijk iets
nieuws brachten. Het was een tot vervelens
toe vervallen in herhalingen en vrij nutte-
looze breedsprakigheid. En hadden ook de
Roomsch-Katholieken niet met minder dan
vijf kunnen volstaan? Moest de heer v.
Poll de Kamer ophouden met zijn abstrac
ties over het privaat bezit, waarvan hij zelf
erkende, dat het theorie was, waarover
nog wel wat te spreken zou vallen? Was
het noodig dit te doen nu geen kip er aan
denkt bij dit debat op de naar voren ge
brachte beschouwingen in te gaan? Waar
om zich niet beperkt tot de beide goede za
kelijke redevoeringen, welke verleden week
van die zijde over het onderwerp der in
terpellatie gehouden ziin? Zeker, men kan
met wat goeden wil alles en nog wat
een interpellatie als deze ter sprake bren
gen. Maar wat nut Geen der onderwerpen
komt tot zijn recht en de cardinale kwes
tie is er in geen enkel opzicht mee gebaat
We zien er niet veel meer in dan noodeloos
tijd vermorsen, terwijl ander werk ligt te
wach ten-
De voorzitter heeft aan het gepraat met
eert krachtmiddel een einde willen maken,
omdat hij per sé vandaag met de Suri-
naamsche begrooting wilde beginnen. Eerst
werd de vergadering om half vijf geschorst
voor 20 minuten. Daarna werd doorverga
derd tot half zeven. Maar na den 21sten
spreker wachtten nog twee lange redevoe
ringen, terwijl ook de minister van Binnen
landsche Zaken wel eenigen tijd noodig
zou hebben.
Die schorsing was onverwacht, omdat
gemeend werd, dat na de onderbreking om
half vijf de interpellatie achter elkaar zou
worden afgemaakt De spreeklust bleek
niet In te toornen en niemand legde zich
eenigo beperking op. Gevolg daarvan was
de nieuwe schorsing om half zeven, onder
mededeeling dat een derde stuk van de
vergadering zou worden gemaakt door een
avondvergadering, welke te half negen zou
aanvangen.
Op de perstribune brak bijna een revolutie
wit en sprak men leelijke woorden, maar de
avondvergadering ging toch door.
We gelooven, dat de Kamer en de Ka
merfracties goed zullen doen om eens te
overwegen of eenige meerdere1 zelfbeper
king in gevallen als waarmee we nu te
doen hebben, niet aanbevelenswaardig is.
Aan een degelijke, ernstige behandeling
van zaken behoeft dat geen afbreuk te doen
Qnze meening is, dat zulks een goeden in
druk zou maken en in ieder geval heel
wat beter zou zijn, dan het „leuteren",
waarin nu meermalen wordt vervallen.
Als b.v. de heer v. Tempel iets goed zegt
is het niet noodig, dat nog vijf anderen na
hem hetzelfde onderwerp gaan „uitbuiten"
De soep wordt dan wel wat al te waterig
ook al is men er van op de hoogte, dat niet
alle parlementaire bouillon even krachtig
pleegt te zijn. 9
Gegeven den aard der gehouden repliek
redevoeringen zullen we niet in beschou
wingen er over vervallen. We meenen ge
voegelijk te kunnen volstaan met het
VERSLAG
Kamer heeft gisteren de behandeling der
crisis, en werkloosheids-Interpellaties van de
hoeren v. d- Tempel en de Visser voortgezet
Pe Voorzitter meende, dat de behandeling
deger Interpellaties moest eindigen. Zoo zich
laat aanzien, dat het uur wat vergevorderd
aal worden, zou hö voorstellen om half vöf
&en oogenbjik te pauzeeren.
Daarna was 't woord aan den heer K u p e r a
(s-d.) Deze merkte op. dat in Rusland de
werkloozen niet geregistreerd of ondersteund
worden. Zoodoende weet men het percentage
werkloozen op duI te brengen. Hij zette verder
de toestanden in Rusland uiteen waar zelfs
de Kinderarbeid niet beschermd Is. Uit allerlei
modedeolingen in Russische bladen blökt wel.
dat de z g- vrtJe arbeiders het er ook niet zoo
rooskleurig hebben als de heer De Visser beeft
voorgesteld. U|t de vragen, die deze intorpel-
lant gesteld heeft, blökt wel. dat hi) van het
werkloosheidsvraagstuk niet veel weet. Het
stellen' van vragen zön de werkloozen niet
gebaat. Daarom is het den communisten ook
niet te doen.
Intusschon ziin de ultkeeringen veel te laag
eö he>t aftrekken van 2/3 der gezinsinkomsten
Is zeer onbillijk. Met dit systeem dient dan
ook te worden gebroken, want nu zön de in
komsten van vele gezinnen veel te laag. Voor
de Jonge arbeiders geoft de werkloosheid mo
reels achteruitgang en verlies van vakbe
kwaamheid. Deze .arbeiders staan aan allerlei
gevaren bloot en de criminaliteit is dan ook
meer Btögende. Deze personen, die, wonen ze
btj bun ouders in, geen ondersteuning krögen
'worden gedreven in de armen dor communis
ten of fascisten.
Br zijn nog gemeentebesturen in ons land,
e voor de werkloozen zoo goed als niets
doen. Van de regeering gaat in dezen to wei
nig uit. De werkloosheids.verzekering is lang
niet voldoende geregeld.
In den breede herhaalde de heer Kupers tal
).n wenschen, die feeds eerder door zl)n par-
tbgenooten on anderen waren geuit
Iets uitvoeriger ging hU in op de verkor,
ting van den werktijd als middel tot bestrij
ding der werkloosheid. Er wordt te lang ge.
werkt iD tal van bedrijven. In leder geval
moet de Regeering zich gaan houden aan do
48-urige werkweek.
Nog ie het rustig in het land. maar als de
overheden hun plicht niet begrijpen, zullen de
massa's in verzet komon. De Regeering voor-
kome dit door haar maatregelen. Noodig is
een andere productle-wöze.
MeJ. Groeneweg (S.D.) besprak nog eens
de uitsluiting van de vrouwelijks arbeidsters
van de steunregeling. Voor haar had speciaal
moeten zijn gezorgd. En voorts moet de leer
plicht worden uitgebreid en gezorgd voor
eer vakonderwijs.
De heer Loerakker (R.K.) betoogde, dat
ook ln het bloembollenbedrjjf crisiswerkloos
heid bestaat en diende een m.otle in, om in
overleg met de organisaties een commissie ln
te stellen, met het doel om aan de hand van
het gevoerde debat, te komon tot een herzie,
ning van de steunregeling.
Van den heer Schaper (S.D.) werd de
klacht vernomen, dat werkloozen reeds bU de
werkverschaffing worden geplaatet eer zt) uit
getrokken zön.
Een bestrijding van den heer de Visser werci
geleverd door den heer v. Poll (R.K.) die
betoogde, dat ten onzent het Russische produc
tie-stelsel zou moeten mislukken ten gevolge
van gebrek aan grondstoffen.
Aan hot kapltaJistisch productie-stelsel kle
ven gebreken. Maar om die weg te nemen is
njet noodig het privaat bezit op te heffen.
Wel Is noodig het privaat bezit dienstbaar te
maken aan het sociaal belang en de scheiding
tusschen kapitaal en arbeid te doen verdwij
nen. De heer v. Poll erkende, dat dit theoro.
tlache beschouwingen waren, die voor dispuut
ln aanmerking zouden komen. Practlsch drong
hö er op aan. dot verzekering er steeds zon.
der schrielheid zouden worden geregeld.
Op de versnelde uitvoering van werken van
openbaar nut drong de heer de Boer (S.D.)
aan. Bllzonder had hU op het oog de Kanalen-
plannen. Een steunregeling werd ook voor de
blnnenschipperU noodig geacht
Over de dwaze fantastische opmerkingen
van den heer Kupers over Rusland gaf de
heer WJnkoop (Comm.) zön ongenoegen
te kennen. Hö citeerde een artikel in „De
Ingenieur", waarin de heer Begeman. een in
Rusland werkend Ingenieur verklaart, dat in
Rusland geen werkloosheid bestaat, omdat er
voor ledereen werk is. Daarom kon de steun
opgeheven worden, van dwangarbeid is geen
sprake. De priesters krögen ook bun rantsoen
als ze maar productieven arbeid verrichten.
Zoo moest het ln Holland ook zön! Men krögt
in Rusland niet te veel. maar in ons land
worstelen we met de werkloosheid.
De heer Kupers beriep zich op de rede van
Troelstra ln 1928 over de werkloosheid. Dat
was geen gelukkig moment, merkte de heer
Wijnkoop op. want die rede van Troelstra ia
aanleiding geworden, dat de werkelök revolu
tionairen uit de S.D.A.P. zön gegaan. Zelfs
Kautsky kon begröpen. dat zulks gebeurde na
die rede.
Breed werd weer gesproken over de crisis
in het kapitalisme. Het is tot aan den dood
toe; alleen moeten de arbeiders het zoo gauw
mogelijk doodsteken. Het kapitalisme is een
maatechappelöke pest en het spot etgenlük
met den nood der werkloozen In Rusland is
het daartegenover een heerlökheid.
De soc.-dem. moties beteekenen positief min
der dan niets en bedoelen het optreden der
werkloozen te breken. De arbeiders moeten
zelf hun ströd beslissen en het kapitalistische
systeem wegwerken en er het socialistische
sovjet.systeem voor ln de plaats stellen. De
Internationale werkloozen-demonstratles op 25
Febr. in den Haag te houden moet daarom
klinken als oen klok.
Te half 5 schorste de voorzi tter voor
20 minuten de vergadering.
Dc heer Weltkamp (C.H.) stelde de
vraag of het nu wel verstandig Is voort te
gaan met het droogmaken der Zuiderzee- en
een bloeiend bedrüf te vernietigen?
Wat doet het N.V.V. met zön veie millloenen?
Waarom neemt het niet. In het belang der werk
loozen een groote ontginning ter hand?
Er werd verder op gewezen, dat allerlei pro
ducten door dc distribuanten zeer durur wor
den afgeleverd.
Toen de boer 1.40 per mud van 70 kg. voor
zön aardappelen kreeg, werden ze in Amster
dam voor 8 ct. per kilo verkocht Het brood is
ln den Haag nog steeds twee maal zoo duur
als voor den oorlog. Met deze verschünselen
moet men rekening houden.
Dr. Kortenhorat (R.K.) was van oor
deel. dat het ontbreken van een goede depar
tementale Economische organisatie de moeilijk
heden voor de Regeering grooter heeft ge.
maakt don onvermödelök was. Het apparaat
ontbreekt dat de Regeering een overzicht
kan geven van de diepte van de crisis en een
inzicht in de juiste beströdlngamlddelen.
Noodig is. dat aan het internationaal protec
tionisme een einde komt. Het Nederlandsche
initiatief in dit opzicht werd geprezen Herin
nerd werd ook aan het Engeleche ultimatum
om algemeen 25 pot. tariefsverlaging te krö
gen. Waarom doen wt) niets tegen aparte dum
ping? Duitschland geeft voor constructiewerk
in 'Nederland geplaatst een soort uitvoer prc-
rnle van 30 pet. Moeten we dat maar blöven
ondergaan?
De vraag moet bekeken of we op ons 8 pet
tarief nog niet eenige percenten kunnen op
zetten. We blöven dan nog vrijhandelsland, nu
overal de tarieven na 1924 zoo sterk zön op.
gedreven.
Gevraagd werd een rapport ovei de econo-
mische voorwaa/üen. waaronder de ?ns ln Iti-
dië beconcurreerende buitonlandeche industri
eën werken.
Ook moet worden bezien hoe de kostprös
vui) liet Nodt t la.ndscne product kan worden
icrlaagd Di v.i-<t-dlng tusschen groothan-
I dels, en klelnhandelsprözen moot eveneens
(worden ovei wogen.
De Regeering moet zich buiten het loon.
I vraagstuk houden, maar ze heeft wel te ma-
iken met de prüzen van overheidsartlkelen en
-diensten. Onze spoortarleven b.v. zön veel
hooger dan elders.
Maatregelen werden daarna bepleit om het
gebruik van Nederlandsch Fabrikaat te bevor
deren.
Ook de heer Braat (Plattel.) deed zön
licht over het vraagstuk van den dag schönon.
Hö vond. dat werklooze meisjes zich konden
gaan verhuren alB dienstbode. Dat ia niet ver
nederend.
Steun aan land- en tulnbauwbcdröven is
noodig. Door heffing van invoerrechten kan
de tarwocultuur sterk worden uitgebreid. De
vervoerkosten van land- en tulnbouw-artike.
len moeten lager worden. Dc lasten op de be.
drjjvcn moeten verlaagd. ZU belemmeren,
vooral ln den winter veel werk. B.v. In de
vlasindustrie. Met massa's laten we de Rus
sische productie toe en ook die van graan
alt Amerika. Zön de millloenen aan de Zui
derzee besteed niet verloren? Een bloelende
vlsscherö zaj plaats maken voor een kwönen.
den landbouw. Loondaling moet er komen. Op
het eiland Putten zullen de ioonen der land.
arbeiders met ingang van 2 Maart met 5' cent
per uur worden verlaagd. De landprüzen zön
reeds gedaald met 40 50 pet. Soms zön zo
let te verhuren.
Moeten, nu de Indexcijfers sterk gedaald zön
do loonen van overheidspersoneel ook niet
verminderd?
De heer Kröger (C.H.) besprak de uit-
.oering van waterstaatswerken. Ook daarbü
moeten de flnancleele consequenties ernstig
wordon overwogen. Dc voorbereiding er van
dient voorts met groote zorg te geschieden,
wil men geen gevaar loopen voor ongelukken
Er Is bij Waterstaat achterstand. maar be
denkelijk ware het nu ln overhaasting te ver
vallen. Echter werd aangedrongen op uitvoe
ring van die waterstaatswerken, waarvan de
voorbereiding geheel of nagenoeg geheel ge
reed is. Do bruggenbouw zou mieschien kun.
nen worden bespoedigd door particuliere bu.
reaux te hulp te roepen.
De heer Kröger verklaarde ton slotte tegen
de onvoorzichtige motie van Dr. Vos te zullen
stemmen.
varen nog twee sprekers ingeschreven,
deelde de voorzitter mede, die gerut-
men töd ln beslag zouden nemen. Ook de
minister zou wel eqnigen töd noodig hebben.
Daarom schorste hö de vergadering tot half 9.
DE AVONDVERGADERING
De heer H 1 e m s t r a (S:D.A.P.) ondersteun,
de den aandrang van den heer Loerakker tot
eteun van de landarbeiders en speciaal van
de Arbeiders ln de bloembollencultuur.
Voorts bepleitte hö verhooging der ultkee
ringen en verhooging van de uurloonen bü de
werkverschaffing, waarbü te angstvallig wordt
vastgehouden aan den norm van 24 cent
Gehoopt werd, dat de Minister de werkver
schaffing voor de landarbeiders niet te spoe.
dig stop zal zetten.
De regeering treedt dikwijls loondrukkend
op, wanneer gemeenten werken wil uitvoeren
waarvoor zü een büdrage van den Staat ont
vangen, die dan als voorwaarde stelt de loo
nen te bepalen gelök aan die bü de werkver
schaffing.
Aan het streven der communisten om de
werkloozen óp straat te brengen of de te
werkgestelden tot staking te brengen doen de
soc.-dem. niet mee.
De heer Zandt (S. G. P.) was van mee
ning dat het hier gaat om den nood van dui
zenden en de Regeering is wel verplicht hier
de helpende hand te reiken. Hö waardeerde
het zuinige beleid van de Regeering maar te
genover dezen noodtoestand is het beter niet
door te gaan met schulddelging, maar liever
geld beschikbaar te stellen voor de leniging
van den nood van deze werklooeen.
De sociale verzekeringspolitiek der Regee
ring is een groote. prlncipieele fout. waarbij
de antl-rev. de chr. hist, tegen het echte ant
rev. beginsel handelden. In plaats van de ar
beiders te helpen, drijft men ze door deze so
ciale verzekeringen op den weg dér revolutie.
De kosten der verzekeringen drukken zwaar
op menig bedrüf en belemmeren zön groei.
Daarom drong hö er nog eens op aan bü de
Regeering. het hare te doen om die verzeke
ringswetten in te trekken.
Natuurlök moeten de nooddruftigen worden
geholpen; maar dat moet zonder versteening
der maatschappö door de steunwetgevlng. Ook
1 kwam de heer Zandt er tegen op, dat men er
I op aandringt aan de ondersteuning der arbei-
Iders het karakter van barmhartigheid te ont.
I nemen. Het Is niet vol te houden, dat de ar
beiders uit het bedrüf moeten kunnen leven.
Overigens wilde ht wel erkennen dat de
Regeering voor een bezoeking staat, waarvan
noch de omvang noch de duur thans reeds züu
te overziön. Maar zü helpe zooveel mogelijk
vooral de gezinnen waar de nood het hoogst
is. Daarom kon hö zich niet vereenigen met
dn bepaling, dat slechts .één lid van het gezin
steun kan genieten.
De Jeugdige arbeiders krögen veel te hooge
I loonen. Zü leven veel te weelderig en te ver-
I kwistend.
Tegen een steunregeling, die verschil maakt
tusschen georganlseerden en ongeonganiseerden
bestaat ernstig bezwaar. Er moet geen gepri-
viligeerde stand van georganlseerden komen.
Waar nood is, moet worden geholpen naar be-
l hoefte.
De Regeering houde ook rekening met de
gewetensbezwaren tegen de verzekeringen. Uit
sluiting der vrouwen en ouderen dan 60 jaar
I werd afgekeurd. Ook hier moet als er nood is
I worden geholpen. De beste wüze van steunver
leenlng la een goede werkverschaffing. De
werkgelegenheid dient verruimd te tvorden en
1 als het velschil in prös niet al te groot is moet
j de lnlandsche industrie worden bevoorrecht
I boven de buitenlandsche. terwöl aan de ln.
heemsche [arbeiders de voorkeur moet worden
gegeven bbven den buitenlandsche.
De Regperlng trede ook krachtig op tegen
dumping-politiek van andere landen en be-
scherme dén eigen landbouw.
Het departement van Waterstaat moet den
aanleg van openbare werken doen uitvoeren,
speciaal van klinkerwegen en bruggen. De
rnotie.Vos heeft veel sympathieks. Iq de motie.
Van den Tempel zön punten, die de Instemming
van den heer Zandt hebben, doch de motie zelf
in haar algemeene strekking achtte hö ver.
werpelök.
Deze rede lokte den heer BEUMER (a-r.)
uit zön tent. Deze merkte op. dat de heer
Zandt goed begrepen had. dat zön rede in de
Kamer geen goedgunstig oor zou vinden. Hö
was buiten de orde toen hö weer een relletje
tegen de anti-rev. maakte. Zön betoog sproot
voort uit de reinste volksmisleiding of was een
uiting van de grootste onkunde op het gebied
der sociale wetgeving. Maar waarom sprak hö
er dan over De beste redevoeringen zön die,
welke niet wordon gehouden!
Antwoord van minister Hnys.
De Minister van Binnenlandsche
Zaken verklaarde dat de Regeering haar
program met voortvarendheid zal uitvoeren,
al is zü zich bewust, dat allo menschenwerk
onvolmaakt ls.
De miolster wilde alles, wat in het debat
gesleept was en niet bepaald direct met het te
behandelen vraagstuk te maken had, ter zöde
laten.
Het is te hopen dat Nederland op het gebied
der handelspolitiek niet gedwongen zal worden
om aan internationale bewapening ln plaats
van ontwapening mee te doen. Met name moge
Duitschland dat verstaan. De Minister scheen
in dit opzicht eenlg lichtpunt te zien.
Het besteden van de steungelden voor bij
slagen ln het belang van productleven arbeid
(Bongaerts) is een denkbeeld, dat in Engeland
en Duitschland geen succes heeft gehad. Heel
het hedröfsleven zou onder Regeerlngscontrole
komen, als het met de zilveren koorde aan den
Staat gebonden werd.
Opvoering van de productie voor een volko
men verstoorde markt, zou het werkloosheids^
vraagstuk nog ernstiger maken. Met steun en
werkverruiming zal moeten worden voortge
gaan.
Steun aan den landbouw zal ernstig worden
overwogen. ODder steun aan de Industrie vet.
staat de minister ook het bevorderen van het
Növerhetdsonderwös.
j Wat de locomotievenkwestle betreft, moet in
[de houding van Werkspoor de oorzaak gezocht
i worden van het opdragen van het maken van
12 locomotieven aan de Duitsche Industrie. Die
houding verhinderde ook de Regeering lets in
dé kwestie te doen.
De vrachttarieven der spoorwegen worden
door de commlesie-de Vries onderzocht.
Spoorwegelectrificatie biedt betrekkelijk wel.
nlg werkgelegenheid. En het Is bovendien de
vraag of daarmee moet worden voortgegaan,
zulke met het oog op de hoogere exploitatie,
kosten.
Krachtiger aanvatten van openbare werken
ia gevraagd. Maar er wordt reeds hard gewerkt
door Waterstaat. Er zön voor dit doel vele
millloenen uitgetrokken. Er is in uitvoering of
zal spoedig in uitvoering komen voor meer
dan 50 millloen en voor de Zuiderzeewerken is
nog 44 millioen beschikbaar. De motle-Dr. Vos
ls dus niet noodig. Versnelling van het tempo
is niet mogelök en ook ongewenscht.
Uitvoering van bruggenbouw door particulie
ren zal de minister doen onderzoeken.
Bü den bouw van arbeiderswoningen kan de
Regeering zich niet laten leiden door de ge
dachte van werkverruiming. De zaak heeft
echter haar aandacht.
Gaan WÖ buitenlandsche arbeiders weren,
dan kan onzen arbeiders ln het buitenland
hetzelfde overkomen.
Het cüfer van 200.000 werkloozen acht de
Regeering iets aan den hoogen kant.
Ton aanzien van de werkloosheidsverzekering
meende de minister veel waardeering uit de
debatten te ltunnen afleiden. De kosten van
de getroffen regeling zullen zeker 4 millloen
bedragen.
In de regeling wordt het verzekeringskarak.
ter hoog gehouden. Voor de extra-ultkeoring
moeten Regeering en kaasen samen zorgen.
De vraag van den lieer Schaper zal nader
worden onderzocht
Het karakter van crisisregeling moet worden
gehandhaafd. Indien ergens crisis aanwijsbaar
is, kan men onder de regeling komen. Ook voor
het later llquldeeren der regeling moet de Re.
geering verschil kunnen maken.
Voor het bollenbedröf is de uitzondering
thans opgeheven, ook voor de fabrieksarbeiders
en de transportarbeiders. De toepassing der
regeling is büna algemeen. De ingediende mo
tie zal de Regeering niet van gedachten doen
veranderen. Niet is aangetoond, dat in het bouw
vak crisis heerecht. Maar de cüfers loopen op
en het ls zeer wel mogelök, dat daar sp.>c-dig
tot crisiswerkloosheid moet worden besloten.
Met een Crisisfonds zouden we beter zön
toegerust voor dezen moeilüken töd. Maar bet
punt is ln onderzoek.
Het systeem zou specifieke rechten in. dezen
mulaisetnd niet aanbevelenswaardig. «3i
Onze textiel-industrle verliest in Indié it-r-
reln. Maar het is niet voldoende gegioiio tin
te beweren, dat zulks een gevalg Is van on
voldoende outillage. De lagè productiekosten
van Japan zön een der groote oorzaken. An.
dere landen liggen weer gunstiger. Dan speelt
ook de bewerking van de markt een rol.
De steunregeling draagt niet het karakter
van bedeeling. gelijk de heeren Smeenk en
Snoeck Henkemans en v. d. Meys hebben aan.
getoond. Bü aanvragen voor steunverleenlng
door gemeenten zullen de grenzen ruim worden
getrokken.
Machtiging tot steunverleenlng aan vrouwen
blijft mogelijk. In de steunregeling voor kost
gangers kan geen wöziging worthün gebracht.
In bepaalde gevallen zal geen steun mogen
worden verleend. Zoo noodig zullen ook oude
ren dan 60 jaar steun kunnen ontvangen
De onderhoudsplicht rust ln de eerste plaats
op het gezin. Een derde van de inkomsten
wordt nog vrügelaten. Verder kan de minister
niet gaan-
Steun aan meer dan één lid van een gezin,
ware In ströd met de gedachte waarvan wordt
uitgegaan.
Ter tegemoetkoming aan groote gezinnen van
meer dan 6 personen wordt het steunpercenta^e
uit art. 8 der regeling opgevoerd tot 70 en b5
pCL van het loon. De contactcommissie wen
schen sommigen te zien uitgebreid. Voor het
oogenblik heeft de minister daaraan geen be
hoefte. Laten we eens afwachten; blüKt uiu
breidlng noodig, dan zal dat geschieden.
De minister liet ln het midden of de motie
I van den heer Loerakker nog reden van bestaan
1 had. De werktüd van het P.T.T.-personeel vol.
i doet aan redelüke elschen. Er behoeft niet
I beneden te worden gegaan door meer personeel
aan te stellen. Het gemiddelde der loonen ln
I de werkverschaffing is niet 24 cent, maar het
1 loopt van 27—30 cent. Aan de voorbereiding
van verschillende ontwateringsplannen wordt
gewerkt; ook beboaschlng heeft de noodlge aan
^De^Regeering 1b bezield door een geest van
samenwerking met gemeenten, die steun voor
werkverschaffing komen vragen.
's Ministers rede bad büna 2 uren gebuurd.
Na hem tripliceerden de belde lntarpellanten
nog ieder 10 minuten. Ze vulden den avond
"De^heer w d.^TEMPEL (s.d.) handhaafde
zön beide moties, maar formuleerde het punt
over een steun aan gemeenten voor haar Ult
keeringen van ten minste 50 afzonderlök.
De beraadslagingen werden gesloten en de
stemming over de moties werd bepaald op
heden bö den aanvang der vergadering.
To 0.10 werd de vergadering gesloten.
wat Wils.
EEN DUEL, DAT NIET DOORGING
DE GASPENNING.
We komen in Amsterdam wel eens achter
aan. al stemmen wij dit niet graag toe.
Sedert 1921 sukkelen wij met onze gas
meters. Misschien is het juister te zeggen
met onze gaspenningen. Die zijn wel goed,
maar kunnen worden vervangen door een
2i/o ets. stukken. En dat geeft allerlei ellende
want dan moet bij openen van de Meter bij
gepast worden, en dikwijls is er niet
Soms moest dail de toevoer worden afge
sneden en meermalen gaf het ellende tus
schen de opnemer die zijn plicht moest doen
en de verbruiker, die om wat reden dan ook
zijn plicht niet had gedaau.
Nu gaan B. en W. probeeren het euvel
weg te nemen. Men wil nieuwe penningen
laten maken en verandering brengen in de
muntgleuf van de meter, zoodat alleen de
officieele gaspenning kan worden gebruikt
Naar wij meenen wordt nu hetzelfde systeem
toegepast dat in Rotterdam bestaat.
Behalve dat ons dit van veel ellende af
helpen zal, zit hier een element van werk
verschaffing in. Kan het er althans inzitten
als men de veranderingen in de Meters door
Amsterdamsche werkloozen, er zijn toch ook
bekwame Metaalbewerkers genoeg onder,
laat aanbrengen.
Men zal dan het eenvoudigst doen dit werk
over een aantal ondernemers tè verdoelen en
te accordeeren dat zooveel mogelijk werk
loozen moeten worden aangesteld.
Dat behoeft het werk niet duurder te ma
ken en het zal licht ten goede komen aan
den dienst van Maatschappelijk Steun, daar
gelaten nog dat het ook juister m \hode is,
arbeid te verstrekken instede van steun.
Een onzer bekende staatslieden moet eens f
het streven naar vrede tusschen de volken
door middel van het recht vergeleken heb
ben met de geschiedenis van het tweege
vecht Het is een bewijs van zedelijken voor
uitgang zoo luidde ongeveer het betoog
wanneer twee partijen bij het uitbreken van
een conflict niet meer naar pistool of degen
grijpen, om hun geschil te beslechten, maar
z-icn tot den bevoegden rechter weaüen om
zich aan diens uitspraak te onderwerpen.
Zoo zal het, hopen we, ook eenmaal tusschen j
de volken gaan. Geen wapengeweld zal een
geschil tusscuen twee volken beslechten,
doch de uitspraak van hoogstaande en be
voegde rechtskundigen.
Wie zou niet hopen, dat onze staatsman
gelijk krijgt en binnen afzienbaren tijd die
ideale toestand kon intreden. Er zal echter
eerst nog wel een en ander in de begrippen
van „nationale eer" en dergelijke moeten ge
wijzigd worden, eer algemeen het beginsel
„vrede door recht" zal worden aanvaard.
Doch dan is er hoopl Want ook ten opzichte
van het duel heeft het zeer lang geduurd,
vóórdat er een- kentering in de geesten
kwam. Weiten en koninklijke besluiten ver
mochten niets, zoolang de algemeene opinie
vasthield aan het denkbeeld, dat gekrenkte
eer slechts door bloed gewroken kon wor
den.
In Frankrijk vooral heeft het. duel zich
lang, ondanks koninklijke verboden, gehand
haafd. Om de nietigste aanleiding trok men
van leer en vloeide er bloed. Totdat Riche
lieu, onder Lodewijk XIII, besloot een af
schrikwekkend voorbeeld te stellen. Graaf
Frans van Montmorency, of van Bouteville,
had geduelleerd met den markies van Beu-
cron, en graaf Rosmadec des Chapelles was
zijn getuige geweest, Richelieu liet eerst- en
laatstgenoemde in hechtenis nemen, en alle
pogingen van de beide voorname families
waren niet in staat genade voor hen te ver
werven.
Den 21en Juni werd de veroordeeling uit
gesproken en den 22eu Juni 1Ü27 werd het
reeds voltrokken.
Toen de noodige militaire ordemaatrege
len genomen waren, gingen graaf Frans de
Montmoreney en graaf Rosmadec des Cha
pelles de poorl der Congi erger ie v( gevange
nis) uiet en beklommen een kar. Op het Grè-
ve-plein aangekomen reed de kar tot aan
het schavot, waaromheen de militaire wach
ten gesohaard stonden. Montmoreney klom
het eerst naar boven. Hij scheen tot waar
berouw en onderwerping aan zijn lot geko
men te zijn.
De strafoefening zelf duurde niet lang en
heeft grooter indruk gemaakt, dan alle edic
ten tot hiertoe hadden gedaan. Maar de
heilzame invloed duurde niet lang en na den
dood van Lodewijk XIII, gedurende de min
derjarigheid van Lodewijk XIV werd er
.weer heel wat bloed vergoten. De „Zonneko
ning" zelf vaardigde ook een aantal beslui
ten tegen het tweegevecht uit, maar niette
min vond er nog menige ontmoeting plaats.
Een der merkwaardigste is wel de volgende:
Bij het beleg van Puycerda werd den mar
kies van Rinvarnlles een been afgeschoten.
Hij werd naar Toulouse vervoerd voor zijn
genezing en ontving daar dagelijks bezoek
van vrienden, die hem kwamen troosten.
Nu had Rivarolles een groot gebrek: hij
sprak graag kwaad en stelde verschillende
personen, die hij in het leger gekend had,
in een bespottelijk daglicht Daaronder be
hoorde ook een man van rang en aanzien.
Mail Ion genaamd, wien dat alles ter oore
kwam. In woede en drift begaf hij zich naar
Toulouse en zond Rivarolles een uitdaging.
Deze antwoordde den getuige, die hem
uitdaging overbracht, dat hij er naar ver
langde Maillon voldoening te gevem. „Doch u
ziet dan ik ziek ben, verplicht het bed te
houden en bijgevolg niet kan uitgaan. Ver
zoek mijnheer Maillon tot morgen te wach
ten, dan zal ik hem nader mijn besluit la
ten weten".
Maillon nam met dit antwoord genoegen,
hoe ongeduldig hij ook was.
Den volgenden morgen werd hij zeer vroeg
door zijn bedienden gewekt, die hem mee
deelden, dat er iemand van den markies de
Rivarolles was, om hem te spreken.
Maillon liet hem binnenkomen 'en bleef
met hem alleen.
De bezoeker kwam niet, zooals Maillon
verwacht had, naar zijn bed .maar bleef bij
de tafel staan, waar hij een aantal voorwer
pen op deponeerde, die hij onder zijn mantel
verborgen had gehouden. Maillon richtte
zich in zijn bed op. opende de gordijnen en
was ten zeerste verbaasd toen hij zag, dat er
op de tafel een heele.chirurgijnswinkel wa»
uitgestald.
„Mijnheer!" zei hij, „u vergist zich onge
twijfeld. Wij hebben niets met elkaar ie
maken. U hebt u verkeerd uitgedrukt of
mijn personeel heeft u verkeerd begrepen;
u is toch niet gezonden door den markies d«
Rivarolles!"
Maar de vreemdeling antwoordde: „Inte
gendeel, ik ben hier juist waar ik wezen
moet
„Zeg mij dan, als ik u verzoeken mag,
waartoe al die werktuigen moeten die
nen".
„Wel. mijnheer, om u een been af te
zetten".
Maillon zag den man verwonderd aan en
riep wóeciiend:
„Durft u den spot met mij drijven?"
„Daar denk ik in de vetste verte niet aan",
zei de chirurgijn. „U wilt met den markies
de Rivarolles vechten, hij heeft een been
verloren en is van gedachten, dat uwe rid
derlijkheid u zal verbieden gebruik te maken
van het voordeel, dat het bezit van Uw beide
beenen u verleent, en dat, om die kansen van
het gevecht gelijk te maken, u er gaarne in
zult toestemmen, dat ik er u een afzei".
Maillon voelde grooten lust op te staan en
den chirurgijn eens gevoelig de les te lezen.
Hij begreep echter, dat hij dan nog meer in
het ootje zou worden genomen dan nu reeds
geducht moest worden door zijn uitdaging
aan een eenbeenige. Dan zou hij zeker ie
lachers; niet op zijn hand hebben! Daarom
besloot hij na kort beraad, den chirurgijn te
verzoeken zijn boeltje maar weer in ta
pakken en te verdwijnen.
Dit duel althans ging niet door.
Maar'daarmede was hot tweegevecht $elf
de wereld nog niet uiL Dat heeft nog lang
geduurd. Maar het ls gekomen.
Zal het zoo ook met de volken gaan?
i-product
Vraagt Ml Uw mt>«anraafc—
NIEUWE AVONTUREN VAN MIJNHEER PIMPELMANS
Zoo komt het „sleepje" op. het enti
In Lutjebroek, en weldra rent
Heel de bevolking als één man
Luid schreeuwende er achter an;
Kortom, de dorpsche rust is zoek
In 't wijdvermaarde Lutjebroek.
Maar ach, het touw, o ongeluk!
Breekt bovenaan do helling stuk;
Heer Pimpeknans rijdit vliegensvlug
Weer met dezelfde vaart terug!
Vlucht, Lutjebrovkers! Rechts omkeert!
Toont, dat je loopen hebt geleend!
(Wordt Vrijdag vervolgd.)
FEUILLETON
door AMY LE FEUVRE.
(10
Op dat oogenblik zag hij een 6oHdaat met
een groote snor die al grijs begon te wor
den, op zich. ai komen, en vol verrukking
vroeg hij:
„Ie u pochhans?"
„Ja, zoo word ik genoemd."
De man zag er verre van opgewekt uit,
en bij scheen het mikpunt van zijn kame
roden te zijn; want hij werd begroet met
zoo'n stortvloed van spottende opmerkin
gen, dat Teddy geheel verbijsterd van den
een naar den ander keek.
„Wil je niet met me meegaan en zien,
waar ik woon?" vroeg het kind zachtjes.
„KorporaaJ Saxby dacht, dat je er wel lust
an zou hebben."
Het gelaat van den mam verhelderde.
„Daar heb ik wel zin in, als het niet al
te ver is. want mijn beenen zijn zoo stijf
en pij nil ijk, dat ik haast niet meer voort
ban."
„Het is niet heel ver," en toen ze samen
opliepen, stak Teddy zijn kleine hand iai
die van den 6oldaat en vervolgde: „Weel
je, dat we vanavond in ons schoollokaal
een groote theevisite voor jullie hebben?"
„Ja, ik weet het De dominee is strak6
bij ons geweest met kaartjes, waarop staat,
dat we uitgenoodigd worden, om daar
straks heen te gaan. Hier in bet dorp is
toch niets te zien. en we zijn allemaal veel
te möe, om naar de 6tad te gaan. Ik denk
dus, dat er aarcbg wat present zullen we
zen-"
„De korporaal heeft een paar dagen ge
leden bij on6 thee gedronken. Hij is een
vriend van je; is het niet?"
„De beste vriend, dien ik heb," was het
antwoord. „Er zijn er maar weinig, zoo
ais hij is in ons leger. Tegen een die ons
-at vooruit wil helpen, zijn er tien, die
probeeren, ons omlaag te balen."
„Ik geloof," zei Ted'dy, „dat het leger van
den koning niét zoo prettig is. als het le
ger, waartoe ik behoor. HeJpt jullie kapi
tein je, als je in moeilijkheid bent?"
„Je, dan zet hij ons in het caohoL"
Teddy wi6t niet, wat dat was, maar toen
hij de uitlegging gehoord had, zei hij: „Nu,
mijn Kapitein hdl.pt mij altijd. Dominee
Upton zegt, dat als ik stout geweest en
door den vijand verslagen ben, ik tot mijn
Kapitein moet roepen en dat Hij dan dade
lijk komt, om mij te helpen."
„Dan geloof ik, dat ik al meer van dden
Kapdtein vain jou gehoord heb; Söxby heeft
het altijd over Hem, maar ik 'begrijp niet
veel van wat hij zegt, en nu we bijna eiken
dag Ingekwartierd worden in een herberg,
ben ik bang, dat ik neit lang meer afschaf
fer zal zijn."
„En zou je denken, dat mijn Kapitein je
niet kon helpen?"
„Ik heb nooit veel aan bidden gedaan-"
„Ik wou, dat je maar eens met onzen
dominee kon praten. Eten poosje geleden
heeft hij mij ook geraden, om in den döenst
van den Heer over te gaan en ik ben veel,
veel gelukkiger na dien tijd-"
Zij liepen op dat oogenblik dwans door
het veld, dat naar de boerderij leidde, en
toen zij bij het klaphek kwamen, bleef de
soldaat 6taa-n. Hij keek den kleinen jongen
rceJit in het gelaat en zei: „Ik heb geen
lust er met een dominee of wie ook over
te praten, behalve met jou. Je herinnert
aan een klein broertje van mij, dat tien
jaar geleden gestorven is. „Tim," zei hij.
even voor hij heenging, „Tim, zul je mij in
den Hemel ontmoeten?" Hij wa6 de eenige,
van wien ik ooit gehouden heb, en toen ik
hem verloor, kon mij niets meer schelen."
Zijn oogen zagen vochtig van aandoening
en Teddy keek hem enkele minuten ver
baasd en vol medelijden aan.
Toen zei hij: „Luister, pochhans, weet je,
wat dominee Upton tegen mij gezegd heeft?
Hij vertelde mij, dat de Heer in mijn
plaats gestorven was, dat Hij mijn zonden
gedragen had en vroeg, of ik het niet bil
lijk rond, dat ik Hem nu dienen zou, nu
ik wist, dat Hij mij zoo lief had gehad. Jij
weet toch ook, dat Hij je liefheeft, is het
niet?"
„Ja, dat heeft Saxby ook tegen me ge
zegd, maar het maakt niets geen verschil."
„Bij nxij maakte het ook eerst geen ver
schil," ging de kleine jongen voort, „maar
toen ben ik tot God gegaan en heb dienet
genomen. Ik heb het heel alleen gedaan
in het bosoh. Doe jij dat ook, zeg aan God,
dat je Hem dienen wil, en dan neemt Hij
je aan en bewaart je ook voor kwaad doen
„Ik ben veel te slecht geweest. Het houdt
mij '6 nachts soms wakker, als ik er aan
denk."
„Maar zou God het je niet willen verge
ven, als je het Hem vraag?
„Saxby zegt van ja; maar ik weet het
niet. De zaak is. een soldaat kan geen
christen zijn."
„Ik geloof niet, dat jij graag een krijgs
knecht van God wil wezen," zei Teddy op
i teleurgestelden toon. „Je zoekt je d'r al
door maar ai te maken."
Er volgde een stilte; toen slaakte Tim
Stokes een diepen zucht
„Ik ga niet verder met je mee, kereltje,"
zei hij. „Ik ben vandaag niet in de stem
ming, om op visite te gaan; maar ik kom
vanavond wel in het schoollokaal."
„Och, pochhans, ga toóh mee!" en Ted
dy's oogen vulden zich met tranen. „Je
hebt het mij beloofd. Ik wou zoo graag, dat
je moeder en grootmoeder eens zag!"
Maar Tim keerde zich om en liep weg.
Hij voelde een prop in zijn keel, maar Ted
dy had niet de minste gedachte van den
hevigen strijd, die in zijn borst woedde- De
woorden van het kind hadden vele herin
neringen bij hem opgewekt, en zijn twee
strijd was groot
„Hij gelooft niet, dat ik het wel zou wil
len zijn, omdat ik 6teeds uitvluchten zoek,"
mompelde de arme man. „Dat is ook wel
waar, maar ik wou toch wel graag anders
wezen. Ik zou mijn rechterhand, geloof ik,
wel willen afhakken, als ik maar zijn kon,
zooals Saxby. Ik kan den sta.p maar niet
doen. dat is het."
Ln tusschen ging Teddy met een treurig
gezichtje naar binnen, om aan zijn moeder
te vertellen, dat hij Tim Stokes niet mee
had kunnen krijgen.
.^Hij was hier al bijna, moeder," zei hij.
„Net aan den anderen kant van de heg
keerde hij om."
HOOFDSTUK VII
Verhoogd en terneder gebogen
Het was een gezellige, opgewekte samen
komst een paar uur later. Dominee Upton
had geen moeite gespaard en was zelfs
rondgegaan bij de verschillende herbergen
in de buurt, waar ook soldaten ingekwar
tierd waren, om ook daar kaarten af te ge
ven, zoodat er nog over de veertig soldaten
bij elkaar waren.
Teddy's moeder en nog twee buurvrou
wen schonken thee en koffie, terwijl Ted
dy en Nancy en nog een paar kinderen al6
een groote gunst de gasten modhten helpen
bedienen.
De lange tafelö waren met bloemen ver
sierd, en de goede gaven, die er op ston
den, ontvimcen alle eer De soldaten ver
werkten alles, verwonderlijk vlug. Tegen
he eind van den maaltijd traden verschei
dene dames naar voren en zongen voor de
genoodigden.
Daarop zei kolonel Graham op hartelij-
ken toon:
„Voor wij dominee Upton het woord ge
ven, zou ik je wel even willen vertellen,
hoe blij lk bén jullie allen weer eens te
zien. Ik ken jullie regiment goed, wnnt
mijn eigen regiment, het tiende van de hu
zaren, heeft gelijk met dat ven jullie tien
jaar geleden in Colchester gelegen. Ik ben
vereekerd, dat je allen genoten hebt van je
thee, maar jullie weten misschien niet, wie
het feest het eerst heeft voorgesteld.
We mogen inderdaad dominee Upton be
danken voor ail zijn zorg en bemoeienis in
deze, en ook de dames, die door haar zin
gen den avond nog meer hebben opgeluis
terd; maar hier is ook nog een kleine vent,
die het feest heeft voorgesteld."
Tót Teddy's groote verbazing tilde de ko
lonel hem op en zette hem op de verboo
ging, die zij te voren aangebracht hadden.
Terwijl hij daar stond, viel het licht op
zijn goudblonde krullen en in zijn blauwe
oogen. Hij had een kleur_van_opgewondon-
heid, maar hij hield zich dapper, en keek
met opgeheven hoofd de menigte aan.
„Hij kan beter het woord tol jullie voe
ren dan ik," voegde de kolonel er met een
glimlach aan toe; „want ik ben geen rede
naar. Ik ben maar een oud-soldaat; hij ver
heugt zich er echter al op, dat hij ook eens,
de soldaten jas zal aanhebben. Ik hoop, dat
hij een even dapper soldaat zal zijn als zijn
vader Nu, Teddy," eindigde hij zijn toe
spraak, „wat heb je hun te vertellen?"
„Het zal zijn hoofd nog heele-maa! op hol
brengen," dacht zijn moeder bij zichzelf:
maar haar hart zwol op van trots, toen tuj
met heldere stem riep:
„Ik was het niet, die het eerst aan 1e
theevisite gedacht heb, het was korporaal
Saxby (luide bijval). Ik heb jullie ni-ets te
vertellen, behalve als jullie vaders geschie
denis willen hooren. Ik heb haar al een
keer verteld vandaag, maar jullie waren er
toen niet allemaal bij. Mag ik, meneer?"
„Zeker," was het lachende antwoord ven
den kolonel.
Teddy had nog nooit zoo'n groot gehoor
gehad, maar hij was niet in het minst ver
legen. Hij streek met zijn hand over zijn
knoop en begon zijn verhaal op de hem
eien onstuimige wijze. Zijn verlangen, dat
2ij de daad van zijn vader hoog "zouden
achten, belette hem, om ook maar eenigs-
zins zelfbewust te zijn.
De dames waren verrukt over hom en
aangedaan, en zijn moeder pinkte een
traan weg.
(Wordt vervolgd.)