Iiaal\/an\4ndaacj
r WOENSDAG 4 FEBRUARI 1931
DERDE BLAD PAG. Q
CHINA IN 1930
Het groote Chineesche rijk verkeerde ge
durende het afgeloopen Jaar irs groote on
rust. Burgeroorlog en bandletenwezcn ma
ken allo regelmatige ontwikkeling van 't po
litieke en economische leven onmogelijk. Bi
ja niets waaraan het arme Chineesche mil-
iloenenvolk zoozeer behoefte heeft als aan
rust en vrede. Maar het jaar 1930 heeft Chi
na daarvan niet veel gebracht.
In Nanking is sinds de val van Peking
«en gouvernement gevestigd, dat de preten
tie heeft de regeering van China te .zijn
Het is het gouvernement van de Kuomin-
tang-partij Dezo partij regeert met ab
solute uitsluiting van allen, die njot tot
haar behooren. Alleen leden der partij heb
ben het stemrecht en ziln ln staatsambten
benoembaar, liet doel is alzoo de eenheid van
China op een stevige basis te grondvesten.
Opperbevel hebber van de troepen van dit
zoogenaamd Nationale Gouvernement en te
vens president van do republiek is de heer
Chiang Kai-shek, die in October LL
Christen geworden en gedoopt is.
Gedurende bijna hot geheele joar 1930 was
hij in oorlog met de verbonden gouverneurs
der noordelilko gewesten, n.l. generaal Feng
Yu-hsiang (van de provincies Honan en
Shensi) en generaal Yon Ilsi-shan (van
Sliansi). Deze beide zijn de groote tegen
standers van de Kuomintong-partij, wier
tirannie en corruptie zij niet willen verdu
ren
Chiang Kai-shek zegt de verkwisting van
de volksenergie door de burgeroorlog te be
treuren, maar de Partij moet het op
pergezag hebben, daar anders de repu-
Lllkeinsche regeeringsvorm niet gewaar
borgd is.
In April maakte generaal Yen Hsl-shan
zich meester van Tientsin en berichtte aan
de gezantschappen der vreemde mogendhe
den in Peking, dat hij op strafexpeditie ging
tegen Chian Kai-shek.
Zijn invloed nam gerindlg toe: ln Juni
was hij feitelijk beheerscher van een groot
deel van China en ln Augustus vormde hi'
een voorloopige regeeringsraad, waarvan
hij het voorizltorschap bekleedde.
Toen opeens veranderde het tooneel. F,en
pnar dagen daarna verscheen n.l. generaal
Chang Hsueh-llang. gouverneur van Mants-
joerije met een sterk leger en beval met dra
matlscli gebaar de strijdende generaals on
middellijk de wapeDP neer te leggen en vre
de te sluiten en zette aan deze eisch kracht
bij door de bezetting van diverse sterke
plaatsen in Noord-Chlna.
Beide partijen .Noord en Zuid vroegen nu.
schijnbaar vredelievend, om zijn bemidde
ling. Zijn politieke pvertuiging kwam het
meest overeen me die der verbonden nooi
delijkon. Hij sprak het dan ook uit: de ovei-
heersching door één partij moest uit zijn en
een constitutioneels regeering moest worden
gevormd.
Toen hij echter opperbevelhebber was ge
worden van al de noordelijke strijdkrachten
•n daarbij de belofte had afgelegd gee:.
Kuomintang-organisatie ln dezo gewesten
toe te laten
doot hl) zich bfl haar tan
In October waren de 2 noordelijke gene-
pials nu verslagen en hun troepen ver-
j «trooid. Aan het einde van het Jaar geleea
het er veel op, alsof de burgeroorlog tus-
seben Noord en Zuid had opgehouden.
D« tijd zal 't moeten leeren of dit werkelijk
no is. Maar dat beteekent nog lang
fee n vrede voor China.
Een andere worsteling duurt voort In
Canton Is het centrum der communisten, die
het gouvernement van Nanking nooit heb
ben erkend en door dat gouvernenjent tot
nog toe niet konden worden bedwongen.
Do roodo legers,
In bond met tal van bandieten-benden, ver
woesten sommige streken, plunderen, moor
den cn plegen allerlei gruwelen. Ze ten-on
weren de bevolking en verslaan gemakke
lijk de slappe tegenstand der regeeringt»
troepen, die per ongeluk met hen ln bot
sing kortten.
Deze roode troepen zijn verantwoordelijk
voor de vele gevallen van wegvoering, ge
vangenschap en moord van zen del in
gen en Christen-Chineczen. Tal van zende
lingen, zoowel mannen als vrouwen, zijn
gevangen genomen ln de hoop op losgeld.
Verscheidene zijn in de gevangenschap van
ontbering en ellende omgekomen. Dit geldt
zoowel van de Katholieke missie als van de
Protestantsche Zending.
Changsa, de hoofdstad der provincie Ru-
nang, werd ln Augustus door de roode
troepen bezet, gedeeltelijk verwoest en een
deel der bevolking doodgeschoten. De staa
Kiangsi heeft verschrikkelijk geleden: 8230O
Chineezen werden er vermoord. Een massa
slachting had ook plaats in Lihsien.
Gemengd Nieuws.
Van particuliere zijde ontvingen we nog een tweetal foto's ln verband met de laatste
Mcrapi-uitbarsttng. Hierboven ziet men twee Javaansche vrouwen (de rechtsche draagt
een kind op haar rug), die door de lahar overvallen werden. De voeten vol brandwonden
honden ze niet meer loopen en kropen over den weg. Zoo werden ze opgepikt door de
Roode Kruis-soldaten.
Tegenover het buitenland houdt het Na-
tionale-Gouvernement zich groot: deze dingen
zijn maar stuiptrekkingen, laatste krampen
van verzet. Maar uit de Sovjet-pers blijkt
wel, dat de toestand hoogst ernstig is en
overweldiging van de Nation-regeerin*
op den duur volstrekt niet uitgesloten.
Geheelo provincies worden door deze roo
de troepen beheerscht Aangevoerd worden
ze vaak door jonge studenten, en wanhopig
geworden boeren worden geprest zich bij
hen aan te sluiten.
Geen wonder, dat door heel China gevoeld
wordt, da de Nation-regeoring onmachtig is
hetere toestanden te scheppen. De burger
oorlog en het bandietenwezch, nog verer
gerd door overstroomingen. schiepen on
houdbare toestanden: hongersnood heerscht
in vele streken. De toestand, in Shansi.
Shensi en Kansu wordt beschreven als «en
afschuwelijke nachtmerrie. Onge
veer 3 of 4 millioen van de 6 millioen in
woners dezer provincies zijn reeds de hon
gerdood gestorven of van kou cn ziekte be
zweken. De rest der bevolking leeft in hoop-
looze vertwijfeling.
Het buitenland beeft fondsen verzameld
om de hongersnood te lenigen. Ook in Chi
na zelf Is geld bijeengebracht. Het China
Internat Hongersnood-Comité beheert af
pelden. Ook de zendelingen ln de hongers-
noodgehieden ontvingen gelden, die ze ln
hun omgeving aanwenden.
Een pestepidemie teisterde ln Sep
tember de provincie Noord-Shcnsl. Geheela
dorpen stierven uit
Ook In de opium-kwestie Is het Gouverne
ment van Nanking onmachtig. Het wil wel
de verbouw en het gebruik van de opium
tegengaan, maar kan zijn bevelen niet hand
haven. Waar dit wel het geval Is, zooals
In Mandsjoerijo, Foeklen en Anhurel, noemt
het gebruik sterk af. De Volkcnbonds-com-
missie tegen opium-gebruik werd ech
ter In China niet toegelaten en betrouwba
re opgaven .over productie en uitvoer zijn
niet te geven. Maar beide moeten onmetif
1 ij k zijn. Geweldige voorraden worden soms
in beslag genomen.
Een surrogaat voor 't opium-gebruik vindt
de Chinees In 't gebruik van allerlei nar
cotische middelen, ale morphine, die
via Japan en Engeland worden ingevoerd
Dit is even erg als de opium. In Mands-
joerije Is morphine thans goedkooper* dan
opium en zijn tienduizenden er aan ver
slaafd.
Het gouvernement deed ook pogingen om
de economische toestanden te verbeteren en
de volksontwikkeling te bevorderen. Ver
scheidene plannen werden aangenomen,
maar de uitvoering laat op zich wachten. O
a. voor de uitbreiding van de visch-indus-
trie. voor hydro-electrische werken, voor de
rivier-scheepvaart Maar alles blijft op pa
pier.
Ook tegenover de slavernij schoot de arm
van het gouvernement te kort
Hoe lang zal de Nanking-regeering het
nog uithouden? Overal voelen de volkslei
ders, dat er verandering moet komen. Ook
die van Zuid-China. Het democratisch be
sef groeit en verzet zich tegen deze partij-
regeering. Openlijke aanklachten zijn inge
diend wegens omkooping en corfuptle in de
regeeringskringon. Een wetsontwerp, een
soort grondwet, werd door den minister van
industrie, dr. H. H. Kung. aan de Centrale
politieke Haad aangeboden, die een reëele
waarborg voor vrijheid van geweten, druk
pers en vergadering inhield en verschillen
de andere hervormingen. De Centale Ruad
nam het wel aan, doch het Uitvoerend Be
wind verwierp het, als niet overeenkomende
met de uitgesproken bedoelingen van Sun
Yat-Sen, de vader der republiek.
Ook de Zending ondervindt In hooge mate
de druk van deze regeering. In de scholen is
het godsdienstonderwijs verboden. Een ver
zoek in Juli 1.1. door 12 Chin. Kerken inge
diend, om vrijheid voor 't godsdienstondei
wijs, werd afgewezen omdat de godsdiensti
ge denkbeelden to abstract zfjn cn huiten de
opvoedkundige theorie vallen. Chineesche
studenten, die in 't buitenland willen gaan
studeeren, krijgen geen paspoort als blijkt
dat er roligieuse drijfvecren in het spel zijn.
En in Nanking zijn de godsdienstoefeningen
door de politie verboden, met de bedoeling
om ..het bijgeloof' te onderdrukken.
Niettegenstaande dit alles zijn er 5500 zen
delingen in China op hun post. Ook onder
verdrukking en vervolging gaat het Evan
gelie voort en houdt God Zijn werk In stand.
d. H. v. G.
(Ontleend aan the Int. Review of Missione.)
ZANGCONCOURS TE ZEIST.
Door .dén Ring Utrecht van den Bond van
Ghr. Zangveree ui gingen in Utrecht is een
Nat. Zangconcours uitgeschreven tegen
Woensdag 29 en Donderdag 3C Juli a.s. te
houden in het Walkartpark te Zeist, dat
daartoe door den Gemeenteraad bereidwillig
werd afgestaan.
Ongetwijfeld zullen weder vele Verecni-
gingen deze gelegenheid aangrijpen, om zich
met elkaar in vredigen strijd te meten, en
om het schoone Zeist tovens te bezoeken.
De inschrijving staat open voor Gemeng
de-, Mannen-, Damca-, en Kinderkoren, tot
1 Mei 1931.
Het adres van den secretaris is: de heer
J. Pomstra, Bothalaan 7, Zeist
ERNSTIG AUTO-ONGELUK
Men meldt ons uit Helmond:
Onder Bakel heeft een ernstig auto-onge
luk plaats gehad. De heer V. uit Oploo
bracht per auto eenige kennissen naar het
station te Helmond. Onder de gemeente Ba
kei wilde hij een andere auto passeeren.
juist toon van de tegenovergestelde richting
een auto kwam aanrijden. Door het sterke
remmen slipte de auto van den heer V..
raakte in de sloot langs don weg, en kan
telde. De van Helmond komende auto reerl
aan den anderen kant van den weg even
eens in een sloot. Door spoedig opdagende
hulp werd V. onder den wagon vandaan ge
haald.- Hij had een hersenschudding beko
men en twee ribbon gebroken. Van de vier
overige inzittenden word een dame uit
Vianen eveneens ernstig gewond. Haar ge
bit was stukgestooten, terwijl zij een rib
benfractuur opliep.
De beide ernstig gewonden zijn naar hei
ziekenhuis te Helmond overgebracht
De erg gehavende auto werd in beslag ge
nomen.
DOOR EEN AUTO AANGEREDEN
Door de marechaussee te Vaals is op de».
Rijksweg te Gulpen in bewusteloozen toe
stand aangetroffen de 73-jarige K.. die door
een auto was aangereden.
De toestand van den gewonde was zoo
ernstig, dat overbrenging naar het zieken
huis Calvariënberg noodzakelijk werd ge
acht
OP VRIJE VOETEN GESTELD
De winkelier A. W. .D. te Middelburg, die
op 18 Januari werd aangehouden, als ver
dacht van brandstichting in zijn woning op
dien datum, is Zaterdag op last van de
rechthank op vrije voeten gesteld.
H. M-, uit Terneuzen. die zich te Mid
delburg in voorloopige hechtenis bevond, als
verdacht van poging tot doodslag op
majoor van de Rijksveldwar.ht in 't jacht
veld te Zaamslag. is uit die voorloopige
hechtenis ontslagen.
JRAM ONTSPOORD
Te Weddérveen (Gron.) ontspoorde een
wagon der stoomtram Oostelijk-Groningen,
waarin werklooze arbeiders naar Jisping-
huizen werden vervoerd. Er was alleen eenlg
oponthoud.
11 c l-v wat WiIsJ]1
DOOR DE LAHAR INGESLOTEN
De Goenoeng Merapi had zijn vreeselijk
werk getiaan. Uit zijn binnmste vuurhaard
had hij met geweldig gerommel groote mas
sa's lava en vuur uitgebraakt en langs zijn
hellingen verwoest en verteerd wat zich be
vond in do bedding die de lavastroom volg
de. En tegelijk met de lava kwamen de gul
pen lahar, de vurige modder, beweeglijker
nog dan de lava, maar niet minder gevaar
lijk. Als cén lawine, met een snelheid van
een 30 K.M. per uur, soms nog meer, kwam
de doodelijke modderbrij aangestuwd, stond
er een boom in den weg, hij werd omringd
de hitte deed het gebladerte verschroeien,
verschrompelde de bast, en na een oogen-
blik stak een naakte doode stam als om hulp
smeekend zijn naakte armen in de lucht
Stond er een huis in den weg dan hoopte
eerst de stroom er zich tegen op; was het
zóó stevig gegrondvest, dat het standhield,
dan zag men na een oogenblik de lahar om
de hoeken heenkomen en als een gesplitst en
stroom zijn weg vervolgen. Wat in het huis
brandbaar was verkoolde; en na een oogen
blik stortte het in elkaar en verhoogde de
ellende, die over het bloeiende landsohap
kwam. En soms nam de stroom een geheel
onverwachte wending en wee dan, wie zich
veilig gewaand hadden.
Ach, was het zoo ook niet gegaan met de
beide vrouwtjes wier namen niet tot ons ge
komen zijn. maar die toch onze medeschep
se!en, onze medemenschen zijn. Ze hadden
DIE NIET MEER VLUCHTEN KONDEN
zich zoo veilig gewaand. Zeker, ze zagen ook j den afgebracht
stroom, de eenige kans om het leven er
af te brengen. En elk oogenblik werd o'e
vurige laag hooger. Hoe eor hoe beter h?t
gewaagd. En ze stormden vooruit de arme
vrouwtjes. O, die eerste aanraking met de
kokend hec-te modder! Zc gilden het uit van
de pijn! Maar ,-oort moesten ze. Elke secon
de van dralen kon noodlóltig zijn. Eri zoo
sprongen ze mot uiterste krachtsinspanning,
telkens zoo ver mogelijk vooruit, om dan
weer tot aan de enkels weg te zinken in
den onbarmhartigen modderpoel. Een paar
omstandigheden waren hun gunstig. Niet
zoo heel ver voor hen uit verhief de weg
zich weer en was de grond begaanbaar. En
dan: de stroom was nog niet dieper dan de
enkels en hier en daar stak nog een steen
of een hoop aarde boven de lahar uit. Daar
op te springen gaf althans eenige verade
ming, al was het nog zoo heet, ook daar.
Nog een paar sprongen en ze waren aan de
overzij, op den hooger gelegen weg. Maar
nu waren ook hun krachten uitgeput. De
moeder legde even het kind neer. Het was-
ongedeerd. Maar haar eigen voeten en die
van haar vriendin waren beritókt met brand
wonden en blaren. De pijn was verschrikke
lijk en bijna niet te dragen; geen enkel mid
del hadden ze om hun lijden te verzacht -n.
En ze moesten nog verder, ver weg van het
tooneel van de ramp. Loopen konden ze niet
meer. En toch was er in hun hart e^n blij
gevoel, omdat ze het leven er althans had-
de zon verduisterd door de opstuivende asch-
wolken; ze wisten, hoe daar gansche kam
pongs en dessa's werden weggevaagd van J
den aardbodem; ze hoorden het rommelen
van den berg; ze zagen 's avonds den bla-
kenclen vuurgloed boven den krater en de
opvliegende vurige eruptie-stoffen hoog de
luqht ingeslingerd met titanisohe krachten.
Doch waarom zouden ze vluchten? Het ge
vaar was ver weg. En ze hadden hier hun
huisje en hun sawah. Waar zouden ze heen
gaan en waarom? 't Was toch veilig hier!
Zoo dachten ze, tot ze opgeschrikt werden
door wilde kreten: „de lahar! de lahar!"
toen hoorden ze verbijsterd van sohrik, dat
de laharstroom zich onverwacht in een zij
ravijn had gestort en dat hij nu den weg be
dreigde, die hen met de veilige vlakte ver
derop verbond.
Radeloos stonden ze! En toen kwam de
zucht tot levensbehoud boven. Iets van de
weinige waardevolle bezittingen was gauw
bijeengepakt en de een legde het op haar
schouders*, en de kleine jongen werd haas
tig in een slendang gewikkeld en de moeder
bond hem op den rug. 't Was alles het werk
van een oogenblik geweest, en tochnie
mand anders was meer te zien. Alléén wa
ren de vrouwtjes op d'an vreeselijken weg.
Hoe klonken hun de geluiden van den berg
nu veel angstwekkender! En wat werd de da
gelijksche hitte, waaraan ze gewoon waren,
nog verhoogd, door de nabijheid van den
gloei enden stroom! De wind voerde den
gloed en de smook van het smeulende land
schap naar hen tow. De adtemihaling werd
zoo moeilijk. Maar ze moesten voort, voort!
Ze kwamen te laatl
Terwijl de hitte toenam en het scheen als
of de grond onder hen Ln vuur stond, be
merkten ze met ontzetting, dat de lahar den
weé reeds bereikt had. Ze waren ingesloten
afgesneden van het veilige grondgebied. Voor
overleg was geen tijd. Blijven beteekende
den dood. Voortgaan door den gloeienden
Ze gevoelden nu nauwelijks meer de
hitte en ze merkten niet meer dc smart. Zei
leefden en waren althans voorloopig gered!
veinige waarmee ze gekleed waren
scheurden ze stronken af en daarin wikkel-
hun bloedig verwonde voeten. En
toen nam de moeder haar kind weer op, en
begaven de vrouwen zioh dapper weer op
weg: kruipend op handen en voeten over
den ruwen weg, telkens voorzichtig de knieën
neerzettend en de voeten zoo hoog mogelijk
optrekkend, om ze niet te stooten.
En bij de pijn en het leed om alles wat ze
hadden moeten verlaten, voogden zich nu
de kwellingen van honger en dorst
Hoe lang ze we] voortgeloopen waren wis
ten ze biet te zeggen, toen zo eindelijk wer--
den gevonden door de militairen die uitge
zonden waren om te helpen en te redden.
Heerlijk vredeswerk van deze wapendragers!
Zoo kwamen de vrouwtjes ten slotte te
recht in een van de ruime en luchtige zalen
van het Petronella hospitaal, dat de Geref.
Kerken te Djocja onderhouden,
En daar werden ze verzorgd en verpleegd
zoo goed het maar kon. En ze hoordien daar
van nog zooveel andere ellende. Van den.
man, bijvoorbeeld, die op een naburige zaal
lag, ook met brandwonden en die zijn vrouw
en zeven kinderen verloren had, ook door de
lahar overvallen. Zelf had hij hen opgezocht
en de levenlooze lichamen althans gebor
gen. En ze hoorden van dien anderen man,
die, al vluchtende, zijn kind had latan val
len in do lahar. Hoe wanhopig hij was, hij
had de arme kleine niet meer kunnen red
den!
Toen begrepen de vrouwtjes, dat er nóg
grooter en dieper smart was dan de hunne
en het Woord, dat ook hun gebracht werd
van Hem, die zondaren zoo lief had, dat Hij
Zijn Eeniggeboren Zoon voor hun behoud
overgaf tot den dood des kruises, hoorden
ze rustiger en met meer belangstelling dan
voorheen.
Radio Nieuws.
We hebben veel geleren van de verschrikkingen, die de Merapi-uilbarstlng over duizen
den bracht. Bovenstaande foto laat ons leis van de ellende zien. Hier woonde eens een
echtpaar met zeven kinderen. De moeder mei haar kroost werd door de lahar overvallen
en allen stierven een verschrikkelijken dood. Terwijl hij veel brandivonden opliep kon de
man er slechts in slagen zich meester te maken van de lijken van zijn vrouw en
kinderen.
door Dc. P. Boendormaker, Evang. Luth. Fred,
te Hilversum. 2 TUdseln. 2—2.15 Gramotoon.
2.153.16 Cursus Trasle handwerken, te geven
door mej. G. Ably, Leerares Uooteche Industrie-
en Huishoudschool. te Hilversum. 3.153.46
Vrouwenhalfuurtje. Leidster: Mevr. J. C. van
Amstel—van Löben Seis. SDreekster: Mevr. K. de
VriesBrandon. Onderwerp: ..Als moedor ziek
te". 3.464 Verzorging van den zender. 4 TUd
seln. 46 Zlekenuurtje, te lolden door Ds. V.
G W L "Röder, Ned. Herv. Predikant te Laren-
Icum. Muzikale medewerking verleenen. J
H. Smit Duyzentkunst bariton en harmonium
H. Smit Duyzentkunst. harmonlumbegeicidtng.
5 TUdseln. 66.30 Gramoroonplaten-intermezzo.
5.30—6.30 13e Chr. McderenuurtJe, door Johannes
de Heer. 6.306.45 Gramoroon 6.467 Curau»
knippen en etofversleren, door Instituut ENS Al Ij
7 TUdseln. 77.30 Causerie over: De Kanarleteeli
den heer A. Bartele te Breda. 7.308 Gra-
jon. 8 TUdseln. 8—ip.80 Uitvoering van ,.i#t
ziek. 1.302 Gramoroon.
HILVERSUM (1875 M.) AVRO.
30.01—10.15 Morgen wUdlng. 10.30—
32 TUdseln. 12.30—2 Concert. 23
■voor de vrouw. 2.308 Verzorging v
der. S4 Naaicursus. 45 Zlekei
Muziek te Amsterdam. 6—6.30 Sport
8.15—9.15 AVRO-Kai
t in het Gebouw
o-Tooneel. 9.1o—
leiding van Bei
FEUILLETON
LIEF EN LEED IN DE PASTORIE
door BRIGITTE
Werkmeester Schmidt wee de eenige die
hem vijandig gezind was en het bleef. Hij
kwam op geen enkele vergadering van den
Semeenie-kerkeraad en kwam ook niet in
e kerk. Wanneer Hans hem wilde bezoe
ken en hij probeerde het teikens weer.
was hij stellig „even uitgegaan." Overigens
viel op den man niets te zeggen HIJ was
vlijtig en had met z'n vrouw een goed hu
welijk. hetwelk tot groote spijt van beiden,
kinderloos bieef.
Hoe had Hans ln het gebed om deze
menecta gewonsteld! Eindelijk scheen God »ie
verhooring te geven.
Marianne weid bij Schmidt geroepen, om
dat de vrouw van de trap gevallen was en
bewusteloos was blijven liggen. Een zware
hersenschudding was het gevolg en geduren
de drie lange weken vocht Marianne met on
eindige liefde en opoffering om het leven
van de kranke. Toen wa's ze genezen.
De man. die gedurende de heele ziekte,
twijgend rondgeloópen had, scheen overge
lukkig. maar hij zei Marianne geen woord
van dank.
„Dat komt nog." zei Marianne troostend,
toen ze Hons' teleurstelling zag, die al z'n
hoop op Marianne's hulpbetoon gesteld had-
Maar er kwam niets dan een vraag, hoeveel
Schmidt „juffrouw dokter" schuldig was.
Toen Marianne betaling terugwees, kwam er
een zending levensmiddelen, die in grootte
met een betaling overeenkwam.
Geen dank of groet was erbij.
De eenige die juichte over deze onver
wachte zending, was Heller. Worst en spek,
appelen en eieren, allee werd stuk voor- stuk
door hem gekeurd en wat hij er van kreeg,
met welbehagen genoten.
En ln zijn hart ontwaakte een
voe! voor die „Lieve, goede menschen", die
zoo goed voor zijn maag geweest waren.
Zonder Hans of Marianne te vragen, was
hij alleen naar Schmidt gegaan, om hen te
bedanken, misschien ook, om te zien, of
er „nog meer" zou zijn. Of het echtpaar
Schmidt nu dacht det hij gestuurd was of
dat het altijd vriendelijke kereltje hun har
ten gewonnen had met zijn cmbovengen ver
■trouwelijkheld, in ieder geval nooddgden
ze hem uit om nog eens weer te komen. En
hij kwam graag. Er ging geen dag voorbij,
zonder dat Heller naar „zijn vriend Schmiilt"
ging.
Hans had het niet willen toestaan. Maar
de Schmidt6 waren lief voor Heller, dat was
niet tegen te 6preken en Marianne stond er
borg voor, da hij daar niets slechts zou lee
ren.
„Je moet dat niet verwisselen," had ze do-
ceerend gezegd, „een ware Christen cn een
fatsoenlijk mensch" dekken elkaar we.,
maar daarom behoeft nog niet leder fat
soenlijk men6ch een christen te zijn- En
de Schmidts zijn fatsoenlijke rnenschon,
nooit heb ik een leelijk woord bij hen ge
hoord, zoolang ik bij hen geweest ben.
I Laat Heller er maar gerust heertgaan. Mis-
schien geeft God ons zoo wel een open
deur om ze te winnen. Je had je zoo mooi
voorgesteld, dat mijn verpleging hen zoo
winnen, maar God laat Zich geen program
voorschrijven."
„Ach wat," bromde Hans, „aJs vrouwlu:
beginnen met theorctieeercn."
Maar Marianne liet hem brommen, zoo
iets nam ze niet rtioer zoo zwaar, omdat ze
wist hoe het gemeend was, en Heller gjng
door met z'd visites.
Ergerde hem dat nu? Hij was toch altijd
een vroolijk mensch geweest en nu was hij
vaak zoo ongeduldig en humeurig. Wat
was het toch? Het was Lange's schuld. Die
had hem op dwaze gedachten gebracht
Hij was tegen Marianne niet meer onbe
vangen. zoo deugde hun heele samenzijn
niet meer. Lange cn Marianne moesten
zich verloven. Dan wiet men tennvnste
waar men aan toe was. Zou Lange een
blauwtje loopen? Het was hatelijk tegen
over zlin vriend, zoo te denken. ja, a'16
hij eerlijk was, het in het diepst van z'n
hart zelfs te wenschen- Maar, het zou toch
kunnen. Zou hij haar don vragen?
Maar hij had bij zichzelf uitgemaakt, dat
'hij niet meer wilde trouwen, dat hij geen
under op Ruths plaats zou kunnen zien
Doch bij Marianne was dat iets heel anders
Ze kwam im 't geheel niet op Ruth's plaats,
ook niet wanneer ze zijn vrouw werd.
Hij had vroeger wel eens een klein beet
je overeenkomst tusschen hen gevonden.
Dat begreep hij nu niet meer. Deze ovureen
komst moest wel alleen uiterlijk geweest
zijn, dat hij deze bij nader leeren kennen
niet meer zag.
Marianne had eens gezegd dat ze van
Ruth gehouden had zooals de werkdag van
den Zondag hield. Dat was aardig gezegd.
Als de Zondag was ze, zoo licht en zorge
loos. En Marianne had zeker niets al'e-
daogsch, maar he tpaete bij haar, ze was
als de frissche, bedrijvige werkdag.
Ruth had voor niets belangstelling ge
had dan voor hem en de kinderen. Ze ont
dekte bij de menschen waarvan ze hield,
altijd wat interessante. Als hij slager ge
weest was. dan had ze Zich voor mest en
voer geïnteresseerd-,
Zoo was Marianne niet Ze bleef altijd
zich zelf. Ze zou nooit geheel in een ander
kunnen opgaan. Ze zou altijd haar eigen
belangen, haar eigen inzichten behouden,
maar juist dat leek hem een schitterende
aanvulling van zich zelf.
Dan ontbrak haar die zonnLge opgewekt
beid, die Ruth had gehad. Ze was vroolijk,
maar ze lachte de zorgen niet weg, gelijk
Ruth deed, maar ze probeerde ze uit den
weg te ruimen of er tegen te vechten.
Nooit kon Marianne voor hem worden,
wat Ruth voor hem was, een zonnestr;
die God hem zond. Maar zijn kameraad
zou zij zijn, in nood en dood, zijn kameraac.
die hij van ganscher harte lief had.
Hij hield het niet meer uit. Aan deze
z kerheid moest een eind komen. El
morgen reed de Neuendorfsche melkwagen
naar het dorp van Lange. Die had al vaak
berichten aan Lange meegenomen en het
antwoord weer mee teruggebracht.
Hij nam een kort besluit, ging aan /.Jjn
bureau zitten en schreef aan Lange ->f hij
Marianne nu eindelijk van een en ander in
kennis mocht stellen- langer wachten .->ek
hem doelloos, daar zij hem intusschen
doende had leeren kennen.
Hij stak het briefje in een envelop
bracht het zelf naar de melk.'rij waar
melkwagen afreed. Toen hij terugkwam,
werd hij met luid gehuil ontvangen. Heller
huilde jammerlijk, terwijl Marianne ver
geefs trachtte om hem te troosten.
„Wat is er aan de hand?" vroeg Hans
„Ach, heelemaal niets," zei Marianne,
half geërgerd, half verlegen, „Heller is bij
Schmidt van de sofa gevaJJcn toen hij er
eerst op rondgedanst heeft, en heeft nu een
buil gekregen."
„Dat komt er van, we hadden er hem
ook niet heen moeten laten gaan."
„Dat bad ergens anders ook kunnen ge
beuren."
„Als het maar geen hersenschudding
wordt."
„Men moet niet altijd direct het ergste
denken," meende Marianne," „ik breng hem
nu eerst naar bed en dan zullen we ver
der zien."
Maar het was een hersenschudding. Hel
ler lag stil en bleek in z'n bed. Marianne
deed aan zwijgzaamheid en bleekhead voor
hem niet onder-
Hans leed er onder. „Maak je zelf toch
geen verwijten." smeekte hij haar. „Je hebt
werkelijk gelijk als je zegt dat het overal
toch had kunnen gebeuren."
„Verwijten maak ik me niet, ik zou voor
de tweede maaj niet anders handelen, maar
het is zoo verschrikkelijk, die kleine kerel
zoo stil en bleek Ln zijn bedje te zien lig
gen."
„Houd je het voor gevaarlijk?"
„Neen, gevaarlijk i6 het zeker niet Zoo
God wil, is hij morgen bui-ten gevaar."
En werkelijk was het zoo. Na twee, drie
dagen zat hij weer op in bed en 6peelde en
zong. F.n ook Marianne's stem klonk weer
vroolijk door het hu's.
De brief met het antwoord van Lange
had ongeopend op Hans' bureau gelegen,
nu opende hij hem.
Hij was kort, maar beslist.
„Vraag Marianne voof me, alsjeblieft
Gegroet Lange*"
Maar Hans had er den moed niet toe.
Eerst docht hij d-e onzekerheid niet te kun
nen dragen en nu leek hem de zekerheid,
Marianne te verliezen, nog veel zekerder.
Nu. er zou wel een geschikt oogenblik k.i-
men waarop hij met zijn vraag voor den
dag zou komen.
Zoo deed ieder z'n werk en iets onuitge
sprokens stond tusschen hen in.
In heit dorp gingen intusschen de vreeeo-
lijkste geruchten over de ziekte van He Ier.
Hij zou reeds op sterven liggen. Ook aan
de Schmidts werd het nieuws direct over
gebracht. Een geweldige angst overviel lie
beiden, en Schmidt deed, wat bij nog nooit
gedaan had, hij liep naar de pastorie zoo-
als hij er op dat oogenblik uitzag. An mi
loos kwam hij bij Hans binnen. Hij wisch-
te zich verlegen het zweet van z'n voor
hoofd en bracht met moeite^ uit
„Ik wilde enkel even naar de kleine vra
gen. Wij mogen hem zoo dol graag. En k
weet nog van dat geval met mijn vrouw,
wat dat beteekent: hersenschudding-"
„Gaat u zitten, meneer Schmidt," z->i
Hans vriendelijk. „Om de kleine jongen be
hoeft u zich niet bezorgd te maken. Mor
gen mag hij ai weer opstaan."
Toen liepen den man de tranen van
blijdschap uit de oogen. „Wij houden ook
zoo veel van den jongen," herhaaJde hij
nog eens snikkend, „en ik had willen vm-
gen of dominé hem weer spoedig wilde
sturen. Wij zullen ook beter oppassen."
.Hans beloofde het en ging met hem naar
buiten. In de deur keerde hij zich nog een
maal om en zei: „En ook wilde ik u nog
zeggen, dat u ons een goed mensch schihit
„Wat bedoelt u daarmee?" vroeg Hans.
„Nu", zei hij, „dat u werkelijk gelooft ua
u predikt en dat u werkelijk een hart hebt
voor arme menschen. Wanneer u het goel
vdndt, wil ik graag eens op de club komen
Tot ziens, wel bedankt en de groeten aan
den kleine."
Toen dé stappen van Schmidt wegge
storven waren, riep Hans in de vreugrh
zijns hartens luid naar Marianne. Alle be
vangenheid wo6 weg, zoo blij was hij.
Ze kwam en ging met hem mee Ln de
kamer- „Wat is er?"
„Schmidt was hier. Je hebt gelijk gehad
Onze Heller is Gods werktuig geweest. Hij
is wel geen christen geworden, maar hij
heeft achting voor het christendom gek
gen. en dat is veel. Wat ben ik blijI
Ziin hand g'ng spelend naar Lang-i's
brief, die op de tafel lag, zonder dat hij
het zich bewust werd.
Marianne's oog viel er op. „Wat schrijft
Tjjnge?" vroeg ze.
Mans schrok op. „Wat T/inge schrijft?"
Hij kreeg een rood ho-ofd. „Zeg eens, -Ma
rianne," vroeg hij bruusk, „mag je hem
graag?".
.Als mensch? Zeer."
„Enals man?"
„Om te trouwen? Ik zal nooit trouwen."
Hans kreeg het benauwd „Waarom niet?"
„Omdat ik zulke hooge eischen 6tel, dat
1 njet te bevredigen zijn."
„Maar Lange is toch een prachtmensch,
ik uiterlijk sympathiek en hij heeïl je
heel ll-ef-"
..Dat weet ik." zei ze ernsdg, „en ik weet
ook. dat het geen kleinigheid is. zulk i-en
groote liefdé terug te wijzen. En toch kan
ik njet."
„Houd je misschien van een andor?"
vroeg hij schuchter.
„Misschien."
„Fn?"
.J>ie wil mij niet," zei ze glimlachend,
..want hij wil me aan een ander geven. En
.k geloof ook niet, dat zijn heele ha.'t mij
toebehoort." Haar oogen stonden vol tra
nen.
Hans sprong op en liep op haar tre.
„Lieve Marianne, ik moest immers eerst
voor Lange vragen, dat was vriendenplicht
En het doet mij ook bitt-er, bitter leed voor
hem. Wanneer ik het was, due je verliezen
moest...;.. Maar'Marianne, dat is toch.
niet waar, wat jc zegt, Marianne, lieve Ma-
rianne, ik breng je ook een geheel hart
Ruth was da liefde van m'n jeugd, nr, ik
kan en vil die niet verge.en. Maar de lief
de van mijn mannenjaren behoort .iou al
leen."
Hij trok haar naar zich toe. „En nu b.ijf
je altijd bij mij, m'n goede kameraad."
Ze lachte onder tranen. „Ja Hans, en
met Gods liulp wil ik een goede mo-der
voor je kinderen zijn en voor jou een trou-
wp hulpe. God geve bij het willen hot vol
brengen."
Er werd geklopt. Het was om den super
intendent te doen. Hij ging de kamer uit
en hij had het gevoel alsof hij uit de kerk
kwam. Met dit verschil, dat degenen die
in de kerk geweest waren, dachten voj«--
loop'g weer genoeg gezongen cn gebe 1<-n te
hebben, terwijl men hier met to ven en dan
ken pas begon.
EINDE.