Iiaal\/an\4ndaacj r WOENSDAG 4 FEBRUARI 1931 DERDE BLAD PAG. Q CHINA IN 1930 Het groote Chineesche rijk verkeerde ge durende het afgeloopen Jaar irs groote on rust. Burgeroorlog en bandletenwezcn ma ken allo regelmatige ontwikkeling van 't po litieke en economische leven onmogelijk. Bi ja niets waaraan het arme Chineesche mil- iloenenvolk zoozeer behoefte heeft als aan rust en vrede. Maar het jaar 1930 heeft Chi na daarvan niet veel gebracht. In Nanking is sinds de val van Peking «en gouvernement gevestigd, dat de preten tie heeft de regeering van China te .zijn Het is het gouvernement van de Kuomin- tang-partij Dezo partij regeert met ab solute uitsluiting van allen, die njot tot haar behooren. Alleen leden der partij heb ben het stemrecht en ziln ln staatsambten benoembaar, liet doel is alzoo de eenheid van China op een stevige basis te grondvesten. Opperbevel hebber van de troepen van dit zoogenaamd Nationale Gouvernement en te vens president van do republiek is de heer Chiang Kai-shek, die in October LL Christen geworden en gedoopt is. Gedurende bijna hot geheele joar 1930 was hij in oorlog met de verbonden gouverneurs der noordelilko gewesten, n.l. generaal Feng Yu-hsiang (van de provincies Honan en Shensi) en generaal Yon Ilsi-shan (van Sliansi). Deze beide zijn de groote tegen standers van de Kuomintong-partij, wier tirannie en corruptie zij niet willen verdu ren Chiang Kai-shek zegt de verkwisting van de volksenergie door de burgeroorlog te be treuren, maar de Partij moet het op pergezag hebben, daar anders de repu- Lllkeinsche regeeringsvorm niet gewaar borgd is. In April maakte generaal Yen Hsl-shan zich meester van Tientsin en berichtte aan de gezantschappen der vreemde mogendhe den in Peking, dat hij op strafexpeditie ging tegen Chian Kai-shek. Zijn invloed nam gerindlg toe: ln Juni was hij feitelijk beheerscher van een groot deel van China en ln Augustus vormde hi' een voorloopige regeeringsraad, waarvan hij het voorizltorschap bekleedde. Toen opeens veranderde het tooneel. F,en pnar dagen daarna verscheen n.l. generaal Chang Hsueh-llang. gouverneur van Mants- joerije met een sterk leger en beval met dra matlscli gebaar de strijdende generaals on middellijk de wapeDP neer te leggen en vre de te sluiten en zette aan deze eisch kracht bij door de bezetting van diverse sterke plaatsen in Noord-Chlna. Beide partijen .Noord en Zuid vroegen nu. schijnbaar vredelievend, om zijn bemidde ling. Zijn politieke pvertuiging kwam het meest overeen me die der verbonden nooi delijkon. Hij sprak het dan ook uit: de ovei- heersching door één partij moest uit zijn en een constitutioneels regeering moest worden gevormd. Toen hij echter opperbevelhebber was ge worden van al de noordelijke strijdkrachten •n daarbij de belofte had afgelegd gee:. Kuomintang-organisatie ln dezo gewesten toe te laten doot hl) zich bfl haar tan In October waren de 2 noordelijke gene- pials nu verslagen en hun troepen ver- j «trooid. Aan het einde van het Jaar geleea het er veel op, alsof de burgeroorlog tus- seben Noord en Zuid had opgehouden. D« tijd zal 't moeten leeren of dit werkelijk no is. Maar dat beteekent nog lang fee n vrede voor China. Een andere worsteling duurt voort In Canton Is het centrum der communisten, die het gouvernement van Nanking nooit heb ben erkend en door dat gouvernenjent tot nog toe niet konden worden bedwongen. Do roodo legers, In bond met tal van bandieten-benden, ver woesten sommige streken, plunderen, moor den cn plegen allerlei gruwelen. Ze ten-on weren de bevolking en verslaan gemakke lijk de slappe tegenstand der regeeringt» troepen, die per ongeluk met hen ln bot sing kortten. Deze roode troepen zijn verantwoordelijk voor de vele gevallen van wegvoering, ge vangenschap en moord van zen del in gen en Christen-Chineczen. Tal van zende lingen, zoowel mannen als vrouwen, zijn gevangen genomen ln de hoop op losgeld. Verscheidene zijn in de gevangenschap van ontbering en ellende omgekomen. Dit geldt zoowel van de Katholieke missie als van de Protestantsche Zending. Changsa, de hoofdstad der provincie Ru- nang, werd ln Augustus door de roode troepen bezet, gedeeltelijk verwoest en een deel der bevolking doodgeschoten. De staa Kiangsi heeft verschrikkelijk geleden: 8230O Chineezen werden er vermoord. Een massa slachting had ook plaats in Lihsien. Gemengd Nieuws. Van particuliere zijde ontvingen we nog een tweetal foto's ln verband met de laatste Mcrapi-uitbarsttng. Hierboven ziet men twee Javaansche vrouwen (de rechtsche draagt een kind op haar rug), die door de lahar overvallen werden. De voeten vol brandwonden honden ze niet meer loopen en kropen over den weg. Zoo werden ze opgepikt door de Roode Kruis-soldaten. Tegenover het buitenland houdt het Na- tionale-Gouvernement zich groot: deze dingen zijn maar stuiptrekkingen, laatste krampen van verzet. Maar uit de Sovjet-pers blijkt wel, dat de toestand hoogst ernstig is en overweldiging van de Nation-regeerin* op den duur volstrekt niet uitgesloten. Geheelo provincies worden door deze roo de troepen beheerscht Aangevoerd worden ze vaak door jonge studenten, en wanhopig geworden boeren worden geprest zich bij hen aan te sluiten. Geen wonder, dat door heel China gevoeld wordt, da de Nation-regeoring onmachtig is hetere toestanden te scheppen. De burger oorlog en het bandietenwezch, nog verer gerd door overstroomingen. schiepen on houdbare toestanden: hongersnood heerscht in vele streken. De toestand, in Shansi. Shensi en Kansu wordt beschreven als «en afschuwelijke nachtmerrie. Onge veer 3 of 4 millioen van de 6 millioen in woners dezer provincies zijn reeds de hon gerdood gestorven of van kou cn ziekte be zweken. De rest der bevolking leeft in hoop- looze vertwijfeling. Het buitenland beeft fondsen verzameld om de hongersnood te lenigen. Ook in Chi na zelf Is geld bijeengebracht. Het China Internat Hongersnood-Comité beheert af pelden. Ook de zendelingen ln de hongers- noodgehieden ontvingen gelden, die ze ln hun omgeving aanwenden. Een pestepidemie teisterde ln Sep tember de provincie Noord-Shcnsl. Geheela dorpen stierven uit Ook In de opium-kwestie Is het Gouverne ment van Nanking onmachtig. Het wil wel de verbouw en het gebruik van de opium tegengaan, maar kan zijn bevelen niet hand haven. Waar dit wel het geval Is, zooals In Mandsjoerijo, Foeklen en Anhurel, noemt het gebruik sterk af. De Volkcnbonds-com- missie tegen opium-gebruik werd ech ter In China niet toegelaten en betrouwba re opgaven .over productie en uitvoer zijn niet te geven. Maar beide moeten onmetif 1 ij k zijn. Geweldige voorraden worden soms in beslag genomen. Een surrogaat voor 't opium-gebruik vindt de Chinees In 't gebruik van allerlei nar cotische middelen, ale morphine, die via Japan en Engeland worden ingevoerd Dit is even erg als de opium. In Mands- joerije Is morphine thans goedkooper* dan opium en zijn tienduizenden er aan ver slaafd. Het gouvernement deed ook pogingen om de economische toestanden te verbeteren en de volksontwikkeling te bevorderen. Ver scheidene plannen werden aangenomen, maar de uitvoering laat op zich wachten. O a. voor de uitbreiding van de visch-indus- trie. voor hydro-electrische werken, voor de rivier-scheepvaart Maar alles blijft op pa pier. Ook tegenover de slavernij schoot de arm van het gouvernement te kort Hoe lang zal de Nanking-regeering het nog uithouden? Overal voelen de volkslei ders, dat er verandering moet komen. Ook die van Zuid-China. Het democratisch be sef groeit en verzet zich tegen deze partij- regeering. Openlijke aanklachten zijn inge diend wegens omkooping en corfuptle in de regeeringskringon. Een wetsontwerp, een soort grondwet, werd door den minister van industrie, dr. H. H. Kung. aan de Centrale politieke Haad aangeboden, die een reëele waarborg voor vrijheid van geweten, druk pers en vergadering inhield en verschillen de andere hervormingen. De Centale Ruad nam het wel aan, doch het Uitvoerend Be wind verwierp het, als niet overeenkomende met de uitgesproken bedoelingen van Sun Yat-Sen, de vader der republiek. Ook de Zending ondervindt In hooge mate de druk van deze regeering. In de scholen is het godsdienstonderwijs verboden. Een ver zoek in Juli 1.1. door 12 Chin. Kerken inge diend, om vrijheid voor 't godsdienstondei wijs, werd afgewezen omdat de godsdiensti ge denkbeelden to abstract zfjn cn huiten de opvoedkundige theorie vallen. Chineesche studenten, die in 't buitenland willen gaan studeeren, krijgen geen paspoort als blijkt dat er roligieuse drijfvecren in het spel zijn. En in Nanking zijn de godsdienstoefeningen door de politie verboden, met de bedoeling om ..het bijgeloof' te onderdrukken. Niettegenstaande dit alles zijn er 5500 zen delingen in China op hun post. Ook onder verdrukking en vervolging gaat het Evan gelie voort en houdt God Zijn werk In stand. d. H. v. G. (Ontleend aan the Int. Review of Missione.) ZANGCONCOURS TE ZEIST. Door .dén Ring Utrecht van den Bond van Ghr. Zangveree ui gingen in Utrecht is een Nat. Zangconcours uitgeschreven tegen Woensdag 29 en Donderdag 3C Juli a.s. te houden in het Walkartpark te Zeist, dat daartoe door den Gemeenteraad bereidwillig werd afgestaan. Ongetwijfeld zullen weder vele Verecni- gingen deze gelegenheid aangrijpen, om zich met elkaar in vredigen strijd te meten, en om het schoone Zeist tovens te bezoeken. De inschrijving staat open voor Gemeng de-, Mannen-, Damca-, en Kinderkoren, tot 1 Mei 1931. Het adres van den secretaris is: de heer J. Pomstra, Bothalaan 7, Zeist ERNSTIG AUTO-ONGELUK Men meldt ons uit Helmond: Onder Bakel heeft een ernstig auto-onge luk plaats gehad. De heer V. uit Oploo bracht per auto eenige kennissen naar het station te Helmond. Onder de gemeente Ba kei wilde hij een andere auto passeeren. juist toon van de tegenovergestelde richting een auto kwam aanrijden. Door het sterke remmen slipte de auto van den heer V.. raakte in de sloot langs don weg, en kan telde. De van Helmond komende auto reerl aan den anderen kant van den weg even eens in een sloot. Door spoedig opdagende hulp werd V. onder den wagon vandaan ge haald.- Hij had een hersenschudding beko men en twee ribbon gebroken. Van de vier overige inzittenden word een dame uit Vianen eveneens ernstig gewond. Haar ge bit was stukgestooten, terwijl zij een rib benfractuur opliep. De beide ernstig gewonden zijn naar hei ziekenhuis te Helmond overgebracht De erg gehavende auto werd in beslag ge nomen. DOOR EEN AUTO AANGEREDEN Door de marechaussee te Vaals is op de». Rijksweg te Gulpen in bewusteloozen toe stand aangetroffen de 73-jarige K.. die door een auto was aangereden. De toestand van den gewonde was zoo ernstig, dat overbrenging naar het zieken huis Calvariënberg noodzakelijk werd ge acht OP VRIJE VOETEN GESTELD De winkelier A. W. .D. te Middelburg, die op 18 Januari werd aangehouden, als ver dacht van brandstichting in zijn woning op dien datum, is Zaterdag op last van de rechthank op vrije voeten gesteld. H. M-, uit Terneuzen. die zich te Mid delburg in voorloopige hechtenis bevond, als verdacht van poging tot doodslag op majoor van de Rijksveldwar.ht in 't jacht veld te Zaamslag. is uit die voorloopige hechtenis ontslagen. JRAM ONTSPOORD Te Weddérveen (Gron.) ontspoorde een wagon der stoomtram Oostelijk-Groningen, waarin werklooze arbeiders naar Jisping- huizen werden vervoerd. Er was alleen eenlg oponthoud. 11 c l-v wat WiIsJ]1 DOOR DE LAHAR INGESLOTEN De Goenoeng Merapi had zijn vreeselijk werk getiaan. Uit zijn binnmste vuurhaard had hij met geweldig gerommel groote mas sa's lava en vuur uitgebraakt en langs zijn hellingen verwoest en verteerd wat zich be vond in do bedding die de lavastroom volg de. En tegelijk met de lava kwamen de gul pen lahar, de vurige modder, beweeglijker nog dan de lava, maar niet minder gevaar lijk. Als cén lawine, met een snelheid van een 30 K.M. per uur, soms nog meer, kwam de doodelijke modderbrij aangestuwd, stond er een boom in den weg, hij werd omringd de hitte deed het gebladerte verschroeien, verschrompelde de bast, en na een oogen- blik stak een naakte doode stam als om hulp smeekend zijn naakte armen in de lucht Stond er een huis in den weg dan hoopte eerst de stroom er zich tegen op; was het zóó stevig gegrondvest, dat het standhield, dan zag men na een oogenblik de lahar om de hoeken heenkomen en als een gesplitst en stroom zijn weg vervolgen. Wat in het huis brandbaar was verkoolde; en na een oogen blik stortte het in elkaar en verhoogde de ellende, die over het bloeiende landsohap kwam. En soms nam de stroom een geheel onverwachte wending en wee dan, wie zich veilig gewaand hadden. Ach, was het zoo ook niet gegaan met de beide vrouwtjes wier namen niet tot ons ge komen zijn. maar die toch onze medeschep se!en, onze medemenschen zijn. Ze hadden DIE NIET MEER VLUCHTEN KONDEN zich zoo veilig gewaand. Zeker, ze zagen ook j den afgebracht stroom, de eenige kans om het leven er af te brengen. En elk oogenblik werd o'e vurige laag hooger. Hoe eor hoe beter h?t gewaagd. En ze stormden vooruit de arme vrouwtjes. O, die eerste aanraking met de kokend hec-te modder! Zc gilden het uit van de pijn! Maar ,-oort moesten ze. Elke secon de van dralen kon noodlóltig zijn. Eri zoo sprongen ze mot uiterste krachtsinspanning, telkens zoo ver mogelijk vooruit, om dan weer tot aan de enkels weg te zinken in den onbarmhartigen modderpoel. Een paar omstandigheden waren hun gunstig. Niet zoo heel ver voor hen uit verhief de weg zich weer en was de grond begaanbaar. En dan: de stroom was nog niet dieper dan de enkels en hier en daar stak nog een steen of een hoop aarde boven de lahar uit. Daar op te springen gaf althans eenige verade ming, al was het nog zoo heet, ook daar. Nog een paar sprongen en ze waren aan de overzij, op den hooger gelegen weg. Maar nu waren ook hun krachten uitgeput. De moeder legde even het kind neer. Het was- ongedeerd. Maar haar eigen voeten en die van haar vriendin waren beritókt met brand wonden en blaren. De pijn was verschrikke lijk en bijna niet te dragen; geen enkel mid del hadden ze om hun lijden te verzacht -n. En ze moesten nog verder, ver weg van het tooneel van de ramp. Loopen konden ze niet meer. En toch was er in hun hart e^n blij gevoel, omdat ze het leven er althans had- de zon verduisterd door de opstuivende asch- wolken; ze wisten, hoe daar gansche kam pongs en dessa's werden weggevaagd van J den aardbodem; ze hoorden het rommelen van den berg; ze zagen 's avonds den bla- kenclen vuurgloed boven den krater en de opvliegende vurige eruptie-stoffen hoog de luqht ingeslingerd met titanisohe krachten. Doch waarom zouden ze vluchten? Het ge vaar was ver weg. En ze hadden hier hun huisje en hun sawah. Waar zouden ze heen gaan en waarom? 't Was toch veilig hier! Zoo dachten ze, tot ze opgeschrikt werden door wilde kreten: „de lahar! de lahar!" toen hoorden ze verbijsterd van sohrik, dat de laharstroom zich onverwacht in een zij ravijn had gestort en dat hij nu den weg be dreigde, die hen met de veilige vlakte ver derop verbond. Radeloos stonden ze! En toen kwam de zucht tot levensbehoud boven. Iets van de weinige waardevolle bezittingen was gauw bijeengepakt en de een legde het op haar schouders*, en de kleine jongen werd haas tig in een slendang gewikkeld en de moeder bond hem op den rug. 't Was alles het werk van een oogenblik geweest, en tochnie mand anders was meer te zien. Alléén wa ren de vrouwtjes op d'an vreeselijken weg. Hoe klonken hun de geluiden van den berg nu veel angstwekkender! En wat werd de da gelijksche hitte, waaraan ze gewoon waren, nog verhoogd, door de nabijheid van den gloei enden stroom! De wind voerde den gloed en de smook van het smeulende land schap naar hen tow. De adtemihaling werd zoo moeilijk. Maar ze moesten voort, voort! Ze kwamen te laatl Terwijl de hitte toenam en het scheen als of de grond onder hen Ln vuur stond, be merkten ze met ontzetting, dat de lahar den weé reeds bereikt had. Ze waren ingesloten afgesneden van het veilige grondgebied. Voor overleg was geen tijd. Blijven beteekende den dood. Voortgaan door den gloeienden Ze gevoelden nu nauwelijks meer de hitte en ze merkten niet meer dc smart. Zei leefden en waren althans voorloopig gered! veinige waarmee ze gekleed waren scheurden ze stronken af en daarin wikkel- hun bloedig verwonde voeten. En toen nam de moeder haar kind weer op, en begaven de vrouwen zioh dapper weer op weg: kruipend op handen en voeten over den ruwen weg, telkens voorzichtig de knieën neerzettend en de voeten zoo hoog mogelijk optrekkend, om ze niet te stooten. En bij de pijn en het leed om alles wat ze hadden moeten verlaten, voogden zich nu de kwellingen van honger en dorst Hoe lang ze we] voortgeloopen waren wis ten ze biet te zeggen, toen zo eindelijk wer-- den gevonden door de militairen die uitge zonden waren om te helpen en te redden. Heerlijk vredeswerk van deze wapendragers! Zoo kwamen de vrouwtjes ten slotte te recht in een van de ruime en luchtige zalen van het Petronella hospitaal, dat de Geref. Kerken te Djocja onderhouden, En daar werden ze verzorgd en verpleegd zoo goed het maar kon. En ze hoordien daar van nog zooveel andere ellende. Van den. man, bijvoorbeeld, die op een naburige zaal lag, ook met brandwonden en die zijn vrouw en zeven kinderen verloren had, ook door de lahar overvallen. Zelf had hij hen opgezocht en de levenlooze lichamen althans gebor gen. En ze hoorden van dien anderen man, die, al vluchtende, zijn kind had latan val len in do lahar. Hoe wanhopig hij was, hij had de arme kleine niet meer kunnen red den! Toen begrepen de vrouwtjes, dat er nóg grooter en dieper smart was dan de hunne en het Woord, dat ook hun gebracht werd van Hem, die zondaren zoo lief had, dat Hij Zijn Eeniggeboren Zoon voor hun behoud overgaf tot den dood des kruises, hoorden ze rustiger en met meer belangstelling dan voorheen. Radio Nieuws. We hebben veel geleren van de verschrikkingen, die de Merapi-uilbarstlng over duizen den bracht. Bovenstaande foto laat ons leis van de ellende zien. Hier woonde eens een echtpaar met zeven kinderen. De moeder mei haar kroost werd door de lahar overvallen en allen stierven een verschrikkelijken dood. Terwijl hij veel brandivonden opliep kon de man er slechts in slagen zich meester te maken van de lijken van zijn vrouw en kinderen. door Dc. P. Boendormaker, Evang. Luth. Fred, te Hilversum. 2 TUdseln. 2—2.15 Gramotoon. 2.153.16 Cursus Trasle handwerken, te geven door mej. G. Ably, Leerares Uooteche Industrie- en Huishoudschool. te Hilversum. 3.153.46 Vrouwenhalfuurtje. Leidster: Mevr. J. C. van Amstel—van Löben Seis. SDreekster: Mevr. K. de VriesBrandon. Onderwerp: ..Als moedor ziek te". 3.464 Verzorging van den zender. 4 TUd seln. 46 Zlekenuurtje, te lolden door Ds. V. G W L "Röder, Ned. Herv. Predikant te Laren- Icum. Muzikale medewerking verleenen. J H. Smit Duyzentkunst bariton en harmonium H. Smit Duyzentkunst. harmonlumbegeicidtng. 5 TUdseln. 66.30 Gramoroonplaten-intermezzo. 5.30—6.30 13e Chr. McderenuurtJe, door Johannes de Heer. 6.306.45 Gramoroon 6.467 Curau» knippen en etofversleren, door Instituut ENS Al Ij 7 TUdseln. 77.30 Causerie over: De Kanarleteeli den heer A. Bartele te Breda. 7.308 Gra- jon. 8 TUdseln. 8—ip.80 Uitvoering van ,.i#t ziek. 1.302 Gramoroon. HILVERSUM (1875 M.) AVRO. 30.01—10.15 Morgen wUdlng. 10.30— 32 TUdseln. 12.30—2 Concert. 23 ■voor de vrouw. 2.308 Verzorging v der. S4 Naaicursus. 45 Zlekei Muziek te Amsterdam. 6—6.30 Sport 8.15—9.15 AVRO-Kai t in het Gebouw o-Tooneel. 9.1o— leiding van Bei FEUILLETON LIEF EN LEED IN DE PASTORIE door BRIGITTE Werkmeester Schmidt wee de eenige die hem vijandig gezind was en het bleef. Hij kwam op geen enkele vergadering van den Semeenie-kerkeraad en kwam ook niet in e kerk. Wanneer Hans hem wilde bezoe ken en hij probeerde het teikens weer. was hij stellig „even uitgegaan." Overigens viel op den man niets te zeggen HIJ was vlijtig en had met z'n vrouw een goed hu welijk. hetwelk tot groote spijt van beiden, kinderloos bieef. Hoe had Hans ln het gebed om deze menecta gewonsteld! Eindelijk scheen God »ie verhooring te geven. Marianne weid bij Schmidt geroepen, om dat de vrouw van de trap gevallen was en bewusteloos was blijven liggen. Een zware hersenschudding was het gevolg en geduren de drie lange weken vocht Marianne met on eindige liefde en opoffering om het leven van de kranke. Toen wa's ze genezen. De man. die gedurende de heele ziekte, twijgend rondgeloópen had, scheen overge lukkig. maar hij zei Marianne geen woord van dank. „Dat komt nog." zei Marianne troostend, toen ze Hons' teleurstelling zag, die al z'n hoop op Marianne's hulpbetoon gesteld had- Maar er kwam niets dan een vraag, hoeveel Schmidt „juffrouw dokter" schuldig was. Toen Marianne betaling terugwees, kwam er een zending levensmiddelen, die in grootte met een betaling overeenkwam. Geen dank of groet was erbij. De eenige die juichte over deze onver wachte zending, was Heller. Worst en spek, appelen en eieren, allee werd stuk voor- stuk door hem gekeurd en wat hij er van kreeg, met welbehagen genoten. En ln zijn hart ontwaakte een voe! voor die „Lieve, goede menschen", die zoo goed voor zijn maag geweest waren. Zonder Hans of Marianne te vragen, was hij alleen naar Schmidt gegaan, om hen te bedanken, misschien ook, om te zien, of er „nog meer" zou zijn. Of het echtpaar Schmidt nu dacht det hij gestuurd was of dat het altijd vriendelijke kereltje hun har ten gewonnen had met zijn cmbovengen ver ■trouwelijkheld, in ieder geval nooddgden ze hem uit om nog eens weer te komen. En hij kwam graag. Er ging geen dag voorbij, zonder dat Heller naar „zijn vriend Schmiilt" ging. Hans had het niet willen toestaan. Maar de Schmidt6 waren lief voor Heller, dat was niet tegen te 6preken en Marianne stond er borg voor, da hij daar niets slechts zou lee ren. „Je moet dat niet verwisselen," had ze do- ceerend gezegd, „een ware Christen cn een fatsoenlijk mensch" dekken elkaar we., maar daarom behoeft nog niet leder fat soenlijk men6ch een christen te zijn- En de Schmidts zijn fatsoenlijke rnenschon, nooit heb ik een leelijk woord bij hen ge hoord, zoolang ik bij hen geweest ben. I Laat Heller er maar gerust heertgaan. Mis- schien geeft God ons zoo wel een open deur om ze te winnen. Je had je zoo mooi voorgesteld, dat mijn verpleging hen zoo winnen, maar God laat Zich geen program voorschrijven." „Ach wat," bromde Hans, „aJs vrouwlu: beginnen met theorctieeercn." Maar Marianne liet hem brommen, zoo iets nam ze niet rtioer zoo zwaar, omdat ze wist hoe het gemeend was, en Heller gjng door met z'd visites. Ergerde hem dat nu? Hij was toch altijd een vroolijk mensch geweest en nu was hij vaak zoo ongeduldig en humeurig. Wat was het toch? Het was Lange's schuld. Die had hem op dwaze gedachten gebracht Hij was tegen Marianne niet meer onbe vangen. zoo deugde hun heele samenzijn niet meer. Lange cn Marianne moesten zich verloven. Dan wiet men tennvnste waar men aan toe was. Zou Lange een blauwtje loopen? Het was hatelijk tegen over zlin vriend, zoo te denken. ja, a'16 hij eerlijk was, het in het diepst van z'n hart zelfs te wenschen- Maar, het zou toch kunnen. Zou hij haar don vragen? Maar hij had bij zichzelf uitgemaakt, dat 'hij niet meer wilde trouwen, dat hij geen under op Ruths plaats zou kunnen zien Doch bij Marianne was dat iets heel anders Ze kwam im 't geheel niet op Ruth's plaats, ook niet wanneer ze zijn vrouw werd. Hij had vroeger wel eens een klein beet je overeenkomst tusschen hen gevonden. Dat begreep hij nu niet meer. Deze ovureen komst moest wel alleen uiterlijk geweest zijn, dat hij deze bij nader leeren kennen niet meer zag. Marianne had eens gezegd dat ze van Ruth gehouden had zooals de werkdag van den Zondag hield. Dat was aardig gezegd. Als de Zondag was ze, zoo licht en zorge loos. En Marianne had zeker niets al'e- daogsch, maar he tpaete bij haar, ze was als de frissche, bedrijvige werkdag. Ruth had voor niets belangstelling ge had dan voor hem en de kinderen. Ze ont dekte bij de menschen waarvan ze hield, altijd wat interessante. Als hij slager ge weest was. dan had ze Zich voor mest en voer geïnteresseerd-, Zoo was Marianne niet Ze bleef altijd zich zelf. Ze zou nooit geheel in een ander kunnen opgaan. Ze zou altijd haar eigen belangen, haar eigen inzichten behouden, maar juist dat leek hem een schitterende aanvulling van zich zelf. Dan ontbrak haar die zonnLge opgewekt beid, die Ruth had gehad. Ze was vroolijk, maar ze lachte de zorgen niet weg, gelijk Ruth deed, maar ze probeerde ze uit den weg te ruimen of er tegen te vechten. Nooit kon Marianne voor hem worden, wat Ruth voor hem was, een zonnestr; die God hem zond. Maar zijn kameraad zou zij zijn, in nood en dood, zijn kameraac. die hij van ganscher harte lief had. Hij hield het niet meer uit. Aan deze z kerheid moest een eind komen. El morgen reed de Neuendorfsche melkwagen naar het dorp van Lange. Die had al vaak berichten aan Lange meegenomen en het antwoord weer mee teruggebracht. Hij nam een kort besluit, ging aan /.Jjn bureau zitten en schreef aan Lange ->f hij Marianne nu eindelijk van een en ander in kennis mocht stellen- langer wachten .->ek hem doelloos, daar zij hem intusschen doende had leeren kennen. Hij stak het briefje in een envelop bracht het zelf naar de melk.'rij waar melkwagen afreed. Toen hij terugkwam, werd hij met luid gehuil ontvangen. Heller huilde jammerlijk, terwijl Marianne ver geefs trachtte om hem te troosten. „Wat is er aan de hand?" vroeg Hans „Ach, heelemaal niets," zei Marianne, half geërgerd, half verlegen, „Heller is bij Schmidt van de sofa gevaJJcn toen hij er eerst op rondgedanst heeft, en heeft nu een buil gekregen." „Dat komt er van, we hadden er hem ook niet heen moeten laten gaan." „Dat bad ergens anders ook kunnen ge beuren." „Als het maar geen hersenschudding wordt." „Men moet niet altijd direct het ergste denken," meende Marianne," „ik breng hem nu eerst naar bed en dan zullen we ver der zien." Maar het was een hersenschudding. Hel ler lag stil en bleek in z'n bed. Marianne deed aan zwijgzaamheid en bleekhead voor hem niet onder- Hans leed er onder. „Maak je zelf toch geen verwijten." smeekte hij haar. „Je hebt werkelijk gelijk als je zegt dat het overal toch had kunnen gebeuren." „Verwijten maak ik me niet, ik zou voor de tweede maaj niet anders handelen, maar het is zoo verschrikkelijk, die kleine kerel zoo stil en bleek Ln zijn bedje te zien lig gen." „Houd je het voor gevaarlijk?" „Neen, gevaarlijk i6 het zeker niet Zoo God wil, is hij morgen bui-ten gevaar." En werkelijk was het zoo. Na twee, drie dagen zat hij weer op in bed en 6peelde en zong. F.n ook Marianne's stem klonk weer vroolijk door het hu's. De brief met het antwoord van Lange had ongeopend op Hans' bureau gelegen, nu opende hij hem. Hij was kort, maar beslist. „Vraag Marianne voof me, alsjeblieft Gegroet Lange*" Maar Hans had er den moed niet toe. Eerst docht hij d-e onzekerheid niet te kun nen dragen en nu leek hem de zekerheid, Marianne te verliezen, nog veel zekerder. Nu. er zou wel een geschikt oogenblik k.i- men waarop hij met zijn vraag voor den dag zou komen. Zoo deed ieder z'n werk en iets onuitge sprokens stond tusschen hen in. In heit dorp gingen intusschen de vreeeo- lijkste geruchten over de ziekte van He Ier. Hij zou reeds op sterven liggen. Ook aan de Schmidts werd het nieuws direct over gebracht. Een geweldige angst overviel lie beiden, en Schmidt deed, wat bij nog nooit gedaan had, hij liep naar de pastorie zoo- als hij er op dat oogenblik uitzag. An mi loos kwam hij bij Hans binnen. Hij wisch- te zich verlegen het zweet van z'n voor hoofd en bracht met moeite^ uit „Ik wilde enkel even naar de kleine vra gen. Wij mogen hem zoo dol graag. En k weet nog van dat geval met mijn vrouw, wat dat beteekent: hersenschudding-" „Gaat u zitten, meneer Schmidt," z->i Hans vriendelijk. „Om de kleine jongen be hoeft u zich niet bezorgd te maken. Mor gen mag hij ai weer opstaan." Toen liepen den man de tranen van blijdschap uit de oogen. „Wij houden ook zoo veel van den jongen," herhaaJde hij nog eens snikkend, „en ik had willen vm- gen of dominé hem weer spoedig wilde sturen. Wij zullen ook beter oppassen." .Hans beloofde het en ging met hem naar buiten. In de deur keerde hij zich nog een maal om en zei: „En ook wilde ik u nog zeggen, dat u ons een goed mensch schihit „Wat bedoelt u daarmee?" vroeg Hans. „Nu", zei hij, „dat u werkelijk gelooft ua u predikt en dat u werkelijk een hart hebt voor arme menschen. Wanneer u het goel vdndt, wil ik graag eens op de club komen Tot ziens, wel bedankt en de groeten aan den kleine." Toen dé stappen van Schmidt wegge storven waren, riep Hans in de vreugrh zijns hartens luid naar Marianne. Alle be vangenheid wo6 weg, zoo blij was hij. Ze kwam en ging met hem mee Ln de kamer- „Wat is er?" „Schmidt was hier. Je hebt gelijk gehad Onze Heller is Gods werktuig geweest. Hij is wel geen christen geworden, maar hij heeft achting voor het christendom gek gen. en dat is veel. Wat ben ik blijI Ziin hand g'ng spelend naar Lang-i's brief, die op de tafel lag, zonder dat hij het zich bewust werd. Marianne's oog viel er op. „Wat schrijft Tjjnge?" vroeg ze. Mans schrok op. „Wat T/inge schrijft?" Hij kreeg een rood ho-ofd. „Zeg eens, -Ma rianne," vroeg hij bruusk, „mag je hem graag?". .Als mensch? Zeer." „Enals man?" „Om te trouwen? Ik zal nooit trouwen." Hans kreeg het benauwd „Waarom niet?" „Omdat ik zulke hooge eischen 6tel, dat 1 njet te bevredigen zijn." „Maar Lange is toch een prachtmensch, ik uiterlijk sympathiek en hij heeïl je heel ll-ef-" ..Dat weet ik." zei ze ernsdg, „en ik weet ook. dat het geen kleinigheid is. zulk i-en groote liefdé terug te wijzen. En toch kan ik njet." „Houd je misschien van een andor?" vroeg hij schuchter. „Misschien." „Fn?" .J>ie wil mij niet," zei ze glimlachend, ..want hij wil me aan een ander geven. En .k geloof ook niet, dat zijn heele ha.'t mij toebehoort." Haar oogen stonden vol tra nen. Hans sprong op en liep op haar tre. „Lieve Marianne, ik moest immers eerst voor Lange vragen, dat was vriendenplicht En het doet mij ook bitt-er, bitter leed voor hem. Wanneer ik het was, due je verliezen moest...;.. Maar'Marianne, dat is toch. niet waar, wat jc zegt, Marianne, lieve Ma- rianne, ik breng je ook een geheel hart Ruth was da liefde van m'n jeugd, nr, ik kan en vil die niet verge.en. Maar de lief de van mijn mannenjaren behoort .iou al leen." Hij trok haar naar zich toe. „En nu b.ijf je altijd bij mij, m'n goede kameraad." Ze lachte onder tranen. „Ja Hans, en met Gods liulp wil ik een goede mo-der voor je kinderen zijn en voor jou een trou- wp hulpe. God geve bij het willen hot vol brengen." Er werd geklopt. Het was om den super intendent te doen. Hij ging de kamer uit en hij had het gevoel alsof hij uit de kerk kwam. Met dit verschil, dat degenen die in de kerk geweest waren, dachten voj«-- loop'g weer genoeg gezongen cn gebe 1<-n te hebben, terwijl men hier met to ven en dan ken pas begon. EINDE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9