naai VjuA^ncJaaq
ZATERDAG 31 JANUARI 1931
nronr R| AD PAG 9
EERSTE KAMER
De wijziging der Gemeentewet met
2511 stemmen aangenomen
SANEERING DER SPOORWEG
PENSIOENFONDSEN
Vergadering van 30 Januari 1931.
Minister Kuys d
behandeling van de
In de Tweede Kaï
tak heeft afgecnaal
niet bijzonder In 1
Eerste Ka-
belangrijkste
De bcnoembi
wijl ook overigen)
:lge antl-rev. cn chr.-hlaiertachen
setjlgi
icht
n zijn
uk van
ienlng
den Kaad wijzigen, e<
oodlg zou zijn. Op 1
er thans weinig kans.
Wat' de door den heor Kranenburg betreu
de handhaving van de uitsluiting van di
krijgsman van het raadslidmaatschap bet re
bleek de minister het hier mot den heer Kr
nenburg niet eens. In de eerste plaats Is "t g
wenscht. de politiek zooveel mogelijk bult
het leger te houden, maar ook - -
moeilijkheden voordoen, wannei
van verschillenden rang elkander m
hekampten
Wat de benoembaarheid van de
mlllt&l
burger
de geschiktheid
doch niet
ding kon a
werp.
reft.
ilch collectief
lat de betro"
uUwoordlng
Het kan dai
doch dit 1
ctles zijn, w
n anders k
terschap nu
Raadslid vra-
ront «en zaak,
alden wethou-
at hot college
-dclijk acht, do<
als zoodanig
den Raad en
der politie Is hij aan dit college g<
woordlng schuldig.
uder individueel ter ver
Wat ten slotte de Inti
werking aangaat, het Is
mogelijk over te laten aa
regelingen zelf. De gedw
oerklng op te leggen.
Het ontwerp legt de vrijheid der gemeente
>esturen niet aan banden, al otelt het waarbo
fen tegen ongebondenheid.
Met eenlge
sullen worden benoemd.
Daarna spraken nog de hoeren KRANEN
BURG (V.D.). RINK (Lib.). die verklaarde,
dat «IJn fractie de door het ontwerp gebrach
te verbeteringen wenscht te aanvaarden, en v.
LAN9CHOT R.K.).
dat de Raad den burgt
logenheden. bij'
RUTS, dupllceerend, antwoordde
keXjke polltle°aange-
ntal agenten
Het ontwerp, In stemming gebracht, werd
met 16 tegen 11 etemmen aangenomen. Tegen
alleen de antl-rev. en chr.-hlst.
Na de pauze behandelde de Kamer het weta-
ontwerp tot voorziening In het
tekort van het Spoorwegpeaaleeafeada.
Daar waa de beer MOLTMAKBR (S.D.) fel
legen.
HIJ had gewenscht dat het personeel zou zijn
gehoord over de maatregel, die een belemme
ring vormt voor positieverbetering.
HIJ zette voorts uitvoerig uiteen, dat steeds
de staat alle risico heeft gedragen voor het
ifonda, maar
J od het pet
behoord>
Mr SLINGENBERG (V.D.)
opperde bezwaren niet. Hll wr
deel. dat de reohtspoi
Krsoneel niet mogei
ze regeling. De positie van
aoneel Is ook niet afhankelijk
•n de loonen van het
den beïnvloed door
het spoorwegper
de uitkom-
het bedrijf.
De heer MOLTMAKER: Wat zegt U daar? En
bet geheele overheidspersoneel onderging. Wan
neer de uitkomsten van het bedrijf gunstiger
waren geweest, zou die loonsverlaging toch
plaats gehad hebbi
geen enkel opzicht
Ook de heer de BRUTN (R.K.l wenschte den
t gedrang komen.
Onder de
schaarde slcb ook
IR (L
jrdt, «ul-
loopen en zal een
srekenlng kunnen
'fen regeling dlen-
akt. Daarer
irdedlgbaar. Het Spoot
W(>r()e
1 tekort
1 boeken 1» aan bezwaren onder
stijgen en daar-
tprljzen. waar «le-
- hoog zijn en misschien zelfs de rel-
rleven. De 1
lijk gesteld
•gen een pi
dit groote tekort niet
eerste plaats moeten hier de
GRUWELIJKE MOORD TE BILTHOVEN
Moeder en twee kinderen op vreeselijke
wijze afgeslacht
INLANDSCHE HUISBEDIENDE
DE DADER
Hij pleegde te vergeefs poging tot
zelfmoord
In hot vredige Bilthoven heeft zich gis
termiddag een ontzettend drama afgespeld.
Terwijl we verslag van het gebeur;Ie gaan
schrijven, zijn we nog nauwelijks onze ont
roering over dit schrikkelijk voorval meester!
De levens van een moeder en twee jeugdige
kinderen zijn in één oogwenk afgesneden
door het mes van een moordenaar.
Hieronder laten we «en geregeld verhaal
van het gebeurde volgen.
Een vreeslijke thuiskomst.
De heer Mas Soeparwi (Mas is in het Ma-
leisch een titel) was gisteren naar Utrecht
gegaan, waar hij doctoraal examen zou doen
in de veeartsenijkunde. Hij 6laagde voor dat
examen en ging huiswaarts naar het klein.'
witte landhuisje in de Koppellaan te Bilt
hoven om de heuglijke tijding over te bren
gen aan zijn echtgenoote, die verlangend
zijn komst bei 'de, naar hij wist Toen d i
heer Soeparwi bij zijn huis aankwam, be
merkte hij. dat de voordeur op het nachtslot
was, zoodat hij niet met zijn sleutel de deur
kon openen. Hij liep naar de achterdeur,
welk'j toegang geeft tot de keuken en bevond
dat ook deze gesloten was. Hij nam toen
een sterke gaslucht
waar cn schrok dermate, dat hij buiten zijn
zinnen het hek van zijn won:ng uitrende,
naar een huis aan de overzijde der laan ge
legen, roepende, dat hij niet in zijn woning
komen kon en onraad duchtte. De bewonore
van diat perceel waarschuwden onmiddellijk
den nabij wonenden smid, den heer Sofie om
de deur te forceeren, maar tegelijkertijd liep
de bewoner van een ander perceel met den
heer Soeparwi mede. Zij trapten de keuken
deur in, en vonden in de keuken den Lnland-
schen huisjongen Sono genaamd, op den
grond liggen. Uit alles bleek, dat de jonge
man getracht had zich door gasveretikking
van het leven te berooven. Hij had een gas
slang in den mond en de keuken was ge
vuid met uitstroomend gas. De levensgees
ten bleken nog niet te zijn geweken. De
geneesheer Dr. Van Dam werd onmiddellijk
gewaarschuwd.
Onderwijl was de smid, de heer Sofie, aan
gekomen, die met den heer des huize® naar
boven ging. Ook daar was alles afgesloten.
Men slaagde erin de deur van een tusschen-
kamer in te trappen en daar ontwaarde men
•en alschuwalljk talreeL
Daar lag terzijde van het bed mevrouw
sche nadeden van het ontwerp ln aanmerking
worden genomen.
Zijn atem behield de heer Koster zich nog
De' heer JAN88EN (r.k.) meende dat het
spoorwegpersoneel In de eerste plaats belang
heeft bij deze regeling. Zonde
dat de
taat nu meer moet betalen dan het geval zou
IJn als een vast bedrag te zijnen laste werd
ebracht Voor nadeelen voor het personeel
rerd niet gevreesd. Br werd op gewezen, dat
e Spoorwegen pas een classificatie hebben f~
:rband met dit tekoi
geen gevaar loopen. De heer Moltmaker heeft
het wel zeer pessimistisch voorgesteld.
De thans geboden regeling is een zaak ge
weest van moeizaam overleg. Te zwaar belast
kan het bedrijf hierdoor niet worden, want
kan het het bedrag niet betalen, dan neemt de
Staat het voor zijn rekening. De vervoers-
economie. die de heer Koster erbij haalde, kan
beter besproken worden bij de begrooling van
Waterstaat. Verhooging der tarieven la van
dezen post evenmin te duchten.
Minister DE GEER maakte eenlge opmerkin
gen, naar aanleiding van historische beschou
wingen, die gehouden zijn. De overeenkomst
van 1912 gaf geeD rechtstreeksche vordering
op den Staat BIJ naasting kon een deel van
het tekort ongedekt worden overgedragen. BIJ
slechte uitkomsten hadden de maatschappijen
het recht naasting te elschen. Er Is weliswaar
In 1920. al Is het niet formeel, genaast
Daaruit volgt Juist, dat de heele moreel'
kwe«
>rd dui
for
meel genaast, dan zouden de keu
king zonder twijfel op de exploitatierekening
zijn gezet Het zou struisvogelpolitiek zijn
niet leder bedrijf zijn eigen lasten te doen dra-
1 de hoeren Kranenburg en v. Embden (V.D.)
(R.K.) en Koster (Lib.)
er ging uiteen tot Dinsdag 17 Febr.
Soeparwi, met haar beide zoontjes van drie
en vier jaar. Een groote bloedplas verried
hel drama, dat zich had afgespeeld. H'ït
bleek, dat mevrouw Soeparwi op afschuwe
lijke, beestachtige wijze met messteken was
gedood. De beide jongetjes was de hals
afgesneden. Het bloed stond op verschillen
de plaatsen in de kamer; rnuren en deur
waren ermede be-spat Na zijn afschuwelijke
daad had de moordenaar zich naar beneden
begeven en op het portaal cn langs de trap
was aan
het bloedspoor
te zien, waarlangs hij zich begeven had.
De Burgemeester der gemeente De Bilt,
H. P. Baron van dor Borch tot Verwolde
van Vorden. was zeer spoedig ter plaatse
met een aantal politie agenten om de omge
ving af te zetten. Op de tijding van
drama was begrijpelijkerwijze een groote
toeloop van nieuwsgierigen ontstaan.
Het Parket te Utrecht verscheen kort
de ontdekking van het misdrijf en bracht
«en aantal rijksveldwachters mede ter assis
tentie der plaatselijke politie. De substituut
officier van Justitie Mr. Fabius cn de rech
tercommissaris Mr. Wijnstroom begonnen
hun onderzoek. Prof. Dr. Baart de la Faille
versoheen om de gerechtelijke lijkschouwing
te verrichten.
De dader
van dezen schrikkelijken moord was onder
tussc.hen in behandeling van Dr. Van Dam
Met een zuurstofapparaat slaagde men er
na langer dan een uur werken in om hem
tot het leven terug te brengen. Toen hij per
ziekenauto werd vervoerd naar de Rijks
klinieken te Utrecht, was zijn toestand nog
niet zoo, dat hij mededeelingen omtrent het
gebeurde kon doen.
De heer Soeparwi was buiten zich zelf
van smart. Hij wist in zijn wanhoop niet,
wat aan te vangen en verzocht aan den
Burgemeester om onder politiebewaking te
worden gesteld, daar hij bang was een zelf
moordpoging te doen. Hij verbleef in het
Wat wij verder vernamen.
We hadden een onderhoud mot den smid,
den heer Sofie, dlie ons meedeelde, dat toen
hij met zijn kist met werktuigen arriveerde,
de heer Soeparwi met een bewoner der
laan reeds het huis was binnengedrongen
Samen met den heer Soeparwi ging de heer
Sofie naar boven. Toen de deur der tusschen-
kamer was ingetrapt, ging eerst de heer
Scfie naar binnen. Hij moest alvorens de
deur te kunnen openen, het lijkje van één
der kinderen opzijde schuiven, dat voor die
dieur lag. In de kamer ontwaarde men het
tafrecl, dat we hierboven beschreven. De heer
Sofie wilde den zwaar getroffen- vader den
afgrijslij':r>n aanblik besparen en poogde hem
mee te krijgen naar beneden, maar het is
te verstaan, dat de heer Soeparwi zelf wilde
zien, wat zich tijdens zijn afwezigheid had
afgespeeld in zijn huis.
Met één der huurlieden van de familie
Soeparwi hadden we een onderhoud die ons
meedeelde, dat de familie Soeparwi zeer
ingetogen en rustig leefde. Veel kennissen
had men klaarblijkelijk niet De heer Soe
parwi studeerde veeartsenijkunde en was
nu geslaagd. Zondag a.s. zou men de proma
tiefuif gevierd hebben. De verhouding tus-
sohen den heer Soeparwi en zijn eol
noote was zeer goed. De vermoorde vr
was genaamd Soeminah Raden Roro e
jaar. Zij was van Indischen adel. De beide
vermoorde kinderen waren Soobagio vier
jaar oud, en Soebroto drie jaar oud.
Wat betreft de verhouding van-den in
landschen huisjongen den dader van den
moord tot de familie, vernamen wij,
Sono Jol was met de beide kinderen. Voor
den heer des huizes had hij ontzag, maar
mevrouw was te toegeeflijk voor hem en
vaak brutaliseerde hij haar.
De veronderstelling is niet ongerijmd
dat mevrouw den huisjongen een berisping
heeft gemaakt, en deze in overmaat
drift de slachting heeft aangericht Deze
vond plaats met een mes, dat hij in een
scheede bij zich had. Mes en scheede zijn
op de plaats van den moord gevonden. Wi
schijnlijk heeft de huisjongen eerst de vrouw
des htiizes vermoord, en op haar, door haar
zooveel messtekefc toe te brengen, zijn
woede gekoeld, en daarna, door bloeddorst
gedreven heeft hij de beide kinderen in een
ander vertrek de keel afgesneden ei
lijkjes der kinderen daarna in de kamer
geworpen, waar ook*het lijk van de onge
lukkige vrouw lag. Dit valt af te leiden uit
het feit, dat het lijkje van een der kinderen
tegen de deur der moordkamer aan lag.
De lijken der slachtolfers.
Gisteravond nog zijn de lijken der slacht
offers gekist en weggebracht Terwijl wij
voor de kleine witte woning stonden, vlamde
zoo nu en dan daarbinnen waar de stilte
van den dood waarde, het felle Blitz-licht
op van den gerechtelijken fotograaf die op
namen van de situatie maakte. De Burge
meester was druk in de weer en deed al
het mogelijke om het Parket behulpzaam
te zijn. Den geheelen avond groepten de
nieuwsgierigen voor het huis samen, die
door de politie op eerbiedigen afstand ge-
Ich wat W1I5-HI
DE OUDE STUDIEVRIEND
houden werden. De deelneming met den
heer Soeparwi ,die op eenmaal zoo zwaar
beproefd werd, was algemeen.
De moordenaar deed zelfmoordpogingen.
Nader vernemen wij nog, dat de familie
Soeparwi sedert October 1928 aan de Kop
pellaan te Bilthoven woonde.
Met deze familie was uit Indië mecgeko
men een huisjongen van pl.m. 20 jaar, ge
paaind Sono cn geboren te Ngoenstra Kon
datie. Deze jongen liep dagelijks met de
kinderen te Bilthoven te wandelen. De heer
Soeparwi, geboren in Pati, is gouvernements
veearts en was voor studie naar Nederland
gekomen.
Hij was bekend als een harde werker en
uit 40 candidaten, die zich hadden aange
meld voor regeeringssteun, ter tegemoetko
ming in de kosten der studie in de veeart
senijkunde in Nederland, werd hij gekozen
als de best geschikte.
Toen do heer Soeparwi gistermiddag mei
een bewoner der laan zijn huis was binnen
gedrongen, vond men in de keuken den In-
disohen bediende bewusteloos op den grond
liggen, terwijl een gasslang was afgerukt en
het gas dus rijkelijk de keuken binnenstroom
de. Sono had schuim op den mond, waaruit
viel af te leiden, dat hij langdurige pogingen
moet hebben aangewend om zichzelf door
gasverstikking van het leven te berooven.
Hij was aan gezicht en handen met bloed
bevlekt. Met behulp van een zuurstof-appa
raat werden de levensgeesten opgewekt. In
de ziekenauto, waarmede hij naar de Neuro
logische Kliniek werd gebracht, werd voort
gegaan met het zuurstofapparaat verder bij
te brengen.
Een bloedige morgen.
Waarschijnlijk heeft het drama zich
reeds 111 de morgenuren afgespeeld. De heer
Soeparwi heeft verklaard aan de politie,
dat toen hij om 9 uur naar Utrechl ging,
om examen te doen, alles in zijn nuis in
orde was. Ongeveer 11 uur kwam een visrh-
boer met visch, die op zijn schellen geen
gehoor kreeg. De overburen hebben den
vischboer herhaalde malen zien bellen,
maar zij schonken daaraan geen aandacht.
daaT ook zij in de meening verkeerden,
dat er niemand thuis was. Zoodoende kon
het gebeuren, dat de moord pas in den
middag werd ontdekt. Uit de verstijving
der lijken kon men opmaken dat de moord
reeds 111 den morgen moet zijn gepleegd.
Wat de situatie in het kleine tusschenka
mertje betreft, kunnen wij nog meedeelen.
dat dit slechts een klein vertrekje is, wat
gebruikt werd als logeerkamer. Het kamer
tje was voor een groot deel gevuld door een
ledikant Het lijk van mevrouw Soeparwi
lag half onder het ledikant
Een afschuwelijke moord wijze.
De lijken waren op afschuwelijke wijze
toegetakeld. Het lichaam van mevrouw Soe
parwi vertoonde op verschillende plaatsen
verwondingen, terwijl van alle drie de hal
zen waren afgesneden. De drievoudige
moord is gepleegd met een klein schedemes.
dat in de nabijheid gevonden is.
Het ia een raadsel hoe de moord mei dit
betrekkelijk kleine mes kon zijn gepleegd.
In bet kamertje waren geen 6poren van
wonsteling of zoo te bespeuren. Allee was
rustig en op orde. In hel kamertje wa6 aan
het plafond bevestigd een 6chornmel voor
de kinderen. De huiejongen heeft een der
touwen ven den echommel lo6ge6neden en
aan de spijlen van het ijzeren ledikant ge
bonden. Vermoedelijk wilde de jongen zich
hiermede ophangen maar 6laagde hij daarin
niet, daar het vertrek daartoe te weinig
ruimte bood. Hij begaf zich daarna naar be
neden. wat blijkt uit de bloedsporen, die
door het geheele huis te zien waren en
heeft getracht zich door gasveretikking van
hot leven te berooven. Dat hij daarin niet
slaagde, komt, omdat over de drempel van
de keukendeur heen een koude luchtstroom
de keuken binnenkwam die de werking van
het go6 verhinderde.
De lijken van de slachtoffers zijn in ver
zegelde kisten vervoerd per rouwauto naar
het Pathologisch Instituut der Rijksklinie
ken te Utrecht, waar een nadere sectie op de
lijken zal worden verricht
Het was een droef gezicht, de groote kist
en de t\yee kleine kisten het huis te zien
uitdragen en velen konden hun ontroering
niet bedwingen.
De heer Soeparwi bevond zich gisteravond
bij buren en verkeerde Ln zoo'n zenuwach-
tigen toestand, dat men overwoog, om ook
hem naar een inrichting over te brengen.
Omtrent de motieven van het misdrijf
tast men nog in het duister en of men hier
met een lustmoord dan wel met een wraak
neming te doen heeft, is nog niet kunnen
worden vastgesteld. Het laatste schijnt niet
onwaarschijnlijk, daar wraaknemingen in
Indië op zoodanige wijze meer voorkomen
naar wij vernemen de bediende den vorigen
avond een berisping had bekomen.
Men zal zich wel het bekende hoofdstuk J
uit de ..Camera" herinnaren, waarboven
staat: „Hoe warm het was en hoe ver". Met
de gevoelens, daar toegeschreven aan den
gastheer, ontving de Russische senator Con-
stantin Varadine het was nog onder het
Czaren-regime zijn studie-vriend, dien de
knecht hem had aangekondigd, en die zijn
naam niet had willen noemen.
De man trad de studeerkamer van don se
nator binnen, snelde op zijn gastheer toe en
omhelsde hem naar Russisch gebruik, zóó
innig, dat Varadine cr benauwd onder werd.
Toen de begroeiing geleden was, ging de
bezoeker voor hem staan en vroeg: „Ken je
me niet meer? Herinner je je dan den tijd
niet, dat we samen in Moskou studeerden?"
„Samen studeerden?"
„Zeker. Ik zie wel, dat ik je mijn naam
moet noemen. Da's jammer. Ik had gehoopt,
dat je mij ook zou herkend heben. Denk eens
inVassili Sarkoff!"
De senator meende, dat men na vijf-en-
twintig jaar iemand niet terstond behoeft te
herkennen, als die man in al dien tijd geen
behoefte heeft gevoeld, de kennis voort te
zetten of te hernieuwen. Hij probeerde niet
temin te doen alsof, en weldra zaten de twee
gezellig te babbelen. Dat wil zeggen, dat de
bezoeker babbelde en babbelde, zoo druk en
zóó veel. dat de senator er nauwelijks een
woordje tusschcn kon krijgen.
Hij had echter gelegenheid te over om na
te donken en was juist tot de conclusie ge
komen, dat dit bezoek wel zou eindigen met
verzoek om een paar honderd roebel te
leenen, toen de knecht het diner aankon
digde.
Zelden had Varadine deze tijding met
grooter instemming ontvangen dan thans
zou hij dan toch ontslagen worden van
zijn bezoeker, die hem heftig verveelde.
„Wel, waarde vriend! je hoort het, het
eten wacht, qn tot mijn spijt moeten we dus
ons aangenaam onderhoud afbreken," hui
chelde hij.
De knecht had zich teruggetrokken.
De bezoeker zette zijn allervriendelijkste
gezicht, en legde een revolver voor zich neer,
waarmede hij met ziohtbaar genoegen
„Ik hoop. dat het ons wèl zal smaken,"
zei hij ten slotte.
„Ons? Hoe bedoel je dat?" vroeg de sena
tor. lang niet op zijn gemak.
„Wel. je vrouw en jezelf en mijl"
„Hm! Ja, natuurlijk! Vanzelfsprekend eet
je mee. Kom. laat ik je voorgaan."
De ander 6tak zijn revolver weer bij zich
en volgde zijn gastheer, nog allerlei herin
neringen uit hun Moskousche studententijd
ophalende.
Het diner begon. De gast keuvelde aller-
charmantst met mevrouw en met mijnheer
cn deed onderwijl den maaltijd alle eer aan.
Om de waarheid te zeggen, hij scheen uit
gehongerd, maar maakte volstrekt geen haast
om aan de eischen van zijn maag te voldoen
Anderhalf uur zat men reeds aan tafel en
zoowel mevrouw als mijnheer keken nu en
dan bedenkelijk op de klok. Beiden hadden
hun avond bezet en de gast wist maar niet
van opstaan. Overigens was zijn gedrag vol
komen correct; zeer interesant zelfs zijn ge
sprek, geestig en gevat
Eindelijk kwam ook aan het diner een
einde. Sarkoff volgde zijn gastheer naar
diens kamer en stak er een sigaret op. Toen
speelde zijn hand weer met die akelige re
volver in zijn broekzak.
..Mijn waarde," zei hij tenslotte, toen de
sigaret op was, „ik heb je nog slechts te
bedanken voor je vriendelijke gastvrijheid.
Doe me nu nog het grootste genoegen, me op
Oostersche wijze uitgeleide te doen naar de
deur."
„Als je daar op staat, heel gaarne," was
het antwoord van Varadine, wicn dat spelen
met de revolver maar zeer slecht aanstond.
Beiden trokken hun pelsen aan, en de se
nator geleidde zijn gast naar de deur. In het
volle licht van de gang namen ze afscheid
en Sarkoff drukte zijn studievriend vol aan
doening en dankbaarheid beide handen.
Toen riep hij een huurrijtuig aan, stapte met
een sierlijk gebaar in en verdween in de
duisternis.
„Ondanks zijn vreemd gedrag '.s dae Sar
koff toch een goede kerel!"" dacht Varadine.
Ook hij wenkte een huurrijtuig en liet zich
naar den minister van politie brengen, aan
wien hij de ontmoeting met zijn .vriend in
geuren en kleuren meedeelde.
„Vassili Sarkoff!" riep de minister uit,
ontsteld vaji zijn stoel opspringende. „Maar,
mijn waarde senator, dat is de naam van
een onzer gevaarlijkste en vermetelste nihi
listen. Mijn agenten volgden sedert acht da
gen zijn spoor en ze zouden hem vermoede
lijk juist gevat hebben, toen de schelm hen
geheel in de war bracht, door bij u binnen
te treden."
„Nu is mij alles duidelijk! Zijn aandrang
om te blijven eten, zijn drang om den maal
tijd te rekken, zijn wensch vooral, om mij
op den drempel der deur zoo vriendschappe
lijk vaarwel te zeggen."
„Dat alles was een middel te meer om
mijn agenten geheel te misledden, wanneer
zij soms het huis waren blijven bewaken
Wat heeft die schoelje ons al wat last ge
geven!"
„En ik, Cons tan tin Varadine, senator en
getrouw onderdaan van den Czaar. ik moest
dien bandiet de behulpzame hand bieden.-"
Radio Nieuws.
ZONDAG 1 FEBRUARI
HUIZEN (298.8 M.). N.C.R.V. 8.30—9.80 Mor
genwijding, te houden door den Redacteur van
..Het Zoeklicht" Johannes de Heer. te Rljsen-
burg. Onderwerp: „De door Mozes verhoogde
slang en het kruis". 1. Gemeenschappelijk /In-
gen: Psalm 105:22 en 24. 2. Schriftlezing
zang. 8. Solozang. 9. Gemeenschappelijk zingen:
Gezang 46 48 en 62. 10 Sluiting.
N.C.R.V. 6.20. Kerkdienst vanuit de Geref.
Kerk (Jan Helnsstraat) te 's-Hertogenbosch.
Voorganger. Ds. D. de Wit, Geref. Pred aldaar. 1
rgelezen wordt: „De Dominees
vrouw" uit „Oostloorn", dorpsschetsen van
Ulfers. 11.8012.30 Gramofoonmuziek. 12.80
Amsterdam, te f
..jrk, den heer Jan
2 Gramofoonmuziek. 3.— Tijdsein. 2—2.35 Uit
zending voor Scholen. Spreker: de heer F. C. v.
Dorp, Hoofd der Idenburgscbool, te Rotterdam.
Onderwerp: „De plaatsvervanger". 2,353.15
Gramofoonmuziek. 3.153.45 Cursus Kn |>pen en
Stofversleren. te geven door het Instituut
Ziekenuurtje.
te 's-Hertogei
gebed voor dea
dienst. 8. Votum en Zegen. 4. Zingen: Psalm
47 1 en 4. 5. Geloofsbelijdenis der gemeente,
ngen: Avondzang 7. 7. Schriftlezing:
2. 8. Zingen: Het Gebed des Hee
de
gedeelte der preek, lü Zingen: Gebed des Hee-
ren 3. 15. Tweede gedeelte der preek. 16. Dank
gebed. 17. Zingen: Psalm 89:8. 18. Zegen. 19.
Orgelspel.
MAANDAG 2 FEBRUARI
HUIZEN (298.8 M.). N.C.R.V. 8.Tijdsein.
8—8.15 Schriftlezing. 8.15—9.30 Morgenconcert.
10.30 Tijdsein. 10.3011 Korte Zlekendlenst,te
lelden door den heer J. Valk, oud-Godsdienst-
onderwijzer, te Hilversum. 11—11.30 Lezen van
meJ. C. de Jager
Hilversum, har-
l deelte der toespraak over Paulus* bede c
'--•sing van den doorn ln het vleesch. 5. Zin-
n: Psalm 6:3 en 4. 6. Tweede gedeelte der
spraak. 7. Gebed. 8- Zingen: Psalm 138:1-
»rp: „Het makei
tooverboekje". 5.456.40 Conc«
Trio", bestaande
viool: Fritz Hei
cello: Rudolf
6.40—655 Lezing
P.adlo-Handel VI. „Oude
Tijdsein 88.30 Spreker: de
het Chr. Radio-Orkest, o. 1.
10.Persberichten. 10.4511.3
HILVERSUM. (1875 M.). A.V.R.O. 8.— Tijd
sein. 8.019.50 Gramofoonmuziek. 10.— Tijd
sein. 10.01—10.15 Morgenwijding 10.30—12 Con-
2.20—2.30 Rustpoos. 2.30
10 Liedjes. 10.Persberichten. 10.1511 Con
cert. 1112 Gramofoonmuziek.
TWEE NIEUWE SOVJET-ZENDERS
Voor communistische propaganda.
De Sovjetregeering beeft den bouw van twee
nieuwe zendere goedgekeurd, die in 1932 vol
tooid moeten zijn. Het eerste station wordt ge
bouwd te Noginsk bjj Moekou en de tweede
zender te Nowoslbirsk. Belde stations zullen een
capaciteit van 100 a 125 kilowatt hebben en
voornamelijk dienstbaar worden gemaakt aan
de Internationale communistische propaganda,
en wel het station Noginsk voor de propagan
da In de Europeesche talen en het station No
woslbirsk voor de propaganda in
en Japansch.
FEUILLETON
LIEF EN LEED IN DE PASTORIE
door BRIGITTE
(23
BIJ den Dom, weer naar Waldenburg?
Dat trok hem aaai. Maar al z'n arbeid in.
Neuendorf, al datgene wal daar aan het
worden en groeien was en nog blijvende
zorg behoefde?
„Hot gaat niet," hij op ©telligen toon.
Ik zou mn werk aan niemand liever wil
len overdragen, dan aan broeder Lange.
Maar nu heeft alles, wat wij begonnen zijn
en dat wat God liet groeien, nog die voort
durende zorg noodig, zooals alleen een Dre
dikant die geven kan die in Neuend >rf
woont en geen filiaalgemeente er bij heeft.
Geve God, dat het in drie of vier jaar zoo
ver gevorderd is, dat het zelfstandig verder
kan groeien; nu is het nog onmogelijk. Hot
zou desertie zijn als ik nu wegliep".
„Dan moet Lange weg".
„Dat zou jammer zijn".
Velten overlegde even bij zichzelf. Toen
zei hij: „Nu goed, de eerste predikant aan
de Domkerk is 66. Over vier Jaar neemt hij
emeritaat. Zoudt u dan zijn ambt over wil
len nemen? Ik weet, dat de- gemeente aan
u denkt".
„Dat ken ik nog niet zeggen. Eerst moet
ik gedaan hebben wat God me opgelegd
heeft".
„Ma-ar het is toch niet uitgesloten?"
„Neen".
„Goed, dan zal ik mijn collega's voorstel
len, om Lange aan te stellen. We nemen
aan, dat Neuendorf met enkele jaren vacant
wordt en dan bij zijn plaats gevoegd kan
worden".
„Ik kan me er echter niet toe verplich
ten, om dan weg te gaan", zei Hans angstig.
„Dat wordt ook niet verlangd. Alzoo ver
der maar. Wat hebt u nog meer?"
„Dominé Werner heeft het in z'n gemeen
te door onverstandige propaganda voor de
geheelonthouding zoo bedorven, dat aan een
opnieuw beginnen niet te denken valt En
hij zou graag opnieuw beginnen".
„Dan moet hij naar een nieuwe plaats
staan".
„Doet hij ook, maar hij krijgt er geen,
omdat hij niet preeken kan".
„Dan is hij niet te helpen".
„Hij is eigenlijk heelemaal niet geschikt
voor gemeentepredikant- Maar op het Bu
reau van het Kerkelijk Bestuur zou hij
schitterend passen".
„Neem me niet kwalijk, denkt u soms dat
het hier een verzamelplaats van onbruik
bare predikanten i6?"
„Neen", zei Hans rustig, „maar een Be
stuur. En Werner is een geboren bestuurs-
beambte. Hij maakt de tractementsbereke-
ning voor het geheele kerspel".
„Zoo, zoo", zei Velten, „nu, dan zullen
we eens aan hem denken, wanneer wij
iemand noodig hebben".
Norse! zou heel geschikt zijn als bestuur
der van een weeshuis, die plaats is vacant.
Dat is iets voor hem. Voor gemeenteprjdi-
kant deugt hij niet".
„U schijnt er maar weinig geschikt te
vinden".
„Ja, helaas; maar het zou ook overigens
voor Noreel zelf zeer gewenschf zijn. Ze
kwamen dan in de 6tad, wat de ontwikke
ling van zijn kinderen ten goede zou ko
men".
„Waarom solliciteert hij niet?"
„Hij vertrouwt zichzelf niet".
„Zegt u hem dan uit mijn naam dat hij
moet solliciteeren".
Hans stond op. „Ik dank u zeer, nu ben
ik tevreden".
„Dat kunt u ook. Wanneer aille super
intendenten ons zooveel werk gaven, was
het niet om te doen".
„En toch zou dat juist goed zijn".
„Stellig; maar onze tijd i6 te beperkt. Die
bestuurszaken nemen onze tijd en kracht".
„Helaas", zei Hans Fröhlich ernstig, „oen
generaal-superintendent behoorde eigenlijk
in een auto, moest dan hier en dan daar
zijn, een voortdurende onrust voor zijn pre
dikanten. Dacht u niet dat de predikaties
beter zouden worden wanneer de dorps
predikanten niet precies wieten wanneer zij
den generaal-superintendent onder hun ge
hoor telden?"
Velten duwde Hens weer op zijn stoel.
„Ga nog even zitten, Fröhlich. Wat hebt u
nog meer tegen mijn ambtsbezigheden te
zeggen?" 'Hij was ernstig geworden.
„Dit: u moest de zieleherder van uw pre
dikanten zijn, en u bent bestuursbeambte".
„Dat ligt niet aan mij, de aanstaande
scheiding van Kerk en Staaf en de inflatie
tijd brengen zoo ontzaglijk veel werk mee,
waar ze Ln vredestijd geen notie van had
den. Enfin, zoo God wil, is er nu met Ie
invoering van de rentemark gedeeltelijk
aan den noodtoestand een einde gekomen".
„Dat geve God", zei Hans. „De nood
drukte zwaar op de pastorieën".
„Maar vertelt u me au eens, op welke.
wijze ik, ingeval het onder normale om
standigheden weer mogelijk wordt, voor het
zieleheil van de ambtsbroeders moet zor
gen?"
„Wat ik straks zei, wa6 ernstig gemeend.
Eiken Zondag zoudt u bij een predikant van
uw district den dienst bij moeten wonen,
zender hjervan vooraf kennis te geven.-Dat
zou al heel goed werken. U moest dan ieder
een persoonlijk kennen, zoodat u ook per
soonlijk op hun nooden en behoeften in kon
gaan.
„In den zomer moest veed verplicht we
tenschappelijk werk aan de predikanten op
het land opgedragen worden Dat zou de
ontwikkeling in de hand werken.
Ook moest regelmatig voor vrijen tijd ge
zorgd worden, die voor ontspanning ge
bruikt kan worden, wat hun ook geldelijk
mogelijk gemaakt wordt
„Tenslotte zou in onze doode Waldenbur-
geretreek geen plattelandsdcmin^ langer
dan vijf jaar in een gemeente mogen staan.
Dat zou een zegen zijn voor predikanten cn
gemeenten".
„U vergeet, dat ik Prote6tantsch generaal-
superintendent ben en geen katholieke bis
schop. Ik heb geen recht om predikanten
te verplaatsen".
„Heloas", zei Hans, „dat is ellendig".
„Het gaat niet andere, of we zouden ka
tholiek moeten worden. Maar vertelt u me
nu ook eens L'ets over uw gemeentelijk
vverk. Het moet u daar wel goed bevallen,
dat u daar zoo graag wilt blijven".
„Er is niet veel te vertellen", zei Hans
kort. „We hebben begin van dezen winder
een club voor de knechts opgericht, die
goed schijnt op te nemen. Jongevrouwon-
vereeniging en bijbellezingen gaan hun ge-
wone gang. Het kerkbezoek is gestegen. We
hebben gemiddeld op gewone Zondagen
dertig tot veertig bezoekers".
„Zoo weinig?" vroeg Vedten verbaasd. „Ik
heb wonderen hooren vertellen over wat u
daar allemaal tot stand hadt gebracht".
„Niet ik, maar Hij, Die in mij machtig
is", zei Hans ernstig. „Ja, God zegent het
werk bij ons, al kunnen vreemde oogm
daar ook nog niet veel van bespeuren. Op
de bijbellezing voor jongeren zijn we met
zeventig of tachtig, aan de bijbelbespreking
voor de ouderen nemen er regelmatig on
geveer achttien deel. Niemand heeft eigen
lijk werkelijk z'n Heiland gevonden in't jaar
6edert ik in Neuendorf ben. Schoenmaker
Hennig was reeds toen ik daar kwam, een
wedergeboren Christen. En toch is er oen
nieuwe geest te bespeuren.- Men komt tel
kens met mij over geestelijke dingen spre
ken. De offervaardigheid neemt toe. Iedere
boerin heeft een familie in de 6tad, waar
zij voor zorgt. En boven aües weten de
N'euendorfers nu, en niet slechts met het
verstand, ze hebben het innerlijk ervaren,
dat ze arme ellendige zonderen zijn, die eon
v rlosser zoo noodig hebben. En God zal
hun den weg te wijzen om Dien te vinden
„En wanneer er geen opwekking komt,
zoolang u daar is?"
„Dat is Zijn zaak. Mijn voorganger heeft
geplant cn gezaaid. Ik bemerk dikwijls do
sporen daarvan. „Dat heeft de oude super
intendent ook gezegd", hoor ik vaak. Ik
verzorg en begiet. God geeft den wasdom
en wie wü mag oogsten".
Dr. Velten reikte hem de hand. „U hebt
gelijk, Fröhlich, God laat groaien, wij moeten
vertrouwen, dat het Woord, rlat wij in Zijn
Naam verkondigen, niet ledig wederkeert.
Mag de tijd, welke u nog in Neuendorf zijl,
,een gezegende voor u zijn. Mij 6chijnt hot
'alsof dit aJ reeds zoo is geworden. U bent
bescheidener dan vroeger, geduldiger, q
wacht niet meer op uiterlijk resultaat en
6telt werkelijk Gods zaak boven de uwe.
God behoede u verder en geve u de rechte
vreugde!"
Nog een stevige handdruk en Hans ging.
HOOFDSTUK XI
„En waar gaat de rei6 heen?" vroeg Ma
rianne, toen Hans zijn fiet6 naai- buiten
reed.
„Ver. eenst naar broeder Burgmann, aan
wien ik wat onaangenaams te zeggen hsb
en dan naar broeder Werner, dien kan ik
een beetje hoop geven, dan naar broeder
N'orsel, dien kan ik tamelijk veel hoop ge
ven en tot slot naar broeder Lange, wicn
ik de plezierige mededeeling knn doen, .laï
hij in zijn gemeente voor vast aangesteld
zal worden".
„Het zou toch veel practiecher zijn als je
tusschen Noreel en Lange naar Burgmann
ging?"
Hans schudde het hoofd: „Dat gaat niet.
Het onaangename moet mij eerst van 't
hart. Het beste heb ik voor 't laatst be
waard. Wacht maar niet met het eten op
me. De weg zal wel slecht zijn".
„Neem toch een wagen, de boeren heb
ben het al zoo vaak aangeboden".
Hans knikte: „Dot hebben ze ook, omdat
ze weten, dat ik er toch geen gebruik van
maak. Geloof me, menige predikant heeft
zijn vriendschap met de hoeren bedorven,
wijl hij hun annbod om den wagen te ge
bruiken, vaak heeft aangenomen!"
1 LXOlgd)