Werpverzekerïng
LAND- EN 1U1NB0UW No 71, Verschijnt eiken Donderdag
DONDERDAG 29 JANUARI 1931
W/aardeering van den landbouw
H
oe een belastingambtenaar over
de landbouwcrisis denkt.
in de „goede tijden" hie'den de
boeren ook alles.
Qegevens van de boekh >udbureaux
zijn niet betrouwbaar voor alge-
mcene gegevens.
In ons Praatuurtje van 8 Januari deel
den wij mede, wat Dr. Molhuysen, de secre
taris van het Kon. Ned. Landbouwcomité
op een vergadering te Breda zeide, n.l. dai
we moeten strijden om waardeering
den landibouw.
Wij weten, dat we, in 't algemeen geno
men, niet die waardeering genieten waar
we zonder een overdreven gevoel
eigenwaarde, recht op meenen mogen
te hebben.
Hoe belastingamibtenaren, en nog wel
hooggeplaatsten over onze landibouiwcrisis
denken en zelfs durven te schrijven, bleek
me deeer dagen toen bevriende hand mij
toezond het „Weekblad der Directe
belastingen, invoerrechten
de accijnzen". Een der redacteuren is
J. v d. Poel, Inspecteur der Directe belas
tingen te Middelburg.
In het no. van 3 Januari 1.1. stond een
artikel over: „Crisisgeluiden", gelee-
kend door v. d. P.
Wat daarin over den Nederlandschen
boer gezegd wordt is van dien aard, dat
we werkelijk medelijden moeten hebben
met die landbouwers, die overgeleverd zijn
aan de genade van zoo'n belastinginspec
teur.
Niet de minste notie van wat er eigenlijk
aan d« hand is met den landibouw, heett
de schrijver van dit artikel.
Hij mag dan beweren, practisch ervaring
te hebben in een bepaalde landstreek, een
algemeene kijk op landbouwtoestanden
heeft hij niet. In elk geval is de waardee
ring voor den landbouw wel heel ver te
zoeken.
Pachtverlaging bij de Staatsdomeinen
vraagt men zegt de heer v. d. P. „doch men
„vergeet, dat de Staat hier niet als philan-
„troop handelt, zelfs niet als Staat, doch
„als contractant, als grondeigenaar; krach
tens dat contract hebben de betrokkenen
,de goede en de slechte kansen genomen".
Wel ja, ga heen en wordt warm, Ge hebt
gecontracteerdbasta! 'tGeld is noodig
betaal of
„In de goede oorlogsjaren, waarin de
„kapitalen bijeengebracht werden, dank zij
„welke nu een niet te verwaarloozen per-
„centage der landbouwers de toekomst vnj
„gerust tegemoet kan gaan (ja, heusch, dal
„staat er! Red. L. en T.) is er uiteraard
„geen enkele landbouwer geweest, die ge
legd heeft: Staat of pachtheer, gij ont
vangt tegen de enorme winsten, die ik
„maak toch eigenlijk veel te weinig pacht.
j)e voor U ongelukkige omstandigheid, dat
»f>ij nog een contract loopende hebt, wil ik
„niet laten gelden; ik geef er u zoo en zoo-
Veel bij."
Dat behoefde niet, mijnheer v. d. P. De
Staat („vader" Staat) zorgde wel, dat hij
een dikke kluit van de buit kreeg. Daar
heeft „vader Staat" de middelen voor, niet
waar, dat weet gij ook wel. Buiten contract-
bepalingen om kan die gaan nijpen in de
citroen.
Heeft U wel eens van de „oorlogswinst
belasting" gehoord, was dat niet zoo iets
van 30 of nog imeer percent? Was dat ook
„volgens contract"?
En hoe heeft die vader Staat verder
voor zijn kinderen gezorgd Werd er geen
bende ambtenaren, staatsruifplukkers, die
betaald moesten worden van die ons afge
dwongen 30 pCt. oorlogswinstbelasting op
de boeren losgelaten, die door de scheurwet
hun weiden voor jaren moesten bederven,
wier produkten opgeëischt werden, die
(neen goed te praten is het niet, doch te-
verklaren valt het wel a.h.w. wel gedwon
gen werden om verkeerde opgaven te doen,
waarvoor dan nog extra straffen bedacht
werden.
Alles wordt door v. d. P. er bij gesleept,
pas of geen pas. Zelfs wat wij ter andere
plaatse sohreven moet uit verband gerukt en
misbruikt worden om te kunnen dienen als
bewijs voor de bewering, dat „zij die een
„normaal gemengd bedrijf hadden, over
„1929 nog niet hebben te klagen en dat voor
„dit bedrijf zich de toestand, zij het bedui
dend minder gunstig, toch ook wat 1930
jbetreft niet laat aanzien, als men de cou
ranten lezende wel moet denken."
Zoo'n zin leest men nog eens over, en nog
eens. Niet te klagen in de gemengde bedrij
ven over 1929; ook in 1930 nog wel goed
doch, nu ja, beduidend minder gunstig als
in 1929. Wat moet het toen wel niet goed
geweest zijn. Als het nu nog goed is, hoe
wel .beduidend minder gunstig" als in 1930.
'k Heb hier voor mij liggen de uitkom
sten van een dertigtal van deze gemengde
bedrijven over het boekjaar 1929-'31, gemid-
dled groot 45 H.A.
Van deze bedrijven waren er zes, die een
winst gemaakt hebben. Zes!! Een winst van
Hij weet wel, dat aan die cijfers niet te
tornen valt.
En, Barbertje moet toch hangen.
Die cijfers, wel die hebben geen waarde,
beweert de schr. wantdat zullen wel
geen normale gevallen zijn. Die zich
zoo'n bureau wendden zullen wel zijn
zwakstaande bedrijven, die onder de minst
gemiddeld 47 gulden per H.A. of gemiddeld I>e^wam®. leiding staan
2115 per bedrijf Bovendien moet nog bewezen worden, dat
x de gegevens wel juist zijn.
Reusachtig goed vindt U niet. Daar zit in Daar valt niet tegen te redeneeren. Tegen
die dikke twee duizend gulden het arbeids- verdachtmaking en vooropgestelde kwade
loon voor trouw helpt geen redeneering. Alleen op
«ren on m nnmno- a a nr,r ^Jng zouden wij willen wijzen, n.l. op
jarige kinderen en zijn belooning als onder
nemer.
Daar kan best wat af, zal mijnheer de In
specteur der Directe Belastingen zeggen.
Maar dat zijn er maar zes van de dertig.
De overige vier en twintig hadden een
verlies te boeken. Gemiddeld van 48 gulden
of 2160 per bedrijf.
Hard werken, geen 8 uren per dag, doch
tweemaal 8 uren, met minderjarige kinderen
en dan nog ruim tweeduizend gulden hij-
passen. Dat noemt v. d. P. nog zoo goed,
dat het niet was om te klagen. Over 1930
«al het beduidend minder gunstig zijn maar
.och nog niet zoo slechts als de bladen wel
beweren.
Weet die heer v. d. P. wel wat het betee-
dit, dat als een geslagene in beroep gaat
en dit beroep grondt op de boekhouding
uitgevoerd door een of ander boekhoudbu-
reau en hij gelijk krijgt, tïit o.i. wel een be
wijs is voor de betrouwbaarheid dier gege
vens. Anders zou een inspecteur der belas
tingen er niet voor opzij gaan.
En het slot van dit artikel is al even vol
venijn als het geheel.
De Regeering moet bij het toepassen van
crisisme"4-—"-'-•n pehruik maken van
"•evens die den fiscus ten dienste staan
Wat daar van worden zal bewijst zoo'n
artikel wel.
En zegt de schr. wij weten het zoo goed of
er w e r k e 1 ij k financieele moeilijkheden
bestaan. Dat weten we aan de invordering,
kent er een paar duizend gulden bij te leg-fja{ js je barometer voor werkelijke moeilijk
gen. En dat bij hard werken. Harder werken heden.
A Hij bedioelt zeker, dat de boeren gewoon
dan de hccrer» Ambtenaren, die den 25sten
van die maand de traktementenlijst teeke
nen, steeds weer aan en van geen malaise
weten anders dan dat het huishoudgeld wat
lager kan zijn.
't Zijn maar boeren ,zal gedacht worden,
één, hoogstens tweemaal te betalen,
terwijl de burger het meestal in zooveel mo
gelijk termijnen dóet. Kent hij zoo slecht de
boeren, dat hij nog niet eens weet hoe dat
komt.
en geen stand die de fiscus zoo om den tuin Wat praat v. d. P. over den landbouw,
leidt, beweert de schrijver. Dat bewezen i Laat hom spreken cn schrijven over dingen
voor een paar jaar Goeree en Overflakkee waar hij verstand van heeit.
wel. En 't is zoo moeilijk te controleeren. Maar is het niet bedroevend, dat diena-
O zoo, daarom wordt zeker maar luk raak ren van den fiscus durven schrijven zooals
aangeslagen en flink ook. En wee de boer,
die niet met een deugdelijke boekhouding
bewijzen kan dat het veel en veel lager is
dan wat de fiscus beweerde.
Maar die cijfers, die foiten, zooals wij die
boven aanhaalden van de boekhoudbureaux.
accepteert de heer v. d. P. niet.
tlians gedaan is.
We harliden het over waardeering van den
landbouw nietwaar?
En door zoo'n artikel wordt dit allerminst
aangekweekt bij hen die heel nauw betrok
ken zijn bij de financieele aangelegenheden
van de landbouwers.
\/erandering van bouwland in grasland
Men moet vroegtijdig beslissen.
Qok op klei moet op kali- en kalk-
behoefte gelet worden.
Slakkenmeel geeft soms voordeelen.
J-Jet graszaadmengsel dient met zorg
samengesteld.
Wanneer men in aanmerking neemt, dat
de klachten over minder goede resultaten
van het landbouwbedrijf het meest gehoord
worden in die streken, waar de akkerbouw
meer op den voorgrond treedt en dat de uit
komsten gunstiger zijn daar, waar men
zich hoofdzakelijk toelegt op veehouderij of
waar het gemengde bedrijf gevonden wordt,
dan is het duidelijk dat er op verschillende
plaatsen op het oogenblik een streven be
staat om bouwland in grasland om te zet
ten. Zonder eenige voorspelling te durven
wagen hoelang deze gunstiger verhouding
zal standhouden heeft de Graslaodcommis
sie der Noord-Brabantsche Maatsohappij van
Landbouw in verband hiermee gemeend het
volgende te moeten brengen onder de aan
dacht van de landbouwers in dit gewest
Het is begrijpelijk, dat men aan een per
ceel land waar grasland van gemaakt zal
worden, zekere eischen stellen mag en wan-
het daar niet aan beantwoordt, dan is
er thans misschien nog tijd om verbeterin
gen te brengen, waardoor de geschiktheid
voor het beoogde doel grooter wordt. Wij
maken deze opmerking, omdat het wel eens
voorkomt, dat men oen of ander perceel in
gras gaat leggen, zonder dat men geruimen
tijd te voren bij de behandeling van land
voldoende rekening heeft gehouden met die
toekomstige verandering van bouw- in
grasland.
De eischen. waaraan toekomstig grasland
o.i. moet voldoen, zijn in het kort de vol
gende:
1. Het land moet te voren zoo goed moge
lijk van onkruiden zijn gezuiverd. Onkruid-
zaden en overblijvende onkruiden (o.a
kweek enz.) moeten er zoo weinig mogelijk
in voorkomen. Het is vooral in verband hier
mee, dat men de beslissing om ergens gras
land aan te leggen, zoo vroeg mogelijk moet
nemen.
2. De natuurkundige toestand van den
grond moet zoo goed mogelijk wezen, dus
we moeten te voren door een doelmatige be
werking er naar streven do structuur van
den grond goed in orde te brengen. Hoe
zwaarder de grond is, hoe meer werk hier
uit den aard der zaak aan moet worden be
Vastepr emiën. Schadevergoeding lOO
Duizenden fokkers verzekeren tegen het risico
van werpen by paarden en runderen bij de
N V. Zwolsche Paarden- en Veeverzekering Mij.
en
„de Stamboek-Onderlinge"
gevestigd te Zwolle, Ossenmarkt No. 26 en 27.
Directeur Dr. G. H. J. Tervoert, dierenarts
DE GROOTSTE
DE BESTE
1 steed en hoe beter men de structuur maakt,
hoe langer deze goed bewaard blijft Ook in
verband met dit punt is het dus goed, dat
men de beslissing ergens grasland te willen
aanleggen, vroegtijdig neemt
3. Het is in het algemeen van groot be
lang, dat de grond verkeert in een toestand,
dien we „goed gezond" zouden willen noe
men. Een goede natuurkundige toestand be
hoort daarbij, maar we zouden willen, dat
bovendien ook scheikundig en bacteriolo
gisch de zaak in orde is. Wanneer de struc
tuur goed is dan behoeft men zich echter in
de kleistreken over die scheikundige en
bacteriologische eigenschappen niet erg be
zorgd te maken. Op kleigronden, die heel
lang last van een slechte ontwatering heb
ben gehad, en oolc in zeer oude polders, zoo
als vele rivierkleipolders, kan het wel eens
cebeuren, dat de kalkarmoede zeer groot is.
Zoo'n toestand brengt voor de cultuur al
lerlei bezwaren met zich. waar wij op het
oogenblik hier niet bij kunnen blijven stil-
taan. De lezer zal in verband met een en
"iter begrijpen, dat het wel van belang is,
zich rekenschap te geven van het kalkgehal-
te van den bodem vóór men tot grasland-
aanleg overgaat. Is dit gehalte te gering,
lan zal men tot kalkbemesting moeten be
luiten en aangezien dit het best in den na
zomer of in den herfst kan gebeuren als de
grond goed1 droog is, zal men ook in ver
band hiermee weer tijdig tot aanleg van
grasland het besluit moeten nemen. Het zij
ons vergund er hier ter plaatse ook even de
aandacht op te vestigen, dat bij een goede
gezondheid van den bodem natuurlijk ook
behoort het niet aanwezig zijn van bodem-
ziekten, welke nog wel eens in kleigrond
zouden kunnen voorkomen, zullen echter
niet aanwezig zijn als het kalkgehalte vol
doende is. Voorts mogen we er bij dit punt
ook nog even de nnadruk op leggen, dat
speciaal in kalkarme kleigronden en bo
vendien in zeer lichte kleigrond de schei-
undige toestand in zooverre wel eens niet
in orde kan zijn, doordat de grond een voor
kleigrond abnormaal laag kalkgehalte aan
wijst, zoodat een bemesting met kali in de
toekomst op het grasland en ook vóór het
aanleggen wel overweging verdient.
4. Bij het vorige punt zijn we al over de
bemesting begonnen. Het spreekt vanzelf,
dat ook in dit opzicht de toestand van den
grond in orde moet wezen en we meenen
hier ter plaatse de bijzondere aandacht op
het gebruik van stalmest bij den aanleg van
grasland te moeten vestigen. Deze meststof,
werkt vooral op de klei. beter dan welke an
dere meststof mee aan de verbetering van
den scheikundigen, natuurkundigen en bac-
teriologischen toestand van den grond en
men kan door het geven van stalmest ook
een flinke voorraadshemesting toedienen.
Gronden ,die altijd flink met 6talmest zijn
bemest, zullen boter dan vele andere voor
het aanleggen van grasland gebruikt kunnen 1
worden en als men door de aanwending van
stalmest den toestand van den grond nog
wil verbeteren dan is het wenschelijk ,dezc
mest ook te geven op een tijdstip waarop een 1
vermenging mot den grond goed mogelijk is. I
Ook voor stalmest-gebruik is het dus weer j
noodig vroegtijdig tot het aanleggen van
grasland te besluiten.
Ofschoon het niet onze bedoeling Is «en
bepaald recept te geven voor de bemesting, j
meenen we toch wel, beihalve op de voor- j
doelen van het gebruik van stalmest, ook
nog op de volgende punten de aandacht te
moeten vestigen:
a. K a 1 i b e m e s t i n g. Aangezien we In
dit artikel meer de klei- dan de zandgron
den op het oog hebben, behoeven we hier
niet meer over te zeggen dan we bij punt
3 reeds hebben gedaan.
b. Phosphorzuurbemesting. Het
is bekend, dat men op kleigrond over het al
gemeen van superphosphaat gebruik maakt,
omdat dit de phosphorzuurmeststof bij uit
nemendheid voor kleigrond is. Wanneer men
echter te doen heeft met gronden, zooals
bij punt 3 worden bedoeld, dus die kalkarm
zijn tengevolge van den hoogen ouderdom
of doordat zc veel van een slechte afwate
ring hebben geleden, dan bestaat de moge
lijkheid. dat men b.v. met slakkenmeel be
tere resultaten verkrijgt. Op da N.W. zee-
kleigronden in Noord-Brabant zal dit in het
algemeen niet het geval zijn, maar wel zal
men in het Land van Heusden dikwijls met
voordeel slakkenmeel in plaats van super
phosphaat kunnen gebruiken, zoowel bij
het aanleggen als ook in latere jaren.
c. Stikstofbemesting. Over dit
punt behoeven we ook slechts een korte op
merking te maken. Men kan b.v. kiezen tus-
schen 6alpeterhoudende en ammoniakhou-
ctende meststoffen en men kan ze ook bei
den gebruiken. Op kalkarme klei zal salpe-
terhoudende stikstofmest misschien iets
meer te prefereeren zijn, maar op voldoend
kalkhoudende klei zal men het wel voor
een groot deel van den prijs per K.G. stik
stof kunnen laten afhangen waar men de
voorkeur aan wil geven. Alleen moet men
er dian bovendien nog rekening mee houden,
dat de salpeterhoudende meststoffen over
het algemeen vlugger werken dan de ammo-
niakhoudende terwijl van deze laatste de
werking wat langer aanhoudt
5. Nog een 5e punt, waar we natuurlijk de
aandacht op moeten vestigen als er van
grasland aanleg sprake is. is dit dat we
goede zorg en aan de ontwatering van de
gronden moeten besteden. Dit is wel een
vanzelfsprekende zaak. Grond, die niet vol
doende ontwaterd is, is voor geen enkele
van onze Nederlandsche cultures geschikt,
omdat hij vele gebreken bezit, die voor al
onze gewassen nadeelig zijn. Het zou ons te
ver voeren als we uitvoerig zouden willen
ingaan op alle nadeelen, die aan overmaat
van water verbonden zijn.
6. Er moeten goede grassen en klavers
word engekozen. In dit opzicht worden
soms nog zeer groote fouten gemaakt, om
dat de landbouwers zich laten voorlichten
door personen, drie absoluut niet deskundig
n op dit gebied. Men moet er bij het kie
zen van een zaadmengsel voor blijvend gras
land rekening mee houden:
a Dat men een voldoende hoeveelheid
zaad gebruikt Over het algemeen zal men
minstens ongeveer 50 K.G. per H.A. noodig
hebben.
b. Dat men met één klaversoort, n.l. witte
klaver, in hot mengsel kan volstaan en dal
men hiervan pl.m. 7 8 K.G. noodig zal
hebben.
c. Dat men zoowel een voldoende kwantum
ondergrassen als ook bovengrassen noodig
heeft en dat deze deels tot de zodevormers
en deels tot de bosjesvormers moeten be-
hooren. Dit alles is noodig om op een goeden
diohten stand van het gras te kunnen re
kenen. Ongetwijfeld voldoen aan deze
eischen op een bevredigende wijze de meng
sels voor blijvende weiden, die M. Kramer
in zijn boek over het weidebedrijf aanbc
veelt Deze schrijver, die zich zeer wel met
de bestudeering van de graslandcultuui
heeft bezig gehouden, beveelt n.l. de volgen
de mengsels aan:
A. Voor goede vochthoudende grondsoor
ten, zooals gewone klei. zandgrond, humis-
rijken zandgrond en veengrond
Engel sch raai gras
Beemdlangbloem
Timothee
Kamgras
Veldbeemdgras
Ruwbeemdgras
Witte Klaver
Per H.A.
15 K.G.
52% K.G.
Voor gronden van eenigszins andere ge
aardheid moet dit mengsel gewijzigd wor-
'm en daarom beveelt Kramer aan:
B. voor zwaren Kleigrond':
Engelsoh raaigras 20 KG.
Beemdlangbloem 12
Timothee 4 n
Kamgras 2%
Fioringras 1
Ruwbeemdgras 6
Witte Klaver 7
Per H.A. 52% KG.
en ofschoon we in dit artikel niet speciaal
de lichte zandgronden op het oog hebben,
tien' we er hier ter plaatse toch nog wel
op te mogen wijzen, dat Kramer aan
raadt te gebruiken op:
C. Lichten Zandgrond:
Engelsch raaigras 10 KG.
Beemdlangbloem 8
Timothee 4
Kamgras 5
Veldbeemdgras 12
Ruwbeemdgras 2
Rood zwenkgras 4
Witte Klaver 6
Per H.A. 51 K.G.
Na het bovenstaande meenen we, dat we
aan dit artikel nog slechts enkele algemeene
opmerkingen behoeven toe te voegen. Zooals
hierboven reeds is meegedeeld, mag men bij
het aanleggen van grasland genist zeer
hooge eischen aan de kwaliteit en aan don
toestand van den bodem stellen. Grond, die
voor elke ander cultuur best geschikt is,
Is voor blijvend grasland nog maar nauwe
lijks goed genoeg, en men doet dus zeer ver
keerd als men zich plaatst op het stand
punt, dat een perceel land, dat erg vervuild
is, en tevens uitgemergeld, geaoht moot wor-
Clichéfabriek
„Het Oosten"
Gedempte Slaak No. 120
Telefoon No. 9425
Rotterdam
TOMATENZAAD
Allsa Gra'g, de Primeur der
Brielsche Veiling in opbrengst
en Kwaliteit.
T. VAN DEN BEUKEL, Zaadhandel, Telefoon 22
UWINKElt,
Noordpteln 30.
nden w« U
HET REGENT!!!!
TREK OLIEGOED of LAKLEER AAN
U BLIJFT DAN DROOG.
J. MONSTER, TEL. 151
GORINCHEM.
VRAAGT UUGEBREI0E PRIJSCOURANT.
OLIEGOEDEREN.
e Jas, dubb. rug t 9.25
1 3.70
jekker
i leeren Motoijekker 1 35.—
LAARZEN.
114
LAK LEDER.
Lange Jas112.50
Motorjekkersf I2J50
Jongensjassen f 6.75
Rijwiel- en
Motorpijpen
1 6.75
Rubber Lies
Kule
i 950
Onbekende koopers rembours.
den als zijnde bijzonder geschikt om er
grasland van te malven.
In de 2e plaats zij nog opgemerkt, dat
men als dekvrucht dikwijls haver gebruikt
en daartegen is feitelijk ook geen bezwaar.
Aanbeveling verdient het echter in het al
gemeen de dekvrucht niet te dicht te zaaien
en als het kan van een ras gebruik te ma
ken, dat zich door een bijzondere stevigheid
kenmerkt. In verband htermee moet de zoo
genaamde Mansholt Ill-haver zeer zeker
sterk worden aanbevolen.
In de derde plaats willen we er nog even
de aandacht op vestigen dat men bij pas
aangelegd grasland er aan dienken moet niet
te zuinig te zijn met het gebruik van mest
in het algemeen en van stikstof in het bij
zonder. Voor een goede beworteling van de
jonge plantjes is dit van groote beteekenis
en dus ook voor het spoedig verkrijgen van
een goede dichte zode en hoe meer men ook
in latere jaren stalmest geregeld naast
kunstmest gebruikt, hoe minder last men
hoogstwaarchijnlijk van de zoogenaamde
sukkeljaren zal ondervinden.
Verder meenen we op de behandeling in
latere jaren niet te moeten ingaan, omdat
we in dit artikel alleen over het aanleggen
van grasland wilden schrijven.
Over de verpleging van het grasland In
het algemeen komen we misschien in een
volgend artikel nog, eens terug.
De Grasland-Commissie <ter N.-Br.
Maatschappij v. Landbouw
Ir. H. E. HUIZENGA, voorzitter.'
C. G. DE JONG, secretaris.
Visscherijcursus van de
Ned. Heide-Maatschappij
Vanwege de Hoofdafdeeling Zoetwatervis
scherij der Nederlandsche Heidemaatschappij
zal op plaatsen, waar daarvoor voldoende
belangstelling bestaat, een visscherijcursus
gegeven worden.
Vrijdag, 23 dezer, is te Reeuwijk bij Gouda,
de eerste cursus van dien aard geopenu. De
directeur der Nederlandsche Heidemaat
schappij, de heer Ir. J. P. van Lonkhuyzen
wees in zijn openingswoord nog eens op hei
doel, dat met deze cursussen beoogd wordt,
n.l. het verspreiden van kennis, zoowel om
trent het leven van zoetwatervisch, als aan
gaande de zoetwatervisscherij zelf. De cur
sussen zijn dus in de eerste plaats b-stemn
voor de belanghebbende visscliers en vooras
voor belangstellenden in de zoetwatervis
scherij.
Per cursus zullen 4 léssen gegeven worden
per week één les.
Het programma van de cursussen luidt als
volgt
le les door den heer A. Brink, ambtenaai
der Nederlandsche Heidemaatschappij houw
en levensverrichtingen van den viscb, Lunst
matige vischteelt, boekhouding.
2e les door den heer G. A i-'ennekamp,
hoofd der vischkweekerijen der Nederl. Heide
maatschappij: Biologische verhoudingen in
het water, doelmatige inrichting der vis-
scherij.
EEN MACHINE. DIE 200 MENSCHEN VERVANGT
Het veld met suikerbieten zal tn de toekomst niet meer met den sikkel maar met deze
reusachtige machine geoogst worden, die de arbeid van 200 menschen verricht. Hst
gewicht van deze kolossale machine bedraagt f7280 K.G. Met gemak beiverkt zij het
suikcrbietenveld, stroopt zelfs de bladeren af en werpt de stelen op een afzonderlijke,
- door een tractor getrokken wagen*
3e les door Dr. J. Olie Jr., directeur van
het Nederlandsch Visscherij-proefstation: het
tanen, taanmiddelen.
4e les door de heeren L. N. van der Heij
den, technisch opzichter der Visscherijen ea
W. Oskamp, visscher te Zegveld: Wettelijke
regeling der zoetwatervisscherij en practi-
sche visscherijaangelegenlicden. e
Bij de 3 errste lessen wordt het besprokene
met lantaarnplaatjes verduidelijkt
Deensch vleesch
Het hoofdbestuur der H. M. v. L. heeft
in zijn laatst gehouden bijeenkomst be
sloten de kwestie „Deensch-vleesch" niet
te laten rusten. Aan de steden Amsterdam
Haarlem en Den Haag is verzocht een ver
ordening in te stellen, zooals te Rotterdam
reeds geldig is, waarbij er voor wordt zorg
gedragen, dat de verbruiker in de gelegen
heid is te zien of hij versch Hollandsch
vleesch koopt of Deensch vleesch.
Van Haarlem is bericht ingekomen, dat
daar de invoer van Deensch vleesch van
geen beteekenis is. Het gemeentebestuur
van Den Haag heeft bericht niet aan het
verzoek te zullen voldoen. Het verbruik
van Deensch vleesch is in den Haag zeer
groot, wel eens 50 pet. De verbruikers
denken, dat ze versch Hollandscth vleesch
koopen, he'peen ook zeer dikwijls op de
winkelramen staat aangekondigd.
Opgemerkt wordt, dat dit standpunt van
het Gemeentebestuur der residentie lijn
recht indruischt tegen het streven der
Overheid, aan Nederlandsch fabrikaat dc
voorkeur te doen geven. Hier wordt geen
bevoorrechting gevraagd, slechts een maat
regel, die de eerlijkheid bij den alizet be
vorderen kan.
Nu gebleken is, dat verschillende Ge
meentebesturen niet willen medewerken
is te overwegen of niet bij de Repeering
om maatregelen kan worden verzocht.
Veiling vereeniging
Maasland
Goede vooruitgang over 1930.
We ontvingen het jaarverslag van d«
VeiUngvcreeniging „Maasland en Omstre
ken", waaraan we het volgende ontleenen.
In het afgeloopen jaar werd de export-
loods der veiling vergroot, alsmede do
straat bij het terrein verbeterd en ver
breed. Hoewel door die werken de kas der
vereen, bijna geheel werd geroofd, wordt
de uitvoering van die werkzaamheden niet
betreurd.
Een herwaar is nog dat de ruimte In de
fust loods nog zoo beperkt is, daarin zal in
de toekomst verbetering aangobracht moe
ten worden.
Het ledental der vereen bedroeg op t
Januari 1930 258 en op 1 Jan. 1931 264. Er
werden 26 nieuwe leden ingeschreven en
20 leden van de lijst afgevoerd. Hierbij
zijn 10 leden van het eiland Rozenburg!,
die het verplicht veilen dat werd opgelegd
als een bezwaar voor hun bedrijf gevoel-
den. In het bestuur kwam in het afgeloo-
pen jaar geen wijziging, het werk van den
betaalmeester wordt in het verslag gepre*
zen. Hulde wordt gebracht voor de accu
raatheid. zoodat toon afgeloopen zomer in
het vcilin-Jgehouw werd ingebroken, dit
geen resultaat had, omdat do gelden op
een veilige bewaarplaats waren gedepo
neerd.
Een goede hulp Is gevonden ln de aan
stelling van oen monster-trekker, n.l. de
heer v. Steen.
De verhouding van bestuur tot kooplie
den was uitstekend, er kwamen geen ern
stige geschillen voor.
Er werden ruim 5000 nieuwe groenten-
kisten aangeschaft, waardoor de voorraad
steeg tot 13858 stuks.
In 154 veilingen werd ln totaal voor
f S24j589,18 geveild hetgeen f 101.965 94
meer is dan in het jaar daarvoor. De hoog
ste dagormet werd geboekt 28 Juli met
f 15276.67, terwijl de laatste op 9 April viel
met f 1243.24.
Bl'jkens de rekening en verantwoording
bejoopen de ontvangs en f 67.771.88. w.o.
f 783.84 aan kasgeld. Pe uitgaven bednuron
f 71906.24, waarvan een post f 17.726.1S
voor nieuwbouw. De balans sluit mr(
met een Teserve van f 4350.45%.