JÜkttnrr gnhsctft (Éauraiit Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken EERSTE BLAD. BINNENLAND. MIJN HAR DT'S Kunst en Letteren. aSONNEMBBÏi por kwnrlaal fS-28 Beseh I k k i n frskoatcn f015) )er week - 1 Voor het Buitenland bt) Wekfr lijksr.he tending - 3i| dugeltlksehe tending «?«-• Alles bil vooruitbetaling Losse nummers 5 cent met Zondagsblad 3 cent ïondnesblad niet nf7.ondertijk verkrijgbaar No 3261 Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 Postbox 20 Postgiro 58936 ZATERDAG 24 JANUARI 1931 A D V C n E N T 1 B Nt Van I tot 5 reeelsf tike reeel neer °~2V« Ine?» jtedcdef lineei- van 1—regel» „2.30 Elke repel meer .0.45 Bij contract belanprijke korting. Voor het bevragen aan bet bureau wordt berekendf 01# 10e Jaargang Dit nummer bestaat uit VIER bladen KERK EN VREDE v. In het voorafgaande artikel hebben wij er op gewezen, dat eenige godsdien stige voorgangers en gemeenteleden de Kerk nog niet zijn en dat zij zich ook weinig overeenkomstig de openbaring der Kerk gedragen. Nochtans kunnen zij over de Kerk en den vrede schrijven en de roeping der Kerk ten aanzien van den vrede op aarde den volke aanprijzen. Ever. indi vidualistisch als de Kerk- en Vrede- beweging echter ten aanzien van het vraagstuk van den oorlog te werk gaat. spreekt men over datgene, hetwelk men met het woord Kerk schijnt te willen bedoelen. Men spreekt van Christenen, haalt uitspraken en geschriften van Christe nen in het geding, maar van de Kerk en haar leer verneemt men bitter wei nig. Hoe de Kerk krachtens haar leer, welke zü van haar hoogsten Profeet en Leeraar ontving, haar bijzondere roe ping in de wereld heeft te vervullen, waarom zij in gebreke blijft of slechts in geringe mate haar invloed doet gel den, en dergelijke hoofdzaken, die voor de beschouwing van het onderwerp niet kunnen gemist worden, dat alles zoekl men in het orgaan Kerk en Vrede ver geefs. Men spreekt van Christenen en er kent daarvan verschillende soorten, doch wat men eigenlijk bij Christenen heeft te verstaan, wie Christenen mogen hee- ten en waaraan zij gekend worden, ook dat blijft een zaak, die klaarblijkelijk met de ontwapeningsactie, die men aan de Kerk wil opleggen, weinig verband schijnt tc houden. Het blijft alles zoo vaag en onbepaald, als men zich slechts bij meeningen van Christenen en wie ■gèacht worden zoodanigen te zijn kan bepalen. Ook in het Christelijk religieuse 'leven zijn zooveel factoren van het men scheljjk zieleleven werkzaam, dat steeds groepen en personen een zekere ver scheidenheid in het beleven der Christe lijke religie zullen vertoonen. Wereldindifferentisme en methodisme dat de wereld veroveren wil, zedelijk pessimisme en geloofsoptimisme vor men ieder op zichzelf geenszins het ken merk der Christelijke religie, terwijl zij evenwel als vormen en verschijnsel van Christelijk geloof worden aangetroffen en zelfs in eenzijdigheid gedreven wor den. Men kan dergelijke eenzijdigheden evenmin voor het karakter van het Christendom houden als ze eenvoudig verwerpen, als zouden zij geen plaats in liet leven der Christenen mogen hebben. Men zoekt voorts in het z.g. oer- Christendom, om daarin den zuiveren vorm te ontdekken en neemt zijn toe vlucht tot het aannemen of aanwijzen van Jóodsche, wettische en heidensche elementen, indien ook dat oer-Christen- dom zich niet altijd zoo uit in zijn ver dedigers als men dit gaarne zou wen- sclien, vooral ten aanzien van den krijgsdienst. Wij willen niet beweren, dat in het oude Christendom niet Joodsche en hei densche elementen zouden zijn inge mengd, zoodat b.v. een Jood-Christen nog altoos iets Joodsch houdt en een heiden-Christen het heidensch gebruik en de heidensche denkbeelden niet gan- schelijk is afgestorven. Doch al deze wegen van onderzoek kunnen niet leiden tot het gewenschte doel n.l. om tot de wetenschap te komen, hoe de Kerk van Christus zich heeft te gedragen aangaande het oorlogspro bleem in het algemeen en welke houding haar geboden is ten aanzien van het oorlogsvraagstuk, zooals onze tijd dat voor ons stelt. Het getuigenis van Christenen uit vroeger en later tyd is geenszins zonder waarde, doch het kan in het algemeen genomen niet normatief zijn. Men kan het Christendom van een zekere periode der geschiedenis als historisch ver schijnsel onderzoeken en beschrijven, doch dan heeft men slechts een histo risch verschijnsel, dat ongetwijfeld waarde heeft in betrekking tot den tijd, waarin het zich als zoodanig open baarde, en tot de geschiedenis van het Christendom als geheel, maar het we zenlijke is wat anders. Wil men het echter toetsen aan de Christelijke religie alszoodanig, dan heeft men zulke verschijnselen te meten naar de norm. Men kan de religie in haar zuivere gestalte en openbaring in Het vierde artikel stond in ons nummer van Zaterdag 17 Januari. het algemeen niet kennen aan personen en verschijnselen der geschiedenis. Die volkomen en zuivere openbaring zoeke men, waar die te vinden is, n.l. in Jezus Christus, het vleeschgeworden Woord, en dus in de openbaring, welke de Geest van Christus daaromtrent gegeven heeft. Wie de Kerk van Christus aan haar taak en roeping ten aanzien van het oorlogsvraagstuk wil herinneren, heeft deze te verklaren uit de kennis van dien Christus en is gebonden aan Zijn Woord. Bovendien nog steeds is de zui vere inspiratie van de Christelijke reli gie werkzaam, zooals zij zich ook in de historie der Kerk heeft geopenbaard. Alleen de levende Kenbron, de H. Geest, kan hier Leermeester zyn en wie dooi dien Geest geleerd wordt, zal zich steeds sociaal gebonden weten aan de Kerk dei eeuwen en innerlijke aansluiting vinden bij wat de Kerk der eeuwen belijdt. Ook in het heden zal dat sociale mo ment in het leven der Christenen zich doen gelden, in ieder geval zullen dege nen, die zich tot leidslieden stellen in een actie als die van Kerk en Vrede met dat sociale moment moeten rekenen. En toch, een dergelijk organisch karakter als wij van een beweging, welke een be roep op de Kerk doet, mochten verwach ten, ontbreekt haar schier geheel. Zij heeft zich tot de Kerk van Christus te richten door haar te wijzen op het Woord van haar Koning. Indien zij dat doet, zal zij anders optreden dan thans het geval is, nu zij tegen het Woord de; Konings in en daarmede in strijd haar adviezen geeft. Hoogst oppervlakkig en onverant woordelijk is nu de handelwijze van de Kerk en Vrede-actie. Wel tracht men met des Konings Woord sommige har ten te bewegen, doch ook dit gebruik verraadt gewoonlijk gebrek aan werke lijkheidszin. Noch de werkelijkheid, waarin wij leven, noch die van het ker kelijk leven, noch de geestelijke realiteit van de Kerk, waarvan de aardsche een openbaring is en behoort te ziin, noch. ook de geheel eenige waardeering van den Christus der Schriften zijn blijk baar uitgangspunt in dit idealistisch drijven. Zoo kan men lezen, dat men het ont wapen ingsvraagstuk meent in een enkel oogenblik opgelost te hebben, als men vraagt: Wat zou Jezus doen? Het ant woord is klaar en duidelijk: De Heere Jezus zou niet vechten met het zwaard. Doch wie gelooft nu, dat hiermede hel, pleit is beslist? Meent men heusch, dat het zoo staat, dat wij nu eenvoudig kun nen besluiten met eenDe Heere Jezus zou het zwaard niet trekken, dus nu mogen wij het ook niet doen maar moe ten de Overheid ongehoorzaam zijn? Als men den Christus van de steilte wil werpen, terwijl zijn ure nog niet gekomen is, onttrekt Hij zich als de Zone Gods aan de menigte, die met ge weld dreigt. Zal de ontwapenaar, wan neer het geweld aan de grenzen dreigt, het volk aan zijn macht kunnen ont trekken, zooals de Christus zich zelf onttrok Wij hebben te bedenken, dat Christus is de Zone Gods en dat wij kinderen dezer aarde zijn. De navolging van den Christus is iets gansch anders dan wat men er in bovenstaande vraag van ge maakt wil hebben. Hij is geworden als onzer een, doch uitgenomen de zonde. Dat wil niet zeggen, dat wij zijn gewor den zooals Hij, dexHeere uit den hemel. Hij wil, dat wy Zijn Woord bewaren en indien wij alzoo gezind zijn, kweeken wij geen opstand. Diezelfde Christus zegt tot Pilatus: Gij zoudt geen macht over. My hebben, indien die u niet van boven gegeven ware. En voorts: „Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. In dien Mijn Koninkrijk van deze wereld ware, zouden Mijn dienaren voor Mij gestreden hebben, maar nu is Mijn Koninkrijk niet van deze wereld." Derhalve het Koninkrijk van deze wereld heeft zijn dienaren, die daarvoor strijder, en de machten, die er zijn zijn door God geordineerd. Den soldaten, die den Christus mis handelen, treft geen verwijt, dat zij die naren van de Romeinsche Overheid zijn, doch wel vraagt de Heere: Wat heb Ik u kwaad gedaan? Hen treft het ver wijt, dat zij Hem onschuldig zijnde kwalijk bejegenen. Evenzoo heeft ook Johannes de Dooper de krijgslieden niet laat uw kriigsmansstaat varen, maar doe niemand overlast en weest tevreden met uw bezoldiging. Ook de soldaat valt alzoo onder den eisch der zedelijke tucht voor de dien sten, welke hij de Overheid heeft te be wijzen. In het Koninkrijk Gods wordt niet gestreden met het zwaard, doch in de wereld van zonde zal het zwaard die nen in den dienst der gerechtigheid. Alleen de Overheid voert het zwaard. In strikten zin mag dus eer. persoon niet eigenmachtig een zwaard voeren, de man voert het zwaard bij autoriteit van de Overheid en de Overheid valt voor het gebruik van het zwaard onder zede lijke tucht, evenals haar dienaar voor zijn dienst met het zwaard. Als Petrus eigenmachtig het zwaard trekt, wordt het hem verboden. De he- melsche Koning openbaart Zijn heerlijk heid op goddelijke wijze. Hy doet de bende, die Hem grijpen wil, ter aarde vallen. Het Koninkrijk Gods wordt ge diend met het zwaard van den H. Geest. De ontwapenaars echter schijnen piet in te zien, dat zij het Koninkrijk Gods willen dienen met het zwaard. Het stre ven toch naar dienstweigering en een zijdige ontwapening ontketent opstand en eigenmachtig geweld en vergeet, dat men den vrede als vrucht van geloof in den Christus slechts door geestelijke kracht zal kunnen bevorderen. Aan het voorbeeld van Petrus kan men slechts ontleenen, dat de discipel van Christus niet eigenmachtig het zwaard trekt. Misschien zou men er aan kunnen ontleenen, dat zij, die het profetisch ambt in de gemeente van Christus vervullen, worden vrijgesteld van den Overheidsdienst met het zwaard. Men kan er wellicht uit beslui ten, dat de openbaring der Kerk op aarde geen Overheidsmacht kan zyn en dus liet zwaard niet voert, wyl zij open baring is van het Koninkrijk Gods. Dit kan niet beteekenen, dat een Christen geen Overheidsambt kan be- kleeden en geen zwaard dragen uit dien hoofde. Immers juist zóó wordt het Overheidsambt opgeheven naar Chris- telyken maatstaf en komt het gebruik van het zwaard onder de tucht, des ge- loofs. Langs dezen weg zal de prediking dei- Kerk ook regenereerend werken op het regeeringsbeleid en den oorlog bestrij den. Daarom, wie den oorlog bestrijden wil, y'vere voor gezond kerkelijk leven, en voor de rechten eener Christelijke Overheid. Dr. J. SEVERIJN. Integendeel, wie er prijs op stelt om het beroep op de consciëntie zuiver en ernstig te houden, zal moeten toegeven dat dit al leen kan geschieden in den weg van toet sing. GEEN MISVERSTAND. Door den Minister van Binnenlanasche Zaken werd ten vorige jare aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal een overzicht verstrekt omtrent de houding, die van de zijde der burgemeesters bij de verkiezing in 1929 was aangenomen tegenover die stem gerechtigden, die zich door hun wegblijven van de stembus beriepen op gemoedsb'.zwa ren. Daarbij zou gebleken zijn, dat van de 540 gemeenten, waar zich het motief van ge moedsbezwaar had voorgedaan, dit in SU ge vallen niet als geldige grond was aanvaard. In de 403 andere gevallen namen de betrok ken burgemeesters zulks wel aan. Ons standpunt omtrent deze kwestie zet ten wij reeds eerder uiteen en wij ziju nog van oordeel, dat gewetensbezwaren, die hel element van achtbaarheid niet missen, als verschooningsgrond moeten worden aange merkt. Nu echter de minister deze aangelegen heid nog eens onder de aandacht der betrek ken functionarissen wenscht te zien gebracht moge gewezen worden op enkele punten, die misverstand zouden kunnen veroorzaken. Menigmaal hoort men verluiden, dat deze cf gene burgemeester een vervolging instelt, wat natuurlijk niet juist is, daar deze ma gistraat niet behoort tot de ambtenaren, die de Nederlandsche strafrechtspraak met de vervolging belast. Bovendien is de uitdrukking onjuist, om dat de burgemeester met de oproeping geen positieve uitspraak geeft. Alleen zij worden opgeroepen door het Kantongerecht, die niet van een geldige re den tot wegblijven deden blijken, maar het kan zeer wel zijn, dat zij een behoorlijke grond kunnen aanvoeren en die ter terecht zitting duidelijk wordt Ten slotte nog een opmerking. De wijze, waarop de Regeering nu reeds enkele malen in deze kwestie optrad, zou het vermoeden kunnen wekken, dat men Jechts „gemoedsbezwaren" heeft op te geven in men is voortaan bij wegblijven van de stembus tegen elke nasleep gevrijwaard. Natuurlijk kan dat de bedoeling va.-r den Minister niet zijn en is zij het ook niet. Als de Minister wijst op de wenschelijk- heid om gemoedsbezwaar als gelligen grond te aanvaarden in alle gemeenten, beroept hij zich daarbij op het algemeen be lang. gelegen in een gelijke rechtsbedeeling op dit punt voor alle kiezers. Welnu, de toepassing dezer gelijke rechts bedeeling eischt ook, dat men het gemoeds bezwaar evenmin voetstoots aanvaarde als een beroep op ziekte, verblijf in het buiten land enz. Geëischt mag worden dat men aantoon*», dat het met een beroep op de consciëntie ernst is, dat het de kwaliteit van achtbaar heid niet mist. Van wie krachtens ambtsplicht deze i-isch handhaaft, mag men zeker niet zeggen, dal hij met gewetensbezwaren geen rekening houdt. OFFICIEELE BERICHTEN OCTEOOIRAAD. Bij- Kon. besluit is op verzoek eervol ont slagen Mr. A. D. Koeleman als juridisch ambtenaar Ie klasse bij den Octrooiraad. VREEMDE EERETEEKENS. De heer W. J. R. Dreesmann te Amster dam is benoemd tot commandeur in de orde van de Kroon van Italië. De heer A. J. M. Moons, burgemeester van Raamsdonksveer, is door den Paus be noemd tol ridder in de orde van den H. Gregorius den Groote. HOFBERICHTEN AANZIENLIJKE GIFT. H. M. de Koningin-Moeder heeft een aan zienlijke gift gezonden aan het Comité voor de Saron Bazar ten bate van het Kinder huis te Saron in Suriname. FRANSCHE INVOERRECHTEN Zooals onlangs is gemeld worden bij het in Frankrijk aanhangige ontwerp van tot wijziging van de invoerrechten aan kelijke verhoogingen van de invoerrechten op visch voorgesteld. Naar aanleiding hiervan vernam de par lementaire redacteur van Het Volk te be-j voegder plaatse in den Haag het volgende: In het, door de Fransche regeering inge diende wetsontwerp tot verhooging van in voerrechten heeft de senaatscommissie wij zigingen voorgesteld, voornamelijk een mati ging van de verhooging beoogende, mede a' gevolg van stappen, door den Nederland- schen gezant en de Nederlandsche Kamer van Koophandel te Parijs ondernomen. Nummer 45 van het tarief betreft zeevisch, versch of in verschen staat geconserveerd door een bcvriezingsprocédé. In 191S bedroog het invoerrecht hiervoor 20 voor-oorlogschc francs en nu bedraagt het 34 francs. In het regeeringsontwerp is voor barbeel, griet, zee baars, steur, koning van de poon, harder, tong en tarbot een recht van 100 francs voor gesteld. De senaatscommissie stelt voor, dit tot fiO 'francs te verminderen. Nummer 4(5 betreft visch, gedroogd, gezou ten of gerookt. Voor kabeljauw (waaronder begrepen klipvisch) bedroeg het recht in 1918 48 voor-oorlogsche francs en nu is het frs.. 81.60. Voor heilbot en schelvisch en voor alje Overige, niet-genoemde vischsoor- ten bedroeg het 25 francs. Voor filets (een nieuwe onderscheiding) heeft de regëering thans een r-echt van 300 francs voorgesteld, dat de senaatscommissie tot 200 verminderd wenscht te zien. Voor andere producten, in deze categorii vallende, heeft de regeering 150 francs voor gesteld en de senaatscommissie 100. Voor stokvisch bedroeg het recht in 1918 15 goud- francs en is het thans 25.50 francs; hiervoor heeft de regeering 100 francs voorgesteld en de senaatscommissie 50. Voor haring was het tarief in 1913 15 voor- oorlogsche francs en is het nu 25.50 francs. De Fransche regeering heeft een nieuwe onderscheiding van haring voorgesteld, met tarieven, welke een belangrijke verhooging voor dit Hollandsche product beteekenen. Yoor filets namelijk heeft zij 95 francs voor gesteld, welk bedrag in het voorstel der senaatscommissie ongewijzigd is gebleven. Voor gezouten haring heeft de regeering 25.50 francs voorgesteld (het tegenwoordig tarief) en de senaatscommissie 25.60, dus eenige verzwaring. De regeering heeft voor gedroogde of gerookte haring 45 cn voor kippers 60 francs voorgesteld, welke bedra- in het voorstel der senaatscommissie eveneens onveranderd zijn. Bij een vergelijking neme men in aanmer king. dat de waarde van den tegenwoordi- gen franc ongeveer een vijfde van die van óór den oorlog bedraagt ANTWOORDEN VAN MINISTERS Naar aanleiding van de schriftelijke vra gen van het Tweede Kamerlid Hermans be treffende het instellen van een onderzoek naar beweerde klachten omtrent de gezel- lcnhuizen in de Limhurgsche mijnstreek heeft de Minister van Waterstaat aan de Kamer mededeeling gedaan van inlichtin gen door hem van de directie der Staats mijnen ontvangen. Tot het instellen van 'n nader onderzoek kan de Minister geen aan leiding vinden. DE A.N.W.B. OP DE ..R.A.I:" De inzending van den A.N.W.B. op de tentoonstelling van de Ned. Ver. „De Rijwiel en Automobiel-Industrie', welke van 23 Ja nuari tot en met 1 Februari te Amsterdam in het „R.A.I."-gebouw wordt gehouden, geeft wederom een beknopt overzicht van hetgeen de Toeristenbond voor Nederland doet in het belang van het automobiel-toerisme. Een nieuwigheid op toeristisch gebied, welke hier wordt getoond is de nieuwe af standszoeker ten dienste van toeristen, welke in overleg met don A.N.W.B. is ontworpen en uitgevoerd. liet is een handig nikkelen instrumentje, 14 c.M. lang en 4V2 breed, waarop men eenvoudig door het draaien aan een knopje den afstand tusschcn twee ver schillende plaatsen in binnen- en buitenland vindt aangegeven. Tijdens den geheelen duur der tentoonstel ling zal op den Bondsstand iemand aan wezig zijn tot het geven van iedere gewensch te inlichting. DE BRUG OVER DE BOVEN-MERWEDE De Kamer van Koophandel voor Westelijk Noord-Brabant heeft zich in een adres tot j den Minister van Waterstaat gericht, waar- j in zij verzoekt met den meesten spoed de aanbesteding van de brug ocer de hoven- J Merwede bij Gorinchem te willen bevorde-1 ren. Adressante wijst er 0. m. op, dat h. i. aan de aanbesteding dezer brug thans niets meer In den weg staat, en dat, juist nu. in verband met de heerschende werkloosheid, arbeidsgelegenheid zeer welkom zul EEN INTERNATIONAAL PROBLEEM NEDERLAND MAAKT GOEDE CIJFERS De heer J. Q u i s p e 1 te Rotterdam schrijft Volgens een bericht in de Nieuwe Rottor- damsche Courant in October van het vc jaar. schijnen bij het Engclsche Ministerie van Handel plannen te bestaan een commis sie te benoemen, welke tot taak zal hebben een onderzoek in te stellen in hoeverre sloo ping van otide schepen (inplaats van ver koop) den toestand in rie scheenvaart zal kunnen verbeteren. Volgens dit bericht is dit plan in de seheepvaartkringi.i koel ont vangen. Men meent, dat het eenige nut van de commissie kan zijn nog eens aan te too- nen, hoe slcclit het er in de scheepvaart wel uit ziet. Er is volkomen gebrek aan lading. In 1929 bedroeg de gemiddelde prijs bij ver koop aan buitenlanrlsche, meest Grieksche maatschappijen 5.S7 per bruto ton, terwijl de buitenlandsche slooper gemiddeld niei meer dan £1.89 per ton betaalde. Voor de reeders is dus verkoop belangrijk voordeeliger. Bij slooping krijgt men in Hol landsch geld ruim f 22.50 per ton en bij ver koop plm. 170.50 per ton; een verschil van ongeveer f 4S per ton. Of bij, zeg een schip van 4000 tot f 90.000 en f 282.000, een voordeel bij verkoop van plm. f 192000. De Nieuwe Rotterdamsche Courant meent, dat een dergelijk plan wel succes zou kun nen hebben, indien het op internationalen grondslag werd opgezet. Wij voelden direct veel voor de bedoeling van bovengenoemd plan. wat betreft de be perking hierdoor van overtollige tonnage, en de concurrentie door die oude schepen, niet alleen door Grieksche, maar in niet minder relate door Spaansche en Italiaansche reede- ryp.ii gebruikt. 'Yoor ons heeft net echter nog meer betee- keriis, wat betreft de veiligheid bij het los sen en lade ndier oude aangekochte sche pen. Wij hadden reeds in November een be rekening gemaakt uit de rapporten der In spect,ie van den Havenarbeid te Rotterdam van de meest 'zeevarende lanJen over het aantal door deze inspectie bezochte schepen en het aantal der op die schenen gemaakte aanmerkingen. Wij besloten te wachten tot wij de cijfers hadden over het jaar 1930. Wij kwamen toen tot het volgende resul- Nationaliteit: Nederlandsch Duitsch Engelsch Noorsch Zwe,edsch Amerikaansch Spaansch Italiaansch Grieksch 1666 15GG 1182 102 91 89.2 Nederland spant de kroon, waarschijnlijk omdat merf met de vrij strenge controle in de Nederlandsche.havens op de hoogte was; daarna volgt Duitschland, dat naar wij mee- nen op grond van door ons in vorige jaren wel eens gemaakte berekeningen, dit jaar vrij hoog staat Toen wij in 1919 in Duitschland op een congres waren, maakte men tegen ons de op merking in verband met de in beslagname i het meerendeel der Duitsóhe schepen: er 10 jaar hebben wij cte nieuwe schepn de entente zit met onze oude schepen", 't Was maar een eenvoudige kantoorbedien de die dit zeide, en toch, hij heeft niet mis gezien. Uit het aantal Duitsche schepen, die de Rotterdamsche haven bezochten, blijkt wel. dat Duitschland als zeevarende mo gendheid weer een vooraanstaande plaats inneemt, en dat de inrichting, wat betreft de veiligheid, over het algemeen in orde is. Wij waren eens op een Engelsch stoom schip, dat te Liverpool zware lasten had gelost en het verdere gedeelte ie Rotterdam moest lossen. De kapitein had met het oog op de mededeeling te Liverpool, dat hij te Rotterdam met het te Liverpool gebruikte materiaal deze zware lasten wel niet zou mogen lossen, reeds nieuwe runners besteld Toen deze nog niet waren aangekomen wer den inderdaad door de haven inspectie aanmer kingen gemaakt en mocht hij alleen door blijven werken als hij tijdelijke voorzorgen trof, tot de bestelde runners waren aangeko men. De controle in de Engelsche havens is ook vrij goed, maar bovendien weten de Engelsche reeders over het algemeen, dat er tc Rotterdam een goede controle is. Amerika heeft over het algemeen geen oude schepen maar wie internationaal meeleeft, weet wel dat snel, snel :1e Amerikaansche stelregel maar hij weet ook dat snel en goed zel den samen gaan. Spanje, Italië en Griekenland spannen met '2.3; 79.6 en 89.2 pet. de kroon. Deze landen koopen de meeste oude sliepen op, vandaar dat slecht nfcteriaal. DE SCHEPPINGSDAGEN EEN BRIEFKAART VAN Dr. KUYPER Toen ik dezer dagen in de rubriek „Kerk nieuws" van eenige bladen een stukje las over de vraag of de Scheppingsdagen dagen van 2-i uur geweest zijn, dan wel tijdperken-, dacht ik onwillekeurig aan de eerste brief kaart, welke ik van Dr. Kuyper ontving. Dat kwam zóó .Getweeën hadden we ge discussieerd met onzen leeraar, die, hoewel v^n Christelijke beginselen, nochtans de leer der tijdperken was toegedaan. Het konden geen dagen van 24 uur geweest zijn. betoogde hii En wij hielden strak en stijf het tegen deel vol. Thuis overleiden wij, wat te doen. En, met jeugdige vrijmoedigheid rapporteerden wij hei geval aan Dr. Kuyper en vroegen advies. Het kwam, prompt en kort, per briefkaart. Eerlijk gezegd, het was voor ons eenigszins e*»n teleurstelling. Niet, omdat het zoo moei lijk te lezen was! Daar bad ik de slag al gauw van te pakken. En later heb ik meer malen brieven van Dr. Kuyper ..vertaald": want niet iedereen was zoo vrijpostig als de Vèluwsche boer. die een brief eenvoudig terugstuurde met de opmerking: „Laat uw dochter of iemand anders het verhaal maar eerst overschrijven, want zóó heb ik er niets aan." Hetgeen geschiedde. Doch ter zake. Het antwoord, dat wij kre gen, luidde als volgt: De Scheppingsdagen waren werkelijk dagen en zeker geen tijd perken in den zin van de ongeloovige weten schap; want nadrukkelijk wordt vermeld, dat het avond en morgen was geweest: de eerste dag, de tweede dag, enz. Of het echter dagen van 24 uur zijn geweest, is daarmee niet uitgemaakt,- Let er slechts, op, hoe Qod pas op den vierden dag het licht aan zon. mnarf en sterren bend eu^zoo de mogelijk- heid schiep óm uit den loop der hemellicha men de tijden te berekenen: „dat zij zijn tot teekenen en tot gezette lijden en tot dagen en jaren." Zooals ik zei, volkomen bevredigen deed ons dit antwoord niet; wij hebben er echter 't geleerd, dat men in jeugdige waan (of) wijsheid wel eens dingen beweert, waarover de grootste geleerde zich gereserveerd uitlaat. Overigens zal de lezer verstaan, dat dit stukje slechts een aardige persoonlijke en historische herinnering is en dat naar aan leiding hiervan geen discussie begonuen ordt bleken, dat niet behoorlijk werd boek ge houden. De tarieven der notarissen zijn ter sprake gebracht. Gewezen is op een rapport an het Kon. Ned. Landhnuwcomité. Dat ok een ander geluid mogelijk is, blijkt uit de daarop gevolgde brochure van de Broe derschap der Notarissen in Nederland, ge titeld: „Het notariaat en de notarissen". Deze organisatie heeft een tarievencommis- sie ingesteld, welke streeft naa- wegneming van niet gemotiveerde verschillen in de ta rieven, terwijl ook, waar mogelijk, verla ging wordt voorbereid. WET OP HET NOTARIS-AMBT VOORGESTELDE WIJZIGINGEN. de zijn In de Memorie van Antwoord aan Tweede Kamer inzake het wetsontwerp, houdende voorzieningen door wijziging van de wet op het notaris-ambt, wordt er op gewezen, dat dit ontwerp voor een goed doèl strekt om het toezicht meer doeltref fend te doen zijn. Aan een notaris zal on gevraagd verlof kunnen worden gegeven, en in de tuchtmaatregelen wordt eenige wijziging gebracht. Daarnaast is het echter noodig, dat opgelegd wordt de verplichting om behoorlijk hoek tc houden cn dat en kele bepaalde handelingen den notarissen verboden worden. Bij déconfiture.?, welke zich hebben voorg.V-ian, is bijna slue'.Is ge DE GOUDEN POORT. B. Dit tweede deel der „Bloemlezing ten dienste van Middelbaar- en Normaalonder- wijs" van Julien Kuvpers, uitgegeven door „De Sikkel", Kruishofstraat, Antwerpen bedoelt te zijn een inleiding tot de literaire schoonheid. Het boek brengt zoo weinig mo gelijk theorie, maar overvloedig materiaal tot vergelijking uit alle perioden der Neder landsche letterkunde. Er bestaan heel wat soortgelijke bloemle zingen voor het middelbaar onderwijs en de meeste hebben iets of veel goeds. Die van Kuijpers staat mede bovenaan. Verschillende groepen verzen en prozafragmenten zijn ge rangschikt om bepaalde onderwerpen, bijv. schijn cn wezen, de moeder, de «wind, lente, de historische roman vroeger en nu, de dood huis en school, de leeuwerik, enz. Onder goe de leiding leeren de leerlingen de verschil lende bewerkingen van hetzelfde gegeven ver gelijken en vergelijkend beoordoelen. Dc li teratuur over de schilderkunst is niet verge ten, ook zijn muziek, tooneel en sport verte genwoordigd. Het is bijna ondoenlijk, in een enkele bloemlezing een volledig beeld van de gehecle literatuur te geven, maar dit werk van de Vlaamsche onderwijsinspecteur bena dert het ideaal, dat men aan een „inleiding tot literaire schoonheid" stellen mag, dicht. In de nieuwe druk moge op blz. 15 van Eeden's „Heileeuwerik" een plaats vinden; van Revius konden eenige punt lichten inge- lasclit; in de bibliografie aan 't slot ontbre ken Jaqueline van der Waals. Willem de Me- rodo, Marie Koenen en meer anderen. De Vlaamsche leerlingen zijn om dit boek tc be nijden. HELFT AT EN MEE -)MC O, AQ •imcn TC -5CMCrN. WAAR HE BEHOORT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 1