JÜkttnrr gnhsctft (Éauraiit
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
EERSTE BLAD.
BINNENLAND.
MIJN HAR DT'S
Kunst en Letteren.
aSONNEMBBÏi
por kwnrlaal fS-28
Beseh I k k i n frskoatcn f015)
)er week - 1
Voor het Buitenland bt) Wekfr
lijksr.he tending -
3i| dugeltlksehe tending «?«-•
Alles bil vooruitbetaling
Losse nummers 5 cent
met Zondagsblad 3 cent
ïondnesblad niet nf7.ondertijk verkrijgbaar
No 3261
Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 Postbox 20 Postgiro 58936
ZATERDAG 24 JANUARI 1931
A D V C n E N T 1 B Nt
Van I tot 5 reeelsf
tike reeel neer °~2V«
Ine?» jtedcdef lineei-
van 1—regel» „2.30
Elke repel meer .0.45
Bij contract belanprijke korting.
Voor het bevragen aan bet bureau
wordt berekendf 01#
10e Jaargang
Dit nummer bestaat uit VIER bladen
KERK EN VREDE
v.
In het voorafgaande artikel hebben
wij er op gewezen, dat eenige godsdien
stige voorgangers en gemeenteleden de
Kerk nog niet zijn en dat zij zich ook
weinig overeenkomstig de openbaring
der Kerk gedragen.
Nochtans kunnen zij over de Kerk
en den vrede schrijven en de roeping
der Kerk ten aanzien van den vrede op
aarde den volke aanprijzen. Ever. indi
vidualistisch als de Kerk- en Vrede-
beweging echter ten aanzien van het
vraagstuk van den oorlog te werk gaat.
spreekt men over datgene, hetwelk men
met het woord Kerk schijnt te willen
bedoelen.
Men spreekt van Christenen, haalt
uitspraken en geschriften van Christe
nen in het geding, maar van de Kerk
en haar leer verneemt men bitter wei
nig. Hoe de Kerk krachtens haar leer,
welke zü van haar hoogsten Profeet en
Leeraar ontving, haar bijzondere roe
ping in de wereld heeft te vervullen,
waarom zij in gebreke blijft of slechts
in geringe mate haar invloed doet gel
den, en dergelijke hoofdzaken, die voor
de beschouwing van het onderwerp niet
kunnen gemist worden, dat alles zoekl
men in het orgaan Kerk en Vrede ver
geefs.
Men spreekt van Christenen en er
kent daarvan verschillende soorten, doch
wat men eigenlijk bij Christenen heeft
te verstaan, wie Christenen mogen hee-
ten en waaraan zij gekend worden, ook
dat blijft een zaak, die klaarblijkelijk
met de ontwapeningsactie, die men aan
de Kerk wil opleggen, weinig verband
schijnt tc houden. Het blijft alles zoo
vaag en onbepaald, als men zich slechts
bij meeningen van Christenen en wie
■gèacht worden zoodanigen te zijn kan
bepalen. Ook in het Christelijk religieuse
'leven zijn zooveel factoren van het men
scheljjk zieleleven werkzaam, dat steeds
groepen en personen een zekere ver
scheidenheid in het beleven der Christe
lijke religie zullen vertoonen.
Wereldindifferentisme en methodisme
dat de wereld veroveren wil, zedelijk
pessimisme en geloofsoptimisme vor
men ieder op zichzelf geenszins het ken
merk der Christelijke religie, terwijl zij
evenwel als vormen en verschijnsel van
Christelijk geloof worden aangetroffen
en zelfs in eenzijdigheid gedreven wor
den. Men kan dergelijke eenzijdigheden
evenmin voor het karakter van het
Christendom houden als ze eenvoudig
verwerpen, als zouden zij geen plaats in
liet leven der Christenen mogen hebben.
Men zoekt voorts in het z.g. oer-
Christendom, om daarin den zuiveren
vorm te ontdekken en neemt zijn toe
vlucht tot het aannemen of aanwijzen
van Jóodsche, wettische en heidensche
elementen, indien ook dat oer-Christen-
dom zich niet altijd zoo uit in zijn ver
dedigers als men dit gaarne zou wen-
sclien, vooral ten aanzien van den
krijgsdienst.
Wij willen niet beweren, dat in het
oude Christendom niet Joodsche en hei
densche elementen zouden zijn inge
mengd, zoodat b.v. een Jood-Christen
nog altoos iets Joodsch houdt en een
heiden-Christen het heidensch gebruik
en de heidensche denkbeelden niet gan-
schelijk is afgestorven.
Doch al deze wegen van onderzoek
kunnen niet leiden tot het gewenschte
doel n.l. om tot de wetenschap te komen,
hoe de Kerk van Christus zich heeft te
gedragen aangaande het oorlogspro
bleem in het algemeen en welke houding
haar geboden is ten aanzien van het
oorlogsvraagstuk, zooals onze tijd dat
voor ons stelt.
Het getuigenis van Christenen uit
vroeger en later tyd is geenszins zonder
waarde, doch het kan in het algemeen
genomen niet normatief zijn. Men kan
het Christendom van een zekere periode
der geschiedenis als historisch ver
schijnsel onderzoeken en beschrijven,
doch dan heeft men slechts een histo
risch verschijnsel, dat ongetwijfeld
waarde heeft in betrekking tot den tijd,
waarin het zich als zoodanig open
baarde, en tot de geschiedenis van het
Christendom als geheel, maar het we
zenlijke is wat anders.
Wil men het echter toetsen aan de
Christelijke religie alszoodanig, dan
heeft men zulke verschijnselen te meten
naar de norm. Men kan de religie in
haar zuivere gestalte en openbaring in
Het vierde artikel stond in ons nummer
van Zaterdag 17 Januari.
het algemeen niet kennen aan personen
en verschijnselen der geschiedenis. Die
volkomen en zuivere openbaring zoeke
men, waar die te vinden is, n.l. in Jezus
Christus, het vleeschgeworden Woord,
en dus in de openbaring, welke de Geest
van Christus daaromtrent gegeven
heeft.
Wie de Kerk van Christus aan haar
taak en roeping ten aanzien van het
oorlogsvraagstuk wil herinneren, heeft
deze te verklaren uit de kennis van dien
Christus en is gebonden aan Zijn
Woord. Bovendien nog steeds is de zui
vere inspiratie van de Christelijke reli
gie werkzaam, zooals zij zich ook in de
historie der Kerk heeft geopenbaard.
Alleen de levende Kenbron, de H. Geest,
kan hier Leermeester zyn en wie dooi
dien Geest geleerd wordt, zal zich steeds
sociaal gebonden weten aan de Kerk dei
eeuwen en innerlijke aansluiting vinden
bij wat de Kerk der eeuwen belijdt.
Ook in het heden zal dat sociale mo
ment in het leven der Christenen zich
doen gelden, in ieder geval zullen dege
nen, die zich tot leidslieden stellen in
een actie als die van Kerk en Vrede met
dat sociale moment moeten rekenen. En
toch, een dergelijk organisch karakter
als wij van een beweging, welke een be
roep op de Kerk doet, mochten verwach
ten, ontbreekt haar schier geheel. Zij
heeft zich tot de Kerk van Christus te
richten door haar te wijzen op het
Woord van haar Koning. Indien zij dat
doet, zal zij anders optreden dan thans
het geval is, nu zij tegen het Woord de;
Konings in en daarmede in strijd haar
adviezen geeft.
Hoogst oppervlakkig en onverant
woordelijk is nu de handelwijze van de
Kerk en Vrede-actie. Wel tracht men
met des Konings Woord sommige har
ten te bewegen, doch ook dit gebruik
verraadt gewoonlijk gebrek aan werke
lijkheidszin. Noch de werkelijkheid,
waarin wij leven, noch die van het ker
kelijk leven, noch de geestelijke realiteit
van de Kerk, waarvan de aardsche een
openbaring is en behoort te ziin, noch.
ook de geheel eenige waardeering van
den Christus der Schriften zijn blijk
baar uitgangspunt in dit idealistisch
drijven.
Zoo kan men lezen, dat men het ont
wapen ingsvraagstuk meent in een enkel
oogenblik opgelost te hebben, als men
vraagt: Wat zou Jezus doen? Het ant
woord is klaar en duidelijk: De Heere
Jezus zou niet vechten met het zwaard.
Doch wie gelooft nu, dat hiermede hel,
pleit is beslist? Meent men heusch, dat
het zoo staat, dat wij nu eenvoudig kun
nen besluiten met eenDe Heere Jezus
zou het zwaard niet trekken, dus nu
mogen wij het ook niet doen maar moe
ten de Overheid ongehoorzaam zijn?
Als men den Christus van de steilte
wil werpen, terwijl zijn ure nog niet
gekomen is, onttrekt Hij zich als de
Zone Gods aan de menigte, die met ge
weld dreigt. Zal de ontwapenaar, wan
neer het geweld aan de grenzen dreigt,
het volk aan zijn macht kunnen ont
trekken, zooals de Christus zich zelf
onttrok
Wij hebben te bedenken, dat Christus
is de Zone Gods en dat wij kinderen
dezer aarde zijn. De navolging van den
Christus is iets gansch anders dan wat
men er in bovenstaande vraag van ge
maakt wil hebben. Hij is geworden als
onzer een, doch uitgenomen de zonde.
Dat wil niet zeggen, dat wij zijn gewor
den zooals Hij, dexHeere uit den hemel.
Hij wil, dat wy Zijn Woord bewaren
en indien wij alzoo gezind zijn, kweeken
wij geen opstand. Diezelfde Christus
zegt tot Pilatus: Gij zoudt geen macht
over. My hebben, indien die u niet van
boven gegeven ware. En voorts: „Mijn
Koninkrijk is niet van deze wereld. In
dien Mijn Koninkrijk van deze wereld
ware, zouden Mijn dienaren voor Mij
gestreden hebben, maar nu is Mijn
Koninkrijk niet van deze wereld."
Derhalve het Koninkrijk van deze
wereld heeft zijn dienaren, die daarvoor
strijder, en de machten, die er zijn zijn
door God geordineerd.
Den soldaten, die den Christus mis
handelen, treft geen verwijt, dat zij die
naren van de Romeinsche Overheid zijn,
doch wel vraagt de Heere: Wat heb Ik
u kwaad gedaan? Hen treft het ver
wijt, dat zij Hem onschuldig zijnde
kwalijk bejegenen. Evenzoo heeft ook
Johannes de Dooper de krijgslieden niet
laat uw kriigsmansstaat varen,
maar doe niemand overlast en weest
tevreden met uw bezoldiging.
Ook de soldaat valt alzoo onder den
eisch der zedelijke tucht voor de dien
sten, welke hij de Overheid heeft te be
wijzen. In het Koninkrijk Gods wordt
niet gestreden met het zwaard, doch in
de wereld van zonde zal het zwaard die
nen in den dienst der gerechtigheid.
Alleen de Overheid voert het zwaard.
In strikten zin mag dus eer. persoon niet
eigenmachtig een zwaard voeren, de
man voert het zwaard bij autoriteit van
de Overheid en de Overheid valt voor
het gebruik van het zwaard onder zede
lijke tucht, evenals haar dienaar voor
zijn dienst met het zwaard.
Als Petrus eigenmachtig het zwaard
trekt, wordt het hem verboden. De he-
melsche Koning openbaart Zijn heerlijk
heid op goddelijke wijze. Hy doet de
bende, die Hem grijpen wil, ter aarde
vallen. Het Koninkrijk Gods wordt ge
diend met het zwaard van den H. Geest.
De ontwapenaars echter schijnen piet
in te zien, dat zij het Koninkrijk Gods
willen dienen met het zwaard. Het stre
ven toch naar dienstweigering en een
zijdige ontwapening ontketent opstand
en eigenmachtig geweld en vergeet, dat
men den vrede als vrucht van geloof in
den Christus slechts door geestelijke
kracht zal kunnen bevorderen.
Aan het voorbeeld van Petrus kan
men slechts ontleenen, dat de discipel
van Christus niet eigenmachtig het
zwaard trekt. Misschien zou men er
aan kunnen ontleenen, dat zij, die het
profetisch ambt in de gemeente van
Christus vervullen, worden vrijgesteld
van den Overheidsdienst met het
zwaard. Men kan er wellicht uit beslui
ten, dat de openbaring der Kerk op
aarde geen Overheidsmacht kan zyn en
dus liet zwaard niet voert, wyl zij open
baring is van het Koninkrijk Gods.
Dit kan niet beteekenen, dat een
Christen geen Overheidsambt kan be-
kleeden en geen zwaard dragen uit dien
hoofde. Immers juist zóó wordt het
Overheidsambt opgeheven naar Chris-
telyken maatstaf en komt het gebruik
van het zwaard onder de tucht, des ge-
loofs.
Langs dezen weg zal de prediking dei-
Kerk ook regenereerend werken op het
regeeringsbeleid en den oorlog bestrij
den. Daarom, wie den oorlog bestrijden
wil, y'vere voor gezond kerkelijk leven,
en voor de rechten eener Christelijke
Overheid.
Dr. J. SEVERIJN.
Integendeel, wie er prijs op stelt om het
beroep op de consciëntie zuiver en ernstig
te houden, zal moeten toegeven dat dit al
leen kan geschieden in den weg van toet
sing.
GEEN MISVERSTAND.
Door den Minister van Binnenlanasche
Zaken werd ten vorige jare aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal een overzicht
verstrekt omtrent de houding, die van de
zijde der burgemeesters bij de verkiezing in
1929 was aangenomen tegenover die stem
gerechtigden, die zich door hun wegblijven
van de stembus beriepen op gemoedsb'.zwa
ren.
Daarbij zou gebleken zijn, dat van de 540
gemeenten, waar zich het motief van ge
moedsbezwaar had voorgedaan, dit in SU ge
vallen niet als geldige grond was aanvaard.
In de 403 andere gevallen namen de betrok
ken burgemeesters zulks wel aan.
Ons standpunt omtrent deze kwestie zet
ten wij reeds eerder uiteen en wij ziju nog
van oordeel, dat gewetensbezwaren, die hel
element van achtbaarheid niet missen, als
verschooningsgrond moeten worden aange
merkt.
Nu echter de minister deze aangelegen
heid nog eens onder de aandacht der betrek
ken functionarissen wenscht te zien gebracht
moge gewezen worden op enkele punten, die
misverstand zouden kunnen veroorzaken.
Menigmaal hoort men verluiden, dat deze
cf gene burgemeester een vervolging instelt,
wat natuurlijk niet juist is, daar deze ma
gistraat niet behoort tot de ambtenaren, die
de Nederlandsche strafrechtspraak met de
vervolging belast.
Bovendien is de uitdrukking onjuist, om
dat de burgemeester met de oproeping geen
positieve uitspraak geeft.
Alleen zij worden opgeroepen door het
Kantongerecht, die niet van een geldige re
den tot wegblijven deden blijken, maar
het kan zeer wel zijn, dat zij een behoorlijke
grond kunnen aanvoeren en die ter terecht
zitting duidelijk wordt
Ten slotte nog een opmerking.
De wijze, waarop de Regeering nu reeds
enkele malen in deze kwestie optrad, zou
het vermoeden kunnen wekken, dat men
Jechts „gemoedsbezwaren" heeft op te geven
in men is voortaan bij wegblijven van de
stembus tegen elke nasleep gevrijwaard.
Natuurlijk kan dat de bedoeling va.-r den
Minister niet zijn en is zij het ook niet.
Als de Minister wijst op de wenschelijk-
heid om gemoedsbezwaar als gelligen
grond te aanvaarden in alle gemeenten,
beroept hij zich daarbij op het algemeen be
lang. gelegen in een gelijke rechtsbedeeling
op dit punt voor alle kiezers.
Welnu, de toepassing dezer gelijke rechts
bedeeling eischt ook, dat men het gemoeds
bezwaar evenmin voetstoots aanvaarde als
een beroep op ziekte, verblijf in het buiten
land enz.
Geëischt mag worden dat men aantoon*»,
dat het met een beroep op de consciëntie
ernst is, dat het de kwaliteit van achtbaar
heid niet mist.
Van wie krachtens ambtsplicht deze i-isch
handhaaft, mag men zeker niet zeggen, dal
hij met gewetensbezwaren geen rekening
houdt.
OFFICIEELE BERICHTEN
OCTEOOIRAAD.
Bij- Kon. besluit is op verzoek eervol ont
slagen Mr. A. D. Koeleman als juridisch
ambtenaar Ie klasse bij den Octrooiraad.
VREEMDE EERETEEKENS.
De heer W. J. R. Dreesmann te Amster
dam is benoemd tot commandeur in de orde
van de Kroon van Italië.
De heer A. J. M. Moons, burgemeester
van Raamsdonksveer, is door den Paus be
noemd tol ridder in de orde van den H.
Gregorius den Groote.
HOFBERICHTEN
AANZIENLIJKE GIFT.
H. M. de Koningin-Moeder heeft een aan
zienlijke gift gezonden aan het Comité voor
de Saron Bazar ten bate van het Kinder
huis te Saron in Suriname.
FRANSCHE INVOERRECHTEN
Zooals onlangs is gemeld worden bij het
in Frankrijk aanhangige ontwerp van
tot wijziging van de invoerrechten aan
kelijke verhoogingen van de invoerrechten
op visch voorgesteld.
Naar aanleiding hiervan vernam de par
lementaire redacteur van Het Volk te be-j
voegder plaatse in den Haag het volgende:
In het, door de Fransche regeering inge
diende wetsontwerp tot verhooging van in
voerrechten heeft de senaatscommissie wij
zigingen voorgesteld, voornamelijk een mati
ging van de verhooging beoogende, mede a'
gevolg van stappen, door den Nederland-
schen gezant en de Nederlandsche Kamer
van Koophandel te Parijs ondernomen.
Nummer 45 van het tarief betreft zeevisch,
versch of in verschen staat geconserveerd
door een bcvriezingsprocédé. In 191S bedroog
het invoerrecht hiervoor 20 voor-oorlogschc
francs en nu bedraagt het 34 francs. In het
regeeringsontwerp is voor barbeel, griet, zee
baars, steur, koning van de poon, harder,
tong en tarbot een recht van 100 francs voor
gesteld. De senaatscommissie stelt voor, dit
tot fiO 'francs te verminderen.
Nummer 4(5 betreft visch, gedroogd, gezou
ten of gerookt. Voor kabeljauw (waaronder
begrepen klipvisch) bedroeg het recht in 1918
48 voor-oorlogsche francs en nu is het
frs.. 81.60. Voor heilbot en schelvisch en
voor alje Overige, niet-genoemde vischsoor-
ten bedroeg het 25 francs.
Voor filets (een nieuwe onderscheiding)
heeft de regëering thans een r-echt van 300
francs voorgesteld, dat de senaatscommissie
tot 200 verminderd wenscht te zien.
Voor andere producten, in deze categorii
vallende, heeft de regeering 150 francs voor
gesteld en de senaatscommissie 100. Voor
stokvisch bedroeg het recht in 1918 15 goud-
francs en is het thans 25.50 francs; hiervoor
heeft de regeering 100 francs voorgesteld en
de senaatscommissie 50.
Voor haring was het tarief in 1913 15 voor-
oorlogsche francs en is het nu 25.50 francs.
De Fransche regeering heeft een nieuwe
onderscheiding van haring voorgesteld, met
tarieven, welke een belangrijke verhooging
voor dit Hollandsche product beteekenen.
Yoor filets namelijk heeft zij 95 francs voor
gesteld, welk bedrag in het voorstel der
senaatscommissie ongewijzigd is gebleven.
Voor gezouten haring heeft de regeering
25.50 francs voorgesteld (het tegenwoordig
tarief) en de senaatscommissie 25.60, dus
eenige verzwaring. De regeering heeft voor
gedroogde of gerookte haring 45 cn voor
kippers 60 francs voorgesteld, welke bedra-
in het voorstel der senaatscommissie
eveneens onveranderd zijn.
Bij een vergelijking neme men in aanmer
king. dat de waarde van den tegenwoordi-
gen franc ongeveer een vijfde van die van
óór den oorlog bedraagt
ANTWOORDEN VAN MINISTERS
Naar aanleiding van de schriftelijke vra
gen van het Tweede Kamerlid Hermans be
treffende het instellen van een onderzoek
naar beweerde klachten omtrent de gezel-
lcnhuizen in de Limhurgsche mijnstreek
heeft de Minister van Waterstaat aan de
Kamer mededeeling gedaan van inlichtin
gen door hem van de directie der Staats
mijnen ontvangen. Tot het instellen van 'n
nader onderzoek kan de Minister geen aan
leiding vinden.
DE A.N.W.B. OP DE ..R.A.I:"
De inzending van den A.N.W.B. op de
tentoonstelling van de Ned. Ver. „De Rijwiel
en Automobiel-Industrie', welke van 23 Ja
nuari tot en met 1 Februari te Amsterdam
in het „R.A.I."-gebouw wordt gehouden, geeft
wederom een beknopt overzicht van hetgeen
de Toeristenbond voor Nederland doet in
het belang van het automobiel-toerisme.
Een nieuwigheid op toeristisch gebied,
welke hier wordt getoond is de nieuwe af
standszoeker ten dienste van toeristen, welke
in overleg met don A.N.W.B. is ontworpen
en uitgevoerd. liet is een handig nikkelen
instrumentje, 14 c.M. lang en 4V2 breed,
waarop men eenvoudig door het draaien aan
een knopje den afstand tusschcn twee ver
schillende plaatsen in binnen- en buitenland
vindt aangegeven.
Tijdens den geheelen duur der tentoonstel
ling zal op den Bondsstand iemand aan
wezig zijn tot het geven van iedere gewensch
te inlichting.
DE BRUG
OVER DE BOVEN-MERWEDE
De Kamer van Koophandel voor Westelijk
Noord-Brabant heeft zich in een adres tot j
den Minister van Waterstaat gericht, waar- j
in zij verzoekt met den meesten spoed de
aanbesteding van de brug ocer de hoven- J
Merwede bij Gorinchem te willen bevorde-1
ren.
Adressante wijst er 0. m. op, dat h. i. aan
de aanbesteding dezer brug thans niets
meer In den weg staat, en dat, juist nu. in
verband met de heerschende werkloosheid,
arbeidsgelegenheid zeer welkom zul
EEN INTERNATIONAAL PROBLEEM
NEDERLAND MAAKT GOEDE CIJFERS
De heer J. Q u i s p e 1 te Rotterdam schrijft
Volgens een bericht in de Nieuwe Rottor-
damsche Courant in October van het vc
jaar. schijnen bij het Engclsche Ministerie
van Handel plannen te bestaan een commis
sie te benoemen, welke tot taak zal hebben
een onderzoek in te stellen in hoeverre sloo
ping van otide schepen (inplaats van ver
koop) den toestand in rie scheenvaart zal
kunnen verbeteren. Volgens dit bericht is
dit plan in de seheepvaartkringi.i koel ont
vangen. Men meent, dat het eenige nut van
de commissie kan zijn nog eens aan te too-
nen, hoe slcclit het er in de scheepvaart wel
uit ziet. Er is volkomen gebrek aan lading.
In 1929 bedroeg de gemiddelde prijs bij ver
koop aan buitenlanrlsche, meest Grieksche
maatschappijen 5.S7 per bruto ton, terwijl
de buitenlandsche slooper gemiddeld niei
meer dan £1.89 per ton betaalde.
Voor de reeders is dus verkoop belangrijk
voordeeliger. Bij slooping krijgt men in Hol
landsch geld ruim f 22.50 per ton en bij ver
koop plm. 170.50 per ton; een verschil van
ongeveer f 4S per ton. Of bij, zeg een schip
van 4000 tot f 90.000 en f 282.000, een voordeel
bij verkoop van plm. f 192000.
De Nieuwe Rotterdamsche Courant meent,
dat een dergelijk plan wel succes zou kun
nen hebben, indien het op internationalen
grondslag werd opgezet.
Wij voelden direct veel voor de bedoeling
van bovengenoemd plan. wat betreft de be
perking hierdoor van overtollige tonnage, en
de concurrentie door die oude schepen, niet
alleen door Grieksche, maar in niet minder
relate door Spaansche en Italiaansche reede-
ryp.ii gebruikt.
'Yoor ons heeft net echter nog meer betee-
keriis, wat betreft de veiligheid bij het los
sen en lade ndier oude aangekochte sche
pen. Wij hadden reeds in November een be
rekening gemaakt uit de rapporten der In
spect,ie van den Havenarbeid te Rotterdam
van de meest 'zeevarende lanJen over het
aantal door deze inspectie bezochte schepen
en het aantal der op die schenen gemaakte
aanmerkingen.
Wij besloten te wachten tot wij de cijfers
hadden over het jaar 1930.
Wij kwamen toen tot het volgende resul-
Nationaliteit:
Nederlandsch
Duitsch
Engelsch
Noorsch
Zwe,edsch
Amerikaansch
Spaansch
Italiaansch
Grieksch
1666
15GG
1182
102
91
89.2
Nederland spant de kroon, waarschijnlijk
omdat merf met de vrij strenge controle in de
Nederlandsche.havens op de hoogte was;
daarna volgt Duitschland, dat naar wij mee-
nen op grond van door ons in vorige jaren
wel eens gemaakte berekeningen, dit jaar
vrij hoog staat
Toen wij in 1919 in Duitschland op een
congres waren, maakte men tegen ons de op
merking in verband met de in beslagname
i het meerendeel der Duitsóhe schepen:
er 10 jaar hebben wij cte nieuwe schepn
de entente zit met onze oude schepen",
't Was maar een eenvoudige kantoorbedien
de die dit zeide, en toch, hij heeft niet mis
gezien. Uit het aantal Duitsche schepen, die
de Rotterdamsche haven bezochten, blijkt
wel. dat Duitschland als zeevarende mo
gendheid weer een vooraanstaande plaats
inneemt, en dat de inrichting, wat betreft
de veiligheid, over het algemeen in orde is.
Wij waren eens op een Engelsch stoom
schip, dat te Liverpool zware lasten had
gelost en het verdere gedeelte ie Rotterdam
moest lossen. De kapitein had met het oog
op de mededeeling te Liverpool, dat hij te
Rotterdam met het te Liverpool gebruikte
materiaal deze zware lasten wel niet zou
mogen lossen, reeds nieuwe runners besteld
Toen deze nog niet waren aangekomen wer
den inderdaad door de haven inspectie aanmer
kingen gemaakt en mocht hij alleen door
blijven werken als hij tijdelijke voorzorgen
trof, tot de bestelde runners waren aangeko
men. De controle in de Engelsche havens is
ook vrij goed, maar bovendien weten de
Engelsche reeders over het algemeen, dat er
tc Rotterdam een goede controle is. Amerika
heeft over het algemeen geen oude schepen
maar wie internationaal meeleeft, weet wel
dat snel, snel :1e Amerikaansche stelregel
maar hij weet ook dat snel en goed zel
den samen gaan.
Spanje, Italië en Griekenland spannen met
'2.3; 79.6 en 89.2 pet. de kroon. Deze landen
koopen de meeste oude sliepen op, vandaar
dat slecht nfcteriaal.
DE SCHEPPINGSDAGEN
EEN BRIEFKAART VAN Dr. KUYPER
Toen ik dezer dagen in de rubriek „Kerk
nieuws" van eenige bladen een stukje las
over de vraag of de Scheppingsdagen dagen
van 2-i uur geweest zijn, dan wel tijdperken-,
dacht ik onwillekeurig aan de eerste brief
kaart, welke ik van Dr. Kuyper ontving.
Dat kwam zóó .Getweeën hadden we ge
discussieerd met onzen leeraar, die, hoewel
v^n Christelijke beginselen, nochtans de leer
der tijdperken was toegedaan. Het konden
geen dagen van 24 uur geweest zijn. betoogde
hii En wij hielden strak en stijf het tegen
deel vol.
Thuis overleiden wij, wat te doen. En, met
jeugdige vrijmoedigheid rapporteerden wij
hei geval aan Dr. Kuyper en vroegen advies.
Het kwam, prompt en kort, per briefkaart.
Eerlijk gezegd, het was voor ons eenigszins
e*»n teleurstelling. Niet, omdat het zoo moei
lijk te lezen was! Daar bad ik de slag al
gauw van te pakken. En later heb ik meer
malen brieven van Dr. Kuyper ..vertaald":
want niet iedereen was zoo vrijpostig als
de Vèluwsche boer. die een brief eenvoudig
terugstuurde met de opmerking: „Laat uw
dochter of iemand anders het verhaal maar
eerst overschrijven, want zóó heb ik er
niets aan." Hetgeen geschiedde.
Doch ter zake. Het antwoord, dat wij kre
gen, luidde als volgt: De Scheppingsdagen
waren werkelijk dagen en zeker geen tijd
perken in den zin van de ongeloovige weten
schap; want nadrukkelijk wordt vermeld,
dat het avond en morgen was geweest: de
eerste dag, de tweede dag, enz. Of het echter
dagen van 24 uur zijn geweest, is daarmee
niet uitgemaakt,- Let er slechts, op, hoe Qod
pas op den vierden dag het licht aan zon.
mnarf en sterren bend eu^zoo de mogelijk-
heid schiep óm uit den loop der hemellicha
men de tijden te berekenen: „dat zij zijn tot
teekenen en tot gezette lijden en tot dagen
en jaren."
Zooals ik zei, volkomen bevredigen deed
ons dit antwoord niet; wij hebben er echter
't geleerd, dat men in jeugdige waan (of)
wijsheid wel eens dingen beweert, waarover
de grootste geleerde zich gereserveerd uitlaat.
Overigens zal de lezer verstaan, dat dit
stukje slechts een aardige persoonlijke en
historische herinnering is en dat naar aan
leiding hiervan geen discussie begonuen
ordt
bleken, dat niet behoorlijk werd boek ge
houden.
De tarieven der notarissen zijn ter
sprake gebracht. Gewezen is op een rapport
an het Kon. Ned. Landhnuwcomité. Dat
ok een ander geluid mogelijk is, blijkt uit
de daarop gevolgde brochure van de Broe
derschap der Notarissen in Nederland, ge
titeld: „Het notariaat en de notarissen".
Deze organisatie heeft een tarievencommis-
sie ingesteld, welke streeft naa- wegneming
van niet gemotiveerde verschillen in de ta
rieven, terwijl ook, waar mogelijk, verla
ging wordt voorbereid.
WET OP HET NOTARIS-AMBT
VOORGESTELDE WIJZIGINGEN.
de
zijn
In de Memorie van Antwoord aan
Tweede Kamer inzake het wetsontwerp,
houdende voorzieningen door wijziging van
de wet op het notaris-ambt, wordt er op
gewezen, dat dit ontwerp voor een goed
doèl strekt om het toezicht meer doeltref
fend te doen zijn. Aan een notaris zal on
gevraagd verlof kunnen worden gegeven,
en in de tuchtmaatregelen wordt eenige
wijziging gebracht. Daarnaast is het echter
noodig, dat opgelegd wordt de verplichting
om behoorlijk hoek tc houden cn dat en
kele bepaalde handelingen den notarissen
verboden worden. Bij déconfiture.?, welke
zich hebben voorg.V-ian, is bijna slue'.Is ge
DE GOUDEN POORT. B.
Dit tweede deel der „Bloemlezing ten
dienste van Middelbaar- en Normaalonder-
wijs" van Julien Kuvpers, uitgegeven door
„De Sikkel", Kruishofstraat, Antwerpen
bedoelt te zijn een inleiding tot de literaire
schoonheid. Het boek brengt zoo weinig mo
gelijk theorie, maar overvloedig materiaal
tot vergelijking uit alle perioden der Neder
landsche letterkunde.
Er bestaan heel wat soortgelijke bloemle
zingen voor het middelbaar onderwijs en
de meeste hebben iets of veel goeds. Die van
Kuijpers staat mede bovenaan. Verschillende
groepen verzen en prozafragmenten zijn ge
rangschikt om bepaalde onderwerpen, bijv.
schijn cn wezen, de moeder, de «wind, lente,
de historische roman vroeger en nu, de dood
huis en school, de leeuwerik, enz. Onder goe
de leiding leeren de leerlingen de verschil
lende bewerkingen van hetzelfde gegeven ver
gelijken en vergelijkend beoordoelen. Dc li
teratuur over de schilderkunst is niet verge
ten, ook zijn muziek, tooneel en sport verte
genwoordigd. Het is bijna ondoenlijk, in een
enkele bloemlezing een volledig beeld van de
gehecle literatuur te geven, maar dit werk
van de Vlaamsche onderwijsinspecteur bena
dert het ideaal, dat men aan een „inleiding
tot literaire schoonheid" stellen mag, dicht.
In de nieuwe druk moge op blz. 15 van
Eeden's „Heileeuwerik" een plaats vinden;
van Revius konden eenige punt lichten inge-
lasclit; in de bibliografie aan 't slot ontbre
ken Jaqueline van der Waals. Willem de Me-
rodo, Marie Koenen en meer anderen. De
Vlaamsche leerlingen zijn om dit boek tc be
nijden.
HELFT AT EN MEE
-)MC O, AQ
•imcn TC -5CMCrN.
WAAR HE BEHOORT