r DONDERDAG 8 JANUARI 1931
nrpnp BI AD PAG 9
- HET DRAMA VAN GROEDE
Door A. M. WESSELS.
B04 Zoo was dan het bericht van de Salzbur-
ger ballingen ter kennis gekomen van de
Bod inWoners in Staats-Vlaanderen en werd deze
Boa droeve zaak druk besproken in de gezinnen.
Bod 't Bleef echter niet alleen in de gezinnen,
ook de College's bespraken het in hunne
fed I vergaderingen en de sympathie voor de
td, Emigranten klom met den dag.
j Iloe kon het ook anders? In Staats-Vlaan-
Bo« deren woont, sedert het van Spanje werd
a losgemaakt, een niet Hollandschc, maar toch
,j aan Holland gehechte bevolking. Vrucht-
I baai- en dicht aan de grens gelegen
7 C I
was Staats Vlaanderen het toevluchts-
■j oord, vcor hen, die om het gelooi wer-
2e den vervolgd.
W Ziet maar eens even op de namen, die
men hier en verderop in Zeeland aantreft
Hzooals de Hullu, Liunain, de Gelleke, Ris
seeuw, Le Cointre, du Prè enz. Zij zeggen
49ïe' het ons duidelijk ,dat deze namen van ge.cn
7* zuivere Hollandsche oorsprong zijn. De voor
'so'i ouders dezer monschcn waren naar hier ge-
goJ vlucht ,en onder het nageslacht kan men
19141 verhalen hooren van vervolging en van
j vlucht, maar ook van groote gastvrijheid en
j hartelijkheid, waarmede de ontkomonden,
dat onder de Zeeuwsch Vlaamsche afstam-
melingcn van vroegere vluchtelingen een
p.,.N sterk meeleven was, voor de Salzburger uit-
gedrevenen. In gedachten strekten zich hun
1 handen er naar uitl Maar het bleef niet al-
3J leen bij denken! Er moest gehandeld wor-
den. Over het grootste doel van liet platte
land van Staats Vlaanderen heerschtcn des-
tijds. ja heerschten sedert eeuwen bijna op-
1xT| permachtig de heeren van het Vrije van
Sluis. De Salz.burgsche zaak werd door
a tu het vo"< onder de aandacht van deze hee-
il" ren gebracht en niet tevergeefsch. Dez.e
7^ heeren van het Vrije, namen de zaak vnn de
98$ Salzhurgers in handen en met eerbied mogen
3öJ(' de namen genoemd worden van hen, die
met een groote trouw volhielden, toen de
.'lil
8»
Mcerdervoort. Als een schok ging de blijde
3M Gjding door de Zeeuwsch Vlaamsche lun-
J douwen, dat de Heeren Staten hun goed-
6} keuring hadden gehecht aan het plan om
een 300 gezinnen Salzburgsche ballingen in
het land te laten komen, en de heeren van
I ^et Vriic r'ePcn de inwoners der omtrek
I bijeen cn deden een beroep op hun Chris-
- 63 tcnplicht, om hun broederlijke liefde aan de
- iiT Emigianten te toonen. De inwoners van
Groede kwamen op den 12en Januari 1733
I aiT in de herberg „de drey Koningen" te samen
I J De geestdrift voor de opname der ballingen
i25i was overweldigend.
62j Het beroep op de Christelijke broeder-
liefde viel dus in goede aarde. De meesten
zegt Pont, teekenden voor een geheel liuys-
p houden, om daarvoor te zorgen, een enkele
EN teekende voor een jong gezel. Rijk noch
arm onttrok zich, ieder nam mede de ver-
j«j antwoording op zich. Met groot verlangen
#50 si zog men naar de komst dezer broeders uit.
94 Met geen mogelijkheid kon men berekenen.
L.lOli wanneer de Émigranten in het land kwa
men, ieder oogenblik was men hen wach
tende. Met was winter, dus was het geen
geschikte tijd om huizen te bouwen. Daar
100/< de boeren hun Vlaamsche arbeiders hét vo-
90 1 rig jaar ontslagen hadden, besloten zij te
lanb loten om de nieuw aankomende broeder?
10 l en besloten hun
120'»M voorloopig In hon hnizen op te nemen
een maatregel, die de bron moest worden
110 I van veel ellende, maar die, de omstandig-
160 heden in aanmerking genomen, dp eenig
0-60 mogelijke was. De Heeren van het Vrije var
BSU Sluis waren zeer ingenomen met „de loffe
lijke en prijselijcke bleyken van "geneigt
hcid hunner ingesetenen" en overwegende
dat, zou dit hooggevvichtig. 200 nuttig en
„hcilsaem" werk van „gewenschten uitslag
wesen" verzochten zij „de Eerwaarde vrome
en Godsalige Heeren in hun predikatie'*
hun gemeenteleden te herinneren aan deze
„Salzburgsche mensen, opdat hun yever nie»
ende verflouwen mochtte". Ook moesten zij
de gemeente veel op het hart drukken, dat
zij niet waren te vergelijken met andere ver
drevencn en verjaagden ,die zonder doel
rondzwierven en blij mochten zijn, zoo zij
als „slaven en verachte dienstknechten de
ingezetenen mochten dienen. Neen, zij wa
ren, evenals de eigen voorouders, vervolg
den en verdrukten om het geloof, achterla
tende al hun have en goederen, trekkende
uit hun maagdschap om hier een schuil
plaats te vinden. Zij hadden er dus
81*3!
ill£
tLAN
6203
;eno
SEN
i 95tf
ItOtf'l
Dorpsgezicht in Groede.
Ook. werden de Predikanten verzocht, God
LIEF EN LEED IN DE PASTORIE
door BRIGITTE
de ITeere te bidden, dat het Hem beliefde de
Salzburger ballingen een voorspoedige reis
naar den Zeeuwschen bodem te doen ten
deel vallen.
Zoo werd alles in groote geestdrift voorbc
reid. De verwachtingen in Zeeuwsch Vlaan
deren waren hoog gepannen. De Heeren van
het Vrije van Sluis en hun onderhoorigen
hadden bijna geen geduld, om de zoo vurig
gewenschte gasten af te wachten. Ja in huu
geestdriftige verwachting gingen zij zelfs
zoo ver
om een pistool (dat is 4 12 geldswaarde)
uit te loven voor hem, die de eerste
tijding bracht,
dat de schepen der Salzburger ballingen in
het gezicht van do Zeeuwsch-Vlaunscht
kust waren. Deze pistool werd verdiend door
zekere Gilles Robijn „die thyen dagen van
smorgens vroogh tot 'saevonds laet aen de
■eere te Breskens had geseten, onder reve-
•entie van vyftijen stuyvers daegs".
Den 9do Maart kreeg Gilles de schepen In
het gezicht, en begeerig naar het pistool
haastte hij zich naar Sluis, om te berichton.
dat hij bp de Schelde „achtthyn schepen 9Ug
aliemael opgepropt met mensen".
De Salzburger ballingen waren in aan
tocht! Wat een vreugde! Eindelijk! zoo riep
men elkaar blijde toe. 't Gerucht ging van
mond tot mond en was in een oogenblik
bekend. Verblijd snelde men naar Breskens
om de gasten welkom te heeten op der
Zeeuwsch-Vlaamschen bódem.
Daar ankerden de schepen, 18 in getal. De-
planken werden uitgelegd en daar
betraden 701 gehuwde personen en 83
ongehuwde ballingen den gastvrijen
Zeeuwschen grond.
Zoo waren dan eindelijk de ballingen ge
arriveerd en met vreugde ontvangen. En
toen zij aan wal stapten, in het naar hun
gedachten geloofde" land, maakte ontroo
ring zich van hen meester. Wat was hun
veel overkomen! Hoevelcn waren er onder
weg bezweken! En do anderen verwilder
den, door het ongebonden zwervende leven
Hun zenuwen waren overspannen cn onge
rijmde angst en vrees, wisselden af met aJ
te schitterende voorstellingen voor de toe.
komst. Vervuild en verwilderd, allen ar
beid en inspanning ontwend, kwamen zij in
Zeeuwsch Vlaanderen aan.
't Was voor de Groedenaars ofschoon
zij het eerst niet lieten merken toch ecu
teleurstelling. Zij hadden gedacht, talrijke
werkkrachten te ontvangen, maar onder
hen, die hier aankwamen, waren zeer veel
ouden van dagen en kinderen. In Zeeuwsch
Vlaanderen kwam (als wij eens een onpar
lementair woord mogen neerschrijven) het
restant of uitschot. Wie nog wat geld had
of lichaamskracht had, vond op den weg
naar hier een onderkomen. In Middelburg
b.v. bleven een zestigtal personen achter.
Ook Veere en Vllssingen namen er een aan
tal onder hun hoede. Dadelijk werden zij ge
reinigd en gekleed en goed verzorgd. Zeven
dagen lang werden zij rijkelijk gevoed, voor
dat men eenigen arbeid van hen eischte.
Milde gaven vun geld, vleesch, eieren enz.
stroomden mildelijk toe.
De Heeren van het Vrije van Sluis en de
Groedenaars lieten echter niets blijken v.'U-
hun teleurstelling. Zij Waren allen welkom,
al deze 78-4 menschen, die toch ook een on
sterfelijke ziel hadden, en dio alles verlaten
hadden om God naar hun geweten te die
nen. Zij waren als de weduwe in dc gelij
kenis, hun gansehen leeftocht hadden zij in
de offerkist geworpen, zij hadden niet»
meer over. Toch was hun de troost des ge-
loofs bijgebleven en telkens en telkens weer
wees Ds. Johan Gotlieb Fischer, die hun
vanaf Salzburg vergezeld had, op Jezus, die
nog meer had moeten lijden. Hij wees op de
kroon die eenmaal hen. wachtte, die voor
.Christus eer alles over hadden. Fischers
naam is dan ook met eere aan deze emi
granten verbonden.
(Wordt vorvolgd).
IETS OVER ROUSSEAU
II'
Wanneer we er ons too zetten om oen en
kel cntisch woord o\er Rousseau te schrij
ven, dan willen we zeer restrictief zijn.
Met voorbijgaan van alle andere uingen,
willen we ons siechls bepalen tot liet voor
naamste van wat Rousseau in zijn: „Con-
trat Social" leert, nl. do yolkssouvereiniteit.
Er wordt wel eens verondersteld dat de
leer der yolkssouvereiniteit door Rousseau
is uitgedacht. Dit is echter niet juist. Reeds
lang voor hem, werd deze leer, zoowel door
hen die zich Dogen voor hei gezag Gods.
als door hun tegenstanders, gepropageerd
en aanbevolen.
In het zeer lezenswaardige en dikwijls te
weinig gekende boek van Jlir. Mr. A. F. de
Savornin Lolimann, „Onze Constitutie", le
zen we hieromtrent het volgende:
„De leer der volkssouvereiniteit, hoewel
gehuldigd door de Godloochenende of God-
ier-zij de-stel lende-filosofen die mede de
grooie revolutie van 1789 hebben vooruereid
niet onafscheidelijk met ongeioof voroon-
den. Men kan zeer wei, gelijk de dagelijk-
sche ondervinding leert, in God en Jezus
Christus gelooven, en toch bedoelde leer
aanhangen.
„Trouwens reeds in de 14e eeuw, toen het
idee van universeele monarchie nog het al-
gemecne was, leerden vele denkers, dat de
rechtsgrond voor elke rcgcenngshandelmg
was do toestemming des volks; dat déhrom
de vorst onderworpen is aan de we
verantwoordelijk aan net volk. Zelfs reeds
in de 11e eeuw waren er dié leerden, dat
een Koning die het verdrag met het volk
breekt, als een diefachtige varkenshoeder
behoort te worclen weggejaagd. Vooral ln de
16e eeuw, in den strijd tegen absolute en
vaak tirannieke monarchen, is, zoowel
Roomsch-Kathollcke als van Gereformeerde
zijde, dc stelling verdedigd, dat het volk liet
recht heeft zich een regeermgsvorm te kie
zen, den vorst te benoemen cn af te zetten,
enz. Veelal ook leeraarde men dat er een
buigerlijk con u-act "(Contra t Social) bestaat,
tusschén -oen vorst eenerZijds en het volk
anderzijds; daarbij beriep mon zich, 1
op vrij zonderlinge wijzo en met behulp
van allerlei gewrongen uitleggingen, op den
Bijbel. De volkssouvcronnteit, op eigenaar
dige wijze door ltousseau verdedigd, is voor
hem tallooze malen verdedigd, zoowel door
geioovige christenen, als door de tegenvoe
ters van dezen".
Wie dus veronderstelt dat Rousseau
leer heeft uitgedacht, slaat de plank ten
eenenmale mis.
W61 heeft Rousseau deze leer vernuftig
uiteengezet en daarmede de grond gi
voor de Fransche Revolutie. Maar bij deze
omwenteling, waar de vólkssouvereiniteit
zoo sterk sprak, is deze leer niet gebouwd
op het geloof in den lévenden God, 1
op het ongeloof. Men heeft er in die da
gen naar gestreefd gelijk wij ook thans
verschillende pogingen zien doen om het
gansche staatsrecht te scheiden van he,t
geloof in God.
Daarom achten wij de leer der vólkssou
vereiniteit een gevaar. Wij gaan verder. Het
is niet juist als men beweert dat deze „re-
geeringsvorm" zou zijin in te voeren met
een boroep op de oude geschiedenis van
Israël en op den uitdrukkelijkon wil des
Heeren.
En als men ons wijst op Amerika,
de Gmstitutie is samengesteld door men
schen, die God en Zijn Woord geonszins
verwierpen en niettemin de leer dor vólks
souvereiniteit practisch wilden zien t
past, dan antwoorden wij: deze menschen
hebben die regeeringsvorm niet zelf uitge
dacht als de beste voor Amerika, maar zij
hebben tot ontwikkeling en oplossing ge
bracht wat zonder dat hun goedkeuring
kon worden gevraagd reeds bestond.
Zeker, een volk waar de vólkssouvereini
teit tot ontplooiing komt, kan stellig een
zekere mate van welvaart en rust genieten.
Ons bezwaar tegen de door Rousseau op
nieuw verdedigde leer is echter niet in de
eerste plaats van practischen maar van
princlpieelcn aard.
Wij achten deze leer in principieelon strijd
met Gods Woord! Want wij stellen voorop
de belijdenis dat er is een: Gxls-souverei
natelt! „Er Is geen macht dan van God en
de machten die er zijn, die zijn van God
verordend".
Wij zien de overheidsmacht als een di
recte schepping Gods, door Hem ingesteld;
zij het dan „om dor zonde wil".
God, als de Opperste Souverehi, geeft
in bepaalde personen individueel
en niet aan een volk universeel een
deel van Zijn souvereiniteit, om die te ge
bruiken overeenkomstig Zijn wil en ordi
nantiën.
Daarom mogen cn moeten we onze Ko
ningin aanspreken met: .Majesteit.
Deze Gods-souvereinitelt schakelt Rousseau
in dc verdediging van zijn leer uit. De
macht is aan het volk, ciat een cvontueeje
minderheid aan zich bindt, 't Geheel is
meer dan de deelen.
Ook in ons lünd heeft Rousscua's thcorio
ingang gevonden, met name bij de liberalen,
lx*; wei er missiTuen onder hen zijn, die dit
ontkennen.
Met eenige ingenomenheid constateerde
dan ook do onlangs overleden Mr. Sam
v. Houten eens, dat met 't ontbindingsrecht
van de Kroon, zooals dat in 1848 is inge
vperd, feitelijk het element van de vólks
souvereiniteit in de Grondwet i9 ingenaaid.
Hetgeen we niet kunnen ontkennen,
We hebben getracht we zoggen: ge
tracht Rousseau's theorie eenigszins te
belichten en onze meening daartegenover to
stellen.
In onzen tijd van revolutionair senti
ment leek ons dit bij wijze van waarschu
wing wel gewenscht. Want al kunnen de
deskundigen nu „goede dingen" aanwijzen,
die b.v. uit de Fransche Revolutie zijn voort
gevloeid, tóch blijven we: anti-rovolutionair.
Omdat wij in revolutie geen opbouw kun
nen zien, maar afbraak. Ieder, die 2ich stelt
op den grond van Gods Woord, kan en mag
niet revolutionair optreden zooals zoovelcn
in onzen tijd doen, maar moet reforma
torisch handelen.
Daarom wijzen wij de revolutionaire thco
rieën van Rousseau onherroepelijk af en
stellen ons als Calvinisten den eisch: re
formatoren tc zijil!
W. A. J. D.
~m\ /eriiaal VonVanclaaq
Eich wat WilsJ
lV HOE WIST HIJ 'T?
Gemengd Nieuws.
TREINVERTHAGING.
Woensdagmiddag tusschen vyf en zes uur
vond een treinvertraging plaats op het station
Den Haag. Door een drfret aan het tev:iligings
blok ondervonden de treinen, zoowel de bin
nenkomende van Amsterdam als de uitgaande
naar die stad, een half uur vertraging. Het on-
was spoedig verholpen.
BLOEDVERGIFTIGING.
N. te Dcngon verwondde zich dezer dagen
met een mes aan de hand. Er ontstond
bloedvergiftiging, waaraan h(j
overleden.
DOODELIJKE AANRIJDING.
To Waddinxveen slipte de 15-jarige C- van
der H. met zyn fiets juist toen een auto
naderde. Hij geraakte onder den auto en
t-yerleed kort daarna. Den chauffeur treft
volgens ooggetuigen geen schuld.
AAN VERGIFTIGING GESTORVEN.
Zondag klaagde hel 4-jarig .zoontje van de
familie Boren te Geleen (L.) over maagpijn.
Hy moest meermalen braken. Een geneesheer,
die ontboden werd, achtte overbrenging naar
het hospitaal noodzakelijk. De kleine is daar
overleden. Gemeend wordt, dat het kind tenge
volge van vergiftiging is gestorven. By enkele
buurkinderen doen zich dezelfde verschijnselen
oor, doch ze zijn niet van ernstigen aard.
ONDER F.EN WAGEN VERPLETTERD.
Te Groningen reed het 8-jarig zoontje van
T. in de Gronihgerstraat op een oude fiets. De
jongen raakte op een gegeven oogenblik het
stuur kwijt en kwam juist voor het voorwiel
van een aldaar pa9seerenden woonwagen te
vallen. Het wiel ging den knaap over het hoofd
met het gevolg, dat de dood onmiddellijk intrad
ONDER EEN AUTO GEDOOD.
Te Vught (N.-Br.) is het vierjarig zoontje
van den spoorwegarbeider v. E. op den Hel-
voirtschen weg onder een vrachtauto geraakt.
Het kind werd op slag gedood.
KOEIEN EN VARKENS IN VLAMMEN.
Te Eexter-Zandvoort bij Gieten (Dr.) ont
stond gistermiddag brand in de boerderij, be
woond door R. Pepping. Zeven koeien kwamen
in de vlammen om, benevens eenige varkens.
Een groote hoeveelheid stroo en hooi, voorts
landbouwgereedschappen, werden door het
vuur vernield, De oorzaak van den brand is on
bekend.
BRANDSTICHTING.
In den nacht van 27 op 28 December 1.1.
was brand ontstaan in do woning van zekeren
P. aan de Bredasche baan te Roosendaal.
Daar by politie-onderzoek bleek, dat die
brand welke tydig door de politie werd
Zo leefden als zoovelen van hun buren:
niet beter, niet slechter. De dingen van hoo-
gere, geestelijke orde waren hun vreemd. En
zoo was de weg vrij voor onkunde en biipe-
loof. Een platvloersch leven, zonder geeste
lijk.- verheffing, zonder zonnige hoogtijden...
Toen werd hij werkloos en na een poos
tverd hij geplaoé;t bij een zandafgraving,
heelemaal in Holland. Al een paar weken
was hij weg en 't kon nog wel een week
of drie duren, voor hij terugkwam. Toen
gebeurde het: hun eenig kind verdronk in
dc sloot achter het huis. Maar hij zou het
eerst hooren als hij terug kwam. Hij noch
zijn vrouw waren vlug met de pen. Ze schre-
elkaar geen brieven.
Op den avpnd van den dag toen het onge
luk gebeurd was, ging ze naar den bakker,
om brood, schijnbaar bedaard. Toen de l»ak-
kerin het brood ln het blauwe voorschoot
legde, zei ze, hoofdschuddend, met een blik
naar den groenen trommel op den toon
bank:
,11c zal er nooit geen peperneuten meer
)i- hem hoeven bij te doen; 't is tóch
spiitig".
„Ja. 't is een ongeluk", antwoordde ze, en
ging heen, even stil en bedaard als zo ge
komen was.
„Ze heeft er veel weet van", dacht de
bakkerin.
De buren hadden haar getroost met de
woorden: ,,'t Is een ongeluk", cn werktui
gelijk had ze telkens die woorden herhaald.
Daarmede stelde haar oppervlakkige natuur
zich tevreden.
Na de begrafenis vond zij het leeg in huis
en nog ntenigvuldiger dan vroeger werden
haar bezoeken bij de buren. Naarmate de
dagen vorderden kwam 's avonds als ze al
leen was een vage angst over hvtr.
„Wat zou Henk zeggen? Hij was goedig,
maar een driftkop. Wat zou hij doen?"
Soms kon zij haar man vergeten cn dacht
ze alleen aan haar kind. En dan zocht ze
troost in de gedachte: „een mensch sterft
niet vóór zijn tijd; 't heeft zoo nioeten wezen
Dan werd ze weer wat rustiger.
Henk was thuis gekomen en nu stond ze
tegenover hem, leunend te^en de tafel. Ze
had hem alles verteld, met een huilerige
stem. met veel omslag van woorden ©n vol
uitweidingen, ,,'t Was een ongeluk".
En telkens, terwijl hij haar met vagen blik
aankeek, vond ze nieuwe ^'zonderheden, in
haar ijver om zichzelf vrij te pleiten van alle
schuld. j
„Ik was aan 't goed spoelen en het kind
stond erbij. Nu, je weet wel, hoe kinders zijn
hè? Je kunt er nooit van op aan. Je weet
wel laatst, vanNu, een mensch kan niet
overal tegelijk zijn oogen hebben. En toen
viel hij in 't water, en ik heb hem nog ge
grepen, maar hij schoot onder mijn handen
•eg. En ik had nog zoo gedachtMaar in
eens was hij /erdwenen in de diepteJa,
als 't ongeluk je wil.Met die troost
woorden van de buren eindigde zij.
Al den tijd dat zij zoo sprak, zoo ratelde,
was bij den man het onbestemde gevoel ge
rezen, dat ze loog. Hij kon die gedachte niet
verklaren; hij verdacht haar ook niet Hij
had alleen een vage gedachte van iets orj-
•s. dat or was ii) haar woorden ezi in
haar zolf.
Hij bleef zwijgen; hij zocht in zijn hersens
naar iets. dat hij niet begreep, dat hij moest
trachten uit te denken; het was als een
flauwe scln-mer ln de verte. En toen ze hem
daar zoo stil zag luisteren, vatte zc moed en
begon weer van voren af aan. met haar hui
lerige stem.
Maar hij hoorde dooor zijn verwarde ge
dachten alleen haar stem; telkens weer de
zelfde woorden, dan prees ze zichzelf om
haar moed om zoo maar dadelijk voorover
te buigen in 't water en te grijpen naar 't
kind, dat haar handen ontglipte, en in de
diepte verdween en hoe ze 't bestierf vau
schrik.
AJ maar maalde die stem door zijn ver
warde denken; als iets, dat hem helette dui
delijk te zien; als een valsche toon, die hem
hir rdc. En onwillekeurig maakte hU
heftige beweging van ongeduld.
Zij deinsde zóó plotseling achteruit, dat hij
haar aankeek; nu met bewustheid. Zij hield
haar arm afwerend vóór haar ami gezicht,
alsof zij dacht, dat hij haar ging slaan en
hij zag in liaar gezicht een doodelljken, wil
den angst.
En alsof eensklaps de nevel scheurde van
zijn verwarde gedachten, 2ag hij de waar
heid:
,,'t Is gelogen!" riep hij, hard met. de vuist
op tafel slaande; ,je was er Jet bij, je stond
met buui-vrouw Mulder *e praten!"
De woorden waren niet met listig overleg
gesproken, om te beproeven of ze zich zou
verraden; ze hadden zich als vanzelf ge
vormd als buiten zijn wil of begrip om, in
dat ééne oogenblik, toen hij de waarheid
zag, omdat hij haar kende.
Ze had a!cs verraden in die onbewuste
beweging van schrik, Ln haar angst voor
hem.
Ze kon niet bleeker worden dan ze al tvas,
maar zij kromp ineen, sidderend, vernietigd.
Ze geloofde toch, dat ze het zoo goed had
verborgen. Zij had het lijkje gevonden, toen
zij thuis kwam. maar na haar eersten gil
van schrik had zij zich bedwongen en eerst
veel later misbaar gemaakt. Aan anderen
had ze verteld, wat zij hon nu gezegd had,
en die hadden haar geloofd. Hij niet hij
wist, dat ze loog.
Toen zij zag, dat hij weer ging zitten en
Ihaar geen geweld wilde aandoen, herstelde
ze zich. Zonde en schuld waren begrippen
die buiten haar gedachtenwereld lagen.
Helaas!
Maar haar man! Hij zei niets meer; zat
stil de eene pijp na de andere te ronken. De
koffie, die ze hem inschonk, liet hij koud
worden. Uren zat hij stil, terwijl zij haar
werk in huis verrichtte.
Toen bekroop haar langzaam de vrees; de
vrees van het bijgeloof. Een angst, eerst vaag
maar steeds groeiend ln akeligheid, con ge-
hcimzlnigc vrees maakte zich van haar
meester en het ging door haar ontstelde her-
seps, dwaas-bijgeloovig: „Hoe had hij het
geweten? Wie had het hem gezegd? Was
het de geest van hun kind? Had het ounoo-
zelo schaap zich gewroken?"
gebluscht onder verdachte omstandigheden
had plaats gehad, werd P. aangehouden en
ondanks zijn ontkennen, op grond van ver
zwarende aanwijzingen, naar het huis van
bewaring te Breda overgebracht, waar hij
nog steeds in arrest wordt gehouden.
Ruim een week na dezen brand is in het
zelfde huis opnieuw brand uitgebrokes, welke
wederom tijdig werd gebluscht. Ook nu weer
scheen de zaak erg verdacht. Op grond hier- spiekt.
van werd onmiddelyk ook de echtgenoote »r<i
van P. gearresteerd en in verhoor genomen. nar Br
De justitie heeft ter plaatse een onderzoek
plaats gehad.
AVRO. 12 TtJdscln. 12.30—2 Concert. 3.0»— 2.30
SchoolultzendinK- 2 303 Gramotoon. 31 Con
ceit VARA. 4 Orgelspel. 4.45 Vocaal- en »n-
airumentani Concert. 6.18 Concert, fi.l» Accor-
dcon-Muzlek. 6.45 Concert (Vervolg). 7.06 Ac-
tueele mededeellnger
VUeffet
5 program-
Radio Nieuws.
Sprekei
8.30 Concert.
8 E'.n<
Wceltultxendlme
D*. F. 'W. J. v. d X leboom. Bergen
"e Koning. Utrecht; Willem PU-
Muzlkale medewerking van een
staande uit: Ferd. Helman, viool. Henlt
izel. violoncel, Henrietta B01
dn. 8.01 Cr*
oordracht
H H Onderwerp:
2de voordracht. 8preker: Dr. J. a.
Utrecht. 9.S0 Concert J0
VrUz. Godsdienstig Per
HUIZEN (298.8 M) (Algemeen programma)
8 Tod-rein. 8—8.15 Schriftlezing. 8.10—9.30 Gra-
mofoonplatonconcert. 10.30 TUdaein. 10.30—11
Korte ziekendlenst. te lelden door De. H. Dekker
Ned. Herv. Pred. te Weesp. li Tijdsein. 11—12.30
Ürumofoon. 12.30 Tüdeeln. 12,30—2 Middagcon
cert. 2 Tijdsein. 23.15 Gramofoon. 8.1»4.4»
Concert: Johan Vink, hobo d'amore en hobo.
Plet v. d. Hurk. fluit. Ludwlg Welner. viola
gamba. Jan Monissen. plano. 4.455 Vi
vnn den zender. 5 Tijdsein. 6—5.30 Cursus x-„u-
denarbeld voor de ouderen, door deu lieer H. j.
Steinvoort te Hilversum. 6.806.30 Orgelconcoir
vuiiult de Ev. Luth. Kerk (Oudo Kerk) aan het
Spul te Amsterdam, te geven door den orgelue
Jac. Bonset, met medewerking van oon
h. Keereweer, cello. 6.30—7 Bezoek 1
rndlodokter. 1 Tijdsein. 7—7.90 Cursus 1£
voor beginners, te geven door den hei
van der Sloot to Arosterdum. 7.30—8
ever: „De Humusvonning In den grom
heer a, J. Herwig te Buesum. 8 TtJdsj
Concert te geven c"
icfoon. 12 glutting
meert. VARA 11 1
LIBERALE OMROEP
zendvergunning
ZEN
onder leiding
P. Marang. Ned. Hel
werp:..Wga 1
George Btam. i
Prod, te Utrecht. Onder
1 op naar Jeruzalem". Ongeveer
-. 10.4511.30 Zig-zag program-
aangeoracli!
geeft U en ons vo
bonné
'doening
„Ach, domfaiê," kermde ze, „lk heb al
direct tegen m'n buurvrouw gezegd, die
nieuwe, let maar op, zeg ik, die nieuwe
die Ï6 niet zoo, die vraagt heelemaal niet
alleen naar de boeren, die gaat enkel naar
de armen. Ja, ja."
Die scheen geraffineerd te zijn. „Mij zijn
de rijke men6Chen even lief als de arme,"
weerde hij af, „ik ga naar alien. Maar zes
pens, hoe kende U me eigenlijk?"
Die vraag scheen de vrouw evenwel niet
aangenaam te vinden. Ze deed tonmin6te
of ze niete gehoord had en begon van Hans'
voorganger te vertellen, die zich volgens
haar beschrijving heelemaal niet om haar
bekommerd had. Toen Hans tepen deze be
schuldiging protesteerde, sloeg ze weer om
„Ja. ja. dat dacht ik ook, eigenlijk heeft
hij zich nog te veel om me bekommerd,
zooveel tijd kan een dominé ook niet voor
een oude vrouw overhouden."
Hans ging op haar verhalen niet in. hij
informeerde alleen, hoe ze aan eten kwam
en of het voldoende was.
Ja, de boeren steunden haar om beurten,
daar viel niets van te zeggen.
Of ze kinderen had.
Het d'.mme gezicht met den loerenden bl!k
jieranderde, bet leek wel of er plotseling
van achter een masker 'n echt levend men-
schengezicht te voorschijn kwam. Een uit
drukking van leed lag er ln.
„Ja", zei ze zacht, „ik heb een jongen,
maar ze zeggen, dat ik hem niet groot kou
brengen, ik was er te dom voor."
Het deed Hons aan, hoe al 't gekunstelde
wegviel, als ze van haar jongen sprak.
onwillekeurig vergat ze ook het door baar
met-moeite geleerde hoogduitsch te spreken
„Waar is uw zoon dan?"
„Bij een boer, maar ze zeggen niet waar.
Als hij toch maar 's lcvvam, met Kerstmis,
een paar dagen maar!"
Ilans 6tond op. „Ik beloof U, dat ik alles
daarvoor zal doon wat ik kan. Let maar op
met Kerstmis komt hij. U kunt er U nu al
vast al dien tijd op verheugen, en lk zou
denken, wanneer men zooiets moois ia
't vooruitzicht heeft, dan is die tijd wel om
door te komen. Denkt U niet?" Hij sprak
tegen haar zooals mon tegen een kind
spreekt en ze zag geloovlg-vertrouwond
naar hem op: „Ja dominé, nu wil lk ook
niet meer schimpen! En aan vrouw Eisner
hebt U nu een vriendin voor leven en dood"
Hans gaf haar tot afscheid de hand en
ging over do gang naar de andere ver
huurde kamer van het armhuis.
De deur ging al open voor hij geklopt
^■sd. F.pn vrouw, zoowat tegen de veertig,
ontving hem met een stortvloed van woor
den, die hij maar nauwelijks onderbreken
pen, en dat oogenblik benutte Hans om
haar te begroeten.
..Eerst even goeiendag zeggen," zei hij,
Ubent vrouw Opperman, niet waar? Vrouw
Eisner heeft mij nog niets van U verteld
ik weet alleen, dat U hier woont. En nu
moet U me zelf maar een6 vertellen hoe
veel kinderen U hebt en wat Uw man doet'
Hij zette zich, in afwachting, op een hou
ten stoel en keek het armelijk karnertj
rond, dat niet dlreot zindelijk was, maar ei
toch wel opgeruimd uitzag.
Do vrouw was verbluft door die regel
rechte vraag. Ze zwoeg even cn zei toon
eon beetje ontnuchterd: „We hebben zeven
kinders an m'n man Is arbeider. Maar
meestal heeft hij geen werk, omdat hij
zuipt."
„Dat is wel treurig," zei Hans. „Doet 'J
wel alles om het hem thuis gezellig te
maken, zoodat hem de lust moet vergaan
om naar het café te loopen?"
„Dan zuipt-io thuis," zei ze grof, „dal 16
nog erger."
Hans wist niet wat hij zeggen zou. „Hebt
U verder wel eten cn wat U overigenc
voor de kinderen noodig hebt?" vroeg hij
tenslotte erg voorzichtig.
Direct was de sluis weer open, en vrouw
Opperman begon te klagen, hoe moeilijk
ze he had om met de kinderen ronu te
komen, dat ze gebrek had aan aardappelen
dat het brandhout bijna op was, de men
schen waren zoo onbarmhartig, of do-
„Dat is aardig, dominé, dat U ook aan jminé niet wat afleggers voor haar hid
ons arme menschen denkt. Ja, arme men- Daar ging de deur open en vrouw Eisner
echen. dat is waar. maar eerlijk, dat zyn -stak het hoofd er door.
we ook. En dominé, wat vrouw F.:sner „Wat sla je er weer allemaal uit," kjjfde
allemaal van ons verteld heeft, ik zeg hot ze. Dat is een feeks, dominé!"
U maar Ineens, daar is geen woord van Han6 stond op. „U moet elkander verdra-
waar," Ze hield even op om adem te schep- gen," zei bij kort en bondig, „andeis kom
ik niet weer, en verder zal ik zien, wat. er
voor U beidon gedaan kan worden. Maar
dat zeg ik jullie bij voorbaat, ik ben niet
iemand, die je kunt nemen. Tot zious.'
Hij hoorde nog achter zich de verzekering
van de vrouwen, dat ze best met elkandei
op konden schieten en dat ze het met
agen zouden om hem te bedriegen.
Hans ging bij MülJer langs, die behalve
smid ook gemeente-beambte was en ging
i oogenblik ln diens werkkamer.
..Luister U eens, meneer Müller," zul hij
„Uw armhuis is werkelijk geen oorzaak
voor roem voor de gemeente. Het zou eens
opnieuw gowit moeten worden."
„Ach, wat," zei Müller, „die zwijnoi
laten het toch weer vervuilen."
„Bij Opperman zag 't er niet zoo erg uit'.
„Don heeft ze U zien komen, on gouw 'n
beetje opgeruimd, andere is het er ook een
vuile zool."
„Erg lieflijk drukt U zich niet uit."
„Men moet de dingen bij den naam 110e
„We spreken nog wel eons over 't armon
huis en zijn bewoners. Misschien va .wond
wanneer er nog tijd overblijft. O jo, ik had
U nog willen vragen of U iemand weet, dl»
met een lijst knn rondgaan?"
„Wat voor «on lijst?"
De uitnoodlging voor de Gemeentevei-
tegenwoordlgore," Hans haalde ze voor
den dag, „hovennan stnnt de uitnood ging
voor hedenavond en hderecn moet er dan
zijn 'naam onder zetten ten treken, lat hij
haar gelezen heeft."
„Laat U dat ding maar hier. Ik zal ei
wel mee rondsturen."
„Mijn dank, meneer Müller, tot ziens
venavond."
Toen Hans naar huis kwam. vond hij
Dörte al bezig de groote kamer 6choon te
maken die hij voor de vergadering bestemd
had.
„Dat is goed, Dörte," zei hij verheugd.
Nu zal ik Je dadelijk helpen om de grooie
tafel binnen te dragen, die wij ihuis altijd
bij de naalvereeniging gebruikten en de
stoelen."
„Hebt U er dan genoeg?"
„We zijn met achttien. Vijf heeren, neen
vier brengen stoolon moe, komen we er
don?"
„Jawel, dominó. Gaat U nu maar, ik zal
het verder wel klaarspelen."
„Direct, Dörte, nog eon paar schil lorijen
ophangen, hier staan ze al. breng nog even
een hamer en wat spijkers."
Dörte, had alles bij de hand, Ruth bad
haar goed geleerd. En in korten tijd wa6
de kale kamer eou gezellig vergadervertrek
geworden.
Hons was juist klaar en overlegde no$
of hij nog meer verfraaiingen aan zou kun
nen brengen, toen er gebeld werd. Rnke'e
de oudste schoolkinderen hracitrn
De opgaven waren voor hem zeer vee!
waard ter orienteering.
Ook zocht en vond hij in d© kerké.ljks
boeken aanteekeningen over avondmaals-
en kerkbezoek. Het avondmaalsbezoek uas
procentsgewijs gereker.d, goed. Daar scheert
de gemeente nog aan vast te houden,
maar het kerkbezoek wa6 schrikbarend
gering. Het vorig jaar was de kerk op alle
vier adventszondagen wegens het geringe
bezoek gesloten moeten worden.
Daarna zette Hans zich om een overzicht
te krijgen van de flnancleele g^le'-dhe;»)
der gemeente, maar hij bemerkte spöed-g
boe moeilijk dat was.
De boeken waren slordig bijgehouden, «1e
meeste bewijsstukken ontbraken. De pacht
contracten waren wel in duplo aanwezig,
maar de lekst verschilde. Daarbij warm
beide stukken van dezelfde handteekenlnc
voorzien cn op dcnzolfden dag gediteeni.
Enfin, voor het hoogerc kerkelijk bestuur
zouden de pach(contracten toch opnieuw,
moeten worden afgesloten, dat was nVl
zoo erg.
met de complimenten vnn den hoofdor.dcr- Oni half zeven riep Dörte voor hel avond
wijzer, de stukken. Hans liet ze in zijn brood de jongetjes zouden mee eten
werkkamer brengen cn gaf ieder van de Hans rukte zich "mei gowel J uit z'n werk
kinderen een mooi plantje, zooals hij ze los. Mij moest toch probeeren om de jon
gens hun moeder te vergoeden.
Toen hi] In de eetkamer kwam, 6tonttftn
ze alle drie «I achter hun stoelen, met de
se. vetten voorgebonden, de handen govou-
*1wen voor het tafelgebed. Toen vader bil
ertegenwoordlgd: boeren on de daarbij zijn stoel stond, bad Hansje hardop hot
be hooren de knechten en werklieden, gebed.
wel in de kinderkerk uitdeelde.
Direct na het eten ging hij aan het werk
In de bescheiden vond hij opgaven over le
grootte der gemeente 011 otter haar eocase
gesteldheid. Allerlei elementen wéren ei
werklieden,
handarbeiders on k'eln industrie drijven-
don. zooals ©r ln e'k dorp zijn. maar ook
naar verhouding vee! fabrieksarbeiders, dlö
met de fietê naar de 6tad naar het werk
gingen.
(Wordt vervolgd.)