r DONDERDAG 8 JANUARI 1931 nrpnp BI AD PAG 9 - HET DRAMA VAN GROEDE Door A. M. WESSELS. B04 Zoo was dan het bericht van de Salzbur- ger ballingen ter kennis gekomen van de Bod inWoners in Staats-Vlaanderen en werd deze Boa droeve zaak druk besproken in de gezinnen. Bod 't Bleef echter niet alleen in de gezinnen, ook de College's bespraken het in hunne fed I vergaderingen en de sympathie voor de td, Emigranten klom met den dag. j Iloe kon het ook anders? In Staats-Vlaan- Bo« deren woont, sedert het van Spanje werd a losgemaakt, een niet Hollandschc, maar toch ,j aan Holland gehechte bevolking. Vrucht- I baai- en dicht aan de grens gelegen 7 C I was Staats Vlaanderen het toevluchts- ■j oord, vcor hen, die om het gelooi wer- 2e den vervolgd. W Ziet maar eens even op de namen, die men hier en verderop in Zeeland aantreft Hzooals de Hullu, Liunain, de Gelleke, Ris seeuw, Le Cointre, du Prè enz. Zij zeggen 49ïe' het ons duidelijk ,dat deze namen van ge.cn 7* zuivere Hollandsche oorsprong zijn. De voor 'so'i ouders dezer monschcn waren naar hier ge- goJ vlucht ,en onder het nageslacht kan men 19141 verhalen hooren van vervolging en van j vlucht, maar ook van groote gastvrijheid en j hartelijkheid, waarmede de ontkomonden, dat onder de Zeeuwsch Vlaamsche afstam- melingcn van vroegere vluchtelingen een p.,.N sterk meeleven was, voor de Salzburger uit- gedrevenen. In gedachten strekten zich hun 1 handen er naar uitl Maar het bleef niet al- 3J leen bij denken! Er moest gehandeld wor- den. Over het grootste doel van liet platte land van Staats Vlaanderen heerschtcn des- tijds. ja heerschten sedert eeuwen bijna op- 1xT| permachtig de heeren van het Vrije van Sluis. De Salz.burgsche zaak werd door a tu het vo"< onder de aandacht van deze hee- il" ren gebracht en niet tevergeefsch. Dez.e 7^ heeren van het Vrije, namen de zaak vnn de 98$ Salzhurgers in handen en met eerbied mogen 3öJ(' de namen genoemd worden van hen, die met een groote trouw volhielden, toen de .'lil 8» Mcerdervoort. Als een schok ging de blijde 3M Gjding door de Zeeuwsch Vlaamsche lun- J douwen, dat de Heeren Staten hun goed- 6} keuring hadden gehecht aan het plan om een 300 gezinnen Salzburgsche ballingen in het land te laten komen, en de heeren van I ^et Vriic r'ePcn de inwoners der omtrek I bijeen cn deden een beroep op hun Chris- - 63 tcnplicht, om hun broederlijke liefde aan de - iiT Emigianten te toonen. De inwoners van Groede kwamen op den 12en Januari 1733 I aiT in de herberg „de drey Koningen" te samen I J De geestdrift voor de opname der ballingen i25i was overweldigend. 62j Het beroep op de Christelijke broeder- liefde viel dus in goede aarde. De meesten zegt Pont, teekenden voor een geheel liuys- p houden, om daarvoor te zorgen, een enkele EN teekende voor een jong gezel. Rijk noch arm onttrok zich, ieder nam mede de ver- j«j antwoording op zich. Met groot verlangen #50 si zog men naar de komst dezer broeders uit. 94 Met geen mogelijkheid kon men berekenen. L.lOli wanneer de Émigranten in het land kwa men, ieder oogenblik was men hen wach tende. Met was winter, dus was het geen geschikte tijd om huizen te bouwen. Daar 100/< de boeren hun Vlaamsche arbeiders hét vo- 90 1 rig jaar ontslagen hadden, besloten zij te lanb loten om de nieuw aankomende broeder? 10 l en besloten hun 120'»M voorloopig In hon hnizen op te nemen een maatregel, die de bron moest worden 110 I van veel ellende, maar die, de omstandig- 160 heden in aanmerking genomen, dp eenig 0-60 mogelijke was. De Heeren van het Vrije var BSU Sluis waren zeer ingenomen met „de loffe lijke en prijselijcke bleyken van "geneigt hcid hunner ingesetenen" en overwegende dat, zou dit hooggevvichtig. 200 nuttig en „hcilsaem" werk van „gewenschten uitslag wesen" verzochten zij „de Eerwaarde vrome en Godsalige Heeren in hun predikatie'* hun gemeenteleden te herinneren aan deze „Salzburgsche mensen, opdat hun yever nie» ende verflouwen mochtte". Ook moesten zij de gemeente veel op het hart drukken, dat zij niet waren te vergelijken met andere ver drevencn en verjaagden ,die zonder doel rondzwierven en blij mochten zijn, zoo zij als „slaven en verachte dienstknechten de ingezetenen mochten dienen. Neen, zij wa ren, evenals de eigen voorouders, vervolg den en verdrukten om het geloof, achterla tende al hun have en goederen, trekkende uit hun maagdschap om hier een schuil plaats te vinden. Zij hadden er dus 81*3! ill£ tLAN 6203 ;eno SEN i 95tf ItOtf'l Dorpsgezicht in Groede. Ook. werden de Predikanten verzocht, God LIEF EN LEED IN DE PASTORIE door BRIGITTE de ITeere te bidden, dat het Hem beliefde de Salzburger ballingen een voorspoedige reis naar den Zeeuwschen bodem te doen ten deel vallen. Zoo werd alles in groote geestdrift voorbc reid. De verwachtingen in Zeeuwsch Vlaan deren waren hoog gepannen. De Heeren van het Vrije van Sluis en hun onderhoorigen hadden bijna geen geduld, om de zoo vurig gewenschte gasten af te wachten. Ja in huu geestdriftige verwachting gingen zij zelfs zoo ver om een pistool (dat is 4 12 geldswaarde) uit te loven voor hem, die de eerste tijding bracht, dat de schepen der Salzburger ballingen in het gezicht van do Zeeuwsch-Vlaunscht kust waren. Deze pistool werd verdiend door zekere Gilles Robijn „die thyen dagen van smorgens vroogh tot 'saevonds laet aen de ■eere te Breskens had geseten, onder reve- •entie van vyftijen stuyvers daegs". Den 9do Maart kreeg Gilles de schepen In het gezicht, en begeerig naar het pistool haastte hij zich naar Sluis, om te berichton. dat hij bp de Schelde „achtthyn schepen 9Ug aliemael opgepropt met mensen". De Salzburger ballingen waren in aan tocht! Wat een vreugde! Eindelijk! zoo riep men elkaar blijde toe. 't Gerucht ging van mond tot mond en was in een oogenblik bekend. Verblijd snelde men naar Breskens om de gasten welkom te heeten op der Zeeuwsch-Vlaamschen bódem. Daar ankerden de schepen, 18 in getal. De- planken werden uitgelegd en daar betraden 701 gehuwde personen en 83 ongehuwde ballingen den gastvrijen Zeeuwschen grond. Zoo waren dan eindelijk de ballingen ge arriveerd en met vreugde ontvangen. En toen zij aan wal stapten, in het naar hun gedachten geloofde" land, maakte ontroo ring zich van hen meester. Wat was hun veel overkomen! Hoevelcn waren er onder weg bezweken! En do anderen verwilder den, door het ongebonden zwervende leven Hun zenuwen waren overspannen cn onge rijmde angst en vrees, wisselden af met aJ te schitterende voorstellingen voor de toe. komst. Vervuild en verwilderd, allen ar beid en inspanning ontwend, kwamen zij in Zeeuwsch Vlaanderen aan. 't Was voor de Groedenaars ofschoon zij het eerst niet lieten merken toch ecu teleurstelling. Zij hadden gedacht, talrijke werkkrachten te ontvangen, maar onder hen, die hier aankwamen, waren zeer veel ouden van dagen en kinderen. In Zeeuwsch Vlaanderen kwam (als wij eens een onpar lementair woord mogen neerschrijven) het restant of uitschot. Wie nog wat geld had of lichaamskracht had, vond op den weg naar hier een onderkomen. In Middelburg b.v. bleven een zestigtal personen achter. Ook Veere en Vllssingen namen er een aan tal onder hun hoede. Dadelijk werden zij ge reinigd en gekleed en goed verzorgd. Zeven dagen lang werden zij rijkelijk gevoed, voor dat men eenigen arbeid van hen eischte. Milde gaven vun geld, vleesch, eieren enz. stroomden mildelijk toe. De Heeren van het Vrije van Sluis en de Groedenaars lieten echter niets blijken v.'U- hun teleurstelling. Zij Waren allen welkom, al deze 78-4 menschen, die toch ook een on sterfelijke ziel hadden, en dio alles verlaten hadden om God naar hun geweten te die nen. Zij waren als de weduwe in dc gelij kenis, hun gansehen leeftocht hadden zij in de offerkist geworpen, zij hadden niet» meer over. Toch was hun de troost des ge- loofs bijgebleven en telkens en telkens weer wees Ds. Johan Gotlieb Fischer, die hun vanaf Salzburg vergezeld had, op Jezus, die nog meer had moeten lijden. Hij wees op de kroon die eenmaal hen. wachtte, die voor .Christus eer alles over hadden. Fischers naam is dan ook met eere aan deze emi granten verbonden. (Wordt vorvolgd). IETS OVER ROUSSEAU II' Wanneer we er ons too zetten om oen en kel cntisch woord o\er Rousseau te schrij ven, dan willen we zeer restrictief zijn. Met voorbijgaan van alle andere uingen, willen we ons siechls bepalen tot liet voor naamste van wat Rousseau in zijn: „Con- trat Social" leert, nl. do yolkssouvereiniteit. Er wordt wel eens verondersteld dat de leer der yolkssouvereiniteit door Rousseau is uitgedacht. Dit is echter niet juist. Reeds lang voor hem, werd deze leer, zoowel door hen die zich Dogen voor hei gezag Gods. als door hun tegenstanders, gepropageerd en aanbevolen. In het zeer lezenswaardige en dikwijls te weinig gekende boek van Jlir. Mr. A. F. de Savornin Lolimann, „Onze Constitutie", le zen we hieromtrent het volgende: „De leer der volkssouvereiniteit, hoewel gehuldigd door de Godloochenende of God- ier-zij de-stel lende-filosofen die mede de grooie revolutie van 1789 hebben vooruereid niet onafscheidelijk met ongeioof voroon- den. Men kan zeer wei, gelijk de dagelijk- sche ondervinding leert, in God en Jezus Christus gelooven, en toch bedoelde leer aanhangen. „Trouwens reeds in de 14e eeuw, toen het idee van universeele monarchie nog het al- gemecne was, leerden vele denkers, dat de rechtsgrond voor elke rcgcenngshandelmg was do toestemming des volks; dat déhrom de vorst onderworpen is aan de we verantwoordelijk aan net volk. Zelfs reeds in de 11e eeuw waren er dié leerden, dat een Koning die het verdrag met het volk breekt, als een diefachtige varkenshoeder behoort te worclen weggejaagd. Vooral ln de 16e eeuw, in den strijd tegen absolute en vaak tirannieke monarchen, is, zoowel Roomsch-Kathollcke als van Gereformeerde zijde, dc stelling verdedigd, dat het volk liet recht heeft zich een regeermgsvorm te kie zen, den vorst te benoemen cn af te zetten, enz. Veelal ook leeraarde men dat er een buigerlijk con u-act "(Contra t Social) bestaat, tusschén -oen vorst eenerZijds en het volk anderzijds; daarbij beriep mon zich, 1 op vrij zonderlinge wijzo en met behulp van allerlei gewrongen uitleggingen, op den Bijbel. De volkssouvcronnteit, op eigenaar dige wijze door ltousseau verdedigd, is voor hem tallooze malen verdedigd, zoowel door geioovige christenen, als door de tegenvoe ters van dezen". Wie dus veronderstelt dat Rousseau leer heeft uitgedacht, slaat de plank ten eenenmale mis. W61 heeft Rousseau deze leer vernuftig uiteengezet en daarmede de grond gi voor de Fransche Revolutie. Maar bij deze omwenteling, waar de vólkssouvereiniteit zoo sterk sprak, is deze leer niet gebouwd op het geloof in den lévenden God, 1 op het ongeloof. Men heeft er in die da gen naar gestreefd gelijk wij ook thans verschillende pogingen zien doen om het gansche staatsrecht te scheiden van he,t geloof in God. Daarom achten wij de leer der vólkssou vereiniteit een gevaar. Wij gaan verder. Het is niet juist als men beweert dat deze „re- geeringsvorm" zou zijin in te voeren met een boroep op de oude geschiedenis van Israël en op den uitdrukkelijkon wil des Heeren. En als men ons wijst op Amerika, de Gmstitutie is samengesteld door men schen, die God en Zijn Woord geonszins verwierpen en niettemin de leer dor vólks souvereiniteit practisch wilden zien t past, dan antwoorden wij: deze menschen hebben die regeeringsvorm niet zelf uitge dacht als de beste voor Amerika, maar zij hebben tot ontwikkeling en oplossing ge bracht wat zonder dat hun goedkeuring kon worden gevraagd reeds bestond. Zeker, een volk waar de vólkssouvereini teit tot ontplooiing komt, kan stellig een zekere mate van welvaart en rust genieten. Ons bezwaar tegen de door Rousseau op nieuw verdedigde leer is echter niet in de eerste plaats van practischen maar van princlpieelcn aard. Wij achten deze leer in principieelon strijd met Gods Woord! Want wij stellen voorop de belijdenis dat er is een: Gxls-souverei natelt! „Er Is geen macht dan van God en de machten die er zijn, die zijn van God verordend". Wij zien de overheidsmacht als een di recte schepping Gods, door Hem ingesteld; zij het dan „om dor zonde wil". God, als de Opperste Souverehi, geeft in bepaalde personen individueel en niet aan een volk universeel een deel van Zijn souvereiniteit, om die te ge bruiken overeenkomstig Zijn wil en ordi nantiën. Daarom mogen cn moeten we onze Ko ningin aanspreken met: .Majesteit. Deze Gods-souvereinitelt schakelt Rousseau in dc verdediging van zijn leer uit. De macht is aan het volk, ciat een cvontueeje minderheid aan zich bindt, 't Geheel is meer dan de deelen. Ook in ons lünd heeft Rousscua's thcorio ingang gevonden, met name bij de liberalen, lx*; wei er missiTuen onder hen zijn, die dit ontkennen. Met eenige ingenomenheid constateerde dan ook do onlangs overleden Mr. Sam v. Houten eens, dat met 't ontbindingsrecht van de Kroon, zooals dat in 1848 is inge vperd, feitelijk het element van de vólks souvereiniteit in de Grondwet i9 ingenaaid. Hetgeen we niet kunnen ontkennen, We hebben getracht we zoggen: ge tracht Rousseau's theorie eenigszins te belichten en onze meening daartegenover to stellen. In onzen tijd van revolutionair senti ment leek ons dit bij wijze van waarschu wing wel gewenscht. Want al kunnen de deskundigen nu „goede dingen" aanwijzen, die b.v. uit de Fransche Revolutie zijn voort gevloeid, tóch blijven we: anti-rovolutionair. Omdat wij in revolutie geen opbouw kun nen zien, maar afbraak. Ieder, die 2ich stelt op den grond van Gods Woord, kan en mag niet revolutionair optreden zooals zoovelcn in onzen tijd doen, maar moet reforma torisch handelen. Daarom wijzen wij de revolutionaire thco rieën van Rousseau onherroepelijk af en stellen ons als Calvinisten den eisch: re formatoren tc zijil! W. A. J. D. ~m\ /eriiaal VonVanclaaq Eich wat WilsJ lV HOE WIST HIJ 'T? Gemengd Nieuws. TREINVERTHAGING. Woensdagmiddag tusschen vyf en zes uur vond een treinvertraging plaats op het station Den Haag. Door een drfret aan het tev:iligings blok ondervonden de treinen, zoowel de bin nenkomende van Amsterdam als de uitgaande naar die stad, een half uur vertraging. Het on- was spoedig verholpen. BLOEDVERGIFTIGING. N. te Dcngon verwondde zich dezer dagen met een mes aan de hand. Er ontstond bloedvergiftiging, waaraan h(j overleden. DOODELIJKE AANRIJDING. To Waddinxveen slipte de 15-jarige C- van der H. met zyn fiets juist toen een auto naderde. Hij geraakte onder den auto en t-yerleed kort daarna. Den chauffeur treft volgens ooggetuigen geen schuld. AAN VERGIFTIGING GESTORVEN. Zondag klaagde hel 4-jarig .zoontje van de familie Boren te Geleen (L.) over maagpijn. Hy moest meermalen braken. Een geneesheer, die ontboden werd, achtte overbrenging naar het hospitaal noodzakelijk. De kleine is daar overleden. Gemeend wordt, dat het kind tenge volge van vergiftiging is gestorven. By enkele buurkinderen doen zich dezelfde verschijnselen oor, doch ze zijn niet van ernstigen aard. ONDER F.EN WAGEN VERPLETTERD. Te Groningen reed het 8-jarig zoontje van T. in de Gronihgerstraat op een oude fiets. De jongen raakte op een gegeven oogenblik het stuur kwijt en kwam juist voor het voorwiel van een aldaar pa9seerenden woonwagen te vallen. Het wiel ging den knaap over het hoofd met het gevolg, dat de dood onmiddellijk intrad ONDER EEN AUTO GEDOOD. Te Vught (N.-Br.) is het vierjarig zoontje van den spoorwegarbeider v. E. op den Hel- voirtschen weg onder een vrachtauto geraakt. Het kind werd op slag gedood. KOEIEN EN VARKENS IN VLAMMEN. Te Eexter-Zandvoort bij Gieten (Dr.) ont stond gistermiddag brand in de boerderij, be woond door R. Pepping. Zeven koeien kwamen in de vlammen om, benevens eenige varkens. Een groote hoeveelheid stroo en hooi, voorts landbouwgereedschappen, werden door het vuur vernield, De oorzaak van den brand is on bekend. BRANDSTICHTING. In den nacht van 27 op 28 December 1.1. was brand ontstaan in do woning van zekeren P. aan de Bredasche baan te Roosendaal. Daar by politie-onderzoek bleek, dat die brand welke tydig door de politie werd Zo leefden als zoovelen van hun buren: niet beter, niet slechter. De dingen van hoo- gere, geestelijke orde waren hun vreemd. En zoo was de weg vrij voor onkunde en biipe- loof. Een platvloersch leven, zonder geeste lijk.- verheffing, zonder zonnige hoogtijden... Toen werd hij werkloos en na een poos tverd hij geplaoé;t bij een zandafgraving, heelemaal in Holland. Al een paar weken was hij weg en 't kon nog wel een week of drie duren, voor hij terugkwam. Toen gebeurde het: hun eenig kind verdronk in dc sloot achter het huis. Maar hij zou het eerst hooren als hij terug kwam. Hij noch zijn vrouw waren vlug met de pen. Ze schre- elkaar geen brieven. Op den avpnd van den dag toen het onge luk gebeurd was, ging ze naar den bakker, om brood, schijnbaar bedaard. Toen de l»ak- kerin het brood ln het blauwe voorschoot legde, zei ze, hoofdschuddend, met een blik naar den groenen trommel op den toon bank: ,11c zal er nooit geen peperneuten meer )i- hem hoeven bij te doen; 't is tóch spiitig". „Ja. 't is een ongeluk", antwoordde ze, en ging heen, even stil en bedaard als zo ge komen was. „Ze heeft er veel weet van", dacht de bakkerin. De buren hadden haar getroost met de woorden: ,,'t Is een ongeluk", cn werktui gelijk had ze telkens die woorden herhaald. Daarmede stelde haar oppervlakkige natuur zich tevreden. Na de begrafenis vond zij het leeg in huis en nog ntenigvuldiger dan vroeger werden haar bezoeken bij de buren. Naarmate de dagen vorderden kwam 's avonds als ze al leen was een vage angst over hvtr. „Wat zou Henk zeggen? Hij was goedig, maar een driftkop. Wat zou hij doen?" Soms kon zij haar man vergeten cn dacht ze alleen aan haar kind. En dan zocht ze troost in de gedachte: „een mensch sterft niet vóór zijn tijd; 't heeft zoo nioeten wezen Dan werd ze weer wat rustiger. Henk was thuis gekomen en nu stond ze tegenover hem, leunend te^en de tafel. Ze had hem alles verteld, met een huilerige stem. met veel omslag van woorden ©n vol uitweidingen, ,,'t Was een ongeluk". En telkens, terwijl hij haar met vagen blik aankeek, vond ze nieuwe ^'zonderheden, in haar ijver om zichzelf vrij te pleiten van alle schuld. j „Ik was aan 't goed spoelen en het kind stond erbij. Nu, je weet wel, hoe kinders zijn hè? Je kunt er nooit van op aan. Je weet wel laatst, vanNu, een mensch kan niet overal tegelijk zijn oogen hebben. En toen viel hij in 't water, en ik heb hem nog ge grepen, maar hij schoot onder mijn handen •eg. En ik had nog zoo gedachtMaar in eens was hij /erdwenen in de diepteJa, als 't ongeluk je wil.Met die troost woorden van de buren eindigde zij. Al den tijd dat zij zoo sprak, zoo ratelde, was bij den man het onbestemde gevoel ge rezen, dat ze loog. Hij kon die gedachte niet verklaren; hij verdacht haar ook niet Hij had alleen een vage gedachte van iets orj- •s. dat or was ii) haar woorden ezi in haar zolf. Hij bleef zwijgen; hij zocht in zijn hersens naar iets. dat hij niet begreep, dat hij moest trachten uit te denken; het was als een flauwe scln-mer ln de verte. En toen ze hem daar zoo stil zag luisteren, vatte zc moed en begon weer van voren af aan. met haar hui lerige stem. Maar hij hoorde dooor zijn verwarde ge dachten alleen haar stem; telkens weer de zelfde woorden, dan prees ze zichzelf om haar moed om zoo maar dadelijk voorover te buigen in 't water en te grijpen naar 't kind, dat haar handen ontglipte, en in de diepte verdween en hoe ze 't bestierf vau schrik. AJ maar maalde die stem door zijn ver warde denken; als iets, dat hem helette dui delijk te zien; als een valsche toon, die hem hir rdc. En onwillekeurig maakte hU heftige beweging van ongeduld. Zij deinsde zóó plotseling achteruit, dat hij haar aankeek; nu met bewustheid. Zij hield haar arm afwerend vóór haar ami gezicht, alsof zij dacht, dat hij haar ging slaan en hij zag in liaar gezicht een doodelljken, wil den angst. En alsof eensklaps de nevel scheurde van zijn verwarde gedachten, 2ag hij de waar heid: ,,'t Is gelogen!" riep hij, hard met. de vuist op tafel slaande; ,je was er Jet bij, je stond met buui-vrouw Mulder *e praten!" De woorden waren niet met listig overleg gesproken, om te beproeven of ze zich zou verraden; ze hadden zich als vanzelf ge vormd als buiten zijn wil of begrip om, in dat ééne oogenblik, toen hij de waarheid zag, omdat hij haar kende. Ze had a!cs verraden in die onbewuste beweging van schrik, Ln haar angst voor hem. Ze kon niet bleeker worden dan ze al tvas, maar zij kromp ineen, sidderend, vernietigd. Ze geloofde toch, dat ze het zoo goed had verborgen. Zij had het lijkje gevonden, toen zij thuis kwam. maar na haar eersten gil van schrik had zij zich bedwongen en eerst veel later misbaar gemaakt. Aan anderen had ze verteld, wat zij hon nu gezegd had, en die hadden haar geloofd. Hij niet hij wist, dat ze loog. Toen zij zag, dat hij weer ging zitten en Ihaar geen geweld wilde aandoen, herstelde ze zich. Zonde en schuld waren begrippen die buiten haar gedachtenwereld lagen. Helaas! Maar haar man! Hij zei niets meer; zat stil de eene pijp na de andere te ronken. De koffie, die ze hem inschonk, liet hij koud worden. Uren zat hij stil, terwijl zij haar werk in huis verrichtte. Toen bekroop haar langzaam de vrees; de vrees van het bijgeloof. Een angst, eerst vaag maar steeds groeiend ln akeligheid, con ge- hcimzlnigc vrees maakte zich van haar meester en het ging door haar ontstelde her- seps, dwaas-bijgeloovig: „Hoe had hij het geweten? Wie had het hem gezegd? Was het de geest van hun kind? Had het ounoo- zelo schaap zich gewroken?" gebluscht onder verdachte omstandigheden had plaats gehad, werd P. aangehouden en ondanks zijn ontkennen, op grond van ver zwarende aanwijzingen, naar het huis van bewaring te Breda overgebracht, waar hij nog steeds in arrest wordt gehouden. Ruim een week na dezen brand is in het zelfde huis opnieuw brand uitgebrokes, welke wederom tijdig werd gebluscht. Ook nu weer scheen de zaak erg verdacht. Op grond hier- spiekt. van werd onmiddelyk ook de echtgenoote »r<i van P. gearresteerd en in verhoor genomen. nar Br De justitie heeft ter plaatse een onderzoek plaats gehad. AVRO. 12 TtJdscln. 12.30—2 Concert. 3.0»— 2.30 SchoolultzendinK- 2 303 Gramotoon. 31 Con ceit VARA. 4 Orgelspel. 4.45 Vocaal- en »n- airumentani Concert. 6.18 Concert, fi.l» Accor- dcon-Muzlek. 6.45 Concert (Vervolg). 7.06 Ac- tueele mededeellnger VUeffet 5 program- Radio Nieuws. Sprekei 8.30 Concert. 8 E'.n< Wceltultxendlme D*. F. 'W. J. v. d X leboom. Bergen "e Koning. Utrecht; Willem PU- Muzlkale medewerking van een staande uit: Ferd. Helman, viool. Henlt izel. violoncel, Henrietta B01 dn. 8.01 Cr* oordracht H H Onderwerp: 2de voordracht. 8preker: Dr. J. a. Utrecht. 9.S0 Concert J0 VrUz. Godsdienstig Per HUIZEN (298.8 M) (Algemeen programma) 8 Tod-rein. 8—8.15 Schriftlezing. 8.10—9.30 Gra- mofoonplatonconcert. 10.30 TUdaein. 10.30—11 Korte ziekendlenst. te lelden door De. H. Dekker Ned. Herv. Pred. te Weesp. li Tijdsein. 11—12.30 Ürumofoon. 12.30 Tüdeeln. 12,30—2 Middagcon cert. 2 Tijdsein. 23.15 Gramofoon. 8.1»4.4» Concert: Johan Vink, hobo d'amore en hobo. Plet v. d. Hurk. fluit. Ludwlg Welner. viola gamba. Jan Monissen. plano. 4.455 Vi vnn den zender. 5 Tijdsein. 6—5.30 Cursus x-„u- denarbeld voor de ouderen, door deu lieer H. j. Steinvoort te Hilversum. 6.806.30 Orgelconcoir vuiiult de Ev. Luth. Kerk (Oudo Kerk) aan het Spul te Amsterdam, te geven door den orgelue Jac. Bonset, met medewerking van oon h. Keereweer, cello. 6.30—7 Bezoek 1 rndlodokter. 1 Tijdsein. 7—7.90 Cursus 1£ voor beginners, te geven door den hei van der Sloot to Arosterdum. 7.30—8 ever: „De Humusvonning In den grom heer a, J. Herwig te Buesum. 8 TtJdsj Concert te geven c" icfoon. 12 glutting meert. VARA 11 1 LIBERALE OMROEP zendvergunning ZEN onder leiding P. Marang. Ned. Hel werp:..Wga 1 George Btam. i Prod, te Utrecht. Onder 1 op naar Jeruzalem". Ongeveer -. 10.4511.30 Zig-zag program- aangeoracli! geeft U en ons vo bonné 'doening „Ach, domfaiê," kermde ze, „lk heb al direct tegen m'n buurvrouw gezegd, die nieuwe, let maar op, zeg ik, die nieuwe die Ï6 niet zoo, die vraagt heelemaal niet alleen naar de boeren, die gaat enkel naar de armen. Ja, ja." Die scheen geraffineerd te zijn. „Mij zijn de rijke men6Chen even lief als de arme," weerde hij af, „ik ga naar alien. Maar zes pens, hoe kende U me eigenlijk?" Die vraag scheen de vrouw evenwel niet aangenaam te vinden. Ze deed tonmin6te of ze niete gehoord had en begon van Hans' voorganger te vertellen, die zich volgens haar beschrijving heelemaal niet om haar bekommerd had. Toen Hans tepen deze be schuldiging protesteerde, sloeg ze weer om „Ja. ja. dat dacht ik ook, eigenlijk heeft hij zich nog te veel om me bekommerd, zooveel tijd kan een dominé ook niet voor een oude vrouw overhouden." Hans ging op haar verhalen niet in. hij informeerde alleen, hoe ze aan eten kwam en of het voldoende was. Ja, de boeren steunden haar om beurten, daar viel niets van te zeggen. Of ze kinderen had. Het d'.mme gezicht met den loerenden bl!k jieranderde, bet leek wel of er plotseling van achter een masker 'n echt levend men- schengezicht te voorschijn kwam. Een uit drukking van leed lag er ln. „Ja", zei ze zacht, „ik heb een jongen, maar ze zeggen, dat ik hem niet groot kou brengen, ik was er te dom voor." Het deed Hons aan, hoe al 't gekunstelde wegviel, als ze van haar jongen sprak. onwillekeurig vergat ze ook het door baar met-moeite geleerde hoogduitsch te spreken „Waar is uw zoon dan?" „Bij een boer, maar ze zeggen niet waar. Als hij toch maar 's lcvvam, met Kerstmis, een paar dagen maar!" Ilans 6tond op. „Ik beloof U, dat ik alles daarvoor zal doon wat ik kan. Let maar op met Kerstmis komt hij. U kunt er U nu al vast al dien tijd op verheugen, en lk zou denken, wanneer men zooiets moois ia 't vooruitzicht heeft, dan is die tijd wel om door te komen. Denkt U niet?" Hij sprak tegen haar zooals mon tegen een kind spreekt en ze zag geloovlg-vertrouwond naar hem op: „Ja dominé, nu wil lk ook niet meer schimpen! En aan vrouw Eisner hebt U nu een vriendin voor leven en dood" Hans gaf haar tot afscheid de hand en ging over do gang naar de andere ver huurde kamer van het armhuis. De deur ging al open voor hij geklopt ^■sd. F.pn vrouw, zoowat tegen de veertig, ontving hem met een stortvloed van woor den, die hij maar nauwelijks onderbreken pen, en dat oogenblik benutte Hans om haar te begroeten. ..Eerst even goeiendag zeggen," zei hij, Ubent vrouw Opperman, niet waar? Vrouw Eisner heeft mij nog niets van U verteld ik weet alleen, dat U hier woont. En nu moet U me zelf maar een6 vertellen hoe veel kinderen U hebt en wat Uw man doet' Hij zette zich, in afwachting, op een hou ten stoel en keek het armelijk karnertj rond, dat niet dlreot zindelijk was, maar ei toch wel opgeruimd uitzag. Do vrouw was verbluft door die regel rechte vraag. Ze zwoeg even cn zei toon eon beetje ontnuchterd: „We hebben zeven kinders an m'n man Is arbeider. Maar meestal heeft hij geen werk, omdat hij zuipt." „Dat is wel treurig," zei Hans. „Doet 'J wel alles om het hem thuis gezellig te maken, zoodat hem de lust moet vergaan om naar het café te loopen?" „Dan zuipt-io thuis," zei ze grof, „dal 16 nog erger." Hans wist niet wat hij zeggen zou. „Hebt U verder wel eten cn wat U overigenc voor de kinderen noodig hebt?" vroeg hij tenslotte erg voorzichtig. Direct was de sluis weer open, en vrouw Opperman begon te klagen, hoe moeilijk ze he had om met de kinderen ronu te komen, dat ze gebrek had aan aardappelen dat het brandhout bijna op was, de men schen waren zoo onbarmhartig, of do- „Dat is aardig, dominé, dat U ook aan jminé niet wat afleggers voor haar hid ons arme menschen denkt. Ja, arme men- Daar ging de deur open en vrouw Eisner echen. dat is waar. maar eerlijk, dat zyn -stak het hoofd er door. we ook. En dominé, wat vrouw F.:sner „Wat sla je er weer allemaal uit," kjjfde allemaal van ons verteld heeft, ik zeg hot ze. Dat is een feeks, dominé!" U maar Ineens, daar is geen woord van Han6 stond op. „U moet elkander verdra- waar," Ze hield even op om adem te schep- gen," zei bij kort en bondig, „andeis kom ik niet weer, en verder zal ik zien, wat. er voor U beidon gedaan kan worden. Maar dat zeg ik jullie bij voorbaat, ik ben niet iemand, die je kunt nemen. Tot zious.' Hij hoorde nog achter zich de verzekering van de vrouwen, dat ze best met elkandei op konden schieten en dat ze het met agen zouden om hem te bedriegen. Hans ging bij MülJer langs, die behalve smid ook gemeente-beambte was en ging i oogenblik ln diens werkkamer. ..Luister U eens, meneer Müller," zul hij „Uw armhuis is werkelijk geen oorzaak voor roem voor de gemeente. Het zou eens opnieuw gowit moeten worden." „Ach, wat," zei Müller, „die zwijnoi laten het toch weer vervuilen." „Bij Opperman zag 't er niet zoo erg uit'. „Don heeft ze U zien komen, on gouw 'n beetje opgeruimd, andere is het er ook een vuile zool." „Erg lieflijk drukt U zich niet uit." „Men moet de dingen bij den naam 110e „We spreken nog wel eons over 't armon huis en zijn bewoners. Misschien va .wond wanneer er nog tijd overblijft. O jo, ik had U nog willen vragen of U iemand weet, dl» met een lijst knn rondgaan?" „Wat voor «on lijst?" De uitnoodlging voor de Gemeentevei- tegenwoordlgore," Hans haalde ze voor den dag, „hovennan stnnt de uitnood ging voor hedenavond en hderecn moet er dan zijn 'naam onder zetten ten treken, lat hij haar gelezen heeft." „Laat U dat ding maar hier. Ik zal ei wel mee rondsturen." „Mijn dank, meneer Müller, tot ziens venavond." Toen Hans naar huis kwam. vond hij Dörte al bezig de groote kamer 6choon te maken die hij voor de vergadering bestemd had. „Dat is goed, Dörte," zei hij verheugd. Nu zal ik Je dadelijk helpen om de grooie tafel binnen te dragen, die wij ihuis altijd bij de naalvereeniging gebruikten en de stoelen." „Hebt U er dan genoeg?" „We zijn met achttien. Vijf heeren, neen vier brengen stoolon moe, komen we er don?" „Jawel, dominó. Gaat U nu maar, ik zal het verder wel klaarspelen." „Direct, Dörte, nog eon paar schil lorijen ophangen, hier staan ze al. breng nog even een hamer en wat spijkers." Dörte, had alles bij de hand, Ruth bad haar goed geleerd. En in korten tijd wa6 de kale kamer eou gezellig vergadervertrek geworden. Hons was juist klaar en overlegde no$ of hij nog meer verfraaiingen aan zou kun nen brengen, toen er gebeld werd. Rnke'e de oudste schoolkinderen hracitrn De opgaven waren voor hem zeer vee! waard ter orienteering. Ook zocht en vond hij in d© kerké.ljks boeken aanteekeningen over avondmaals- en kerkbezoek. Het avondmaalsbezoek uas procentsgewijs gereker.d, goed. Daar scheert de gemeente nog aan vast te houden, maar het kerkbezoek wa6 schrikbarend gering. Het vorig jaar was de kerk op alle vier adventszondagen wegens het geringe bezoek gesloten moeten worden. Daarna zette Hans zich om een overzicht te krijgen van de flnancleele g^le'-dhe;») der gemeente, maar hij bemerkte spöed-g boe moeilijk dat was. De boeken waren slordig bijgehouden, «1e meeste bewijsstukken ontbraken. De pacht contracten waren wel in duplo aanwezig, maar de lekst verschilde. Daarbij warm beide stukken van dezelfde handteekenlnc voorzien cn op dcnzolfden dag gediteeni. Enfin, voor het hoogerc kerkelijk bestuur zouden de pach(contracten toch opnieuw, moeten worden afgesloten, dat was nVl zoo erg. met de complimenten vnn den hoofdor.dcr- Oni half zeven riep Dörte voor hel avond wijzer, de stukken. Hans liet ze in zijn brood de jongetjes zouden mee eten werkkamer brengen cn gaf ieder van de Hans rukte zich "mei gowel J uit z'n werk kinderen een mooi plantje, zooals hij ze los. Mij moest toch probeeren om de jon gens hun moeder te vergoeden. Toen hi] In de eetkamer kwam, 6tonttftn ze alle drie «I achter hun stoelen, met de se. vetten voorgebonden, de handen govou- *1wen voor het tafelgebed. Toen vader bil ertegenwoordlgd: boeren on de daarbij zijn stoel stond, bad Hansje hardop hot be hooren de knechten en werklieden, gebed. wel in de kinderkerk uitdeelde. Direct na het eten ging hij aan het werk In de bescheiden vond hij opgaven over le grootte der gemeente 011 otter haar eocase gesteldheid. Allerlei elementen wéren ei werklieden, handarbeiders on k'eln industrie drijven- don. zooals ©r ln e'k dorp zijn. maar ook naar verhouding vee! fabrieksarbeiders, dlö met de fietê naar de 6tad naar het werk gingen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9