Ikhkjouddi c/jxngz
Gemengd Nieuws.
5rliaal\^n^/ancjaaq
PIEPNEUS EN BIBBERSNOET
WOENSDAG 7 JANUARI 1931
DERDE BLAD PAG 9
HET DRAMA VAN GROEDE
VOORSPEL VAN HET DRAMA
EE BALLINGEN VAN SALZBURG
Door A. M. WESSELS.
Zoo zijn wij dan in het landelijke "Groede
gearriveerd! En het moet getuigd, het is een
zeer aardig dorp. Reeds geruimen tijd was
ons plan geweest, eens hierheen te gaan, om
de Historie van dit Zeeuwsche Vlaamsche
dorp tor plaatse zelve eens na te gaan. Hoofd
zakelijk trok ons dit bezoek aan, doordat
wij in de Historische Zeeuwsche Litteratuur
eenige aanteekeningen tegenkwamen, die
ten zeerste onze aandacht trokken, en -ons
het voornemen op deden vatten, hiernaar
een dieper onderzoek in te stollen.
Allereerst trekken eenige monumenten
onze aandacht n.l. de oude vierkante molen
aan de Westzijde van Groede, een erfstuk
van de Fam. Brakman. Gegist wordt ,dat zij
er reeds stond voor 1583, maar aangezien zij
hoog gelegen was, had zij geen last van oe
onderwaterzetting dezer streek toen Parmn
op de komst was. Het land werd aan de
zee prijs gegeven. Geen storm, dijkval ol
dijkbreuk was hier in het spel, maar de fie
re Groedenaars,. wilden niet voor het op
permachtig Spanje buigen en groeven me,:
eigen handen den eoimrnal met zooveel;
moeite opgeworpen Zeedijk door en verlie
ten hunne hoeven en erven, om elders met,
vrouw en kroost een ander vaderland te zoe
ken.
Ook de kerk van Groede trekt mede de
aandacht. Met haar torenspits die eenmaal;
door Napoleon voor telephoondoeleinden
■werd gebruikt, doet zij het goed te midden
van het geboomte.
En dande Luthersche Kerk! Df.
Luthersche Kerk van Groede! En ziedaar,
we zijn waar we wezen willen. Weg valt het
Zeeuwsche landschap, weg valt de Vader
landsche Historie, weg valt de Fransche
verdrukkirig id 1794, maÓr voor onze oogen
rijst op
een drama, dal. iedereen, die het zich
indenkt, len zeerste aangrijpt
en dal zich hier in de jaren 17331735 af
speelde.
Alvorens een juist inzicht in deze zaak te
krijgen, moeten wij een kleine Historische
tiitwijding buiten Zeeland, u voor oogen stél
len, daar dit in zeer nauvV contact staat
met hetgeen wij nu gaan vertellen.
Een deel van Beieren, een deel van Tirol,
een deel van Oostenrijk met het beroemde
Salzkammergut vormden in vroeger eeuwen
het Aartsbisdom Salzburg. Het is een mooie
streek en nog menige overlevering, nog
menig oud gebouw getuigt van den rijkdom
en kunstzin van vorige geslachten. Reeds
vroeg, ten tijde dór Hussieten, vond de Her
vorming hier aanhang en' toen Luther, aan
de slotkapel te Wittenberg zijn, stellingen
aansloeg, had 'het grootste gedeelte van di'
volk aan de kerk-van Rome een scheidsbriel
gegeven.
Het was daar een nijvere bevolking .die
gelukkig onder elkaar leefden. Helaas!
Heerschzucht" en'dweepzucht maakten van
dit rijkeeen anne .atrpek. Dq vervol
ging brak uit en het ^alzburgscliè volk*,
zacht van aard en 'week van gemoed,'was
meer geneigd te ljjdcn voor zijn geloof, dan
zich strijdend te verzetten. Zij gingen vrij
willig hun land ,uit, of beter gezegd, zij lie
ten zich verdrijven. Dit. werd de
„Genade der Emigratie" genoemd,
doch dit was slechts een schijn van harm
hartigheid. Wie, zoo zegt de Geschiedkun
dige Maclainè Ppnt, vaste goederen had, be
hoefde niet terstond té vertrekken. Hem
werden 2 6 3 maanden tijd1 gegeven om zijne
bezittingen te gelde te maken en zijn zak er-
te regelen. Dat was natuurlijk een wassen
neus in een land, waar geen koopers ovpr-
bleven. De geheeïe dienstbaren stand, bene
vens allen, die geen vast eigendom hadden,,
werden terstond verdreven en meedoogen-
loos over de grenzen gezet Ook hier werd
de schijn van barmhartigheid op het pa
pier althans gered. Niemand vertrok
zonder een behoorlijk paspoort en een bewijs
van uittocht. De toon in die paspoorten is
allervriendelijkst en zeer gemoedelijk. Van
eenige beschuldiging van Ketterij is geen
sprake en het woord verdrijving komt er
zelfs niet jn voor. De Aartsbisschoppen had
den zich ten doel gesteld, van Salzburg eer»
geheele zuivere Roomsche streek te'maken.
'Aan dit ideaal moest aljes tert offer worden
gebracht. Hierin kon niet slap worden op
getreden, wilde men dit ideaal verwezenlij
ken. In de „Emigratie-wetten" was ook een
bepaling opgenomen, dat alle kinderen .be
neden de 12 jaren in het land moesten ach-
DE OVERLEDEN MAARSCHALK
LINKS: De kapel van de Militaire School te Parijs, u-aar het lijk van Maarschalk Joffre
stond opgebaard. RECHTS: De Fransche president verlaat de kliniek, waar de groote
veldheer is overleden.
ter blijven. Zij waren, volgens de Bisschop
pen, nog veel te jong om over hun tijdelijk
cn eeuwig heil te beslissen, weshalve zij aan
de Kloosters ter opvoeding werden toever
trouwd.
Onze Republiek was reeds lang, voordat
zij hare onafhankelijkheid bevestigd zag
door den Westfaalschen vrede,
Wat elders in verdrukking was, zocht in
Holland hulp en steun en de Historie is
-laar om te bewijzen, dat het beroep op hulp
nimmer teveigeefsch was. De toevlucht naai
Holland was spreekwoordelijk bekend en
het was derhalve dus geen wonder, dat ookj
de oogen der Salzburgers zich richtten naar
het kleine, maar destijds nog rijke Holland,
waarvan zij reeds zooveel goeds gehoord
hadden. Door nieuwspapieren, boekjes en
vlugschriftjes, was de zaak van de Pro
testanten te Salzburg, ook reeds in Neder
land bekend geworden en volgde men hier
met spanning hoe dit zou afloopcn.
Eerst meende men in Salzburg, dat het
nog wel gaan zou, maar toen de Aartsbis
schop Tirmianus in 1731 weder scherpe
placaten uitvaardigde, kon de Emigratie
niet worden afgewend. Men moest weg.
wilde men niet in de grootste ellende en
smarten geraken. De placaten waren zoo
scherp gesteld, dat zij voor geen tweeërlei
uitlegging vatbaar waren. Wat niet voor de
Kerk van Rome koos, kon vertrekken.
In die bewogen dagen kwamen honderden
•mannen bijeen én "beloofden elkaar trouw
,te blijven aan het Protestantsche geloof,
maar ook trouw aan hun hegin?>el. om neb
niet te verzettefi, maar alles te lijden om
Christuswil. Öm dit onder elkaar te bevesti
gen,
sloten rij óp" Oud-Testamentische wijze
een Zoutverbond (2 Kron. 13 8.)
en aten allen uit eenzelfde schotel eenige
korrelen zout De Aartsbisschop die van de
ze vergadering -op de hoogte gebracht werd,
meende dat dit zoutverbond aanleiding tot
een hevig oproer zou worden, en vroeg de
Keizer om hulp. die hem een aantal dragon
ders ter beschikkiv stelde. Eer het ver
bond iets tot velzet kon uitrichten -r- waf
njet eens de. bedoeling was moest het yei-
rnietigd. Elke vonk van verzet moest :vtïlg(v
trapt worden. Wie buiten op het veld of in
het bösch aan den arbeid was, werd terstond
gegrepen. Aan niemand werd vergund naar
huis te gaan en zelfs het allernnodigste
Voor de reis mee te nemen. Men mocht niet
met elkaar in. contact komen. Mannen en
vrouwen zochten elkaar tevergeefs. De
gevangenen werden naar Salzburg vervoerd,
want daar moest men zijn. voor de paspoor
ten. Salzburg was- nu zoo geen groote
plaats, dus was er bijna geen onderdak om
al die gegrepenen te herbergen, die daar
plotseling met hunne vervolgers verschenen.
Volgens M. Poit werden er op 17 Dec. 470
binnengebracht, 18 Dcc. 150 enz. Do stem
ming onder hen was zeer blijmoedig, de
geestdrift was nog niet be.ko,eld, door de
ellende die te wachten stondl Er was een
geestdrift om voor Christus te lijden, die
oversloeg tot een soort waanzin.
Maar wat gebeurde? In de dorpen en In
de dalen hadden verschrikkelijke aangrij
pende tooneelen plaats. Toen de eerste hal
lingen door de dorpen werden weggevoerd,
bereid om alles te verlaten voor hun hei life
geloof toen-de bosschen en dalen weergalm
den van het Exulantenlied en het „Beveel
den Heer uw wegen, al wat u 't har ié
deert", toen
ook de overigen aan. Honderden (die
in 't geheel nog niet gedwongen waren en
dus op de zaken vooruitliepen) sloten ziet.
bij den stoet der Salzbujger ballingen aan
De Aartsbisschop schrok geweldig, ,topn
men hem het bericht deed toekomen dat de
groep balJipgen, geheel vrijwillig met dén
dag aangroeide. Geen dorp, waar zij door
kwamen, of er. sloten zich broeders cn zus
ters bij aan. Bijkans de gehcelc streek
dreigde leeg tè.loopen. Waar moest dat Ijttou
met de akkerbouw, en met de metaalin
dustrie? Een groote bron- van inkorrfotcn
voor Salzburg, zou uitdrogen en armoede; e
zijn intrede doen. De stroom van ballingen
was echter wassen.de ep niet meer te stui
ten. Er moest dus worden ingegrepen; en
onmiddellijk werden de dragonders er "op
uitgestuurd, om een aantal mannen tegen
te houden en naar hunne huizen terug te
drijven. Hierbij vloeide helaas veel bloed, j?n
toen men zag, dat de uittocht niet te keerei
was
wierp men granaten onder de ballingen
met het droevig gevolg, dat er verschillen
de stjerypn. Ondanks deze tegenslag nader
de men de Beiersctto grerrê, waar zijr. na
enkele dagen toeVens met 20000 mAn.
(slechte 35 broeders bleveiY achter en be
zweken voor den Bisschop,): doortrokken.
De ellende waarin zij toen reeds verkeei
den wekte alom overal het medelijden ep.
Langs' irile-\Vegen stonden -de bewoners -ge
schaard en reikten de voorttrekkeïidor
brood, vleesch, kleeren en wijn aan. De lEftr-
tog van Beieren, ten zeerste met hun lot he
wogen, gaf wagens voor de ouden en zifekci.
en aan ieder VA stuiver per dag, zonlanjfzij
op ziin grondgebied vertoefden. Wij zullen
hen niet verder op hun topht vergezellen
maar ons thans uitsluitend bezig hop deft
met de Ballingen, die in Zeeland arriy
dbn, voornamelijk in Groede, waar zich hof
drama voltrok.
XWdrdt vervolgd.1.
Een inspecteur gewond.
Nadat den mrigen avond in het Bronge
bouw te Haarlem een protestvergadering
was gehouden, waar o.a. liet raadslid dve>"
steegen en Mr. Simon dc Jong uit Amfcters
dam het woord voerden, hebben de wjerk-
loozen den geheelen dag weer in.de ktad
gedemonstreerd.
Daarbij is het op drie plaatsen, nl. op de
Groote Markt, Parklaan en den Jansweg tot
botsingen met de politie gekomen, waarbij
deze van de blanke sabel en den guipmi-
stok gebruik maakte om de menigteuit
een te jagen.
Een inspecteur van politie, die een per
soon wilde arresteeren, omdat deze weiger
de door te loopen, is daarbij gewond, door
dat juist op dit moment een agent den
man met zijn sabel eenige klappen gal,
waarvan een dcri' inspector op' de rechter
band trof.. - I
Hij moest naar één ziekenhuis worden
vervoerd, waar hij is verbonden.
Pc arrestant is bewaring gesteld.
DOODELIJKE AANRIJDING.
De kleermaker Br. te Vaals werd te Wak-
llngen door twee op een ficts-gezeton per
sonen aangereden. Hij is tengevolge van
hersenschudding overleden.
DOODELIJK AUTO-ONGELUK.
Te Meijel (L.)~ïs het 6-jarig doü«ert]e
van den landbouwer P. Cupers, flat Zater
dag door een auto werd aangereden, aan de
gevolgen dier Aanrijding overleden.
ONDER EEN KETEL VERPLETTERD.
In een brouwerij te Vlissingen lïboft een
dooclclijk arbeidsongeval plaats gehad. Bij
het stellen van een ketel in de brouwerij
is door onbekende oorzaak de kg tel, die
ongeveer vier ton zwaar is, omgevallen en
neergekomen op een arbeider, die onmid
dellijk dood was.
ONDER EEN BOOM VERPLETTERD.
Te Mill (N'r-Br:) ls de 70-jarige ongehuw
de landbouwer Van Kempen bij het rooien
van een kersebochn op zijn erf onder 'n val
lenden boom geraakt en dood opgenomen.
DOODELIJK MOTORONGELUK.
Bij Mulderberg reed de 40-jarige Van T.
uit Amsterdam met zijn motorrijwiel in
volle vaart tegen een stilstaande transport-
auto op. De motorfiets werd geheel ver
nield. Van T., die deerlijk verminkt werd,
was op slag dood. De dame, die op de duo
gezeten was.' werd In bewustetoozen toe
stand naar het ziekenhuis overgebracht.
- Het. ongeluk geschiedde op den nieuwen
straatweg, halverwegen Hakkelflarsbrug.
AUTO'S TE WATER.
Te Ammcrzodcn geraakte de auto van
"den rijwielhersteller A. Struik door het on
klaar zijn van de stuurinrichting plotse
ling te water. De auto werd 2»o goed uls
vernield. Debestuurder kwam er wonder
bóven wonder met een nat pak af."
- Toen de expediteur B. .tot Haaften met
zijn auto, wdarin zich o. m. een veulen cn
eën koe bevonden, een anderen auto moest
passeeren, reed de wagen plotseling van den
dijk en kwam-in de Waal terecht. Dc vier
.inzittende peramen kwamen met den schrik
vrij. De koe wist zich zwemmende te red
den, doch het veulen verdronk.
JACHT OP EEN STROOPER.
"Schoten op zijn achtervolgers gelost
Twee -jachtopzieners van de -Leidsche
.Duinwater-Maatschappij te Katwijk aan Zee
betrapten een strooper, die bezig was strik
ken te zetten in de duinen. Toen zij hem
aanriepen pakte hij zjjn geweer en schoot
in hun ricliting. Daarop vluchtte hij weg.
'achtervolgd door de Lelde jachtopzieners.
'De strooier bleef ptotselmg, na aangeroe
pen te zijn," staan, keerde zich om en richt
te nogmaals het geweer op de béide -man
nen cn schoot. Door zich tijdig in de helm
té 'laten vallen werd»» zij niet gewond. De
achtervolging wend toen, gestaakt, .waardoor
de steooper ontkwam. Dc inspecteur vgn
politie werd telefonisch van het gebeurde
op riA hoogte gesteld en men slaagde er in
'6 nachts omstreeks lialf twaalf den stroo
per, ilie reeds langen tijd onder verdenking
stond, bij zijn woning aan den Valkenburg
vhenweg de arrestecron. Hij ontkende aan
vankeliik, "doch na confrontatie met de bei
de iochtonzieners bekende hii de schoten te
hebben gelost. De man, de 19-iarigc W. S„
us in verzekerde bewaring gesteld.
BRANDEN.
Te Sasaenhéim brak brand uit in een per
ceel aan de Hoofdstraat, waarin H. v. d. G.
éëri slagerswinkel hcéft gevestigd, liet blus-
sc-liingswerk der brandweer werd bemoei
lijkt doordat tic slangen niet al te best in
orde waren. Hot perceel is bijna geheel uit
gebrand. Verzekering dekt de schade.
Te Ètteivin do gemeente Gendringe»
(Gld.) is de woning van den metselaar Bol
der totaal afgebrand. De oorzaak is onbe
kend. Verzekering dekt de schade.
DRONKEN CHAUFFEUR RIJDT DOOR
AFSLUITBOOM.
Te Schouw- op-den Rijksweg Amsterdam
—Alkmaar heeft een ernstige verkcersstag-
natie plaats gehad, veroorzaakt door een
dronk epehauffeur, die met een ledige
vrachtauto, waarmee hij op weg was naar
Hoorn, <loor den afsluitboom van de ge
opende brug over de Broekervaart reed. Dc
auto bleef neg juist boven het water han
gen. Met behulp van een lier van een beurt-
vaartmotorboot, die dc brug moest passee
ren, \vpnd de auto weer op den wal ge
bracht. De locomotief van een voor de brug
wachtende tramtrein van de Noord-Hol land
sche Tramwegmaatschappij, verleende hier
bij agsisteutje door don gehavenden auto
verder op den wal te slee pon. Het verkeer
ondervond ongeveer 50 minuten vertraging.
De chauffeur is aangehouden.
E I c h wat Wils 1
HERINNERINGEN
„Bezem-Betje!" scholden de dorpskindc-
:n haar achterna.
Al was hei niet mooi cn niet goed, het
had de verdienste van teekenend juist te
zijn. Om twee reden. Ten eerste maakte
oude Betje bezems, of, zobala de vakterm
luidt:, zij „bond" ze. En ze ventte ze dan
uit, in het dorp en in wijden omtrek.
In de tweede plaats zag de naam „Be
zem-Betje"' op de gestalte van de oude
vrouw. De jeugd, die geen medelijden Kent,
hield niet op, haar dat voortdurend op lui
den toon te verwijten. Zoo vaak had ze 't
gerepeteerd, dat Betje het nu wel wist on er
niet koud of niet warm meer van werd.
Wie oude Betje zag loopen, kaarsrecht,
bijna achterover, en van meer dan middel
matige lengte, moest terstond denken aan
een bezemsteel. En met wat fantasie kon
men van het hoofd, inet het heel eigenaar
dige mutsje, zich b?st een bezem denken.
Door het jarenlange venten met een
klein, primitief wagentje, had haar gang
ook iets eigenaardigs gekregen. Onder
haar lange rokken zag men de voeten niet
bewegen, en zo? was het, door haar korte
pasjes, alsof ze niet liep, maar op rol
schaatsen ging. Ze zweefde als 't ware
over den weg, doch niet gracieus, als een
kunst-schaatsenrijder, maar als een hou
ten Klaas, bang om zijn becnen uit te
slaan.
„Bezem-Betje" rolde nu de dorpostraat
door naar huis. behoorlijk vergezeld n
uitgeleide gedaan door de vrijwel voltallige
dorpsjeugd. Luidkeels herinnerden ze Betje
aan haar beroep en aan haar gebrek aan
lichamelijk schoon. F ven onbewogen
steeds ging zij haar weg. Bij de laatste
huizen van het dorp keerde het rumoerige
escorte terug en Betje vervolgde haar tocht
naar huis.
't Was een vervallen woninkje, niet vi
van den grooten weg, maar toch te midden
van de hei.
In de schemering, die al aan vallen
was, zocht Betje wat tokken bijeen, te dik
voor de bezems, en legde vuur nan. Dan
hing ze er een waterketel boven, en ging.
in afwachting van het oogenblik, dat het
water zou koken, en ze een bakje troost
kon zetten, om daarbij baar avondboter
ham op te eten, buiten zitten op het
'■uwe bankje onder het raam en naast de
deur. Ze rustte zoo eens lekker uit van de
vermoeiende dagtaak, en genoot wat van
d- frissche avondlucht Voor het spel van
het gouden zonlicht, laag vanuit den hori
zon. de wolken in wondere kleuren rioo-
pende, had ze geen oog en ook de hei, die
ze immers al zoo vaak gezien had, boeide
haar niet.
Ze keek meer naar binnen. F.r was iets
vreemde, iets wonderlijks over haar,
avond. Ze dpcht aan het verleden. Iloe
lang was het al wel geleden, dat ze -op dit
bankje zat met haar vader ouden, tim
den stakkerd. Toen moest ze het brood
ienen voor twee. Wat kon de oude man
soms ongemakkelijk zijn cn onbillijk. Hij
had wel graag gewild, dat ze den heeien
thuis zou zijn gebleven, om voor hem
te zorgen. Maar wat zou ze zorgen, ais ze
geen geiJ verdiende. En um geld te ver
dienen, moest ze er op utt!
Neen, ze had het niet gemakkelijk ge
had bij vader. Maar toch, ze had getracht
goed voor hem te zijn, al begreep hij haar
vaak verkeerd. Ze wist nog wel: Eert uw
vader en uwe moederDat had ze
toch altoos geprobeerd, al kwam ze veel tv
kort, als ze dacht aan alles wat er In de
tien geboden stond
't Was of ze Hendrik weer zag aanko
men, zooals dien avond, zeker wel twintig
jaar geleden. Over trouwen had hij ge-,
sproken, maar ze had gezegd, dat ze haar
blinden vader niet alleen kon laten. Toen
had hij gezwegen en was langzaam weg
gestopt. Niet lang daarna was hij getrouwd
met Marie die een paar morgen tand
had.
Veel plezier had hij niet gehad na zijn
trouwdag. De vrouw was slordig, de kin
deren vuil. En nu was ze al wel eert jaar of
tien dood. Och jal
En weer ziet ze zich zitten op het bankje,
maar nu alléén, 't Was een mooie avond,
net als nu. Daar hoorde ze in eens voet
stappen. 't Was Hendrik. Langzaam kwant
bij ombaar af.
,,'k Wou je wat vragen, Bet!"
Verwonderd keek ze hem aan.
Hij begon weer: ,,'t Is lang geleden, dat
ik je gevraagd heb heb. cn toen heb j>»
neen gezegd. En toch hielden we we! een
beetje van eikaar. Mijn vrouw is dood en
het hui6h,ouden verwaarloost zoo. Zou j«
nu mijn vróuw willen worden?"
Wat had ze ook weer geantwoord? O ja,
dot hij was weggegaan, toen ze gezegd had.
dat ze haar zieken vader niet alleen kon
laten. Dat hij "naar toen niet wilde heb
ben, cn dat zij hem n u niet wilde.
Lang had hij haar aangekeken, zonder
iets te zeggen. Wat zou hij wel gedacht
hebben?
Ze wist het niet Hij was weer wegge-
stapt; zwijgend, langzaam, met groote
liassen
't Was of ze zich met een ruk van haar
herinneringen wilde losmaken. Haastig
stond ze op, 6tak de lamp aan, zette koffie,
sneed een paar boterhammen, bad en ging
zitten eten; eeret een hapje brood, don ear
teugje koffie. Dat smaakte!
't Was toch wel eenzaam, zoo alleen....
Hoorde ze door niet een voetstop. een
langzame" >p over de heide aan
komen?
Wondcnijk. zoo vlug als ze opstond e»
naar de deur liep. Ze keek naar buiten
't Was het ruischcn van den wind ge
weest!
DE WASSENDE WATEREN.
Men meldt ons uit Huissen (Gld.):
Door den hoogen waterstand in den Rijn
is de pont aan het Looveer uit dc vaart ge
nomen. Passagiers worden naar de Lymersr
overgezet per roei- en motorboot. De uiter-
Vaarden loopen andermaal onder water.
Uit Nijmegen wordt gemeld:
De Waal is in het laatste etmaal 40 c.M
gewassen: stand Dinsdag-avond 11.90 (mid
delbare 8.77) M. plus N.A.R Van den Bo
venrijn wordt was gemeld.
Uit Grave wordt gemeld:
De Maas blijft steeds wassen, nl. pl.rn 1
c.M. per uur, zoodat de rivier reeds aan hot
offlcieele peil is gekomen, waarop de B©e -
sehe Maas moet beginnen te «'erken. Inde.»
polder Mars en Wyth is thans de dijk wacht
weer ingesteld.
Uit Roermond wordt gemeld:
Wegens den hoopen waterstand zijn de
veerdiensten te Wessem, Ooi, Buggenum en
Kcssel gestaakt. De Roer ligt vol schepen.
De gehuchten Hatenboer en Weerd zijn van
het pewone verkeer afgesloten.
Van Maandag op Dinsdag steeg het water
nog 36 c.M. en kwam van 18.54 M. plus N.
A.P. op 18.90 M. plus N.A.P.
Nadruk verboden.
101. Zoo gezegd, zoo gedaan. Bihbersnoet
ging zich gauw annkleeden. Toen lieten we
ons uit het raam zakken en begonnen voor
zichtig langs de waschlijn naar den overkant
te schuiven. Gelukkig had mevrouw Muizen-
vreugd dien avond haar waschje binnenge
haald, want wo zouden aan al die stukken
waechgoed niets dan last gehad hebben.
102. Maar o wee, we waren nog niet op
do helft, toen opeens de spijker, waarmede
het touw aan den schoolmuur bevestigd was,
verdacht heen en weer ging„Dat loop*
mis, Bibbertje" zei ik. cn Jawel, net had ik
het gezegd, of floep! daar schoot de spijker
uit den muur en wij zwaaiden met een
vaart van nul komma zeven naar beneden—
(Wordt Vrijdag vervolgd V
FEUILLETON
LIEF EN LEED IN DE PASTORIE
door BRIGITTE
„Godsdienstig gestemd kan men buiten
ook wel zijn, en ook dankbaar voor Zijn
goedheid," meende Hans, en de Müllertjes
knik ton.,'ijverig toestemmend, „maar
meneer Mül Ier, men ziet daar builen
meestal alleen dat wat men gaarne hooren
en zien wil. En' de "dotniné, die heeft ook
dj k wij te nog wat andera te zeggen, wat
niet zoo aangenaam ia. bijvoorbeeld, dat
wij allen. U ook, zondaars voor God zijn
En dan he©"t hij ook troostwoorden, wan
neer U vfdriet hebt, andere'-troostwoor
den dan d° doode akkers buiten, bijv. deze
„Ik wil u troosten, meer dan een moedei
troost, e-weekt de Heer'. Wat denkt U
daarvan meneer Müller?"
De werden van Hens haddon Müller ge
troffen, dat stond op z'n gezicht. „Mis
schien bobt U gelijk, dominé, ik zal er mg
eens o*">r denken. Komt U maar dikwijls
bij ons Bij U kan men nog wat leeren, dat
heb lk al wel genjerkf De vorige, super-
intoiv vit was een geleerde hoer, nwar hij
kon et menschen als wij, niet goed dulde-
•.lijk naken."
- 'it is aardig, wanneer U donkt dat ik
d' kunst versto," zei Hans vroolijk, „er
is echter verscheidenheid van gaven, de
Vorige superintendent had weer iets an
ders beter gekund. Maar zeg me eens waai
de werkmeester Schmidt woont, en kom
dai. alstublieft morgenavond om 8 uur op
de kerkeraadsvergadering in do pastorie,
ja?"
„Graag, vooral omdat het niet m het café
is. Schmidt woont in bet laatste huis, aan
de rechterhand. Maar past U op, het is een
rooie, dien hebben de arbeiders er alleen
ingebracht om ons te bespionneeron."
„Nu, we zullen wel zien," zei Hans, en
gaf hem de hand ten afscheid.
„Nog een oogenblikje, dominé, super
intendant bent U toch niet, daarvoor bent
U toch te jong?"
„En toch ben ik hof
„Acli, lieve, dan hebben we ons vergist
met den titel," zei de smid verlegen,
„neemt U het ons maar niet kwalijk!"
Hans lachte: „lk denk er niet aan, cn
hier voor mijn gemeente ben ik in de eer
ste plaats dominé, of ik ook superinten
dent ben, kan U onverschillig zijn."
„Nu, tot weerziens!"
De dorpsstraat was aJ donker, maar de
huizen toekenden zich scherp tegen de
heldere avondlucht af.
Zoo vond Hans den weg naar werk
meester Schmidt, zonder dat hij behoefde
te vragen.
Toen hij de hand aan de klink van de
deur hield, hoorde hij, hoe aan den ande
ren kant een hond tegen de deur sprong
en |uid begon te blaffen. Volgens Hans
moest het een groote hond zijn cn hij
6checn niet vast te liggen.
Zou ,hij. naar binnen gaan? Hij was niet
batig,- maar" als stads me'isch weinig ge
wend om met honden om te gaan.
Wanneer de bul eens beet? Zou hij te
rug durven schoppen of zou zijn bezitter
dat kwalijk nemen?
Daar zag hij dat ©en raam verlicht was,
door de kieren scheen het. Hij klopte aan.
„Wie is daar," klonk het van binnen.
„Hier is d© dominé, k zou graag don
erkmeester Schmidt spreken."
Het raam werd een beetje opengeschoven
„Wat wilt U dan van me?" vroeg een
barsche mannenstem.
„Ik wilde U een bezoek brengen, meneer
Schmidt"
„Waarom komt U dan niet binnen, d«
deur is open."
„Maar de hond is lo6."
„Wanneer U bang bent, blijft U dan maar
liever buiten. We zijn ook eigenlijk ai
klaar om naar bed te gaan. Een menscb
moet toch z'n nachtrust hebben. En mor
gen moet ik er weer om vijf uur uit.".
Heel vriendelijk \yas de ontvangst niet,
daarom zei Hans maar: „Wilt U dan mor
genavond op de kerkeraadsvergadaring
komen, in de pastorie?"
„Ik zal wel eens zien," bromde hij, cn
het venster ging weer dicht.
Hans keerde zich om terug te ga-a a
Daar dook een gestalte uit het donker op.
cn een kijvende vrouwenstem riep achter
hem: „Die en al gaan 6iapen! Ze wallen
gaan dansen, dat is bet."
Hans liep met een stommen gnet ver
der. naar huis, naar zijn jongetjes, die hij
al slapende vond. Hij had ook niet zoó laat
nog bezoeken moeten afleggen. Het was al
half acht toen hij thui6 kwam, En hü had
toch maar langs den hond moeten gaan
Hij had het gevoel alsof hij een nederlaag
had geledfili cn hij voeldo zich eenzamer
dan ooit
HOÖFDSTUK III
In de morgenpauze ging Hans naar het
schoolhuis. Hij trof meester Ring al \-oor
de deur, met den ondermeester, een slonke
jonceman, in eon beetje opgewonden onder
houct
„Ah, de dominé." zei hij, „of eigenlijk de
superintendent, trots zijn jong© jaren, wan
neer ik die opmerking mag maken. En
hier mijn collega, meneer Tornow."
Hans begroette den Jongen onderwijzer
vriendelijk, die een paar eerlijke blauwe
oogen in het frissche jongensgezicht had
Daarop wendde hij zich tot het hoofd. „Ik
kom met eon verzoek bij U, de heeren van
den kivkeraad lieh ik persoonlijk uitgenoo-
digd. Mij blijft echter te weinig tijd over,
om naar de leden van don gemeenteraad te
,gaan ik zou me vóór de zitting van van
daag nofe graag oen beetje willen oriënte*-
jon, ik zou U daarom willen verzoeken
om mij de boekon enz. te geven. Het is
toch zoo dat U alles In bewaring hebt?"
„Zeker, als IJ het even wilt laten
halen
„Ik heb niemand om te laten halen," ze
Hans kort, „U wilt wel zoo goed zijn on.,
wat al lang eerder gedaan kon zijn. mij
direct na schooltijd alles te laten brengen
Mgar daarom kwam ik niet. dat zoudt U
hoop ik, tenslctt© toch wel gedaan hebben
zonder dat ik er aan herinnerd had lk
■wilde U vragen, hoe het hier gew >onte 's
nm de gemeente- en kcrkerandsledcn tol
de vergadering uit te noodlgen? Kunnen do
schoolkinderen dat niet overbrengen? De
meeste van de heeren zullen toch wel
ertioohttiohtige kinderen hebben. waar
dit niet het geval Is. kan misschien een
buurkind de boodschap wel overbrengen."
Meester Ring haalde de schouders op:
„Het spijt me heel erg. Maar we hebben
een extra waarschuwing van de Rogeering
de kinderen niet ten gunste van de kerk
te gebruiken. Zooals ik du6 zei, het spijt
mij zeer, rnaar ik kan dit niet toeslaan."
Hans bedwong met moeite de in hem op
Vomendo ergernis.
„Ik geloof niet dat U het kunt bestem
pelen o!s een „gebruiken" van de kinderen,
wanneer deze een boodschap meenemen:
vooral niet aan de eigen ouders. Maar
zooals U wilt. Ik dank U. In ieder geval
wacht lk de boeken en bescheiden enz. om
12 uur. Intusschcn zal ik naar het arm
huis gaan. Kunt U mij ook zeggen waar
dit is?"
„Het laatste huis vóór werkmeester
Schmidt. U was daar gisteren toch, do
miné?"
Een loerende blik ging naar Hans. Hij
bi hoefde niets te vragen, meester Ring
wist natuurlijk al wat er gisteren voerge-
valen was en verheugd* er zich over. Dus
nnwoordde hij alleen: „Zoo, dus naast
werkmeester Schmidt. Goed, dan weet ik
genoeg. Wel bedankt." Ra met eon vrien
delijke glimlach verliet hij de school, waar
zU gedurende het gesprek waren binnen
gegaan. De meisjes knikten en de kinderen
legden bij wijze van groet de hand aan he:
hoofd., zooals kind-eren bij soldaatjespelen
doen. Maar deze manier van groeten
scheen gewoonte lo zijn, want niemand
lachte.
Hans Mep snel door de dorpsstraat. De
menschen dto hem tegenkwamen, groot
ten hem nl voor het grootste deel. al
leen de jonge kerels .vachtten tot hij eerst
gegroet had. Diep nam' hli voor iedere©"
den hoed af en wederkeeng* groene man
ook zoo ter g.
Spoedig was hij aan het armhuis. Hit
wat, een klein, vuil huisje. Toen hij in do
gang kwam. 6loeg hem een kwalijk rie
kende lucht tegemoet
Slechts twee deuren kwamen op de gang
uit. Hij klopte aan de eone. Een oude
vrouw deed de deur open en keek beiu
met half verlegen oogen aan. De grijze ha
ren hingen onopgemaakt om liaar hoofd.
De kleeding bestond uit lompen. De Han
den «tonden door de Jicht krom. Een kwa
lijke scherpe geur ging van haar uit.
„Ik ben de nieuwe dominé," zei Hans,
„en ik wilde U een bezoek brengen."
„Ach, de dominé, wat een eer! Komt U
Hans liep achter haar aan in het ver
trek. waaruit hem een lucht tegen6ioeg,
di hem benauwde.
„Mag lk het raam een beetje openzet
ten?" vroeg hij.
„Maar dominé, krijechte de oude, „waar
dénkt U aan. ik krijg toch al zoo wo'nig
brandstof! Nee. nee, lam U het maar toe,
tk heb gister pas gelucht Gaat IJ zitten
alstublieft," en niettegenstaande zijn pro
test. duwde ze Hans in ©cn versleten leun
stoel, die het sieraad van de kamer uit
maakte.
Verder was er nog een bed. dat uit stro»
en lompon bestond, een kapotte stoel en
een wankele tafel, waarop ->cn schaal, eon
mes en een koffiekopj». een armelijk stil
leven vormden.
Hans onderdrukte zoo goed hij kon liet.
bij hem opkomende gevoel van misselijk
heid en zei vriendelijk: „Ik wilde eens naai*
U komen zien om te zien hos U he' maak'.
U hebt jicht, niet waar?"
f(WoHt r*rroLrLT