Ikhkjouddi c/jxngz Gemengd Nieuws. 5rliaal\^n^/ancjaaq PIEPNEUS EN BIBBERSNOET WOENSDAG 7 JANUARI 1931 DERDE BLAD PAG 9 HET DRAMA VAN GROEDE VOORSPEL VAN HET DRAMA EE BALLINGEN VAN SALZBURG Door A. M. WESSELS. Zoo zijn wij dan in het landelijke "Groede gearriveerd! En het moet getuigd, het is een zeer aardig dorp. Reeds geruimen tijd was ons plan geweest, eens hierheen te gaan, om de Historie van dit Zeeuwsche Vlaamsche dorp tor plaatse zelve eens na te gaan. Hoofd zakelijk trok ons dit bezoek aan, doordat wij in de Historische Zeeuwsche Litteratuur eenige aanteekeningen tegenkwamen, die ten zeerste onze aandacht trokken, en -ons het voornemen op deden vatten, hiernaar een dieper onderzoek in te stollen. Allereerst trekken eenige monumenten onze aandacht n.l. de oude vierkante molen aan de Westzijde van Groede, een erfstuk van de Fam. Brakman. Gegist wordt ,dat zij er reeds stond voor 1583, maar aangezien zij hoog gelegen was, had zij geen last van oe onderwaterzetting dezer streek toen Parmn op de komst was. Het land werd aan de zee prijs gegeven. Geen storm, dijkval ol dijkbreuk was hier in het spel, maar de fie re Groedenaars,. wilden niet voor het op permachtig Spanje buigen en groeven me,: eigen handen den eoimrnal met zooveel; moeite opgeworpen Zeedijk door en verlie ten hunne hoeven en erven, om elders met, vrouw en kroost een ander vaderland te zoe ken. Ook de kerk van Groede trekt mede de aandacht. Met haar torenspits die eenmaal; door Napoleon voor telephoondoeleinden ■werd gebruikt, doet zij het goed te midden van het geboomte. En dande Luthersche Kerk! Df. Luthersche Kerk van Groede! En ziedaar, we zijn waar we wezen willen. Weg valt het Zeeuwsche landschap, weg valt de Vader landsche Historie, weg valt de Fransche verdrukkirig id 1794, maÓr voor onze oogen rijst op een drama, dal. iedereen, die het zich indenkt, len zeerste aangrijpt en dal zich hier in de jaren 17331735 af speelde. Alvorens een juist inzicht in deze zaak te krijgen, moeten wij een kleine Historische tiitwijding buiten Zeeland, u voor oogen stél len, daar dit in zeer nauvV contact staat met hetgeen wij nu gaan vertellen. Een deel van Beieren, een deel van Tirol, een deel van Oostenrijk met het beroemde Salzkammergut vormden in vroeger eeuwen het Aartsbisdom Salzburg. Het is een mooie streek en nog menige overlevering, nog menig oud gebouw getuigt van den rijkdom en kunstzin van vorige geslachten. Reeds vroeg, ten tijde dór Hussieten, vond de Her vorming hier aanhang en' toen Luther, aan de slotkapel te Wittenberg zijn, stellingen aansloeg, had 'het grootste gedeelte van di' volk aan de kerk-van Rome een scheidsbriel gegeven. Het was daar een nijvere bevolking .die gelukkig onder elkaar leefden. Helaas! Heerschzucht" en'dweepzucht maakten van dit rijkeeen anne .atrpek. Dq vervol ging brak uit en het ^alzburgscliè volk*, zacht van aard en 'week van gemoed,'was meer geneigd te ljjdcn voor zijn geloof, dan zich strijdend te verzetten. Zij gingen vrij willig hun land ,uit, of beter gezegd, zij lie ten zich verdrijven. Dit. werd de „Genade der Emigratie" genoemd, doch dit was slechts een schijn van harm hartigheid. Wie, zoo zegt de Geschiedkun dige Maclainè Ppnt, vaste goederen had, be hoefde niet terstond té vertrekken. Hem werden 2 6 3 maanden tijd1 gegeven om zijne bezittingen te gelde te maken en zijn zak er- te regelen. Dat was natuurlijk een wassen neus in een land, waar geen koopers ovpr- bleven. De geheeïe dienstbaren stand, bene vens allen, die geen vast eigendom hadden,, werden terstond verdreven en meedoogen- loos over de grenzen gezet Ook hier werd de schijn van barmhartigheid op het pa pier althans gered. Niemand vertrok zonder een behoorlijk paspoort en een bewijs van uittocht. De toon in die paspoorten is allervriendelijkst en zeer gemoedelijk. Van eenige beschuldiging van Ketterij is geen sprake en het woord verdrijving komt er zelfs niet jn voor. De Aartsbisschoppen had den zich ten doel gesteld, van Salzburg eer» geheele zuivere Roomsche streek te'maken. 'Aan dit ideaal moest aljes tert offer worden gebracht. Hierin kon niet slap worden op getreden, wilde men dit ideaal verwezenlij ken. In de „Emigratie-wetten" was ook een bepaling opgenomen, dat alle kinderen .be neden de 12 jaren in het land moesten ach- DE OVERLEDEN MAARSCHALK LINKS: De kapel van de Militaire School te Parijs, u-aar het lijk van Maarschalk Joffre stond opgebaard. RECHTS: De Fransche president verlaat de kliniek, waar de groote veldheer is overleden. ter blijven. Zij waren, volgens de Bisschop pen, nog veel te jong om over hun tijdelijk cn eeuwig heil te beslissen, weshalve zij aan de Kloosters ter opvoeding werden toever trouwd. Onze Republiek was reeds lang, voordat zij hare onafhankelijkheid bevestigd zag door den Westfaalschen vrede, Wat elders in verdrukking was, zocht in Holland hulp en steun en de Historie is -laar om te bewijzen, dat het beroep op hulp nimmer teveigeefsch was. De toevlucht naai Holland was spreekwoordelijk bekend en het was derhalve dus geen wonder, dat ookj de oogen der Salzburgers zich richtten naar het kleine, maar destijds nog rijke Holland, waarvan zij reeds zooveel goeds gehoord hadden. Door nieuwspapieren, boekjes en vlugschriftjes, was de zaak van de Pro testanten te Salzburg, ook reeds in Neder land bekend geworden en volgde men hier met spanning hoe dit zou afloopcn. Eerst meende men in Salzburg, dat het nog wel gaan zou, maar toen de Aartsbis schop Tirmianus in 1731 weder scherpe placaten uitvaardigde, kon de Emigratie niet worden afgewend. Men moest weg. wilde men niet in de grootste ellende en smarten geraken. De placaten waren zoo scherp gesteld, dat zij voor geen tweeërlei uitlegging vatbaar waren. Wat niet voor de Kerk van Rome koos, kon vertrekken. In die bewogen dagen kwamen honderden •mannen bijeen én "beloofden elkaar trouw ,te blijven aan het Protestantsche geloof, maar ook trouw aan hun hegin?>el. om neb niet te verzettefi, maar alles te lijden om Christuswil. Öm dit onder elkaar te bevesti gen, sloten rij óp" Oud-Testamentische wijze een Zoutverbond (2 Kron. 13 8.) en aten allen uit eenzelfde schotel eenige korrelen zout De Aartsbisschop die van de ze vergadering -op de hoogte gebracht werd, meende dat dit zoutverbond aanleiding tot een hevig oproer zou worden, en vroeg de Keizer om hulp. die hem een aantal dragon ders ter beschikkiv stelde. Eer het ver bond iets tot velzet kon uitrichten -r- waf njet eens de. bedoeling was moest het yei- rnietigd. Elke vonk van verzet moest :vtïlg(v trapt worden. Wie buiten op het veld of in het bösch aan den arbeid was, werd terstond gegrepen. Aan niemand werd vergund naar huis te gaan en zelfs het allernnodigste Voor de reis mee te nemen. Men mocht niet met elkaar in. contact komen. Mannen en vrouwen zochten elkaar tevergeefs. De gevangenen werden naar Salzburg vervoerd, want daar moest men zijn. voor de paspoor ten. Salzburg was- nu zoo geen groote plaats, dus was er bijna geen onderdak om al die gegrepenen te herbergen, die daar plotseling met hunne vervolgers verschenen. Volgens M. Poit werden er op 17 Dec. 470 binnengebracht, 18 Dcc. 150 enz. Do stem ming onder hen was zeer blijmoedig, de geestdrift was nog niet be.ko,eld, door de ellende die te wachten stondl Er was een geestdrift om voor Christus te lijden, die oversloeg tot een soort waanzin. Maar wat gebeurde? In de dorpen en In de dalen hadden verschrikkelijke aangrij pende tooneelen plaats. Toen de eerste hal lingen door de dorpen werden weggevoerd, bereid om alles te verlaten voor hun hei life geloof toen-de bosschen en dalen weergalm den van het Exulantenlied en het „Beveel den Heer uw wegen, al wat u 't har ié deert", toen ook de overigen aan. Honderden (die in 't geheel nog niet gedwongen waren en dus op de zaken vooruitliepen) sloten ziet. bij den stoet der Salzbujger ballingen aan De Aartsbisschop schrok geweldig, ,topn men hem het bericht deed toekomen dat de groep balJipgen, geheel vrijwillig met dén dag aangroeide. Geen dorp, waar zij door kwamen, of er. sloten zich broeders cn zus ters bij aan. Bijkans de gehcelc streek dreigde leeg tè.loopen. Waar moest dat Ijttou met de akkerbouw, en met de metaalin dustrie? Een groote bron- van inkorrfotcn voor Salzburg, zou uitdrogen en armoede; e zijn intrede doen. De stroom van ballingen was echter wassen.de ep niet meer te stui ten. Er moest dus worden ingegrepen; en onmiddellijk werden de dragonders er "op uitgestuurd, om een aantal mannen tegen te houden en naar hunne huizen terug te drijven. Hierbij vloeide helaas veel bloed, j?n toen men zag, dat de uittocht niet te keerei was wierp men granaten onder de ballingen met het droevig gevolg, dat er verschillen de stjerypn. Ondanks deze tegenslag nader de men de Beiersctto grerrê, waar zijr. na enkele dagen toeVens met 20000 mAn. (slechte 35 broeders bleveiY achter en be zweken voor den Bisschop,): doortrokken. De ellende waarin zij toen reeds verkeei den wekte alom overal het medelijden ep. Langs' irile-\Vegen stonden -de bewoners -ge schaard en reikten de voorttrekkeïidor brood, vleesch, kleeren en wijn aan. De lEftr- tog van Beieren, ten zeerste met hun lot he wogen, gaf wagens voor de ouden en zifekci. en aan ieder VA stuiver per dag, zonlanjfzij op ziin grondgebied vertoefden. Wij zullen hen niet verder op hun topht vergezellen maar ons thans uitsluitend bezig hop deft met de Ballingen, die in Zeeland arriy dbn, voornamelijk in Groede, waar zich hof drama voltrok. XWdrdt vervolgd.1. Een inspecteur gewond. Nadat den mrigen avond in het Bronge bouw te Haarlem een protestvergadering was gehouden, waar o.a. liet raadslid dve>" steegen en Mr. Simon dc Jong uit Amfcters dam het woord voerden, hebben de wjerk- loozen den geheelen dag weer in.de ktad gedemonstreerd. Daarbij is het op drie plaatsen, nl. op de Groote Markt, Parklaan en den Jansweg tot botsingen met de politie gekomen, waarbij deze van de blanke sabel en den guipmi- stok gebruik maakte om de menigteuit een te jagen. Een inspecteur van politie, die een per soon wilde arresteeren, omdat deze weiger de door te loopen, is daarbij gewond, door dat juist op dit moment een agent den man met zijn sabel eenige klappen gal, waarvan een dcri' inspector op' de rechter band trof.. - I Hij moest naar één ziekenhuis worden vervoerd, waar hij is verbonden. Pc arrestant is bewaring gesteld. DOODELIJKE AANRIJDING. De kleermaker Br. te Vaals werd te Wak- llngen door twee op een ficts-gezeton per sonen aangereden. Hij is tengevolge van hersenschudding overleden. DOODELIJK AUTO-ONGELUK. Te Meijel (L.)~ïs het 6-jarig doü«ert]e van den landbouwer P. Cupers, flat Zater dag door een auto werd aangereden, aan de gevolgen dier Aanrijding overleden. ONDER EEN KETEL VERPLETTERD. In een brouwerij te Vlissingen lïboft een dooclclijk arbeidsongeval plaats gehad. Bij het stellen van een ketel in de brouwerij is door onbekende oorzaak de kg tel, die ongeveer vier ton zwaar is, omgevallen en neergekomen op een arbeider, die onmid dellijk dood was. ONDER EEN BOOM VERPLETTERD. Te Mill (N'r-Br:) ls de 70-jarige ongehuw de landbouwer Van Kempen bij het rooien van een kersebochn op zijn erf onder 'n val lenden boom geraakt en dood opgenomen. DOODELIJK MOTORONGELUK. Bij Mulderberg reed de 40-jarige Van T. uit Amsterdam met zijn motorrijwiel in volle vaart tegen een stilstaande transport- auto op. De motorfiets werd geheel ver nield. Van T., die deerlijk verminkt werd, was op slag dood. De dame, die op de duo gezeten was.' werd In bewustetoozen toe stand naar het ziekenhuis overgebracht. - Het. ongeluk geschiedde op den nieuwen straatweg, halverwegen Hakkelflarsbrug. AUTO'S TE WATER. Te Ammcrzodcn geraakte de auto van "den rijwielhersteller A. Struik door het on klaar zijn van de stuurinrichting plotse ling te water. De auto werd 2»o goed uls vernield. Debestuurder kwam er wonder bóven wonder met een nat pak af." - Toen de expediteur B. .tot Haaften met zijn auto, wdarin zich o. m. een veulen cn eën koe bevonden, een anderen auto moest passeeren, reed de wagen plotseling van den dijk en kwam-in de Waal terecht. Dc vier .inzittende peramen kwamen met den schrik vrij. De koe wist zich zwemmende te red den, doch het veulen verdronk. JACHT OP EEN STROOPER. "Schoten op zijn achtervolgers gelost Twee -jachtopzieners van de -Leidsche .Duinwater-Maatschappij te Katwijk aan Zee betrapten een strooper, die bezig was strik ken te zetten in de duinen. Toen zij hem aanriepen pakte hij zjjn geweer en schoot in hun ricliting. Daarop vluchtte hij weg. 'achtervolgd door de Lelde jachtopzieners. 'De strooier bleef ptotselmg, na aangeroe pen te zijn," staan, keerde zich om en richt te nogmaals het geweer op de béide -man nen cn schoot. Door zich tijdig in de helm té 'laten vallen werd»» zij niet gewond. De achtervolging wend toen, gestaakt, .waardoor de steooper ontkwam. Dc inspecteur vgn politie werd telefonisch van het gebeurde op riA hoogte gesteld en men slaagde er in '6 nachts omstreeks lialf twaalf den stroo per, ilie reeds langen tijd onder verdenking stond, bij zijn woning aan den Valkenburg vhenweg de arrestecron. Hij ontkende aan vankeliik, "doch na confrontatie met de bei de iochtonzieners bekende hii de schoten te hebben gelost. De man, de 19-iarigc W. S„ us in verzekerde bewaring gesteld. BRANDEN. Te Sasaenhéim brak brand uit in een per ceel aan de Hoofdstraat, waarin H. v. d. G. éëri slagerswinkel hcéft gevestigd, liet blus- sc-liingswerk der brandweer werd bemoei lijkt doordat tic slangen niet al te best in orde waren. Hot perceel is bijna geheel uit gebrand. Verzekering dekt de schade. Te Ètteivin do gemeente Gendringe» (Gld.) is de woning van den metselaar Bol der totaal afgebrand. De oorzaak is onbe kend. Verzekering dekt de schade. DRONKEN CHAUFFEUR RIJDT DOOR AFSLUITBOOM. Te Schouw- op-den Rijksweg Amsterdam —Alkmaar heeft een ernstige verkcersstag- natie plaats gehad, veroorzaakt door een dronk epehauffeur, die met een ledige vrachtauto, waarmee hij op weg was naar Hoorn, <loor den afsluitboom van de ge opende brug over de Broekervaart reed. Dc auto bleef neg juist boven het water han gen. Met behulp van een lier van een beurt- vaartmotorboot, die dc brug moest passee ren, \vpnd de auto weer op den wal ge bracht. De locomotief van een voor de brug wachtende tramtrein van de Noord-Hol land sche Tramwegmaatschappij, verleende hier bij agsisteutje door don gehavenden auto verder op den wal te slee pon. Het verkeer ondervond ongeveer 50 minuten vertraging. De chauffeur is aangehouden. E I c h wat Wils 1 HERINNERINGEN „Bezem-Betje!" scholden de dorpskindc- :n haar achterna. Al was hei niet mooi cn niet goed, het had de verdienste van teekenend juist te zijn. Om twee reden. Ten eerste maakte oude Betje bezems, of, zobala de vakterm luidt:, zij „bond" ze. En ze ventte ze dan uit, in het dorp en in wijden omtrek. In de tweede plaats zag de naam „Be zem-Betje"' op de gestalte van de oude vrouw. De jeugd, die geen medelijden Kent, hield niet op, haar dat voortdurend op lui den toon te verwijten. Zoo vaak had ze 't gerepeteerd, dat Betje het nu wel wist on er niet koud of niet warm meer van werd. Wie oude Betje zag loopen, kaarsrecht, bijna achterover, en van meer dan middel matige lengte, moest terstond denken aan een bezemsteel. En met wat fantasie kon men van het hoofd, inet het heel eigenaar dige mutsje, zich b?st een bezem denken. Door het jarenlange venten met een klein, primitief wagentje, had haar gang ook iets eigenaardigs gekregen. Onder haar lange rokken zag men de voeten niet bewegen, en zo? was het, door haar korte pasjes, alsof ze niet liep, maar op rol schaatsen ging. Ze zweefde als 't ware over den weg, doch niet gracieus, als een kunst-schaatsenrijder, maar als een hou ten Klaas, bang om zijn becnen uit te slaan. „Bezem-Betje" rolde nu de dorpostraat door naar huis. behoorlijk vergezeld n uitgeleide gedaan door de vrijwel voltallige dorpsjeugd. Luidkeels herinnerden ze Betje aan haar beroep en aan haar gebrek aan lichamelijk schoon. F ven onbewogen steeds ging zij haar weg. Bij de laatste huizen van het dorp keerde het rumoerige escorte terug en Betje vervolgde haar tocht naar huis. 't Was een vervallen woninkje, niet vi van den grooten weg, maar toch te midden van de hei. In de schemering, die al aan vallen was, zocht Betje wat tokken bijeen, te dik voor de bezems, en legde vuur nan. Dan hing ze er een waterketel boven, en ging. in afwachting van het oogenblik, dat het water zou koken, en ze een bakje troost kon zetten, om daarbij baar avondboter ham op te eten, buiten zitten op het '■uwe bankje onder het raam en naast de deur. Ze rustte zoo eens lekker uit van de vermoeiende dagtaak, en genoot wat van d- frissche avondlucht Voor het spel van het gouden zonlicht, laag vanuit den hori zon. de wolken in wondere kleuren rioo- pende, had ze geen oog en ook de hei, die ze immers al zoo vaak gezien had, boeide haar niet. Ze keek meer naar binnen. F.r was iets vreemde, iets wonderlijks over haar, avond. Ze dpcht aan het verleden. Iloe lang was het al wel geleden, dat ze -op dit bankje zat met haar vader ouden, tim den stakkerd. Toen moest ze het brood ienen voor twee. Wat kon de oude man soms ongemakkelijk zijn cn onbillijk. Hij had wel graag gewild, dat ze den heeien thuis zou zijn gebleven, om voor hem te zorgen. Maar wat zou ze zorgen, ais ze geen geiJ verdiende. En um geld te ver dienen, moest ze er op utt! Neen, ze had het niet gemakkelijk ge had bij vader. Maar toch, ze had getracht goed voor hem te zijn, al begreep hij haar vaak verkeerd. Ze wist nog wel: Eert uw vader en uwe moederDat had ze toch altoos geprobeerd, al kwam ze veel tv kort, als ze dacht aan alles wat er In de tien geboden stond 't Was of ze Hendrik weer zag aanko men, zooals dien avond, zeker wel twintig jaar geleden. Over trouwen had hij ge-, sproken, maar ze had gezegd, dat ze haar blinden vader niet alleen kon laten. Toen had hij gezwegen en was langzaam weg gestopt. Niet lang daarna was hij getrouwd met Marie die een paar morgen tand had. Veel plezier had hij niet gehad na zijn trouwdag. De vrouw was slordig, de kin deren vuil. En nu was ze al wel eert jaar of tien dood. Och jal En weer ziet ze zich zitten op het bankje, maar nu alléén, 't Was een mooie avond, net als nu. Daar hoorde ze in eens voet stappen. 't Was Hendrik. Langzaam kwant bij ombaar af. ,,'k Wou je wat vragen, Bet!" Verwonderd keek ze hem aan. Hij begon weer: ,,'t Is lang geleden, dat ik je gevraagd heb heb. cn toen heb j>» neen gezegd. En toch hielden we we! een beetje van eikaar. Mijn vrouw is dood en het hui6h,ouden verwaarloost zoo. Zou j« nu mijn vróuw willen worden?" Wat had ze ook weer geantwoord? O ja, dot hij was weggegaan, toen ze gezegd had. dat ze haar zieken vader niet alleen kon laten. Dat hij "naar toen niet wilde heb ben, cn dat zij hem n u niet wilde. Lang had hij haar aangekeken, zonder iets te zeggen. Wat zou hij wel gedacht hebben? Ze wist het niet Hij was weer wegge- stapt; zwijgend, langzaam, met groote liassen 't Was of ze zich met een ruk van haar herinneringen wilde losmaken. Haastig stond ze op, 6tak de lamp aan, zette koffie, sneed een paar boterhammen, bad en ging zitten eten; eeret een hapje brood, don ear teugje koffie. Dat smaakte! 't Was toch wel eenzaam, zoo alleen.... Hoorde ze door niet een voetstop. een langzame" >p over de heide aan komen? Wondcnijk. zoo vlug als ze opstond e» naar de deur liep. Ze keek naar buiten 't Was het ruischcn van den wind ge weest! DE WASSENDE WATEREN. Men meldt ons uit Huissen (Gld.): Door den hoogen waterstand in den Rijn is de pont aan het Looveer uit dc vaart ge nomen. Passagiers worden naar de Lymersr overgezet per roei- en motorboot. De uiter- Vaarden loopen andermaal onder water. Uit Nijmegen wordt gemeld: De Waal is in het laatste etmaal 40 c.M gewassen: stand Dinsdag-avond 11.90 (mid delbare 8.77) M. plus N.A.R Van den Bo venrijn wordt was gemeld. Uit Grave wordt gemeld: De Maas blijft steeds wassen, nl. pl.rn 1 c.M. per uur, zoodat de rivier reeds aan hot offlcieele peil is gekomen, waarop de B©e - sehe Maas moet beginnen te «'erken. Inde.» polder Mars en Wyth is thans de dijk wacht weer ingesteld. Uit Roermond wordt gemeld: Wegens den hoopen waterstand zijn de veerdiensten te Wessem, Ooi, Buggenum en Kcssel gestaakt. De Roer ligt vol schepen. De gehuchten Hatenboer en Weerd zijn van het pewone verkeer afgesloten. Van Maandag op Dinsdag steeg het water nog 36 c.M. en kwam van 18.54 M. plus N. A.P. op 18.90 M. plus N.A.P. Nadruk verboden. 101. Zoo gezegd, zoo gedaan. Bihbersnoet ging zich gauw annkleeden. Toen lieten we ons uit het raam zakken en begonnen voor zichtig langs de waschlijn naar den overkant te schuiven. Gelukkig had mevrouw Muizen- vreugd dien avond haar waschje binnenge haald, want wo zouden aan al die stukken waechgoed niets dan last gehad hebben. 102. Maar o wee, we waren nog niet op do helft, toen opeens de spijker, waarmede het touw aan den schoolmuur bevestigd was, verdacht heen en weer ging„Dat loop* mis, Bibbertje" zei ik. cn Jawel, net had ik het gezegd, of floep! daar schoot de spijker uit den muur en wij zwaaiden met een vaart van nul komma zeven naar beneden— (Wordt Vrijdag vervolgd V FEUILLETON LIEF EN LEED IN DE PASTORIE door BRIGITTE „Godsdienstig gestemd kan men buiten ook wel zijn, en ook dankbaar voor Zijn goedheid," meende Hans, en de Müllertjes knik ton.,'ijverig toestemmend, „maar meneer Mül Ier, men ziet daar builen meestal alleen dat wat men gaarne hooren en zien wil. En' de "dotniné, die heeft ook dj k wij te nog wat andera te zeggen, wat niet zoo aangenaam ia. bijvoorbeeld, dat wij allen. U ook, zondaars voor God zijn En dan he©"t hij ook troostwoorden, wan neer U vfdriet hebt, andere'-troostwoor den dan d° doode akkers buiten, bijv. deze „Ik wil u troosten, meer dan een moedei troost, e-weekt de Heer'. Wat denkt U daarvan meneer Müller?" De werden van Hens haddon Müller ge troffen, dat stond op z'n gezicht. „Mis schien bobt U gelijk, dominé, ik zal er mg eens o*">r denken. Komt U maar dikwijls bij ons Bij U kan men nog wat leeren, dat heb lk al wel genjerkf De vorige, super- intoiv vit was een geleerde hoer, nwar hij kon et menschen als wij, niet goed dulde- •.lijk naken." - 'it is aardig, wanneer U donkt dat ik d' kunst versto," zei Hans vroolijk, „er is echter verscheidenheid van gaven, de Vorige superintendent had weer iets an ders beter gekund. Maar zeg me eens waai de werkmeester Schmidt woont, en kom dai. alstublieft morgenavond om 8 uur op de kerkeraadsvergadering in do pastorie, ja?" „Graag, vooral omdat het niet m het café is. Schmidt woont in bet laatste huis, aan de rechterhand. Maar past U op, het is een rooie, dien hebben de arbeiders er alleen ingebracht om ons te bespionneeron." „Nu, we zullen wel zien," zei Hans, en gaf hem de hand ten afscheid. „Nog een oogenblikje, dominé, super intendant bent U toch niet, daarvoor bent U toch te jong?" „En toch ben ik hof „Acli, lieve, dan hebben we ons vergist met den titel," zei de smid verlegen, „neemt U het ons maar niet kwalijk!" Hans lachte: „lk denk er niet aan, cn hier voor mijn gemeente ben ik in de eer ste plaats dominé, of ik ook superinten dent ben, kan U onverschillig zijn." „Nu, tot weerziens!" De dorpsstraat was aJ donker, maar de huizen toekenden zich scherp tegen de heldere avondlucht af. Zoo vond Hans den weg naar werk meester Schmidt, zonder dat hij behoefde te vragen. Toen hij de hand aan de klink van de deur hield, hoorde hij, hoe aan den ande ren kant een hond tegen de deur sprong en |uid begon te blaffen. Volgens Hans moest het een groote hond zijn cn hij 6checn niet vast te liggen. Zou ,hij. naar binnen gaan? Hij was niet batig,- maar" als stads me'isch weinig ge wend om met honden om te gaan. Wanneer de bul eens beet? Zou hij te rug durven schoppen of zou zijn bezitter dat kwalijk nemen? Daar zag hij dat ©en raam verlicht was, door de kieren scheen het. Hij klopte aan. „Wie is daar," klonk het van binnen. „Hier is d© dominé, k zou graag don erkmeester Schmidt spreken." Het raam werd een beetje opengeschoven „Wat wilt U dan van me?" vroeg een barsche mannenstem. „Ik wilde U een bezoek brengen, meneer Schmidt" „Waarom komt U dan niet binnen, d« deur is open." „Maar de hond is lo6." „Wanneer U bang bent, blijft U dan maar liever buiten. We zijn ook eigenlijk ai klaar om naar bed te gaan. Een menscb moet toch z'n nachtrust hebben. En mor gen moet ik er weer om vijf uur uit.". Heel vriendelijk \yas de ontvangst niet, daarom zei Hans maar: „Wilt U dan mor genavond op de kerkeraadsvergadaring komen, in de pastorie?" „Ik zal wel eens zien," bromde hij, cn het venster ging weer dicht. Hans keerde zich om terug te ga-a a Daar dook een gestalte uit het donker op. cn een kijvende vrouwenstem riep achter hem: „Die en al gaan 6iapen! Ze wallen gaan dansen, dat is bet." Hans liep met een stommen gnet ver der. naar huis, naar zijn jongetjes, die hij al slapende vond. Hij had ook niet zoó laat nog bezoeken moeten afleggen. Het was al half acht toen hij thui6 kwam, En hü had toch maar langs den hond moeten gaan Hij had het gevoel alsof hij een nederlaag had geledfili cn hij voeldo zich eenzamer dan ooit HOÖFDSTUK III In de morgenpauze ging Hans naar het schoolhuis. Hij trof meester Ring al \-oor de deur, met den ondermeester, een slonke jonceman, in eon beetje opgewonden onder houct „Ah, de dominé." zei hij, „of eigenlijk de superintendent, trots zijn jong© jaren, wan neer ik die opmerking mag maken. En hier mijn collega, meneer Tornow." Hans begroette den Jongen onderwijzer vriendelijk, die een paar eerlijke blauwe oogen in het frissche jongensgezicht had Daarop wendde hij zich tot het hoofd. „Ik kom met eon verzoek bij U, de heeren van den kivkeraad lieh ik persoonlijk uitgenoo- digd. Mij blijft echter te weinig tijd over, om naar de leden van don gemeenteraad te ,gaan ik zou me vóór de zitting van van daag nofe graag oen beetje willen oriënte*- jon, ik zou U daarom willen verzoeken om mij de boekon enz. te geven. Het is toch zoo dat U alles In bewaring hebt?" „Zeker, als IJ het even wilt laten halen „Ik heb niemand om te laten halen," ze Hans kort, „U wilt wel zoo goed zijn on., wat al lang eerder gedaan kon zijn. mij direct na schooltijd alles te laten brengen Mgar daarom kwam ik niet. dat zoudt U hoop ik, tenslctt© toch wel gedaan hebben zonder dat ik er aan herinnerd had lk ■wilde U vragen, hoe het hier gew >onte 's nm de gemeente- en kcrkerandsledcn tol de vergadering uit te noodlgen? Kunnen do schoolkinderen dat niet overbrengen? De meeste van de heeren zullen toch wel ertioohttiohtige kinderen hebben. waar dit niet het geval Is. kan misschien een buurkind de boodschap wel overbrengen." Meester Ring haalde de schouders op: „Het spijt me heel erg. Maar we hebben een extra waarschuwing van de Rogeering de kinderen niet ten gunste van de kerk te gebruiken. Zooals ik du6 zei, het spijt mij zeer, rnaar ik kan dit niet toeslaan." Hans bedwong met moeite de in hem op Vomendo ergernis. „Ik geloof niet dat U het kunt bestem pelen o!s een „gebruiken" van de kinderen, wanneer deze een boodschap meenemen: vooral niet aan de eigen ouders. Maar zooals U wilt. Ik dank U. In ieder geval wacht lk de boeken en bescheiden enz. om 12 uur. Intusschcn zal ik naar het arm huis gaan. Kunt U mij ook zeggen waar dit is?" „Het laatste huis vóór werkmeester Schmidt. U was daar gisteren toch, do miné?" Een loerende blik ging naar Hans. Hij bi hoefde niets te vragen, meester Ring wist natuurlijk al wat er gisteren voerge- valen was en verheugd* er zich over. Dus nnwoordde hij alleen: „Zoo, dus naast werkmeester Schmidt. Goed, dan weet ik genoeg. Wel bedankt." Ra met eon vrien delijke glimlach verliet hij de school, waar zU gedurende het gesprek waren binnen gegaan. De meisjes knikten en de kinderen legden bij wijze van groet de hand aan he: hoofd., zooals kind-eren bij soldaatjespelen doen. Maar deze manier van groeten scheen gewoonte lo zijn, want niemand lachte. Hans Mep snel door de dorpsstraat. De menschen dto hem tegenkwamen, groot ten hem nl voor het grootste deel. al leen de jonge kerels .vachtten tot hij eerst gegroet had. Diep nam' hli voor iedere©" den hoed af en wederkeeng* groene man ook zoo ter g. Spoedig was hij aan het armhuis. Hit wat, een klein, vuil huisje. Toen hij in do gang kwam. 6loeg hem een kwalijk rie kende lucht tegemoet Slechts twee deuren kwamen op de gang uit. Hij klopte aan de eone. Een oude vrouw deed de deur open en keek beiu met half verlegen oogen aan. De grijze ha ren hingen onopgemaakt om liaar hoofd. De kleeding bestond uit lompen. De Han den «tonden door de Jicht krom. Een kwa lijke scherpe geur ging van haar uit. „Ik ben de nieuwe dominé," zei Hans, „en ik wilde U een bezoek brengen." „Ach, de dominé, wat een eer! Komt U Hans liep achter haar aan in het ver trek. waaruit hem een lucht tegen6ioeg, di hem benauwde. „Mag lk het raam een beetje openzet ten?" vroeg hij. „Maar dominé, krijechte de oude, „waar dénkt U aan. ik krijg toch al zoo wo'nig brandstof! Nee. nee, lam U het maar toe, tk heb gister pas gelucht Gaat IJ zitten alstublieft," en niettegenstaande zijn pro test. duwde ze Hans in ©cn versleten leun stoel, die het sieraad van de kamer uit maakte. Verder was er nog een bed. dat uit stro» en lompon bestond, een kapotte stoel en een wankele tafel, waarop ->cn schaal, eon mes en een koffiekopj». een armelijk stil leven vormden. Hans onderdrukte zoo goed hij kon liet. bij hem opkomende gevoel van misselijk heid en zei vriendelijk: „Ik wilde eens naai* U komen zien om te zien hos U he' maak'. U hebt jicht, niet waar?" f(WoHt r*rroLrLT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9