Lrliaal VjnVjnclaaq
KOFFIE-SOORTEN
DINSDAG .6 JANUARI 1931
DERDE BLAD PAG 9
BRIEVEN UIT DE HOOFDSTAD
NIEUWJAAR
Folkloristische gebruiken bij den overgang
van het eene jaar in het andere, kennen
wij in Amsterdam niet. Natuurlijk wordt er
ook wel geschoten in de volksbuurten en
wanneer er schepen in de havens liggen,
hoort men om 12 uur het loeien der sirenen,
maar dat is toch van zoo algemeenen aard,
dat men zeker niet kan spreken van een
eigenaardig plaaLselijk gebruik.
Hot s c h i e ten is wel navolging van wat
elders een volksgebruik was, maar het mist
in de stad alle diepere zin en alle uiterlijke
gratie, het is geen navolging van het hei
dendom of gehechtheid^aan een aloude
traditie. Het is meer de behoefte om wat
drukte te maken, een behoefte die trouwens
nogal schijnt te verminderen.
Evenmin kunnen wij de wat meer zoete
lijke gew - te om op den oudejaarsdag
„oliebollen" te bakken als een zinrijke ge
beurtenis zien. al is het en smakelijke ge
woonte. waaraan ook vreemdelingen en pas
santen zich gemakkelijk aanpassen.
't Gaat uier dus als overal. De oudejaars
avondbeurten zijn in alle kerken goed be
joooht, sommige gebouwen zijl. overvol, ve
len willen schijnbaar het oude jaar gaarne
met God afJuiten. Voor verschillenden is het
de eenige kerkgang in een heel jaar, die zij
niet gaarne zouden verzuimen en een ern
stig woord over de vergankelijkheid van het
Jeven, willen zij wel hooren, ook wel een
woord over een weldadig en vriendelijk God
die zegen geeft en den goeden wel doet.
Met de kerkbeurt op Nieuwjaarsmorgen
ziet het er heel a..ders uit. Niettegenstaande
er dikwijls slechts in enkele kerkgebouwen
dienst is, zijn de beurten heel slecht bezet.
Met God het jaar beginnen schijnt niet zoo
groote bekoring te hebben, els het eindigen
met God.
Zeker, daar zijn er die hunne zaken reeds
direct weer hebben, die buiten de stad op
familiebezoek zijn. maar de groote massa
slaapt eens uit en komt met de gemeente
niet samen zelfs de trouwe kerkgangers ont
breken op het appèl en hébben voor het bij
wonen van een korten dienst zelfs geen
gelegenheid.
Wij herhalen, een bepaald plaatselijke ge
woonte of hebbelijkheid is dit niet, of hier
ook naar folkloristische tendenzen moet wor
den gezocht, willen wij gaarne in het mid
den laten, air niet-deskundige op dit inte
ressante maar moeilijke terrein.
Dan komen, ook weer als overal, de
nieuwjaarsgroeten, van de krantenbezorgers,
de bakker, de aschkarreman, maar ook hier
is niets origineels meer. geen mooie wensch-
jes en geen interessante versjes, maar een
'nuchter stukje carton, niets meer dan een
gelukkig reeds weer verdwijnend visite
reen! dan was de oude bedelarij van de
nachtwacht en de lantaarn-opsteker toch
een andere zaak. Ze deden er moeite voor.
ze maakten er iets van„ hunne wensch moge
iets overdrevens hebben gehad, ze mogen het
publiek dikwijls geestelijk en financieel te
hoog heben aangeslagen, ze presteerden al
thans iets of trachtten te doen. Maar nu
houdt men eenvoudig de hand op zonder
wensch of zegenbede en wil de vruchten
zonder den arbeid van hunne ambtsvoor-
Het eenige dat wij hebben, wij Amsterdam
mers, al vallen heele groeper. af, die er niet
van genieten kunnen, is de jaarlijksche Gijs-
brechlopvoering in de Stadsschouwburg. Dal
is tenminste iets bijzonders. De heer van
Amstelland verschijnt elk jaar weer op het
Lcidsche Plein en ondervindt van de nazaten
van zijn onderhoorigen steeds behoorlijke
belangstelling.
Is het waardeering voor Vondels grootsche
schepping? Wij meenen het te moeten betwij
felen, ook al zijn er wel die Vondel kunnen
waatdeeren en die voor zijn werken belang
stelling hebben. Zeker is het evenmin bij de
meesten historische zin, trouwens het
treurspel, hoe indrukwekkend ook, staat
met de historie op niet al te besten voet
Stedentrots zou bovendien licht naar een
andere episode in de rijke geschiedenis van
onze stad grijpen.
Veeleer meenen wij is het de bruiloft van
Kloris en Roosje, die het meerendeel van het
publiek op den Nieuwjaarsdag
DE ABDIJ VAN
MIDDELBURG
MIDDELPUNT VAN ZEEUWSCHE
ONTWIKKELING
BEROEMD TOT VER IN HET
BUITENLAND
Onder de plaatsen, welke in Zeeland
gaarne door vreemdelingen worden be
zocht, behoort voorzeker de stad Middel
burg, de zoo ruim gebouwde Zeeuwsche
Hoofdstad. Niet een druk handelsverkeer
en industrie trekt den bezoekers dezer stad
aan. Die dit mocht meenen vergist zich ten
eenenmale, want gij zoudt ontnuchterd wor
den, door de stilte die gij op hare straten
|t pleinen aantreft. Alleen op Donderdag,
dan neemt Middelburg een ander aspect
aan, wanneer de landlieden van Walcheren
en de Bevelandcn hierheen komen, om hun
zaken te doen. Dan is het een fleurige,
kleurrijke dag voor de stad. Om 4 uur ot
half 5 taant de levendigheid reeds en eenige
uren later is Middelburg weer in rust ge
keerd.
Maar, vraagt gij* wellicht, waarin ligt dan
toch wel de grootste beteekenls van
Zeeuwsche Hoofdstad, dat zij altijd,
eeuwen door, den vreemdeling boeit? Deze
ligt mJ.
die de stad bezit. Waar In Nederland vond
men zulk een fraai stadhuis? Waar zulke
fraaie gevels? Is het huis „de Steenrotse'
niet het mooiste pand, dat de Vereen. „Hen
ririk de Kevzer" heeft? Trekt de typische
Oostkerk niet alle vreemdelingen i
Maar het middelpunt van dit middel-
ecuwsch schoon zijn toch voorzeker wel de
Abdijgebouwen, de trots der stad. Over dit
beroemde bouwwerk willen wij een korte
historische beschouwing geven.
Wij treden de Lange Burcht door en ko
men door een massale poort op een kleir
pleintje, aan alle zijden door gebouwen om
ringd en met. hoornen beplant, 't welk vroe
ger het „Hof van Zeeland" werd genoemd.
Als wfj er midden in zijn kijken wij
oed rond. Aan de eene zijde bevind rich
het huis van den Commissaris der Konin-
De stijl van dit gebouw, sluit zich o
niet aan aan deze Middeleeuwsche sfeer,
die gij hier op u voelt dalen. Aan onze lin
kerhand verheft zich de Abdijtoren, dc zoo
bekende „Lange Jan". 1
Uw oog wordt bekoord door nog twee
zwaar gewelfde doorgangen, die mede ton
gang verleenen tot het plein. De gebouw
ons heen verioonen sporen van mis
handeling. Wel is er voldoende geresta'
reerd, doch het is nooit mogen gelukken, de
Abdij is haren ouden luister te herstellen
De Abdij van Middelburg is zeer oud. Meer
dan waarschijnlijk werd het oorspronkelijke
klooster, evenals de latere Ahdii. der Heili
ge Maagd gewijd, reeds in het begin der
twaalfde eeuw gebouwd. Vermoedelijk
deze Abdij wel
het mldr'efpnnt geweest, waarom
stad Niddetjuig zich gaandeweg ont
wikkeld heelt.
Tmmers, dit was wel de meest voor de
hand liggende conclusie bij verschillende
plaatsen. Hoe menig klooster toch. hier en
elders, is een hrand- en middelpunt van
ontwikkeling, in allerlei zin geweest, een
DE ABDIJ VAN MIDDELBURG
vruchtbare kern, waaromheen zich metter-'
tijd een krachtige, levensvolle gemeente
ormde, die eeuwen lang, wat zij het best
en het hoogst had, aan zulk een Klooster
ontleende.
Ongetwijfeld is het hier tn Middelburg
ook zoo gegaan. Bisschop Gondebeld, de
24ste Kerkvoogd van Utrecht, bevolkte het
nieuwe, door hem gestichte klooster met
Praemonstratenzer monniken uit de Abdij
an Sint Michiel te Antwerpen. Ook hare
erheffing tot Abdij had zij waarschijnlijk
aan hem te danken.
De Abdij van Middelburg kwam allengs
Gemengd Nieuws*
WERKLOOZENRELLETJES
TE AMSTERDAM.
E I c k wals Wils1
EEN LESJE IN MENSCHENKENNIS
Te Amsterdam trok Maandagmorgen
tweehonderdtal werkloozen .komende uit de
richting van de Elandsgracht naar het stad
huis. Zjj voerden borden met zich mee, waar
op stond, dat zij brood eischten.
In de Raadhuisstraat bij den N.Z. Voor
burgwal, sommeerde de politie uit elkaar te
gaan. Toen aan deze sommatie geen gevolg
werd gegeven, werd door de politie gechar-
De Abdij werd op den 24 October 14921geerd. Naar alle kanten vloog de menigte
bijna geheel door brand vernield, maar her- uiteen. Plotseling klonk een schot. Het bleek,
rees prachtiger en luisterrijker üit haar1 dat een der werkloozen met een startpistool
asch. Zij was een der aanzienlijkste en I had geschoten.
rijkste gestichten van geheel de Nederlan-1 Op den Dam werd weer verzameld en hier
den en bergde binnen hare wanden niet al-1 worden de borden, die werden meegevoerd,
leen een kostbaren boekenschat, maar ook 1 'n heslag genomen. Eenige oogenblikken
kunstgewrochten van beitel en penceel. I later werd een man, die zich verzette, ge-
menig meesterstuk van goudsmids, wevers I arresteerd. Hij werd overgebracht naar de
en borduurkunst Haar abt bekleedde de armoesstraafc Bij deze overbrenging hoorde
eerste plaats in de vergadering van Zee- toevallig een hoofdbrandmeester, dat een
lands Staten. In iljne handen zwoer de m5m,e° «n poging wilden wa^eri den
graal den eed bij de aanvaarding der Re- \S^SL£ d."' £T JSJSÜt.
De luisterrijke dagen der Middelburgse!*1"erJ he,m ■f-"1* «eIicht e" lai!g°11
Abdij waren getold. In de 16de eeuw brak l^ldSTw» de rust op don Dan, en
kerkhervorming uit, en ook de eerwaal. aog „«..gekeerf. 0p den Nieu-
dige, schitterende Abdij van Middelburg, wendijk ""groepte men weer samen en trok
iqÏ? Reesten J naar den Dam. Hier werd nog eenige malen
'aB nmmo*e o ot <pvn»n, door de politie van de wapens gebruik ge-
ondergaan. Jammer, dat het grauw de
schendende hand sloeg aan dit heiligdom.
Men keure dit sterk af, iioe verheugd wij
ook zijn over de Kerkhervorming. Treurige
sporen hiervan zijn nog zichtbaar.
Na de inneming der stad en nadat ook
in Middelburg en in geheel Zeeland de Her
orming had getriompheerd werd
de Abdij door hare geestelijken verla
ten en met al hare goederen tot domein
verklaard.
Toen ik hem leerde kennen, was hef een
jonge man van in de twintig. Van zijn
jeugd weet ik niets. Uit alles: zijn spreken.
"J deren, heel zijn houding, bleek,
dat hij een goede opvoeding moest hebben
gehad. En hij had een gezicht, zóó oprecht
eerlijk, met zoo'nhelderen, open blik,
dat hij dadelijk iedere vertrouwen won.
Onze kennismaking was ietwat gefor
ceerd. Hij werd bij ine geïntroduceerd door
iemand, die ik ook niet veel meer dan op
pervlakkig kende. Maar, niet waar: „les
amis de mes amis 6ont mes amis", en zoo
beloofde ik voor hem te doen, wat ik kon.
Onder mijn kennissen had ik een gros
sier in prentbriefkaarten, en door bijzon
dere omstandigheden wist ik, dat die een
stadsreiziger kon gebruiken. Het kostte me
niet veel moeite mijn nieuwen vriend, die
zich Groenhoret noemde, als stadsreiziger
in prentbriefkaarten geplaatst te krijgen.
Nu kwam de kwestie van een kosthuis
aan de orde. Ook dat werd geregeld. Met
.oorepraak en wat goed vertrouwen werd
een uistekend onderdak voor hem gevon
den. Zelf kon ik hem niet herbergen, om
dat ik ta klein behuisd was.
Zijn carrière als stadsreiziger in prent
briefkaarten nam een aanvang onder gun
stige voorteekenen.
't Ging uitstekend. Met een vrooiijk ge
zicht toog Groenhoret er '6 morgens op uit
en opgewekt kwam hij 's avonds thui6. De
verkoop was best. En met zijn hoepee en
hospita zoowel als met de mede-commen
salen kon hij het heel goed vinden. In kor
ten tijd stond hij er mee op vertrouwetij-
ken voet
Het was vroeg in het voorjaar en het
weer werd ongestadig. Maartsche buien,
sneeuw, regen, zonneschijn, wind, volgden
elkander in een totaal onberekenbare
orde op.
Groenhoret zet fatsoenlijk in de kleeren,
maareen overjas had hij niet. En 'l
was zielig hem daar te zien loopon, met
zijn monsterkoffers aan de hand, in een
dun colbertje, terwijl de regen naar bene
den plaste. 1 VVa6 toch een jongen
goeden huize! Was zijn vader niet een der
meest op den voorgrond tredende leiders
in ons kolendistrict? En ja, al was 't dan
een zooh. die ver van huis was afgedwaald,
wie weet, of de tegemoetkoming van zul-
ken. die zoo gaarne aan de gelijkenis van
den verloren zoon denken, hem niet op 't
rechte pad zou mogen terugleiden
Mijn demi, die ine nog maar kort
diend had, en waarvan ik nog veel genoe
gen hoopte te beleven, verhuisde van don
kapstok en paste hem uitstekend. Kleedde
hem bepaald goed. Zelf ging ik weinig uit;
meest 's avonds. Zou me dan best voor-
loopig nog met mijn winterjas kunnen be
helpen
Groenhoret bracht ons menig avondbe
zoek. Was ook 'e Zondags vaak onze gast.
We verheugden ons in zijn maatschappe-
lijken welstand. Voelden ons ook een
beetje trotsch op het zoo welgeslaagde
reclasseeringsgeval. Het verleden roerden
we maar liever niet aan. We zagen liever
naar de toekomst, als de verloren zoon
dagen naar de Stadsschouwburg trekt. Dan
komt eigenlijk de belangstelling en het me
deleven. Dan komt ook de traditioneel e
nïeuwjaarswcnsch van Thomas-vaer en Pie-
terael, een nieuwjaars wensch die wel eens
pikant is en wei eens ondeugend, maar over
het algemeen toch plat en banaal. Vooral de
laatste jaren Schijnt men niet gelukkig te
zijn geweest Wij lazen nu in het orgaan der
sociaaldemocraten, dat het al heel slecht
was.
Men schijnt goede woorden gezegd te heb
ben over onze Koningin en dat mag blijk
volgende j baar ook niet meer. Bovendien heeft men
de meest gangbare
bij Uw kruidenier zijn:
V. ROSSEM's
STER zacht, geurig, krachtig 65 ct
No. 1 geurig, zwaar
No. 3 geurig, zuiver
No. 4 goed, zuiver
per half pond
55 cl
45 ct.
40 Ct.
er, hoe is het mogelijk, het Wilhelmus in te
reten te brengen en dat schijnt op dp
zenuwen van den tooneelredacteur van „Het
Volk" zeer onaangenaam te hebben gewerkt
Zelfs heeft men zich eenige critiek veroor
loofd op het Gemeentebestuur in verband
met de Schouwburg-commissie en dat mag
nu er drie sociaal-democraten in het Dage-
Iijksch Gemeentebestuur zitten, heelemaal
niet meer.
Zoo ziet men, dat deze kringen wel graag
den mond vol nemen van het vrije tooneel
bang zijn voor censuur, maar alleen wan
neer men spreekt naar het hart van de
roode broeders.
Ons heeft dit specifieke Amsterdamsche ge
bruik nooit getrokken. Wij zouden er zeker
niets aan verliezen als het werd afge
schaft
Voor de opvoeding van ons volk, verwach
ten wij van het tooneel niets en de tooneel-
aanbidders toonen zelf huns ondanks de
juistheid van onze opvattingen aan.
Moge van ons eigen volk maar voldoende
actie uitgaan ook in 1931, tot voorlichting
opvoeding van de breede massa, die geld
uitgeeft voor hetgeen geen brood is.
zegene God de arbeid van onze organisaties
die zich aan deze taak geven.
AREND VAN AM STEL.
De gebouwen werden nu, met uitzonde
ring der Kerk, deels gaandeweg verkocht
en afgebroken, deels tot andere doeleinden
ingericht De tegenwoordige Ambtswoning
der Commissaris was reeds vroeger toen de
Abdij nog in vollen luister bloeide, inge
richt tot ontvangst van Hooge Gasten, met
name vertoefden daar de Graven van Hol
land en Zeeland, als zij de vermaarde Abdij
met hunne tegenwoordigheid vereerden en
met hun gevolg een goeden sier maakten
van de welvoorziene keuken en kelders van
het rijke gesticht
Ook vertoefde hier op 17 Dec. 1505 Philips
de Schoone, die toen in deze Abdij 10 nieu
we ridders benoemde.
De zaal, waarin thans de Provinciale
Staten van Zeeland, hun zittingen houden,
was vroeger waarschijnlijk de Bibliotheek,
wellicht de eetzaal der Abdij.
Haar gewelf verdient zeer zeker onze
dacht Bezienswaardig zijn ook de oude ta
pijten langs de wanden tusschen 1591—155)9
door zekeren Jan de Maegt vervaardigd ei>
episoden voorstellende uit den strijd tegen
Spanje.
Voorzeker, een prachtig stuk werk.
Deze korte historische toelichting moge
medewerken, om dit erfstuk der Vaderen te
gaan bezoeken. Wie zich wil inleven in het
Zeeuwsche verleden, richtte zijn schreden
er heen en zal daar geen berouw van heb
ben.
Goes.
A. M. WESSELS.
naar het huis van vader on moedei zou
terugkeeren, als een maatschappelijk beter
mensch. die zijn eigen brood at. mogelijk.
wie weet, ook als geestelijk herborene
Paechen kwamlat Gromhoret be
toonde zich dankbaar. Voor de kinderen
bracht hij aardige Paaschcadeautjes: ge
vulde eierdopjes, suiker-eieren, en derge
lijke. Hier vooral was het niet de waarde
van het geschenk, maar het dankbare hart.
dat zich uitsprak.
Een paar weken verliepen weer. Op ze
keren avond kwam ik rij laat van een
vergadering thuis. Mijn vrouw zat met on
geduld op me te wachten.
.Groenhoret is hier geweest. Hij was toch
zóó bedroefd. Hij heeft een telegram van
buis gehad, dal z'n moeder ernstig ziek ie.
Hij moet dadelijk thuis komen."
Ik trok een bedenkelijk ge2icht. Dacht
aan de tallooze berichten in de krant van
mcnschen, die opgelicht werden door de
jrzinnere van dergelijke verbalen.
Ook raijn echtvriendin, die al zoo vaak
getoond had een goeden kijk op de men
schen te hebben, bleek niet volkomen ge
rust. Groenhoret had gevraagd om een
tientje voor reisgeld, maar dat wilde ze
hem niet geven zonder mijn voorkennis.
De tientjes lagen bij ons heuscii ook niet
stapels.
Maar ze had hem wel vaat een rijks
daalder gegeven, omdat hij nog wat schoon
linnen en enkele rensbenoodigdheden wil
de koopen, vóórdat de winkels sloten. Den
volgenden morgen wilde bij met den eer-,
sten trein naar huis.
waren het nog niet volkomen met
ons zelf e ens, toen Groenhoret weer belde.
Hij kwam binnen, geheel ontdaan. Bleek
en triest zag zijn gezicht er uit.
O, zijn moeder, zijn lieve moeder, w&ar
bij zooveel van hield, lag zeker haast op
sterven. En als hij geen reisgeld kreeg,
zou hij ze nooit weer zien
Vastbesloten, er niet in te vliegen, vroeg
ik hem naar het telegram. Hij diepte hei
op uit zijn zak, maakte het open en hield
het me voor. Wat beefden die handen! Ik
moest het papier zelf vasthouden om don
inhoud te lezen:
„Moeder ernstig ziek. Overkomst ge-
wenscht. Vader."
Ik bekeek het van alle kanten, om te
2ien of 't wel echt was, maar ik merkte
Diets verdachts, 't Moest du6 wel wear zij-n
Ik wisselde een blik van verstandhouding
met mijn betere helft en met gemengde ge
voelens haalde Ik een van de weinige
tientjes te voorschijn, die we thuis hadden
Met groote dankbaarheid werd bet aan
vaard en verdween het in Groenhorets zak.
Toen nam hij haastig afscheid. Nog zie ik
hem in mijn bijna nieuwe demi te kamer
urtgoan, met mijn tientje in den zak. Onze
beste wenschen voor zijn zieke moeder ver
gezelden hem
Ik heb noch hem, noch mijn demi, noch
mijn f 12.50 ooit weer gezien
In zijn kosthuis liet hij schulden na en
zijn patroon had hij met quitanties opge
licht, Het telegram moet een stadstelegram
zijn geweest, door liem zelf verzonden!
maakt en had een viertal arrestaties plaats.
De arrestanten werden met een inmiddels
aangekomen politie-auto weggebracht.
Na het uiteenjagen op den Dam verzamel
den zich verschillende groepjes weer op het
Spui bjj den Voorburgwal. Ook hier trad de
politie krachtig op; een enkel bord, dat op
den Dam aan de inbeslagname was ontkomen,
werd hier door de politie „opgebracht".
Een zeer groot aantal rechercheurs en
agenten verzamelde zich, zoodat ook hier in
zeer korten tijd aan de relletjes een einde
werd gemaakt.
Een gedeelte der betoogers ging in de
richting Koningsplein, terwijl de rest in de
richting Kalverstraat ging.
Nader wordt ons gemeld:
De werkloozen hebben zich *s avonds niet
geheel rustig gehouden.
In kleine groepen zijn ze door de stad
getrokken. Op de Noordermarkt en op den
Dam zijn zij in aanraking gekomen met
de politie, en werden, zonder dat van de
wapenen gebruik werd gemaakt, verspreid.
den weg etaonden boom. De auto werd to
taal vernield. De 22-jarige chauffeur J. P.
bekwam een ernstige schedelbreuk, en
voorts verwondingen aan de becnen. Hij
werd in zorgwekkenden toestand naar hert
r)iaconee6enhul6 te Leeuwarden overge
bracht. De politdi
Radio Nieuws.
AUTOGARAGE IN VLAMMEN.
Men meldt ons uit Eindhoven:
Zondagavond brak brand uit tn een ga
rage van Van Hout alhier. De brandweer
was spoedig ter plaatse, doch kon niet
hinderen dat vier luxe auto's een prooi der
vlammen werden. De auto's waren verze
kerd. De 6chade is groot.
ERNSTIGE AUTOBOTSING.
Men meldt ons uit Leeuwarden:
Zondagavond omstreeks half 10 heeft op
den Mareumeretraatweg nabij café Half
weg een ernstig auto-ongeluk plaats ge
vonden. De heer J. Peerenboom, chauffeur
te Leeuwarden, reed met een luxe auto
Vermoedelijk doordat hij met te grooto
snelheid reed, en het uitzicht zeer slecht
was, tegen een aan den rechterkant van
Woensdag 7 Jnuimrl.
IPHQHMMUMHB! HUIZEN* (298.8 M.) 8 TtJdsetn. 8—8.15 Schrift
stelt een onderzoek in KMte8 °zi^ndten« ^te*'tolden Joor^Pf
Chep. Qere-f. Pred. te RUMum. 11IS
Harmonlumbe*pcllng door den '.teer M. F. Jur-
Jaanz te Hilversum. 12—12.30 Gramofoon. 13.38
Tijdsein. 12.30—2 Middagconcert. Jan Richter*,
'looi, Picter de Vries, fluit. Éllen Sandotr. har
monium on plano. 2 Tijdsein. 32.30 Gramofoon.
INBRAKEN.
Te Amsterdam hebben 's nachts inbre
kers hun slag geslagen op den N.Z. Voor
burgwal 140, waar verschillende firma's
zijn gevestigd.
Medegenomen i6 een groote voorraad goe
deren uit de stellingen bijeengeraapt van
de N.V. Handelmaatschappij v.h. I. de Le
vis, tevens op de eerste etage de inhoud
van de kleine kas, eenig vreemd geld en
postzegels.
Voorts hebben de inbrekers ingebroken
bij het advertentiebureau De Nederland-
sche Post op de tweede verdieping. Daar
is de muntmeter van de electriciteitsmeter
gelicht. De waarde die bij de firma Do Le-
vie werd gestolen, bedraagt naar schatting
f 3000. De firma is verzekerd tegen inbraak
Door de politie is een onderzoek ingesteld
ERNSTIG MOTORONGELUK.
Op den Maasdijk onder Naaldwijk reed
de motorrijder V., aldaar woonachtig, met
flinke snelheid tegen een stilstaande wagen,
tengevolge waarvan V., zoowel als de duo-
rijder v. D. uit Maassluis over den weg
werden geslingerd.
De duo-rijder bekwam verschillende ver
wondingen aan gelaart en honden en eenige
geknepsde ribben. De jongeman werd per
auto naar zijn woning te Maassluis ver
voerd.
De bestuurder van het motorrijwiel be
kwam eveneens verschillende verwondingen
werd ter plaatse door een geneesheer ver
bonden.
Het ongeval was veroorzaakt doordat het
reeds douker was, cn het voertuig onver
licht stond.
rerklooze" van 3. K. van Eerbeek. 31.30
oncert: MeJ. T. 'Reljnders. sopraan: H. J. Ber*-
out._ cello. R. Boute plano. 4.S0;4.45 Gram.
landbouwer*, te
door den heer H. Pilon, Hoofd de*
Tuinbouwschool te Achterveld (U-).
p: ..Do kollmeststoffen". 6.30—6.40 Va*
-.0-5 Aflest
te Hilversum, over- ..Ons bestaan
j oio het leven" (VI). 8 TiJfecln.
S—10.20 Spreker: de heer P J. Col«n te Utrecht.
dreigt..."
10.20—10.30 Peraber
11.30 Orgelconcert
(Oude Kerk) aan
geven door den heer George Stam.
HUIZEM (298.8 M.) Onderwijsfond* voor d«
Binnenscheepvaart: 6.40—7.05 Samenspraak tue-
achen de lieeren L K. A. van Duuren en K. C.
van Reen over: CompresaoHooze Diesel-motoren.
HILVERSUM (1S75 M.) VARA. 8 Gramofoon,
9.16' Orgelspel. VPRO. 10 Morgenwijding. VARA.
10.15 Org i
VoUwunl
foon. 12 Pol
1.45 Grttmofoon. 3 Onderbrt
gng van den render. 2.30 Vrouwenuurtje. 3.3»
Maak het telf- Cursus. 4.30 Klnderverteliingen.
5 30 Vranghalfuurtje. 6.15 Concert. 6.6« Mando
line-Cursus. 7.20 Radlo-Volksuniversitelt 7.46 Po
litieberichten. 8 Gramofoon. 8.05 Uitzending uit
Arnhem met VARA-orkest. 9.15 Tooneel. 10.36
Uitzending Arnhem slot. 11 Persber. 11.15 Gram.
12 Sluiting
t lilas. 10.30—
0 30 Onze Keuken, li "Rndlo-
rsltelt 11.30 Concert. 11.55 Gramo-
Ichten. 12.20 Mlddagconcerc.
Jng voor venoi
FEUILLETON
LIEF EN LEED IN DE PASTORIE
door BRIGITTE
„IJzeren kruis?"
Hans glimlachte. „Ja".
„Eerste klas?"
„Ook dat".
„Nog een andere orde?"
„Ach, wat weet u daar eigenlijk aan, waf
voor orde uw doniiné heeft Nu, de andere
heb ik ook en officier ben ik ook gewor
den".
De boer knikte. „Dat ie prachtig, dan zul
len de catechisanten wel respect voor u
bebben en het bij u niet zoo boni maken als
bij den ouden Superintendent Flet was
een goeie man, daar niet /an, maar te
goed. Een keer „ebben ze hem zijn beide
handen gepakt, nis wilden ze hem goeien
dag zeggen en daarna hebben ze hem als
een mallemolen rondgedraaid. En de jonge
kerels hebben eens, juist toen hij av
maal hield, het licht in de kerk 'uitg^
dra a id".
„Dat is ongelooflijk", zei Hans veront
waardigd, „en i toen niemand tusschen
beide gekomen? Het licht tijdens de d-
maalsviering uit te draaien, dat is bijna
godslastering".
De oude boer ha 1de de schouders op.
„Die hebben voor niels respect meer. u-
don ze andere den keizer afgezet hebben?
Ik voor mij houd er streng de hand aan,
"it van ons huis iederen Zondag er één
aar de kerk gaat Orde moet er zijn".
„En uit andere overwegingen gaat u
niet
„Dominé, ik doe niets slechts, niemand
in wat ven mij zeggen. De Heere God zal
over mij wel tevreden zijn. Aan het Avond
maal ga ik ook geregeld."
„Om zoo te zoggen zonder gebreken, me
neer Gartz?"
„Jawel," klonk het waardag.
„Daar ziet men weer een6," zei Hans met
flauw lachje, „dat de apostel Paulus
toch dikwijls wet vergeten heeft. Aan zijn
6Choone woorden: „Wij zijn allen zondaars
en derven de heerlijkheid Gods", had hij
nog toe moeten voegen: „Uitgenomen na
tuurlijk meneer Gartz uit Neuendorf!
Maar ik moet verder, ik wilde U alleen
nog verzoeken morgenavond om 8 uur in
de pastorie te komen voor de bijeenkomst
van kerk era adsledcn. Maar brengt U alstu
blieft een stoel mee, wij hebben er niet
zoo veel. Dus tot ziens!"
Voor dat de boer van zijn verbazing be
komen was, was de predikant al buiten.
„Ik bedank er voor," bromde de boer,
„maar een kerel i6 ie toch!"
Toen Hans op straat kwam, zag hij juist
zijn jongens den hoek omgaan. Ze waren
in levendige onderhandeling met andere
kinderen en schenen zich heelemaal niet
meer vreemd te voelen Zijn hart zwol. Hij
was toch niet alleen gebleven. Ruth's jon
gens zouden hem helpen, de eenzaamheid
te dragen.
Hij verkneukelde zich nog als hij dacht
aan het antwoord wat hij den boer gege
ven had. H'» had zoo verbluft gekeken!
Jongens en mei6jee stonden nu overal
voor de deuren. Nieuwsgierige blikken rust
ten op hem. maar niemand groette. Hans
nam voor iedereen afzonderlijk den hoed,
Toen vlogen de petten van de jongens
n de meisjes knikten. Hij was bij de
herberg gekomen. De herbergier was ouder
ling.
Met vriendelijken groet trad hij de ge
lagkamer binnen en vroeg naar den
waard. Een dikke man, met een rood, goe
dig gezicht; heesch zich op achter een ta
feltje en kwam naar hem toe. „Wat is er
van Uw dienst?"
„Ik ben de nieuwe predikant en wilde U
even een bezoek brengen."
„Zoo, zoo, onze dominé; zeer aangenaam,
zeer aangenaam. Wilt U dan maar verder
komen alstublieft."
Hij opende de deur naar de woonkamer
en verzocht Hans plaats te nemen.
„Ik za! even mijn dames roepen, ze ve
gen op het oogenblik de zaal voor vanmid
dag, dan wordt hier gedanst."
Hans zette zich op de pluchen sofa, waar
boven de portretten van den keizer en de
keizerin hingen. Hij behoefde niet lang te
wachten. Vrouw Behring met haar doch
ters hadden den dominé al door het r
aan zien komen, en zich klaar gemankt
voor de ontvangst Vriendelijk lachend
kwamen zij achter den vader aan.
Hans begroette haar en keerde zich toen
tegelijk naar den herbergier: „Ik zie dat
Uw gelagkamer vol is en wil U daarom
niet langer ophouden. Ik kom dan liever
in den morgen j.ns aan, wanneer U meer
tijd hebt Voor alles zou ik U willen vra
gen morgenavond acht uur op den kerke
nraad in de pastorie aanwezig te willen zijn
I— misschien kunt U ook een stoel i
1 brengen, wij zitten er zoo krap in."
De herbergier trok een lang gezicht. „In
de pastorie? Tot dusver waren alle verga-
doringen bij mij in het café."
„Het spijt me, dat ik U op die manier
van Uw verdiensten beroof," zei Hans rus
tig, „het is voor mi5 onmogelijk, de verga
dering in het café te houden. Zooals u weet
wordt de vergadering met gebed geopend
en met gebed gesloten, kan dat ais de
bierglazen voor ons staan? Maar ook af
gezien daarvan, onder de kerkeraadsleden
bevinden zich zoo onberakldelden, die we
gens de daaraan verbonden koeten er voor
terugschrikken om in het café te komen.
Maar, daarom geen vijanden, anders heb
ik niets tegen een glas bier en tegen een
vrooiijk samenzijn, wanneer het maar met
mate en in eer en deugd toegaat." HU reik
te den caféhouder de hand.
„Nou ja, ik wil er niets van zeggen, een
dominé is een dominé, daar is niets aan te
doen. Boos ben ik niet op U. We zullen U
een tegenbezoek maken, daar kunt U op
aan, den volgenden Zondag komen
in de kerk. Maar jammer is het
Ed toen hij met Hans zoo ver mee het
huis uitliep, probeerde hij nog eens: „Ik
wil het bier wel gratis geven."
„Hofcr eens", zei Hans, „het lijkt er w
wat op of je me om wilt koopen. Nee. daar
komt niets van in. Alzoo Gode bevolen,
Behring; zeg me nog even hoe ik bij Mill
Ier kom.
De herbergier wees op een klein huisj<
aan den anderen kant van de straat en
met een vriendelijken groet verliet hij
Hans. 4
Müller was kerkvoogd, en van beroep
smid.
Toen Hans het huisje binnentrad,
ihet hem op hoe goed allee onderhouden
was. Allre blonk van zindelijkheid. Een1
vrouw van gevorderden leeftijd kwam uit
een der kamers, hem tegemoet.
„Zoo, zoo, de nleutve dominé", zei ze en
reikte hem de hand.
„Wilt U maar binnen komen alstublieft.
Ik zal mijn man direct roepen."
Hans trad binnen en direct achter hem
kwam ook Müller. „Van hart© welkom,
dominé; wilt U maar plaats nemen. Mijn
vrouw zal gauw de koffie klaar maken,"
zei hij.
..Doet u dat alstublieft niet," verzocht
Hans, „ik moet direct weer verder."
„Nu ja, één kopje!"
.Neen, heusch niet, ik heb nog een be
zoek af te leggen en kan hier dus hoog
stens tien minuten blijven leten we dio
liever gebruiken om elkaar een beetje te
loeren kennen."
„Maar een sigaar wilt U toch wel?"
„Ja, graag. Maar roep nu even Uw
Maller deed de deur open en riep: ..Liïe.
kom maar, dominé gebruikt geen koffiet"
Ze protesteerde vanuit de keuken maar
dan kwam ze toch cn zette zich naast haa
man.
„Zie je," verklaarde de man, „jij bont
den dominé liever dan een kop koffie. Jul
lie vrouwen bent anders, voor jullie is de
koffie vaak gewichtiger dan de man. Is
het zoo niet?"
De vrouw lachte: „Ik weet het niet, mis
schien zijn er zulke. Maar dat weet ik wel.
wanneer de vrouw een vier weken op reis
ie, dan kunnen de mannen zich nog we)
redden, maar vier weken zonder tabak,
nee. dat gant niet!"
En dan knikte ze haar man vriendelijk
toe, alsof ze wilde zeggen;
„Stil maar, wij weten wel wat we aan
elkaar hebban, al plagen we elkaar wel
eens een beetje". En haar man knikt*
terug. en
„U is toch ook getrouwd, dominé?" vroeg
juffrouw Müller, „ik heb Uw kleine jon
gens tenminste ai gezien."
„Ik heb mijn vrouw twee maanden ge
leden verleren."
„Ach," zei ze met medelijden in haar
stem, „dat wi6t ik heelemaal niet. Weet U,
wij komen heel weinig met menechen in
aanraking, mijn man heeft zoo veel te
doen, dat wij geen tijd voor praatjes heb
ben. en wanneer hij eens iets hoort, dan
vertelt hij bet mij ook niet direct. Veel
spreken doet hij niet. Maar dot is ook niet
noodig, wij verstaan elkaar toch wel."
„En dat is maar heelernaal de hoofd
zaak in het huwelijk," ael Hans vrtond&lijh
„Zulke huwelijken waar de echtgenootor»
elkaar altijd verstaan, ook zonder veel
woorden, die zijn er niet veel. Ik geloof,
meneer Müller. dat wij wel goed met e'.
kaar overweg zullen kunnen, en dart ie
noodzakelijk, want we zullen veel gemeen
schappelijk werk hebben. Dus, op onzs
goede samenwerking", en hij 6tak hein de
hand toe.
De smid legde de zijne er in.
„Graag, dominé. U zult me wel niet kwa
lijk nemen wanneer wij niet te vaak in de
kerk komen. Ziet U. men heeft ook wel
eens graag een dag voor zichzelf. En des
middags maken we dan een mooie wande
ling wanneer het weer het toelaat. Zoo
hebben wij dan toch- onze kerkdienst".
(Wordt vervolgd)