Lrliaal VjnVjnclaaq KOFFIE-SOORTEN DINSDAG .6 JANUARI 1931 DERDE BLAD PAG 9 BRIEVEN UIT DE HOOFDSTAD NIEUWJAAR Folkloristische gebruiken bij den overgang van het eene jaar in het andere, kennen wij in Amsterdam niet. Natuurlijk wordt er ook wel geschoten in de volksbuurten en wanneer er schepen in de havens liggen, hoort men om 12 uur het loeien der sirenen, maar dat is toch van zoo algemeenen aard, dat men zeker niet kan spreken van een eigenaardig plaaLselijk gebruik. Hot s c h i e ten is wel navolging van wat elders een volksgebruik was, maar het mist in de stad alle diepere zin en alle uiterlijke gratie, het is geen navolging van het hei dendom of gehechtheid^aan een aloude traditie. Het is meer de behoefte om wat drukte te maken, een behoefte die trouwens nogal schijnt te verminderen. Evenmin kunnen wij de wat meer zoete lijke gew - te om op den oudejaarsdag „oliebollen" te bakken als een zinrijke ge beurtenis zien. al is het en smakelijke ge woonte. waaraan ook vreemdelingen en pas santen zich gemakkelijk aanpassen. 't Gaat uier dus als overal. De oudejaars avondbeurten zijn in alle kerken goed be joooht, sommige gebouwen zijl. overvol, ve len willen schijnbaar het oude jaar gaarne met God afJuiten. Voor verschillenden is het de eenige kerkgang in een heel jaar, die zij niet gaarne zouden verzuimen en een ern stig woord over de vergankelijkheid van het Jeven, willen zij wel hooren, ook wel een woord over een weldadig en vriendelijk God die zegen geeft en den goeden wel doet. Met de kerkbeurt op Nieuwjaarsmorgen ziet het er heel a..ders uit. Niettegenstaande er dikwijls slechts in enkele kerkgebouwen dienst is, zijn de beurten heel slecht bezet. Met God het jaar beginnen schijnt niet zoo groote bekoring te hebben, els het eindigen met God. Zeker, daar zijn er die hunne zaken reeds direct weer hebben, die buiten de stad op familiebezoek zijn. maar de groote massa slaapt eens uit en komt met de gemeente niet samen zelfs de trouwe kerkgangers ont breken op het appèl en hébben voor het bij wonen van een korten dienst zelfs geen gelegenheid. Wij herhalen, een bepaald plaatselijke ge woonte of hebbelijkheid is dit niet, of hier ook naar folkloristische tendenzen moet wor den gezocht, willen wij gaarne in het mid den laten, air niet-deskundige op dit inte ressante maar moeilijke terrein. Dan komen, ook weer als overal, de nieuwjaarsgroeten, van de krantenbezorgers, de bakker, de aschkarreman, maar ook hier is niets origineels meer. geen mooie wensch- jes en geen interessante versjes, maar een 'nuchter stukje carton, niets meer dan een gelukkig reeds weer verdwijnend visite reen! dan was de oude bedelarij van de nachtwacht en de lantaarn-opsteker toch een andere zaak. Ze deden er moeite voor. ze maakten er iets van„ hunne wensch moge iets overdrevens hebben gehad, ze mogen het publiek dikwijls geestelijk en financieel te hoog heben aangeslagen, ze presteerden al thans iets of trachtten te doen. Maar nu houdt men eenvoudig de hand op zonder wensch of zegenbede en wil de vruchten zonder den arbeid van hunne ambtsvoor- Het eenige dat wij hebben, wij Amsterdam mers, al vallen heele groeper. af, die er niet van genieten kunnen, is de jaarlijksche Gijs- brechlopvoering in de Stadsschouwburg. Dal is tenminste iets bijzonders. De heer van Amstelland verschijnt elk jaar weer op het Lcidsche Plein en ondervindt van de nazaten van zijn onderhoorigen steeds behoorlijke belangstelling. Is het waardeering voor Vondels grootsche schepping? Wij meenen het te moeten betwij felen, ook al zijn er wel die Vondel kunnen waatdeeren en die voor zijn werken belang stelling hebben. Zeker is het evenmin bij de meesten historische zin, trouwens het treurspel, hoe indrukwekkend ook, staat met de historie op niet al te besten voet Stedentrots zou bovendien licht naar een andere episode in de rijke geschiedenis van onze stad grijpen. Veeleer meenen wij is het de bruiloft van Kloris en Roosje, die het meerendeel van het publiek op den Nieuwjaarsdag DE ABDIJ VAN MIDDELBURG MIDDELPUNT VAN ZEEUWSCHE ONTWIKKELING BEROEMD TOT VER IN HET BUITENLAND Onder de plaatsen, welke in Zeeland gaarne door vreemdelingen worden be zocht, behoort voorzeker de stad Middel burg, de zoo ruim gebouwde Zeeuwsche Hoofdstad. Niet een druk handelsverkeer en industrie trekt den bezoekers dezer stad aan. Die dit mocht meenen vergist zich ten eenenmale, want gij zoudt ontnuchterd wor den, door de stilte die gij op hare straten |t pleinen aantreft. Alleen op Donderdag, dan neemt Middelburg een ander aspect aan, wanneer de landlieden van Walcheren en de Bevelandcn hierheen komen, om hun zaken te doen. Dan is het een fleurige, kleurrijke dag voor de stad. Om 4 uur ot half 5 taant de levendigheid reeds en eenige uren later is Middelburg weer in rust ge keerd. Maar, vraagt gij* wellicht, waarin ligt dan toch wel de grootste beteekenls van Zeeuwsche Hoofdstad, dat zij altijd, eeuwen door, den vreemdeling boeit? Deze ligt mJ. die de stad bezit. Waar In Nederland vond men zulk een fraai stadhuis? Waar zulke fraaie gevels? Is het huis „de Steenrotse' niet het mooiste pand, dat de Vereen. „Hen ririk de Kevzer" heeft? Trekt de typische Oostkerk niet alle vreemdelingen i Maar het middelpunt van dit middel- ecuwsch schoon zijn toch voorzeker wel de Abdijgebouwen, de trots der stad. Over dit beroemde bouwwerk willen wij een korte historische beschouwing geven. Wij treden de Lange Burcht door en ko men door een massale poort op een kleir pleintje, aan alle zijden door gebouwen om ringd en met. hoornen beplant, 't welk vroe ger het „Hof van Zeeland" werd genoemd. Als wfj er midden in zijn kijken wij oed rond. Aan de eene zijde bevind rich het huis van den Commissaris der Konin- De stijl van dit gebouw, sluit zich o niet aan aan deze Middeleeuwsche sfeer, die gij hier op u voelt dalen. Aan onze lin kerhand verheft zich de Abdijtoren, dc zoo bekende „Lange Jan". 1 Uw oog wordt bekoord door nog twee zwaar gewelfde doorgangen, die mede ton gang verleenen tot het plein. De gebouw ons heen verioonen sporen van mis handeling. Wel is er voldoende geresta' reerd, doch het is nooit mogen gelukken, de Abdij is haren ouden luister te herstellen De Abdij van Middelburg is zeer oud. Meer dan waarschijnlijk werd het oorspronkelijke klooster, evenals de latere Ahdii. der Heili ge Maagd gewijd, reeds in het begin der twaalfde eeuw gebouwd. Vermoedelijk deze Abdij wel het mldr'efpnnt geweest, waarom stad Niddetjuig zich gaandeweg ont wikkeld heelt. Tmmers, dit was wel de meest voor de hand liggende conclusie bij verschillende plaatsen. Hoe menig klooster toch. hier en elders, is een hrand- en middelpunt van ontwikkeling, in allerlei zin geweest, een DE ABDIJ VAN MIDDELBURG vruchtbare kern, waaromheen zich metter-' tijd een krachtige, levensvolle gemeente ormde, die eeuwen lang, wat zij het best en het hoogst had, aan zulk een Klooster ontleende. Ongetwijfeld is het hier tn Middelburg ook zoo gegaan. Bisschop Gondebeld, de 24ste Kerkvoogd van Utrecht, bevolkte het nieuwe, door hem gestichte klooster met Praemonstratenzer monniken uit de Abdij an Sint Michiel te Antwerpen. Ook hare erheffing tot Abdij had zij waarschijnlijk aan hem te danken. De Abdij van Middelburg kwam allengs Gemengd Nieuws* WERKLOOZENRELLETJES TE AMSTERDAM. E I c k wals Wils1 EEN LESJE IN MENSCHENKENNIS Te Amsterdam trok Maandagmorgen tweehonderdtal werkloozen .komende uit de richting van de Elandsgracht naar het stad huis. Zjj voerden borden met zich mee, waar op stond, dat zij brood eischten. In de Raadhuisstraat bij den N.Z. Voor burgwal, sommeerde de politie uit elkaar te gaan. Toen aan deze sommatie geen gevolg werd gegeven, werd door de politie gechar- De Abdij werd op den 24 October 14921geerd. Naar alle kanten vloog de menigte bijna geheel door brand vernield, maar her- uiteen. Plotseling klonk een schot. Het bleek, rees prachtiger en luisterrijker üit haar1 dat een der werkloozen met een startpistool asch. Zij was een der aanzienlijkste en I had geschoten. rijkste gestichten van geheel de Nederlan-1 Op den Dam werd weer verzameld en hier den en bergde binnen hare wanden niet al-1 worden de borden, die werden meegevoerd, leen een kostbaren boekenschat, maar ook 1 'n heslag genomen. Eenige oogenblikken kunstgewrochten van beitel en penceel. I later werd een man, die zich verzette, ge- menig meesterstuk van goudsmids, wevers I arresteerd. Hij werd overgebracht naar de en borduurkunst Haar abt bekleedde de armoesstraafc Bij deze overbrenging hoorde eerste plaats in de vergadering van Zee- toevallig een hoofdbrandmeester, dat een lands Staten. In iljne handen zwoer de m5m,e° «n poging wilden wa^eri den graal den eed bij de aanvaarding der Re- \S^SL£ d."' £T JSJSÜt. De luisterrijke dagen der Middelburgse!*1"erJ he,m ■f-"1* «eIicht e" lai!g°11 Abdij waren getold. In de 16de eeuw brak l^ldSTw» de rust op don Dan, en kerkhervorming uit, en ook de eerwaal. aog „«..gekeerf. 0p den Nieu- dige, schitterende Abdij van Middelburg, wendijk ""groepte men weer samen en trok iqÏ? Reesten J naar den Dam. Hier werd nog eenige malen 'aB nmmo*e o ot <pvn»n, door de politie van de wapens gebruik ge- ondergaan. Jammer, dat het grauw de schendende hand sloeg aan dit heiligdom. Men keure dit sterk af, iioe verheugd wij ook zijn over de Kerkhervorming. Treurige sporen hiervan zijn nog zichtbaar. Na de inneming der stad en nadat ook in Middelburg en in geheel Zeeland de Her orming had getriompheerd werd de Abdij door hare geestelijken verla ten en met al hare goederen tot domein verklaard. Toen ik hem leerde kennen, was hef een jonge man van in de twintig. Van zijn jeugd weet ik niets. Uit alles: zijn spreken. "J deren, heel zijn houding, bleek, dat hij een goede opvoeding moest hebben gehad. En hij had een gezicht, zóó oprecht eerlijk, met zoo'nhelderen, open blik, dat hij dadelijk iedere vertrouwen won. Onze kennismaking was ietwat gefor ceerd. Hij werd bij ine geïntroduceerd door iemand, die ik ook niet veel meer dan op pervlakkig kende. Maar, niet waar: „les amis de mes amis 6ont mes amis", en zoo beloofde ik voor hem te doen, wat ik kon. Onder mijn kennissen had ik een gros sier in prentbriefkaarten, en door bijzon dere omstandigheden wist ik, dat die een stadsreiziger kon gebruiken. Het kostte me niet veel moeite mijn nieuwen vriend, die zich Groenhoret noemde, als stadsreiziger in prentbriefkaarten geplaatst te krijgen. Nu kwam de kwestie van een kosthuis aan de orde. Ook dat werd geregeld. Met .oorepraak en wat goed vertrouwen werd een uistekend onderdak voor hem gevon den. Zelf kon ik hem niet herbergen, om dat ik ta klein behuisd was. Zijn carrière als stadsreiziger in prent briefkaarten nam een aanvang onder gun stige voorteekenen. 't Ging uitstekend. Met een vrooiijk ge zicht toog Groenhoret er '6 morgens op uit en opgewekt kwam hij 's avonds thui6. De verkoop was best. En met zijn hoepee en hospita zoowel als met de mede-commen salen kon hij het heel goed vinden. In kor ten tijd stond hij er mee op vertrouwetij- ken voet Het was vroeg in het voorjaar en het weer werd ongestadig. Maartsche buien, sneeuw, regen, zonneschijn, wind, volgden elkander in een totaal onberekenbare orde op. Groenhoret zet fatsoenlijk in de kleeren, maareen overjas had hij niet. En 'l was zielig hem daar te zien loopon, met zijn monsterkoffers aan de hand, in een dun colbertje, terwijl de regen naar bene den plaste. 1 VVa6 toch een jongen goeden huize! Was zijn vader niet een der meest op den voorgrond tredende leiders in ons kolendistrict? En ja, al was 't dan een zooh. die ver van huis was afgedwaald, wie weet, of de tegemoetkoming van zul- ken. die zoo gaarne aan de gelijkenis van den verloren zoon denken, hem niet op 't rechte pad zou mogen terugleiden Mijn demi, die ine nog maar kort diend had, en waarvan ik nog veel genoe gen hoopte te beleven, verhuisde van don kapstok en paste hem uitstekend. Kleedde hem bepaald goed. Zelf ging ik weinig uit; meest 's avonds. Zou me dan best voor- loopig nog met mijn winterjas kunnen be helpen Groenhoret bracht ons menig avondbe zoek. Was ook 'e Zondags vaak onze gast. We verheugden ons in zijn maatschappe- lijken welstand. Voelden ons ook een beetje trotsch op het zoo welgeslaagde reclasseeringsgeval. Het verleden roerden we maar liever niet aan. We zagen liever naar de toekomst, als de verloren zoon dagen naar de Stadsschouwburg trekt. Dan komt eigenlijk de belangstelling en het me deleven. Dan komt ook de traditioneel e nïeuwjaarswcnsch van Thomas-vaer en Pie- terael, een nieuwjaars wensch die wel eens pikant is en wei eens ondeugend, maar over het algemeen toch plat en banaal. Vooral de laatste jaren Schijnt men niet gelukkig te zijn geweest Wij lazen nu in het orgaan der sociaaldemocraten, dat het al heel slecht was. Men schijnt goede woorden gezegd te heb ben over onze Koningin en dat mag blijk volgende j baar ook niet meer. Bovendien heeft men de meest gangbare bij Uw kruidenier zijn: V. ROSSEM's STER zacht, geurig, krachtig 65 ct No. 1 geurig, zwaar No. 3 geurig, zuiver No. 4 goed, zuiver per half pond 55 cl 45 ct. 40 Ct. er, hoe is het mogelijk, het Wilhelmus in te reten te brengen en dat schijnt op dp zenuwen van den tooneelredacteur van „Het Volk" zeer onaangenaam te hebben gewerkt Zelfs heeft men zich eenige critiek veroor loofd op het Gemeentebestuur in verband met de Schouwburg-commissie en dat mag nu er drie sociaal-democraten in het Dage- Iijksch Gemeentebestuur zitten, heelemaal niet meer. Zoo ziet men, dat deze kringen wel graag den mond vol nemen van het vrije tooneel bang zijn voor censuur, maar alleen wan neer men spreekt naar het hart van de roode broeders. Ons heeft dit specifieke Amsterdamsche ge bruik nooit getrokken. Wij zouden er zeker niets aan verliezen als het werd afge schaft Voor de opvoeding van ons volk, verwach ten wij van het tooneel niets en de tooneel- aanbidders toonen zelf huns ondanks de juistheid van onze opvattingen aan. Moge van ons eigen volk maar voldoende actie uitgaan ook in 1931, tot voorlichting opvoeding van de breede massa, die geld uitgeeft voor hetgeen geen brood is. zegene God de arbeid van onze organisaties die zich aan deze taak geven. AREND VAN AM STEL. De gebouwen werden nu, met uitzonde ring der Kerk, deels gaandeweg verkocht en afgebroken, deels tot andere doeleinden ingericht De tegenwoordige Ambtswoning der Commissaris was reeds vroeger toen de Abdij nog in vollen luister bloeide, inge richt tot ontvangst van Hooge Gasten, met name vertoefden daar de Graven van Hol land en Zeeland, als zij de vermaarde Abdij met hunne tegenwoordigheid vereerden en met hun gevolg een goeden sier maakten van de welvoorziene keuken en kelders van het rijke gesticht Ook vertoefde hier op 17 Dec. 1505 Philips de Schoone, die toen in deze Abdij 10 nieu we ridders benoemde. De zaal, waarin thans de Provinciale Staten van Zeeland, hun zittingen houden, was vroeger waarschijnlijk de Bibliotheek, wellicht de eetzaal der Abdij. Haar gewelf verdient zeer zeker onze dacht Bezienswaardig zijn ook de oude ta pijten langs de wanden tusschen 1591—155)9 door zekeren Jan de Maegt vervaardigd ei> episoden voorstellende uit den strijd tegen Spanje. Voorzeker, een prachtig stuk werk. Deze korte historische toelichting moge medewerken, om dit erfstuk der Vaderen te gaan bezoeken. Wie zich wil inleven in het Zeeuwsche verleden, richtte zijn schreden er heen en zal daar geen berouw van heb ben. Goes. A. M. WESSELS. naar het huis van vader on moedei zou terugkeeren, als een maatschappelijk beter mensch. die zijn eigen brood at. mogelijk. wie weet, ook als geestelijk herborene Paechen kwamlat Gromhoret be toonde zich dankbaar. Voor de kinderen bracht hij aardige Paaschcadeautjes: ge vulde eierdopjes, suiker-eieren, en derge lijke. Hier vooral was het niet de waarde van het geschenk, maar het dankbare hart. dat zich uitsprak. Een paar weken verliepen weer. Op ze keren avond kwam ik rij laat van een vergadering thuis. Mijn vrouw zat met on geduld op me te wachten. .Groenhoret is hier geweest. Hij was toch zóó bedroefd. Hij heeft een telegram van buis gehad, dal z'n moeder ernstig ziek ie. Hij moet dadelijk thuis komen." Ik trok een bedenkelijk ge2icht. Dacht aan de tallooze berichten in de krant van mcnschen, die opgelicht werden door de jrzinnere van dergelijke verbalen. Ook raijn echtvriendin, die al zoo vaak getoond had een goeden kijk op de men schen te hebben, bleek niet volkomen ge rust. Groenhoret had gevraagd om een tientje voor reisgeld, maar dat wilde ze hem niet geven zonder mijn voorkennis. De tientjes lagen bij ons heuscii ook niet stapels. Maar ze had hem wel vaat een rijks daalder gegeven, omdat hij nog wat schoon linnen en enkele rensbenoodigdheden wil de koopen, vóórdat de winkels sloten. Den volgenden morgen wilde bij met den eer-, sten trein naar huis. waren het nog niet volkomen met ons zelf e ens, toen Groenhoret weer belde. Hij kwam binnen, geheel ontdaan. Bleek en triest zag zijn gezicht er uit. O, zijn moeder, zijn lieve moeder, w&ar bij zooveel van hield, lag zeker haast op sterven. En als hij geen reisgeld kreeg, zou hij ze nooit weer zien Vastbesloten, er niet in te vliegen, vroeg ik hem naar het telegram. Hij diepte hei op uit zijn zak, maakte het open en hield het me voor. Wat beefden die handen! Ik moest het papier zelf vasthouden om don inhoud te lezen: „Moeder ernstig ziek. Overkomst ge- wenscht. Vader." Ik bekeek het van alle kanten, om te 2ien of 't wel echt was, maar ik merkte Diets verdachts, 't Moest du6 wel wear zij-n Ik wisselde een blik van verstandhouding met mijn betere helft en met gemengde ge voelens haalde Ik een van de weinige tientjes te voorschijn, die we thuis hadden Met groote dankbaarheid werd bet aan vaard en verdween het in Groenhorets zak. Toen nam hij haastig afscheid. Nog zie ik hem in mijn bijna nieuwe demi te kamer urtgoan, met mijn tientje in den zak. Onze beste wenschen voor zijn zieke moeder ver gezelden hem Ik heb noch hem, noch mijn demi, noch mijn f 12.50 ooit weer gezien In zijn kosthuis liet hij schulden na en zijn patroon had hij met quitanties opge licht, Het telegram moet een stadstelegram zijn geweest, door liem zelf verzonden! maakt en had een viertal arrestaties plaats. De arrestanten werden met een inmiddels aangekomen politie-auto weggebracht. Na het uiteenjagen op den Dam verzamel den zich verschillende groepjes weer op het Spui bjj den Voorburgwal. Ook hier trad de politie krachtig op; een enkel bord, dat op den Dam aan de inbeslagname was ontkomen, werd hier door de politie „opgebracht". Een zeer groot aantal rechercheurs en agenten verzamelde zich, zoodat ook hier in zeer korten tijd aan de relletjes een einde werd gemaakt. Een gedeelte der betoogers ging in de richting Koningsplein, terwijl de rest in de richting Kalverstraat ging. Nader wordt ons gemeld: De werkloozen hebben zich *s avonds niet geheel rustig gehouden. In kleine groepen zijn ze door de stad getrokken. Op de Noordermarkt en op den Dam zijn zij in aanraking gekomen met de politie, en werden, zonder dat van de wapenen gebruik werd gemaakt, verspreid. den weg etaonden boom. De auto werd to taal vernield. De 22-jarige chauffeur J. P. bekwam een ernstige schedelbreuk, en voorts verwondingen aan de becnen. Hij werd in zorgwekkenden toestand naar hert r)iaconee6enhul6 te Leeuwarden overge bracht. De politdi Radio Nieuws. AUTOGARAGE IN VLAMMEN. Men meldt ons uit Eindhoven: Zondagavond brak brand uit tn een ga rage van Van Hout alhier. De brandweer was spoedig ter plaatse, doch kon niet hinderen dat vier luxe auto's een prooi der vlammen werden. De auto's waren verze kerd. De 6chade is groot. ERNSTIGE AUTOBOTSING. Men meldt ons uit Leeuwarden: Zondagavond omstreeks half 10 heeft op den Mareumeretraatweg nabij café Half weg een ernstig auto-ongeluk plaats ge vonden. De heer J. Peerenboom, chauffeur te Leeuwarden, reed met een luxe auto Vermoedelijk doordat hij met te grooto snelheid reed, en het uitzicht zeer slecht was, tegen een aan den rechterkant van Woensdag 7 Jnuimrl. IPHQHMMUMHB! HUIZEN* (298.8 M.) 8 TtJdsetn. 8—8.15 Schrift stelt een onderzoek in KMte8 °zi^ndten« ^te*'tolden Joor^Pf Chep. Qere-f. Pred. te RUMum. 11IS Harmonlumbe*pcllng door den '.teer M. F. Jur- Jaanz te Hilversum. 12—12.30 Gramofoon. 13.38 Tijdsein. 12.30—2 Middagconcert. Jan Richter*, 'looi, Picter de Vries, fluit. Éllen Sandotr. har monium on plano. 2 Tijdsein. 32.30 Gramofoon. INBRAKEN. Te Amsterdam hebben 's nachts inbre kers hun slag geslagen op den N.Z. Voor burgwal 140, waar verschillende firma's zijn gevestigd. Medegenomen i6 een groote voorraad goe deren uit de stellingen bijeengeraapt van de N.V. Handelmaatschappij v.h. I. de Le vis, tevens op de eerste etage de inhoud van de kleine kas, eenig vreemd geld en postzegels. Voorts hebben de inbrekers ingebroken bij het advertentiebureau De Nederland- sche Post op de tweede verdieping. Daar is de muntmeter van de electriciteitsmeter gelicht. De waarde die bij de firma Do Le- vie werd gestolen, bedraagt naar schatting f 3000. De firma is verzekerd tegen inbraak Door de politie is een onderzoek ingesteld ERNSTIG MOTORONGELUK. Op den Maasdijk onder Naaldwijk reed de motorrijder V., aldaar woonachtig, met flinke snelheid tegen een stilstaande wagen, tengevolge waarvan V., zoowel als de duo- rijder v. D. uit Maassluis over den weg werden geslingerd. De duo-rijder bekwam verschillende ver wondingen aan gelaart en honden en eenige geknepsde ribben. De jongeman werd per auto naar zijn woning te Maassluis ver voerd. De bestuurder van het motorrijwiel be kwam eveneens verschillende verwondingen werd ter plaatse door een geneesheer ver bonden. Het ongeval was veroorzaakt doordat het reeds douker was, cn het voertuig onver licht stond. rerklooze" van 3. K. van Eerbeek. 31.30 oncert: MeJ. T. 'Reljnders. sopraan: H. J. Ber*- out._ cello. R. Boute plano. 4.S0;4.45 Gram. landbouwer*, te door den heer H. Pilon, Hoofd de* Tuinbouwschool te Achterveld (U-). p: ..Do kollmeststoffen". 6.30—6.40 Va* -.0-5 Aflest te Hilversum, over- ..Ons bestaan j oio het leven" (VI). 8 TiJfecln. S—10.20 Spreker: de heer P J. Col«n te Utrecht. dreigt..." 10.20—10.30 Peraber 11.30 Orgelconcert (Oude Kerk) aan geven door den heer George Stam. HUIZEM (298.8 M.) Onderwijsfond* voor d« Binnenscheepvaart: 6.40—7.05 Samenspraak tue- achen de lieeren L K. A. van Duuren en K. C. van Reen over: CompresaoHooze Diesel-motoren. HILVERSUM (1S75 M.) VARA. 8 Gramofoon, 9.16' Orgelspel. VPRO. 10 Morgenwijding. VARA. 10.15 Org i VoUwunl foon. 12 Pol 1.45 Grttmofoon. 3 Onderbrt gng van den render. 2.30 Vrouwenuurtje. 3.3» Maak het telf- Cursus. 4.30 Klnderverteliingen. 5 30 Vranghalfuurtje. 6.15 Concert. 6.6« Mando line-Cursus. 7.20 Radlo-Volksuniversitelt 7.46 Po litieberichten. 8 Gramofoon. 8.05 Uitzending uit Arnhem met VARA-orkest. 9.15 Tooneel. 10.36 Uitzending Arnhem slot. 11 Persber. 11.15 Gram. 12 Sluiting t lilas. 10.30— 0 30 Onze Keuken, li "Rndlo- rsltelt 11.30 Concert. 11.55 Gramo- Ichten. 12.20 Mlddagconcerc. Jng voor venoi FEUILLETON LIEF EN LEED IN DE PASTORIE door BRIGITTE „IJzeren kruis?" Hans glimlachte. „Ja". „Eerste klas?" „Ook dat". „Nog een andere orde?" „Ach, wat weet u daar eigenlijk aan, waf voor orde uw doniiné heeft Nu, de andere heb ik ook en officier ben ik ook gewor den". De boer knikte. „Dat ie prachtig, dan zul len de catechisanten wel respect voor u bebben en het bij u niet zoo boni maken als bij den ouden Superintendent Flet was een goeie man, daar niet /an, maar te goed. Een keer „ebben ze hem zijn beide handen gepakt, nis wilden ze hem goeien dag zeggen en daarna hebben ze hem als een mallemolen rondgedraaid. En de jonge kerels hebben eens, juist toen hij av maal hield, het licht in de kerk 'uitg^ dra a id". „Dat is ongelooflijk", zei Hans veront waardigd, „en i toen niemand tusschen beide gekomen? Het licht tijdens de d- maalsviering uit te draaien, dat is bijna godslastering". De oude boer ha 1de de schouders op. „Die hebben voor niels respect meer. u- don ze andere den keizer afgezet hebben? Ik voor mij houd er streng de hand aan, "it van ons huis iederen Zondag er één aar de kerk gaat Orde moet er zijn". „En uit andere overwegingen gaat u niet „Dominé, ik doe niets slechts, niemand in wat ven mij zeggen. De Heere God zal over mij wel tevreden zijn. Aan het Avond maal ga ik ook geregeld." „Om zoo te zoggen zonder gebreken, me neer Gartz?" „Jawel," klonk het waardag. „Daar ziet men weer een6," zei Hans met flauw lachje, „dat de apostel Paulus toch dikwijls wet vergeten heeft. Aan zijn 6Choone woorden: „Wij zijn allen zondaars en derven de heerlijkheid Gods", had hij nog toe moeten voegen: „Uitgenomen na tuurlijk meneer Gartz uit Neuendorf! Maar ik moet verder, ik wilde U alleen nog verzoeken morgenavond om 8 uur in de pastorie te komen voor de bijeenkomst van kerk era adsledcn. Maar brengt U alstu blieft een stoel mee, wij hebben er niet zoo veel. Dus tot ziens!" Voor dat de boer van zijn verbazing be komen was, was de predikant al buiten. „Ik bedank er voor," bromde de boer, „maar een kerel i6 ie toch!" Toen Hans op straat kwam, zag hij juist zijn jongens den hoek omgaan. Ze waren in levendige onderhandeling met andere kinderen en schenen zich heelemaal niet meer vreemd te voelen Zijn hart zwol. Hij was toch niet alleen gebleven. Ruth's jon gens zouden hem helpen, de eenzaamheid te dragen. Hij verkneukelde zich nog als hij dacht aan het antwoord wat hij den boer gege ven had. H'» had zoo verbluft gekeken! Jongens en mei6jee stonden nu overal voor de deuren. Nieuwsgierige blikken rust ten op hem. maar niemand groette. Hans nam voor iedereen afzonderlijk den hoed, Toen vlogen de petten van de jongens n de meisjes knikten. Hij was bij de herberg gekomen. De herbergier was ouder ling. Met vriendelijken groet trad hij de ge lagkamer binnen en vroeg naar den waard. Een dikke man, met een rood, goe dig gezicht; heesch zich op achter een ta feltje en kwam naar hem toe. „Wat is er van Uw dienst?" „Ik ben de nieuwe predikant en wilde U even een bezoek brengen." „Zoo, zoo, onze dominé; zeer aangenaam, zeer aangenaam. Wilt U dan maar verder komen alstublieft." Hij opende de deur naar de woonkamer en verzocht Hans plaats te nemen. „Ik za! even mijn dames roepen, ze ve gen op het oogenblik de zaal voor vanmid dag, dan wordt hier gedanst." Hans zette zich op de pluchen sofa, waar boven de portretten van den keizer en de keizerin hingen. Hij behoefde niet lang te wachten. Vrouw Behring met haar doch ters hadden den dominé al door het r aan zien komen, en zich klaar gemankt voor de ontvangst Vriendelijk lachend kwamen zij achter den vader aan. Hans begroette haar en keerde zich toen tegelijk naar den herbergier: „Ik zie dat Uw gelagkamer vol is en wil U daarom niet langer ophouden. Ik kom dan liever in den morgen j.ns aan, wanneer U meer tijd hebt Voor alles zou ik U willen vra gen morgenavond acht uur op den kerke nraad in de pastorie aanwezig te willen zijn I— misschien kunt U ook een stoel i 1 brengen, wij zitten er zoo krap in." De herbergier trok een lang gezicht. „In de pastorie? Tot dusver waren alle verga- doringen bij mij in het café." „Het spijt me, dat ik U op die manier van Uw verdiensten beroof," zei Hans rus tig, „het is voor mi5 onmogelijk, de verga dering in het café te houden. Zooals u weet wordt de vergadering met gebed geopend en met gebed gesloten, kan dat ais de bierglazen voor ons staan? Maar ook af gezien daarvan, onder de kerkeraadsleden bevinden zich zoo onberakldelden, die we gens de daaraan verbonden koeten er voor terugschrikken om in het café te komen. Maar, daarom geen vijanden, anders heb ik niets tegen een glas bier en tegen een vrooiijk samenzijn, wanneer het maar met mate en in eer en deugd toegaat." HU reik te den caféhouder de hand. „Nou ja, ik wil er niets van zeggen, een dominé is een dominé, daar is niets aan te doen. Boos ben ik niet op U. We zullen U een tegenbezoek maken, daar kunt U op aan, den volgenden Zondag komen in de kerk. Maar jammer is het Ed toen hij met Hans zoo ver mee het huis uitliep, probeerde hij nog eens: „Ik wil het bier wel gratis geven." „Hofcr eens", zei Hans, „het lijkt er w wat op of je me om wilt koopen. Nee. daar komt niets van in. Alzoo Gode bevolen, Behring; zeg me nog even hoe ik bij Mill Ier kom. De herbergier wees op een klein huisj< aan den anderen kant van de straat en met een vriendelijken groet verliet hij Hans. 4 Müller was kerkvoogd, en van beroep smid. Toen Hans het huisje binnentrad, ihet hem op hoe goed allee onderhouden was. Allre blonk van zindelijkheid. Een1 vrouw van gevorderden leeftijd kwam uit een der kamers, hem tegemoet. „Zoo, zoo, de nleutve dominé", zei ze en reikte hem de hand. „Wilt U maar binnen komen alstublieft. Ik zal mijn man direct roepen." Hans trad binnen en direct achter hem kwam ook Müller. „Van hart© welkom, dominé; wilt U maar plaats nemen. Mijn vrouw zal gauw de koffie klaar maken," zei hij. ..Doet u dat alstublieft niet," verzocht Hans, „ik moet direct weer verder." „Nu ja, één kopje!" .Neen, heusch niet, ik heb nog een be zoek af te leggen en kan hier dus hoog stens tien minuten blijven leten we dio liever gebruiken om elkaar een beetje te loeren kennen." „Maar een sigaar wilt U toch wel?" „Ja, graag. Maar roep nu even Uw Maller deed de deur open en riep: ..Liïe. kom maar, dominé gebruikt geen koffiet" Ze protesteerde vanuit de keuken maar dan kwam ze toch cn zette zich naast haa man. „Zie je," verklaarde de man, „jij bont den dominé liever dan een kop koffie. Jul lie vrouwen bent anders, voor jullie is de koffie vaak gewichtiger dan de man. Is het zoo niet?" De vrouw lachte: „Ik weet het niet, mis schien zijn er zulke. Maar dat weet ik wel. wanneer de vrouw een vier weken op reis ie, dan kunnen de mannen zich nog we) redden, maar vier weken zonder tabak, nee. dat gant niet!" En dan knikte ze haar man vriendelijk toe, alsof ze wilde zeggen; „Stil maar, wij weten wel wat we aan elkaar hebban, al plagen we elkaar wel eens een beetje". En haar man knikt* terug. en „U is toch ook getrouwd, dominé?" vroeg juffrouw Müller, „ik heb Uw kleine jon gens tenminste ai gezien." „Ik heb mijn vrouw twee maanden ge leden verleren." „Ach," zei ze met medelijden in haar stem, „dat wi6t ik heelemaal niet. Weet U, wij komen heel weinig met menechen in aanraking, mijn man heeft zoo veel te doen, dat wij geen tijd voor praatjes heb ben. en wanneer hij eens iets hoort, dan vertelt hij bet mij ook niet direct. Veel spreken doet hij niet. Maar dot is ook niet noodig, wij verstaan elkaar toch wel." „En dat is maar heelernaal de hoofd zaak in het huwelijk," ael Hans vrtond&lijh „Zulke huwelijken waar de echtgenootor» elkaar altijd verstaan, ook zonder veel woorden, die zijn er niet veel. Ik geloof, meneer Müller. dat wij wel goed met e'. kaar overweg zullen kunnen, en dart ie noodzakelijk, want we zullen veel gemeen schappelijk werk hebben. Dus, op onzs goede samenwerking", en hij 6tak hein de hand toe. De smid legde de zijne er in. „Graag, dominé. U zult me wel niet kwa lijk nemen wanneer wij niet te vaak in de kerk komen. Ziet U. men heeft ook wel eens graag een dag voor zichzelf. En des middags maken we dan een mooie wande ling wanneer het weer het toelaat. Zoo hebben wij dan toch- onze kerkdienst". (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9