\zon\ancl aa< PIEPNEUS EN BIBBERSNOET VRIJDAG 2 JANUARI 1931 DERDE BLAD PAG 9 Leger en Vloot. LANDMACHT Bü Kon. besluit van 24 December is, met In gang van 1 Januari 1931, benoemd, by het reserve-personeel der landmacht, bij het wapen der artillerie, tot reserve-majoor bij zijn tegen woordig korps de reserve-kapitein J. W. 13 u t- jier, van het 3de regiment veld-artillerie. Bij Kon. besluit van 24 December is, met in gang van 1 Januari 1931, aan den reserve-lui tenant-kolonel W. van Ingen Schouten van het 8ste regiment infanterie, op het daar toe door hem gedaan verzoek, een eervol ont slag verleend uit den militairen dienst. Bü Kon. beslui* van 24 dezer is, met ingang van 1 Januari 1931: L op het daartoe door hen gedaan verzoek, «en eervol ontslag verleend uit den militairen dienst, aan de reserve-eerste-luitenants A. E. Leo, van het 4de regiment infanterie, T. d e Jager, van het 10de regiment infanterie, R. Dozy, van het 1ste regiment infanterie, en F. S t a u d t, van het 12de regiment infan terie. II. een eervol ontslag verleend uit den mi litairen dien6t aan de reservc-eerste-luite- namts N. v. Zanten en J. C. Mulder beiden van het regiment grenadiers; L. P Goud en A. G. H. Nurks, beiden van het regiment jagers; H. A. H. M. We mm er- slag er, van het 10de reg. inf.; D. J. K. v O v e r v e e n en K v. Z a n e n, beiden van het öde reg. inf.; F. H. v. d. Ho e k, van hefc 8ste reg. inf.; A. v. d B 1 ij, van het 11de reg. inf.. en P. Wisse, van het 14de reg. inf. Bij Kon. besl. van 24 dezer zijn benoemd; I. bij het wapen der infanterie, bij den Staf van bet wapen, met ingang van 16 Jan. 1831, tot generaal-majoor, de kolonel J. H. Hardenberg, van dien 6taf, inspecteur yan het. wapen; II. bij bet wapen der genie: a. tot commandant van het reg. genie troepen, de kolonel G. C. Beltman, van den 6taJ der genie, commandant in het l6te genie-commandement, zulks onder eervolle ontheffing uit zijn tegenwoordig commando; b. tot kolonel bij den staf van bet wapen, commandant in het 1ste genie-oommande ment, de luitenant-kolonel J, C. Harde man, van den 6taf ven he wapen; c. tot luitenant-kolonel bij het regiment genietroepen de majoor P. W. Scharroo, van dit korps; j d. tot majoor bij het reg. genietroepen de kapitein A. L. Thierens, van den staf .van het wapen; III. bij het reserve-personeel der land macht: a. bij het wapen der genie, tot reserve- majoor bij bet reg. genietroepen de reserve kapitein G. A. Meijer, van dit korps; b. bij het peroneel van den geneeskundi gen dienst, bij den militairen pharmaceutic schen dienst, met ingang van 23 Jan. 1931. tot reserve-militaire-apotheker der eerste klasse de reaerve-mtilitaire-apothekor deir tweede klasse J. B e k e r. Bij Kon. besl. van 29 Dec., op het daartoe door hen gedaan verzoek, een eervol ontslag als zoodanig uit den militairen dienst ver I. met ingang van 1 Jan. 1931, aan den reserve-eerste-luitcnant dr. H. F. J. Wes ter veld, van het 3de reg. veldart.; II. met ingang van den datum van dit be sluit, aan de reserve-eerste-luitenants F. K. F. Keuker, van het 18de reg. inf.; .T. J. v. Velthuyzen, van het 1ste reg. onber. art., cn J. G. H. N. Ruth, van het 2de reg veldartillerie; Bij Kon. besl. van 29 Dec. is aan de reser- ▼e-eerete-luitenants P. A. Snijders, van hef 7de reg. veldart-; J. F. W. v. d e Water, van het lste reg. veldart.; J. R. Oosten rijk, van het 6de reg inf., on C. R. Hoe k, van hot reg. kustart., op het daartoe door hen gedaan verzoek, een eervol ontslag al6 zoodanig verleend uit don militairen diens^ Bij Kan. best, van 29 Dep. zijn, met in gang van 1 Jan. 1931, benoemd, bij het re6erve-pensoneel der landmacht, bij het wapen der artillerie, bij den staf van dat wapen, tot reserve-tweede-luitenant voor speciale diensten, de heeren ir. F. J. P h i- liüsen ir. P. L. Blanken, zulks met de bepaling, dat voornoemde reserve-tweede- luitenante voor speciale diensten bestemd zijn voor den dienst bij de Artillerie-Inrich tingen. Bij Kon. besl. van 29 Dec. de benoemd, bi] het reserve-personeel der landmacht, bij het personeel van den geneeskundigen chenM. tot reserve-officier van gezondheid den tweede klasse, de heer dr. G. A. M e t z, HOSPITAAL-SOLDATEN. Naar gemeld wordt bestaan er ernstige plannen om te komen tot oprichting een vijfde compagnie hospitaal-soldaten, die meer speciaal opleiding zullen ontvangen in het behandelen van gaszieken. Deze compagnie zou worden ondergebracht in do Damlust-kazeme te Utrecht, waar, behalve de lste en 2de compagnie hospitaal-solda- icn, ook de militaire gasschool ligt. HERHALINGSOEFENINGEN IN 1931. In 1931 zullen voor herhalingsoefeningen onder de wapenen worden geroepen: van de régimenten infanterie (waaronder begre pen het regiment grenadiers en het regi ment jagers), de compagnieën hospitaal soldaten (met uitzondering van de zieken verplegers) de lichtingen 1926 en 1928; van het regiment wielrijders, de schoolcompag- nie van den motordienst, de regimenten on bereden artillerie, het regiment kustartille- rie, het korps luchtdoel-artillerie, het regi ment genietroepen, de schoolcompagnie tor- BIJ 'T BEGIN den nieuwen weg pedisten en de compagnie Intendance-troe pen de lichtingen 1925 en 192S; van de schoolcompagnie pontonniers de lichting 1925, de derde ploeg der lichting 1927 en do le cn 2e ploeg der lichting 1928; van de regimenten huzaren, de regimenten veld artillerie, het korps rijdende artillerie en de treinafdeelingen der artillerie-brigades de lichtingen 1925 en 1923. F. C. J. SNEEP, t Gep. kapitein by het Indische leger F. C. J. Sneep is gister te Uccle bij Brussel overleden. Hij verwierf bekendheid in vliegerskringen en was de laatste jaren als administrateur bij de Rotterdamsche Lloyd werkzaam. OUD-LUITEN ANT-GENERAAL W. G. F. SNIJDERS, f In den ouderdam van S3 jaar is Woens dag overleden de gepens. luitenant-generaal W. G. F. Snijders, oud-inspecteur der in fanterie. De heer Snijders trad in Juli 1S67 als tweede-luitenant in dienst bij het 6do regi ment infanterie. Hij was veel bij den gcnc- ralen staf en aan het Departement van Oor log werkzaam. In 1894* werd hij kolonel en 3 jaar later belast met het commando van het lste regiment. In hetzelfde jaar zag hij zich benoemd tot generaal-majoor, commandant der 3do divisie. Vijf jaar later, in 1902, werd hij luik-generaal en inspecteur der infanterie Met ingang van 1 November 1905 werd hem op zijn verzoek een eervol ontslag uil den militairen dienst verleend. Generaal Snijders was een bekwaam of ficier. Als inspecteur had men respect voor hem. Hij zag alles. De teraardebestelling van het stoffelijk overschot zal Zaterdagmiddag kwart over twee plaats hebben op de algemeene be graafplaats te Den Haag. Uit Oost-Indië DE MERAPI-RAMP Vluchtelingen kunnen teingkeeren. MAGELANG, 31 Dec. (Aneta). De Merapi is thans rustig, de laharstroomen eveneens. Dinsdagochtend is men begonnen met ont miming van de vijf gehuchten ten Noorden van Semowo, in verband met het feit, dat de Merapi weder bezig is met vorming van een spleet, zooals die waaruit eertijds ver schroeiende luchtstroomen werden uitge- stooten. Voorts werd ontruimd de streek ten Zuiden van Balang, wegens de nog be staande lahardreiging. De terugkeer van Javanen naar gevaarlooze streken wordt thans niet langer verhinderd. Een groot deel der herghelling zal echter permanent ontruimd blijven, in verband waarmede eventueel zal worden overgegaan tot be- bossching. Te Maron moet waarschijnlijk worden overgegaan tot verbranding van de lijken van menschen en «dieren, die daar reeds tien dagen boven aarde liggen. Voorbereidingen worden getroffen voor emigratie van dakloos gewordencn naar de Lampongs en elders met steunverleening voor het opzetten .van een nieuw land bouwbedrijf. MAGELANG, 2 Jan. (Aneta). Een betreu renswaardig verschijnsel is, dat het door de uitbarsting van de Merapi getroffen gebied fungeert als magneet voor het geboefte uit de geheel e omgeving. Eergisteren werden weer «4 personen gearresteerd, terwijl de militairen allerwege hinderlagen leggen om het gespuis in handen te krijgen. Het aantal militairen, momenteel vijf compagnieën be dragend, zal in den loop van de volgende week vermoedelijk worden verminderd, aan gezien alsdan volstaan kan worden met twee compagnieën. De politiesterkte zal eveneens gedeeltelijk worden ingekrompen, zoodat waarschijnlijk de uit Oengarang af komstige menschen zullen worden terug gezonden. Uit West-Indië. wat Wils. EEN MOSLIMSCHE TUL UILENSPIEGEL DE VAN GALEN. Naar De Weet meldt wordt de torpedo jager Van Galen in Februari of Maart a.e. op Curasao vervangen door een ander oor logeechip. De Van Galen gaat naar Indië, doch het i6 waarschijnlijk, dat de boot al- 'orene de groote reis te aanvaarden, nog maals een bezoek zal brengen aan Surina- Gemengd Nieuws. Iedereen heeft wel eens gehoord van dn snakerijen van Tijl Uilenspiegel, die bv. door het al te letterlijk opvolgen van he velen, groote schade aanrichtte. Minder be kend is het, dat er behalve deze Germaan sche, ook een Oostersche of Mohammedaan- sche Uilespiegel moet hebben l»estaan. Tegen het einde van dc veertiend© eeuw zou hij in Anatolië geleefd hebben. Hij wordt Chodscha Nazreddin genoemd, doch is ook bekend onder den naam Molloh Nas- reddin. Beide woorden beteekenen in het Turksch en het Arabisch ongeveer hetzelfde. Het is de algemeene benaming voor allerlei priesters. Zijn snakerijen worden nog in geheel Tur kije verteld en ze zijn zelfs bekend in Ara- bië, Koerdistan cn Perzië. Niet alles wat er van hem wordt verhaald, is geschikt hier weer te geven. Doch een paar verhalen mogen als proeve dienon van de daden van dezen Oosterschen Tijl. Zooals gezegd, was hij een Moliammc- daansch priester en een tijdlang was hij ge woon 's avonds hardop tot Allah te bidden om duizend goudstukken. „Maar" voegde hij er bij „er mag geen enkel aan ontbreken anders neem ik ze niet aan." We spreken hier nu niet over de waarde en het karakter van dit „gebed". De geschic denis vertelt verder, dat zijn huurman, die zeer rijk was, op zekeren avond dit gebed hoorde. Om Nasreddin op de proef te stellen en een grap met hem tc hebben, telde hij 999 goudstukken in een zak en liet dien 's nachts in zijn slaapkamer gooien. Toen Nas reddin dien zak 's morgens vond, was hij zeer in zijn schik. „Mijn bede is verhoord" dacht hij. Spoedig ging hij aan het tellen cn merkte hij, dat er één goudstuk aan de duizend ontbrak. „Dat is een vergissing", zei hij, „doch het komt wel in orde. Wie mij dit gaf zal ook het ontbrekende wel be zorgen." Al vroeg in den morgen kwam de rijko buurman bij hem binnen en zei: „Ik wensch je een goeden morgen, Nasreddin; geef nrij nu maar gauw mijn goudstukken weer, die ik vannacht voor de grap in je kamer gooi de. want er ontbreekt één aan de duizend" Nasreddin antwoordde echter: „Ik houd niet van zulke grappen. Ik heb Allah er om gevraagd en ik ben er van overtuigd, dat ze mij van hem zijn toegevallen en dat het B ATA VLA, 31 December (Aneta). De ge legenheid voor het voeren van Kerst- er Nieuwjaars-radio-telefoongesprekken, heeft dit jaar een dusdanig succes, dat er thans reeds 500 zijn afgehandeld. BLOEDIG DRAMA OP K. P. M.-BOOT. TANDJONG PRIOK, 31 Dec. (Aneta). Dins dagochtend om acht uur heeft een bloedig drama plaats gehad aan boord van de „Van Cloon" van de Kon. Paketvaart Maat schappij, in de eerste binnenhaven te Priok. Een Javaansche djoeroemoedi (roerganger), Paawi geheeten, werd boos over een schrob beering van den eersten stuurman, den heer Gelly. Hij trok een mes en bracht den lieer Gelly een steek in den buik en andere won den toe. De vierde stuurman, de heer Sigie, die ter hulp snelde, kreeg eveneens steek wonden, doch van minder ernstigen aard. De amokmakcr snelde daarop naar de hut van den kapitein, den heer De Weerd, die door het luid geroep van de toeschouwers gealarmeerd werd. Hij wist den amokmaker te overmeesteren en hem in de kaartenka- mor op to sluiten. De gewonden werden verbonden door Dr. van Leent» waarna zij naar het hospitaal werden overgebracht. De amokmaker Paa wi werd gearresteerd. Hij toonde geen be rouw te hebben en verklaarde mata glap (doldriftig) te zijn geworden. AMOKMAKER DOODT TWEE KOELIES. BANDA NAIRA, 31 December (Aneta.) Een amokmaker doodde twee koelies en ver wondde vijf anderen op het eiland Run in de Banda-groep. AUTO-ONGELUK EISCHT DOODEN. MED AN, 2 Januari (Aneta). Een auto waarin gezeten waren de planters S. Sieber, Rolaka Schiess en Robert Allan Douglas, allen werkzaam op de onderneming Siboe- lan van de Rubbermaatschappij „Siboelan" to Medan, geraakte in de rivier. Alle drie inzittenden verdronken. HINDERLIJK VOLGEN Werkloozen te Amersfoort, die gevraagd hadden als volksteller te mogen dienst doen, maken zich nu druk met het hinder lijk volgen van de volkstellers. In sommige wijken, speciaal waar sociaal-democraten al6 volkstellers werkzaam zijn, moet de po litie de tellers begeleiden. DÊN SCHEDEL VERBRIJZELD. Op het ladingsterrein van het Hollandsche Spoorstation te Den Haag is, doordien var voertuig, geladen met heipalen, een yzeren bout brak, de 23-jarige W. F. S. door vallende palen zoodanig aan den schedel getroffen, dat hij eenige oogenblikken later is overleden. HAAR KIND VERMOORD. Te 's-Gravenhage is door de politie aange houden een 24-jarige gescheiden vrouw, dacht een kind waaraan zy in den nacht het leven schonk, te hebben gedood. De vrou\ kent, dat het kind heeft geleefd, doch beweert dat het kind een natuurlijken dood stierf, waar na z(j het in doeken gewikkeld in een der grach ten heeft geworpen. Dreggen heeft tot nu toe geen resultaat opgeleverd. TUSSCHEN EEN MACHINE VERMORZELD Te Amsterdam is in het nieuwe postkan- foor een doodelijk ongeval gebeurd. Een 21- jarige jongeman, die op de bovenverdieping van het gebouw bezig was met het schoon maken van de machina van de steeds door draaiende liften, is tusscben deze machino bekneld geraakt en verpletterd. KARL MARX EN PHILIPS Had Karl Marx, de grondlegger van communisme cn socialisme kinderen? Hierop antwoordt Ilcnri Polak in „Het Volk"; De moeder van Karl Marx was een Hol landsche, heette Presburg cn was afkomstig uit Zaltbommel. Deze Presburgs gingen later tot het Christendom over en noemden zich toen Philips. Uit dit eslacbt zijn o.£ bekende lampenfabrikanten gesproten. Marx had drie dochters (hij had, naar ik meen. ook een zoon, die jong i6 gestorven^ Zij waren onderscheidelijk gehuwd met. Longuet, Paul Lafargue (beiden Franschenl en dr. A. Aveling (Engelsch). Zij zijn allen dood. Van de eerstgenoemde leeft een zoon, Jean Longuet. de bekende Fransche partij genoot. De beide anderen waren kinderloos ontbrekende niet lang op zich zal laten achten." „Dat zullen wij dan eens aan den rechter „Mij best. maar te voet ga ik er niet heen" De rijke bracht hem zijn muildier en daar Nasreddin nu zeide. dat het hem te kouii was, leende de ander hem ook nog een pels Zoo gingen zij naar den kadi en de rijke diende zijn klacht in. Nasreddin verdedigde zich, beweerde o.a. dat de ander een schraper en uitzuiger was Misschien", zoo besloot hij, ..zou hij wel willen beweren, dat de pels. die ik aan heb n de ezel waarop ik hier gekomen ben, hem ook toebehooron." „Zeker, dat is ook zoo," riep dc rijke man terstond, waarop dc rechter zóó overtuigd was van de valschheid der aanklacht, dat hij den rijke smadelijk de deur liet uitjagen Nasreddin had nu niet alleen 999 goudstuk ken, maar bovendien nog een pels en ecu muilezel. Eens ging de snaak naar eon bruilofts maal. Hij trok een oud. gescheurd kleed aan Niemand bemoeide ziel» met hem. Hij ging naar huis en verwisselde zijn oude plunje voor zijn beste gewaad. Reeds aan de deur kwam men hem nu tegemoet, men ontving hem met eerbewijzen en wees hem een plaats ann het hoard van de tafel aan. Do grappenmaker die <oeh ook wel heldere oogenblikken blijkt gehad tc hebben trok nu zijn opperkleed uit, spreidde dat voor zich uit op de tafel en begon alles wat daar op stond In te pakken. Vol verbazing zagen de gastheer zoowel als de gasten hem aan. en vroegen ten slotte: „Wat ga je nu be ginnen? Daarop antwoordde hij: Eerst kwam ik alleen en niemand bekommerde zich om mij Daarop kwam ik met dit fraaie overkleed, en toen werden mij alle mogelijke eerbe wijzen verleend. Blijkbaar werd deze eer dus aan mijn kleed bewezen, en nu zorg ik er voor, dat dit ook van den maaltijd kau genieten. Terwijl hij dit zeide bond hij het kleed dicht en ging met zijn buit naar huis, den gastheer en de overige fecstgenooten be schaamd achterlatende. De vreemde gast had hun een lesje gege ven, dat nu vijf, zes eeuwen, nog niet algemeen gekend wordt! HOOGE WATERSTAND. Ged. Staten hebben last gegeven, tengevolge van den hoogen waterstand in Friesland het prov. stoomgemaal by Lemmer in werking te stellen. Het boezemwater in deze provincie is thans 28 c.m. boven zomerpeil en gedurende de laatste week met 18 c.m. gestegen. HET ONGEVAL IN HET POSTKANTOOR TE AMSTERDAM. Zooals gemeld, is in het nieuwe postkantoor te Amsterdam een 21-jarige jongeman bij liet schoonmaken van de machine van de liftinstal- latie, tusschen deze machine bekneld geraakt en doodgedrukt. Omtrent dit ongeval vernemen \vy nog, dat de jongeman tusschen de tandraderen van de lift is bekneld geraakt. Deze tandraderen wa ren niet beschut, hetgeen een groot gevaar voor het bedienend personeel beteekent. De Ar beidsinspectie heeft ter plaatse een onderzoek doen instellen. EEN MOOIE WERKVERSCHAFFING Begin Januari zal aangevangen worden met de verbetering van de Boomvaart in den Cruijslandspolder in de sreineento Steenbergen en Kruisland (N.Br.), Ongeveer 300 man zullen hierdoor geruimen lijd werk hebben. OP DE TRAM VAN ZIJN PORTEFEUILLE BEROOFD. Een Antwerpsch diamantkoopman, die ta Amsterdam vertoefde en op reis was raar Ber- lijn, heeft by de politie aangifte gedaan, dat hy beroofd zou zyn van een groot bedrag aan diamanten en geld. Hij kwam met lijn 8 naat het Centraal Station en daar aangekomen be merkte hii, dat hij het slachtoffer was gewor den van een paar zakkenrollers, die zyn jas hadden opengesneden. De waarde van het ver dwenen geld en de diamanten en andere bijou terieën wordt door den aangever geschat op een bedrag van frs. 90.000. De man i? intus- schen alweer naar Antwerpen vertrokken. Nadruk verboden. 97. Ik zat te beven als een rietje, want ik begreep allang, dat het allemaal mijn schuld was: ik had immers vergeten, de kraan tc sluiten! O, jongens, daar kwam meester Muizenvreugd woedend het lokaal binnenplassen! Hij pakte me bij m'n ooren cn bracht me naar den zolder, waar hij me in een akelig hok opsloot. „Twee dag water en brood!" zei hij. 98. Nu. dat was een allesbehalve prettig vooruitzicht. Gelukkig was vlak boven mijn hoofd een raampje, dat open kon. begon dadelijk de omgeving alvast eens oji te nemen. Vlak onder het raam was üff waschlijn van mevrouw Muizenvreugd aan don muur bevestigd, en aan den overkant stond tegen liet huis van den meester een ladder. „Onthouden!" dacht ik. (Wordt Maandag vervolgd.J FEUILLETON LIEF EN LEED IN DE PASTORIE door BRIGITTE HOOFDSTUK I De dokter liep al naar de deur. toen Hans Fröhlich hem nog even terughield. „Dokter, eerlijk alstublieft: is er nog hoop?" De dokter wreef zich verlegen de handen. „Ja, in zekeren zin.... u als theoloog, u mag immere de hoop niet opgeven". „Hoe lang nog?" vroeg Hans zacht. „Volgens men6cheninzicht nog maar en kele uren, maar, als gezegd Hans sneed de verdere woorden van den dokter af met een kort hoofdknikken en gins in zijn kamer. Hij zette zich aan de schrijftafel en greep mechanisch naar de post, die nog afgehan deld moe6t worden. Maar de gedachten waren er niet bij. Dus, zoo wa6 het.morgen vroeg, mis schien vandaag al, was hij alleen. Zonder Ruth. Was het dan werkelijk waar? liet was alles zoo onwerkelijk. Enkele dagen geleden nog had ze bij hem gezeten, hier, m dezelfde kamer, en toen bad ze hem ver teld. lachend verteld, dat zij zich „zoo ake lig gesneden had". Eu dat zou haar dood worden. Hoe dwaas jwas het eigenlijk. Kwam dat werkelijk van God? Stil Hans, stil, je lastert immers. En hen jij dan de eenige, die zulk leed draagt? Heb je nog niet gister een jonge vrou^v mede begraven, en stond daar toen ook nijt een ontroostbare man bij het hulpelooze kindje, dat nog niet besefte wat dat alle maal beteekonde. die zwarte kist en de vele zwarte menschen, on dat «iet huilde, maar alleen angstig om zich heen keek, omdat het niet wist. dat het zelf hier het meest verloren had? Eu had je toen niet allerlei troostwoorden bij de hand? Roep zo terug. Hans, zoodat ze dcnzelfden dienst doen als gister bij je lotgenooten, die je toen zoo dankbaar de hand schudden. Hans tastte naar den Bijbel en sloeg hem onen, maar hij kon door zijn tronen niet lezen. Waartoe ook. Hij kende toch al die troostwoorden. Alzoo spreekt de Heere: „Bergen zullen wijken én heuvelen wankelen, maar mijn genadeen dan: .,Ik zal u troosten, zoo als een moeder troost, zal Ik u troosten". en: „Ik heb gedachten des vredes on niet des kwaads", en. als weer dot booze „Waarom?" komt. Han6, hoe zegt God het ook weer?: „Want zoo hoog dc Hemel is boven de aardeHans, Hans. kleine, kortzichtige mensch die je bent, wat mor je nog? Wat weet je van tien weg, dien God voor je beschikt heeft? Hans stond op. Hij was rustig geworden, rustig in God. Nu wilde hij naar Ruth gaon, en de laatste uren benutten, die God nog wilde schenken. Daar klonken heldere stemmetjes; een stommelen tegen de deur. die daarop open sprong. Hansje voerde als oudste het woord, maar alle drie waren ze verlegen. Want het was toch eigenlijk niet netjes, zoo maar bij va der binnen te loopen. „We willen alleen maar weten, wanneer we naar moeder toe mogen", gooide Hans er uit. „Het is net of ze weg i6". Hans drukte de drie jongenskopje6 dicht tegen zich aan. „Ja, jongens, moedertje zal spoedig voor goed weg zijn". „Ileelemaal weg", vroeg Frieder, „waar heen dan?" En Heller, het nestkuikentje, snikte kla gend: „Heller wil naar z'n lieve moeder". Hans streek troostend over de hoofdjes „Naar den lieven God gaat ze". „Naar don lieven God", kreet Frieder. Maar Hansje meende: „Hij zal moeder nco- dig hebben". „Ja. dat zal wel", zuchtte Hans; hij knik te de kinderen nog eens toe en dan ging hij naar het ziekenvertrek. De zuster stond op cn trok zich beschei den terug. Ruth'6 oogen lichtten op, toen zij haar man zag. „Goed, dat je komt", fluisterde zij, „Ga hier aau m'n bed zitten. Ik heb je nog heel veel te zeggen. Zeg eens eerlijk, hoe lang zal het nog duren?" Hans kon niet antwoorden, maar zij ver stond hem toch wel. „Ik was graag nog bij je gebleven cn .ook bij m'n jongens. Maar God zal bet wel we ten. Hoor nu 'e, ik heb alles bij mij zelf overlegd. Zul je dat ook doen?" „Alles, alles". „Nu. ik ben maar een heel dom vrouwtje geweest, neen, laat maar, het is goed. Maar weet je ik heb zooveel van je zorgen weg gelachen en rnet den Oberofarrerwas het al lang spaak geloopen wanneer ik er niet geweest waa. Weet je, hij meent het goed, Eerste geestelijke. en jij ook. Jullie bent nu eenmaal zoo, jullie Noordduitechers, de een geeft den ander niets toe. Goed is hij wel, maar hij is ook een verstokt bureaukraat, en daarom gaat het niet tusschen jullie betden. En daarom, ik 6meek je, hoor je Hans, wanneer ik nu niet meer bij je ben. dan moet je hier weggaan. Heb je pas weer niet een aan vraag gekregen van bet kerkelijk bestuur, of je geen lust had om Superintendent m op het platteland te worden?" Rutli zweeg, uitgeput. Hans' blik ru6tt» angstig op haar. „Ik heb je beloofd, alles te doen", zei bij, ..ach, wanneer heb ik je ooit iel6 geweigerd. Maar Ruth, m'n lieveling, wat moet ik op het land doen, ik ben immers een sUds- rnensch. En het ambt van Superintendent lijkt me ook niet. En ik hang aan mijn gemeente, dat weet je zelf ook". ..Tuist daarom, wanneer je het te gemak kelijk hebt. merk je veel meer dat je geen Ruth meer hebt. En dan zou het hier 'n hui6 te leeg voor je worden. Je doet bet toch?" Hans knikte stom. „En dan nog wat", zei ze moeilijk, „mijn zuster moet bij je komen. Je kent ze wei nauwelijks cn je houdt niet. van vrouwen van haar 600rt, ze is anders, omdat ze gestudeerd heeft. Maar voor de kinderen zal ze goed zijn. En ik zou het niet kunnen verdragen wanneer mijn jongetjes straks bij zoo'n juffrouw zouden zijn. die alles om geld doet. Dus, wanneer Dörte niet alleen klaar kan komen, dan haal je haar en te neemt geen juffrouw, ja?" Hans knikte. Ze sloot gerustgesteld de oogen. „Dan !s Hoofdleider het goed. Dan ben ik klaar". „Ileelemaal klaar?" vroeg Hans voor zichtig. „Ja. Hans. heelemoal. Kijk, wanneer er ooit wat was, wat voor mij te zwaar was, dan heb jij het voor mij gedaan, niet? En nu geloof ik dat de Heiland zoo ook is. Hij doet alles voor me, wat voor mij te zwaar is. Huil je? En zoo wil ik geheel getroost naar onzen Hemelschcn Vader gaan. Ik geloof, dat het voor Hem een vreugde moet zijn. wanneer iemand blij tot llem komt" Hans knikte en bleef stil bij haar zitten „Heb je geen pijn?" vroeg hij eindelijk. „Neen, heelemaal niet, de goede dokter heeft me spuitjes laten geven en de zustc» is ook lief. Ja, ik heb het goed". En toen er weer den uur voorbijgegaan was, was Hans alleen. En het was hem te moede alsof alle zonneschijn met haar uit zijn leven was verdwenen. Een frisecbe, zonnige Herfstzondag. In de groote kerk was iedere plaats reeds bezet, toon de klokken voor de eerste maal 'uidden. Dominee Hans Fröhlich hield he den zijn afscheidspredikatie. Toen hij voor het altaar trad, viel het hem moeilijk, zich goed te houden. Hij had al zoo veel meegemaakt, hier in deze kerk, de proefpredikatie, zijn eigen huwelijks bevestiging, de vele vele godsdienstoefenin gen, welke hij hier gehouden had. Ze had den een aand gevormd tusschen hem en de 2 meente, al kende hij velen er van slechts van gezicht. Dit kon haast niet anders in een grooiestadsgeroeente. Maar uit de kerk kende hij j allen, allen. Hij kende den ,ft*den man, die altijd rechts yun liet altaar, zat en het hoofd altijd gebogen droeg, als voelde hij een zware last en wiens oogen toch zoo blij konden oplichten onder da preek. Hij zocht de oude dame, die altijd in e*-n rolstoel naar de kerk gereden werd en vond haar op haar oude plaats. En van zoovelen kende hij ook het leven en het karakter, van allen die tot zijn parochie behoorden, en die eens ziek geweest waren, of die hij wel eens ambtshalve bezochi had. Ruth was een tiran, hoewel een lieve, mrir men moest toch haar wil doen. nu bij u n dood zooals vroeger in het leven. En hoevelen waren hij hem in huis geko men om raad of hulp. Ilij kende er zoo menigeen die zich als eenige onispanniug; het uur van de Bijhelbesprcking gunden. Neon, gemakkelijk was het niet, om hier vandaan te gaan. Toch. één plaat6 was leeg. In de «Joraineesbank zat de eerste predikant met zijn vrouw, maar, als volgens afspraak hadden ze de plaats vrijgelaten, waarop Ruth anders zat. Het leek llans. als amg >'r van deze plaats een leegte uit die zich ovsf de heele kerk legde. En hij verloor bijna Het gezang was uit. F.n hij begon: „In den Naam van den Vader en van don Zoon en den Heiligen Geest, onze hulp is van Hem, Die Hemel cn aarde gemaakt heeft De stem stokte. Door de gemeente ging een lichte ontroering. Zou hij niet verder kunnen lezen? Daarop klonk het helder *n krachtig door de kerk: ..Bergen zullen w.il wijken cn heuvelen wankelen, maar Mijn genade zal niet van u wijken, spreekt <is Heer, Uw Verlosser", (Wordt vervolgd^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 9