\zon\ancl
aa<
PIEPNEUS EN BIBBERSNOET
VRIJDAG 2 JANUARI 1931 DERDE BLAD PAG 9
Leger en Vloot.
LANDMACHT
Bü Kon. besluit van 24 December is, met In
gang van 1 Januari 1931, benoemd, by het
reserve-personeel der landmacht, bij het wapen
der artillerie, tot reserve-majoor bij zijn tegen
woordig korps de reserve-kapitein J. W. 13 u t-
jier, van het 3de regiment veld-artillerie.
Bij Kon. besluit van 24 December is, met in
gang van 1 Januari 1931, aan den reserve-lui
tenant-kolonel W. van Ingen Schouten
van het 8ste regiment infanterie, op het daar
toe door hem gedaan verzoek, een eervol ont
slag verleend uit den militairen dienst.
Bü Kon. beslui* van 24 dezer is, met ingang
van 1 Januari 1931:
L op het daartoe door hen gedaan verzoek,
«en eervol ontslag verleend uit den militairen
dienst, aan de reserve-eerste-luitenants A. E.
Leo, van het 4de regiment infanterie, T. d e
Jager, van het 10de regiment infanterie,
R. Dozy, van het 1ste regiment infanterie,
en F. S t a u d t, van het 12de regiment infan
terie.
II. een eervol ontslag verleend uit den mi
litairen dien6t aan de reservc-eerste-luite-
namts N. v. Zanten en J. C. Mulder
beiden van het regiment grenadiers; L. P
Goud en A. G. H. Nurks, beiden van het
regiment jagers; H. A. H. M. We mm er-
slag er, van het 10de reg. inf.; D. J. K.
v O v e r v e e n en K v. Z a n e n, beiden van
het öde reg. inf.; F. H. v. d. Ho e k, van hefc
8ste reg. inf.; A. v. d B 1 ij, van het 11de reg.
inf.. en P. Wisse, van het 14de reg. inf.
Bij Kon. besl. van 24 dezer zijn benoemd;
I. bij het wapen der infanterie, bij den
Staf van bet wapen, met ingang van 16 Jan.
1831, tot generaal-majoor, de kolonel J. H.
Hardenberg, van dien 6taf, inspecteur
yan het. wapen;
II. bij bet wapen der genie:
a. tot commandant van het reg. genie
troepen, de kolonel G. C. Beltman, van
den 6taJ der genie, commandant in het l6te
genie-commandement, zulks onder eervolle
ontheffing uit zijn tegenwoordig commando;
b. tot kolonel bij den staf van bet wapen,
commandant in het 1ste genie-oommande
ment, de luitenant-kolonel J, C. Harde
man, van den 6taf ven he wapen;
c. tot luitenant-kolonel bij het regiment
genietroepen de majoor P. W. Scharroo,
van dit korps; j
d. tot majoor bij het reg. genietroepen de
kapitein A. L. Thierens, van den staf
.van het wapen;
III. bij het reserve-personeel der land
macht:
a. bij het wapen der genie, tot reserve-
majoor bij bet reg. genietroepen de reserve
kapitein G. A. Meijer, van dit korps;
b. bij het peroneel van den geneeskundi
gen dienst, bij den militairen pharmaceutic
schen dienst, met ingang van 23 Jan. 1931.
tot reserve-militaire-apotheker der eerste
klasse de reaerve-mtilitaire-apothekor deir
tweede klasse J. B e k e r.
Bij Kon. besl. van 29 Dec., op het daartoe
door hen gedaan verzoek, een eervol ontslag
als zoodanig uit den militairen dienst ver
I. met ingang van 1 Jan. 1931, aan den
reserve-eerste-luitcnant dr. H. F. J. Wes
ter veld, van het 3de reg. veldart.;
II. met ingang van den datum van dit be
sluit, aan de reserve-eerste-luitenants F. K.
F. Keuker, van het 18de reg. inf.; .T. J. v.
Velthuyzen, van het 1ste reg. onber.
art., cn J. G. H. N. Ruth, van het 2de reg
veldartillerie;
Bij Kon. besl. van 29 Dec. is aan de reser-
▼e-eerete-luitenants P. A. Snijders, van
hef 7de reg. veldart-; J. F. W. v. d e Water,
van het lste reg. veldart.; J. R. Oosten
rijk, van het 6de reg inf., on C. R. Hoe k,
van hot reg. kustart., op het daartoe door
hen gedaan verzoek, een eervol ontslag al6
zoodanig verleend uit don militairen diens^
Bij Kan. best, van 29 Dep. zijn, met in
gang van 1 Jan. 1931, benoemd, bij het
re6erve-pensoneel der landmacht, bij het
wapen der artillerie, bij den staf van dat
wapen, tot reserve-tweede-luitenant voor
speciale diensten, de heeren ir. F. J. P h i-
liüsen ir. P. L. Blanken, zulks met de
bepaling, dat voornoemde reserve-tweede-
luitenante voor speciale diensten bestemd
zijn voor den dienst bij de Artillerie-Inrich
tingen.
Bij Kon. besl. van 29 Dec. de benoemd, bi]
het reserve-personeel der landmacht, bij
het personeel van den geneeskundigen
chenM. tot reserve-officier van gezondheid
den tweede klasse, de heer dr. G. A. M e t z,
HOSPITAAL-SOLDATEN.
Naar gemeld wordt bestaan er ernstige
plannen om te komen tot oprichting
een vijfde compagnie hospitaal-soldaten, die
meer speciaal opleiding zullen ontvangen
in het behandelen van gaszieken. Deze
compagnie zou worden ondergebracht in do
Damlust-kazeme te Utrecht, waar, behalve
de lste en 2de compagnie hospitaal-solda-
icn, ook de militaire gasschool ligt.
HERHALINGSOEFENINGEN IN 1931.
In 1931 zullen voor herhalingsoefeningen
onder de wapenen worden geroepen: van
de régimenten infanterie (waaronder begre
pen het regiment grenadiers en het regi
ment jagers), de compagnieën hospitaal
soldaten (met uitzondering van de zieken
verplegers) de lichtingen 1926 en 1928; van
het regiment wielrijders, de schoolcompag-
nie van den motordienst, de regimenten on
bereden artillerie, het regiment kustartille-
rie, het korps luchtdoel-artillerie, het regi
ment genietroepen, de schoolcompagnie tor-
BIJ 'T BEGIN
den nieuwen weg
pedisten en de compagnie Intendance-troe
pen de lichtingen 1925 en 192S; van de
schoolcompagnie pontonniers de lichting
1925, de derde ploeg der lichting 1927 en do
le cn 2e ploeg der lichting 1928; van de
regimenten huzaren, de regimenten veld
artillerie, het korps rijdende artillerie en
de treinafdeelingen der artillerie-brigades
de lichtingen 1925 en 1923.
F. C. J. SNEEP, t
Gep. kapitein by het Indische leger F. C. J.
Sneep is gister te Uccle bij Brussel overleden.
Hij verwierf bekendheid in vliegerskringen en
was de laatste jaren als administrateur bij de
Rotterdamsche Lloyd werkzaam.
OUD-LUITEN ANT-GENERAAL
W. G. F. SNIJDERS, f
In den ouderdam van S3 jaar is Woens
dag overleden de gepens. luitenant-generaal
W. G. F. Snijders, oud-inspecteur der in
fanterie.
De heer Snijders trad in Juli 1S67 als
tweede-luitenant in dienst bij het 6do regi
ment infanterie. Hij was veel bij den gcnc-
ralen staf en aan het Departement van Oor
log werkzaam. In 1894* werd hij kolonel en
3 jaar later belast met het commando van
het lste regiment.
In hetzelfde jaar zag hij zich benoemd
tot generaal-majoor, commandant der 3do
divisie. Vijf jaar later, in 1902, werd hij
luik-generaal en inspecteur der infanterie
Met ingang van 1 November 1905 werd
hem op zijn verzoek een eervol ontslag uil
den militairen dienst verleend.
Generaal Snijders was een bekwaam of
ficier. Als inspecteur had men respect voor
hem. Hij zag alles.
De teraardebestelling van het stoffelijk
overschot zal Zaterdagmiddag kwart over
twee plaats hebben op de algemeene be
graafplaats te Den Haag.
Uit Oost-Indië
DE MERAPI-RAMP
Vluchtelingen kunnen teingkeeren.
MAGELANG, 31 Dec. (Aneta). De Merapi
is thans rustig, de laharstroomen eveneens.
Dinsdagochtend is men begonnen met ont
miming van de vijf gehuchten ten Noorden
van Semowo, in verband met het feit, dat
de Merapi weder bezig is met vorming van
een spleet, zooals die waaruit eertijds ver
schroeiende luchtstroomen werden uitge-
stooten. Voorts werd ontruimd de streek
ten Zuiden van Balang, wegens de nog be
staande lahardreiging. De terugkeer van
Javanen naar gevaarlooze streken wordt
thans niet langer verhinderd. Een groot
deel der herghelling zal echter permanent
ontruimd blijven, in verband waarmede
eventueel zal worden overgegaan tot be-
bossching.
Te Maron moet waarschijnlijk worden
overgegaan tot verbranding van de lijken
van menschen en «dieren, die daar reeds
tien dagen boven aarde liggen.
Voorbereidingen worden getroffen voor
emigratie van dakloos gewordencn naar de
Lampongs en elders met steunverleening
voor het opzetten .van een nieuw land
bouwbedrijf.
MAGELANG, 2 Jan. (Aneta). Een betreu
renswaardig verschijnsel is, dat het door de
uitbarsting van de Merapi getroffen gebied
fungeert als magneet voor het geboefte uit
de geheel e omgeving. Eergisteren werden
weer «4 personen gearresteerd, terwijl de
militairen allerwege hinderlagen leggen om
het gespuis in handen te krijgen. Het aantal
militairen, momenteel vijf compagnieën be
dragend, zal in den loop van de volgende
week vermoedelijk worden verminderd, aan
gezien alsdan volstaan kan worden met
twee compagnieën. De politiesterkte zal
eveneens gedeeltelijk worden ingekrompen,
zoodat waarschijnlijk de uit Oengarang af
komstige menschen zullen worden terug
gezonden.
Uit West-Indië.
wat Wils.
EEN MOSLIMSCHE TUL UILENSPIEGEL
DE VAN GALEN.
Naar De Weet meldt wordt de torpedo
jager Van Galen in Februari of Maart a.e.
op Curasao vervangen door een ander oor
logeechip. De Van Galen gaat naar Indië,
doch het i6 waarschijnlijk, dat de boot al-
'orene de groote reis te aanvaarden, nog
maals een bezoek zal brengen aan Surina-
Gemengd Nieuws.
Iedereen heeft wel eens gehoord van dn
snakerijen van Tijl Uilenspiegel, die bv.
door het al te letterlijk opvolgen van he
velen, groote schade aanrichtte. Minder be
kend is het, dat er behalve deze Germaan
sche, ook een Oostersche of Mohammedaan-
sche Uilespiegel moet hebben l»estaan.
Tegen het einde van dc veertiend© eeuw
zou hij in Anatolië geleefd hebben. Hij
wordt Chodscha Nazreddin genoemd, doch
is ook bekend onder den naam Molloh Nas-
reddin. Beide woorden beteekenen in het
Turksch en het Arabisch ongeveer hetzelfde.
Het is de algemeene benaming voor allerlei
priesters.
Zijn snakerijen worden nog in geheel Tur
kije verteld en ze zijn zelfs bekend in Ara-
bië, Koerdistan cn Perzië. Niet alles wat er
van hem wordt verhaald, is geschikt hier
weer te geven. Doch een paar verhalen
mogen als proeve dienon van de daden van
dezen Oosterschen Tijl.
Zooals gezegd, was hij een Moliammc-
daansch priester en een tijdlang was hij ge
woon 's avonds hardop tot Allah te bidden
om duizend goudstukken. „Maar" voegde
hij er bij „er mag geen enkel aan ontbreken
anders neem ik ze niet aan."
We spreken hier nu niet over de waarde
en het karakter van dit „gebed". De geschic
denis vertelt verder, dat zijn huurman, die
zeer rijk was, op zekeren avond dit gebed
hoorde. Om Nasreddin op de proef te stellen
en een grap met hem tc hebben, telde hij
999 goudstukken in een zak en liet dien 's
nachts in zijn slaapkamer gooien. Toen Nas
reddin dien zak 's morgens vond, was hij
zeer in zijn schik. „Mijn bede is verhoord"
dacht hij. Spoedig ging hij aan het tellen
cn merkte hij, dat er één goudstuk aan de
duizend ontbrak. „Dat is een vergissing",
zei hij, „doch het komt wel in orde. Wie
mij dit gaf zal ook het ontbrekende wel be
zorgen."
Al vroeg in den morgen kwam de rijko
buurman bij hem binnen en zei: „Ik wensch
je een goeden morgen, Nasreddin; geef nrij
nu maar gauw mijn goudstukken weer, die
ik vannacht voor de grap in je kamer gooi
de. want er ontbreekt één aan de duizend"
Nasreddin antwoordde echter: „Ik houd
niet van zulke grappen. Ik heb Allah er om
gevraagd en ik ben er van overtuigd, dat
ze mij van hem zijn toegevallen en dat het
B ATA VLA, 31 December (Aneta). De ge
legenheid voor het voeren van Kerst- er
Nieuwjaars-radio-telefoongesprekken, heeft
dit jaar een dusdanig succes, dat er thans
reeds 500 zijn afgehandeld.
BLOEDIG DRAMA OP K. P. M.-BOOT.
TANDJONG PRIOK, 31 Dec. (Aneta). Dins
dagochtend om acht uur heeft een bloedig
drama plaats gehad aan boord van de
„Van Cloon" van de Kon. Paketvaart Maat
schappij, in de eerste binnenhaven te Priok.
Een Javaansche djoeroemoedi (roerganger),
Paawi geheeten, werd boos over een schrob
beering van den eersten stuurman, den heer
Gelly. Hij trok een mes en bracht den lieer
Gelly een steek in den buik en andere won
den toe. De vierde stuurman, de heer Sigie,
die ter hulp snelde, kreeg eveneens steek
wonden, doch van minder ernstigen aard.
De amokmakcr snelde daarop naar de hut
van den kapitein, den heer De Weerd, die
door het luid geroep van de toeschouwers
gealarmeerd werd. Hij wist den amokmaker
te overmeesteren en hem in de kaartenka-
mor op to sluiten.
De gewonden werden verbonden door Dr.
van Leent» waarna zij naar het hospitaal
werden overgebracht. De amokmaker Paa
wi werd gearresteerd. Hij toonde geen be
rouw te hebben en verklaarde mata glap
(doldriftig) te zijn geworden.
AMOKMAKER DOODT TWEE KOELIES.
BANDA NAIRA, 31 December (Aneta.) Een
amokmaker doodde twee koelies en ver
wondde vijf anderen op het eiland Run in
de Banda-groep.
AUTO-ONGELUK EISCHT DOODEN.
MED AN, 2 Januari (Aneta). Een auto
waarin gezeten waren de planters S. Sieber,
Rolaka Schiess en Robert Allan Douglas,
allen werkzaam op de onderneming Siboe-
lan van de Rubbermaatschappij „Siboelan"
to Medan, geraakte in de rivier. Alle drie
inzittenden verdronken.
HINDERLIJK VOLGEN
Werkloozen te Amersfoort, die gevraagd
hadden als volksteller te mogen dienst
doen, maken zich nu druk met het hinder
lijk volgen van de volkstellers. In sommige
wijken, speciaal waar sociaal-democraten
al6 volkstellers werkzaam zijn, moet de po
litie de tellers begeleiden.
DÊN SCHEDEL VERBRIJZELD.
Op het ladingsterrein van het Hollandsche
Spoorstation te Den Haag is, doordien var
voertuig, geladen met heipalen, een yzeren
bout brak, de 23-jarige W. F. S. door vallende
palen zoodanig aan den schedel getroffen, dat
hij eenige oogenblikken later is overleden.
HAAR KIND VERMOORD.
Te 's-Gravenhage is door de politie aange
houden een 24-jarige gescheiden vrouw,
dacht een kind waaraan zy in den nacht het
leven schonk, te hebben gedood. De vrou\
kent, dat het kind heeft geleefd, doch beweert
dat het kind een natuurlijken dood stierf, waar
na z(j het in doeken gewikkeld in een der grach
ten heeft geworpen. Dreggen heeft tot nu toe
geen resultaat opgeleverd.
TUSSCHEN EEN MACHINE
VERMORZELD
Te Amsterdam is in het nieuwe postkan-
foor een doodelijk ongeval gebeurd. Een 21-
jarige jongeman, die op de bovenverdieping
van het gebouw bezig was met het schoon
maken van de machina van de steeds door
draaiende liften, is tusscben deze machino
bekneld geraakt en verpletterd.
KARL MARX EN PHILIPS
Had Karl Marx, de grondlegger van
communisme cn socialisme kinderen?
Hierop antwoordt Ilcnri Polak in „Het
Volk";
De moeder van Karl Marx was een Hol
landsche, heette Presburg cn was afkomstig
uit Zaltbommel. Deze Presburgs gingen later
tot het Christendom over en noemden zich
toen Philips. Uit dit eslacbt zijn o.£
bekende lampenfabrikanten gesproten.
Marx had drie dochters (hij had, naar ik
meen. ook een zoon, die jong i6 gestorven^
Zij waren onderscheidelijk gehuwd met.
Longuet, Paul Lafargue (beiden Franschenl
en dr. A. Aveling (Engelsch). Zij zijn allen
dood. Van de eerstgenoemde leeft een zoon,
Jean Longuet. de bekende Fransche partij
genoot. De beide anderen waren kinderloos
ontbrekende niet lang op zich zal laten
achten."
„Dat zullen wij dan eens aan den rechter
„Mij best. maar te voet ga ik er niet heen"
De rijke bracht hem zijn muildier en daar
Nasreddin nu zeide. dat het hem te kouii
was, leende de ander hem ook nog een pels
Zoo gingen zij naar den kadi en de rijke
diende zijn klacht in.
Nasreddin verdedigde zich, beweerde o.a.
dat de ander een schraper en uitzuiger was
Misschien", zoo besloot hij, ..zou hij wel
willen beweren, dat de pels. die ik aan heb
n de ezel waarop ik hier gekomen ben,
hem ook toebehooron."
„Zeker, dat is ook zoo," riep dc rijke man
terstond, waarop dc rechter zóó overtuigd
was van de valschheid der aanklacht, dat
hij den rijke smadelijk de deur liet uitjagen
Nasreddin had nu niet alleen 999 goudstuk
ken, maar bovendien nog een pels en ecu
muilezel.
Eens ging de snaak naar eon bruilofts
maal. Hij trok een oud. gescheurd kleed aan
Niemand bemoeide ziel» met hem. Hij ging
naar huis en verwisselde zijn oude plunje
voor zijn beste gewaad. Reeds aan de deur
kwam men hem nu tegemoet, men ontving
hem met eerbewijzen en wees hem een
plaats ann het hoard van de tafel aan. Do
grappenmaker die <oeh ook wel heldere
oogenblikken blijkt gehad tc hebben trok
nu zijn opperkleed uit, spreidde dat voor
zich uit op de tafel en begon alles wat daar
op stond In te pakken. Vol verbazing zagen
de gastheer zoowel als de gasten hem aan.
en vroegen ten slotte: „Wat ga je nu be
ginnen?
Daarop antwoordde hij: Eerst kwam ik
alleen en niemand bekommerde zich om mij
Daarop kwam ik met dit fraaie overkleed,
en toen werden mij alle mogelijke eerbe
wijzen verleend. Blijkbaar werd deze eer
dus aan mijn kleed bewezen, en nu zorg ik
er voor, dat dit ook van den maaltijd kau
genieten.
Terwijl hij dit zeide bond hij het kleed
dicht en ging met zijn buit naar huis, den
gastheer en de overige fecstgenooten be
schaamd achterlatende.
De vreemde gast had hun een lesje gege
ven, dat nu vijf, zes eeuwen, nog niet
algemeen gekend wordt!
HOOGE WATERSTAND.
Ged. Staten hebben last gegeven, tengevolge
van den hoogen waterstand in Friesland het
prov. stoomgemaal by Lemmer in werking
te stellen. Het boezemwater in deze provincie
is thans 28 c.m. boven zomerpeil en gedurende
de laatste week met 18 c.m. gestegen.
HET ONGEVAL IN HET POSTKANTOOR
TE AMSTERDAM.
Zooals gemeld, is in het nieuwe postkantoor
te Amsterdam een 21-jarige jongeman bij liet
schoonmaken van de machine van de liftinstal-
latie, tusschen deze machine bekneld geraakt
en doodgedrukt.
Omtrent dit ongeval vernemen \vy nog, dat
de jongeman tusschen de tandraderen van de
lift is bekneld geraakt. Deze tandraderen wa
ren niet beschut, hetgeen een groot gevaar
voor het bedienend personeel beteekent. De Ar
beidsinspectie heeft ter plaatse een onderzoek
doen instellen.
EEN MOOIE WERKVERSCHAFFING
Begin Januari zal aangevangen worden
met de verbetering van de Boomvaart in
den Cruijslandspolder in de sreineento
Steenbergen en Kruisland (N.Br.), Ongeveer
300 man zullen hierdoor geruimen lijd
werk hebben.
OP DE TRAM VAN ZIJN PORTEFEUILLE
BEROOFD.
Een Antwerpsch diamantkoopman, die ta
Amsterdam vertoefde en op reis was raar Ber-
lijn, heeft by de politie aangifte gedaan, dat
hy beroofd zou zyn van een groot bedrag aan
diamanten en geld. Hij kwam met lijn 8 naat
het Centraal Station en daar aangekomen be
merkte hii, dat hij het slachtoffer was gewor
den van een paar zakkenrollers, die zyn jas
hadden opengesneden. De waarde van het ver
dwenen geld en de diamanten en andere bijou
terieën wordt door den aangever geschat op
een bedrag van frs. 90.000. De man i? intus-
schen alweer naar Antwerpen vertrokken.
Nadruk verboden.
97. Ik zat te beven als een rietje, want ik
begreep allang, dat het allemaal mijn
schuld was: ik had immers vergeten, de
kraan tc sluiten! O, jongens, daar kwam
meester Muizenvreugd woedend het lokaal
binnenplassen! Hij pakte me bij m'n ooren
cn bracht me naar den zolder, waar hij me
in een akelig hok opsloot. „Twee dag
water en brood!" zei hij.
98. Nu. dat was een allesbehalve prettig
vooruitzicht. Gelukkig was vlak boven
mijn hoofd een raampje, dat open kon.
begon dadelijk de omgeving alvast eens oji
te nemen. Vlak onder het raam was üff
waschlijn van mevrouw Muizenvreugd aan
don muur bevestigd, en aan den overkant
stond tegen liet huis van den meester een
ladder. „Onthouden!" dacht ik.
(Wordt Maandag vervolgd.J
FEUILLETON
LIEF EN LEED IN DE PASTORIE
door BRIGITTE
HOOFDSTUK I
De dokter liep al naar de deur. toen Hans
Fröhlich hem nog even terughield.
„Dokter, eerlijk alstublieft: is er nog
hoop?"
De dokter wreef zich verlegen de handen.
„Ja, in zekeren zin.... u als theoloog, u
mag immere de hoop niet opgeven".
„Hoe lang nog?" vroeg Hans zacht.
„Volgens men6cheninzicht nog maar en
kele uren, maar, als gezegd
Hans sneed de verdere woorden van den
dokter af met een kort hoofdknikken en
gins in zijn kamer.
Hij zette zich aan de schrijftafel en greep
mechanisch naar de post, die nog afgehan
deld moe6t worden.
Maar de gedachten waren er niet bij.
Dus, zoo wa6 het.morgen vroeg, mis
schien vandaag al, was hij alleen. Zonder
Ruth. Was het dan werkelijk waar? liet
was alles zoo onwerkelijk. Enkele dagen
geleden nog had ze bij hem gezeten, hier,
m dezelfde kamer, en toen bad ze hem ver
teld. lachend verteld, dat zij zich „zoo ake
lig gesneden had".
Eu dat zou haar dood worden. Hoe dwaas
jwas het eigenlijk. Kwam dat werkelijk van
God? Stil Hans, stil, je lastert immers. En
hen jij dan de eenige, die zulk leed draagt?
Heb je nog niet gister een jonge vrou^v
mede begraven, en stond daar toen ook nijt
een ontroostbare man bij het hulpelooze
kindje, dat nog niet besefte wat dat alle
maal beteekonde. die zwarte kist en de vele
zwarte menschen, on dat «iet huilde, maar
alleen angstig om zich heen keek, omdat
het niet wist. dat het zelf hier het meest
verloren had? Eu had je toen niet allerlei
troostwoorden bij de hand? Roep zo terug.
Hans, zoodat ze dcnzelfden dienst doen als
gister bij je lotgenooten, die je toen zoo
dankbaar de hand schudden.
Hans tastte naar den Bijbel en sloeg hem
onen, maar hij kon door zijn tronen niet
lezen. Waartoe ook. Hij kende toch al die
troostwoorden.
Alzoo spreekt de Heere: „Bergen zullen
wijken én heuvelen wankelen, maar mijn
genadeen dan: .,Ik zal u troosten, zoo
als een moeder troost, zal Ik u troosten".
en: „Ik heb gedachten des vredes on niet
des kwaads", en. als weer dot booze
„Waarom?" komt. Han6, hoe zegt God
het ook weer?: „Want zoo hoog dc Hemel
is boven de aardeHans, Hans. kleine,
kortzichtige mensch die je bent, wat mor
je nog? Wat weet je van tien weg, dien God
voor je beschikt heeft?
Hans stond op. Hij was rustig geworden,
rustig in God. Nu wilde hij naar Ruth
gaon, en de laatste uren benutten, die God
nog wilde schenken.
Daar klonken heldere stemmetjes; een
stommelen tegen de deur. die daarop open
sprong.
Hansje voerde als oudste het woord, maar
alle drie waren ze verlegen. Want het was
toch eigenlijk niet netjes, zoo maar bij va
der binnen te loopen.
„We willen alleen maar weten, wanneer
we naar moeder toe mogen", gooide Hans
er uit. „Het is net of ze weg i6".
Hans drukte de drie jongenskopje6 dicht
tegen zich aan. „Ja, jongens, moedertje zal
spoedig voor goed weg zijn".
„Ileelemaal weg", vroeg Frieder, „waar
heen dan?"
En Heller, het nestkuikentje, snikte kla
gend: „Heller wil naar z'n lieve moeder".
Hans streek troostend over de hoofdjes
„Naar den lieven God gaat ze".
„Naar don lieven God", kreet Frieder.
Maar Hansje meende: „Hij zal moeder nco-
dig hebben".
„Ja. dat zal wel", zuchtte Hans; hij knik
te de kinderen nog eens toe en dan ging hij
naar het ziekenvertrek.
De zuster stond op cn trok zich beschei
den terug. Ruth'6 oogen lichtten op, toen
zij haar man zag.
„Goed, dat je komt", fluisterde zij, „Ga
hier aau m'n bed zitten. Ik heb je nog heel
veel te zeggen. Zeg eens eerlijk, hoe lang
zal het nog duren?"
Hans kon niet antwoorden, maar zij ver
stond hem toch wel.
„Ik was graag nog bij je gebleven cn .ook
bij m'n jongens. Maar God zal bet wel we
ten. Hoor nu 'e, ik heb alles bij mij zelf
overlegd. Zul je dat ook doen?"
„Alles, alles".
„Nu. ik ben maar een heel dom vrouwtje
geweest, neen, laat maar, het is goed. Maar
weet je ik heb zooveel van je zorgen weg
gelachen en rnet den Oberofarrerwas het
al lang spaak geloopen wanneer ik er niet
geweest waa. Weet je, hij meent het goed,
Eerste geestelijke.
en jij ook. Jullie bent nu eenmaal zoo, jullie
Noordduitechers, de een geeft den ander
niets toe. Goed is hij wel, maar hij is ook
een verstokt bureaukraat, en daarom
gaat het niet tusschen jullie betden. En
daarom, ik 6meek je, hoor je Hans, wanneer
ik nu niet meer bij je ben. dan moet je hier
weggaan. Heb je pas weer niet een aan
vraag gekregen van bet kerkelijk bestuur,
of je geen lust had om Superintendent m
op het platteland te worden?"
Rutli zweeg, uitgeput. Hans' blik ru6tt»
angstig op haar.
„Ik heb je beloofd, alles te doen", zei bij,
..ach, wanneer heb ik je ooit iel6 geweigerd.
Maar Ruth, m'n lieveling, wat moet ik op
het land doen, ik ben immers een sUds-
rnensch. En het ambt van Superintendent
lijkt me ook niet. En ik hang aan mijn
gemeente, dat weet je zelf ook".
..Tuist daarom, wanneer je het te gemak
kelijk hebt. merk je veel meer dat je geen
Ruth meer hebt. En dan zou het hier 'n
hui6 te leeg voor je worden. Je doet bet
toch?"
Hans knikte stom.
„En dan nog wat", zei ze moeilijk, „mijn
zuster moet bij je komen. Je kent ze wei
nauwelijks cn je houdt niet. van vrouwen
van haar 600rt, ze is anders, omdat ze
gestudeerd heeft. Maar voor de kinderen
zal ze goed zijn. En ik zou het niet kunnen
verdragen wanneer mijn jongetjes straks
bij zoo'n juffrouw zouden zijn. die alles om
geld doet. Dus, wanneer Dörte niet alleen
klaar kan komen, dan haal je haar en te
neemt geen juffrouw, ja?"
Hans knikte.
Ze sloot gerustgesteld de oogen. „Dan !s
Hoofdleider
het goed. Dan ben ik klaar".
„Ileelemaal klaar?" vroeg Hans voor
zichtig.
„Ja. Hans. heelemoal. Kijk, wanneer er
ooit wat was, wat voor mij te zwaar was,
dan heb jij het voor mij gedaan, niet? En
nu geloof ik dat de Heiland zoo ook is. Hij
doet alles voor me, wat voor mij te zwaar
is. Huil je? En zoo wil ik geheel getroost
naar onzen Hemelschcn Vader gaan. Ik
geloof, dat het voor Hem een vreugde moet
zijn. wanneer iemand blij tot llem komt"
Hans knikte en bleef stil bij haar zitten
„Heb je geen pijn?" vroeg hij eindelijk.
„Neen, heelemaal niet, de goede dokter
heeft me spuitjes laten geven en de zustc»
is ook lief. Ja, ik heb het goed".
En toen er weer den uur voorbijgegaan
was, was Hans alleen. En het was hem te
moede alsof alle zonneschijn met haar uit
zijn leven was verdwenen.
Een frisecbe, zonnige Herfstzondag.
In de groote kerk was iedere plaats reeds
bezet, toon de klokken voor de eerste maal
'uidden. Dominee Hans Fröhlich hield he
den zijn afscheidspredikatie.
Toen hij voor het altaar trad, viel het
hem moeilijk, zich goed te houden. Hij had
al zoo veel meegemaakt, hier in deze kerk,
de proefpredikatie, zijn eigen huwelijks
bevestiging, de vele vele godsdienstoefenin
gen, welke hij hier gehouden had. Ze had
den een aand gevormd tusschen hem en de
2 meente, al kende hij velen er van slechts
van gezicht. Dit kon haast niet anders in
een grooiestadsgeroeente. Maar uit de kerk
kende hij j allen, allen. Hij kende den
,ft*den man, die altijd rechts yun liet altaar,
zat en het hoofd altijd gebogen droeg, als
voelde hij een zware last en wiens oogen
toch zoo blij konden oplichten onder da
preek.
Hij zocht de oude dame, die altijd in e*-n
rolstoel naar de kerk gereden werd en vond
haar op haar oude plaats. En van zoovelen
kende hij ook het leven en het karakter,
van allen die tot zijn parochie behoorden,
en die eens ziek geweest waren, of die hij
wel eens ambtshalve bezochi had. Ruth
was een tiran, hoewel een lieve, mrir
men moest toch haar wil doen. nu bij u n
dood zooals vroeger in het leven.
En hoevelen waren hij hem in huis geko
men om raad of hulp. Ilij kende er zoo
menigeen die zich als eenige onispanniug;
het uur van de Bijhelbesprcking gunden.
Neon, gemakkelijk was het niet, om hier
vandaan te gaan. Toch. één plaat6 was leeg.
In de «Joraineesbank zat de eerste predikant
met zijn vrouw, maar, als volgens afspraak
hadden ze de plaats vrijgelaten, waarop
Ruth anders zat. Het leek llans. als amg >'r
van deze plaats een leegte uit die zich ovsf
de heele kerk legde. En hij verloor bijna
Het gezang was uit. F.n hij begon: „In
den Naam van den Vader en van don Zoon
en den Heiligen Geest, onze hulp is van
Hem, Die Hemel cn aarde gemaakt heeft
De stem stokte. Door de gemeente ging
een lichte ontroering. Zou hij niet verder
kunnen lezen? Daarop klonk het helder *n
krachtig door de kerk: ..Bergen zullen w.il
wijken cn heuvelen wankelen, maar Mijn
genade zal niet van u wijken, spreekt <is
Heer, Uw Verlosser",
(Wordt vervolgd^