HANDWERKEN ~§fcr 'h VirCMW) Als broertje niet eten wil SINT SILVESTER MODE - VAKSCHOLEN Wat een ongenoegen, wat een gezeur en yerdriet het alle dagen aan tafel geven kan, wanneer een of meer der kleuters niet eten wil, dat weten we allemaal. Je zou zoo'n klein dwingelandje altijd zijn eene lievelingskostje moeten voorzetten, maar dat gaat nu eenmaal niet in een huls- houden, en bovendien zou het niet eens goed zijn voor het kind. Wat dan? In het kleine, maar kostelijke boekje „Brie ven aan Ouders", dat we hier vroeger al eens bespraken schrijft mevrouw Ja cobs—Ariens over deze kwestie. Ze heeft het over een slecht-etend Jaapje, en zegt: Hij krijgt nog wel zoo eenmaal „tusschen- in" te eten, omdat U zoo bang bent, dat hij niet genoeg krijgt? En U geeft hem immera ook nog een paar keer een kroesje melk? 't Is wel jammer, dat hij zoo zeurt net al tijd als Vader moe thuis komt van zijn werk en als 't nu juist gezellig kon zijn met allen rond de tafel aan een smakelijk maal. Weet U wat, als Jaapje niet ziek is en be hoorlijk slaapt, lang genoeg voor zijn leef tijd, probeer dan eens om alle hapjes en koekjes en bekertjes melk „tusschcnin" af t« schaffen, maar dan ook alles, en kijk eens of hij dan niet lekker mee gaat bikken. U zorgt toch pok, dat hij genoeg frissche lucht krijgt? Dat zal hem zoo edht hongerig maken. Als uw Jaapje nóg niet gaat eten, ls er nog één middel en dat is: hem zijn gang la ten gaan! „Jaapje mag blijven spelen, die heeft geen honger, Vader". „Natuurlijk, Moeder, als Je geen honger hébt, moet je nooit eten". Ik ben zeker, dat Jaapje na twee maaltij den al genoeg heeft van zijn vastkuur en met groote happen zijn bordje leeg eet Neen, er is nóg een mogelijkheid: Jaapje ik&n geen honger hebben, omdat ihij niet iederen dag behoorlijk groote schoonmaak houdt Let U er eens op, hoe 't daarmee staat Jaapje moet iederen dag, bij voorkeur op denzelfden tijd, die plicht ten opzicht* van zijn eigen lichaampje leeren vervullen. En kost dat moeite, dan geeft U hem maar eens wat smeermiddeltjes, als hij flink* tan den heeft kan hij rauwe worteltja* by de boterham knabbelen, of wat gekookt* vijgen of U vraagt eens aan uw doklar wat die goed ervoor vindt. Een flinke lepel stroop of appelstroop doet som* ook wonderen. Maar we kunnen ons niet met Jaapje al leen bezig houden. Al# bltf nu juist een* echt gezellig bij 't middageten was en Vader op zijn vrijen Zaterdagmiddag met de oudst* drie op stap zou gaan wordt er weer iets bedorven door Jam Jan, dat i* er eentje waarvan je nooit laet hebt, als 't hem voor de wind gaat, maar, o wee, als 't hem tegen loopt! Hij zou nog eerst zijn twee huiswerk- sommen afmaken, terwijl Vader nog even wat groenten voor Moeder uit den tuin haal de en jawei, deer stoot me nou net Jaap te gen zijn ana bij 't indopen van de pen en... een dikke klad valt op 't sommenschrift Jan .vliegt nijdig op en wil afrekenen met Jaap, maar pats, daar ligt hij gestruikeld over 't speelgoed paard van Jaap. Paard ka pot Jaap aan 't hullen, Jan ontdaan, Moeder komt op 't lawaai af, en moet zien de klu wen te ontwarren. Wat ls er nu eigenlijk ge beurd? Gelukkig, Moeder ia altijd rustig en ver* Btandig bij 't geroezemoes ofn haar heen. Ze troost eerst Jaap, Vader zal zdjn paardje van avond wel weer willen maken en Jaap laat zich altijd gauw troosten. Maar met Jan gaat 't niet zoo eenvoudig. Mijnheer op school wil geen werk met een klad er in. En hij vond 't toch al zoo ver- velend, dat die sommen nog eerst af moes ten. Waarom loopt Jaap nou ook altijd net om hem heen te draaien, als hij werken Wil? „Och Jan, Jan, waarom ben Je dan ook niet even alleen gaan zitten. Er is toch wel een rustiger plekje te vinden in huls? Weer je traagheid Jan, die je parten speelt? Kom, schrijf 't gauw netjes over, dan behoeft va der straks niet op je te wachten. Kom maar Jaap, ga even naar vader in den tuin". Ziezoo, dat is alweer achter den rug, maar ondertusschen kan moeder niet opschieten met haar werk. Ja, dat is iets waarover ik ook nog eens met u praten wil. Waarom is het toch zooveel moeilijker om de kinderen in 't gareel t« houden, als Je 't druk hebt, 'dan als je niets anders doet dan rustig zit' ten naaien? Juist als je voort wilt, wordt je telkens opgehouden door kibbelarij tj es of gezeur. En als Je niets anders te doen hebt, dan heb Je om zoo te zeggen Juist geen kinderen aan hen. MEVROUW! Hebf U Uw kennissen al verleid hoe interes sant ons VROUWENBLAD Och moeder» dat komt omdat er rust van u uitgaat, als je zelf rustig zit en 171st, een kalme sfeer hebben kinderen nu eenmaal noodig om zich behaaglijk en tevreden te voelen. Werkelijk het zit 'm niet in mooi speelgoed, in eindelooze koekjes en kopjes chocola,'in altijd maar weer wat nieuws, neen, rustige gezelligheid, dkt is wat kinde ren onbewust verlangen. Maar, wc weten 't maar al te best, 't kan niet altijd, moeder moet dikwijls meer tijd aan onrustig huiswerk besteden dan haar lief is. Maar als vader nu eens nu en dan flink een handje meehelpt? En als de oud sten nu eens geregeld iederen dag ook iets van moeders werk overnemen? Schoenen poetsen, aardappels schillen, bedden afha len en opmaken, allemaal werkjes, die even goed door een van de andere huisgenoten gedaan kunnen worden als door moeder zelf. En dan kün moeder misschien meer tot eens rustig zitten komen. Uitgave Museum voor O. en O. te Rot terdam. REISNECESSA1RE Een handwerkje dat zomersche gedachten aan reizen wekt, maar ook velen in een win tervacantie goed van pas komen zal. Het is een reisnéce-ssaire, die, zooals wc allen weten, nog altijd tamelijk duur zijn, om te koopen, tenminste als men zo van eenigszins volledig wil hebben. Veel goed- koopcr en wel zoo aardig en praktisch is het er zelf een te maken, als men maar weet hoe. We laten hier een teekening zien, waarop de uitgeslagen vorm duidelijk is na te gaan. Dit model was gemaakt van zacht leer, dat 'men bij een leerhandelaar naar eigen ver kiezing kan koopen, in verschillende kleu- (zooals sponsenzakjes of badtasschen) daar kan dan een allicht nog vochtige spons, waschhandje of zoo in geborgen worden. Rechts zien we een klein taschje in por tefeuillemodel, dat naalden, zijrolletjes enz. bergt, een miniatuur-naaietuitje voor haas tige kleine verstellingen, zooals men op reis wel eens heeft te doen. Men kan er bijv. wit en zwart naaigaren over een dubbel reepje karton gewonden, ook wat knoopjes en druksluitingen (in en velopjes) inbergen, wat kleine kaartjes stop wol of -zijde, enz. enz. De andere lussen zijn naar verkiezing voor kam, haarborstel, tandpasta, zeepdoos, Indien de necessaire voor een heer bedoeld ren en dat ook gewoon met de machine ls door te stikken. Maar ik zou zeggen: wie heel eenvoudig en goedkoop wil werken, kan het wel probeeren met zwart of bruin was doek voor deu buitenkant en een getaftc stof, b.v. een grijs stippelruitje voor de bin nenzijde. Zoo heb ik ze wel gezien. Neemt men leer, dan voert men het mooist met moirézijde of zoo iets. De afwerking kan men zoo verschillend nemen dat ieder dat maar voor zichzelf moet uitmaken. We behandelen hier alleen nog even den vorm. Op de teekening ziet men aangegeven, hoe men de verschillende breede lussen (dubbel gestikte banden van linnen, stijf moire, of zooiets) kan ophechten. De cijfers die nauwkeurig alle afstanden aangeven, duiden niet op centimeters maar een maat van ongeveer 2c-M., zoodat men de getallen twee-en-een-half maal moet ne men, om het aantal centimeters te weten. Dat zal geen moeite opleveren, als men het maar niet vergeet. Het ruime zakje, dat we links zien, neemt men van getafte stof of met gummi gevoerd wordt, zorgt men ook voor berging van scheerbenoodigdheden, ieder maakt dat maar voor zichzelf uit. Het is juist zoo aar dig cn praktisch dat men nu het etui kan maken naar bepaalde behoefte, zoodat men er in kan bergen wat men zelf wil. Zelf heb ik vele jaren geleden 'n leeren gekocht en moest dan altijd bij het koopen van nieuwe kam, tandenborstel, enz. letten op de maat van het etui, anders gingen ze er niet in dat is wel eens lastig. Maakt men het ding te groot dan is het natuurlijk weer een lastig meenemen. Het best zal dus zijn vooraf tel kens met een of meer voorwerpen, die men bij de hand heeft, te passen of de gegeven maten uitkomen. Trouwens, het handwerkje dat we hier nu behandelen is ook geen kinderwerk. Het ge heel wordt gesloten door eerst de boven- en benedcnkleppen over het midden te slaan, en daarna de rechter- en de linker, die men sluit met een paar zware drukknoopen. De ze kan men bij een leer- of schoenhandelaar er in laten knijpen, of zijn er ook wel op vast te naaien. Wie het als cadeau bedoelt, zal goed doen, alle zakjes en lussen meteen met het benoodigde materiaal te vul len, geheel of voor een deel. GESLOTEN WOLLEN PAKJE Op de vraag naar een warm truipakje voor kleine jpngens, dat warm genoeg en gesloten is, zoodat ze er zoo mee buiten kunnen, nemen we hier een zoogenaarr/ „rodelpakje" uit: „Wollen kleeding voor Kinderen"; Uitgave Gebr. Kluitman, Alk maar, een boekje van enkele jaren terug, maar waar toch voor kleine kinderen nog aardige pakjes instaan. Wie niet handig is in dit werfc, moet er met deze beschrijving maar niet aan begin nen, daar dit pakje niet volgens opgegeven aantallen stoken gebreid wordt, maar uit sluitend naar een knippatroon, dat men eerst zelf op maat maken moet. Knip het naar de hier aangegeven c.M. maten en zie wat er moet gewijzigd worden. Daarna uitrekenen, hoeveel steken er voor de Ibepaalde breedte opgezet moeten worden. Het is een beetje uitkijken, madr als men het goed doet, past zoon'n pakje ook altijd veel precieser, dan een waarvan men alleen de steken cn toeren telt en niet de centimeters. Rodelpakje uit sweater, slobkousbroekje en muts bestaande, in breiwerk. Materiaal: 500 gr. groene en 150 gr. witte sportwol. Het pakje wordt in streeppatroon 1 steek recht, 1 steek averecht gebreid, recht op recht, ave recht op averecht treffend. Voor het broekje breit men van den onderrand der slobkou sen uitgaand zonder den lussenrand in aan merking te nemen. Van boven wordt door den omgenaaiden rand een elastiek getrok ken. Voor den sweater breit men voorpand en rug evenals de mouwen elk apart. Bij het Op dere laatste stonde van den laatsten dag van 't jaar, Kom, zet U neer, en leg Uw handen stil, de bezige handen, die zich repten naar Uw wil, voéw zc lesaam, en zet U rustig Kalm en klaar moet gij dit uur doorproeven, 't Jaar gaat heen Wil U zijn afscheid spreken, daar gij 't hoort daarom, wees stil en luister naar zijn woord....» Wees met dit oudejaar een oogenblik alleen.,.», Kunt gij met stil zijn? Zie uw handen spelen zoo rust'loos in den schemergloed van 't vuur. Waar der kt gij aan, zeg, in dit laatste uur van 's jaren laatsten dag? Misschien aan een dien gij bemind hebt, en dien ge vergeten weet? aan zorg getorst, aan vreugden, U gfeboden? Of nan een groeve onder groene zoden? Of a8n een levende, dien gij „verloren" heet? Ziet uw verbeelding nog de rosse gloeden daar 's werelds zonde in brandt en 's werelds leed? Denkt ge' aan het beest dat „oorlog" heet? En aan de dooden, de vertwijfelden, de moeden? Hoort gij de 9chelle krijgsmuziek trompetten? Ziet gij den oogst van Satans hand gezaaid en door rijn bleeken maaier weggemaaid? een lange stoet van ramm'len. j skeletten? 't Wordt donker om U heen, de Tijd snelt voort De wijzers van de klok, hoe traag z' ook gaan Ze hebben aanstonds laatsten plicht gedaan Dan daalt het jaar ten grave, en 't nieuwe ls voor de poort. Ge zult het welkom heeten als een bóo van God? God, Die den tijd en d* eeuwigheid omspant? Die wereldvreugde en leed ln Zijne hand Bewaart, en ook uw leven en uw lot- Hef dan het hoofd, o menschenkind en weet: Niets sterft, géén leven gaat gehéél verloren. Uit sterflijk leven wordt onsterflijkheid geboren en vreugdcbloesem bloeit uit dauw van leed. Wat ook de toekomst biede, uw riel zij stil. *t Komt Al van God, Zijn kinderen een Vader, 't Brengt wét het wezen moog' het kind dien Vader nader. Zoo bid: dat U geschiede naar Zijn wil. O. SCHRIJVER. inelkaarnaalen blijft de linkerschouder voor de sluiting open. Aan het gedeelte, dat on- dergeknoopt wordt, wordt een ondertree ge haakt De muts begint men aan den buiten rand en mindert bovenwaarts langzamer hand. Voor 3e luagarneering haakt men dwarstoeren heen en weer en richt men zich Daar de uitvoerige beschrijving, die we reeds vroeger gaven, en zoo noodig nog hér- halen kunnen. JONGENSMUTSJE hi Poos geleden zag ik een allerleukst-staajnd jongensrautsje, dat me wel even deed den ken aan „den ouden tijd", toen 'n klein broertje van me, ook iets dergelijks droeg Maar de dingen, zelfs de mode-dingen, gaan ers zoo vaak een cirkelgang, dat wc ze heusch niet behoeven af te wijzen alleen omdat we ze vroeger wel 's gezien hebben; Het maken is zoo eenvoudig, dat i'- er niet eens een afbeelding bij behoef te g- n, 3 begrijpt het zóó wel. Dus steek ik maar van wal. Het model is in hoofdzaak hetzelfde als 'n gewone „ijsmuts". Ge kunt het met gekleurde wol uitvoeren, in gehaakte of gebreide top ren, naar ge verkiest. Maar wel zou Ik u raden het éénder uit te voeren als het trui pakje waar de muts bij gedragen wordt, dus ook in dezelfde kleuren. Ik zag 'n jongetje dat bij 'n grijsblauw trui pakje met witte strepen in kraag, pols- en broekspijpranden, óók een grijsblauwe niut» mét 2 witte strepen en 'n witte kwast droeg Bij een groep pakje, dat met ingebreide beige strepen gegarneerd was, droeg hij 'n groene muts met beige strepen en kwast Neem, dus, wanneer ge 'n nieuw truipakj- of enkel truitje begint, wat wol méér ook hebt ge allicht van 'n vroeger gebreid pakje nog wol genoeg over. Meet dan, met een centimeter, de wijdte an 't hoofdje waarvoor de muts gemaakt wordt, en zet 'n ronding op van 'n paar centimeter meer. Ge weet nog van de voi ige keeren hoe ge uitrekent hoeveel steken er voor zoo'n wijdte opgezet moeten worden. Nu werkt ge we zullen maar verorder stellen, dat ge breit, maar voor haaKster* gelden de aanwijzingen evengoed enkel toeren boven elkaar, tot ge bijv. 'n hoogte van 1.5 a 2 centimeter hebt, en gaat dal .net de andere kleur enkele toeren breien om de streep te krijgen. De brfie^tg van de streep bepaalt ge door vergelijking met de strepen In de trui is da Ar 'n ander werkje dan rechte streep, bijv. gekleurde blokjes of zoo iéts, dan maakt ge dat werkje in den rand van de muts. Als ge vijf of zes centimeter hoogte hebt, moeten de ftigebrejde streep of streepen klaar zijn; dan werkt ge nog enkele toeren door tot ge de hoogte hebt van ien overslag (acht centimeter). Ge hebt aldoor één recht één averecht of twee recht twee averecht gebreid, maar gaat nu in gewone rechte toeren verder, totdat ge nog ééns zooveel hebt als de overslag Dan begint het minderen. Twee o. drie steken van begin en eind van elke naald wordt 'n steek geminderd, en wel: vóur a«n de naald met overhaal, achter aan de naali met twee steken samenbreien. Na den mln- deringtoer komen drie (bij kleine mutsjes twee) rechte toeren. Na den tweeden min- deringtoer weer evenveel rechte tusechentoe- ren, maar na den derden minderi..gtcer wordt er telkens één tusschentoer m:nde« gebreid. Hebt ge zoo weer drie mindt-ringtoe- ren, dan neemt ge daarna Weer telkeus één rechten toer minder. Ten slotte wordt na de achtste of negende (hangt er van af of ge 'n kleine of groote muts breit) mindering, verder zonder tusschentoeren geminderd. Op 't eind zijn er nog twee steken op e!ne naald, en worden deze met 'n draad, die men tweemaal door al die zes steken haalt, goed aangetrokken. Die draad wordt stevig afgehecht. En nu maakt ge van de kleur der strepen (of van twee kleuren) 'n leuke dikke kwast. Wie dat liever wil, mag natuurlijk een uolronde pluim nemen, en voor meisjes staat dat ook wel, maar voor de jongensmuts is een han gende kwast aardiger. De rand van de muts wordt omgevouwen, het bovendeel dat niet platrond is, als bij 'n gewone ijsmuts, maar ook niet zóó lang, alb bij de „puntmuts", wordt nu (pas de muts op 't hoofdje om de juiste vouw te vinden) naar opzij omgevouwen. Neem niet een rech te preciese vouw van de twee helften gelijk, maar trek de onderliggende helft wat uit, zoodat dit onder 't middelpunt te zien komt, en hecht dat stuk met enkele steken op de muts. Dan laat ge, met 'n heel kort koordje, een of twee kwasten bengelen uit het mid delpunt waar ge ze stevig op vasthecht. HUISHOUDING EN KEUKEN ..GEZELLIGE" FEESTRECEPTEN Dampende appelbeignets. xtJn een welkome versnapering, des avonds als we onze gasten een extraatje willen ser veeren. maar ook s midaga bU wflzo van na- gereebt. Wfl kunnen ze kant en klaar bU een banketbakker bestellen, maar ook zelf fabrl- ceeren.^In hel laatste geval gaan we als volg* 125 gra nrwebloem, ongeveer tweo deciliter lauwe melk, een snufje zout en tien gram gist, die we met een paar lepeltjes lauwe melk aanmengen, maken we een beslag zoo d'k.^dat bethals een gelijkmatig mengsel -an den Dat beslag moet een uur rijzen en in dien tijd boren we zes mooie zure appelen, schillen z« en snijden iedere vrucht in vijf zes plakken. Het frituurvet, dat wo to voren reeds op de kachel zetten, zal nu ook wel heet zün. Het moet zoo wezen, dat de blauwe damp er at Eentge appelschijven dompelen wo ln het ge rezen beslag en laten ze vervolgens stuk voor stuk, in het heete vet glUden, totdat do pan ge »aivKen woraen. even on grau uitlekker ker. flink heet opdienen. Krögt go op het allerlaatste nippertje gaston theelepel bakpoeder te nemen, behoeft het beslap- namelijk niet te rlizen. Denk er om, dat ge in plaats van lauwe melk. koude neemt. Het is zaak, dit beslag heel vlug to ver werken, vandaar, dat dau eerst het frituurvet en de appelen en daarna pas het beslag moet verzorgd worden. In plaats van appelen kunt ge voor deze beignets ook gedroogde abrikozen en zelfs prui men nemen. In dat geval moeten de goed-ge- wasschen vruchten een etmaal weeken. Als ze dan uitgelekt zijn, strooit ge er dertig gram suiker over en laat ze staan tot het beslag ge- Het bakken p-eschledt dan verder op de bo« Berliner bollen. Om twintig Berliner bollen te bakken, heeft men noodig: S eierdooiers. 8 on» tarwemeel, eetlepels boter, 2 eetlepels suiker en >4 ons gist. Verder een kopje lauwe melk, wat zout cn Jam. Men maakt een stevig beslag, dat uit gerold kan worden, van meel, eierdooiers, ge smolten boter, aangemengde gist, melk. sui ker en zout. Een uur op een warme plaats toe- bestrijk den bul ter eiwit. Maak ln de helft ervan een deuk In het midden en leg ln die holte een echepje Jam. Nu twee ronde stukken deeg vast met de randen op elkaar plakken. Dus: telkens één rondje met Jam en daarop één rondje zonder Jam. Dan be dekt men de aldus gevormde bollen met een voshtlgen doek om ze nog een half uur te la- ten rtJzen. Vet of olie dampend heet maken eo daarin vtjf bollen tegelijk (op een zacht vuur) lichtbruin en gaar bakken, wat 10 minuten duurt. Op grauw papier uitdruipen laten en meg poedersuiker bestrooien, als ze bekoeld zün. „Taart zonder oven". Vier ongevulde ehoeolade-reepen laat ge met een eetlepel koffle-extract (of ala dat geraak- ketjker uitkomt, met een eetlepel melk) ln een pannetje smelten. Omdat het cacaomengsgel vol strekt niet mag koken, doet verstandig, het pannetje met inhoud op den wasem van een ketel te zetten; een ons boter wordt even eens op een warm plekje gezet. De bedoeling ls. deze week te laten worden, smelten mag zo echter niet. Een el wordt met een half ons witte sulksr goed dooreengeklutst, waarna er beurtelings een lepel gesmolten ohocolade en een lepel wee ks boter bijgevoegd wordt. Alles moet flink geroerd worden, want het ls zaak, een soepele massa te krijgen. Dit roeron vraagt veel tUd» want hoe beter ge de Ingrediënten mengt, hoe grooter hoeveelheid ge krijgt. Zilt ge elndeltjk met het roeren klaar, dan stapelt ge anderhalf one zachte blsoulte (co- lombüntjee of vlngerblecults zön voor dit doel het best geschikt) op een schotel en voegt die als het ware samen met een deel van het chocolademengsel. Ge kunt nu een langwerpig* cake of, een bol oploopend gebak fabrlceeren. Het hangt er maar van af, hoe ge de koekjes legt. In elk geval moeten zö atevlg aaneenslui ten, omdat anders het bouwwerk niet hecht le buitenkant bedekt le: 'olgeni na de bereiding doen. omdat ander» de choco lade geatolten zou zijn. Ge kunt voor de versiering poedersuiker ge bruiken of gehakte amandelen. Oe kunt ook geconftJte vlooltjee voor dat doel bfl den ban ketbakker koopen of confituren. Carnalenbroodjes Men neemt beschultbollsa, die men uitholt en met boter besmeerd. Vooraf atooft men de gar nalen ln wat melk, boter, een ©1, peper, zout, de broodjes mee. die men Voor twintig ballen rekenen we een half pond tarwebloem. 4 deciliter water, een on» boter, acht eieren, oen one krenten, een snufje (hetzij reuzel, dan wol Delft- sla< le). herweeg, waai Het water, waarin we het snufje zout heb ben opgelost wordt aan de kook gebracht^ waarna we er de boter ln laten smelten. Ver volgens strooien we er. flink roerende, de ge zeefde bloem door en blijven dit allee zoolang dooreen mengen tot hot deeg van de pan los Dan gaat bet zaakje van het vuur en één de eieren, lngeklopt door ook de goed gcwasftcben arenien woraen toegevoegd. Roeren tot het mengsel weer glad Ie. blijft het parooL Intusschen hebben we hot frituurvet heet ge maakt echter niet zóó. dat het dampt In die heete vloeistof laten we tusschen twee lepels kleine hoeveelheden van het deeg vallen. Do aldus gevormde ballen moeten langzaam gaai: bakken. Reken er ongeveer tien minuten voor en zorg. dat het niet Tlugger geschiedt omdat uw baksel voldoende gelegenheid tot uitzetten dient te krtJpren. Als uw sneeuwballen mooi bruin zUn en tevens het dubbele van hun oar- spronkellJken omvang hebben gekregen, moogt ge aannemen, dat het baksel geslaagd ls. Op grauw papier laat ge de bollen uitlekken en als ze bekoeld zijn, wentelt ge ze door poe- deriulker, T ons ehocolade; V ons suiker. Waf vanille lm een liter water laten trekken. De suiker en cacao met oen deel van het water vermengen, I en dan ln het kokend vanlllewater gieten. Twin I tig minuten laten doorkoken. Beiwarcn ln fles- schen. BU gebruik aanmengen met driemaal zooveel melk of spuitwater. i'T| Tosed. voor DAMES en JONGE MEISJES te ROTTERDAM De 'Afdeelfngen van de ln 1911 Kon. Goedg. Vereeniging van Modevakscholen in Nederland zijn ln het WESTEN, KRALINGEN en te FEIJENOORD uitsluitend gevestigd: SCHIETBAANLAAN 99, spreekuren: Donderdags van 24 en van 7—9 uur; ANNASTRAAT 5 (bij Av. Concordia), spreekuren Dinsdags van 7—8 uur; BEIJERLANDSCHELAAN 40, spreekuren Dinsdags v. 4—5 en Vrijdags v. 67. OPLEIDINGSSCHOLEN VOOR EXAMENS Lessen voor eigen gebruik, zoowel aan Jonge Meisjes als oudere Dames, ln het geheel zelistandig leeren vervaardigen van alle voorkomende kleeding, handwerken, enz. PROSPECTI OP AANVRAGE Corespondentie-adres: Schietbaanlaan 114, Directrice: Telefoon 33739,Mevrouw S. A. v. AMIJDE—PORS,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1931 | | pagina 10