be/duxc&ó OwxxmOijCLckeAjS iaal\£üA4ndaaq Ned. Ghr. Gymnastiekverbond WEET U WEL, Uit Oost-Indië FEUILLETON De veldwachter van Randijk MAANDAG 29 DECEMBER 1930 TWINTIGSTE JAARVERGADERING DUIKER TIEN JAAR PRESIDENT Medische keuring Zaterdag werd te Utrecht de 20ste Jaar vergadering gehouden van het Ned. Chr. GvmnastiekverboncL De heer K. Duiker uit Groningen, de voorzitter, heetie allen hartelijk welkom, jn het bijzonder den oud-bonds6ecretarie, den lieer van Hinsbergcn. In zijn openingerede herdacht de voor zitter het overlijden van het eerelid, den heer Bruiningen. De woorden aan hem ge wijd werden staande door de aanwezigen beluisterd. Spr. stelde vervolgens de vraag: Ie er van het Ned. Chr. Gymn. Verbond kraebt uitgegaan"? Met schaamte zullen wij van onze onvolkomenheid overtuigd zijn, aldus spreker. Toch zijn er redenen tot tevredenheid, al6 men b.v. ziet naar het keurige bonds blad „Lichaamsoefening". Spr. hoorde vaak de opmerking, dat de Bond de verkeerde kant opgaat, omdat jongens en jneisjes van moderne levens- opvating geen plaats hij ons hebben. Wij willen echter principieel blijven en in on zen Bond een plaats in blijven ruimen voor den Vredevorst. Het Hoofdbestuur wil niet medewerken aan de verzwakking van den grondslag. De uitvoering van de regie menton laat dikwijls te wenschen over. Hoe zijn de jaarlijk6che uitvoeringen? Moet worden meegegaan met het streven van den modernen tijd t o. van de klee ding? Spr. wekte op niet lauw te zijn, maar met heilig vuur voort te gaan op 't pad van des Heeren dienst. Moge ons werk 6taan in eeuwighoidslicht, want dan zal er een geweldige kracht van onzen Bond uit gaan, aldu6 besloot epr. Jaarverslagen. Na goedkeuring van de notulen van de vorige jaarvergadering werden de jaar verslagen in bespreking gebracht. Stonden het vorig jaar ingeschreven: 48 Bondsafdeelingen en 8 gewestelijke leden, rnel een otaal aantal leden van 817 heeren 829 dames, 729 jongens, 723 meisjes, thans tellen we: 47 Bondsafdeelingen en 15 ge westelijke leden. De Bondsafdeelingen mot 903 heeren, 1050 dames, 785 jongens, 846 meisjes De gewestelijke leden met 227 heeren. 227 dames, 137 jongens, 162 meisjes. To taal 1130 heeren, 1277 dames, 922 jongens, 1008 meisjes. Voor het 2e halfjaar 1930 hebben we ook opgave ontvangen van het aantal jongens en meisjes beneden den leeftijd van 14 jaar. Deze aantallen bedragen: voor de bondsaf eelingen: 167-1 jongens, 1661 meis jes; voor de gewestelijke afdeelingen: 338 jongens, 386 meisjes, totaal 2012 jongens, 2047 meisjes. In totaal zijn er dus 4337 turners en turn stère, klein en groot, die onze Bondsbanier volgen, en 4062, die dit ook wel zouden willen, doch het in verband met de regle menten nog niet kunnen. Als Bondslid traden dit Jaar toe: „Hou .Vast" te Woerden en „T.L.J." te Leiden. Afgevoerd werden: „Jahn" te Groningen. Deze vereeniging werd gewestelijk lid. „Hestia" te Leiden, welke afdeeling zich met „F.L.J." tot de Chr. Vereen, voor Lich. 'Opv. vereenigde. „D.O.S." te Bodegraven, dat om financi- jsele redenen meende te moeten bedanken. Met deze vereenigingen is men nog in correspondentie om haar te bewegen als nog op cfit bedanken terug te komen. Als gewestelijke leden traden toe: ..Jahn" Groningen, „S.S.S.", Apeldoorn, „Stadska naal", ^Stadskanaal „Kracht en Vriend schap", Hoogkerk, „Dindna", Enkhuizen, „Vlugheid, Kracht", Huizum, „Excelsior", .voorburg. Van de gewestelijke leden deden „Vlug en Vaardig" te Amsterdam, „S.S.S." te Apldoorn en „Stadskanaal" reeds het ver zoek om met ingang van 1 Januari als Bondslid to worden ingeschreven. De secretaris van bet Noordergewest bericht te mij, dat ook de „C.J.O." te Groningen spoedig zal volgen. Bovendien is aan „Jahn" te Amersfoort bericht, dat zij met ingang van 1 Januari 1C31 als Bondslid moet toetreden. Naar alle waarschijnlijkheid beginnen we dus 1930 met: 52 Bondsafdeelingen en 10 gewestelijke leden. Het gaat dus steeds excelsior. Dit stemt ons tot blijdschap en geeft hoop voor de toekomst. Het jaarverslag werd goedgekeurd. Vervolgens kwam het verslag van don bondstechnischen secretaris, den heer G. Burgwal in bespreking. In dit verslag werd nog herinnerd aan de herdenking van het 20-jarig bestaan dat een aanbeveling van een vrouw zoo heel veel kan uitwerken? A OOK VOOR DIT BLAD. HET KERSTFEEST DER ARMEN Samenspreking, met de overige sportbon den in on6 land benoemd was voor den N.C.G.B. de heer de Man van 's-Gravcn- hage. Na rondvraag werd de vergadering met gezang en dankgebed gesloten. G. J. VAN HOVEN t BATAVIA, 27 December (Aneta). Hedennacht ls op 74-jarigen leeftijd overleden de heer G. J. Hoven, oud-admlnlstratcur van de Glas- en Electrlcitelts-Bedrliven te Batavia en oud- plaatsvervangend vertegenwoordiger van de Nederlandsch-Indlsche Gas Maatschappij. Wijlen de heer Hoven was gedurende 43 jaren ver bonden aan de Nederlandsch-Indlache Gas Maatschappij. REIS VAN DEN LANDVOOGD SEMARANG. 27 December (Aneta). Heden morgen half tien arriveerde het Ujntoostel van do K.MI.L.M. met het Landvoogdelilk gezel schap en den directeur van de K.N.l.L.M. den heer Nieuwenhuls, begroet door Gouverneur van MIdden-Java en andere autoriteiten. Het toestel vloog met een pnelheld van 200 K.M. ner uur en arriveerde oen half uur te vroeg. De Gouverneur-Generaal dankte den piloot Watrin met een handdruk. I-Iet Leger des Hells houdt in Berlijn een groote Kerslfeestviering om onder de armen van de wereldstad levensmiddelen en warme hleedereri uit te deelen. van den Bond door het houden van Bonds wedstrijden te Den Haag. Aan de turnmarechen namen deel 34 vereenigingen. Aan de eerste marsch na men deel 962, aan de tweede marsch 669 en aan de derde marsch 538 turners. De vaardigheideproevcn zijn grootcndeels ge regeld en geadministreerd. Na eenige di6cus6ie werd dit verslag goedgekeurd. In 't verslag werd vermeld, dat de heer Burgwal zich niet meer be schikbaar zou 6tellen als B. T. C.-secreta- ris. De voorzitter mocht echter met vreugde raededeelcn, dat de heer Burgwal zich voor het volgde jaar toch weer beschikbaar wilde stellen (applaus.) Ook het finantieel verslag van den pen ningmeester, den heer M. Z. de Pag ter werd goedgekeurd. Het eindcijfer bedroeg 3386,52, terwijl er een batig 6aldo was van 66,72. Vervolgens werd de begrooting voor 1931 vastgesteld. O.a, bevatte deze een post van f 200 voor uitbreiding van hel bor:ds- 6ecretarlaat. De voorzitter wekte daarbij allen op, indien de liefde voor den Boud er is en daar twijfelde spr. niet aan, meer te geven, daar dan ook meer gedaan kan war den. Ook het jaarverslag van den rubriek redacteur voor het gymnastisch gedeelte in Lichaamsoefening, den heer De Vries werd goedgekeurd. Bestuursverkiezing. De bestuursverkiezing bad tot resul taat, dat gekozen werd de heer J. d c Man uit Den Haag en tot technisch hoofdbe stuurslid de heer Jongejans uit Sneek. Voorsteilen. Vervolgens werden vereenigingsvoor- stellen behandeld. Het vooretel-Leiden van de C.V.L.O. om de slotalinea van art, 4 der Statuten als volgt te wijzigen: „Het bevorderen van een lichamelijke opvoeding, die rekening houdt met de beginselen, neergelegd in art. 2 der Statuten", Art, 2 houdt in: ,De grondslag van den Bond i6 de erkenning van het Oude en Nieuwe Testament als het Woord vaji God en ven ouzen Heere Jezus Chris tus als _een Algenoegzamen Zaligmaker en God geo'penbaard in het vleesch". Het hoofdbestuur kon zich met dit voor stel vereenigen, daar een nadere omschnj ving van het doel van den Bond in de praktijk wenschelijk is gebleken. Nadat door den heer De Bruin het voorstel toegelicht wa6, werd overgegaan tot stem ming. Met 37 stemmen voor en 37 tegen werd het voorstel verworpen. Het voorstel van „Fraternitas" te Utrecht om over te gaan tot vorming van een mid dengewest, ondervond een langdurige dis cussie. De vorming van dit gewest zou de propaganda in de provincie Utrecht en om streken ten zeerste in de hand werken. Het Hoofdbestuur was van meening, dat op dezelfde gronden als vorig jara afwij zend geadviseerd moest worden. liet voorstel werd met groote meerder heid van stemmen verworpen. Jubileum voorzitter. Daarna kreëg de heer De Vries van de Vereeniging „Oranje-Naesau" te 's-Gra- venhage gelegenheid om den heer Duiker toe te spreken", die tien jaren lang het presidium, van het Verbond gedragen heeft, Spr. hoopte, dat het N.C.G.V. nog lange jaren den heer Duiker tot voorzitter mag hebben ca .bood bem namens de vergade ring twee prachtige schilderijen aan. (langdurig applaus). Ook Mevrouw Duiker mocht een schitterende bloemenmand in ontvangst nemen. De heer De Man, die in de middagver gadering het presidium had, sprak na mens het Hoofdbestuur en de Technische Commissie den jubilaris toe en bood bem een voorzitterehamer aan. (applaus). De heer Duiker dankte Ln enkele wel gekozen woorden voor dit huldeblijk en hoopte, dat de Hoofdbestuursleden en de leden van het Verbond elkander zullen blijven vinden in het Kruis van Christus, (applaus.) Verdere voorstellen. Daarna werd verder gegaan met afhan deling van de vereenigingsvoorstellen. De vereeniging ..Kracht en Vriendschap" te Groningen stelde voor het huishoude lijk reglement te wijzigen, zoodanig, dat niet alleen de leden van 14-16 jaar maar al le leden onder de 16 jaar voor het ad6pi- rant-lidmaatschap van het Verbond mee geteld worden, terwijl voor de adspiranten tot 13 jaar een contributie van f 0.10 per japr betaald wordt. Op dit voorstel volgt een breede bespre king. De heer De Vries wees er op, dat indien adspiranten onder de 12 jaren er kend worden, het Verbond zich op het ter rein van de school begeeft. Spr. ontraadde de aanneming van dit voorstel, daar bet gaat in de lijn van Prof. Waterink, die de lichamelijke oefening niet in de 6chool, maar door de vereenigingen wil zien ver richt. Indien dit voorstel aangenomen zou worden, dan gaat dat onder protest. om dat op de Christelijke scholen de lichame lijke oefening verwaarloosd wordt, (ap plaus). Het voorstel werd daarop verworpen. Het voorstel van den heer Ouwerkerk om adspiranten van 12—14 jaar te erkennen tegen een contribuie van 10 ct. per jaar, welk voorstel door de Technische Commis- missie gesteund, werd, werd aangenomen. Het voorstel van de Chr. Ver. v. L. O. te Leiden stelde voor nu het Verbond zich in principe voor kringvorming heeft uitgespro ken niet die kringleden eerst nog eens lid te maken van het gewest, doch deze na den va6tgestelden termijn dadelijk bonds lid te laten worden. Het bondsbestuur adviseerde tot aanne ming van dit voorstel. Verschillende hee ren achtten echter de splitsing in deze groepen niet rijp en de vergadering ver wierp dan ook het voorstel. Naar aanleiding van een rapport i.z. de medische keuring door de Bondstechnische commissie samen gesteld wa6 door deze Commissie de vol gende motie ingediend: De vergadering gehoord het rapport der Commissie i.z. d° medische keuring en ge let op wat in de discussie over dit rapport naar voren werd gebracht. spreekt al6 overtuiging uit, dat het op grond van God6 Woord en op grond der er varing plicht van iedere bondsvereeniging i6 zoo maar even mogelijk is een begin te maken met medische keuring." In aansluiting aan deze motie deed de commissie het volgende voorstel: „De jaarlijksche alg. vergadering ver zoekt de Bonds-Technische Commissie in het wedstrlj dreglement een artikel op te nemen waarin de medi sche keuring verplicht wordt gesteld voor alle loopwedstrijden uitgeschreven door een der corporaties van het Verbond en tevens die wijzigingen aan te brengen, welke uit het nieuwe artikel voortvloeien. De motie en hex vooretei werden aange nomen. Het voorstel van het Hoofdbestuur om de schuld, die ontstaan is bij de overname van „Lichaamsoefening" af ie lossen, zoo danig dat iedere vereeniging f 5 stort werd met algomeene stemmen aangenomen. Op een desbetreffende vraag deelde de voorzitter mede, dat in de commissie tot UIT DE INDISCHE BLADEN lek wat Wil5_l! SCHOENEN VOOR BOB EEN RADJA-VERKIEZING ONDER DE TOBA-BATAKS In de „Deli-Courtinf worden bijzonderheden meegedeeld over een radja-verkiezing ondc-r dc Toba-Bataks op Sumatra In een negerl (dorp) b(] Prapat, waaraan \vU bet volgende Ontlecnen In een klein huisje, in het midden opgericht werden de stemmen uitgebracht; de candidatcn die netjes op een ril op stoelen zijn gezeten, worden zorgvuldig gescheiden van do kiesge rechtigden en die weer van het overige volk. Do candidatcn, negen in getal, droegen in hun knoopsgat elk èen tak met blaren, alle takken van verschillende soort. Dit ls nl. hun kenteeken; aan de stembussen had men overeen komstige takken bevestigd: diegene die nu bijv. aan de tjemara zlJn hart had verpand, wist in welke bus hU het stembiljet moest «verpen. De verkiezing stond onder leiding van den controleur van Toba, den heer v. Zanen, terwjjl mede aanwezig was, assistent-resident Mid dendorp. Er waren een 207 stemgerechtigden, waar na or Diet minder dan 290 waren opgekomen Een opkomst. welke stemdwang ten eenen male overbodig maakt. De heer Middendorp, uitstekend kenner van 't Bataksehe volksleven, vertelde dat de ora- kooping bij dit soort verkiezingen soms ge weldig kan zjjn. Het verhaal wil, dat zoo'n verkiezing aan de voornaamste candldaton oms niet minder dan 4000 gulden kost. De canöidaten heben zich tijdens de stem ming van ieder contact met het publiek te onthouden en mogen do omheining niet verla ten. In alle hoeken ziet men weer zeer kunstig geconstrueerde hokjes, voor een gebruik, dat wel to raden valt. Hierin kunnen z(J zich dan naar believc-n afzonderen zooiets kan toch oorkomen, nietwaar? Er ls hartstocht bU deze verkiezing men ziet het aan de merkwaardige gezichten van deze lieden, die bU het Inwerpen van hun stem biljet soms even in de bladeren van den tak grijpen, een gebed murmelend. Dat is hun zegen En een nieuwe vraag zal opkomen: wat bc- teekent deze radjaverkiezing voor de betrok kenen? In de eerste plaats gaat het aldus de hoer Middendorp om de macht. Want deze verkie zing mag nu wel zoo voor het oog een zeer democratischen indruk maken in werkelllk- held gaat het toch om lieel ander principes. Trouwens, het systeem van omltooping. dat hierbij in zwang ls. duldt daar ook wel op. De radja's ln de Bataklanden krligen be halve de adatgiften ook een boloonlng, varl- eerendo tusschen 80 en 150 gulden per Jaar. Door het ^Gouvernement wordt jaarlijks voor de Bataklanden voor dat doel een bedrag van 0.000 gulden uitgetrokken. Bovendien krligen ze nog collecte-loon van de belastingen (aéht procent, dat echter ge deeld moet worden met andere functionarissen o.a. met de kep.ila kampongs), vier procent van den afkoop van hecrendlensten en vier procent an de slaehtbelasting. Soms is de toestand ook zoo. dat de In- landsche Gemeenteordonnantie van toepassing ls verklaard op sommige negerlën. die dan 'n eigen kas hebben, waaruit de radja zlin be zoldiging ontvangt, en een eigen begrootlng. De verkiezing van een radja in de negeri by Prapat was nog nauwelijks afgeloopen of er kwam reeds een appél-verzoek binnen In protest tegen den uitslag van de verkiezing. HOE EEN BATAKSCHE, CANDIDATEN- LIJST ER UIT ZIET Btl de verkiezing van een radja onder de Toba-Bataks op Sumatra wordt ook een ean- dldatenliist gebezigd. Echter Is het geen ge wone lijst, zooals men b(j andere verkiezingen altijd ziet. Want niet alleen de namen der candidatcn worden hierop vermeld doch tovens hun geheele stamboom! Die stamboom spoelt een zeer belangrijke rol bü zoo'n radja-verkle- zing, belangrijker dan men denken zou. Deze stamboom ging niet minder dan «es- tien geslachten terug! Als men nu rekent, dat ongeveer gemiddeld de Batak tot den leeftijd van 25 jaar gekomen, weer nakomelingen kan hebben, dan beteekent dit. dat deze menschen zich hun voorouders tot 400 jaar terug kunnen herinneren. Er zullen heel wat Hollandsche adellijke geslachten zlin. die een dergelijke stamboom niet meer zouden kunnen opstellen En een zestien graden (iu het Bataksch soen- doet) vèrspringende stamboom is hier heel iets gewoons. HET VERSCHIL TUSSCHEN DEN KARO- EN DEN TOBA-BATAK Volgens de „Dell-Courant" pleegt d® Karo- Batalc vruchtafdrijving op groote schaai hU zal het verre van prettig vinden, moer dan zes kinderen te krUgon. De Toba-Batak zal zUn kinde-rental zoo hoog mogcltik doen stUffen Terwijl het bU den Karo-Batak ultgosloten is. dat de eene volksgenoot bij den anderen als slaaf dient.-is dit bil den Toba-Batak geen fundamenteele ovortredlng. De winter was buitengewoon koud, zóó koud. dat zelfs mijnheer Stecnhart op zijn kantoor vuur had laten maken. Dat deed hij anijers nooit, want zijn stelregel was, dat men zichzelf en dus ook zijn ondergeschik ten, moest harden tegen de kou. Van weeke papkinderen hield hij niet. F.r waren nog meer dingen, waar hij niet van hield. o. a. van dc schoonmaak. En daarom zag zijn kantoor er ook uit als een stecnkolenpak- huis. De muren waren niet behangen daar liiold mijnheer Stecnhart ook al niet van maar de oorspronkelijke kleur: wit, of liever grijs, was reeds sedert jaren schuil gegaan achter een laag vuil. Van den rook kwam dat niet, want mijnheer Stecnhart had bepaald een afschuw van rooken en duldde het evenmin van zijn personeel. We moeten dus wel aannemen, dat het een laag stol was, die op den vochtigen muur als een korst zat vastgekleefd. Wat mijnheer Steenharts positie in de maatschappij was, is niet gemakkelijk pre cies te zeggen. Het was een soort zaakwaar nemer, en hij nam stellig nogal heel wat zaken waar, want hij had een paar kan toorbedienden en een loopjongen, Bob, die den ganschen dag werk hadden mijnheer Stecnhart hield volstrekt niet van stilzitten. Van het liecle personeel had Bob natuur lijk het meest van de koude te lijden. Al zorgde de heer Stecnhart wel, dat de warmte niet te groot werd in 't kantoor daar hiêld hij heelemaal niet van de men schen zaten althans buiten den wind en buiten de sneeuw en ze hadden een dak bo ven het hoofd. Maar Bob was het grootste 1 deel van den dag buiten. En zijn jasje was dun en versleten en zijn schoenen, nu ja, die waren wat men noemt turfdicht. Dc arme jongen liei> den ganschen dag met koude, natte voeten, tot groot verdriet van zijn moeder, die het zoo anders had gekend, maar als weduwe met vier gezonde kinderen blij was als allen op tijd de maag vol kre gen. Doch ook zelfs daar mankeerde, althans wat haarzelf betreft, nog wel eens iets aan. De dappere vrouw schaamde zich naar dia conie of armbestuur te gaan cn trachtte zelf zoo goed mogelijk in het onderhoud van haar gezin tc vorzien. Haar hoop had ze geves tigd op God, d. w. 7..Ï heel vaag stond haar iets voor van een woord, dat God de Vader is der weezen cn een Man der weduwen. Helaas moeten we zeggen, dat deze hoop niet de voornaamste was. Er was nog iets of iemand anders, n.l. oom Klaas, een broer van haar man. Vaak had ze de kinderen reeds verteld, hoe die oom vijftien jaar ge leden op dc walvischvangst was uitgetrok ken en weinig van zich had laten hooren. Hij had eens een rijken Deenschen heer het le ven gered en die had hem vooruit geholpen en hij moest nu een rijk man zijn. -Maar oom Klaas liet niets van zich hooren Bob besloot eindelijk de stoute schoenen aan te trekken, om in het bezit van een paar nieuwe te komen. Hij had ergens een paar schoenen zien staan, stevig en toch niet te plomp. Met zes gulden zou hij de gelukkige bezitter zijn. Hij vroeg dia som in voorschot bij mijnheer Steenhart Deze keek hem echter ten hoogste verbaasd in het gezicht (naar zijn voeten keek hij niet) cn legde Bob uit, dat hij heelemaal niet hield van het verstrekken van geld in voor schot. Wie betaalde hem rente van zulk geld on danZOu het wel ooit geheel binnen komen? Al 7.011 hij het kunnen, dan zou hij het nog om des beginsels wille niet willen doen. Bob was hevig teleurgesteld. Voelde dien dag zijn voeten erger dan ooit en sliep dien nacht onrustig. Hij droomde, dat hij nau de haven stond en dat er verscheiden walvisch- vaarders binnenkwamen. Op een der voorste schepen zag hij een deftig hoer staan, die veel op vader leek. Dat moest oom Klaas wezen. Zijn hart sprong op van vreugde. Nu was er een eind aan de ellende. Vol blijd schap begon hij te wuiven en te roepen, om de aandacht van Oom te trekken. En zóó levendig was hij in zijn droom, dat moedor en broertjes cn kleine zus er allemaal wak ker van werden, en vermoedelijk hebben ze in het verdere van dien nacht wel allen min ot meer visioenen gehad van den rijken oom Klaas. De volgende morgen was intusschen even grauw en koud als anders. „Droomen is be drog", zei moeder, maar Bob had uit den tijd, dat hij nog op de Zondagsschool was, een herinnering behouden aan de droomen van den schenker cn den bakker, door Jozef uitgelegd. Het was toch mogelijk, dat God een droom zond, en waarom zou zijn droom dan niet kunnen uitkomen? Zoo kinderlijk overleggende, dwaalde hij naar de haven. De min of meer verwachte walvischvaarders waren er niet, wat Bob' wel wat teleurstelde. Daar voelde hij een hand op zijn schou* der. Opziende, keek hij in 't gelaat van den oudsten klerk, Sperwer geheeten. „Bob, ga dadelijk met me mee." Bob vreesde een misslag te hebben begaan en was ten hoogste verbaasd, toen Sperwer hem vroeg, waar hij dc schoenen gezien had, die hij had willen koopen. Ze trokken naar den winkel en toen ze weer huiten kwamen staken Bobs voeten in liet zoo vurig begeer» de schoeisel. „Heb je al gegeten?" vroeg Sperwer, en op Bobs cenigszins aarzelende bevestiging gingen ze een restaurant binnen, waar ze zich te goed doden aan biefstuk en aardappelen en nog pudding toe. Sperwer was wel zoo vriendelijk mee te eten. .Jlet geld komt wel in orde", had mijnheer Steen- hart gezegd. Toen naar notaris N. Daar was moede* ook inmiddels aangekomen. De notaris deel» de haar mede, bericht te hebben ontvangen, dat oom Klaas dood was, en dat zij dai eenige erfgenaam was. „Och, arme oom Klaas. Die beste man", riepen Bob en zijn moeder. „En vannacht in mijn droom zag hij er nog zoo gezond uitl Hoe 01.gelukkig!" voegde Bob er bij. „Ik heb nog maar weinig 'erfgenamen ge» zien als deze", dacht de notaris: „tien dui zend gulden rollen hen zoo maar in den schoot, en dat noemen ze ongelukkig!" LONDEN IN DE MIST Een typisch beeld van de Londensche nevel. In de stralen worden pekfakkels ontstoken, waardoor het mogelijk wordt gemaakt, dat het verkeer tenminste voetje voor voetje vooruit kan komen. Door K. STUURMAN „Inderdaad, die hebben we. Althans, er zijn zware vermoedens. Maar het is mijn taak niet, u die uit te leggen. Ik heb u al leen maar in arrest to stellen." „U bent gek, mijnheer!" stoof Mingel woest op. „Ze liegen.... ze liegen allemaal" Hij was van zijn stoel opgesprongen, maar opeens bedwong hij zich, zette zich weer neer, voor 't uiterlijk heel kalm nu. Maar van binnen stormde het. Ilij kon zijn ge dachten niet goed meer bij elkaar houden. Alles wirwarde dooreen. Wel zag hij in .dat tecensland bieden nutteloos was. Als hij tot het laatst bleef ontkennen, was misschien alle hoop nog niet verloren. „Ik zal meegaan," zei hij, terwijl hij p- etond. „maar laat mij u vast zeggen, dat er hier een vergissing plaats heeft, waarvan ik de dupe ben. Donk daaraan" Even glimlachte de politieman. Ilij had er al zoovelen gearresteerd en in de meeste gevallen zeiden ze dat ze onschuldig varen Hij was blij dat Mingel gewillig meeging. Toen de rechercheur met zijn arrestant het erf verliet, werden ze nagegaapt door juffrouw, Mingel en Jozef, welke laatste uit don 6lal te voorschijn gekomen was Van Geyn had aan Mingel gelegenheid willen geven om van zijn vrouw afscheid te nemen, maar deze had norech gezegd, dat 't niet nood.ig was. Hij had zijn vrouw, terwijl hij baar voorbij ging, geen woord toegevoegd. Met grimmig gelaat keek hij voor zich. De rechercheur had haar echter een paar woor den ingefluisterd, waarop ze verbaasd en met open mond het tweetal bleef nastaren. Ze kon zich zoo gauw niet indenken, wat haar was meegedeeld, maar toen het einde lijk tot haar doordrong, was ze meer ver wonderd, dan verschrikt Zooicts had ze niet achter hem gezocht „Wat is er met oom, tante?" vroeg Jozef, op haar loeloopcnde. ,,Ik weet het niet, jongen", antwoordde ze, nog wat in de war, „maar ik geloof, dat ze hem verdenken van diefstal van een portefeuille van den burgemeester. Denk er om, Jozef, je praat nergens over, hoor, te gen niemand". Jozef schudde het hoofd en keerde naar zijn werk terug. Ook hij kon zoo gauw niet verwerken dat zijn oom een dief was en naar do gevangenis moest Of hij het naar vond, zou hij niet zoo direct hebben kunnen zeggen, maar in ieder geval voelde hij iets als blijdschap, dat de man, voor wie hij al tijd zoo n groote vrees koesterde, voorloopig niet in de buurt zou zijn. En den rechercheur was hij dankbaar, dat hij op het juiste oogenhlik gekomen was om te verhinderen dat Mingel zijn woede op hem koelde. HOOFÖSTUK XXIV De bekentenis Zoodra Mingel veilig opgeborgen was, be trad de rechercheur het raadhuis, om, ln te genwoordigheid van den burgemeester, een onderhoud met Remmers te hebben. Het doel daarvan was om den veldwachter tot een volledige bekentenis te brengen. Want al stond bet nu wel vast dat hij den boef had geholpen, nog altijd kende men daar de reden niet van. Dc landlooper, die er slecht aan toe was en het er misschien niet bovenop zou ha len, kon tot heden niet worden verhoord. Zoodra de geneesheer een verhoor zou toe staan, was er kans achter de geheele waar heid tc komen. Van Geijn begroette den burgemeester, die nog alleen was, want Remmers wachtte in een andere kamer. Hij deelde hem de ar restatie van Mingel mee. „Zoo.zoo"... zei de heer Vervoorde, „is hij al gearresteerd'? Nougedaan heeft-ie 't wel, denk ik, maarof 't bewijs sterk genoeg is, dat betwijfel ik*'. „Hij loopt in de val, dut beloof ik u, mijn heer dc burgemeester. Hij valt wel door de mand, dat zult-u zien. Maar we zullen dat nu maar laten rusten, en nu eerst Remmers hier laten komen, met uw verlof". „Jaehmaar vooraf wou ik u zeg gen, het is mijn wensch, a 1 s Remmers iets misdaan mocht hebben, hem zoo mogelijk disciplinair te straffen. Als het kanlie ver geen vervolging „Ik hoop, dat het laatste niet noodig is, mijnheer, cn om dat vast tc stellen, zou ik den veldwachter thans hier willen ontbie den". „GoedHeel goedwat ik u verzoe ken mag, neem de leiding van het onder zoek op u". Dc rechercheur verliet het vertrek en keerde een oogenblik later met Remmers terug. Oud, gebogen en met schuwe oogen betrad de veldwachter het vertrek. Zijn anders zoo kloeke gestalte, die in zijn keu rige uniform steeds zoo goed uitkwam, was nu van een armzalig uiterlijk. Lag er den laatsten tijd nog een trek van vastberaden heid, van koppigheid om zijn mond, ook dat was thans verdwenen, en hij maakte nu geheel den indruk van een man, die alles verloren had. De burgemeester merkte het op met deernis en betreurde het dat de man hem niet in zijn vertrouwen genomen had. Misschien had hij hem uit zijn moei lijkheden kunnen helpen. De heer Vervoorde zat bij een tafel, die bij het raam stond, en speelde met een ivoren vouwbeen. Remmers stond midden in het vertrek en de rechercheur tegenover hem. „Wel, Remmers," begon de laatste, „zou het. nu de tijd niet zijn om 'te spreken? Mijnheer de burgemeester en ik, we ver wachten thans een openhartige bekentenis." Remmers opende even zijn mond, alsof hij iets wilde zeggen, maar bleef toch zwij gen. „Zooals je weet,'* vervolgde de ander, „ls de landlooper thans gearresteerd en wc weten nu veel, maar nog niet alles. Het zou werkelijk het beste zijn, dat je ons alles vertelde, van het begin af." Nog bleef Remmers zwijgen, hoewel een zenuwachtige trek om den mond verried, dat hij aan een heftige gemoedsbeweging ten prooi was. De rechercheur lceck hulpeloos naar don burgemeester, alsof hij van deze medewer king verwachtte om den man aan 't spre ken te krijgen. Het was duidelijk dat de veldwachter niet onwillig was een beken tenis af te leggen, maar dat hij het rechte woord niet kon vinden om te beginnen. Toen sprong dc burgemeester van zijn stoel op cn liep op Remmers toe. Hij legde zijn hand op diens schouder, en sprak zoo vriendelijk uls hem mogelijk was, hoewel toch op zijn kort-afgebroken manier: „Remmerskereleens heb ik je gevraagd me te vertrouwentoen kon je daartoe niet komenIk vraag het je nog maalsJe zult in mij geen harden rech ter vinden. Ik weet dat als Remmers iets misdaan heelt, hij daarvoor ernstige reden gehad moet hebben. Een schurk ben je niet. Al zou je het zelf zeggen, dan geloof Ik het nog niet. Maar spreken moet je nu." Het was Remmers aan te zien dat hij een innerlijke strijd voerde. De woorden van den burgemeester maakten grooten in druk op hem. Met veel inspanning be dwong hij zijn ontroering, en hot gelukte hem zelfs vrij kalm te antwoorden: ..Ik zal spreken. Alles is nu toch ver loren, nu dc man gepakt is. Maar, heeren, ik verzeker u, dat als dat laatste niet het geval was, ik niet zou bekennen, ook nu niet Maar het heeft geen zin meer om nu nog langer tc zwijgen, helaas!" De burgemeester schoof een stoel bij. „Ga zitten, Remmers, en deel ons alles kalm cn rustig mee; het zal je zelf ver lichten, als jo van het geheim af bent." Remmers zette zich op den stoel neer, en ook dc burgemeester nam weer plaats. Al leen dc rechercheur, die dc laatste oogen- blikkcn een zwijgende rol vervuld had, bleef staan, met de handen op den rug, en zijn oogen op den veldwachter gericht, blijkbaar in spanning diens bekentenis afwachtend. Toen deed Remmers zijn verhaal: „Laat ik dan direct maar beginnen met t.e zeggen, dat de man, die ze nu gevat hebben, die landlooper, die misdadiger kan ik wel zeggen, m ij n broer is, mijn eigon broer. U begrijpt wat het voor mij was toen ik tot die ontdekking kwam. Maar als u denkt dat ik mijn plicht verzaakt heb uit medelijden of genegenheid, dan \crgist go u. Lk zou hem niet verraden hebben, maar evenmin zóu ik hem geholpen hebben zoo als ik nu deed, als daarvoor geen bijzondere reden bestond. Luister, en veroordeel mij daarna, zooals ik waarschijnlijk znl ver dienen. Ik heb, wat u misschien nog niet eens bekend is, mijnheer de burgemeester, nog een oude vader in leven, die thans tachtig jaar is. Hij woont in I.ooshoorn, dus vlak in don omtrek. Vader had een goeden in borst, maar in de opvoeding zijner kinde ren was hij hard en strong. Juist omdat hij zo zoo graag in het goede spoor wilde hou den, trad hij zoo strong op. We waren met ons driedn thuis, alle drie jongens. Mijn broer Hendrik cn ik waren de oudsten. Beiden zagen we tegen ouzen vader op en geen van beiden durfden we hem weer streven. We moesten dan ook erkennen, dat we in menig opzicht do blijken onder vonden, dat vader het in den grond niet zoo kwaad met ons meende. En het was gelukkig, dat we ons konden schikken on der zijn gezag. (Wordt vervolgd)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 3