23)111 Li
De veldwachter van Randijk
ZATERDAG 27 DECEMBER 1930
DERDE BLAD PAG 9
VERBOND VAN CHRISTELIJK
LETTERKUNDIGE KRINGEN
ALGEMEENE VERGADERING
TE ROTTERDAM
In Hotel Riche te Rotterdam werd gisteren
de algemeene jaarvergadering van het Ver
bond van Chr. Letterkundige Kringen ge
houden.
In de morgenvergadering, die huishou
delijk was, werden tot bestuursleden gekozen
de heeren Ton de Bruyn en Herm.
Spaans en mej. M. P o s. De vroegere
secretaresse van het Verbond, mej. Laura
Olivier, werd tot eerelid benoemd.
De middagvergadering was openbaar en
goed bezocht,
Mr. Roel Hou wink hield een lezing
over 't onderwerp „Burger en Bohémien".
Mr. ROEL HOUWINK
Bij 't trachten de antithese tusschen deze
twee te karakteriseeren, aldus Spr., stuiten
wij aanstonds op twee begrippen: orde en
vrijheid. c
Orde is 't levenselement van den burger,
eerste voorwaarde voor zijn werk, bezit en
•betrekking. De bohémien daarentegen acht
alle orde niets, ze is er voor hom alleen om
«te overtreden. Zij levenselement is de vrij
heid. waaraan hij verslaafd is.
Overal zijn wij door de burgerlijke orde
omringd, maar ook leeft in ons allen 't ver
langen naar de vrijheid, die den bohémien
kracht geeft tot zijn grillig bestaan. Zoo
kent ieder burger oogenblikken in zijn leven,
dat hij bohémien is; en ieder bohémien dat
hij burger is.
Van psychologisch standpunt bezien is de
bohémien een menschelijk type zooals er
zoovelen zijn. De tegenstelling burger-bohé
mien berust op de orde der menschelijke
samenleving.
Den burger kunnen we beschouwen als de
vertegenwoordiger der samenleving; den bo
hémien als de vertegenwoordiger van den
enkeling.
Deze tegenstelling van samenleving en
enkeling is van polairen aard. We kunnen
haar niet als een onbeweegbare zien. Want
de samenleving is niet buiten den enkeling
te denken, en de enkeling kan zich niet los
van de samenleving ten volle ontplooien.
Alleen aan 't leven ontvlamt de geest.
De rustig tusschen de vele ordebepalingen
voortlevende burger beweegt zich binnen een
cirkel, die steeds nauwer wordt Maar zoo
is 't ook met den bohémien. Want wij allen
zijn menschen van vleesch en bloed. I-Iet
igroote gevaar voor den bohémien is, dat de
vrijheid voor hem houding en geen leven
meer is.
De meeste leans om hier de moeilijkheden
op te lossen bestaat wanneer we de dingen
bezien uit cultureel gezichtspunt, Bij zulk
een polaire tegenstelling kan men moeilijk
't ontsaaan verklaren: in de tegenstelling
wordt ons de werkelijkheid geboden.
Burger en bohémien worden ons oorspron
kelijk gegeven. Hier is leven cn geest,
't Leven vervult de aarde, de geest geeft
vorm. Wat 't leven voortbrengt, valt altijd
weer terug in den schoot waaruit 't ont
sproten is.
Dat wij menschen zijn, danken we aan den
geest, die ons gevormd heeft. Eerst als wc
dat verstaan, begint onze persoonlijkheid te
ontwaken.
Dit kan bijdragen den zin te verhelderen
der tegenstelling burger-bohémien.
Aan deze bewustwording zijn echter ver
schillende beizwaren verbonden, want ten
slotte weet niemand wat we zijn dan God.
Den burger bedreigt 't gevaar, dat hij zich
't andere 't eigene maakt. En den bohémien,
dat zijn vrijheid wordt een ik-slavernij.
Zoo blijkt ook hier ,dat de kern van 't
.menschelijk leven is zijn persoonlijkheid. De
burger is evenmin een confectie-artikcl als
de bohémien oen parasiet is. We moeien 't
zoo zien; de burger is producent, de bohé
mien levert do grondstoffen. En daarom
moeten ze beiden trachten zich ten volle te
ontplooien.
Burger en bohémien zullen altijd weer
tegen elkander worden uitgespeeld. Nu zal
men voor den een/ dan weer voor den ander
partij kiezen.
Zullen wij voor een van beiden op de
bres springen, of zullen we trachten tus
schen deze twee een compromis te sluiten?
Laten we dit laatste niet doen, noch trach
ten de antithese te verdoezelen. Burger en
bohémien zijn geen theoretische fictie maar
levende figuren in onze samenleving.
We zijn één van beiden: burger of bohé
mien. En de keuze is voor ons gedaan.
De burger is verantwoordelijk voor de
orde, de bohémien voor de vrijheid. En de
orde moet bevestigd, de vrijheid toegelaten
worden.
In inetaphysischen zin vormen orde en
vrijheid een eenheid. Deze eenheid, voor ons
menschen meestal tragisch, vindt haar op
lossing in 1 Cor. 12. Daar zijn burger en bo
hémien één geworden in de eenheid van
Christus' liefde, 't Is dezelfde God, die alles
in allen werkt.
Laten wij daarom nooit trachten van een
burger een bohémien te maken en vam een
bohémien een burger. Daar is verscheiden
heid der gaven, doch het is dezelfde geest.
En alles is ons ten gemeenen bate ge
schonken.
D r. J. Haantjes, die spreken zou over
„Psychoanalyse en moderne letterkunde",
was door ziekte hiertoe verhinderd.
Eenigen der aanwezigen lazen nog uit eigen
werk.
De jaarvergadering werd op de gewone
Mij ze gesloten.
lucht!
twecjen
ïlmeert het boesten FtAfON
maakt het slijm los FL2JO
brengt spoedig verlichting
dtcJ wm Uw tkjtorl-Agenrnt.fS AlivnOtama Dtn/ta»
DE LOEIENDE KRATER
He ramp, veroorzaakt door de uitbarsting van de Merapi neemt steeds grooter omvang
aan. Ook dessa't, die vele kilometers van den krater verwijderd zijn, worden door de
aschregens in brand gestoken. Hierboven een beeld uit het vulkaangebied met de
rookende krater.
Wij verwijderen Overtollig Haar reeds 25 jaar met garantie van
nooit meer terugkomen, ook puistjes, litteekens, wratten, rimpels,
verslapte aangezichtsspicren enz. (Huidverzorging). Vele referen
tiën van behandelde dames en H.H. Doctoren.
Academie Scientifique de Beaute
Directrice: Mevr. Louise C. Gimber, GedipL Schoonheidsspecialiste
156, Laan van Meerdervoort 156, Den Haag
DAMES die onze beroemde Schoonheidsmiddelen LINDA reeds
toepassen, gebruiken nooit meer iets anders. Catalogus 36 gratis
en franco.
DE RAMP VAN DE MERAPI
STEUN UIT HOLLAND DRINGEND
NOODIG
ONZE LANDSVROUWE GAAT VOOR
Uit nader door den Minister van Kolo
niën van den Gouverneur-Generaal ontvan
gen telegrafische berichten is gebleken, dal
ter leniging van den nood in het door de
uitbarsting van den Merapi geteisterde ge
bied belangrijke geldelijke steun onontbeer
lijk is. Een dringend beroep wordt derhalve
gedaan op de hulpvaardigheid van allen, die
in hét Moederland tot verzachting van de
gevolgen van deze ramp willen medewerken.
Na ontvangst van deze berichten heeft op
het Departement van Koloniën een nadere
bespreking plaats gevonden, met de bedoe
ling om uit de van vele zijden spontaan ge
toonde, neiging tot medewerking aan dit'
doel te komen tot de vorming van een co
mité, dat aan don arbeid, om op ruime
schaal bijdragen te verzamelen, leiding zal
kunnen geven.
Een voorloopige commissie heeft met in
stemming van den Minister de taak op zich
genomen om verschillende personen uit te
noodigen in dit comité zitting te nemen, zoo
dat verwacht kan worden, dat binnen enkele
weinige dagen dit comité zich zal hebben
geconstitueerd.
Hulp.
Het bestuur van den Kon. Nat Bond Het
Oranjekruis heeft op zijn telegram aan het
bestuur van het Smeroefonds te Batavia ten
antwoord ontvangen, dat de toestand nog
niet te overzien is en spoedig nader geseind
zal worden.
In afwachting hiervan kunnen giften reeds
nu gezonden worden aan den penningmees
ter van Het Oranjekruis, IV. A. den Tex
Bondt, dir. Holl. Bank -voor ZuidrAmerika,
Heerengracht 438, Amsterdam, Postgiro
128578.
Het hoofdbestuur van het Nederland-
sche Roode Kruis deelt mee, dat in verband
met de ramp op midden-Java betuigingen
van deelneming en aanbod van eventueele
internationale Roode Kruishulp' zijn ontvan
gen van do Ligue on van het Belgische Roo
de Kruis.
Per vliegboot over de onheüsplek.
MAGELANG, 25 Dec. (Aneta). Woensdag
(heeft de Gouverneur van Midden Java een
vliegtocht over het door de ramp getrof
fen gebied gemaakt en bracht tevens een
bezoek aan de kampen waarin de vluchte
lingen zijn ondergebracht en waar thans
24.000 personen verblijf houden.
De poging van de militairen en het Be
stuur om de twee dorpen Kenting en Ken-
tong, die door de lahar geheel geisoleerd
waren, te bereiken heeft 6ucces gehad. Zij
slaagden erin tot de dorpjes door te dringen
en kwamen daar tot de ontdekking dat de
bewoners nog voldoende van voedsel en
drinkwater waren voorzien en zij zich niet be
wust waren van 't gevaar waarin zij verkeer
den. Niettemin werden zij over het minst
gevaarlijke deel van den laharstroom (waar
de massa heet zand en modder Mas uitge
vloeid tot een dun laagje en zoodoende was
afgekoeld) naar veiliger oorden wegge
voerd.
Van een merkibare afkoeling van de lalhar
massa is nog geen sprake. De lahar rookt
en dampt nog overal.
Het aantal vluchtelingen In de verschil
lende plaatsen zijn: te Magelang 2500, te
Sawangan 10.000, te Moentilan 6000, te Salan
1700 en te Tempel 4000.
De berg is .vandaag rustig geiweest
Hen steuncomité te Batavia.
BATAVIA, 26 Dec. (Aneta). Hedenavond
wordlt een centaal conuité voor steun aan
de slachttoffers van de uitbarsting Man den
Merapi geconstitueerd. Voorzitter zal zijn 't
lid van de R. v. I„ Hillen»
Nader vernemen wij:
Koningin Wilhekmna heeft f 5000 doen
overmaken aan ihet Smoeroe-fonds ten be
hoeve van de slachtoffers.
De Koningiim-Moeder heeft een telegram
vwn deelneming gezonden aan den Gouver
neur-Generaal .van Ned.-Indië.
De ramp voorbij?
MAGEL'ANG, 26 Dec. '(Aneta). In den af-
geloopon nacht doden zich geen bijzondere
gebeurtenissen voor. Dc massa schuifmate-
teriaal is nog niet in beweging gekomen,
aangezien de regens niet doorkomen. In
middels wordien de indirect bedreigde stre
ken thans ook door dc bevolking ontruimd,
hetgeen op langzame, ordolijke wijze zonder
paniek geschiedt. De Javanen kennen thans
de verraderlijke kuren van den Merapi,
weshalve zij niet de minste risico meer wil
len loopen. De geconstateerde terugkeer der
vluchtelingen naar de verwoeste gebieden is
have en goed op te nemen, om echter des
avonds te zorgen Meder in veiligheid te zijn.
De definitieve terugkeer der bevolking
wordt door den resident tegengegaan in al-
M'achting van het schriftelijk rapport van
de vuloanologen.
Geraamd M'ordt, dat totaal 4000 menscnen
permanent dakloos zullen zijn. Zij zullen
minstens zes maanden moeten worden ge
voed. Voor's M'ordt geraamd dat tusschen de
TO en 15 duizend personen tijdelijk dakloos
zullen zijn. Van hen is het nog onbekend
hoelang steun verleend zal moeten worden.
Verwacht M'ordt, dat de ramp thans is afgiv
loopen en geen verdere tragische gevolgen
meer zal hebben.
De G. G. van Ned.-Indiö zal zich morgen
naar de plaats des onheils begeven.
Leger en Vloot.
MILITAIRE PENSIOENGRONDSLAGEN
Bij ministerieele beschikking is vastge
steld, dat voor de vaststelling van pensioens
grondslagen voor het jaar 1931 de waarde in
geld van de van Rijkswege aan soldij genie
tenden verstrekte kleeding en voeding ge
schat op onderscheidenlijk f 100.80 en f 165.60
DE BRINIO
Hr. Ms. pantserboot Brinio is van Vlissin-
gen op 's RiJVswerf te Heilevoetsluis aan
gekomen tot het ondergaan van de noodige
herstellingen.
MIN. DECKERS VAART MET
DE MARINE MEE
De minister van Defensie is voornemens
zich 12 Januari eJc. in te schepen aan boord
van Hr. Mrs. torpedoboot jager, ..Witte de
With", welk sahip onder commando sta'at
van den luit. ter zee le klasse J. W. A. A
Heiijdt. De minister zal een gedeelte van
de uitreis van genoemden bodem naar Oost-
Indië tnede maken, teneinde voor langeren
tijd meer van naby het leven aan boord van
een oorlogsschip gade te slaan zulks ook wat
betreft vlagvertoon van oorlogsschepen in
den vreemde.
Het embarquement heeft plaats op 12 Jan.
1e Nieuwediep; het schip zal van 16—20 Jan.
te Lissabon verblijven, alwaar dan ook Hr.
iMs. torpedoboot jager „Banekert'' op zjjn uit
reis naar West-Indië vertoeft.
De reds gaat verder via Tunis naar Napels
De minister keert vandaar per trein naar
Nederland terug.
AMSTERDAM
SPOEDVERGADERING MELK
VEEHOUDERS
Naar aanleiding van de verlaging van den
melkprijs, zonder toestemming van de bestu
ren der beide bonden van melkveehouders
door den melkhandel eigenmachtig doorge
voerd, zijn veel teekenen van onrust en ver
zet bij' de veehouders gerezen. Om die re
denen hebben de besturen der beide bonden
van melkveehouders het noodig geoordeeld; de
boeren met spoed bijeen te roepen in een
vergadering, welke op Oudejaarsdag half elf
te Amsterdam zal worden gehouden, ten
einde te bespreken, wat hun onder de gege
ven omstandigheden te doen staat.
'eriaal VüA4nclaaq
Elch wat WilsJ1
VRAAG NOOIT: WAAROM?
U hebf er lief reclif foe!
Vraagt dut ook eens
proefnummers 1
voor Uw kennissen aan
Dat er ook op het gebied der fiscale dicht
kunst «veel prulleoverk aan de markt is, mo
ge uit bijgaand relaas blijken!
Een jong ambtenaar met nog menschen
bloed in de aderen schoot eens een bok.
Deftiger gezegd: hij maakte zich schuldig
aan een ambtelijk verzuim. Duidelijker ge
zegd: hij vergat op een formulier het boc-
kingsnummer te vermelden.
Dat ging zoo: er was een mannetje aan
het loket gekomen. Het mannetje had zijn
naam weten te schrijven op een gcwichtig-
uitziend papier. Daarna had de ambtenaar
hem eenig geld uitbetaald. Vervolgens had
de jonge ambtenaar het papier „in uitgaaf
geboekt"maar op het critieke moment
had hij vergeten het nummer van boeking
op het stuk te vermelden.
Dat is een ambtelijk verzuim.
U kunt nu zeggen: hij had het niet met
opzet gedaanAlles goed en M-el. Hij
verzuimde iets.
Ge kunt tegenwerpen: Wie werkt.maakt
fouten. Het brengt geen baat. Eens en voor
goed:
Hij verzuimde het boekingsnummer
in te vullen.
Zoo dachten de superieuren er ook overl
Het was dan ook ambtelijk-geheel-nor-
maal, dat de jonge ambtenaar-met-men-
schenbloed-in-de-adercn, den volgenden dag
op zijn schrijftafel een schrijven vond van
den volgenden inhoud:
„Gezonden aanenz.;
„met verzoek op te geven, waarom het
nummer van boeking op het formulier,
niet is ingevuld".
Is het voor een ernstig mensch geen irri-
teerende vraag?
De jonge amhtenaar-met-het-mensohen-
bloed-in-de-aderen deed dan ook wat in de
gegeven omstandigheden menschelijk was.
Hij trachtte zijn voorhoofd te fronsen.
Hij griste naar aijn pen, en onder het uit
spreken van de formule: Wat 'n onzinnige
tijdvèrprutsing-krast hij met stijle en scher
pe letters:
„Weder aangeboden".
„Ik had vergeten het hoekingsnummer in
te vullen".
Meer niet- Alleen nog zijn kwaliteit en
overduidelijk, als wilde hij zeggen: „Ik
schaam mij niet voor 5n bokkie", zijn naam:
Pieterse
Zoo belandde het stuk in den loop van
dien dag op het bureau van den chef d«|
bureau, die alle uitgaande stukken contro
leert
Dat is meneer van Veen.
Meneer Van Veen leest de vraag en het
antwoord, en fronst zijn reeds lang gerim
peld ambtajijk voorhoofd.
Dat is toch geen manier van vragen be-
antwoordenl Zoo is er nog nooit een stuk
van zijn bureau verzonden.
..Pieterse, bij den chef komen!"
En de jonge man verschijnt bij zijn cihef.
„Je zult dat antwoord moeten verande
ren, mannetje, want dat Is zoo geen werk.
Dat lijkt nergens op. Wat zeg je: Of het
niet waar is, wat je schrijft? Ja, zeker, is
het waar! Dat is het hem juist! Het is veel
t e waar! Wat dacht je: Je kunt maar alles
niet zoo neer schrijven als het is!"
„Het nut van die vraag? Wat gaat jou
dat aan kan het jou wat schelen? Het
heeft heelemaal geen nut, maar wat doet
dat er toe? Je wou toch zeker geen ruzie
gaan maken met je superieur.' Doe dat
nooit." En hier wordt meneer Van Veen
bijna vaderlijk. „Doe dat nooit, want je trekt
toch altijd aan het k frts'e eind. Wie het
meeste verdient heeft gelijk!"
De jonge ambtenaar-met-menschenbloed-
in-de-aderen, maakt zich bijna kwaad over
zulke achterlijke theorieën, en hij volhardt
bij zijn eens geschreven m'oordcn.
Dan hakt de chef de knoop door en zegt
kortaf:
,Je bent eigenu'ijs. Je zult nog veel moe
ten leeren. Ik zal het stuk nu wel verder
zelf afhandelen. Je kunt gaan."
Als do jonge ambtenaar weg is, glim
lacht de chef stil voor zich heen. Hij heeft
er al zooveel zoo gehad. Zulke jonge broek
jes.
Ze kennen de loopjes nog niet. Ze voelen
nog niet tot hoever ze gaan kunnen.
En weer mompelt hij stil voor aich heen.
Dan zoekt hij zich een velletje papier uit,
en schrijft:
.Beleefd M*eder aangeboden:
„Het betreft hier een boeking, M*elke den
tienden November 19is verricht, vlak
voor het sluitingsuur. Belanghebbende had
haast, daar hij op het punt stond naar het
buitenland te vertrekken. Bij de vlugge be
handeling is verzuimd het boekingsnum
mer in te vullen. Dat het verzuim inmid
dels is hersteld, moge uit bijgaand relaas
blijken."
Met voldoening leest Van Veen zijn ge
dicht nog eens na. Nu zal hij den jongen
ambtenaar zelf op gaan zoeken en hem
laten zien hoe het hoort!
Zonder een woord legt hij zijn schepping
aan Pieterse voor.
Deze leest En krijgt een kop van kwaad
heid, maar beheerscht zich, en dan kijkt
hij zijn chef meewarig aan. Dan .wint de-
mensch-in-hem het weer en hij laat zich
bruut ontvallen:
„Ik zou m'n geM-eten daar niet mee wil
len bezwadderen."
Dan valt ook de chef uit: „Ik zou mijn
mond nou maar houden. Me dunkt dat ik
het zaakje netjes voor je heb opgeknapt."
Dan plakt hij M-elvoldaan zijn poczie o^r
het proza van het jonge ambtenaartje-met»
menschenbloed-in-de-aderen heen.
En voegt het sluk bij de post.
Den volgenden morgen ligt er èrgens een
ambtelijk stuk bij een superieur op het
bureau. Deze leest het relaas van den heer:
Van Veenknikt eon paar keer voldaan,
en merkt ten slotte nog juist voordat hij de
correspondentie als afgedaan u'il beschou
wen, dat er „overplakking" heeft plaat*
gehad.
Dan houdt hij het papier tegen het licht!'
En de groote geïrriteerde letters van den
jongen ambtenaar-met-ihet-menschenbloed-iu
de-aderen komen er door schemeren.
Even komt er een glimlach op zijn gelaat.
Dat Mras de mensch-in-hem, die lachte.
Maar dan rimpelt hij ooit zijn voorhoofd
en zucht:
„Ja, ja, die Pieterse zal nog heel wat
moeten leeren voor hij zoover is als Van
Veen
CAPLAND IN BEIEREN
In het gebied van de Zugspitze in Beieren gaat men rendieren kweeken, die uit Lap*
land zijn geïmporteerd. Eenige Laplanders zijn meegekomen cn hebben hun woonsted- ii
opgetrokken in een sneeuwhui. „Net als thuis" zeggen ze.
FEUILLETON
Door K. STUURMAN
<31
*t Gebeurde alles in een moment. Van
Veen lag met. een pijnlijke arm op de straat
en terwijl hij overeind krabbelde, was Van
Geyn weer op den weerspannige toegespron
gen om hem te grijpen. Maar de zvverve.
verzette zich met den moed der M-anho p.
Een korte en hevige worsteling ontstond.
Beide mannen kwamen al dichter bij de
•diepte langs den muur van het raadhuis,
die in hel donker niet te zien was. Juist
toen de echoenmaker den rechercheur ie
hulp M'ilde komen, zag hij tot zijn schrik
hoe de landlooper ruggelings in het donkere"
gat viel, cn op den hardstecncn vloer neer
kwakte, terwijl hij in zijn val den ander mee
sleurde.
Van Geyn sprong onmiddellijk overeind.
Hij had zich blijkbaar niet erg bezeerd. Dc
arrestant m'S6 er echter erger aan toe. Hij
kon zich niet bewegen en kreunde van pijn.
„Ik zal hier blijven, ga jij dan een dokter
halen." zei de rechercheur tegen Van Veen.
„De dokter, die het dichtst bij woont, hoor!"
„Er u'oont er hier maar één," antwoordde
de schoenmaker, ,,'t is even buiten het dorp,
maar ik zal haa6t maken."
En meteen was hij in de duisternis ver
dwenen.
'n Half uur later Mas de dokter Ier
plaatse. Van Geyn had zijn j«6 uitgetrok
ken en onder het hoofd van den gewonde
gelegd. Do man had het bewustzijn verloren
De dokter constateerde beenbreuk en inwen
dige kneuzingen. Hij legde een voorloopig
verband en daar de man niet zoo kon blij
ven liggen, werd hij door den rechercheur,
met hulp van den schoenmaker, op een
draagbaar naar het logement vervoerd,
Maar de politieman verblijf hield.
Hier werd hij in een aparte kamer te bed
gelegd en door den dokter verder geholpen.
„Morgen kan hij misschien worden ver
hoord." zei do laatste, „maar zeker is dat
niet, ik zal in iedei^geval eerst eens komen
kijken."
Van Geyn bedankt© hem voor zijn hulp.
en ook Van Veen, die zich naar huis spoed
de, vol van het avontuur dat hij beleefd hart
en verlangend om het ganeche geval aan
zijn vrouw te vertellen.
Daar bet reeds veel te laat was om zijn
voorgenomen bezoek aan Mingel te brengen,
besloot de rechercheur dit tot den volgen
den morgén uit te 6tellen.
„De dag van morgen kon wol eens klaar
heid in de zaak brengen," dacht hij bij zich
zelf, ais dis landlooper tenminste sproken
kancn wil!"
HOOFDSTUK XXIII
Mingel valt door de mand
Jozef m-as den laatsten tijd niets op zijn
gemak. Aan den eencn kant voeicle hij een
grooten nnsrst dat het nog eens zou uitko
men, dat hij dat geweer had afgeschoten cn
dat schaap gedood had. Als zijn oom het to
m-eten kwam. wist hij zich geen raad. De
ruwe en hardo man strafte hem zwaar voor
het minste vergrijp cn alleen uit vrees voor
hem, had hij gesmeekt het geheim niet te
verraden.
Maar aan den anderen kant werd hij ge
kweld door de gedachte, dat het zijn schuld
was, dat een onschuldige werd ver
dacht. Hij voelde dat hij den moed moest
hebben om te spreken, maar hij bezat dien
moed niet. O, hij vond dit heel erg voor Rob,
en dikM-ijls stond hij op het punt om ailes
te bekennen, maar als hij dan weer aan de
gevolgen dacht, dan schrok hij er voor te
rug. Hij noemde zich zelf dikwijls een
lafaard en hij durfde Rob bijna niet meer
aan te kijken. Daarom hield hij zich zooveel
mogelijk uit de buurt van de jongens. Zij
waren zoo aardig voor hem geM'eest, en nu
Mas hij de schuld dat een van hen onschul
dig m-erd verdacht.
Daar hod Jozef geen vrede mee. Want
eigenlijk mms hij een flinke jongen, een, die
er niet geniepig tusschen uit wou draalen
ten koste van anderen. Maar zijn oom
O. als hij er aan dacht hoe nijdig die zou
zijn. Nee, maar niks zeggen, misschien is de
heele zaak m-el gauw weer vergeten.
Zoo had hij de laatste dagon doorgebracht,
nu eens van plan alles te bekennen dan
weer op dat besluit terugkomend. Vanmor
gen M-os hij echter opgestaan met het vaste
voornemen alles aan zijn oom te zeggen. Er
mocht dan van komen wat wou, Jozef M'il
de niet langer bang zijn. Misschien werd hij
bont cn blauw geslagen, maar de jongens
zouden hem toch een flinke vent vinden cn
hij zelf zou die onrustige gedachte kwijt
raken, dat een onder voor hem moest boe
ten.
Mingel was in den stal bezig. Jozef had
den boel in het achterhuis opgeruimd en
draaide nu wat om den stal heen, vast be
sloten zijn oom aan te spreken. Hij aarzelde
alleen, omdat hij niet. wist hoe te beginnen,
i Opeens ku'am Mingel te voorechijn,
„Zoo, luie rekel, wat sta je hier te
draalen? Niks te doen soms?"
„Ikik M-ou net M'erk komen vragen,"
stamelde Jozef, „en ikik wou zegge'n.."
„Wat is er, jongen? Als je wat hebt, zeg
op dan, en sta niet te stotteren!"
..Ikikbegon Jozef weer en
toen hij zag dat zijn oom ongeduldig en
kwaad M-erd, gooide hij er ineens uit:
„Ik heb het gedaan dat van dat schaap.
Niet Rob van den burgemeester. Ikhet
geweer ging ineens of toen ik er aan raak
te...... het ging per ongeluk
„WatWat?" riep de ntj-dige boer,
„je M'ilt toch niet zeggen.. Je bedoelt toch
niet dat jij dat gedaan hebt? Dat jijIk
geloof M-orempel dat de jongen dot bedoelt,"
mompelde Mingel bij zichzelf, en toen u-eer
tot Jozef: „Zeg op, heb jij dat gedaan? Pas
op, of ik bega een ongeluk aan je."
„Ik heb het gedaan, maar ik kon het niet
helpen."
„Zoo.... nou, wil ik je dan eens unt zeg
gen: Je hebt het niet gedaan. Hoor je 't
goed: Rob Vervoorcle is de schuldige on nie
mand anders. Wat drommel, zijn vader kan
best dat schaap vergoeden. Dus donk er om:
jij u-eet nergens van en Rob is de schul
dige."
„Maar Rob heeft het niet gedaan, en ik.
ik u'il niet dat hij onschuldig...."
„Wat ,ik u'il niet"? Jij hebt niet te willen,
veista je? Versta je 't goed?"
Mingel werd steeds rooder onder 't schreeu
wen, en bij de laatste u-oorden pakte hij den
jongen bij den schouder en schudde hem
hardhandig door elkaar, stee ls herhalend:
„Versta je 't? Versta je 't?"
„Ik deed het toch., dat is toch eerlijk.."
huilde Jozef, tevergeefs trachtend zich los te
rukken.
Mingel gooide hem plots van zich af, en
haalde zijn arm uit om hem een slag toe te
brengen. Op hetzelfde oogenblik hoorde hij
iemand achter zioh. Hij liet den arm zak
ken cn keerde zich om.
De forsche gestalte van rechercheur Van
Geyn was den hoek van het huis om ge
komen en trad nu op hem toe. Zijn houding
u-as even ru6tig en zeker als altijd.
„Goedendag," zei hij kortaf, „ik kom hier
als politie en u-ou u even alleen hebben."
„Als politie?" vroeg Mingel u-at onvast,
terwijl zijn trekken een zekere onrust verrie
den, „is het over die jongen uit het ce-
sticht?"
..Neen. het betreft u persoonlijk."
Mingel wendde zich tot Jozef, die er ta
melijk beteuterd bij stond, alsof hij den
klap nog verwachtte^ die hem uas toege
dacht.
.„Maak de stal verder in OTdeheet hij
hem tóe, ,'en donk er om' u-at ik je gezegd
heb!"
Daarop ging hij Van Geyn voor in huis.
Juffrouu- Mingel kwam er juist uit en ze
keek nieuwsgierig naar den vreemden man,
dien zo, evenals Mingel den eersten keer ge
daan had, voor oen boer hield. Van Geyn
tikte even tegen z'n pet, maar verder liepen
de beide mannen haar zwijgend voorhij.
Mingel liet zijn bezoeker In de achterka
mer en schoof hem een stoel toe, terwijl hij
zelf ook ging zitten. Do rechercheur bleef
staan achter de hem aangeboden 6toel. Zijn
hand rustte op de lening en de andere hield
hij op den rug. Hij keek Mingel scherp en
doordringend aan, zoodat deze een onbeha
gelijk gevoel over zich kreeg en zich nie's
op ziju gemak voelde.
Eenige oogenblikken heenschte er een ge
spannen stilte. Mingel deed zijn best een
bang voorgevoel van zich af te zetten, ert
hot gelukte hem inderdaad een onverechil»
lige houding aan te nemen.
„U wildé me spreken, hè?" vroeg hij, en
zijn toon klonk bij hot brutale of, „zeg dan
maar wat u te zeggen hebt. Maar kort,
alstublieft."
„Mijn boodschap ls kort, m'n waarde,"*
z i Van Geyn, Mingel nog steeds recht aam
ziende, en ik ben bang uot zij u niet aam
genaam zal zijn."
Mingel veinsde de uiterste verbazing.
Toen liet de rechercheur de leuning van!
den stoel los, trad op den ander toe, legde
2ijn hand op dien6 schouder, en zei met na*
druk:
„Mijn komst betref! niets minder dan uw;
arrestatie."
Mingel schrok en verbleekte even. Mat l n
politieman niet ontging. Hij schudde de
hand van den ander af en trad eon pas if
wat terug.
„Als u een grap wil maken, mijnheer, dan
moet u een hetere uitzoeken."
„Ik maak geen grappen, dat weet u zelf
heel goed. Ik hen hier ont u te arresteeren.
wegens diefstal van een portefeuille met
geld. U gaat met mc mee en zult u sno dig
hebben te verantwoorden voor don réchter-»
commissaris. Dat !s de heele zaak."
Mingel had zich weer van zijn schrik her»
steld en zag den man «lie tegenover hem
stond, met vijandige blikken a.m.
.AV.it portefeuille? Wat weet ik daarvan?
U bent gek. mijnheer. Hoe kun u me daar»
van beschuldigen, hoe durft uILbt u he.
wijten
(Wordt vervolgd).