DINSDAG 9 DECEMBER 1930
a.
it j
DE INDOLOOISCHE FACULTEIT
Steeds toenemende bloei.
Op 2 on 3 dezer eindigde het eerste
lustrum der Utreohtsche Indologen vereeni
ging met welker bloei nauw samenhangt
ae bloei dor Indologische Faculteit.
Daarom kan het interessant zijn, om hier
aan de hand van „De Rijkseenhedd", nog
eenige cijfers te geven omtrent den groei
der Faculteit.
Totaal aantal stu- Aantal nieuwaan
denten in het gekomen Indologen
le Jaar: 21 le jaar: 9
2e jaar: 33 2e jaar: 7
3e jaar. 58 3e jaar: 19
4o jaar: 93 4e jaar: 29
5e jaar: 124 5e jaar: 26
6e Jaar: 160 (vrl. gesch.) 6e jaar: 31
Naar Indië afgeleverd door de Indologi
sche Faculteit:
zestien Juristen voor de rechterlijke
macht;
zeven ambtenaren voor den bestuursdienst
waarvan de eerste voor zijn doctoraal slaag
de 28 Juni 192.9; en bovendien nog
drie ambtenaren niet verlof, die te Utrecht
hun doctoraal Indologie deden en vagi wie
er één promoveerde.
Buiten de gewone studievakken, voor do
Indologische studiën en he* Indisch recht
werden, in den loop der jaren, verschillende
bijzondere cursussen ingevoerd, zooals, van
woge het departement van Koloniën, over
de politie door den heer A. I-foogweg en
over de Chineezen in Ned. Indië door den
heer C. G. Riem; voorts een cursus in zake
tropische hygiëne door D. J. J. van Loghem
en over het communisme door Dr. L. H
Grondijs; terwijl onlangs een leerstoel In de
.Tapansche taal en letterkunde is ingesteld,
bekleed door prof. dr. J. L, Picrson Jr.
Tenslotte zij nog opgemerkt, Jat buiten de
gewone studievakken hierboven bedoeld,
ook vallen de colleges van de bijzondere
hoogleeraren prof. dr. I.. P. de Cosquino de
Bussy en prof. dr. E. C. Jul. Mohr in de
konnis van de Tropische Culturen en van
den bodem van Ned. Indië.
In een vergadering van de afd. Utrecht
van S. S. R. trad dezer dagen op Prof. Dr,
H. Visscher. eerelid der afdeeling, met een
lezing over: „Het Calvinisme in zijn betee
ken is voor onzen tijd".
Prof. Vissoher wees er allereerst op, dat
deize tijd zich vooral kenmerkt door een ver
warring van geesten, welke vooral voor de
ouderen het karakter van een ontwrichting
draagt. De groote massa heeft zich geëman
cipeerd van de Christelijke idee en begeeft
zich tot het moderne, heidendom, meestal
een soort Oostersch mysticisme. In de Pro-
testantsche landen zien we een massale be
weging in de richting van Rome. zoodat do
vraag bij ons opkomt: heeft het Garef Pro
testantisme wol bestaansmogelijkheid? De
geweldige sociale stroom, die zich in het
moderne leven openbaart is een aantrek-
kingsniogelijkheid voor die ge-estesriohtin-
gen, die naar hun wezen sociaal van aard
zijn. Daaruit is ook de groeiende invloed
van Rome te begrijpen, dat een groote so
ciale eenheid heeft.
Het Gereformeerd Protestantisme heeft ge
leden onder den druk des tijds. Voor drip
eeuwen was het een domineerende macht
Het had alle klassen, het intellect mee.
Thans is het niet meer een richtende kracht
in den gang van het groote leven.
Een vijftig jaar geleden vierde het mate
rialisme hoogtij. Büohner en dgl. geleerden
gaven den toon aan. De doorwerking daar
van op de massa was zeer schadelijk. Die
hield geen tijd en geen hart meer voor gees
telijke dingen. En daar het Calvinis
me hooge eischen stelt aan het geestelijk
leven; mensclien eischt met denkkracht,
heeft het geen bekoring voor de oppervlak
kige massa in dezen verwaterden tijd. Spr.
stond in dit verband stil bij het onder
scheid tusschen het Calvinisme en het
Roomsch-Katholicisme, welk laatste 'n drang
Jieeft naar verzinnelijking der diepste gees
telijke momentdn.
Het Calvinism.. wil God kennen ra de
onmiddellijkheid van igen zelfbewustheid.
Het gaat uit van de eenheid niet alleen,
maar ook van de volkomenheid van den
mensoh. Het doet recht wedervaren aan ons
verstand, maar ook aan ons gemoed. Daar
om heeft het Calvinisme dan ook een we
reld- en een .wetenschapsbeschouwing bei
de. Het Calvinisme kan nooit den kosmos
zien als het product van oen evolutionairen
levensgang, maar zal altijd onderkennen de
werking Gods. Dit sluit als tweede begin
sel In gehoorzaamheid aan de Schrift. Dit
is geen doode letterknechterij. Het bewust
zijn kan er zich nooit van losmaken, ai zou
het ook willen.
Alleen de Calvinistische wereld- en levens
beschouwing kan de oplossing brengen voor
het conflict der eeuwen tusschen geloof en
weten. Na er op gewezen te hebben, dat het
Schriftgezag door de moderne Schriftcritiek
niet kon gebroken worden, besloot Spr.
met er op te wijzen, dat het verkrijgen van
de Calvinistische levensbeschouwing alleen
mogelijk is. als het werk der genade aan
ons is voltrokken. Wij moeten wederom ge
boren worden, waardoor wij krijgen de
kracht om te leven en om te sterven.
Op deze rede volgde oen zeer uitvoerige
bespreking.
Wetenschap.
INSTITUUT VOOR TROPISCHE
GENEESKUNDE
In het Instituut voor Tropische Genees
kunde te Leiden vergaderde een dezer dagen
het Algemeen Bestuur e>n de leden van de
vereeniging Instituut voor Tropische Genees
kunde, Rotterdam-Leiden.
De secretaris bracht verslag uit van de
lotgevallen gedurendo 1929 van het Instituut
voor Tropische Geneeskunde te Leiden en
van het ziekenhuis en do poliklinieken der
vereeniging te Rotterdam.
Hieraan zij het volgende ontleend:
Door enkele der wetenschappelijke mede
werkers werden in het belang van het on
derwijs en het werk, reizen gemaakt o.a.
naar Tubingen ter bijwoning van het con
gres van de Duitsche Tropen-medlzinlscho
Gesellschaft. Op dit congres werden voor
drachten door de heeren Flu en Hermans
gehouden. Ook werd een studiereis door
Frankrijk voor de bestudeering der organi
satie ter bestrijding der geslachtszieken vol
gens de methode Vernes door de heeren Ver
spreek Mynssen en Hermans gemaakt.
Een oud-Leidenaar schonk aan het zieken
huis te Rotterdam een photo-meter, systeem
Vernes, waardoor het mogelijk wordt ook
te Rotterdam volgens do methode Veraes
te gaan werken.
Deel 3 der Acto verscheen met 11 verhan
delingen over tropisch Geneeskundige en
parasitologische onderwerpen.
De cursussen ann artsen, Indologen, a.s.
Indische Juristen zendelingen en particulie
ren werden regelmatig gegeven en genoten
groote belangstelling.
De exploitatie van het ziekenhuis te Rot
terdam was in 1929 gedekt Helaas is thans
in deze gunstige toestand, door maatregelen
verband houdende met de toetreding der
Regeering tot de conventie van Brussel ver
andering gekomen. Door die maatregelen en
de noodzakelijkheid voor de vereeniging om
hare poliklinieken te Rotterdam op dezelfde
leest als vroeger te blijven explolteeren, zal
in 1930 een belangrijk verlies worden ge
leden.
Het aantal verpleegd ogen, dat in 1928,
12978 bedroeg steeg in 1929 tot 15906.
De bezetting bedroog in 1929 62 pCt Een
bezetting van 70 pCt is noodig om het zie
kenhuis met winst te doen werken. Een der
gelijke winst is noodig ter dekking voor een
bedrag van 4000 voor het geschapen pen
sioenfonds voor het personeel.
Van de 198 ziektegevallen die op de interne
afdeeling kwamen bleken 55 of 18.4 pCt. op
rekening der malaria te moeten komen en
onder deze 55 was de tropische malaria 43
maal vertegenwoordigd. 35 of 11.7 pCt. op
die der dysepteric. Spruw werd 5 maal, beri
beri twee maal gediagnosticeerd. Ankylos
tomiasis 6 maal, Schistosom mansonil 1
maal, schistosom haematobium t maal; lever
absces (amoeben) 1 maal en hepatitis amoe-
bica 3 maal. Als zelden In Nederland waar
genomen dient te worden genoemd 1 geval
van Ainhun.
Van de 298 gevallen bleken 125 aan tro
pische ziekten te lijden dus 42 pCt Als ty
pische scheepsziekte werd een geval van
scorbuut behandeld. Op de veneraeologische
afdeeling kwamen 2 gevallen van lepra, een
van bubo tropicum en 6 van climatische
bobonen ter opname.
Deze getallen bewijzen, dat het zieken
huis uitstekend beantwoordt aan het gestel
de doel: ziektegevallen te verzamelen, die
geschikt zijn voor het onderwijs in de tro
pische geneeskunde voor naar de tropen
vertrekkende artsen.
Op de polikliniek voor huid en geslachts
ziekten te Rotterdam bedroeg het aantal
consulten 6983 tegen 6105 in 1928. Op Neder
land met 5-17 nieuw ingeschrevenen volgon
Noorwegen met 219, Griekenland 117, Duitsch
land 115, Esthland 80. Zweden 65, Letland
43, Finland 33, Denemarken 32, West en
Oost-Indië 19.
Het verslag zegt verder:
Het blijkt weer, dat do afdeeling'voor huid
en geslachtsziekten onzer Havenpoliklinie
ken langzamerhand zich zoo heeft ingebur
gerd, dat het wel gerechtigd is te zeggen,
dat hier een zeer noodzakelijk werk wordt
gedaan.
Nu ook dit jaar weer blijkt, dat het aan
tal infecties dat in Rotterdam ontstaat toch
nog zeer hoog i9 (circa 35 pCt) cn dat dit
ook voor de meest ernstige geslachtsziekte,
de syphilis geldt, mag men zich met het
tot dunsver bereikte resultaat niet tevreden
ötellen en wij beschouwen het dan ook als
een factor van het grootste belang, dat van
verschillende zijden getoond wordt, dat men
begrijpt, dat dit bestrijdingswerk meerdere
ondersteuning en uitbreiding verdient. Met
name wordt het gewenscht geacht om op één
of meerdere punten in onze haven de ge-
lcgeheid open te stellen tot behandeling
avondspreekuren te houden op onze polikli
niek op de Leuvehaven; ons arbeidsveld uit
te strekken ook tot de .zeemansvrouw", ter
wijl ook zeker voor een zuster voor sociaal
werk op het terrein der geslachtsziekten een
belangrijk arbeidsveld 1b weggelegd. Wij
hopen deze desiderata in den loop van het
volgend jaar te kunnen verwëzenlliken.
De Nederlandsche Regecring blijkt voor
nemens te zijn aansluiting te zoeken bij de
Internationale Conventie voor de bestrijding
van do geslachtsziekten onder zeelieden
wil voor een bepaalde subsidie de uit het
sluiten dezer conventie voortvloeiende ver
plichtingen afwentelen op eenige organisa
ties. waarvan onze vereeniging er één is.
Inmiddels reeds tot stand gekomen.
Dv aan onzp vereeniging voorgestelde sub
sidieregeling is echter van dien aard, dat
onze vereeniging bierdoor in plants van voor
deel groot financieel nadeel ondervinden
gaat. zoodnt deze regeeringsinmenging wel
licht zou tengevolge hebben dat juist het
omgekeerde bereikt werd van dat wat men
wil, n.!. dat onze vereeniging door gebrek
aan geldmiddelen niet meer in de. gelegen
heid zou ziin die hulp aan de zeelipden te
verleenen. dip zij nu reeds gedurende eeni-
gen tiid volkomen belengploos verschaft.
In de Interne Afdeeling der polikliniek te
Rotterdam werden 584 natiënten tegen 697
in 1929 1 naschreven. 10 pCt. van de patiën
ten zocht hu'n voor tronischo ziekten, al
thans een onderzoek wensebten voor al dan
niet aan te toonen tropische aandoeningen.
Het natal patiënten met dysenterie -
meest de chronische vorm nam flink toe,
zoodnt 20 maal amoeben werden gevonden.
Tweemaal werd Schistorsominsla geconsta
teerd. eenmaal amniMulla .itercomlls, terwiil
lp merkwaardigheid voor den tegenwoordi-
cen tijd eenmaal de diagnose scorbuut
at worden gesteld. Bli een tweetal oud-
natiënten aan leishmnniosls en filarla kon
den de ziekteverwekkers niet meer gevon
den.
Van de patiënten, die fn 1929 de Haven-
polikllnfek bezochten werd vonr 62 hunner
opname in een ziekenhuis noodig geacht.
soc.-dem. wethouder Huysmans nlle eer aan
onze Vorsten bewijzen en geestdriftig ons
Wilhelmus meezingen.
De verklaring van liet geval zit hierin: dc
Nederlandsche soc.-dem. gaari van de zon
derlinge stelling uit, dat een goed soc.-dein.
republikein beihoort te zijn. Revolutionair is
dit wel, evolutionair historisch niet.
De Haagsche Bondsonderwijzer» zijn ook
van die leer. Republikeinen, die ze zijn, wtl
len ze dat gevoelen ook aan de overhelds-
school opleggen cn eischen daarom voor de
school de z.g. politieke neutraliteit. De wet
kent die niet, maar de heeren waren wel
zoo brutaal om te trachten hun bondseiscli
toch in do school dbor te voeren.
Natuurlijk is deze onduldbare minderheids
dwang niet te aanvaarden. We vertrouwen,
dat B. W. dezen heeren op duidelijke wijze
aan het verstand zullen brengen, dat ze niet
hun politieke denkbeelden in de school niets
te vertellen hebben. Verreweg de meeste
oudei-s willen er ook niets van weten. Want
het ls onjuist, dat elke op soc.-dem. uitga
brachte stem als een rcpublikeinsche stem ai
is te beschouwen. Men zou haar materia-1
listisch kunnen noemen, maar allerminst
republikeinsch.
Na de halve verloochening In de Tweede
Kamer is een voor Jrie kwart afvallen ge
volgd in den gemeenteraad. De schoolmees
ters hebben wel wat hoog van den toren
geblazen, verklaarde de heer Vliegen. Verder
kon hij moeilijk gaan.
Eén was en echter, die het pleit voor het
wrakke zaakje meende te moeten opnemen.
Die eene was de heer Duys. Maar deze kwam
var. een koude kermis thuis. Indien één, dan
had hij moeten zwijgen.
Om de meer dan 2000, die hij al jaren lang
uit 's Rijks kas toucheert, omdut hij Rijks
ambtenaar was bij zijn verkiezing tot Ka
merlid?
Omdat zijn werk als raadslid voornamelijk
bestaat in het even komen teokonen voor do
7.50 presentiegeld, wat spektakel to maken
en dan weer vroeg vertrekken?
Omdat hij zich in den laatsten tijd er op
toespitste om alle christenen als huiche
laars to brandmerken?
OmdatMaar waartoe meer? We laten
dat alles ter zijde, om ons te beperken tot
de zaak in kwestie.
Met voorgewonde overtuiging stond hij
Zaterdagmorgen de openbare school te ver
dedigen. Dat was de zuiver anti-kapitalis
tische, echt proletarische school.
Maar wat bleek?
Dat een dochtertje van dezen heer Duys
zorgvuldig van die proletarische school ver
wijderd is gehouden en op een zuiver kapi
talistische standenschool gaat Hier was dn
man aan het woord ,wiens daden in strijd
waren met ziin woorden. Noemt do heer
Duys zoo iemand niet een huichelaar? Hoe
denkt hij over zichzelf?
De heer Duys zat erg verlegen mot het
geval.
Toen kwam zijn bekende heldenaard bo
ven. De man met den grooten mond toonde
opnieuw een klein, heel klein hartje te
bezitten.
Men weet, dat hij al eens een schuilplaats
heeft gezocht in een drooge sloot voor ver
meend „oorlogsgevaar". Verleden Ja-ar vloog
bij niet mee, toen de ge.heele Raad glne
vliegen. Ik mocht niet van mijn vrouw,
excuseerde hij zich.
En nu moest mevrouw Duys opnieuw
dienst doen om te verontschuldigen, dat de
jongejuffrouw Duys op zoon deftige bijzon-
DE SUIKERCONFERENTIE
NADERE BIJZONDERHEDEN
Omtrent do on
rlge woelt hebb
Vereenigde Java
ï>o Cubaanech-Am
dien werden do sui
1.600.000 ton, die Cul
gen bt) hoeveelheden
ulker Producen'
men. die de Cuboansche
do J.a\a-prod'j;
1929'ÏO 4.670.000 tc
van 300.000 ton. Bove
ia-voorraden geschat i
'S-GRAVENHAGE
DE HAAGSCHE ZANGHULDE
EN EEN PANTOFFELHELD
De besprekingen van bet gebeurde rond
om de Haagsche Zanghulde, welke door de
leerlingen der Haagsche scholen in Septem
ber jl. aan H.M. de Koningin i9 gebracht,
heeft een voor de socialistische Haagsche
Bondsondenvijzers niet zeer gunstig verloop
gehad.
Deze heeren, die zeggen de openbare, d.w.z.
de overheldsschool te dienen, maar in wer
kelijkheid haar grootste sloopers zijn, had
den geweigerd den kinderen het lied „Vrouwe
van Neerland" te leeren en t© vergezellen
naar de huldiging voor bet Huifl ten Bosch
Reeds in do Tweede Kamer was deze anti
nationale, anti-monarchistisohe. anti-wette
lijke daad maar slapjes in bescherming ge
nomen door de S.D.A.P, Nadrukkelijk werd
zelfs verklaard, dat men tegon het zingen
van het Volkslied geen bezwaar had.
Onbegrijpelijk zon het bijna zijn, dat de
Nederlandsche soc.-dem. in deze dingen zon
zeer achterblijven bij hun Engelsche en Bel
gl3che vrienden. Deze bewijzen alle eer aan
hun Vorst, zingen nationale liedpren uit
volle borst mee, durven hun Koning ook
toejuichen en logeeren gelijk in Enge
land met voel genoegen op de vorstelijke
kasteelen. In Antwerpen zagen we eens den
dere standenschool gaat. Niet ik heb daar
over alleen te beslissen, maa' mijn vrouw
spreekt in deze dingen het beslissende woord
en ikonderwerp mij aan deze dictatuur
en aan een practijk, die vloekt met mijn
openbaar optreden.
Ziedaar de pantoffelheld Duys in al
zijn armzalige jammerlijkheid, maar ook als
de reinste volksbedrieger.
De Raad heeft hem ontzettend uitgelachen
en de S.D.A.P. hcoft begrepen, dat deze
praatjesmaker haar buitengewoon heeft ge
blameerd.
Als serieus raadslid kan de heer Duys nlel
meetellen.
Hij heeft er ook geen tijd voor.
Hij leeft voor en van de politieke reclame
Ook ato raadslid doet hij 'daaraan. Hij praat
dus zoo'n beetje prolotarteoh, maar loeft
zeer sterk kapitalistisch. In ongebreidelde
winstmakerij heeft hij minder mishagen dan
de eenvoudige van zie.l die hem hoort, mis
schien zou kunnen denken.
ECONOMIE EN FINANCIEN
BINNENLAND
DB SUNCKnOPnHENGBl\
De opbrengst der suikerbieten ln de Haarlcm-
mermeerpolder bedroeg 33000 K.O. per H.A.. in
t geheel ongeveer 103.300,000 K.Ü. Ann auiker
17.408.000 K.G.
productie li lot booger to ir.alten
10 ton.
produceerde In 1929—'30 2.900.000 ton.
3 Java deselfdo raeth»
tio-surplus op de ma
ielheden van lOO.OOu
;omatlge productie te v
V. O. F. JongeJai
HANDELS- EN LANDBOUWBANK
Een vergadering in Jannari
Men schrijft ons:
Do commissie, benoemd door de vergadet
e kunnen optr
't Zal zeker s
at 't in iodei
lelichtlng bo.hoev
droeg de Cuba&nsche n
rd don Jaya-producen
va-oogst te beperken
et 16.51 pCt.
>rddcn de i
>oporken der pro
tigc moeilijkheden voor de Java
van een beperking van den expor
n beperking van de productie. Cub
te Uennon, dat z(j hiertegen gee
1 hebben, wanneer gegarandeerd ko
oxportbeperking hetzelfde resultaa
en als productie-beperking en ni«
ui eindigen, dat do onverkochte sur
de murkt zouden bedreigen.
latgelogd
product!-
i Cubaanscho producenten maakten
Tegen-voorstellen.
Do Java-producenten deden eer
aarln gedetailleerde cijfers tvai
toeget
aanscho produeente:
aanleiding van dit togenvoorei
dat do voorgestelde cijfers zo
op een beperking van 25.pCt.
slechts 1.38 pCt. van den export
aanscho vertegenwoordigers achtten
oldoonde cn spraken
dat, Inflict
uikercrlsls
kom
allo betrokkc.. JHH9H I
eischt zouden worden, waartoe allo beh
'en in ongeveer geHJko mato bereid dien-
to z|jn. Liever dan eon dergelijke, ongolöko
lember deelde do hoer van Aalst it
ip de verdere^ onderhandelingen der
lansche commissie d'.o wenachte, vooi
odueentem, voor hot Jaar 1931 roodi
mogelök zou z|Jn. omdat do hieuwt
i geheel gereed op de velden stond
riot ook niet ongeooget op de vol-
nnen laten staan, aangezien do grond
istig dc contracten met do lnl
dozen teruggegeven
reten wordez
Verdere tegemoetkom»rtgen.
De J&va-producentcn wildon de Cubaanschc
commissie zooveel mogelijk tegemoet komen en
boden daarom aan, te beginnen met den oogst
1932, en gedurende vier Jaar, de productie tr
beperken met 1.250.000 ton, hetgeen een restric
tie boteekent van 10 pCt. over vlor Jaar. Dit
offer wil Java brengen, afgezien van de of
fers, waartoe Java zich in het memorandum
30 November bereid heeft verklaard. Om
restrict
i to groc
to
ichte cUfoi
lOellUkheden
tot
door do
1925 geheel opgerul
op Jhva bedraagt i
do Amerlkaanach-Cubaansoho
ning had kennis genomen v
don brio* der V.I.S.P. van 6
der Java-producenten, cm hi
verband met de uitbreiding i
INTERN. ADVERTENTIE MIJ.
Opgericht met 1.090.000 kap.
Opgericht Is do N.V. Internationale Adverton-
i het gevolg kunnen z|1n.
meest ultgebrelden zin d
matschappelijk kap. bedrc
n is volgestort 1.000.000.
igt S.000.00%
HOUTHANDEL ALTINS
Itet Jaarverslag dor N.V. Houthandel V.h. Al-
ns en Co. over 192D-'30 deelt mode, dat ook
het afgeloopcn jaar de moeilijkheden, waar-
ider het houtlmportbodrUf do laatste jaren ge-
ikt ging. zich ln ruime mate deden gelden.
Toch ls er een voordeellg saldo, dat echter ge-
aan noodzakelijke afschrijvingen moot wor.
besteed. Do winst bedraagt 71.339 (v. j,
21S7). Het verliessnldo bl|J?t 690.862.
Volgens Brands effectenblad zal bü do
rgadorlng van aandeelho
orstol worden in gediend
„Benoeming door do- algi
het volgendi
lOUdei
aan de alger
deelhouder
vlos uit te bren,
■eorganisatle dei
irlflk 15
'31
directie allo door
METAALDRAADLAMPENFABRIEK VOLT
Het jaarverslag der Metaaldraadlampenfabrlelc
„Volt*' ovor 1929 deelt rnede dat do exploitatie-
uitkomsten een gunstig resultaat geven, n.L
van 412.617 (v. j. 467.246). Voorgesteld wordt
deze winst, groot 466.795, te bestemmen als
volgt: extra afschr. op: terrein 2S.066. machi
nes en werktuigen f 223.000. stoomketols 85.000
voorraad minder courante grondstoffen 82.000
totaal 450.066. Saldo winst op nieuwe rekening
NAT. BEZIT VAN AANDEELEN ANIEM
De Nod. Ind. Handelsbank stelt tot 17 Decem
ber 1930 de inschrijving open op 1042 gewone
nnndeelen t 1000 elk der N.V. Nationaal Be
zit van a&ndoclen A.N.I.K.M., ten volle dec-lende
In de winst over het boekjaar 1931 tot den
koers van lOS^i pCt,
BUITENLAND
ENGELAND EN AMERIKA
Belangrijke financieels besprekingen
ichen de Veroenigde Staten ci
Dceo onderhandelingen zouden h<
z|Jn Van geheime besprekingen
land. Sprekende
i Brltsche financieel*
elang zal zijn
Doe. Het voora
n toe to staan,
an do markt. Jax
De Cubaansch-
de belde groepon
Naar aanleiding hiorvi
Overeenstemming bereikt.
sommissie nogmaale
len met voorstellen, waarin
ilo essentieel geachte basis
1st gehandnaatd was, waar-
gistermorgen «Ij» voortge-
k'oroenstemmlng la bereikt.
derhandcllngcu plaats hebben.
KOLONIËN
ANIEM
Ültg. van L500.000 obl.
De Nod.-Ind. Handelsbank N.V. bericht, dat
totaal bedrag
MEDISCH FEUILLETON
NASCHRIFT OP HET GISTEREN OPG£
JWi.iLN ARTIKEL „K vV ArvZ.AJL ViiltlJ'
De Redactie verzocht mij mijn meening
te stellen haast due, welke luer dour Da. v.
d. Me uien is ungeapruk.cn. liet is mei zuo
gemakkelijk aan tut verzuek te vuiduen. Ik
gciuui, dal het zeils vuur den eenvuudig-
SLeu lezer naeenige overweging duidelijk
zal women, dat liet beiuug van den schrij
ver met in aue upziclileu een geheel Vuruil.
l>e uneiduig duet vermoeden, uul de solirij
ver de dominees in Bescherming wil nemen
tegen een mogelijk generaliseeren, dat zy
aan kwakzalverij doen. Zijn cunciusie uui
trenl liet door hem aungpnualde gevai uil
de .^Nieuwe HotierUam&cne Courant" luidl.
„leuere predikant, leuere geestelijke zal liei
betreuren en alkeuren, want weike suuid
Iieeit meer last van de kwakzalvers dan de
geueienjke stand?"
Men zou nu verder verwachten, dat na
dit redegevend woord, Ds. v. d. Meulen de
geneeskunde steunen zou in haar strijd
tegen de kwakzalverij. Muar inplaats daar
van maakt hij ineens een onverwaoliteii
sprong. Zijn vuuraigaaaid betoog is klaar
bnjkeitjk bedoeld ais een springplank urn Lu
komen tot een uiteenzetting, uat de wette
lijae uescneriuing van de uitueiening der
geneeskunst een borouving is vuu do por-
eoomijke vrijheid.
Wij zijn luer dus plotseling op een geheei
ander terrein dan up dat, waarmee de
sciirijver begun. Zijn argumentatie Kumt nu
leiienjk in lijnreelitcn strijd te staan mei
wat hij begonnen is te zeggen. Verhoog! dus
dit feit niet de kracht van zijn argumen
tatie, ook zijn argumentatie zelf is weinig
overtuigend. Zijn onderscheidingen zijn mei
zuiver en keer op keer verwart hij zaken,
die up een geheel ander terrein liggen. Als
hij schrijft: „De wet, die ieder verbiedt het
inonopulio van geneesheer ol' onderwijzer te
Echenden, ontzegt aan iederen geestelijke
het recht om iemand van zijn grundwetto
lijke vrijheid in zake g nlsdienst te beroo-
ven," dun suggereert hij min of meer, dat
het de geneesheer is, die zijn patiënten van
hun vrijheid berooft en dat deze laatsten
voor hun mogelijke euveldaden gestraft
zouden worden.
Maar dit is allerminst het geval. Niet de
patiënt wordt gestraft, die naar den kwak
I zalver gaat, maar de kwakzalver, die den
patient behandelt. Het is allerminst zoo, dal
de wet in tegenstelling met den geestelijke
aan iederen aria het recht geelt om iemand
van zijn grondwettelijke vrijheid inzake
zijn geneeskundige behandeling te beroo-
veu. Zeker, de niogelijkneid van een onoe-
perkie beiianueiuig iuu zijn kwalen Wordt
door de Overiieid verkieiuu. Maar aan zijn
vrijheid wordt met te kort geuaaa, als bij
kans ziet deze mogelijkJiead te vergrooteu.
Was dit het gevrn, dan zou met aneen de
kwakzalver, maar ook de patient gestruit
worden.
liet is als met een hek, dat hangs hel
water loopL Dit vermindert de mogelijk
heid, dat men jn het waier van. Maar uuar-
uieue is ue vnjneid van den gewonen bur
ger niet aangetast om in liet water te val-
ion, om hel nu eens practisoh uit te druk
ken. De vrijheidsbeperking ligt slechts in
hei verbad dit hek weg te nemen. Mei
andere wourdeu: het is de kwakzalver, die
in zyu recht beperkt wordt. Deze neemt uat
nek weg. Aluur op hem is de juist aange
naaide zin niet bedoeld.
Gaal dus het beroep op het ontbreken van
ecu monopolie voor den geestelijke uiet op,
ook de verdere argumenten van Ds. v. d.
Meulen lijken mij mei zeer sterk. Geestelijke
en lichamelijke kwakzalvers ~ijn in hun
verhouding tut de maenteu, waarmede zij
te maken nebbeu met op eenzellde lijn te
stellen. Dij de eerste hebben wij met de Kerk
te doen, bij de andere met do Overheid.
Maar deze heide gebruiken m de uitoefo-
uing van bun gezag geneel andere midde
len. De straiten van de een zijn geheel
anders dan die van de ander. Beiue hebben
uun eigen orde en daaraan houden beide
vast
Evenmin als op het gebied van de Over
heid, mag op het gebied van de Kerk anar
chie heersohen. Ook in de Kerk staat do
kansel slechts voor diegenen open, die door
de Kerk in hun ambt erkoud zijn; maar te
gen degenen, die zich eigenmachtig van dat
ambt willen meester maken, beschikt do
Kerk over beperktere middelen dan de
Overheid tegen diegenen, die hédr verorde
ningen overschrijden. Daarom mag wat in
de iverk in gegeven omstandigheden moet
tolereeren, nooit eon grond gevonden wor
den om dat klaltkelobs op het terrein der
Overheid over te brengen.
Nu moeten wij elkaar hier goed begrijpen.
We hebben het thans over geestelijke en
lichamelijke kwakzalvers. Daar bedoe
len wij een bepaalde categorie van personen
mee. Als nu Ds. v. d. Meuieu zegt, dat elke
geestelijke vernieuwing zich hel eerst open-
haart hy met ollioieei erkende geestelijken,
Ua.ii hangt het er maar heeiemaal van al,
wie hy ouder die geesteiykeu verstaal. Zyu
Uit et'uvouuige vromen, uie hun naaste tol
een hand eu een voél kunnen zyn, dan mo
gen wy hen naar ous spraakgebruik geen
geestoiyke kwakzalvers noemen. Deze suian
unmers nel werk Uer oiticieeie geestelijken
niet tegen. Integendeel, zy werken met ueze
samen eu geven door, wal zy van hen ge
leerd hebben.
Voor tien vervalt dus de vergelijking met
de lichamelijke kwakzalvers. En op een ver
gelijking met deze categorie van personen,
me ïeueiyk de beiydeaue gemeente vennen,
kun do soiiryver zich met beroepen m zyu
strijd om ue lichamolyke kwakzalvers le
rechtvaardigen. Hot lykt my dat ra het
voorop stenen van de geesleiyke kwakzal
vers uoor Da v. d, Aleuiou een zeer gevaar
lijke kant zit. Ik geloot mei, dat ïeuere pre-
kant ueze argumentatie hniyken zal.
Had de schrijver nu maar verder de ver
geiyking tusscuen geesteiyke eu lichame-
tyke kwakzalvers laten liggenl Maar ra zyn
verdere beschouwingen breekt hy nog ver
der zyn eigen argumentatie al. Wat te zeg
gen van den zin: „i\et als in de kerk: Men
wendt zich eerst tot zijn eigen leeruur en
eerst wanneer deze te recht ol ten onrechte
niet voldoet, daarna tot den met aan de
Doogescbooi opgeleiden oeienaar". Ik deuk
dat de gemiddelde oeienaar er niet op ge
stold zaï zyn vergeleken te worden bij den
aiieüuugsclien kwakzalver.
Het tweede gedeelte van den brief van
Da v. d. Meulen is gelukkig beter dan het
eerste. Na hel vooralgaande betoog komen
we toch langzamerhand tot een conclusie.
Eerlijk gezegd valt deze mij zeer mee
Want als ik deze goed begrijp, draait ze
hierop uit, dat het niet wetenschappelijk is,
wanneer de officieele geneeskunst de me
thode van de onbevoegden zonder ernstig
onderzoek als kwakzalverij verwerpt. Nu,
daar kan ik mee mee gaan. Ik ben blij, dat
Ds. v. <L Meulen juist zoo den nadruk legt
op ernstig onderzoek. Maar daar zitten wij
nu juist mea Daarvoor moet zoowel de dok
ter ais de kwakzulver lust en tijd hebben.
Stel een oogenblik, dat twee van zulke
menschen gevonden worden, die daartoe be
reid zijn, dan is het vooruit te voorzien, dat
de beslissing door een van de partijen partij
dig genoemd zal worden, Da v. d. Meulen
schijnt zich niet te herinneren, dat er plan.
20 jaar geiouen een Staatscommissie ge
weest is, voor wie de kwakzalvers met hun
middelen én resultaten kouuen verschijnen.
Dat was in den tijd van Houten en van Ha
mei het „monopoue" der artsen zoo bestre
den.
Deze bestrijding Is wol heel wat geluwd
na de publicatie van liet verslag van die
commissie. De lezing van dit verslug kan
ik Ds. v. d. Meuten zoer aanbevelen. Hier
was dus 't gewenschte contact. Maar geen
enkel ministerie heelt nadien ooit weer over
wogen de uiWeienuig der geneeskunst vrij
te geven.
Eu dat terwijl aan 't hoofd der afdeeling
Volksgezondheid nooit een medicus, matu
óf predikanten, ól advocaten stuuuenl
bovendien wil ik Ds. v. d. Meuten nog wij
zen op liet bestaan van Rijks-insuiuul vooi
Fharmaeo-'therapeutisch onderzoek te Gei
den. Iedereen kan daarheen de kwakzalvers
middelen ter onderzoek heen zenden. Heei
wat artsen zenden daarheen kwakzalvers
middelen die zij bij hun patiënten ontdek
ken. Regelmatig komen van dit Instituut
uitgebreide versiageu uit
Niet zondor ernstig onderzoek! Maar waar
om publiceert de kwakzalver zyu geneeswij
zen dan niet? Een van de eersto oischou van
cte geneeskundige faisoensleer is, dat als een
medicus iele nieuws ontdekt, hij dit niet
voor zich zelf houdt om daaruit voor zich
zelf zoo groot m.»geiijke winst te trekken,
maar dat hij deze ook zoo spoedig mogelijk
aan de openbaarheid prijs geeft opdat ook
de andere doktoren dn zoo ruim mogelijk
in toepassing kunnen brengen in 't belang
van alle zieken over de gelieele wereld. Het
praatje van het Staphorster boertje lijkt me
een praatje voor de vaak.
Het herinnert mij aan de geschiedenis
van een Professor, die zijn studenten ver
bood zijn opvattingen onder het college op
schrift te brengen. Op die manier werd het
onmogelijk goed onderlegd op het examen
to komexL, Govraagd, waarom hij het schrij
ven onder zijn college verbood, antwoordde
hij: „Dat opschrijven is geheel niet noodig,
daar iedereen die nadenkt, tot dezelfde con
clusie komt als ik". Trouwens ieder medi
cus, die iets rou ontdekken, dat nuttig- voor
zijn patiënten is maar thans uit den tijd is
geraakt, zal geen oogenblik aarzelen dit,
het zij direct onder zijn collega's, hetzij door
de vakpers, aan do openbaarheid prijs te
geven.
Niet zonder ornstJg ondersoek! Het lijkt
zoo eenvoudig. Men neemt een patiënt en
het geneesmiddel on men ziet ol de kwaal
verdwijntl ls dit zoo na een paar gevallen,
dan is de doeltreffendheid van diet genees
middel bewezenl
Maar voor wie critisch toekijkt, kunnen
zich heel wat vragen opdoen. Is liet uiiüdel
met erger dan de uwauiWas de ziekte ook
zonder geneesmiddelen niet genezen? Zoo
ia üe spontane verdwijning van een gezwel,
zooafs Ds. v. d. Meulen uui beschryit, zekei
geen zeldzaamheid, mits Uit gezwel met al
uj groot is. Vandaar dat zuia een vernaai
op een ter zake kundige weinig indruk
maakt, bovenuion kent uo geneeskunde ook
enkeie zalven, waarvan zy meent, dat ze
invloed op ue verdwijning van het gezwel
nebben, iNu eens ziet rneii zoon gezwel na
zamoeaieuing vera wijnen, dan weer met.
Nu zou men aan ueze aiiuueien nog üe
tyugemuakte tu kunnen toevoegen. Maurnu
wvrui men in het gebruik vau ae fyngo-
rnuukte ui toch af uuuetyk beperkt. De no-
venngszetel van dit gezwel beinuve de
nek, ook het bovenoognu eu ae neuswortel.
Dp aeze twee piaaisen kan ik dus zeker do
lyugemaukte ui niet leggen. Daarvoor be-
viuuen ze zich te üicht oy de oogom Deed
ik het toch, dan zou ik grooto kous fieooen
op een zeker mot ongevaarlyke oogouisie
king.
Maar ook al zou het gezwel op andore de©
len van het lichaam zien bevmuon, ook dan
nog zou het van mij een zekeren ate.ed Vla
gen om de ui te gebruiken. Deze bevat ui.
aethensehe oliën, die een leeJijke ontsteking
van de huid kunnen veroorzaken. Waar nu
liet genoemde gezwel grootcndeeis voorkomt
bij zuigelingen, die een zeer gevoelige liuiu
hebben en bij wie de huidveizorgmg Juist
zoo'n groote plaats vraagt, zat ik er zoo
lang mogelijk van afzien de beteokenos van
den ui voor het genoemdo gezwel ernstig te
gaan onderzoeken.
Ik wil hierbij nog niet e©ns noemen de
moeilijkheid om de fijngemaakte ui goed op
zijn plaats te houden. Bij kleino kinderen
zou men zeker het gevaar hebben, dat de
stukjes ui zich over het geheel© lichaam
verspreidden. Ik zal dus ais voorzichtig ge
neesheer aJle factoren tegenover elkaar goed
afwegen en liever van middelen gebruik
maiien, waarvan lk weet uit ervaring en
statistieken, dat ze do minste gevaren ople
veren en bovendien niet afstootend of vies
zijn. Onder deze middelen valt in dit geva!
ook een operatie. Muar ook die ra! niet al
tijd noodig ziju. Al nawr het geval kan uien
nog andere wegen uitgaan, die lk niet alle
kan upnoemeu.
Ik heb liet geval van het gezwel daarom
zoo uitvoerig besproken om tocli even te
ueinonatreereii, hoe de beooreleeiuig van de
daden der „oluuieeie geueesivuual voor een
bunenauuuiuer met zoo eenvoudig is. En
dat haar verhouding lol de kwakzalverij in
gewikkelder ia aan de briel van Ds. v. d,
meuien zou doen vermoeden.
Het vraagstuk van ue kwakzalverij is er
niet een, zooals door liem gebeld wordt,
tiet is veoi ingewikkelder dau men opper
vlakkig zou vermoeden. Wil men lol een op»
lossjiig komen, uan dient men hel van meer
dere Kamen te benaderen dau Ds. v. d. Meu
ten gedaan heelt. Feitelijk was een zeker
uuiiisnie zijn uitgangspunt. Maai iuj mag
uiet vergelen, dat net vraagstuk vuu ue
kwakziuvery ook een eiluscue, ook een
uiaaisunappeiyke, ook een reugieuse, ook
©eu lustonsciie, ook een staatkundige, ook
een paeuagogische zyue heelL is hy in staat
ai deze lucioren zuiver en met kennis van
zakeii ook vuu de goneeskundig-liygiunisolio
ai te wegen, dan aciit ra bet mei onwaar
schijnlijk, dat zyu inzicht in deze materie
zich wei ©enigszins wyzigen zat. Maar voor
zulk werk ia neei wal meer noodig dau befl
verzamelen van allerlei oncontroleerbare
lenen. En mocht hy dan toch op zyn stand
punt blyven staan, dan zal zyu argumen
tatie een geheel ander karakter moeten dra
gon, uan me weike hy tnuus m liet veld ge-
orui-Ju hooit.
I Voor de beantwoording van den brief van
Da. v. d. Meuieu heb ra veel ruimte noodig
gehad, lk meen, dal ik zyn ingezonden
sciuy ven voldoende beantwoord heb.
lk weet niet, wat de redactie van ons blad
verder van pian is. Misschien wil ze aan
Ds. v. d. Aleuien nog geiegeniioid tot oen we
derwoord geven. Maar uien lioude mij van
verdere repliek verontschuldigd. Persoonlijk
zio ik or in liet belang van ue volksgezond
heid geen heil in elkaar in het openbaar
over do beteekonis van de kwakzalverij tc be
strijden. Do materie is te ingewikkeld dan
dat het dagblad de geschikte plaats zou zijn
voor een discussie over olieriei genezingen
door kwakzalvers bereikt en over fouten en
misgrepen van de „offieiceio geneeskunde",
Bovendien ontbreekt mij do ti,d op hot oogen
blik om de problemen, die met kwakzalverij
samenhangen, in het licht to stollen. Mi»»
schien dut ik daartoe later in do rubriek
„Medisch Feuilleton" nog eens golegonhetd
vin-O. Dr. G. K. SCHOER,