DINSDAG 9 DECEMBER 1930 a. it j DE INDOLOOISCHE FACULTEIT Steeds toenemende bloei. Op 2 on 3 dezer eindigde het eerste lustrum der Utreohtsche Indologen vereeni ging met welker bloei nauw samenhangt ae bloei dor Indologische Faculteit. Daarom kan het interessant zijn, om hier aan de hand van „De Rijkseenhedd", nog eenige cijfers te geven omtrent den groei der Faculteit. Totaal aantal stu- Aantal nieuwaan denten in het gekomen Indologen le Jaar: 21 le jaar: 9 2e jaar: 33 2e jaar: 7 3e jaar. 58 3e jaar: 19 4o jaar: 93 4e jaar: 29 5e jaar: 124 5e jaar: 26 6e Jaar: 160 (vrl. gesch.) 6e jaar: 31 Naar Indië afgeleverd door de Indologi sche Faculteit: zestien Juristen voor de rechterlijke macht; zeven ambtenaren voor den bestuursdienst waarvan de eerste voor zijn doctoraal slaag de 28 Juni 192.9; en bovendien nog drie ambtenaren niet verlof, die te Utrecht hun doctoraal Indologie deden en vagi wie er één promoveerde. Buiten de gewone studievakken, voor do Indologische studiën en he* Indisch recht werden, in den loop der jaren, verschillende bijzondere cursussen ingevoerd, zooals, van woge het departement van Koloniën, over de politie door den heer A. I-foogweg en over de Chineezen in Ned. Indië door den heer C. G. Riem; voorts een cursus in zake tropische hygiëne door D. J. J. van Loghem en over het communisme door Dr. L. H Grondijs; terwijl onlangs een leerstoel In de .Tapansche taal en letterkunde is ingesteld, bekleed door prof. dr. J. L, Picrson Jr. Tenslotte zij nog opgemerkt, Jat buiten de gewone studievakken hierboven bedoeld, ook vallen de colleges van de bijzondere hoogleeraren prof. dr. I.. P. de Cosquino de Bussy en prof. dr. E. C. Jul. Mohr in de konnis van de Tropische Culturen en van den bodem van Ned. Indië. In een vergadering van de afd. Utrecht van S. S. R. trad dezer dagen op Prof. Dr, H. Visscher. eerelid der afdeeling, met een lezing over: „Het Calvinisme in zijn betee ken is voor onzen tijd". Prof. Vissoher wees er allereerst op, dat deize tijd zich vooral kenmerkt door een ver warring van geesten, welke vooral voor de ouderen het karakter van een ontwrichting draagt. De groote massa heeft zich geëman cipeerd van de Christelijke idee en begeeft zich tot het moderne, heidendom, meestal een soort Oostersch mysticisme. In de Pro- testantsche landen zien we een massale be weging in de richting van Rome. zoodat do vraag bij ons opkomt: heeft het Garef Pro testantisme wol bestaansmogelijkheid? De geweldige sociale stroom, die zich in het moderne leven openbaart is een aantrek- kingsniogelijkheid voor die ge-estesriohtin- gen, die naar hun wezen sociaal van aard zijn. Daaruit is ook de groeiende invloed van Rome te begrijpen, dat een groote so ciale eenheid heeft. Het Gereformeerd Protestantisme heeft ge leden onder den druk des tijds. Voor drip eeuwen was het een domineerende macht Het had alle klassen, het intellect mee. Thans is het niet meer een richtende kracht in den gang van het groote leven. Een vijftig jaar geleden vierde het mate rialisme hoogtij. Büohner en dgl. geleerden gaven den toon aan. De doorwerking daar van op de massa was zeer schadelijk. Die hield geen tijd en geen hart meer voor gees telijke dingen. En daar het Calvinis me hooge eischen stelt aan het geestelijk leven; mensclien eischt met denkkracht, heeft het geen bekoring voor de oppervlak kige massa in dezen verwaterden tijd. Spr. stond in dit verband stil bij het onder scheid tusschen het Calvinisme en het Roomsch-Katholicisme, welk laatste 'n drang Jieeft naar verzinnelijking der diepste gees telijke momentdn. Het Calvinism.. wil God kennen ra de onmiddellijkheid van igen zelfbewustheid. Het gaat uit van de eenheid niet alleen, maar ook van de volkomenheid van den mensoh. Het doet recht wedervaren aan ons verstand, maar ook aan ons gemoed. Daar om heeft het Calvinisme dan ook een we reld- en een .wetenschapsbeschouwing bei de. Het Calvinisme kan nooit den kosmos zien als het product van oen evolutionairen levensgang, maar zal altijd onderkennen de werking Gods. Dit sluit als tweede begin sel In gehoorzaamheid aan de Schrift. Dit is geen doode letterknechterij. Het bewust zijn kan er zich nooit van losmaken, ai zou het ook willen. Alleen de Calvinistische wereld- en levens beschouwing kan de oplossing brengen voor het conflict der eeuwen tusschen geloof en weten. Na er op gewezen te hebben, dat het Schriftgezag door de moderne Schriftcritiek niet kon gebroken worden, besloot Spr. met er op te wijzen, dat het verkrijgen van de Calvinistische levensbeschouwing alleen mogelijk is. als het werk der genade aan ons is voltrokken. Wij moeten wederom ge boren worden, waardoor wij krijgen de kracht om te leven en om te sterven. Op deze rede volgde oen zeer uitvoerige bespreking. Wetenschap. INSTITUUT VOOR TROPISCHE GENEESKUNDE In het Instituut voor Tropische Genees kunde te Leiden vergaderde een dezer dagen het Algemeen Bestuur e>n de leden van de vereeniging Instituut voor Tropische Genees kunde, Rotterdam-Leiden. De secretaris bracht verslag uit van de lotgevallen gedurendo 1929 van het Instituut voor Tropische Geneeskunde te Leiden en van het ziekenhuis en do poliklinieken der vereeniging te Rotterdam. Hieraan zij het volgende ontleend: Door enkele der wetenschappelijke mede werkers werden in het belang van het on derwijs en het werk, reizen gemaakt o.a. naar Tubingen ter bijwoning van het con gres van de Duitsche Tropen-medlzinlscho Gesellschaft. Op dit congres werden voor drachten door de heeren Flu en Hermans gehouden. Ook werd een studiereis door Frankrijk voor de bestudeering der organi satie ter bestrijding der geslachtszieken vol gens de methode Vernes door de heeren Ver spreek Mynssen en Hermans gemaakt. Een oud-Leidenaar schonk aan het zieken huis te Rotterdam een photo-meter, systeem Vernes, waardoor het mogelijk wordt ook te Rotterdam volgens do methode Veraes te gaan werken. Deel 3 der Acto verscheen met 11 verhan delingen over tropisch Geneeskundige en parasitologische onderwerpen. De cursussen ann artsen, Indologen, a.s. Indische Juristen zendelingen en particulie ren werden regelmatig gegeven en genoten groote belangstelling. De exploitatie van het ziekenhuis te Rot terdam was in 1929 gedekt Helaas is thans in deze gunstige toestand, door maatregelen verband houdende met de toetreding der Regeering tot de conventie van Brussel ver andering gekomen. Door die maatregelen en de noodzakelijkheid voor de vereeniging om hare poliklinieken te Rotterdam op dezelfde leest als vroeger te blijven explolteeren, zal in 1930 een belangrijk verlies worden ge leden. Het aantal verpleegd ogen, dat in 1928, 12978 bedroeg steeg in 1929 tot 15906. De bezetting bedroog in 1929 62 pCt Een bezetting van 70 pCt is noodig om het zie kenhuis met winst te doen werken. Een der gelijke winst is noodig ter dekking voor een bedrag van 4000 voor het geschapen pen sioenfonds voor het personeel. Van de 198 ziektegevallen die op de interne afdeeling kwamen bleken 55 of 18.4 pCt. op rekening der malaria te moeten komen en onder deze 55 was de tropische malaria 43 maal vertegenwoordigd. 35 of 11.7 pCt. op die der dysepteric. Spruw werd 5 maal, beri beri twee maal gediagnosticeerd. Ankylos tomiasis 6 maal, Schistosom mansonil 1 maal, schistosom haematobium t maal; lever absces (amoeben) 1 maal en hepatitis amoe- bica 3 maal. Als zelden In Nederland waar genomen dient te worden genoemd 1 geval van Ainhun. Van de 298 gevallen bleken 125 aan tro pische ziekten te lijden dus 42 pCt Als ty pische scheepsziekte werd een geval van scorbuut behandeld. Op de veneraeologische afdeeling kwamen 2 gevallen van lepra, een van bubo tropicum en 6 van climatische bobonen ter opname. Deze getallen bewijzen, dat het zieken huis uitstekend beantwoordt aan het gestel de doel: ziektegevallen te verzamelen, die geschikt zijn voor het onderwijs in de tro pische geneeskunde voor naar de tropen vertrekkende artsen. Op de polikliniek voor huid en geslachts ziekten te Rotterdam bedroeg het aantal consulten 6983 tegen 6105 in 1928. Op Neder land met 5-17 nieuw ingeschrevenen volgon Noorwegen met 219, Griekenland 117, Duitsch land 115, Esthland 80. Zweden 65, Letland 43, Finland 33, Denemarken 32, West en Oost-Indië 19. Het verslag zegt verder: Het blijkt weer, dat do afdeeling'voor huid en geslachtsziekten onzer Havenpoliklinie ken langzamerhand zich zoo heeft ingebur gerd, dat het wel gerechtigd is te zeggen, dat hier een zeer noodzakelijk werk wordt gedaan. Nu ook dit jaar weer blijkt, dat het aan tal infecties dat in Rotterdam ontstaat toch nog zeer hoog i9 (circa 35 pCt) cn dat dit ook voor de meest ernstige geslachtsziekte, de syphilis geldt, mag men zich met het tot dunsver bereikte resultaat niet tevreden ötellen en wij beschouwen het dan ook als een factor van het grootste belang, dat van verschillende zijden getoond wordt, dat men begrijpt, dat dit bestrijdingswerk meerdere ondersteuning en uitbreiding verdient. Met name wordt het gewenscht geacht om op één of meerdere punten in onze haven de ge- lcgeheid open te stellen tot behandeling avondspreekuren te houden op onze polikli niek op de Leuvehaven; ons arbeidsveld uit te strekken ook tot de .zeemansvrouw", ter wijl ook zeker voor een zuster voor sociaal werk op het terrein der geslachtsziekten een belangrijk arbeidsveld 1b weggelegd. Wij hopen deze desiderata in den loop van het volgend jaar te kunnen verwëzenlliken. De Nederlandsche Regecring blijkt voor nemens te zijn aansluiting te zoeken bij de Internationale Conventie voor de bestrijding van do geslachtsziekten onder zeelieden wil voor een bepaalde subsidie de uit het sluiten dezer conventie voortvloeiende ver plichtingen afwentelen op eenige organisa ties. waarvan onze vereeniging er één is. Inmiddels reeds tot stand gekomen. Dv aan onzp vereeniging voorgestelde sub sidieregeling is echter van dien aard, dat onze vereeniging bierdoor in plants van voor deel groot financieel nadeel ondervinden gaat. zoodnt deze regeeringsinmenging wel licht zou tengevolge hebben dat juist het omgekeerde bereikt werd van dat wat men wil, n.!. dat onze vereeniging door gebrek aan geldmiddelen niet meer in de. gelegen heid zou ziin die hulp aan de zeelipden te verleenen. dip zij nu reeds gedurende eeni- gen tiid volkomen belengploos verschaft. In de Interne Afdeeling der polikliniek te Rotterdam werden 584 natiënten tegen 697 in 1929 1 naschreven. 10 pCt. van de patiën ten zocht hu'n voor tronischo ziekten, al thans een onderzoek wensebten voor al dan niet aan te toonen tropische aandoeningen. Het natal patiënten met dysenterie - meest de chronische vorm nam flink toe, zoodnt 20 maal amoeben werden gevonden. Tweemaal werd Schistorsominsla geconsta teerd. eenmaal amniMulla .itercomlls, terwiil lp merkwaardigheid voor den tegenwoordi- cen tijd eenmaal de diagnose scorbuut at worden gesteld. Bli een tweetal oud- natiënten aan leishmnniosls en filarla kon den de ziekteverwekkers niet meer gevon den. Van de patiënten, die fn 1929 de Haven- polikllnfek bezochten werd vonr 62 hunner opname in een ziekenhuis noodig geacht. soc.-dem. wethouder Huysmans nlle eer aan onze Vorsten bewijzen en geestdriftig ons Wilhelmus meezingen. De verklaring van liet geval zit hierin: dc Nederlandsche soc.-dem. gaari van de zon derlinge stelling uit, dat een goed soc.-dein. republikein beihoort te zijn. Revolutionair is dit wel, evolutionair historisch niet. De Haagsche Bondsonderwijzer» zijn ook van die leer. Republikeinen, die ze zijn, wtl len ze dat gevoelen ook aan de overhelds- school opleggen cn eischen daarom voor de school de z.g. politieke neutraliteit. De wet kent die niet, maar de heeren waren wel zoo brutaal om te trachten hun bondseiscli toch in do school dbor te voeren. Natuurlijk is deze onduldbare minderheids dwang niet te aanvaarden. We vertrouwen, dat B. W. dezen heeren op duidelijke wijze aan het verstand zullen brengen, dat ze niet hun politieke denkbeelden in de school niets te vertellen hebben. Verreweg de meeste oudei-s willen er ook niets van weten. Want het ls onjuist, dat elke op soc.-dem. uitga brachte stem als een rcpublikeinsche stem ai is te beschouwen. Men zou haar materia-1 listisch kunnen noemen, maar allerminst republikeinsch. Na de halve verloochening In de Tweede Kamer is een voor Jrie kwart afvallen ge volgd in den gemeenteraad. De schoolmees ters hebben wel wat hoog van den toren geblazen, verklaarde de heer Vliegen. Verder kon hij moeilijk gaan. Eén was en echter, die het pleit voor het wrakke zaakje meende te moeten opnemen. Die eene was de heer Duys. Maar deze kwam var. een koude kermis thuis. Indien één, dan had hij moeten zwijgen. Om de meer dan 2000, die hij al jaren lang uit 's Rijks kas toucheert, omdut hij Rijks ambtenaar was bij zijn verkiezing tot Ka merlid? Omdat zijn werk als raadslid voornamelijk bestaat in het even komen teokonen voor do 7.50 presentiegeld, wat spektakel to maken en dan weer vroeg vertrekken? Omdat hij zich in den laatsten tijd er op toespitste om alle christenen als huiche laars to brandmerken? OmdatMaar waartoe meer? We laten dat alles ter zijde, om ons te beperken tot de zaak in kwestie. Met voorgewonde overtuiging stond hij Zaterdagmorgen de openbare school te ver dedigen. Dat was de zuiver anti-kapitalis tische, echt proletarische school. Maar wat bleek? Dat een dochtertje van dezen heer Duys zorgvuldig van die proletarische school ver wijderd is gehouden en op een zuiver kapi talistische standenschool gaat Hier was dn man aan het woord ,wiens daden in strijd waren met ziin woorden. Noemt do heer Duys zoo iemand niet een huichelaar? Hoe denkt hij over zichzelf? De heer Duys zat erg verlegen mot het geval. Toen kwam zijn bekende heldenaard bo ven. De man met den grooten mond toonde opnieuw een klein, heel klein hartje te bezitten. Men weet, dat hij al eens een schuilplaats heeft gezocht in een drooge sloot voor ver meend „oorlogsgevaar". Verleden Ja-ar vloog bij niet mee, toen de ge.heele Raad glne vliegen. Ik mocht niet van mijn vrouw, excuseerde hij zich. En nu moest mevrouw Duys opnieuw dienst doen om te verontschuldigen, dat de jongejuffrouw Duys op zoon deftige bijzon- DE SUIKERCONFERENTIE NADERE BIJZONDERHEDEN Omtrent do on rlge woelt hebb Vereenigde Java ï>o Cubaanech-Am dien werden do sui 1.600.000 ton, die Cul gen bt) hoeveelheden ulker Producen' men. die de Cuboansche do J.a\a-prod'j; 1929'ÏO 4.670.000 tc van 300.000 ton. Bove ia-voorraden geschat i 'S-GRAVENHAGE DE HAAGSCHE ZANGHULDE EN EEN PANTOFFELHELD De besprekingen van bet gebeurde rond om de Haagsche Zanghulde, welke door de leerlingen der Haagsche scholen in Septem ber jl. aan H.M. de Koningin i9 gebracht, heeft een voor de socialistische Haagsche Bondsondenvijzers niet zeer gunstig verloop gehad. Deze heeren, die zeggen de openbare, d.w.z. de overheldsschool te dienen, maar in wer kelijkheid haar grootste sloopers zijn, had den geweigerd den kinderen het lied „Vrouwe van Neerland" te leeren en t© vergezellen naar de huldiging voor bet Huifl ten Bosch Reeds in do Tweede Kamer was deze anti nationale, anti-monarchistisohe. anti-wette lijke daad maar slapjes in bescherming ge nomen door de S.D.A.P, Nadrukkelijk werd zelfs verklaard, dat men tegon het zingen van het Volkslied geen bezwaar had. Onbegrijpelijk zon het bijna zijn, dat de Nederlandsche soc.-dem. in deze dingen zon zeer achterblijven bij hun Engelsche en Bel gl3che vrienden. Deze bewijzen alle eer aan hun Vorst, zingen nationale liedpren uit volle borst mee, durven hun Koning ook toejuichen en logeeren gelijk in Enge land met voel genoegen op de vorstelijke kasteelen. In Antwerpen zagen we eens den dere standenschool gaat. Niet ik heb daar over alleen te beslissen, maa' mijn vrouw spreekt in deze dingen het beslissende woord en ikonderwerp mij aan deze dictatuur en aan een practijk, die vloekt met mijn openbaar optreden. Ziedaar de pantoffelheld Duys in al zijn armzalige jammerlijkheid, maar ook als de reinste volksbedrieger. De Raad heeft hem ontzettend uitgelachen en de S.D.A.P. hcoft begrepen, dat deze praatjesmaker haar buitengewoon heeft ge blameerd. Als serieus raadslid kan de heer Duys nlel meetellen. Hij heeft er ook geen tijd voor. Hij leeft voor en van de politieke reclame Ook ato raadslid doet hij 'daaraan. Hij praat dus zoo'n beetje prolotarteoh, maar loeft zeer sterk kapitalistisch. In ongebreidelde winstmakerij heeft hij minder mishagen dan de eenvoudige van zie.l die hem hoort, mis schien zou kunnen denken. ECONOMIE EN FINANCIEN BINNENLAND DB SUNCKnOPnHENGBl\ De opbrengst der suikerbieten ln de Haarlcm- mermeerpolder bedroeg 33000 K.O. per H.A.. in t geheel ongeveer 103.300,000 K.Ü. Ann auiker 17.408.000 K.G. productie li lot booger to ir.alten 10 ton. produceerde In 1929—'30 2.900.000 ton. 3 Java deselfdo raeth» tio-surplus op de ma ielheden van lOO.OOu ;omatlge productie te v V. O. F. JongeJai HANDELS- EN LANDBOUWBANK Een vergadering in Jannari Men schrijft ons: Do commissie, benoemd door de vergadet e kunnen optr 't Zal zeker s at 't in iodei lelichtlng bo.hoev droeg de Cuba&nsche n rd don Jaya-producen va-oogst te beperken et 16.51 pCt. >rddcn de i >oporken der pro tigc moeilijkheden voor de Java van een beperking van den expor n beperking van de productie. Cub te Uennon, dat z(j hiertegen gee 1 hebben, wanneer gegarandeerd ko oxportbeperking hetzelfde resultaa en als productie-beperking en ni« ui eindigen, dat do onverkochte sur de murkt zouden bedreigen. latgelogd product!- i Cubaanscho producenten maakten Tegen-voorstellen. Do Java-producenten deden eer aarln gedetailleerde cijfers tvai toeget aanscho produeente: aanleiding van dit togenvoorei dat do voorgestelde cijfers zo op een beperking van 25.pCt. slechts 1.38 pCt. van den export aanscho vertegenwoordigers achtten oldoonde cn spraken dat, Inflict uikercrlsls kom allo betrokkc.. JHH9H I eischt zouden worden, waartoe allo beh 'en in ongeveer geHJko mato bereid dien- to z|jn. Liever dan eon dergelijke, ongolöko lember deelde do hoer van Aalst it ip de verdere^ onderhandelingen der lansche commissie d'.o wenachte, vooi odueentem, voor hot Jaar 1931 roodi mogelök zou z|Jn. omdat do hieuwt i geheel gereed op de velden stond riot ook niet ongeooget op de vol- nnen laten staan, aangezien do grond istig dc contracten met do lnl dozen teruggegeven reten wordez Verdere tegemoetkom»rtgen. De J&va-producentcn wildon de Cubaanschc commissie zooveel mogelijk tegemoet komen en boden daarom aan, te beginnen met den oogst 1932, en gedurende vier Jaar, de productie tr beperken met 1.250.000 ton, hetgeen een restric tie boteekent van 10 pCt. over vlor Jaar. Dit offer wil Java brengen, afgezien van de of fers, waartoe Java zich in het memorandum 30 November bereid heeft verklaard. Om restrict i to groc to ichte cUfoi lOellUkheden tot door do 1925 geheel opgerul op Jhva bedraagt i do Amerlkaanach-Cubaansoho ning had kennis genomen v don brio* der V.I.S.P. van 6 der Java-producenten, cm hi verband met de uitbreiding i INTERN. ADVERTENTIE MIJ. Opgericht met 1.090.000 kap. Opgericht Is do N.V. Internationale Adverton- i het gevolg kunnen z|1n. meest ultgebrelden zin d matschappelijk kap. bedrc n is volgestort 1.000.000. igt S.000.00% HOUTHANDEL ALTINS Itet Jaarverslag dor N.V. Houthandel V.h. Al- ns en Co. over 192D-'30 deelt mode, dat ook het afgeloopcn jaar de moeilijkheden, waar- ider het houtlmportbodrUf do laatste jaren ge- ikt ging. zich ln ruime mate deden gelden. Toch ls er een voordeellg saldo, dat echter ge- aan noodzakelijke afschrijvingen moot wor. besteed. Do winst bedraagt 71.339 (v. j, 21S7). Het verliessnldo bl|J?t 690.862. Volgens Brands effectenblad zal bü do rgadorlng van aandeelho orstol worden in gediend „Benoeming door do- algi het volgendi lOUdei aan de alger deelhouder vlos uit te bren, ■eorganisatle dei irlflk 15 '31 directie allo door METAALDRAADLAMPENFABRIEK VOLT Het jaarverslag der Metaaldraadlampenfabrlelc „Volt*' ovor 1929 deelt rnede dat do exploitatie- uitkomsten een gunstig resultaat geven, n.L van 412.617 (v. j. 467.246). Voorgesteld wordt deze winst, groot 466.795, te bestemmen als volgt: extra afschr. op: terrein 2S.066. machi nes en werktuigen f 223.000. stoomketols 85.000 voorraad minder courante grondstoffen 82.000 totaal 450.066. Saldo winst op nieuwe rekening NAT. BEZIT VAN AANDEELEN ANIEM De Nod. Ind. Handelsbank stelt tot 17 Decem ber 1930 de inschrijving open op 1042 gewone nnndeelen t 1000 elk der N.V. Nationaal Be zit van a&ndoclen A.N.I.K.M., ten volle dec-lende In de winst over het boekjaar 1931 tot den koers van lOS^i pCt, BUITENLAND ENGELAND EN AMERIKA Belangrijke financieels besprekingen ichen de Veroenigde Staten ci Dceo onderhandelingen zouden h< z|Jn Van geheime besprekingen land. Sprekende i Brltsche financieel* elang zal zijn Doe. Het voora n toe to staan, an do markt. Jax De Cubaansch- de belde groepon Naar aanleiding hiorvi Overeenstemming bereikt. sommissie nogmaale len met voorstellen, waarin ilo essentieel geachte basis 1st gehandnaatd was, waar- gistermorgen «Ij» voortge- k'oroenstemmlng la bereikt. derhandcllngcu plaats hebben. KOLONIËN ANIEM Ültg. van L500.000 obl. De Nod.-Ind. Handelsbank N.V. bericht, dat totaal bedrag MEDISCH FEUILLETON NASCHRIFT OP HET GISTEREN OPG£ JWi.iLN ARTIKEL „K vV ArvZ.AJL ViiltlJ' De Redactie verzocht mij mijn meening te stellen haast due, welke luer dour Da. v. d. Me uien is ungeapruk.cn. liet is mei zuo gemakkelijk aan tut verzuek te vuiduen. Ik gciuui, dal het zeils vuur den eenvuudig- SLeu lezer naeenige overweging duidelijk zal women, dat liet beiuug van den schrij ver met in aue upziclileu een geheel Vuruil. l>e uneiduig duet vermoeden, uul de solirij ver de dominees in Bescherming wil nemen tegen een mogelijk generaliseeren, dat zy aan kwakzalverij doen. Zijn cunciusie uui trenl liet door hem aungpnualde gevai uil de .^Nieuwe HotierUam&cne Courant" luidl. „leuere predikant, leuere geestelijke zal liei betreuren en alkeuren, want weike suuid Iieeit meer last van de kwakzalvers dan de geueienjke stand?" Men zou nu verder verwachten, dat na dit redegevend woord, Ds. v. d. Meulen de geneeskunde steunen zou in haar strijd tegen de kwakzalverij. Muar inplaats daar van maakt hij ineens een onverwaoliteii sprong. Zijn vuuraigaaaid betoog is klaar bnjkeitjk bedoeld ais een springplank urn Lu komen tot een uiteenzetting, uat de wette lijae uescneriuing van de uitueiening der geneeskunst een borouving is vuu do por- eoomijke vrijheid. Wij zijn luer dus plotseling op een geheei ander terrein dan up dat, waarmee de sciirijver begun. Zijn argumentatie Kumt nu leiienjk in lijnreelitcn strijd te staan mei wat hij begonnen is te zeggen. Verhoog! dus dit feit niet de kracht van zijn argumen tatie, ook zijn argumentatie zelf is weinig overtuigend. Zijn onderscheidingen zijn mei zuiver en keer op keer verwart hij zaken, die up een geheel ander terrein liggen. Als hij schrijft: „De wet, die ieder verbiedt het inonopulio van geneesheer ol' onderwijzer te Echenden, ontzegt aan iederen geestelijke het recht om iemand van zijn grundwetto lijke vrijheid in zake g nlsdienst te beroo- ven," dun suggereert hij min of meer, dat het de geneesheer is, die zijn patiënten van hun vrijheid berooft en dat deze laatsten voor hun mogelijke euveldaden gestraft zouden worden. Maar dit is allerminst het geval. Niet de patiënt wordt gestraft, die naar den kwak I zalver gaat, maar de kwakzalver, die den patient behandelt. Het is allerminst zoo, dal de wet in tegenstelling met den geestelijke aan iederen aria het recht geelt om iemand van zijn grondwettelijke vrijheid inzake zijn geneeskundige behandeling te beroo- veu. Zeker, de niogelijkneid van een onoe- perkie beiianueiuig iuu zijn kwalen Wordt door de Overiieid verkieiuu. Maar aan zijn vrijheid wordt met te kort geuaaa, als bij kans ziet deze mogelijkJiead te vergrooteu. Was dit het gevrn, dan zou met aneen de kwakzalver, maar ook de patient gestruit worden. liet is als met een hek, dat hangs hel water loopL Dit vermindert de mogelijk heid, dat men jn het waier van. Maar uuar- uieue is ue vnjneid van den gewonen bur ger niet aangetast om in liet water te val- ion, om hel nu eens practisoh uit te druk ken. De vrijheidsbeperking ligt slechts in hei verbad dit hek weg te nemen. Mei andere wourdeu: het is de kwakzalver, die in zyu recht beperkt wordt. Deze neemt uat nek weg. Aluur op hem is de juist aange naaide zin niet bedoeld. Gaal dus het beroep op het ontbreken van ecu monopolie voor den geestelijke uiet op, ook de verdere argumenten van Ds. v. d. Meulen lijken mij mei zeer sterk. Geestelijke en lichamelijke kwakzalvers ~ijn in hun verhouding tut de maenteu, waarmede zij te maken nebbeu met op eenzellde lijn te stellen. Dij de eerste hebben wij met de Kerk te doen, bij de andere met do Overheid. Maar deze heide gebruiken m de uitoefo- uing van bun gezag geneel andere midde len. De straiten van de een zijn geheel anders dan die van de ander. Beiue hebben uun eigen orde en daaraan houden beide vast Evenmin als op het gebied van de Over heid, mag op het gebied van de Kerk anar chie heersohen. Ook in de Kerk staat do kansel slechts voor diegenen open, die door de Kerk in hun ambt erkoud zijn; maar te gen degenen, die zich eigenmachtig van dat ambt willen meester maken, beschikt do Kerk over beperktere middelen dan de Overheid tegen diegenen, die hédr verorde ningen overschrijden. Daarom mag wat in de iverk in gegeven omstandigheden moet tolereeren, nooit eon grond gevonden wor den om dat klaltkelobs op het terrein der Overheid over te brengen. Nu moeten wij elkaar hier goed begrijpen. We hebben het thans over geestelijke en lichamelijke kwakzalvers. Daar bedoe len wij een bepaalde categorie van personen mee. Als nu Ds. v. d. Meuieu zegt, dat elke geestelijke vernieuwing zich hel eerst open- haart hy met ollioieei erkende geestelijken, Ua.ii hangt het er maar heeiemaal van al, wie hy ouder die geesteiykeu verstaal. Zyu Uit et'uvouuige vromen, uie hun naaste tol een hand eu een voél kunnen zyn, dan mo gen wy hen naar ous spraakgebruik geen geestoiyke kwakzalvers noemen. Deze suian unmers nel werk Uer oiticieeie geestelijken niet tegen. Integendeel, zy werken met ueze samen eu geven door, wal zy van hen ge leerd hebben. Voor tien vervalt dus de vergelijking met de lichamelijke kwakzalvers. En op een ver gelijking met deze categorie van personen, me ïeueiyk de beiydeaue gemeente vennen, kun do soiiryver zich met beroepen m zyu strijd om ue lichamolyke kwakzalvers le rechtvaardigen. Hot lykt my dat ra het voorop stenen van de geesleiyke kwakzal vers uoor Da v. d, Aleuiou een zeer gevaar lijke kant zit. Ik geloot mei, dat ïeuere pre- kant ueze argumentatie hniyken zal. Had de schrijver nu maar verder de ver geiyking tusscuen geesteiyke eu lichame- tyke kwakzalvers laten liggenl Maar ra zyn verdere beschouwingen breekt hy nog ver der zyn eigen argumentatie al. Wat te zeg gen van den zin: „i\et als in de kerk: Men wendt zich eerst tot zijn eigen leeruur en eerst wanneer deze te recht ol ten onrechte niet voldoet, daarna tot den met aan de Doogescbooi opgeleiden oeienaar". Ik deuk dat de gemiddelde oeienaar er niet op ge stold zaï zyn vergeleken te worden bij den aiieüuugsclien kwakzalver. Het tweede gedeelte van den brief van Da v. d. Meulen is gelukkig beter dan het eerste. Na hel vooralgaande betoog komen we toch langzamerhand tot een conclusie. Eerlijk gezegd valt deze mij zeer mee Want als ik deze goed begrijp, draait ze hierop uit, dat het niet wetenschappelijk is, wanneer de officieele geneeskunst de me thode van de onbevoegden zonder ernstig onderzoek als kwakzalverij verwerpt. Nu, daar kan ik mee mee gaan. Ik ben blij, dat Ds. v. <L Meulen juist zoo den nadruk legt op ernstig onderzoek. Maar daar zitten wij nu juist mea Daarvoor moet zoowel de dok ter ais de kwakzulver lust en tijd hebben. Stel een oogenblik, dat twee van zulke menschen gevonden worden, die daartoe be reid zijn, dan is het vooruit te voorzien, dat de beslissing door een van de partijen partij dig genoemd zal worden, Da v. d. Meulen schijnt zich niet te herinneren, dat er plan. 20 jaar geiouen een Staatscommissie ge weest is, voor wie de kwakzalvers met hun middelen én resultaten kouuen verschijnen. Dat was in den tijd van Houten en van Ha mei het „monopoue" der artsen zoo bestre den. Deze bestrijding Is wol heel wat geluwd na de publicatie van liet verslag van die commissie. De lezing van dit verslug kan ik Ds. v. d. Meuten zoer aanbevelen. Hier was dus 't gewenschte contact. Maar geen enkel ministerie heelt nadien ooit weer over wogen de uiWeienuig der geneeskunst vrij te geven. Eu dat terwijl aan 't hoofd der afdeeling Volksgezondheid nooit een medicus, matu óf predikanten, ól advocaten stuuuenl bovendien wil ik Ds. v. d. Meuten nog wij zen op liet bestaan van Rijks-insuiuul vooi Fharmaeo-'therapeutisch onderzoek te Gei den. Iedereen kan daarheen de kwakzalvers middelen ter onderzoek heen zenden. Heei wat artsen zenden daarheen kwakzalvers middelen die zij bij hun patiënten ontdek ken. Regelmatig komen van dit Instituut uitgebreide versiageu uit Niet zondor ernstig onderzoek! Maar waar om publiceert de kwakzalver zyu geneeswij zen dan niet? Een van de eersto oischou van cte geneeskundige faisoensleer is, dat als een medicus iele nieuws ontdekt, hij dit niet voor zich zelf houdt om daaruit voor zich zelf zoo groot m.»geiijke winst te trekken, maar dat hij deze ook zoo spoedig mogelijk aan de openbaarheid prijs geeft opdat ook de andere doktoren dn zoo ruim mogelijk in toepassing kunnen brengen in 't belang van alle zieken over de gelieele wereld. Het praatje van het Staphorster boertje lijkt me een praatje voor de vaak. Het herinnert mij aan de geschiedenis van een Professor, die zijn studenten ver bood zijn opvattingen onder het college op schrift te brengen. Op die manier werd het onmogelijk goed onderlegd op het examen to komexL, Govraagd, waarom hij het schrij ven onder zijn college verbood, antwoordde hij: „Dat opschrijven is geheel niet noodig, daar iedereen die nadenkt, tot dezelfde con clusie komt als ik". Trouwens ieder medi cus, die iets rou ontdekken, dat nuttig- voor zijn patiënten is maar thans uit den tijd is geraakt, zal geen oogenblik aarzelen dit, het zij direct onder zijn collega's, hetzij door de vakpers, aan do openbaarheid prijs te geven. Niet zonder ornstJg ondersoek! Het lijkt zoo eenvoudig. Men neemt een patiënt en het geneesmiddel on men ziet ol de kwaal verdwijntl ls dit zoo na een paar gevallen, dan is de doeltreffendheid van diet genees middel bewezenl Maar voor wie critisch toekijkt, kunnen zich heel wat vragen opdoen. Is liet uiiüdel met erger dan de uwauiWas de ziekte ook zonder geneesmiddelen niet genezen? Zoo ia üe spontane verdwijning van een gezwel, zooafs Ds. v. d. Meulen uui beschryit, zekei geen zeldzaamheid, mits Uit gezwel met al uj groot is. Vandaar dat zuia een vernaai op een ter zake kundige weinig indruk maakt, bovenuion kent uo geneeskunde ook enkeie zalven, waarvan zy meent, dat ze invloed op ue verdwijning van het gezwel nebben, iNu eens ziet rneii zoon gezwel na zamoeaieuing vera wijnen, dan weer met. Nu zou men aan ueze aiiuueien nog üe tyugemuakte tu kunnen toevoegen. Maurnu wvrui men in het gebruik vau ae fyngo- rnuukte ui toch af uuuetyk beperkt. De no- venngszetel van dit gezwel beinuve de nek, ook het bovenoognu eu ae neuswortel. Dp aeze twee piaaisen kan ik dus zeker do lyugemaukte ui niet leggen. Daarvoor be- viuuen ze zich te üicht oy de oogom Deed ik het toch, dan zou ik grooto kous fieooen op een zeker mot ongevaarlyke oogouisie king. Maar ook al zou het gezwel op andore de© len van het lichaam zien bevmuon, ook dan nog zou het van mij een zekeren ate.ed Vla gen om de ui te gebruiken. Deze bevat ui. aethensehe oliën, die een leeJijke ontsteking van de huid kunnen veroorzaken. Waar nu liet genoemde gezwel grootcndeeis voorkomt bij zuigelingen, die een zeer gevoelige liuiu hebben en bij wie de huidveizorgmg Juist zoo'n groote plaats vraagt, zat ik er zoo lang mogelijk van afzien de beteokenos van den ui voor het genoemdo gezwel ernstig te gaan onderzoeken. Ik wil hierbij nog niet e©ns noemen de moeilijkheid om de fijngemaakte ui goed op zijn plaats te houden. Bij kleino kinderen zou men zeker het gevaar hebben, dat de stukjes ui zich over het geheel© lichaam verspreidden. Ik zal dus ais voorzichtig ge neesheer aJle factoren tegenover elkaar goed afwegen en liever van middelen gebruik maiien, waarvan lk weet uit ervaring en statistieken, dat ze do minste gevaren ople veren en bovendien niet afstootend of vies zijn. Onder deze middelen valt in dit geva! ook een operatie. Muar ook die ra! niet al tijd noodig ziju. Al nawr het geval kan uien nog andere wegen uitgaan, die lk niet alle kan upnoemeu. Ik heb liet geval van het gezwel daarom zoo uitvoerig besproken om tocli even te ueinonatreereii, hoe de beooreleeiuig van de daden der „oluuieeie geueesivuual voor een bunenauuuiuer met zoo eenvoudig is. En dat haar verhouding lol de kwakzalverij in gewikkelder ia aan de briel van Ds. v. d, meuien zou doen vermoeden. Het vraagstuk van ue kwakzalverij is er niet een, zooals door liem gebeld wordt, tiet is veoi ingewikkelder dau men opper vlakkig zou vermoeden. Wil men lol een op» lossjiig komen, uan dient men hel van meer dere Kamen te benaderen dau Ds. v. d. Meu ten gedaan heelt. Feitelijk was een zeker uuiiisnie zijn uitgangspunt. Maai iuj mag uiet vergelen, dat net vraagstuk vuu ue kwakziuvery ook een eiluscue, ook een uiaaisunappeiyke, ook een reugieuse, ook ©eu lustonsciie, ook een staatkundige, ook een paeuagogische zyue heelL is hy in staat ai deze lucioren zuiver en met kennis van zakeii ook vuu de goneeskundig-liygiunisolio ai te wegen, dan aciit ra bet mei onwaar schijnlijk, dat zyu inzicht in deze materie zich wei ©enigszins wyzigen zat. Maar voor zulk werk ia neei wal meer noodig dau befl verzamelen van allerlei oncontroleerbare lenen. En mocht hy dan toch op zyn stand punt blyven staan, dan zal zyu argumen tatie een geheel ander karakter moeten dra gon, uan me weike hy tnuus m liet veld ge- orui-Ju hooit. I Voor de beantwoording van den brief van Da. v. d. Meuieu heb ra veel ruimte noodig gehad, lk meen, dal ik zyn ingezonden sciuy ven voldoende beantwoord heb. lk weet niet, wat de redactie van ons blad verder van pian is. Misschien wil ze aan Ds. v. d. Aleuien nog geiegeniioid tot oen we derwoord geven. Maar uien lioude mij van verdere repliek verontschuldigd. Persoonlijk zio ik or in liet belang van ue volksgezond heid geen heil in elkaar in het openbaar over do beteekonis van de kwakzalverij tc be strijden. Do materie is te ingewikkeld dan dat het dagblad de geschikte plaats zou zijn voor een discussie over olieriei genezingen door kwakzalvers bereikt en over fouten en misgrepen van de „offieiceio geneeskunde", Bovendien ontbreekt mij do ti,d op hot oogen blik om de problemen, die met kwakzalverij samenhangen, in het licht to stollen. Mi»» schien dut ik daartoe later in do rubriek „Medisch Feuilleton" nog eens golegonhetd vin-O. Dr. G. K. SCHOER,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 3