ELIDA Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken mam EERSTE BLAD. HET IDEALE GESCHENK «tSONNCCSBIITl Pu kwartaal f3.25 tHusf.hlkUlneskostpn 0 151 ytt week I 3*25 Voot hel Buitenland bi) Weke tUkarhe «en-hint 01) daitelilkM'he tending »?•- Allee bM vooruitbetaling L»».vte nummert 8 jen! met Zondagsblad J A cent gonriafaKblad die» atzoiKleiliJk verknjgbaai No 3219 Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 Postbox 20 Postgiro 58936 A - WOENSDAG 3 DECEMBER 1930 »OVBBÏENTIENI Van tol S n>reli ftrtVJ hike regel .neer „0.22V» Ine*» 4edp<1p<'Inget. van 1—6 regels 2.30 Elke regel meer .0.45 BU contract belangrijke korting. Voor hef bevragen aan bet bureau wordt berekendf 0.10 10e Jaargang ■ill Wie zich heden als Kwiartaallezer op ons blad doet inschrijven, ontvangt de tot 1 Januari a.s. verschijnende nummers GRATIS Abonné's op te geven aan de Agenten of aan de Administratie Dit nummer bestaat uit DRIE blade? ALTIJD POLITIEK. De kranten hebben bericht, dat Dr .Colijn jich niet langer beschikbaar kan stellen voor het presidentschap van de volgende .bijeen komsten der conferentie voor gemeenschap pelijke economische actie, als wier president hij door den Raad van den Volkenbond is aangewezen. De heer Colijn, die met leedwezen ziet, hoe weinig resultaten er bereikt worden, is,van oordeel, dat hij zij-> tijd thans beter en doej matiger in Nederland beste,den kan, omdat hier voor een partijleider in de komende traanden ook wel iets te doen is. Hel bericht zou twee opmerkingen kunnen Uitlokken. Eerstens, een pessimistische ver luchting, dat de arbeid in Genève zoo weinig positieve resultaten oplevert; tweedens, vol doening over het feit, dat Colijn's leiding dermate algemeene instemming vond, dat heel de wereldpers zijn heengaan hartelijk betreurt. Doch daarmee kon en moest het dan ook uit lijn. Niet alzoo echter in de roode pers. *t Zou toch pok Jammer zijn, wannéér er niet de minste politieke munt uit geslagen kon wor den. En het „Volk" komt dan tot deze poli tieke toepassing: Misschien heeft tot het besluit van den heer Colijn ook meegewerkt het feit. dat v hij voorzitter ls van de anti-revolutionaire partij. Op den duur kwam de 'heer Colijn toch in een scheève positief dóórdat hij in Genève uit alle macht den vrijhandel verdedigde,' terwijl zijn partijgenooten in Nederland steeds verder aandringen op protectie. Waarlijk, het Is origineel bedacht Doch, jammer voor het blad, ls het absoluut bezij den de waarheid, 't Is tótaal mis. Behalve dan natuurlijk hét eerste, dat Dr. Colijn als partijvoorzitter hier werk heeft. Doch dat staat duidelijk in het bericht te lezen. Volkomen mis is, wat van Colijn en wat van dè partij gezegd wordt Dr. Colijn be hoort niet tot hen, die, als de redactie van de roode pers, het vrijhandelsdogma aanhan gen, al zou ons land daarmee ook te gronde gaan: zijn belastingwetgeving getuigt daar van evenals de verklaring, waarvan Ir. van Dusseldorp in zijn brochure gewag maakt, én welke kort gezegd, hierop neerkomt: het voeren van een actieve handelspolitiek kan om redenen van zelfbehoud geboden zijn en strijdt niet met den geest van Genève. In de tweede plaats is de bewering onjuist, dat „zijn pörtijgenooten steeds verder aan dringen op protectie". Feit is, dat in de anti-rev. partij de mee ningen over beschermende réchten genuan ceerd zijn, precies als in de S.D.A.P.; maar protettionisten vinden er evenmin herberg als vrijhandels-dogmatici, die vrijhandel noe men, wat "eenzijdig, vrije invoer is. HELDER ALS KOFFIEDIK. Reeds vestigden we de aandacht op de conclusie, welke de „Volkskrant" trok uit een nog nadere toelichting van Albarda s standpunt, dat er namelijk nog wel een schikking tusschen Roomsch en Rood moge lijk zal zijn. De S.D.A.P. kan misschien nog wel „regeeringspartij" worden. Jammer- voor de „democrat ischeRoom sche pers, komt het „Volk" deze schoone illusie weer wreed verstoren. Ook dit is een vergissing zegt het blad. Onze tegenstan ders schijnen ons standpunt maar niet te kunnen begrijpen. Daar heeft het blad wel een beetje gelijk aan. Maar, het moet niet vergeten, dat eigen partijgenooten en waarlijk niet de domste vleugel, er ook nog niet achter zijn. Dut blijkt duidelijk uit wat het blad der link schp socialisten weer schrijft: De heer Albarda heeft in de Kamer gezegd- be S. D. A. P. beschouwt gewapende landsverdediging als nationale zelf moord. Op onze medewerking daartoe kan derhalve niet worden gerekend Wat nu verder, vraagt „De Socialist" Wij zullen „geen medewerking" ver lee.neu. Beteckent ons stemmen tegen de mobilisatiekredieten dan, dat we verdei de bourgeoisie haar gang zullen laten gaan? De konsokwnntie is en blijft, dat wij in geval van mobilisatie of dreigende oorlog in Nederland, de nederlandsche arbeidersklasse oproepen om die mobili satie te saboteef-èn en oorlog te verhin deren mét alle middelen, ook al vallen ze ver huiten de wettelijk geoorloofde. Dat is tenmiriste duidelijke taal en daar moe wordt de kern der kwestie geraakt Wat „Het Volk" schrijft, draait.al maar oni dit punt heen, zelfs als hetduidelijk zegt te zijn, gelijk"1 met deze verklaring: Het kan toch bekend genoeg zijn, dat wij elke gewapende landsverdediging ai wijzen. Zoo wijniettemin de mogelijk heid van toestemmen in een mobilisatie van beperkten omvang op den voet van een veiligheidswacht open laten, is het, omdat zulk een beperkte veiligheids wacht, gelijk ook in de ontwaponinas wet onzer Kamerfractie Opgenomen, gee nerlei gewapende landsverdediging zou beteekenen, doch uitsluitend een grens wacht om bijv, over de grensvluchtende legerdeelen van vechtende legers te ont wapenen en te interneeren. Op zichzelf is dit een duidelijk antwoord, maar dé vraag, welke '„de Socialist" stelt, blijft oók hier .onbeantwoord. Nog steeds zijn de toelichtingen helder als koffiedik; al is het voor ons klaar als de dag. welke co'nsekwenties uit dit héên:en weer-gepraat getrokken moeten worden. VERWACHTINGEN OPWEKKEN. Een deel der roomsch-kath. pers, n.l. dat deel, dat zich beter democraten, waant dan de rest, ondervindt in deze dagen hoe nood lottig het is als men beloften doet, Wélke niflk in vervulling kunnen jj&sUi,... Voor eenigen qjd leek het wel, of de roomsch-kath Kamerfractie met behulp van de rpode groepen minister De Geer naar huis zou sturen, als hij geen herziening bracht van de ambtenaarssalarissen. Het' antwoord van den minister, gegeven namens heel de Régeering, was voor het he den absoluut afwijzend en niemand van de roomsche fractie kon zich thans de weelde veroorloven steun te verleönen aan een ove rigens weinigzeggende roode motie. Geen wonder, dat de linkervleugel der roomsch-kath.-partij thans heel wat verwij ten hóórt over slap en reactionair optreden. Dat is verdrietig en zoowel „Morgen" als „Volkskrant" vinden dat ze onbillijk beje gend worden: ze hébben toch gedaan, wat ze konden. En, de procedure in het Georga niseerd Overleg zal toch werkelijk verbeterd worden. We stemmen dat gereedelijk toe, maar hadden de „roomsche democraten" niet meer aan ambtenaren en onderwijzers beloofd? Had dit deel der roomsche pers niet dreigend de vinger opgeheven en zelfs mee gedaan aan het onwaardige spelletje om op reke ning,van den minister van financien te schuiven, wat voor de verantwoordelijkheid van de geheele regeering komt? Dat is de klemmende vraag en daarom laten de teleurgestelden zich niet lijmen met de overigens volkomen juiste verklaring. Wij kunnen ons indenken dat er eem ge teleurstelling is over het feit, dat er niet direct iets gebeurt aan saiarisverbe tering. Dit is menschelijk, ofschoon het voor meiischen die de realiteit onbevan gen beoordeelen, toch wel begrijpelijk moet zijn. Een groot deel van ons volk, speciaal in de landbouw en ook onder de industrie arbeiders, ziet zijn inkomsten scherp ver minderen, en dit leidt tot consekwenties, die geen verdere toelichting behoeven. Volkomen juist. Maar de dingen, welke nu geen verdere toelichting behoeven, zijn nog voor korten tijd in diezelfde pers ah unnoodige zuinigheid verworpen. Dat is de narigheid! De redeneering, welke in dit citaat ge volgd wordt, is volkomen juist; maar hel kwaad steekt hierin, dat men deze waar heid aanvankelijk verdoezeld heeft, dat e*- beloften zijn gedaan en verwachtingen ge wekt, welke nu, niet in, vervulling kunnen gaan.. En uitgestelde hoop krenkt het hart Dat wist Salomo reeds, dóch die was dan ook wijzer dan alle menschen. BINNENLAND. OFFICIEELE BERICHTEN ONDERSCHEIDINGEN Bij Kon. besl. zijn benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Naeeau mevr. T. ter Horst-De Boer, dircertice van „Kunsi- arbeid-Terhoret", te Jogjakarta en P. Th. Werktijdenbesluit Kantoren VOOR-ONTWERP BIJ DE H00GE RAAD VAN ARBEID MEMORIE VAN TOELICHTING De regeering heeft thans bij den ,Hoogen Raad van Arbeid een' voor-óntwerp 'werktij; denbcsluit voor kantoren aanliarigig ge maakt. Aan de memorie van toelichting, die dit voorontwerp vergezelt, ontleenen Wij' 'het volgende: - In paragraaf 6 van Hoofdstuk 4 der Ar beidswet 1919 zijn bepalingen vastgelegd betreffende de arbeidstijden in kantoren- waarbij aan een nadère regeling bij, alge- meenen maatregel van bestuur zijn overge laten: a. Zondagsarbeid voor vrouwen; b arbeid'na één uur des namiddags op Za terdag; c. voorschriften in zake msttijden. De wet zelf bepaalt: a. dat een. jeugdig persoon niet op Zondag mag werken; dat een man of een vrouw clie op Zondag meer dan vier uur al-beid verricht een vrijen dag in de week moet hebben; c. dat 's Za terdags na één uur niet gewerkt mag wor den, behoudens uitzonderingen; d. dat ,e?n jeugdig .persoon niet tusschenzes uur pa middags, en acht uur voormiddags mag werken;..e.. dat de; maximunvarheidsduur is SV^.Jiur per dag en 4S urén per week, be hopdens uitzonderingen. Bij het onderzo-k naar de bedrijfsbehoef ten, waarmede de ter uitvoering, der wet te stellen bepalingen .hehhèji rekening te houden, is gebleken, dat een groep van on dei-nemingen in zoo bijzondere omstandig heden verkeert tén aanzien van de tijden waarop noodzakelijkovergewerkt moet wordeii, dat voor déze de mogelijkheid die de 'wet laat om de in- de wet gestelde' gren zen te •overschrijden, niet toereikend is. Dit zijn de- ondernemingen in zee- havenplaatsen waar de kantoorar- beid afhankelijk is van de onzekere tijd stippen van aankomst van zeèschepen. Al vorens de wet voo^ die kantoren kan wor den ingevoerd moet dan ook een wijziging worden aangebracht. Dit behoeft echter geen reden te zijn om met dg invoèring, op de overige kantoren, te wachten tot de wet ge wijzigd zal zijn. Het is daarom de bedoeling het bepaalde in paragraaf 6 van, Hon frist uk IV der Ar beidswet 1919 en dit 'werktijdenbesluit voor kantoren in werking, te; d.oen treden uiter lijk op 1 Mei 1931 voor ar,beid'in alle kan toren behoudens in de kantoren van roede- rijen van zeeschepen en voor de zeevaart werkenhÊ-jmdetTLOBtiagon van- sUiwadoors, cargadoors, expediteurs, veem en, scheeps bevrachters en sleepdiensten; in de kanto ren van de groothandelaren in ruwe katoen en katoenen garens te Rotterdam en in de kantoren - van Noordzcevisscherij-onderne- mingen, zeevisch-veilingen, zeevisch-hande laren en zeevisch-expediteurs. Voor -deze kantoren is'een voorstel tot wetswijziging in voorbereiding. Wat wel en wat niet mag. Wat nu het ontwerp-werktijdenbesluit voor. kantoren zelf betreft, art. 2 daarvan bepaalt, dat een vrouw in kantoren op Zondag arbeid mag verrichten als het ver koop van plaatsbewijzen voor openbare mid delen van vervoer, 'het verkoopen van toe gangsbewijzen voor publieke vermakelijk heden enz. en het verrichten van admini stratieve werkzaamheden daarmee onmid dellijk verband houdende, en voorts arbeid in kantoren van bad- en zweminrichtingen betreft. Art. 3 bepaalt welke arbeid een man of een vrouw in kantoren op Zaterdag na één uur des namiddags mag verrichten. Hier onder vallen verkoop van plaatsbewijzen en toegangsbewijzen, arbeid in kantoren van bad- en zweminrichtingen, spaarbanken, banken van leening, notarissen, deurwaar ders en advocaten; in advertentie- en nieuwsbureaux en in kantoren van dag bladondernemingen die een Zaterdagavond en Zondagochtend- of Maandagochtendblad uitgeven; in reisbureaux arbeid tusschen 1 en 3 uur namiddags, in kantoren voor den geld- en effectenhandel arbeid tusschen 1 en 2 uur namiddags, bestaande in het uit betalen van loonen, uitkeeringen uit zieken kassen enz., voorts arbeid in verband met den verkoop of de verzending van op dien dag aangevoerde visch, schaal- of schelp dieren; .arbeid bestaande in het behandelen van op dien dag ontvangen 'en te verzen den brieven en telegrammen en het bedie nen van de telefoontoestellen; arbeid in Joost en, arts te Sittard; is toegekend io de Orde van Oranje-Nassau verbomen eeremedaille, in zilver, aan H. J. Windau. pakhuisbaas bij de firma Van Vollenhoven ''oortman, te Rotterdam; in brons, aan: II. Marks, touwslagersknecht bij-de firma. G. van der Worp, te Zutphen; L. H. Schalker, magazijnknecht bij de N.V. G. H. Bührmann's Papiergroothandel te Den Haag. De heer H. Heyman, minister van Nij verheid, Arbeid en Maatschappelijke Voor zorg in België, is benoemd tot grootkruis in de orde van Oranje-Nassau. WATERSCHAPPEN Bij Kon. besl. zijn benoemd: in Friesland: tot dijkgraaf van het water schap der contributie-Zeedijken van West- dongeradeel, J. B. Ha nine ma, te Her- na ard; in Gelderland: tot watergraaf van het waterschap van den Ouden IJssel W. H. n m e 1 i n k, te Doetinohem; tot heein- van het waterschap van den Ouden IJssel, J. il. Teeu ween,' t 'Gendringen; tot plaalsverv. heemraad van het water schap van den Ouden IJssel, A. Hans, te Gendringen; in Noord-Holland: tot dijkgraaf van den polder Ketvvoude, C. Doornenbei, t Monnikendam; Zeeland: tot voorzitter van het water schap voor de Uitwatering door de Sluizen hij Nummer F.en in den Hoofdnlaatpolder, B. J. M. Th oma es, te Hoofdplaat; t,-t dijkgraaf van den Al-te-klei,npo!der (Noord- Beveland), Th. Maat, te Kats. OCTROOIRAAD Bij Kon. besl. is de heer J. A H. Ra voo, thans tijdelijk ingenieur hij den Octrooi- raad, in vasten dienst als zoodanig beno md Prijs $lechtsf 2,65 kantoren van begrafenisondernemingen; ar beid in kantoren behoorende bij hroourahric- ken of hij fabrieken of werkplaatsen waar in krachtens het werktijdenbesluit voor fa brieken of werkplaatsen 1923 op Zaïerdaj na één uur des namiddags aj-heid wordt verricht; arbeid in bankkantoren die band houdt met hét behandelen van giro rekeningen enz., alsmede arbeid noodig dc afwikkeling van beurstransacties dien dag. Verder mag op, Zaterdag na één uur namiddags arbeid worden verricht in kan toren in verband met veilingen van land- of t u l Ti b u w jTr'o d u c te n en voorts in kantoren gevestigd in de gemeen ten Alkmaar,. Hoorn, Leiden, Roermond Sittard. Stavoren. Utrecht Venlo, UzendiJ ke, doch ten hoogste tot vier uur des na middags. Indien iemand dergelijken arbeid op Zaterdag na éen uur verricht gedurende meer dan twee uren mag hij of zij in week geen arbeid verrichten hetzij op ten minste één anderen werkdag na één uur des namiddags, lietzij op Maandag vóór halféén des namiddags. In artikel 4 wordt de arbeid op Zaterdag namiddag toegestaan Voor de schoonmaak sters en schoonmakers (hiermede mag oo dien tijd het gewone kantoorpersoneel niet belast worden), terwijl artikel 5 den zater dagmiddag irheid toestaat van concierges, portiers, wakers, stokers en aanlach,tsliedeti Tn artikel 7 worden overeenkomstige be palingen gegeven als het z.g. Bazenbesluit -vyr fabrieken - en werkplaatsen, met 'prmcipieele verschil. dat gebruik gemaakt is van de bevoegdheid gegeven in artikel 91 onder b. der wet om de werktijd- en admi nistratieve bepalingen niet toe te passen op personen met een in geld vastgesteld jaarlijksch loon in de onderne ming van f 3000 of meer. 'Speciaal wor den hier voerts genoemde de. personen, die wetensrhappelijken arheid verrichten van eenigszins hoog peil. waarbij gedacht is aan gfgesturleenfën van een Handelshoogeschool of een Universiteit nok al bedraagt hun salaris nog geen f 3000. Artikel 8 breidt de bepalingen van artikel 7 ook uit tot een „beschermd" bediende die het hoofd der ondememiing bij ziekte ver- Vangt Artikel 10 regelt meer bepaald de rust tijden. Als regel wordt voorgeschreven dat de arbeidstijd in een kantoor eiken dag na ten hoogste 5% uur arheid moet worden afgewisseld door een onafgebroken rusttijd van een half uur. De arbeidstijd voor kantoren is niet, zot) als die voor. fabrieken of werkplaatsen zn winkels begrensd binnen hepaalde tijdstip pen van aanvang en einde. Echter wordt in artikel 11 van het ontwerp werktijden besluit voorgeschreven, dat een vrouw, me in een kantoor arljeid verricht een dage lijkschen onafgehrokpn rusttijd mort heb ben van ten minste elf uren, waarin de tijd tusschen 11 uur des namiddags en des voormiddags begrepen moet zijn. Tn artikel 12 wordt de mogelijkheid ge schapen om af te wijken van het algemeene voorschrift omtrent de rusttijden. De daar bij gevolgde procedure is nagenoeg geheel gel"k aan die, wplke in artikel 52 der Ar beidswet met betrekking tot afwijkingen van den normalen arbeidstijd is vastgesteld Vuor wakers en voor stokers van venva: mingsinstallaties wordt het geven van nauwkeurig vastgestelde rusttijden niet m> gëliik en niet noodig geacht. De tijd eedu- rende welken zii aanwezig moeten zijn is voor een belangrijk deel met rusttijd gelijk te stellen. Verder worden bepalingen gesteld met betrekking tot arbeidslijsten en -roosters, welke in hoofdzaak overeenkomen met wat te dezen aanzien voor andere inrichtingen reeds geldt Ten slotte opent artikpl 18 de mogelijkheid om voor hepaalde kantoren onder bepaalde omstandigheden zonder vergunning af te wijken van de vastgestelde rusttiiden, b.v. wordt voor deze kantoren epn vesschuiving van den arbeidstijd, waarbij niet langer dan 8Vo uur ner dag en 48 uur per week gewerkt wordt, zonder nadere vergunning mogelijk. EERSTE KAMER Naar wij vernemen, ligt het in hot voor nemen van den voorzitter der Eerste Ka mer om de lprlen bijeen te roepen op Dins dag 16 December. RAAD VAN STATE BARON VAN HTTGF,NPOTH TOT AERDT HERDACHT In de vergadering van den Raad van State van gistermiddag heeft Mr. Dr. F. A. C. Graaf van Lynden tot Sandenburg, vice president van dien raad, het lid van den Raad van State, Mr. Dr. G. F. M. Baron van Hugenpoth tot Aerdt herdacht, die Zaterdag j.l. op bijna zeventigjarigen leef tijd hier ter stede is overleden. 'IELPT ALLEN MEE 1NS BLAD !N DE GEZ'NMEN TE BR^NGEf' WAAR HET BEHOOBI ONTWERP-TARWEWET VOORLOOPIG VERSLAG Blijkens het voorloopig verslag der Tweede Kamer over het ontwerp-tarwewet (maal- en menggebod) kon men zich in de afdeelingen der Kamer vrij algemeen vereenigen met het denkbeeld om maatregelen te nemen tot steun van dat deel der landbouwende be volking, dat in hooge mate de nadoelen van de heerschende crisis ondervindt, al. bestond omtrent de wijze waarop de steun zou moe ten worden verleend geen eenstemmigheid. Verscheiden leden merkten op, dat de re geering met .dezen maatregel niet zal kun nen volstaan. Wordt b.v. aan den landbouw in de veenkoloniën en ook aan de suiker bietenteelt niet spoedig krachtige steun geboden, dan zijn de gevolgen niét te over zien. De toestand wordt nog erger door dum ping-praktijken van het buifenlaind. Het zóu onverantwoordelijk zijn indien geen maat regelen werden genomen. Overigens waren verscheidene leden van oordeel dat het wetsontwerp in zijn tegen- woordigen vorm moeilijk voor aanneming vatbaar is. Eenige richtlijnen hadden toch in de wet kunnen worden neergelegd. Althans had men bepalingen' kunnen opnemen ter vast stelling van de grondstoffen, die voor ver werking in het meel in aanmerking komen. Krachtens het onderhavige wetsontwerp zou ook de verwerking van aardappelmeel kunnen worden toegestaan, hetgeen ver scheidene-leden evenwel een onoverkomelijk bezwaar zouden achten. Ook had het maxi mumpercentage inlandsche tarwe, dat ver werkt zal moeten worden in de wet kunnen worden bepaald. Dit zou dan aanvankelijk niet te laag moeten worden gesteld omdat de oogst 1930 maar over enkele maanden meer kan worden afgeleverd en het grootste gedeelte van den oogst nog aanwezig. Uit de memórie van toelichting blijkt zelfs niet of men een maal- don wel een menggebod of wel beide zal krijgen, dan wel een ander voorschrift. Sommige leden waren van oordeel dat geenszins voldaan wordt a&n de b^ide stel lingen in de memorie van toelichting ge noemd, dat de geboden steunmaatregelen zoo weinig mogelijk een kunstmatig karakter zouden moeten dragen en dat zij opge-heven moéten kunnen worden, zoodra de toestanden zich weer als normaal laten aanzien. Immers het tegengaan van een proces dat op zichzelf een natuurlijk gevolg zou zijn van de heerschende omstandig heden, namelijk de omzetting van akker- bouwbedrijven in veeteeltbedrijven, draagt een kunstmatig karakter. De eene maat regel zal den anderen uitlokken en eenmaal hiermede begonnen zal men er niet mede kunnen ophouden. De ervaringen daarmede in het buitenland opgedaan moedigen aller minst tot navolging aan. Wanneer met steun van de tarweteelt zal worden begonnen zal hulp aan de verhouw van andere gewassen niet zijn te ontgaan. Ook voorden ver bouw van r o gg e en andere produc ten zal steun worden gevraagd. De voorgestelde maatregel kwam den hier aan het woord zijnde leden dan ook weinig doordacht voor. Hii mist bovendien het ka rakter van een crisismaatregel. Daarin zou althans kunnen worden voorzien door een datum te bepalen waarop de wet automa tisch zal vervallen. Andere leden betoogden dat de grondge dachte van. het ontwerp hnn juist voor- kwapi. Wanneer door de crisismaatregelen van 'andere landen een bedrijfstak tijdelijk in de verdrukking komt, is het wijs beleid dien bedrijfstak door maatregelen van over heidswege staande te houden. Speciaal geldt dit voor den landbouw, waarin 60 pGt van de hevo'king direct en indirect een bestaan vindt. Voor soortgelijke steunmaatregelen ten behoeven van den verbnmv van rogge konden deze leden geen aanleiding vinden, omdat rogge veel als veevoeder in eigen bedrijf wordt gebruikt. Van andere zijde werd opgemerkt en met cijfers aangetoond, dat van dit wetsontwerp waarschijnliik een ve v h o o g i n g van den broodprijs het gevolg zal zijn; dit nu beschouwde men als een ind'reeta be lasting op een uiterst belangrijk volksvoed- sel. Gevraagd werd of de regeêrirtg van don voorgestelden maatregel een eenigszins be langrijke stijging van den broodprijs ver wacht. Voorts werd betoogd dat wanneer steun aan den tarwehouw moet worden ver leend. dit beter kan geschieden door het verleenen van leeltnremie. Dit is een voudiger en ook bUliiker omdat de bonoo- digde gelden dan door de belastingbetalers worden opgebracht en daarbij met draag kracht rpkening kan worden gehouden. Van andere ziide werd hiertegenover echter on gemerkt dat aan maatregelen als een teelt- nremio het nadeel is verbonden, dat geen vprsrhil wordt gemaakt tusschen goede en slechte kwaliteit. Ook zal de contrólo veel moeilükhodon opleveren. De hoofdfout van 't ontwerp is zon meen den sommige leden, dal -.ozocht i« invr een regeling die de schatkist geen ge.Ul zou kos JAN SALIE EN JAN RAP (Ingezonden door LUCTQR.) Jan Salie zat te visschen aan de vliet; Van verre hoorde hij gerucht van radren, Maar peinsde: Laat de heiren zich [vergadren, One weerloos Holland deren zij toch niet. Daar kwam Jon Rap den hengelaar ter zij, En vroeg hem, of hij mee mocht visschen [vangenr Al gloeiden hem van propagandaluet de [wangen, Met Salie was hij toch van de partij. Zoo zetten zij zich beiden aan den kant Wat zou je doen, zei Salie, wen de Reiren Zich naar ons weerloos Holland zouden [keeren, De grenzen schonden van ons Nederland? Jan Rap was met zijn antwoord spoedig [klaar: In naam des Vredes zou 'k den vijand [dwingen Terug te keeren met zijn speledingen; Er. op mijn woorden week het valksgevaar. Jan Salie trok le schouders twijflend op. Maar, zei hij: Zoo 't gezag u riep tot [strijden, Wijl 't leger onze grenzen niet wou mijden, - En 't ree zich maakte voor een harden klop?. Och zei Jan Rap: 't Gezag? 't Gezag zijn wij; Laat de anderen achter onze rijen loopep! Van ons alleen is 't volksgeluk te hopen: Wij zijn van militaire smetten vrij. Geen man, geen cent voor vliegtuig noch. [affuit! 't Gezag, dat zich gezag noemt, worde [onmachtig! Slecht6 onze bonden worden oorlogs [krachtig, En 's lands gezag worde eens der honden [buit F Jan Sali i zag hem medelijdend aan: Begrepen! zei hij, gij wilt oorlog keeren, Dat de overheid zich voor u zal verneeren, En op uw tijd wilt gij iw slagjen slaan. 1 Maar zoo gij ooit kwaamt op de hoogste i [troon, Dab zoudt gij ?eker heir .u vloot [versterken, De lucht 7ou davren van uw oorlogs [werken, En 't krijgslied zongt gij op de hoogste toon. Novemberalarm 1930. ten. De gelden zouden door andere groepen der bevolking moeten worden opgebracht en r dit is de oorzaak vgn de oppositie, die tot uiting komt in de van verschillende zijden te berde gebrachte bezwaren. Het is naar de meening der hier aan het woord zijnde leden duidelijk, dat de voorgestelde maatregel liet bestaan van velen in den lande zal ver nietigen. Voor de m c e 1 i m p o »\t e u r s ach,- ten zij dit geen vraag meer. Een groot deel' van den Nederlandschen meeihandel' toch' is gebaseerd op een z.g. kwaliteitsartikel* en door de voorgenomen maatregelen zal loet waarborgen van een bepaalde kwaliteit tot de onmogelijkheden gaan behoorem Öé'tneel importeurs zullen met handen en voeten zijn overgeleverd aan de graanmaalderijen^ i aan welke een monopolistische positie wordt verschaft. En een maatregel die de eene groep bevoordeelt en een andere ten gronde richt achten de hier aan het woord zijnde leden staatkundig en economisch verkeerd. Van andere zijde-werd gewaarschuwd dei bezwaren door de meel importeurs aange voerd niet te hoog aan te slaan. Gevraagd werd hoe de regeering over deze bezwaren denjit. In geen geval, zoo betoogde men, mag de regeering op de vlucht gaan voor be zwaren van Amerikaansche meelmolenaars. Verscheidene leden meenden dat liet' hoofdbezwaar tegen dit wetsontwerp gericht is tegen een mengverplichting, welke in de Memorie van Toelichting als een mo gelijkheid is genoemd. Mocht daaraan nfet zijn te ontkomen, dan zal zulks moeten worden aanvaard, maar dan zal een bijzon- dere regeling moeten worden getroffen voor' bepaalde industrieën die afhankelijk zijn van den toevoer van speciale soorten meel. Als zoodanig noemden deze leden het ban ketbakkersbedrijf, de arwtstijfselfabrieken.' de vermicelli en macaronifabrieken. de be schuit- en biscuitsfabrieken. Sommige leden waren van oordeel dat een. menggebod voor het bereiken van het be oogde doel niet noodig is. Zij vroegen, waar om aan de meelimporteurs en de graanmaal- derijen niet de verplichting kan worden op gelegd een zeker percentage bloem van in landsche tarwe af te nemen. De regeering zou dan tegen een vooraf bepaalden prijs die eenigszins is te varieeren in verband mét de kwaliteit de aangeboden tarwe vam de landbouwers moeten koopen. Daarvoor zo.u gebruikt gemaakt kunnen worden van de medewerking van den graanhandel. Men kan het dan verder aan den handel overlaten deze bloem naast elkaar al dan niet ver-t mengd in het verkeer te brengen. Gevraagd werd hoe de regeering over een dergelijke regeling denkt. Ook werd gevraagd of het niet mogelij-k.. is certificaten te verstrekken aan dc tarwe- leelers naar verhouding van productie of beteelde oppervlakte. De leveranciers van' tarwemeel zouden dan verplicht ktin'nen worden dezP certificaten On te knopen om ze naar een vast te stellen percentage over te leggen bij de aflevering van het betref-' fende bakmeel. Verder vroeg men of het juist is dat de bakkersorganisaties tegenover de commissie-Ixivink hebben ver klaard dat geen technische bezwaren tegen een mengplicht bestaan. Nog werd de vrees uitgesproken dat de voorgestelde maatregelen represailles van het buitenland zouden uitlokken, fi!sm*de dat dit wetsonwerp een omslachtige administratie in het leven zal roepen. Naast een Riiksgraanbure.au zol men vér-' moedelijk kriigen een Riiksmeelmolen en een Rijksmeelhureau. Een groot aantal amb tenaren zal moeten worden aangesteld om de noodige controle uit te oefenen. Evenals in den oorlogstijd zal dit wedefom ten ge volge hebben dat de eene fabrikant, die toe vallig een positie heeft in adviesburT.nx' voordeel heeft hoven zijn concurrenten, pe demoralisatie die deze maatregelen ton ge- lgc liehhcn zal zoo meende men de vool> elen die men op het oog hóeft te niet doen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 1