ROODBAND
Röodband maakt het
vuil los
en zeep
WOENSDAG 12 NOVEMBER 1930
TWEEDE BLAD PAG. 7
ontkend worden dat de tijdsomstandighe
den thans voor die wijziging gunstig zijn.
Integendeel; wanneer men let op den alge-
meenen economischen toestand, moet men
komen tot de conclusie, dat het aspect voor
Boskoop niet rooskleurig is. Zeker minder
rooskleurig nog voor die gemeente, welker
fiivancieele positie ten nauwste samenhangt
met de uitkomsten eener cultuur, waarbij
de behoeften factor zeer gering spreekt, dan
voor de onze, waar de inkomsten voor het
mcerendeel samenhangen met bedrijven
van landbouw en veeteelt en van onderne
mingen, die veel meer in de eerste levens
behoeften en de eerst noodzakelijke maat
schappelijke levensvoorwaarden hun bron
van bestaan vinden.
c. Wil er motief kunnen zijn voor wijzi
ging van historische grenzen, dan moeten
in het gebied, hetwelk overgaat, toestanden
en omstandigheden aanwezig zijn van be-
teekenenden aard, die het bestuur eener ge
meente, hetwelk uitbreiding van grensge
bied wenscht, in de behoorlijke uitoefening
van zijn Overheidstaak, in zijn zorg voor
den gezondheidstoestand of van den regel-
matiigen uitbouw der gemeente belemmeren;
dan wel de draagkracht van die gemeente
ondermijnen door onttrekking van finan
cieel krachtigen of haar belasten door ves
tiging van financieel zwakken; zooals, wat
het laatste betreft, voorkomt wanneer groo-
te industrieën zich neerzetten op het rand
gebied eener gemeente.
Van geen van deze met de belangen der
gemeente Boskoop strijdige toestanden is in
het deel onzer gemeente, hetwelk Boskoop
begeert, ook maar sprake en indien men
op conigc omstandigheid, welke men anders
zou wenschen, den vinger kan leggen, dan
toch niet sprake in een mate, welke eenigs
zins kan rechtvaardigen de verlegging van
grenzen.
d. Juist de aard van het bodemgebruik,
waarop het gemeentebestuur van Boskoop
feitelijk zijn motief voor grenswijziging
grondt, pleit daartegen. Deze bestemming
van den grond, zonder meer, kan nimmer
reden tot grenswijziging zijn, omdat zij de
natuurlijke, aan den bodem eigene, is en
omdat de land- en tuinbouw en veehouderij
als zoodanig niet den minsten hinder in
den weg leggen aan en vergelijkenderwijze
ile minste zorg eiscben van de gemeente
bemoeiing. Alleen wanneer men willekeurig
handelt, zich losmaakt van de historische
grenzen en expansie als doel in zichzelf be
oogt, kan men meenen de omstandigheid
van gelijke bodemcultuur der deelen als
motief te mogen bezigen voor samenvoe
ging in gemeentelijk verband. Hetgeen Bos
koops gemeentebestuur doet. En erger nog;
omdat men met de voor de bepaalde cul
tuur nu bestemde gronden, in het voorbij
gaan een nog grootere oppen lakte mee wil
nemen van cultuur van anderen aard (gras
land).
e. Toegestemd kan worden dat Boskoop
nn verband met deze cultuur zich bijzonde
re uitgaven getroost en bijzondere verplich-
tingen heeft, ook al zou men geneigd zijn
te meenen dat er iets af kan van de hel
heid van kleur, waarmede deze in het adres
geschilderd zijn. En toegestemd kan ook
worden, dat wanneer deze bemoeiingen van
Boskoops bestuur vruchtdragend zijn, van
den regen ook droppels vallen voor de Al-
phensche kweekers.
DruppelsWant men moet niet verge
ten dat de regen neerdaalt op de handela
ren-grootkweekers, die in het algemeen te
Boskoop wonen en aan wie de kleine kwee
kers hun teelt verkoopen. Wat het grond
gebied onzer gemeente aangaat, mankeert
het juist aan daar wonende groot-kweekers.
f. Voor de bewering dat Boskoop van
wege zijn uitbouw naar de zijde van Alphen
aan den Rijn expansie noodig heeft is geen
feitelijke grond, daar de ervaring bewast,
dat hier, o zoo sporadisch, wordt trebouwd,
terwijl het persoonlijk contact, hetwelk de
bewoners van een deel van de polders Rij-
neveld en Nesse onderhouden, met Boskoop
op zichzelf voor die plaats een belang ei>
voordeel voor grenswijziging geen reden
kan zijn en het verlies voor onze gemeente
niet kan rechtvaardigen, naast de kapitaal-
waarde van werken welke in het belang
van deze omgeving zijn gelegd, van een
jaarlijksche bate voor de gemeentekas van
f 10.000, welke nu aan rijksuitkeering en
opcentenheffing genoten zal worden volgens
de nieuwe regeling.
Op grond van het vorenstaande geven wy
Uwe Vergadering beleefd in overweging aan
Heeren Gedeputeerde Staten van Zuid-Hol
land, yaar aanleiding van hun tervoren aan
gehaald schrijven, mede te dcelon dat de
Raad dezer gemeente in het schrijven van
het Gemeentebestuur van Boskoop d.d. '3D
Januari 1930, no. 1092 aan het College van
Öedep. Staten geen enkel steekhoudend
motief heeft kunnen aantreffen, dat pleit
voor de noodzakelijkheid van de totstand
koming eener grenswijziging tusschen de
gemeenten Boskoop en Alphen aan den Rijn.
AANRIJDING
Gistermiddag werd de handwagen van J.
V. in de Raadhuisstraat aangereden door
een auto, bestuurd door v. R. alhier. De
VERMISSING
Door den heer R., landbouwer aan de
Kortsteekterweg, is aangifte gedaan van ver
missing van elf eenden. Waarschijnlijk is
hier van diefstal sprake.
KATWIJK AAN ZEE
VERNIELD
De heer C. H., van den Beetevaenveg,
deed aangifte va.n vernieling van zijn
schuur. Deze schuur 6toat op zijn land. dat
gelegen is bij de schietbanen. Van deze ver
nieling werd door hem verdacht een zekere
W. v. R. uit de Zuidelraat.
POESENMOORDENAAR
Volgons mej. C. v. D., uit de Zuidelraat,
schuilt er daar in de omgeving een po-esen-
vijand erger, een poeeenmoordeenaar.
Reeds menig katje werd 's morgens koud
en etijf, vergiftigd waarschijnlijk, door „de
vrouw" gevonden. Nu was een fraaie mui
zenjager van mej. C. v. D. het slachtoffer.
Ze bracht bet beestje op het politiebureau
ter schouwing.
PAST OP DEN HOND
Hondenbezitters mogen er wel aan den
ken, dat bet nog altijd verboden is 's nachts
honden los te laten lcopen. De laatste nach
ten werden in enkele gedeelten van on6
dorp weer tal van mensclien door deze Iudd-
rucMige gasten uit den slaap gehouden.
KOUDEKERK
DANKSTOND VOOR HET GEWAS
Donderdagavond 7 uur zal in de Geref.
Kerk alhier dankstond voor het gewas wor
den gehouden.
EEN JUBILEUM.
Op 1 November was het 25 jaar geleden dat
ïr.ej. E. van der Voorst als dienstbode in
betrekking kwam by de fam. M. J. Fos alhier,
thans wonende te Ocgstgeest.
Dit feit heeft de fam. Pos niet Onopgemerkt
voorbij laten gaan en Zondag j.l. werd dit
dan ook feestelijk herdacht. Deze dag is voor
zeker voor de jubilaresse tot een onvergete
lijke gemaakt.
NAGEKOMEN GIFTEN.
Voor de zending is nog ontvangen een be
drag van f 130, zoodat in totaal deze collecte
f 530 heeft opgebracht.
KATWIJK AAN DEN RIJN
ZENDINGSAVOND
Door de Zendingscommissie der Geref.
Kerk, alhier, werd een zendingsavond be
legd. Ds. II. Meijering wees in zijn openings
woord er op, dat 't zendingswerk allermeest
een geestelijk werk is; een werk, dat niet
in beeld gebracht kan worden. Daarom
moet men niet te hooge verwachtingen koes
teren, als de Javafilm zal worden vertoond
Spr. hoopte, dat door hetgeen zou worden
vertoond, de zendingsliefde moge toenemen
Hierna werd de Java-film vertoond, be
staande uit vijf deelen. Het eerste deel ver
toonde de reis naar Indië. Na aankomst een
autotocht door Batavia. Uitstapjes naar
West-Java en naar Krakatau. De beelden
van de vulkanische uitbarstingen van den
Krakatau vormden schitterende natuurtafe-
reelen. Ook het natuurschoon van het land
schap in Oost-Java gaat aan het oog voor
bij. Daarna komt Midden-Java, het eigen
lijke zendingsterrein van de Geref. Kerken
aan de beurt. Het zou ons te ver voeren
een gedetailleerde beschrijving te geven
Ongetwijfeld hebben de aanwezigen genoten
Ds. Meijering sprak nog een kort slot
woord, waarna hij eindigde met dankgebed
Des namiddags was een voorstelling ge
geven voor kinderen. Ongeveer 300 kinderen
hebben hiervan genoten.
ONGEVAL
De acht-jarige A. B., uit de Pepersteeg
kwam op den Nieuwen Commandeurslaan
met zijn voet tusschen het wiel van een
vrachtauto. Zijn klomp werd verbrijzeld en
zijn been gekneusd.
Een waarschuwing voor kinderen, om
niet achter auto's te loopen.
LISSE
HANDELSREGISTER
Nieuwe intschrij ving: Jac. en Paul Lefeber,
b 1 o embollen_kweekerij en -ban-del albier.
BIBLIOTHEEK
De Chr. J.V. Obadja heeft haar bibliotheek
weer opengesteld voor leden en begunsti
gers.
Neem voor den volgenden
waschdag eens Roodband en
zie zelf hoe snel en afdoende het
overvloedige sop het vuil los
maakt, zonder boenen of wrij
ven. En met Roodband is al Uw
goed veilig. Het tast alleen het
vuil aan; de weefsels worden
in het geheel niet geschaad.
Waarom is dit prachtige
Zeeppoeder zoo goedkoop?
Speciale Installaties stellen
ons in staat enorme kwan
titeiten Roodband te fabri-
ceeren. Zoodoende krijgt U
een prima kwaliteit zeep
poeder tegen zeer lagen
prijs.
OfOi:,,
N V. WASCHOLINE FABRIEK AMERSFOORT
EERSTE LUSTRUM MANDOLINECLUB
De -Mandolineclub „Sancta Lucie" heeft
haar eerste lustrum mogen vieren. Ter ge
legenheid hiervan werd een feeetu it voering
gegeven, die zeer goed geslaagd mag heetcn.
HOLLANDS BLOEMBC1LENHUIS
Donderdag 13 Nov., vm. 9.30 u., veiling van
leverbaar. Hyacinthen, Tulpen, Narcissen,
Galanthussen, Crocuesen, ScElla'e en andeire
gewassen, die nu leverbaar zijn, te beginnen
met Hyacinthen. Nam. 2 u. speciale Gla
diolen vei ling (leverbaar), daarna veiling
va.n Bijgoed.
ROELOFARENDSVEEN
PERSONALIA
Benoemd tot onderwijzeres aan de R.K.
bijzondere 6ohool te Nieuwe-Wetering mej
C. J. M. Bakker, alhier.
WONINGBOUWVEREENIGING
Dezer dagen had in tegenwoordigheid van
den architect en den voorzitter der Woning
bouw vereen. de oplevering plaats van de 12
gebouwde arbeiderewoningen, gelegen aau
den Langeweg. Deze woningen, wcine op
een dijk zijn gebouwd, passen zich bij de
omgeving zeer goed aan. Zij zien er zeer
eoliede uit, en de ruimte vaJt zeer mee. Het
werk ie uitgevoerd door den heer Chs. Over-
deveet uit Rijnsaterwoude, die den bouw
zeer tot genoegen der directio heeft opgele
verd. Onderaannemers waren de heeren C.
J. van Berkel, metsel- en betonwerken, Leö-
'muiden; soliilderwerk, P. Ot'ten, te Lange-
raar; loodgieters werk A. Vlasman te Leri-
muiden, terwijl de electrieche installatie
geschiedde door L. Bakker alhier. Ook deae
firma's hebben er allen toe bijgedragen, het
geheele werk goed te doen opleveren. Van
deze 12 woningen zijn er momenteel reed6 9
verhuurd.
SASSENHEIM
DANKDAG.
De collecte in de Ned. Herv. kerk alhier
op Dankdag gehouden heeft opgebracht
f 256.53 en f 327.50 voor Kerk en Armen.
OUDERAVOND SCHOOL MET DEN BIJBEL
De Vereeniging bestaat 40 jaar.
Onder de leiding van den reeds hoog
bejaarden, doch nog immer kranigen en
stoeren voorzitter, den heer L. van Leeu
wen Sr., kwamen ouders en onderwijzers
van* de School met den Bijbel gister
avond in vergadering bijeen in het gebouw
Concordia. In zijn openingswoord gaf de
voorzitter na een welkomstwoord een over
zicht van het afgeloopen jaar, waaruit bleek
dat de onderwijzer, de heer Boersma Jr.,
naar Middelburg vertrokken, werd vervan
gen door den heer J. van der Steen, van
Oegstgeest De ledige plaats, ontstaan door
het huwelijk van mej. Kouwenhovcn, werd
ingenomen door mej'. Vaalburg, onderwij
zeres van Delft.
Vervolgens bracht de voorzitter in her
innering, dat het 17 September 40 jaar ge
leden was, dat deze Sohoolvereeniging met
39 leden werd opgericht, terwijl op 14 No
vember d.a.v. de eerste bestuursvergade
ring werd gehouden, bijgewoond door de
eerste bestuurders van de school, de hee
ren Baron van Heemstra, Ds. J. Thijs, A.
Frijlink, T. Bergman en R. H. Beerhorst,
terwijl het beheer van het suppletiefonds
was opgedragen aan de heeren C. Wester
beek, G. Vlasveld en L. van Leeuwen. Op
14 Maart 1892 werd de school geopend met
46 leerlingen en als onderwijzer werd aan
gesteld de heer J. Otdeboom, terwijl thans
de school 350 leerlingen telt.
Vervolgens sprak de heer J. W i e p k e-
m a, het hoofd der school, over „Het zenuw
achtige kind", waarbij Spr. de aanwezigen
achtereenvolgens bepaalde bij de verschijn
selen, vormen, oorzaken en middelen ter
bestrijding van zenuwachtigheid. Werkt het
zenuwstelsel goed, dan leeft het kind in
harmonie met zichzelf en z'n omgevang,
hoe vaak zien wij evenwel het tegendeel,
reeds bij zeer jonge kinderen, en openbaart
zich groote onrust en ongedurigheid, ter
wijl daarentegen ook teruggetrokkenheid en
groote verlegenheid op zenuwachtigheid
wijzen. Als oorzaken van dit kwaad noemt
Spr. de omstandigheden die een tijdelijke
nerveusiteit tengevolge hebben, de erfe
lijke aanleg, lichamelijke aandoeningen en
de jeugdzonde, en als oorzaken van buiteii
de ui vloed van de straat en bioscoop.
Bij do bestrijding van dit voor het kind
en zijn omgeving zoo lastige euvel vrage
men zich in de eerste plaats af of de op
voeder zelf of mogetijk de omgeving de
oorzaak zijn, en is groote verdraagzaamhoid
cn zelfverloochening van den opvoeder
eisch. Verder wijst Spr. op het nut van
lichamelijke oefening, waarbij door sterking
van het lichaam de geest ten slotte over
wint. Ook moet men het kind leeren zijn
zenuwen te beheerschen. Onder Gods zegen
zijn ook al deze moeilijkheden te overwin
nen cn het kind zal later dankbaar zija
voor wat uit en voor hem werd.
In de pauze was gelegenheid in de school
het werk van de leerlingen te bezien, na
afloop waarvan de heer J. M. E e 1 d e r i n k
een inleiding gaf over 't onderwerp „Tact".
Tact, verband houdende met het woord
contact, wil zeggen dat de oudere hun kin
deren cn de onderwijzer zijn leerling onder
directe beïnvloeding heeft Zijn opvoedkun
dige eigenschappen, kalmte en beheersching
het deelen in de vreugde van het kinder
leven en de liefde tot hot kind, werken
daartoe mede. Gebrek aan kalmte en be
heersching zijn oorzaak van onbillijke straf
fen; drift maakt belachelijk en verbreekt
het zoo zeer gewenschte contact met het
kind. Ook worde liet gezag over het kind
gesteund door gelijkmatigheid en vastheid
en de daarvan het gevolg zijnde rechtvaar
digheid. Met verschillende voorbeelden uit
de praktijk toonde Spr. vervolgens aan dat
de invloed op het kind en het winnen van
zijn vertrouwen zoo zeer bevorderd wordt
wanneer de onderwijzer zich zelf midden in
het vroolijke kinderleven weet te plaatsen
en bovenal wanneer er liefde tot het kind
en de kinderwereld is, en de middelen tot
contact, nl. het gesproken woord, de hou
ding en het oog op de juiste wijze worden
toegepast
De beide interessante inleidingen werden
door de talrijke aanwezige ouders met
groote belangstelling aangehoord.
Aan het eind van de vergadering slaag
de de heer J. de Haan er in de aanwezigen
eenige vroolijke oogenblikken te bezorgen
met de voordracht „Angstavond".
De heer J. Vercouteren sloot de vergade
ring met dankgebed.
Laatste Nieuws.
HANDELSBERICHTEN
ROTTERDAM 12 NOVEMBER
Vroogkoersen van heden:
MAIS. Nov 87—; Jan. 86—; Maart 91—; Met
92(4.
TARWE. Nov. 5.50; Jan. 5.60; Maart 5.80|
Mei 6
MARKTBERICHTEN
KATWIJK a. d. RIJN, 11 Nov. (Tuinbouwver.
K. en Omatr.) Prüzen: Bloemkool 11.20—20.60
gele kool 6.60S.50; roode kool 7.209.80
alles per 100 stuks; peen 7.40—9.50 por 100
bos; peen 1.102 per 20 kg; uien 2.708.50
per 100 kg. Aanvoer: 25000 «tuks bloemkool;
1200 bos peen; 480 kisten peen; 2900 kg uien;
2400 stuks gele kool; 1860 stuks roode kool.
VISSCHERIJ
Trawlvlsch. Prüzen: tarbot f 1.800.96; tong
f 2.901.90; heilbot f 1.70 per kg.; griet f 60
30: groote schol f 46; middel schol f 42; zot
schol f 47—46; kleine schol f35—12; schar f31
16.60; bot f 98.60; pieterman poontjes f 11
6.60: groote schelv. f 5015; Imlddel schelv.
f 36—28; kl. midd. schelv. f 20.60—16; kleine
schelv. f 12.503.90; groote gullen f 28—17; kl
gullen f 11.50—3.10; wjjtlng f 9.501.20; ma
kreel f21—17 per kist van 50 kg.; rogf 31—30:
per 20 stuks; vleet f 3.60—1.80; leng f 2.60—
0.60; lcoolvlsch f 3—0.20 per stuk; kabeljauw
f 82—70 per 126 kg.
De besommingen der Stoomtrawlers waren
IJM 37 Gloria (500 manden) 4791, IJM 120
Cremer (326 manden) ƒ2199; IJM 35 Wllhelmln*
(235 manden) 1459. IJM 48 Ewald (540 man
den) 2900; IJM 418 Derlka 5 (385 manden),
2600; IJM 374 Derika S (175 manden) 1487.
IJM 271 Derlka 14 (270 manden) 2439. IJM 45
Perseua (60 manden) 1900; IJM 6 Polaris (il*
manden) 1655. IJM 201 Tlmmers (290 manden)
ƒ3002. IJM 79 Emerald 145 manden) 1500; IJM
53 Magpie (45 manden) 1Ü91, IJM 181 Oentoeng
(80 manden) ƒ1216. IJM 9G Stormvogel (255
manden) 2093, IJM 132 Noordpool (316 manden)
ƒ2397. IJM 46 Zuidpool 300 manden) 1600; IJM
19f Azlmut'.i (425 manden) 2400; IJM 14 Isabel
(126 mandene) 1243. IJM -137 Künmond (500
mar ^<-n) 1900: IJM 111 Olympia (200 manden)
l'< - IJM 147 Oostzee (160 manden) 1500. ljir
104 Mascotte (35 manden) 1069. IJM 9l Artr>
stclstroom (45 manden) 1300; IJM 100 Amster
dam (180 manden) ƒ2100; IJ^M 110 Zaanstroom
1 (125 manden) 1779; IJM 130 Eendracht t
(510 manden) 2948. IJM 1Ö6 Reiger (55 manden
1725. IJM 123 Gerard 270 manden) 2950
De drüfnetvlsschers be-somden ahn ver«cl**
«H, 340»'*3311- TH *!T9 >S!47- SCH 130
/U89' 2492. SCH 75 ƒ1157. KW 9b
MOZES' BOEKEN IN
EGYPTISCH LICHT
De laatste tientallen jaren Is heel wat
„Oostersch licht" over de Heilige Schrift ver
spreid.
Belangrijke publicaties over Ur, Babcl en
Assyrië hebben ons menig Bijbelgedeelte
helpen verstaan, alhoewel er ook Babel-ge-
leerden geweest zijn, die gepoogd hebben
de Goddelijke autoriteit van sommige Bij
belboeken te ondermijnen. Voorts zijn er
schrifturen verschenen over de opgravingen
in Syrië en in onderscheiden Palestijnsche
plaatsen. En sinds eenigen tijd het licht
schijnt uit steeds zuidelijker richting, ko
men gegevens los uit Egypte, waardoor meer
bepaaldelijk veel in den Peutateuch voor
ons nog klaarder wordt. In December '29 ves
tigde Dr. M. H. A. van der Valk in ons blad
de aandacht op een werk van Prof. Dr. A. S.
Yahuda: „Die Sprache des Peutateuch in
ihren Beziehungen zum Aegyptischen".
Al die studievruchten op het Oostersch ter
rein van cultuurgeschiedenis, bieden, als
resultaten van de beoefening eener hulpwe
tenschap, dikwijls waardevolle bijdragen
voor het recht verstaan van nog niet ten
volle duidelijk geworden fragmenten der
Heilige Geschiedenis.
Waar steeds onder noodzakelijke reserve
van genoemde geschriften kennis genomen
moet worden, allermeest wanneer ze uit een
Schriftcritische pen zijn voortgekomen, mo
gen we met zooveel grooter vertrouwen en
verheugenis ons om licht begeven tot soort
gelijke studiën van hen, die immer op
Schriftgeloovig standpunt stonden. En zoo
mogen we het een beteekenisvolle aanwinst
noemen, dat dezer dagen bij J. H. Kok te
Kampen van de pers kwam een omvangrijk
werk: ..Mozes' Boeken in Egyptisch
1 i c h t". door Dr. M. H. A. van der Valk
Naar men weet en naar hij ten overvloede
In een „woord vooraf" verklaart, is deze
schrijver van Calvinistische richting en be
schouwt hij den Bijbel als Gods onfeilbaar
Woord. Dit toch is, bij zulk een studiewerk,
voor ons van de grootste beteekenis. Want,
wanneer de resultaten van Egyptische of
andere Oostersche studie niet „kloppen"
met de feiten en beschrijvingen in de H.
Schrift, zullen we, op Schriftgeloovig stand
punt, niet den Bijbel aan critiek gaan on
derwerpen, maar ons houden aan het God
delijk gezag der H. Schyift en die studiere
sultaten moeten critiseeren of misschien
zelfs algeheel verwerpen. Hoe vaak is 'tal
niet voorgekomen, dat zulke wetenschappe
lijke mededeelingen achteraf publicaties van
onbetrouwbare hypothesen of losse bewerin
gen bleken te zijn en later, in het volle licht
geplaatst, als falikant in strijd met de waar
heid, naar het rijk der fabelen moesten
worden verwezen.
Juist op den Pentateuch en met name op
de eerste twee Bijbelboeken is er veel critiek
geoefend door theologen, die toch van de
taal en letterkunde, den godsdienst en de
levenswijze der Egyptenaren niet genoeg
zaam op de hoogte waren. Bij het onderzoek
naar de Jozef- en Mozes-verhalen mag dit
toch als een eerste vereischte gesteld worden,
waar de hoofdpersonen uit Genesis en Exo
dus in de allernauwste, aanraking met
Egypte zijn geweest Op de cultuur van Israël I
is ook wel door Babel invloed geoefend,
Abraham kwam toch uit Ur en Haran,
maar in de genoemde periode meer nog
door Egypte: Abraham zelf heeft later in
Egypte verkeerd en woonde aan den Kara
vaanweg uit Kanaan daarheen; Jacob heeft
er gewoond; Jozef, Mozes, Jozua en Kaleb
waren er geheel mee op de hoogte. En zij
allen zijn in Genesis en Exodus hoofdper
sonen geweest Terwijl Israël, ook na zijn
dienstbaarheid in Egypte, met dit land in
aanraking bleef door handel, diplomatie,
oorlogen enz.
Ook de opgravingen in Palestina bewijzen
den invlo'ed van Egypte, veel meer nog dan
van Babel. En de geleerden, die het eerste
Bijbeldeel een niet-Mozaïsch boek noemen,
terwijl zij den tijd van verschijnen zelfs na
de Joodsche ballingschap stellen, hebben
door het nadere licht der jongste studiën
hun beweringen zien gelogenstraft Het is
de bestudecring van Egypte, die verrassend
licht over den tijd der eerste Bijbelboeken
werpt en de inzichten van het Schriftgeloo
vig standpunt bevestigt.
Dr. van der Valk deelt in zijn nieuwe
boek in een „woord vooraf" mee, welke de
aanleiding tot het schrijven ervan geweest
is. Bij zijn bestudeering van het Mormonis
me en van de boeken van Joseph Smith Jr..
waarin verschillende Egyptische en pseudo
Egyptische voorstellingen aangetroffen wor
den, kwam hij in aanraking met de Egypto-
logie en bevond dat deze sommige Bijbel
plaatsen ten volle belicht. Begeerende er
meer van te weten te komen,' maakte hij
kennis met het reeds genoemde werk van
Prof. Yahuda, „Israëliet naar naam en af
komst, oriental istisch gel°erde van welver
dienden naam, die behalve de Semietische
talen ook de Egyptische in haar verschil
lende tijdperken machtig is"; in welk werk
gehandeld wordt over den buitengewonen
invloed, die van Egypte op het volk van
Israël is uitgegaan, en die vooral aanwijs
baar is in de vijf boeken van Mozes.
Een zestal redenen worden door Dr. Van
der Valk opgesomd, waarom hij het boek
van Prof. Yahuda van groote beteekenis acht
en hij erkent, dat het voor Vet schrijven van
zijn thans verschenen werk van ontzaglijken
dienst is geweest. Hij heeft, zoo schrijft hij,
meest om principieelo redenen genoemd
boek niet willen vertalen, wijl Prof. Yahuda
van de moderne richting is. Daarom heeft
Dr. Van der Valk meermalen een andere
zienswijze moeten aangeven. Al is blijkbaar
verder veel gebruik gemaakt van de compo
sitie van Yahuda's werk, door afzonderlijke
bewerking van verschillende deelen en mee
op het nadrukkelijk verzoek van den uitge
ver om een populair wetenschappelijk werk
te leveren, heeft Dr. Van der Valk een eigen
karakter aan zijn jongste publicatie kunnen
geven. Ook door zijn reizen in Oost-Europa,
Klein-Azië, Egypte, Palestina en Syrië
heeft hij met de sfeer van land en volksze
den in de Oostersche wereld kennis gemaakt
wat hem thans te §tade kwam.
„Mozes' Boeken in Egyptisch licht" is
geen doorloopende en beschrijvende verkla
ring van Genesis en Exodus of van de daar
in voorkomende verhalen, maar staat toch
achtereenvolgens stil bij verschillende kardi
nale feiten en episoden uit het Bijbelverhaal.
In een eerste hoofdstuk wordt gehandeld
over het auteurschap van den Pentateuch,
waarbij ook gewezen wordt op met de H.
Schrift overeenkomende archaeologische
vondsten en studiën van Prof. Garstang en
op de vergelijkende talenstudie, die aan het
licht brengt, dat Genesis en Exodus dichter
bij Egypte staan, Leviticus den overgang
vormt en Numcri en Deuteronomium onder
invloed staan van de talen en dialecten wel
ke tijdens de veertigjarige woestijnreis der
Israëlieten gesproken werden door de met
hen in aanraking komende volksstammen.
Een tweede hoofdstuk gaat over Egypte
en onderscheiden levensopenbaringen der
Egyptenaren. En dan staat de schrijver ach
tereenvolgens stil bij: de schepping, het pa
radijs, den val der engelen, den val van
vrouw en man, den Rechter van het paradijs,
den zondvloed, het Noachietisch verbond,
den torenbouw van Babel, de aartsvaderlijke
families, Jozef in Tar, Jozefs verhooging,
Israëls verdrukking, Israöls verlossing en
Mozes den man Gods.
Bijna al die hoofdstukken zijn weer in
belangrijke paragrafen onderverdeeld. Ieder
Bijbellëzer voelt, dat hier zeer merkwaardige
zaken zijn te vernemen, die voor het ver
staan van de eerste Bijbelboeken groote be
teekenis hebben.
We gelooven, dat de H. Schrift geen be
wijzen van buiten-af behoeft voor het God
delijk gezag van haar inhoud. Maar als de
wetenschap, zelfs van hen die den Bijbel
niet als het onfeilbaar Woord van God er
kennen, onloochenbare resultaten van haar
studie-arbeid aanbiedt waardoor de waar
heid der Schrift bevestigd wordt, nemen we
daar dankbaar kennis van. In het werk van
Dr. Van der Valk vinden we telkens en tel
kens zeer merkwaardige mededeelingen, die
ons de listigheid of zelfs de voosheid der
Bijbelcritici aantoonen. Dat maakt dit werk
voor ons van groote beteekenis. We leeren
er den Bijbel in zijn rijken zin beter door
verstaan en we ontvangen er een menigte
van wetenschappelijke mededeelingen om
den tegenstanders den mond te stoppen.
In het hoofdstuk over de Schepping wordt
uitvoerig uiteengezet, hoe uit de talenvergelij
king blijkt dat van overeenstemming van
eenige beteekenis tusschen Babel en Bijbel
niets overblijft Verder worden hier voort
durend fragmenten en teksten uit de H.
Schrift onder Egyptisch licht bezien. We
kunnen daar wel enkele voorbeelden van
noemen, maar het een is al treffender dan
het ander. Wie dit hoofdstuk met aandacht
leest, het is wetenschappelijk en tevens
in populairen vorm geschreven, komt met
den schrijver tot de slotsom, dat op Genesis
I door Mozes een Egyptisch stempel gedrukt
is. De beschrijving over het „licht geven op
de aarde", de schepping van den mensch i
naar het evenbeeld Gods, de creatie uit stof,
de benaming „maninne", het blazen Gods
in de neusgaten van den geschapene, en
voorts zooveel meer, zij verspreiden een
kostelijk licht over den tijd, waarin Genesis
is geschreven, en verklaren ook dikwijls
waarom het alzóó is opgeteekend.
Wij zijn niet in staat te controleeren of te
beoordeelen de met de Egyptologie verband
houdende wetenschappelijke gegevens, die
in dit boek in zoo schier overweldigende
mate worden verstrekt. Maar ze boezemen
den Bijbellezer voortdurend belang in. Meer
malen zal men in dit werk passages ont
moeten, dlo ons zulk een verrassend licht
op Schriftgedeelten geven, dat we geneigd
zijn eenigszins banaal uit te roepen: „dat is
sterk!" Bij verder lezen en nadenken wordt
de „houdbaarheid" van 1 die mededeelin
gen door overtuigende beschrijvingen steeds
aannemelijker. Wc ondervinden voortdurend
dat de schrijver op een goed Schriftuurlijk
standpunt staat en dat verhoogt uiteraard de
waarde van dit werk in hoogst belangrijke
mate. En wanneer hijzelf een niet algemeen
geldende opvatting over een of andere zaak
is toegedaan, voegt hij er eerlijkheidshalve
een „mijns erachtens" aan toe.
Vooral het hoofdstuk over de Schepping,
de beschouwingen over het mannonverbond
en over Sara's sluier om der engelen wil,
geven nieuwe eigen gedachten, die de over-
vcging van theologen waard zijn.
De gedeelten die handelen over de Para-
dijsstroomon en de vogek die N'oach uit de
ark liet vliegen, in verhand met de Mesopn
tamische voorstellingen daarover .zijn blij
kens 't .„woord vooraf', tan de hand van den
jongsten zoon .^es schrijvers, den heer M. H
A. L. H. van der Valk, die aan de Universi
teit te Leiden studeert en zelfstandig tot de
in die gedeelten besproken onderstellingen
kwam. Van dezen zijn ook de vertalingen
uit het Egyptisch.
Een geweldige voorbereidende studie ligt
aan het schrijven van dit boek ten grond
slag. We weten op gezag van den schrijver,
dat hij zeer veel te danken heeft aan Prof
Yahuda.
Reeds hiervoor, dat hij ons het wetenschap
pelijk werk van dezen hoogleeraar, dien hij
ook voor enkele Universiteitsvoordrachten
hier te lande inleiden zal, nader gebracht
heeft, verdient hij erkentelijkheid. Ook doel
h3j ons profiteeren in den tekst of in noten
van Christelijke en Gereformeerde geleerden.
Maar ook treffen we voortdurend den
schrijver zelf met zijn Schriftuurlijke be
schouwingen en zijn pleit voor de Goddelijke
autoriteit der H. Schrift aan.
Hij biedt ons een overstelpende-massa we
tenschappelijke mededeelingen en wetens
waardigheden aan, die ons bij de bestudee
ring der H. Schrift steeds tc pas komen en
waarvoor we hem oprecht dankbaar zijn. En
hem komt de lof toe, dat hij ons niet als in
een entrepot al die studieresultaten optast
of als in een museum al die gegevens rij
aan rij naast elkander legt, maar door de
wijze waarop hij „Mozes' Boeken in Egyp
tisch licht" samenstelde en door zijn schrijf
trant laat hij al dat rijke materiaal voor den
lezer leven en leert hij hem er mee „wer
ken". Zoo ook krijgt Gods Woord en daar
moet het den schrijver toch ook om te doen
geweest zijn in de verstandelijke overtui
ging een nog machtiger beteekenis dan te
Misschien geeft Dr. Van der Valk eer een
„te veel" da.. een schrale bedeeling. Maar
die overvloed werkt toch in genen deele be
lemmerend op de lust om dit werk tot het
einde toe te lezen en te bestudeeren. Mis
schien is 'n enkele keer ter wille van de po
pulariteit een actueele opmerking en uiteen
zetting ingevlochten, die niet noodwendig
in het kader vereischt werd, maar die
nemen we gaarne op den koop toe.
We bewonderen van den 64-jarigen schrij
ver de werklust en werkkracht, die spreken
uit dit groote werk. dat in wetenschappelijke
beteekenis al zijn vroegere publicaties, ook
die over het Mormonisme, verre overtreft.
Dat we de verschijning van Dr. van der
Valk's „Mozes' Boeken in Egvotisch licht"
hartelijk toejuichen en de bestudeering er
van even hartelijk aanbevelen, blijkt uit
onze aankondiging en bespreking duidelijk
genoeg.
Het boekwerk, dat rijk geïllustreerd on
door den uitgever Kok op voortreffelijke
wijze uitgevoerd is besluit met een uitge
breid register, alsmede °en register van
teksten die min of meer verklaard worden.
Het geheel is gestoken in een voornaam be
werkten prachtband.