BOUWCREDIETEN w TE KOOP BOUWGROND Te K Rotterdamsche Boaz-Bank N.V. „COMFORT" Schakelaars elstands- eischen en Schoonheids voor Nieuwbouw Het nieuwe haagsche raadhuis Het gevaar van arbitrage Hl Architecten IDEAAL WONEN IN •LAND'CENTRUM BILTHOVEN BIJ UTRECHT SCHITTERENDE WEEKWONINGEN E HUUR of TE KOOP Een belegging VOLLEDIG INGERICHTE BADKAMER! N.V. Administratie Mij AMSTERDAM ÜJIlTHOVtr OOP Telefoon 1385-1386 Pompenburgsingel 13 ROTTERDAM VRAAGT INLICHTINGEN EN CONDITIËN. BOUWBLAD No. 73, PAG. 3 MAANDAG-20 OCTOBER 1930 Gtbruttt bfj TTw# Bltofrffefit taifaHafto uitfluitend Z!J waarborgen absolute veiligheid, comfort en vele andere voordeelcn NEDERLANDSCH FABRIKAAT N.V. MAATSCHAPPIJ TOT EXPLOITATIE VAN ELECTRISCHE APPARATEN „COMFORT" ALBERTINESTRAAT 28, 's-GRAVENHAGE TEL. 70901 In welke gevallen voelt een bouwer, 'dat zijn bouwwerk naar vorm, samenstelling of welstand aanstoot geeft? Kringloop van willekeur en rechteloosheid. lil tal van plaatselijke Bouwverordenin- 5en komt thans een bepaling in den volgen en geest-voor: „Het uiterlijk van een nieuw te maken gebouw met al wat daartoe behoort, hek ken, muren en dergelijke, moet zoodanig zijn; "dat het noch op zich zelf, noch in verband met de omgeving, uit een oog punt van welstand aanstoot kan geven, r Burgemeester en Wethouders zijn be- voegd ten dien aanzien nadere eischen |e stellen". Een of andere vriendelijke Raad voegt fcr wel eens aan toe, dat die nadere eischen moeten betreffen: i „Vorm en samenstelling der uitwen- 'dige: dèelen en terreinafscheidingen". Vroeger liepen de Bouwverordeningen ftlleen over vaste, welbepaalde en zekere onderwerpen, als maten, samenstelling en gebruikswijze van gebouw, bouwonderdee- len en materialen, zoodat een overtreder zich van zijn misstapt wel bewust was. Maar de voorschriften worden langza merhand vager. In welke gevallen voelt een bouwer, dat zijn bouwwerk naar vorm samenstelling of welstand aanstoot geeft l Of wajineer moet hij objectief geacht wor den zulks te voelen? Worden de meeste teminenle schilders niet. tot hun wonder- schoone scheppingen bezield door bouw hallen van schuren e.d. vraagt Mr. K. J. jvan Nieukerken in „Ons Eigendom tot al gemeen genot? Als het antwoord op die vragen niet vol komen bevredigend is, dan komt 't toch twel wat hard voor, om die bouwer te straf fen voor een aanstoot gevend bouwwerk. Maar als hij wegens overtreding met kan gestraft worden, dan gold voor heim ivoor .zoo'n Welstandsbepaling feitelijk ook géén bouwvoorschrift, of liever niet voor 'de burgerij in 't algemeen; dan is met vol daan aan de woningwet, die den Raad be- VOORSCHRIFTEN Ie maken betreffende o.a. de plaatsing van gebouwen ten opzichte van den weg en han' elkander, de hoogte, enz. welke op af metingen en kwaliteiten neerkwam, waar- han; ieder zich welbewust kan zijn, of en Wartheer hij ze overtreedt. Indien geen bouwvoorshrlft wordt over- treden, dan behóórt een bouwvergunning te worden uitgereikt; want de eisch eener bouwvergunning is alleen in de wet ge bracht, om de naleving der Bouwvoor schriften te verzekeren. Als de bouw een maal onderhanden is, zijn overtredingen ©ver bouwtwijze en matenalensamenstel- ling bezwaarlijk toneer te ontdekken, ter wijl afbreken ooi een eventueele overtre ding te ontdekken, wel wat al te veel ge- ftfetar^dan is het omgekeerd evenzeer te heel gevergd, om iemand bouwplannen te latëh vervaardigen, waarvan hij evenmin Vooruit weet noch kén weten, of deze een overtreding zullen vormen dan wel of op rdeze wel of geen bouwvergunning wordt herteend. De reinste willekeur! Een 'door den schrijver aangehaald voor- Eeeld moge hier het bovenstaande verdui- ^erre'erzaanï burger wilde in Hollands Schoone landouwen voor zijn echtgenoote een echt gerieflijk landhuis bouwen, niet te groot en niet te klein, alles gelijkvloers, met parketvloeren, centrale verwarming, ielectro-apparaten en alle verdere gemakken op' een lapje boschgrond, waar zij straks haar bloemetjes zou begieten en zich koes teren in 't zonnetje. Zijn eerst ingediende bouwplan werd échter botweg geketst met de motiveering, 'dat aan de boven geciteerde Welstandsbe paling niet was voldaan, en dat afgeschei den van de op zich zelf te stellen aestheti- sche eischen, het aanzien in verband met de omgeving niet voldoende wordt geacht. Do man kon echter in die bepalingen geen öeSthetischen eisch ontdekken en wist ze ker, dat de bouwkosten van zijn bouwplan die van bekende belendende opstallen even aarden, .zoodat hij naar het Gemeentehuis toog om inlichtingen. Hij voldeed aan den raad om een ander plan in te dienen, en hierop antwoordden B. en W. dat ook dit plan hun goedkeuring nipt kon venverven: „een door ons inge wonnen advies luidt ongunstig, wijl het Architect J. G. Schneijder De Commissaris der Koningin in Zuid-Hol- Jand heeft aangewezen tot voorzitter van de Gezondheidecommiesie met zetel Sliedrecht den heer J. G. Schneyder, architect te Har- dinxveld. 'pegen het roekeloos bouwen In verhand met het in alle Fransche ste den veelvuldig voorkomende afbreken van nog goed bewoonbare huizen om er woningen van een bedenkelijke architectuur voor m de plaats te zetten, zal de minister var stitie bij het wederbijeenkomen der Kamers een amendement indienen tot wijziging der bouw- en woningwet. Daarin zal worden be paald, dat het recht om hulzen te koopen om ze af te breken en er nieuwe voor in de plaats te bouwen tot 1 Juli 1935 te Parijs eh in steden van meer dan 50.000 inwoners slechts kan worden verkregen: le. wanneer het perceel, dat men wil afbreken, onge schikt is om met twee verdiepingen te wor den verhoogd: 2e. wanneer het een perceel betreft, dat ouder dan vijftig jaar is; 3e. wanneer het een ongezond huis betreft; 4e. wanneer het een perceel betreft, dat voor openbare diensten is bestemd. Verwonderd trok hij opnieuw naar 't Stadhuis, om inlichtingen, welke eischen toch bedoeld waren; hij had er nooit een vernomen. Maar dit wist men niet, aan zijn verzoek om nadere opgave van aesthetische of architectonische eischen kon men niet •oldoen; de Provinciale Commissie behan delde deze zaak. Dus wei'd die Prov. Com missie daarop bezocht, doch deze achtte 't niet op héér weg gelegen, om voor den adspirant-bouwer een bouwplan te maken 't geheel deugde niet; 't moest er anders uitzien; ja, hoe, dat kon ze niet aangeven; dat lag niet op haar weg; zelf maar op nieuw probeeren met een plan, dat inder- lad in de omgeving paste. Echter zijn vierde teekening vond ook heil noch heul, zoodat hij het wettelijk rechtsmiddel van hooger beroep tegen de weigering van de Bouwvergunning op den Raad aanwendde, die voorgelicht door ~t. en W. geen termen aanwezig achtte, op grond van het feit, dat het bouwplan niet voldeed aan de volgens de geciteerde Welstandsbepaling gestelde eischen, op zijn beroepsschrift afwijzend beschikte. In welk opzicht het bouwplan in verband met de omgeving aanstoot zou geven of aan welke eischen van bedoelde welstandsbepa ling 't niet voldeed, dat bleef onzen grond eigenaar nog steeds ten eenenmale verbor gen. Zijn plan was zoo eoht degelijk en on pretentieus, dat 't onmogelijk iemand aan stoot kón geven. Vandaar dat hij zich wendde tot H.M. de Koningin met verzoek de afwijzende beslis singen van B. én W. en van den Raad ter plaatse te, vernietigen wegens Strijd met Wet en algemeen belang. Buiten de boven reeds vermelde argumenten beriep hij zich ook op een passage in de Memorie van Toelichting tot art. XXIII van het aanhan gige Ontwerp tot Wijziging der Woning wet, waarbij de Regeering zelve de Wel standsbepalingen in Bouwverordeningen be critiseerde met de zinsnede, dat „oogen- blikkelijk subjectief inzicht den doorslag geeft, terwijl objèctief recht eisch is". Doch ook de Kroon bleef doof, beschik kende, dat strijd met Wet of algemeen be lang haar inziens niet gelegen was in de oncterwerpelijke toepassing van een „wel standsbepaling". Zoo was de kringloop van een willekeur en rechteloosheid voltrokken. De grondeige naar zal op zijn grond precies bouwen wat de Gemeente wenscht; maar nog werd hij 'onbekend gelaten met wat zij eigenlijk wenscht. Mr. van Nieukerken wil die Welstands bepalingen naar Wet en practijk nog eens nader beschouwen. De architecten M. J. en J. van Nieukerken willen ook uitgenoodigd wojden. Ondanks de vele moeilijkheden, blijven deze architecten uit volle overtuiging de vertegenwoordigers van de richting, die 'voortbouwt op de historie. Do architecten- M. J. en J. van Nieukeiv en zeggen in een adres aan den Raad der gemeente 's Gravenhage dat de samenstelling en' keuze van de Commis- an Advies voor den Raadhuisbouw en de daarop gevolgde keuze van de architec ten die tot het maken van plannen zijn uit genoodigd, beide een eenzijdig karakter dragen, omdat enkel de z.g. moderne richting vertegenwoordigd. Dit heeft hen eensdet-rs gegriefd- omdat zij' als vertegenwoordigers van een kunstuiting, die op de historie voort bouwt, gepasseerdwerdén, maar meer nog, bezwaren van algemeenën aard bij hèri doen rijzen. Tegen de bevoorrechting van de moderne richting zou voor het algemeen belang al leen dan geen bezwaar bestaan, indien deze richting den toets der" aesthetische kritiea in den loop der jaren had doorstaan en een werkelijk voldragen en in den lande blij vend, geliefd karakter zou dragen. Doch dit is geenszins het geval, zeggen ze. De moderne bouwkunst verkeert nog in gedachten en windselen, telkens verschijnen weer nieuwe uitingen, die weer even spoe dig verdwijnen, en de vraag is zèer gewet tigd of over eenige tientallen van jaren de vervlakking, de armoede van vorm en dé tails, dikwijls aan deze richting eigen, me nigeen niet zal doen terugwenschen rijkdom van gevoel, vorm, kleur, lijn detail onzer aloude vaderlandsche, gezónde i logische kunstuitingen. Een gegrond vermoeden voor deze wachting ligt reeds i-n de felle kritiek, welke de. vertegenwoordigers van de mo derne richting noodig hebben en dan ook plegen uit te oefenen op hen. die niet aan dat modernisme mededoen, maar daaren tegen met welslagen durven streven naar modernen uitbouw van onze Nederlantr- sche historische kunstuitingen. En dit gegrond vermoeden voor die ver wachting ligt ook niet minder in de effect volle wijze, waarmede ze zichzelf of zich door hun vakorganisatie gesteund, in den vorm van Schoonheidscommissies, Advies commissies Stedebouwkundige Commis sies en allerlei andere commissies, aan 'de overheid weten te verbinden en in die officieele hoedanigheid ons en anderen het leven zuur maken, door bedillen en trach ten onze kunstuitingen onmogelijk te maken. Maar deze eenzijdigheid is niet in het be lang van de bouwkunst; zij moet zich vrij naar hot karakter der beoefenaren kunnei ontwikkelen en daarom is uitsluiting van een richting, .voortbouwend op de historie, onjuist Ondanks de vele moeilijkheden, die telkens met Schoonheidscommissies heb ben, blijven de heeren van Nieukerken uit volle overtuiging de vertegenwoordigers van de richting, die voortbouwt op de his torie en welke men smadelijk Renaissance noemt. Zij weten wel, hun kunst wordt in de kringen die thans die commissies voi fel bekritiseerd; hun grootste werk, Koloniaal Instituut, wordt doodgezwegen, of als zich de gelegenheid een enkele maal voordoet dat men vreest dat men die rich ting zou voorstaan, als schande gekwalifi ceerd. Het kan hun onverschillig laten verklaren zij- of men in die kringen ons doodzwijgt of schande roept. Het staat er zooals zoovele hunner gebouwen en het staat er als een be wijs van ernst, van eigen karakter, van ken nis. van toewijding en verzorging in zijn détails en van begrijpen wat gebouwen van onzen tijd behoeven met betrekking tot mo- (lerno eischen en moderne outillage. 1-Iet Koloniaal Instituut in al zijn zeer uit een loopende eischen is een geslaagd bouw werk, dat niet alleen de goedkeuring heeft van allen, die er in werken en gewaardeerd wordt door den opdrachtgever, maar dat tot ons volk spreekt en waarin en waaraan .,in tegenstelling tot de algemeene vervlakking, die hoogtij viert en aan ons volk in het alge meen vreemd blijft en men niets aan ontdekt telkens nieuwe détails worden opgemerkt. Hun kunstuitingen hebben dan ook l„„ naar het uiterlijk- èn naar het innerlijk voor komen èn naar hun technische-, praktisohe- en gebruikswaarde, waar het niet minder op aankomt, volkomen den toets van onbevoor oordeelde kritiek doorstaan. En zij meenen tevens aan de grootte onzer bouwwerken, waarvan wij behalve het Koloniaal Instituut o.a. de Ned. Handel Maatschappij, alle te Den Haag, het kasteel Hoevelaken, enz., dan ook recht te mogen ontleenen hun kunst uitingen bij de keuze der uitgenoodigde Ar chitecten vertegenwoordigd te zien. En daarop dringen wij te meer aan daar jze kunst in den lande en in den vreemde, minstens- zoo niet meer sympathie heeft dan de zoo gepropagaarde moderne kunst, mod'T nisme waaraan maar al te vaak, indeeling constructie, licht en luchttoetreding worden verwrongen of opgeofferd aan de uitwendige vóringeving. Het komt hun voor, dat het ln elk geval ten krachtigste aanbeveling verdient, dat straks bij de uiteindelijke keuze van bouwplan, ernstig en deugdelijk vergelijkings materiaal aan de Overheid en het publiek ten dienste staan, opdat de keuze op het inderdaad mooiste en technisch beste plan valle en niet bij voorbaat worde gericht op een richting, welke nog niet tot stijl van onzen tijd is uitgegroeid. Zij verzoeken den Raad daarom wel te wil len bevorderen, dat ook tot hen, behooren- de tot erkend bekwame scheppers van groote gebouwen van onzen tijd, wel een uit- noodiging worde gericht. /""'ongres voor Monumentenzorg en Heemschut te Keulen In de groote congreszaal van het Stede lijk tentoonstellingsgebouw te Keulen-Dcutz zijn ongeveer 300 monumentenverzorgers en kunsthistorici bijeengekomen. Een belangrijke lezing werd gehouden door prof. Bonatz uit Stuttgart over „Stadte- bautische Fragen der Domumgebung und gesaltung der Rheinfront der Altstadt", een referaat met als kern een voorstel tot ver bouwing va nhet Zuidelijke Domplein en wan het -Koorterras. Prof. Richard Klopteck opende de bespre kingen met een historisch overzicht van de vrijlegging van den Dom en de verande ringen van zijn omgeving, waarin hij zich in hoofdzaak zeer met de plannen van prof. Bonatz ingenomen toonde, vooral wat dè hervorming van het stadsfront aan den Rijn betreft Geheel anders dacht hierover de burge meester van Keulen, dr. Adenauer, wiens gloedrijk betoog de grootste aandacht der vergadéring had. In hoofdzaak was hij het ééns met de voorstellen van prof. Bonatz, maar hij wilde zich niet al te positief uit- .sprekn, om te voorkomen, dat speculanten vait zijn woorden partij zouden trekken. De hervorming van het stadskwartier tusschen Dom en Neumarkt moest volgens één afge rond Iplan worden doorgevoerd. Zeer ver heugend was het, dit hoofd van het bestuur van een der grooste Duitsche steden te hoo- ren verklaren, dat met het woord „verkeer" in onze dagen „grober Mumpitz" wordt uit gericht Burgemeester Adenauer verklaarde, geen aanbidder van den modernen afgod „Verkeer" te zijn. Keulen en de straten van het oude Keulen vooral waren er niet al leen voor de auto en zoolang het in zijn macht stond zou hij verhoeden, dat schoon heid het eenige van wezenlijke waarde zijner stad zou worden opgeofferd aan de auto. Hij achtte goederen van hooger beteekenis te bewaken in het belang van Keulen en ook van het ovex-ige Duitschland. En toen de voorzitter van het congres, ge heimraad prof. dr. Paul Clemen, hierbij op merkte, dat de moloch Verkeer en zijn monster de Auto hun rechten toch zouden opeischen, en voorspelde, dat over 25 jaar wellicht geheel het zuidelijk Domplein on- derkelderd of ondertun-neld zou zijn-voor autoverkeer en parkeerplaatsen, antwoord de burgemeester Adenauer, dat de politie hem reeds had voorgesteld, van het zuide lijk Domplein een parkeerplaats te maken, maar dat hij dit voorstel kort en goed had afgeslagen. De auto's aldus de burgemees tér, behooren niet thuis in onze oude binnen steden. Hoe meer men den automobilist geeft, des te meer gaat hij eischen; steeds bfeedere straten, steeds meer paiikeerplaat- sen. Het gemeentebestuur vaö Keulen beoogt het verkeer van de oude stad af te leiden. Voor,een doorbraak of voor het verbroe den van straten der oude stad bleek de bur gemeester niets te voelen. In de nieuwe stadsdeelen konden parkeerterreinen wor den ontworpen: voor de menschen van dé zen tijd is het zeer noodig en gezond, af en toe nog eens eenige minuten te moeten loopen. „Laten wij ons met de grootste kracht verzetten tegen het autoverkeer, en zelfs niet bang zijn voor overdrijving, want wees er van verzekerd: de automobilisten, die zullen nooit bescheiden zijn!" Aldus besloot burgemeester Adenauer zijn in spanning aangehooi'd en levendig toege juicht betoog. Arbiters kunnen aan groote vakkennis een te kort aan rechtskennis paren. Beter één vaste commissie. In de bouwbedrijven wordt zeer te-1 reaht geijverd voor een ruime toepasse lijkheid van arbitrage in bouwkwesties. en beslissing van arbiters, die niet aan de „doode wet" gebonden zijn, maar als goede mannen naar billijkheid heslissen, en die daarenboven vakkunidigen zijn, is naar alge meene opvatting wel het Summum van goede rechtspraak. Maar hjer schuilt een GEVAARLIJKE ADDER in het gras, n.l. het gevaar, dat de arbiters aan groote vakkennis een tekort aan rechts kennis paren en zoodoende groot nadeel be rokkenen aan de pai*tij, welke zij in het ge lijk willen stellen. Men leze onderstaande ware geschiedenis zooals we deze aantroffen in het Centraal blad: Een woningbouwvereniging had den bouw van een aantal woningen aanbesteed aan een combinatie van aannemers, die voor dit doel een coöperatieve vereeniging had opgericht. Ofschoon het een belangrijk werk betrof, beging zij bij de begrooting van haar inschrijf cijfer een vergissing, welke dit be drag bijna 20 mille te laag maakte. Geen nood, op deze aanbesteding waren de A.V.V. der drie vereen, toepasselijk verklaard on dus vroeg men arbitrage aan bij den Raad van Arbitrage voor de Bouwbedrijven in Nederland. De A.A.V. geven immers in 54 aan aan* besteder en aannemer het recht om alle ge schillen, welke ook (daaronder begrepen die, welke slechts een der partijen als zoo danig beschouwt), aan arbitrage te onder werpen. Voor arbiters vorderde zij bedoeld bedrag bij wijze van schadevergoeding. Arbiters gingen als goede mannen te werk; zij von den, dat de billijkheid aan de zijde der com binatie van aannemers was en wezen een bindend advies tot toewijzing der vordering Aanbesteedster weigerde echter te betalen, weshalve de combinatie van de aannemers aan dc Rechtbank veroordeeling vroeg van de vereeniging tot nakoming van het bin dend advies, dus tot betaling van 20 mille. Ook hier hadden zij succes. Maar toen de aanbesteedster van dit von nis in hooger beroep kwam, bleek het Hof van een andere meening te zijn. De z.g. „schadevergoeding" aldus zijn arrest is in 't wezen der zaak niet anders dan een verhooging der aanneemsom. Aanbesteed ster heeft niets onrechtmatigs gedaan, zij heeft de eombinatic van aannemers geen schade berokkend; er is dus sprake van schadevergoeding. In werkelijkheid hebben Arbiters de som, waarvoor het werk was aanbesteed, verbeterd door deze te verhoo- gen met een bedrag, dat daarin bij vergis sing was weggelaten. Welnu, al leest men 55 der A.A.V. nóg zoo ruim, in geen geval valt hieronder een gesohil over de hoegroot heid der aanneemsom. Dit bedrag staat immers bij de aanbe steding rotsvast, het is een zóó essentieel deel der overeenkomst, dat daarover geen gesohil denkbaar is. De opvatting der arbi ters omtrent htm bevoegdheid is ook on juist, waar hun taak niet kan zijn, te tornen aan hetgeen partijen uitdrukkelijk over eenkwamen. Zij zijn immers aan de over eenkomst gebonden, evenzeer als de partijen het zijn. Het vonnis der Rechtbank werd dus ver nietigd en het advies onvci-bindend ver- klaaid. De combinatie van aannemers of liever haar curator, want zij was met dat al gefailleerd bleef met den schadepost zitten en moest daai'enboven de kosten van de arbitrage en van de procedure in twee instanties dragen. Met het gunstige advies hebben arbiters haar een slechten dienst be wezen. Bij arbitragebepalingen vergete men toch niet, dat het heel 'mooi klinkt, indien een bestek aan de partijen verbiedt, geschillen bij den gewonen rechter aan te brengen. Maar men kan den rechter nu eenmaal niet voorbijgaan. De wet bepaalt, dat een zi arbitraal vonnis op een tiental gronden kan worden bestreden voor den rechter, terwijl men zich bij een bindend advies voor de Rechtbank kan beklagen, dat het onbillijk of niet redelijk is. Zeer zelden zal een roch ter de arbitei's afvallen, indien deze op zui ver technisch gebied zijn gebleven. Maar -daarbuiten schroomt hij niet de beslissing te vernietigen, indien zij onjuist is. Noodzakelijk is, dat behoudens bij zui vere technische geschillen een ervaren jurist deel uitmaakt van iedere arbitrage commissie. Het systeem van den Raad van Arbitrage voor dc Bouwbedrijven om de commissies te vormen met een of drie des kundigen, die uit 45 heeren gekozen wor den, is onjuist Dc juridische secretaris kan zooals dit arrest leert geen onjuiste be slissingen voorkomen. Terecht bepaalt do geschillenregeling der nieuwe A.V., dat als regel een jurist lid is van iedere commissie. Nog beter is één vaste commissie, die ajle bouwkundige geschillen behandelt, -waarborgt niet slechts deskundigheid, n daarenboven eenheid van beslissingen snel reoht TE KOOP te BERGSCHENHOEK 2 WOONHUIZEN voor geldbelegging of zelfbe- woning. 3500.p. st Te bevragen bij P. BREUGEM, Bergschen- hoek. Bouwkundig Bureau C. Henri van lngen R'dam, VUetstr. Sb. Tel. 117S8 Verzorging van In- en Exterieur, Hinderwet, Drank wet enz. Alles tot het vak behoorend De beste Houtbeschermer voor Binnen-en Buitenwerk Wijnhaven 48 - Rotterdam Telefoon 51287-51283 Telegr.-adr.Tesoleer-WIJnheven Lees geïlL beschr. In „De Bouw wereld, In- en Extérieur17bijblad van „De Rotterdammer".d.d. 29 Juli 1929. en vraagt Inlichtingen. UW ADRES .oor Uw DRUKWERKEN Drukkerij LIBERTAS GOUDSCHE SINGEL 105 ROTTERDAM Telof. 2495-2496-2497-2493 voorTriplexplaten I Een goed adres: Jac.P.v.d.Berg s FIJNHOUTHANDEL I Ridderstraat 9-15 Weenapleln 7-8 Telefoon 41490 1 ROTTERDAM Gezond klimaat Prachtige natuur. Comfort als In stad. Prima Onderwijs. Lage belasting, Plm.100 Trelnaansl.dagei. I Modern ingericht, met riant uitzicht en gratis Radio Apparaat met luidspreker. Gelegen moolsto gedeelte Zwaanshalskado 26 t-m. 33. Huurprijzen: vanaf f 7.25 tot I 9.— per week. Bevragen: ROTTERDAM I Woningbureau Zwaanshalskade No. 32a I voor ZELFBEWONING of GELDBELEGGING VRIJE BENEDEN- en BOVENHUIZEN aan de VAN HOYTEMA- en WEISSENBRUCHSTR. (bij Benoordenhoutschenweg) te DEN HAAG. Tevens2 HEERENHUIZEN metGarages en Kelder. Bevragen op het werk en bij GESTEL A ANKUM Graaf Florisstraat 60a, Rotterdam, Telefoon 34'32' TE KOOP solied gebouwde Heerenhuizen op Zandgrond en zonder Erfpacht, onder architeciuur van ALB. VAN ESSEN, Den Burghsfraat 3-5-7-9, Voorburg. Bev.6 Kamers, Keuken, 2 W.C.'s, Badk. en fl. Zolder. Boschrijke omgeving. Vrije wandeling in de nabij gelegen rarken Arenfsburg en Hoekenburg. Goede txamverbinding met Den Haag. Te bevragen: Op het werk en Koninginnelaan 48 - Telefoon 78147 en 54785 TE HUUR te Rotterdam Gedempte Slaak 91 2de <ta_, i <o— p. mud. Gedempte Slaak 93 iste étage f 42.50 p.mnd. Schiedamscheweg 179 ïste étage 147.50p.mnd. Schiedamsche weg 179-'de étage f45.-p.mnd. Schiedamscheweg 95 Oranjestraat 44, benedenhuis met pakhuis, ook af- Gverschie zonderlijk te huur f 7.50 p. week B waar men „houvast" aan heeft m en welke meer waarde heeft dan U Effectenbezit. U aanbouw U I WflClll zijnde huizen jj (11 portiekhuizen, w,o. 3 winkels en jj een onder- en bovenhuis, aan de Schenkkade hoek Van der B Wijckstraat te 's-Gravenhage, U dicht bij het Station Laan van Nieuw S Oost-Indie. |H Te bevragen: op het werk, Telefoon 70619. N.V. „DE VLIETEN", Tomatenstraat 53, Tel. 38982. W. O. SCHNETZ, Nieboerwcg 231, Tel. 38057. 111 Uw IDEAAI een WONING met Kom nn deze week eens kijken aan de GOEVERNEURLAAN en VAN ZEGGELENLAAN te 's-Gravenhage met zijn moderne Winkel- en Woonhuizen (4 of 6 kamers, met volledig ingerichte badkamer). Maximum comfort GOEVERNEURLAAN 626 TELEFOON 19118 'S-GRAVENHAGE Schitterend villa's en boschterrein tegen zeer lage prijzn. Vraagt ini STRAATW.41, HILLEGERSBERQ.T.40465 OOK IN VERSCHILLENDE STADSDEELEN WONINGEN TE HUUR te Capelle a.d. Yssel en te Hlllegersberg, van f 5.— tot 12.— per M*. op voordeelfge voorwaarden. Te bevragen: Q VERWAAL, HaVenSt^t 126, S.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 11