T;
XÜgt
PU ROL
TWEEDE KAMER
Uit de Pers.
Radio Nieuws.
Uit Oost-Indië
HAAR GEHEIM
ZATERDAG 18 OCTOBER 1930
DERDE BLAD PAG 9'
DE ZUIDERZEESTEUNWET
DE MINISTER KOMT AAN DE
WENS CHEN VAN DE KAMER
TEGEMOET
DE VLOOTVOORSTELLEN
OVERZICHT
De Min. van Waterstaat had reeds Don-
'derdag goeden wil getoond om aan zijn
critici tegemoet te komen.
Eigener beweging, zullen we maar zeggen
was hij gekomen met een bepaling, dat rege
len zullen worden gesteld voor de instelling
van plaatselijke Commissies van deskundi
gen, die aan de Generale Commissie zullen
hebben te adviseeren. Ook het met redenen
omkleeden van afwijzende beschikkingen
was 'n concessie van de zijde des ministers
In de cardinale kwestie had. de minister
'oveneens zijn houding gewijzigd. Niet alleen
dat hij de leeftijdsgrens, waarop levens
lange tegemoetkoming mogelijk zal zijn,
terugbracht van 65 op 60 jaar waar
door een amendement der commissie van
rapporteurs kon vervallen, maar hij wil
de nu ook bepalen, dat met waardevermin
dering rekening moet worden gehouden, bij
het toekennen vam tegemoetkomingen en toe-
Xnt achtte mr. Heemskerk nog niet vol
doende. Want, zoo zei hij, bij wat de Min.
als „tegenzet" biedt, geldt als conditie, dat
de liquidatie van het oude bedrijf moeilijk
heden moet veroorzaken en dat er moet
zijn verplaatsing of vervorming van het
bedrijf, dan wel de inrichting van een
mieuiw bedrijf. In 's ministers bepaling zag de
heer Heemskerk iets zoo van self sprekends
dat het eigenlijk overbodig moest worden
geacht om het in de wet neer te schrijven
Hij bleef daarom aandringen op tegemoet
koming wegens waardevermindering, ook
wanneer liquidatie mogelijk is zonder re-
geeringshulp.
De Min. bleef er aanvankelijk bezwaar
tegen maken en nog sterker tegen het amen
dement-Duys, dat volledige schadeuitkee-
ring wenschte.
Van de eisch, dat aangetoond worde, dat
men.op 25 Juli 1918 eigenaar was van schip
en (óf) bedrijfsmiddelen, verwachtte de Mi
nister groote moeilijkheden bij de uitvoering
verwachtte de Min. groote moeilijkheden.
Zal de toenmalige eigenaar altijd zijn vast
te stellen en is het rechtvaardig, dat hij
die een schip erfde vóór den fatalen ter
mijn, een tegemoetkoming krijgt, in tegen
stelling met dengene, wiens eigendom door
overlijden van den vorigen eigenaar led
later ontstond?
Er zat wel iets in. En daarom was het
Van den Min. verstandig om die gelegen
heid te openen de zaak nog eens te bezien
Het nader overleg met de Commissie" van
.Rapporteurs hepft blij lebaar plaats gehad.1
Want vanmorgen verraste de Min- de
Kamer met een nieuwe nota van wijzigingen
.van den, volgenden inhoud:
1. In art. III vervalt in de voorgestelde
Todactie van het tweede lid van art. 6: „al
dan niet als gevolg van waardeverminde
ring". De toevoeging bij art. III van een
.vierde lid aan art. 6 Vervalt.
2. Na art. III wordt ingevoegd een nieuw
artikel lila luidende: Na art. 6 wordt inge
voegd een nieuw artikel 6a van den navol
genden inhoud: „Bij algeaneene maatregel
van bestuur worden voorschriften vastge
steld omtrent de tegemoetkoming wegens
waarvermindering van eigendommen als
gevolg van de afsluiting van de Zuiderzee-"
3. In art. VI vervalt in de redactie van
het eerste lid van art. 13 „bij de vaststel
linguit eigen arbeid".
Niet de wet zelf zou dus voorschriften
bevatten omtrent de toekenning van tege
moetkoming wegens waardevermindering
maar ze zouden worden opgenomen in een
algemeenen maatregel van bestuur.
De Min. hield wel vol, dat hij niet ver
anderd was, maar mr. Heemskerk, die zich
in heel dit debat de parlementariër van
groote ervaring en h'ooge allure toonde, stel
de met korte woorden in het licht, dat het
systeem omtrent de waardevermindering
thans gewijzigd werd naar den wensch der
Kamer.
Om zeker te gaan vroeg hij den Min. nog
een categorisch antwoord op de vraag of
schadevergoeding gegeven zal worden, on
afhankelijk van hulp bij bedrijfsveranderin-
gen of liquidatie.
Zonder eenige reserve luidde 's Min. ant
woord bevestigend. Toen konden de amen
dementen worden ingetrokken. De Kamer
had haar wensch verkregen en de visschers
waren er mee gebaat
Parlementaire strategie had gezegevierd
over departementale zucht om in de oude
lijn te blijven voortgaan.
Het was een mooi succes, dat de Minister
aan de Kamer had moeten toestaan. De
Kaïperleden waren edelmoedig genoeg om
den Min. er mee geluk te wenschen.
A.s. Dinsdag heeft de eindstemming over
het wetsontwerp plaats. Aanneming met al-
gemeene stemmen op die der communis
ten na mag worden verwacht.
Anderhall uur heeft de Kamer nog
,de Vlootvooistellen besteed. De soc.-dem
Brautigam heeft daarvan vijf kwartier lang
met geweldige stemverheffing de wijsheid
der ontwapenaars staan verkondigen. Er
was geen enkel nieuw argumentje bij en
alles was reeds vele malen weerlegd. We
zullen dat niet opnieuw trachten te doen.
In twintig minuten had de' heer v. Rap
pard het standpunt van den Vrijheidsbond
uiteengezet. Duidelijk deed hij uitkomen,
welke verplichtingen onze positie in het
verre Oosten ons oplegt. Het geraas over
de verhoogde uitgaven werd als fabel ten
toon gesteld. Technisch stelde de heer van
Rappard zich omtrent den nieuwen kruiser
geen partij. We doen wat we kunnen voor
het beschikbare geld. Het beste is in dit
geval om den verantwoordelijken Min. te
volgen.
Dinsdag wordt de slag voortgezet.
VERSLAG
De Kamer zette de behandeling van het
wetsontwerp tot wijziging van de Zuider-
zeesteunwet voort.
De M in. v. Waterstaat lichtte een
nieuwe nota van wijziging toe. Hij moest
zich ook op practische gronden verzetten
tegen het voorstel van de commissie van
rapporteurs.
Het stelsel van het ontwerp moest, meen
de hij, volkomen gehandhaafd blijven. Hij
kon niet toegeven een wijziging te brengen
in het stelsel van de wei Het gaat er om
"enige wijziging aan te brengen om de toe
passing van de wet zoo soepel mogelijk te
maken. Uit dit alles vloeit voort, dat op
deze wet nooit een beroep zal kunnen wor
den gedaan door hen, die meenen in ge
lijke omstandigheden als de Zuiderzcevis-
schers te verkeeren. Hier mag geen prece
dent worden geschapen. De nota van wijzi
ging strekt er toe, dat omtrent de tege
moetkoming wegens waardevermindering
van eigendommen als gevolg van de afslui
ting van de Zuiderzee bij algemeenen maat
regel van bestuurvoorschriften worden
vastgesteld. Deze wijziging is in een afzon
derlijk artikel opgenomen en uit de andere
artikelen kan wat daarin omtrent waarde
vermindering staat, vervallen.
De heer Duys (s.d.) ontkent, dat de wij-
ziging van den Min. een blijven bij het
oude stelsel is. Het aanvaarden van de
waardevermindering is een verandering van
stelsel, waarin ook de Min. nu meegaat.
Maar omdat het niet erg van harte gaat, is
het van belang om te weten hoe de toekom-
stige regeling er zal uitzien, althans in
algemeene trekken. Kan de Min. daarom
iets bevredigends mededeelcn, dan wilde de
heer Duvs zijn amendement wel intrekken.
De heer Heemskerk (a.r.) wees er op,
dat de gewijzigde omstandigheden een prin
cipieele reden vormen om tegemoetkoming
voor waardevermindering meer naar voren
te brengen.
Aan den Min. werd gevraagd of de tege
moetkoming wegens waardevermindering on
afhankelijk zal zijn van 't vragen om hulp
voor de pogingen om ander werk te vinden
en van de moeilijkheden bij de gedwongen
liquidatie van het bedrijf. Antwoordt de
Min. daarop bevredigend, dan is de vrede
eeteekenrl.
De heer Oud (v.d.) zou het liefst de
regelen voor tegemoetkoming in een wet
vastleggen. Maar dat zou vertraging geven
Als de Min. nu de hoofdregelen maar even
wil aangeven, dan kan de zaak afloopen.'
De heer Kersten (s.g.) was ongerust
of de Regeering maar niet op uitstel van
de kwestie uit was. Immers de Min. zcide,
dat hij niet van standpunt veranderd is.
Zullen allen recht op tegemoetkoming heb
ben, ook al zijn ze niet behoeftig?
De heer de Visser (comm.) kwam er
tegen op, dat een belangrijke materie aan
de zeggenschap der Kamer wordt ont
trokken.
Dr. Schokking (c.h.) wil volkomen
klaarheid over de beteekenis van de Regee-
ringswijziging. Zij is vrucht van overleg
met de Comm. van Rapporteurs en daarom
mogen we aannemen, dat de wijziging po
sitieve beteekenis heeft.
Die beteekenis is in overeenstemming met
de strekking van het amendement der
Comm. v. Rapporteurs, tegen de redactie
waarvan misschien wl enkele gerechtvaar
digde bedenkingen konden worden gemaakt
De heer Braat (plattel.) wilde alle
schade vergoed zien.
De Min. v. Waterstaat achtte wette
lijke regeling der materie onpractisch. Een
wet ware te stroef voor deze zaak.
De ex-kenrjng van het element van de
waardevermindering zat al in de wet: art.
6, derde lid. Daarom kan de Min. zeggen
niet van standpunt te zijn gewijzigd.
Omtrent het principe van de toekomstige
regeling wilde de Minister gaarne de vragen
van Mr. Heemskerk categorisch met „ja"
beantwoorden. Het is inderdaad de bedoeling
om afgescheiden van de poging om anderen
arbeid te krijgen en afgescheiden van liqui
datie moeilijkheden, imperatief een tegemoet
koming wegens waardevermindering te
Dit antwoord achtte de Min. beter dan
te treden in subjectieve opvattingen, gelijk
de heer Duys wenschte.
De heer Duymaer v. Twist trok nu
namens de Comm. v. Rapporteurs haar
amendement in. Ook Ihet amendement-Duys
werd ingetrokken.
De heer Kersten "(s.g.) vroeg voor een
speciaal geval, met het oog op de erfgena
men, een toezegging .van den Min.
De heer De Visser (comm.) constateer
de, dat Van al de druktemakerij van Duys
niets is terecht gekomen. Zijn amendement
trok hij gaarne in. Er wordt spel gespeeld
De Min. v. Waterstaat gaf den heer
Kersten ten antwoord, dat zijn vraag moet
worden beantwoord bij den algemeenen maat
regel van bestuur. (Groote vroolijkheïd).
Het nieuwe regeeringsartikel werd daarna
met 91 tegen 2 stemmen aangenomen.
Tegen de beide communisten.
Verworpen werd het van den vorigen
dag overgebleven amendement De V i s s er
om op 55-jarigen leeftijd een uitkeering
voor het leven toe te kennen
voor het leven toe te kennen, met 86 tegen
5 stemmen: met de beide communisten
stemden mee de heeren Braat en Floris Vos
en bij vergissing de heer Marchant.
Aan de orde was daarna een amende-
ment-Duys om de rente van voorschotten
te bepalen op ten hoogste 4 pCt.
Een amendement-D e Visser (comm.)
om rentelooze credieten te kunnen verlee-
nen, werd niet ondersteund en bleef dus
buiten behandeling.
De heer Duymaer v. Twist (a.r.)
zag in het amendement-Duys bezwaren met
het oog op de Zuiderzeecredietwet en di
langen termijn waarvoor hij de credieten
wil vérleenen. Hij spreekt nl. van terugbe
taling in 30 termijnen. Voor ouderen zou
't bezwaarlijk worden om crediet te krijgen
De M in. v. W a t e r st a a t achtte do
regeeringsregeling voordeeliger voor de ere
dietnemers. Het minimum is daarin 3 pCt.
Alle loopende credietoverecnkomsten zul-
DE OCEAANVLUCHT VAN BYRD EN CONNOR
INGEZONDEN MEDEDEELING
Ook de Oostecsche vrouw weet
dat Purol de huid gaaf en gezond
maakt en bovendien fluweelzacht.
len worden herzien in den zin van het re-
geeringsvoorstel.
Het amendement-Duys werd ontraden.
Verwerping volgde met 6-1 tegen 2S
stemmen; die van de soc.-dem., de commu
nisten en den heer Floris Vos. Mej. Meyer
stemde bij vergissing voor.
Het laatste amendement-D uys verviel
door deze stemming eveneens.
Op voorstel van den Voorzitter werd
besloten een tweede lezing te houden en
wel a.s. Dinsdag bij den aanvang der ver
gadering.
Min. Reymer werd bij voorbaat door ver
schillende leden reeds gelukgewenscht.
Aan de orde was daarna de verhooging
van do Defensiebegrooting, waarin de be
kende
Vlootvoorstellen
zijn opgenomen.
De spreektijd werd bepaald op 5 kwartier
Een voorstel-D e Visser om onbeperkten
spreektijd toe te staan, werd met onder
steund.
De Minister van Defensie was echter nog
niet present.
De heer K edel aar (S. D.) wilde daar
om naar huis gaan.
Onderwijl kwam de Minister echter bin
nen en werd met gejuich begroet.
Het woord was daarna aan den heer
Brautigam (S.D.)
Hij gewaagde met stemverheffing van
ontsteltenis bij het Nederlandsche Volk
over de bouwplannen van den Minister,
vooral bij hen, die op ontwapeningsstand
punt staan.
Hij ging de opvattingen omtrent onze
maritieme defensie na en herinnerde aan
liet gebéurde met de verworpen Vlootwet.
Wanneer de Kamer nu gelden voor het
nieuwe plan toestaat, is er een zekere ver
plichting om dat volgende jaren ook te doen.
Wie geld geeft voor den kruiser, zal moreel
verplicht zijn, ook gelden toe te staan voor
de jagers en de onderzeebooten.
Daarna hield de heer Brautigam finan
cieele beschouwingen. Hij meende, dat voor
de instandhouding van de vloot jaarlijks
voor bijna 12 millioen zal moeten worden
besteed. Tusschen 1940 en 1944 zal door
ouderdom der schepen dit bedrag nog
hoogd worden. Als wij nu die vloot heb
ben, wat moet die vloot dan wel uitvoeren?
De oliehavens, die men wil verdedigen, zijn
veel beter te beschermen door een mijnen
veld, wordt dit ontwerp wet, dan zullen
we drie Kruisers hebben, die echter vrijwel
geen gevechtswaarde hebben. De Java en
Sumatra hebben nu reeds hun gevechts
waarde verloren. De minister wil als hoofd
wapen dan ook hebben de onderzeebooten.
Deze zijn echter van weinig beteekenis voor
de Kustverdediging blijkens de meening
van de maritieme conferentie te Londen.
Ze zijn alleen geschikt om jacht te ma
ken op koopvaardijschepen. De Regeering
deed beter op afschaffing van de duikboot,
met haar slechte huisvesting voor de be
manning, aan te sturen. Al wat we aan een
vloot doen is geldverspilling.
Nederland zal het best doen de oorlogs
vloot af te schaffen en een politievloot in te
stellen, die veiliger en goedkooper is. Met
75 Millioen doen we dan een heeleboel.
Van eenzijdige nationale ontwapening
wilde de heer v. Rappard (Lib.) niet
weten. Ons land voert een vredespolitiek en
wenschen voor de defensie slechts. dat-
We hebben een positie te handhaven en
belangen te verdedigen, die ons niet toe
staan onze defensie te verwaarloozen.
Minister Lambooy's plannen voor de
vloot liepen niet verder clan 1920. Minister
Deckers moest dus met voorstellen komen
om den achterstand van vroegere jaren in
te halen.
Er is thans groot verschil met de Vloot
wet van 1923. Dat verschil betreft het ma
terieel en de destijds gewcnschte steunpun
ten. Daarvan is thans geen sprake.
In 1923 wenschte men wettelijke rege
ling; thans behoeft de Kamer zich niet voor
een lange reeks van jaren te binden.
Van verhooging van militaire lasten is in
de laatste jaren geen sprake. Het gaat er
thans om om onze vloot met haar defensieve
doelstelling op de meest economische wijze
op peil te houden.
Dat is noodig voor wie let op wat rond
om den Pacific omgaat. Vast staat voorts
dat we wel nimmer in een militair con
flict alleen zullen staan.
De militaire eischen zijn tot een minimum
teruggebracht.
In de komende 10 jaar zal voor nieuwen
aanbouw minder worden gevraagd dan in
de verleden 10 jaar.
De voorgestelde kruiser blijft binnen ons
financieel vermogen. De heer v. Rappard
meende, dat in de technische toerusting ei
van de verantwoordelijke minister moet
worden gevolgd.
Niemand had meer lust te spreken, zoo
dat de voorzitter te ruim half 5 de vergade
ring verdaagde tot Dinsdag.
WAAROM KOOPT MEN DIEN
ROMMEL?
Over dit opschrift schrijft de „Provinciale
Geldersche en Nijmeegsche Courant":
Gisteravond vonden wij in de bladen
het bericht, dat in Delfzijl deze week per
schip uit Rusland 2.300.000 K.G. koren
aangevoerd is. Indien landgenooten dit
koopen, voeren zij een misdadig bedrijf
uit en behooren zij gesignaleerd te wor
den. Deze verkoopen van Russisch-graan
zijn immers geen reëel handelsbedrijf.
Het geldt hier geen normalen invoer van
buitenlandsche producten. Russen zelf
de door de Sovjets uitgebuite en tot
den bedelslaf gebrachte bevolkirfg van
de groote steden, maar ook de boerenbe
volking hebben aan dit voedsel zelve
de grootste behoefte. Het is haar door de
Russische bazen ontnomen, ten einde
daarmede-door dumping moeilijkheden
en troebelen als hèt kan, in andere lan
den te veroorzaken.
Het is geen toevalligheid, dat dit graan
in Delfzijl gelost wordt. De Russische
knechten, De Visser en Wijnkoop, die in
het. Nederlandsche parlement zijn toege
laten en geduld worden, zullen Moskou
wel zorgvuldig op de hoogte gebracht
hebben van den toestand in onze land-
bouw-provincie Groningen, waar de graan
producenten thans in de moeilijkheid zit
ten. Zij zien geen kans in dezen tijd hun
landbouwproducten tegen loonenden prijs
te plaatsen. Dumping met Russische
graanaanvoeren moet de situatie ten
zeerste verergeren en doet gevaar voor
moeilijkheden en conflicten op de ar
beidsmarkt ontstaan. Dit is wat de bols
jewistische machtliebbers begeeren: ster
ke crisis in elk ander land en gelegenheid
tot revolutioneering van de arbeiders
massa.
Wie de Russische dumping-artikelen
koopt, bevordert de moeilijkheden voor
eigen land in sterke mate en verschaft
den vijand geld voor kruit en lood, tegen
eigen landgenooten te gebruiken. Toch
moeten er dezulken zijn, die ons volksbe
staan en volksgeluk ondergraven.
Wie zijn zij? Het Nederlandsche volk
heeft het recht te weten, wie in onzen tijd
den Judas spelen voor een handvol zil
verlingen.
Uit het Sociale Leven»
BEDRIJFSSLAPTE
Made aan 3(8 werklieden tegen do
/oigenae week ontslag aangezegd.
Hierdoor *al het aantal werklieden
;ot 313 3llr|cen.
CHR. BOUWVAKARBEIDERS
o, dan misschien i
Zoo had b.v. de Ned. Chr. Bouwarbeli
bond over het derde kwartaal een groei
LSS leden. Oj> 1 October J.l. was daarmee
Utrertób°zUn Najaa
king der Jaarverslagen van secretaris en pen
ningmeester, vermeldt de agenda o.a. ook, dat
de heer G. Baas van Amsterdam oen rede zal
houden over: ltoeping, taak en doel der Chr
Vakbeweging.
October, het orgaan van de Voreenigii
Christelijke Kantoor- on Handelsbedienden, lo-
plants van twee keer, thans driemaal pe.
Dit kan ook van beteekenis zUn met hot
oog op de winterpropaganda. Men zal zich her-
zlch als Ideaal
S518 op 1 Juli tot 3617 op 1 Octo-
inst dus van 09 leden In het derde
en 3 3 Votum en Zegengroet. 4 Schriftlezing-
Joh 12-20—26 en Opc-nb. 11:5—10. 5. Gebed.
Zingen: Gezang 3:1. 2. I en 5 Prediking
tar aanleiding van Joh. 12 23. S. Zingen: Ge-
,ng 50:3 en 4. 9. Dankgebed. 10. Zingen: Go
ng 267 1 cn 3. 11. Zegen. 12. Orgelspel.
N.C.R.V. 5.50 u. Kerkdienst vanuit de hvang.
Luth. Kerk te Weesp Voorganger: Ds. K. n.
illlen. Ev. Luth. Pred. alduar. Organist- de
ir H. W. van Klaveien. 1. Orgelspel. 2. Zln-
i: Gezang 12 1 en 2. 2. Votum en Zegen-
Ie. 4. Gebed. 5. Lezen: 1 Tim. 1. 6. Zingen: Ge-
ig 173 1 en 6. 7. Eerste gedeelte der predi
king over 1 Tim. 1 13a. 8. Zingen: Gezang 121
en 3. -
'rgrelsi
0uit den Liederenbundel.
iltgegeven door het Ned. Luth. Genootschap
oor In- en Uitwendige Zending.
MAANDAG 20 OCTOBER
HUIZEN. (1875 M.). N.C.R.V. 8.15 Tijdsein,
15—3.30 Morgeneonc-rt. 10.30 Tijdse'" *A
lej. J.
12.30 Tijd-
„„„.poneert vanuit de
Luth. Kerk i
dam, doi WÊÊ
Zwart. 1.30—5.30 Ultzei
rgadering^ ter gelegenheid
2.30—1.30 90e
1
irgvval te Amsterdam, door den orgel
het 50-jarig
Amsterdam. 1. Orgelspel. 2. Ri
vail Prof. Dr. H. H. Kuyper. 3. Promotie lot
eere-doctor van de heeren- H. Colijn te Den
Haag. Ds. D. Bakker te Santpoort. Ds. J. C. Rull-
garije. 4. Zingen. 5. Orgelspel. S.SO'Tljdsein. 5.30
—6.30 Conceit: mevr. J. Hekkertv. Epnsden,
sopraan: H. Hermann, viool; mej. Annie de Rid
der, plano. 6.30—7 Spreker: de heer W. J. van
Schelven, te Zierikzee. Onderwerp: „Wal
S9.30 Uitzending van den Kerkavond. 1
den door het Comité van Amaterdamacho Zon
dagsscholen in het Kerkgebouw der Herat. Ev.
Luth. Gemeente aan den Kloveniersburgwal te
Amsterdam, ter herdenking van het 150-jarig
bestaan^der Zondagsschool. Sprekers: Dr. M. J.
Muzikale medewerking verleenen: Een koor van
600 Zondagsschoolleerlingen, Do heer Jan Zwart,
orgelist der kerk. 9.309.40 Persberichten. 9.40
11 Concert, te geven door het Clir. Fanfare
corps „Patrimonium" te Amsterdam, o. 1. v. W.
de Groot. 1111.30 Gramofoonmuziek.
HILVERSUM. (Vóór 6 uur 298 M., nA 6 uur
Comité
Ds. C. J.
10.— Morgen
wijding. V.A.R.A. 10.15 Voordracht. 10.30 Zieken-
uurtje. 11.30 Concert. 12.— Concert. 1.45 Rust
poos. 2.15 Orgelspel. 2.45 Frans Hullei
werk. 3.30 Concert. 4.3(
rem 5.-
cert. 6.
:ert. 7.31
rt. 10.45 Per
«wartaal. Op 1 Januari kan
röfer van 3700 zfln bereikt,
iempo wordt aangehouden.
AUTOONGEVAL.
(BATAVIA) 17 Oct (Aneta). Drie mili
tairen, die gisteravond in een taxi reden op
den Tandjong-Priokweg zijn verongelukt,
doordat de chauffeur zijn stuur kwijt raak
te en ten slotte tegen een boom botste. Alle
inzittenden inclusief de chauffeur werden
zwaar gewond.
VOLKSRAADVERKIEZINGEN.
BATAVIA, 16 Oct (Aneta). De Verceni-
ging van Ambtenaren bij het Binnen-
landsch Bestuur stelde candidaat voor den
Volksraad: dr. E. J. Burger, controleur ia
Boven Langkat; mr. H. C. Hartevelt, assis
tent-resident van Malang, dr. W. J. Beek,
assistent-resident van Deli en Serdang.
Heden zijn alle candidatcnlijsten in ge-
BATAVIA. IC Oct. (Aneta). De Raad voor
de Scheepvaart Heeft uitgesproken, dat de
hoofdmachinis'. van het s.s. Tjikandi der
Java China Japan Lijn (dat bij het eiland
Changka aan den grond liep) in verschil
lende opzienten was tekort geschoten. De
Raad ontnam hem deswege voor veertien da
gen zijn bevoegdheid als hoofdmachinist en
veroordeelde hem in de kosten. De gezag
voerder gaat geheel vrij uit.
CONTRABEZOEK G.G. AAN INDO-CHINA
EN SI AM
BATAVIA. 16 Oct. (Aneta). De Gouver
neur-Generaal zal zich 24 dezer tc Tandjong
Priok inschepen op den gouvernementv
stoomer Zuiderkruis, voor zijn reis naar
Indo-China en Siani.
oont Uw (rouw
aanons blad ook door de
ezerskringuiliebreiden
FEUILLETON
(is
Toen gebeurde er iets vreemds. Mary
O'Neil keek naar Tiny Tim, greep naar den
poet van een ledikant cn werd zoo wit als
haar schort.
„Teddy!" riep ze, „Teddy!"
Toen keerde ze ziioh om en rende de zaal
uit
.„Wat scheelt haar?" vroeg de kleine jon
gen verwonderd.
Juni schudde haar hoofd. „Ik weel het
niet. Zij noemde jou Teddy; Ik ben nieuws
gierig
Later op den dag ontmoette zij Mary
O'Neil in de gang. „Jun.i," zeilde deze „ik
zou je graag wat vragen. Ik begrijp, dat je
nieuwsgierig bent meer te weten. Denk niet
dat ik gek ben of wat andere maar Juni, o,
asjeblieft, vraag me niets, althans niet de
eerete paar dagen!"
Het was eohiter pas den volgenden na
middag dat ze zelf het bureau binnenstoof.
„Juni," zei ze, en er was nieuwe blijdschap
in haar stem en haar oogen fonkelden als
sterren; „Juni, ik heb hem gevonden. Teddy
mijn kleine verloren baby. Dat is Tiny Tim,
boven, Juni!"
En dan kwam er de heele droeve geschie
denis uit. „Het was naidat George gestorven
was, mijn man, weet je," zei Mary O'Neil
langzaam. „Ik had het toen vreesedijk arm,
want on6 geld was langzamerhand geheel
verslonden door George's ziekte. Ik denk
da.t hij ten laatste van zorg en kommer is
gestorven, ofschoon ze het tuberculoze
noemden, zorg cn kommer over wat er van
ons kleinen Teddy en mij terecht zou
komen als hij was heengegaan. En het
was heel moeilijk om werk te krijgen, met
een baby."
Mary O'Neil streek met haar handpalmen
zacht over haar oogen, als om de opgewekte
herinnering uit te wiesdhen. „Ten slotte
bracht ik kleinen Teddy naar het „Kinder
huis." Ik bleef staan kijken op een verbor
gen plekje, totdat ze hem naar binnen haal
den. Ikik maakte plannen om hard te
werken cn hem later terug te halen, cn toen
trok ik er op uit om werk te zoeken Je
zult. je misschien herinneren, dat er eens
brand is geweest in het Kinderhuis, en dat
er toen vier kinderen verbrand zijn en alle
aanteekeniingen en inlichtingen. Ze hebben
Teddy nooit kunnen vinden, maar een moe
de'' geeft, dunkt me, de hoop nooit op. Ik
althans niet. En toen stierf er eon oude
oc|i van me, die me wat geld naliet. Het
scheen de ironie va.n het noodlot te zijn,
dat het te laat kwam voor Teddy. Ik volgde
nu een cursus in Verpleging en had me voor
genomen, als ik mijn diploma had, naar
kinderhuizen en weeshuizen te gaan, om
Tedidy te zoeken. Daarom kwam ik hier, en
nualle blijdschap weerkaatste in haar
oogen, „en nu is hij hier ook! Sedert giste
renmorgen heib ik allerlei nasporingen ge
daan. Er is geen twijfel mogelijk. O, alsof
ik mij zou kunnen vergissen!"
„Mijn beste Mary, Qiet os bijna bijna als
een sprookje, is 't niet?"
„Ja, is 't zoo niet?" antwoordde Mary
O'Neil, met diien nieuwen, blijden lach in
haar oogen. „En nu Juni, ga ik naar boven,
naar de ziekenzaal. Ik kan het bijna niet
meer dragen dat ik hem niet zie!"
Boven bespraken de jongens Juni's aan
slaand vertrek. David had juist verteld dat
hij met juffrouw Joslyn mee naar huis
niooh't.
„Dait is nou wel heel erg prettig voor jou,"
zoo vertolkte Apenootjes stem het algemeen
gevoelen, „maar waarom pikte ze jou juist
uit? Waarom mij niet?"
„Of mij?" vroeg Tom fier; „daon had ze
Muggs meteen gehad!"
„Of mij?" echode Alex.
„Wel," zei Aardappel, met weer dticn nieu
wen toon van nadenken in zijn stem, „het
zal misschien wezen omdat David een beetje
kleiner lijkt clan wij. Hij i6 nog een héél
kleine jongen, weet je!"
F.n zoo was het Aardappel, die de eerete
heftige jaloerechheid wegnam uit de harten
van alle jongcn6 over Davids „geluk".
Maar het was een treurig troepje dat Jund
on David goedendag wuifde, don laatsten
dag van Januari. Iedere jongen had een ge
voel alsof er dien dag met de heele wereld
iets heel ernstigs niet in orde was. Natuur
lijk ging ze maar voor een week weg, maar
in de oogen'van de ongelukkige kinderen
vertegenwoordigt een week een oneindige
tijdsduur.
Juni voelde een brok in haar keel schie
ten, terwijl ze het groepje vaarwel wuifde.
„Dag, dag!" riepen ze. „Ik kom gauw terug,
eerlijk hoor!"
„Nu, en als ze dèt zegt, doet ze het ook,"
troostte Aardappel hen allemaal „want
wat ze wil, dat doet ze!"
Heel die reis naar huis had Juni pret in
de groote, verwonderde oogen van David.
Ilij had nooit eerder in den trein gezeten.
Het scheen dat hij zich eens in een goede
renwagen verstopt had, maar men had hem
gesnapt, „vóórda.t er nog beweging in
kwam." Maar nu, zittend op een met groen
pluche bekleede bank, zijn boenen recht
voor zich uitgestrekt, verzonk David in een
bewonderend stilzwijgen. Maar het was o
7.00 duidieijk dait lichte huiveringen van
blijdschap en opwinding bij zijn smal rugje
op en neer kropen, telkens ais de locomo
tief floot, telkens als de trein knareend tot
stilstand kwam, of als hij puffend en bla
zend, maar licht en vlug door de wijduit-
gestrekte landen stoof, waar liior en daar
een boerderij stond, die met het heele land
schap scheen weg te draaien.
„Waar is het nu allemaal?" vroeg hij ten
laatste. „Waar is het?"
„Wal, David?"
„Ai die huizen, cn winkels en dingen?"
Juni trok hem met een moederlijk gevoel
naar zich toe. „Dit i6 nu het open veld," zei
ze. „Dit zijn landerijen en daar zijn geen
huizen en straten en winkels, en zulke din
gen."
Eens, op een tusschenstation, ging de
trein even achteruit, en David ba ret te plot
seling in tranen uit. „Wat is er?" vroeg
Juni ongerust,
„We gaan terug," snikte hij. „We gaan
terug, cn we zullen er nooit komen. O, kijk
toch, we gaan terug!"
Maar de lach straalde opnieuw uit Da-
vide oogen, toon Juni hem snel verzekerde,
dat ze werkelijk alleen maar een eindje
terug gingen om te beter weer vooruit ie
kunnen stuiven,
HOOFDSTUK VIII.
„De onbekende soldaat."
Ze stonden allen op het perron, toen bet
bekende Cherryvale-slationnetje in zicht
kwam ook Ted en Dora. „Voor on6 naar
huis gekomen!" riepen ze Juni toe in jeug
dig egoïsme; Nan, en Susan, die kleinen Da
vid strak aankeek cn zei: „llallo!" ton hoog
sle verbaasd bij Davids prompt antwoord:
„Hallo jijzelf!" Mollie, diie Juni omhelsde
met al haar oude hartstochtelijkheid. „O,
Juni,' zei ze, „zou jij ook niet willen gaan
trouwen?"
Juni vond zichzelf in eens te midden van
heel den stroom van vroolijkheid en rumoer
en veranderingen, die een bruiloft mee
brengt.
„Ik kan het wezenlijk haast nöet geloo-
ven," bekende ze aan Nan. „Ted en Dora
wel. ze schijnen me nog zoo belachelijk
jong."
„Mij ook," zei Nan langzaam. „Maar ik
veronderstel dat dit de typische zienswijze
is van alle oudere zustere. Ted verdient ge
noeg om hen beiden te onderhouden, en
Dom is een aardig klein ding!"
„Enze zijn zoo zicthbaar verliefd op
el ka ar 1"
„O, wat dat betreft," antwoordde Nan
lachend, „dit is in orde!"
Als Juni vond dat de drukte en het kleine
stadsleven thuis heel wat verschilde van dat
in het Weeshuis, die paar eerstvolgende da
gen, het was niets in vergelijking met wat
kleine David ondervond.
Om mee te beginnen, da.t geheele huise
lijke leven was niieuw en vreemd voor hem.
Hij had zelfs nooit te voren geweten, dat er
meneohen ware© als deze, menschep die
met „scherp" spraken, (het was zijn eigen
woord), die lachten en praatten en sch-• t-
sten met elkander aan wondervolle, bijna
ongelooflijke maaltijden.
En dat meisje, Susan genaamd. David be
sliste, dat zij „fijn" was! Hij had nooit ce*
neten, dat kleine meisjes zoo aardig' kon
den zijn! Ze nam hem mee, om samen een
nabij gelegen heuvel af te glijden, leerde
hem te krabbelen op een paar schaalden,
d>ie ze van oom Ted had weten los te krij
gen; „omdat je nu gaat trouwen en eeen
schaatsen meer noodig hebt!' had ze tegen
hem gezegd. Ze nam David mee naar de
drogisterij en kocht er ongekende lekker
nijen. Kn ze beloofde hemtM-orcriltjk. dat,
als hij in den zomer tei'UjFfcwnm, ze h m
zou leeren paardrijden. Maar Da vul ver
slikte zich juist cn stikte bijna in een
zuurtje, toen ze dat zei
Bijgevolg zag Juni weinig van David.
„Gaat het goed?" vroeg ze lachend om
den glans in zijn oogen en do kleur op r.mi
wangen.
..O. juffrouw Joslyn," gnuifde hij, ..hel a
zoo fijn. Denk eens aan ik heb nooit eerder,"
vrijmoedig herinnerde hij er aan „ik
heb nooit eerder met een me'sje gespetld!"
En de Zondag was voor David n >g
grooter verrassingen. Allen ginmn V mor
gens naar de kerk. Hij drong zich hi el Itcht
tegen Juni aan. Heel vaak kwam het over
hem, alsof hij vroeger ook eens op een plan's
als deze was geweest waar ergens wi„t
hij niet rustig, cn schemerig en mooi. rn-t
kleine plekjes rood en groen en goud van
de veneters op den grijzen steenen grond.
(Wordt vervolgd.) J