E
Kinderen
HANDWERKEN
VOOR DE VROUW, Na. 39
VRIJDAG 17 OCTOBER 1930
I DAMES!
§p Iaat Uw wasch vakkundig
§H behandelen in
1 Stoomwasschefij „01 ZWAAN"
Lieve Verschuierstr. 53"-b
g Tel. 36429 Rotterdam
m MEVROUW.
STOOMWASSCHERIJ „DE BIJ"
Onnoordschistr 13. ROTTERDAM, Tilil. IC938
Heb jij daar wel een Diergaarde?
Ik ben weer eens voor enkele dagen in de
groote oude stad gelogeerd, nog steeds een
nieuwtje voor het heele stel kleuters dat
daar woont.
Als ik dan ook op een middag de deur
uitstap, zijn er dadelijk twee kerels de groo-
ten, die zich opwerpen als gezelschap, en
ieder aan een kant schuiven.
Als Moeder goed vindt zeg t, en ja,
moeder vindt goed.
Vlug wordt de heele bezending wagens,
een trek-, een rol- en een kruiwagen, met
een vliegende Hollander erbij, door de vier
jongenshand]'ees naar binnen geloodst en
daar gaan wij, met ons drieën.
Rechts de een, die me den heelen tijd stijf
aan den arm houdt, als was hij bang, mij
of zichzelf? te verliezen; aan den an
deren kant de oudste, een boom van een
vent van juist zeven heele jaren, die al pra
tend en spelend gedurig het trottoir af en op
springt.
Nu ben je 'al zoo groot zei ik tegen
hem dat je nu wel eens bij me zou kun
nen logeeren zonder moeder
Mag i k dan ook mee? i k ook?
Vraagt de ander.
Dat zou wel kunnen, twee jongens bij el
kaar dat is leuk, en we hebben ruimte ge
noeg om er te spelen, een tuin* waar je eikels
en b.eukenootjes kan zoeken, de eikels pluk
je bij mij zoo maar van de boom af.
Dan verwaardigt de oudste zich tot een
informatie; hij vraagt:
Heb jij daar ook een diergaarde?
Vaar je nou woont?
Ja zeker! zeg ik vlot want mijn sy
steem is: nooit voor kinderen onderdoen
eelfs niet inhet opscheppen.
O
Daar is hij dan even stil op en gaat weer
[verder met zijn spel.
Ik mag nou ook?, ik ben ;nog nooit mee
geweest! pleit de jongste van de twee nu,
die praats genoeg heeft bij zijn kleuter
broertjes, maar zich altijd klein weet bij de
oudste.
Die oudste begint zich te gaan voelen.
Met zijn losse loden regenjas in het rond
Zwierend, terwijl hij den trottoirband nog
steeds op en af springt, en ik hem telkens
móet waarschuwen, op de stoep te blijven,
omdat de auto's langs ons heen snorren,
heeft hij (wie beweert er nog, dat kinderen
geen twee dingen tegelijk kunnen doen?)
driekwart van zijn aandacht bij zijn spel,
zijn nieuwste en dus grootste schat. Het is
een pas gevonden, lange kronkelende draad
geel breikatoen, die hij aan één punt vast-
- houdt en met heen en weer schuivende be
wegingen achter zich aan laat springen
over de straattegels.
Die draad is werkelijk op 't oogenblik zijn
heerlijkste bezit, voor hem de grootste
schat ter wereld. Daarvoor heeft hij daar
net zijn wagens en die van zijn broertjes
in één veeg opzij geschoven, ja, als wij niet
hadden toegekeken, geloof ik, dat hij ze wel
veggesoliopt kon hebben
Waar we nu komen is het druk, ook
op de trottoirs. Kijk een beetje toe, dat
je draad niet voor de voeten van den men-
sohen springt, dat is vervelend, en het staat
zoo lomp, waarschuw ik hem; en, in het-
zelfde oogenblik laat hij de punt juist glip
pen én kijkt er verder niet meer naar om.
Jongen, zeg ik, je hebt 'm losgelaten,
je bent je draad kwijt.
Verwonderd kijkt hij me aan, schokt dan
weer met een trotsoh-onversohiliig gebaar
zijn schouders naar voren, wat kan hem
die draad nog langer schelen! die heeft af
gedaan! Dat je een draad, die al over de
straat geslierd heeft nog zou kunnen opwin
den, en in je zak steken, komt geen moment
bij hem op. Zulke dingen vindt hij „bah!"
Zijn geest jaagt wat grooters na!
Heb jij daar ook een strand en zee?
iyraagt hij me.
Daar moet ik wel op zwijgen.
Het kippenhok van m'n buren, dat met
©en gaasafscheiding aan mijn tuin grenst,
(er is zelfs een gat in dat gaas gemaakt, om
ook van onzen kant kippenheerlijkheden in
de ren te kunnen gooien) was in mijn fan
tasie nog wel uit te dijen tot een diergaarde,
temeer omdat er ook nog wel eens een poes
van overburen en een hond van-den-amde-
ren-kantnnóAst, soms even in mijn tuin ver
blijf komen houden, een indringerij waar ik
(onder ons) niets mee opheb, maar die ik
zou uitbuiten tervville van mijn kleine
Vrienden.
Doch niets, absoluut niets, ïs er op
hoogen drogen zandgrond, waarin geen re
genplas (zelfs in zomer 1930) ook rr
hal ven dag wil blijven staan, waar ik, zelfs
met kinderfantasie, een zee zou kunnen
maken.
Er is een heel groote badkamer, zeg ik
waar het in regenen kan weet je wel, en
daar mag je dan schepen in laten varen,
dan laten we 't heel vol loopen, en dan kan
er wel een sleep van zeven booten in varen,
die m&ék ik dan wel voor je
Dat vindt hij, geloof ik, maar matig
iets van vroeger jaren, toen hij nog klein
was, en niet zooals nu, juist verhoogd naar
een tweede klas.
En zooals je dat soms bij oogenblikken
overvallen kan: héél sterk voel ik op dit
moment, hoe hórd kleine jongens die je niet
zoo dikwijls ziet, kunnen groeien, hoe héél
.vlug ze groot worden.
Och besluit ik dan maar, je vacantia is
ïiu toch al om, en je bent al aan het strand
geweest, we zullen een volgend jaar wel
eens zien.
En dan mag ik ook, hè? ik ook tante?
pleit de ander weer.
Zeker, als moeder dat goed vindtwie
weet, misschien jij wel alleen, stel ik hem
genist. Want d&t zie ik wel: aan dézen is
meer eer te behalen. En tenslotte, als het er
op aan komt, blijven we allemaal vrouwen,
dat wil zeggen: we geven o zoo graag en
zoo veel en zoo gretig, zonder ook maar iets
terug te vragen dam alleen: maar dat dan
ook liefst altijd een beetje waardeering.
Op eens als ze zien, dat we bij het hoek
huis met het bordes zijn aangeland, sprin
gen ze de stoepen op, trekken om beurt aan
de bel, en juichen: hier is het, we zijn bij
Binnen schuiven ze heel gauw met de
kinderen mee naar de speelkamer, waar da
delijk de kastjes uitgehaald worden, en ben
Snoevertje.
ik ze voor het volgende halfuur heelemaal
Zoo denken we. Maar na een kwartier
komt een stil ventje uit de drukke jongens
troep vandaan de zitkamer binnen en gaat
in een hoekje zitten en kijkt met zijn groote
gevoelige oogen maar stil me aan.
Was het niet prettig in de speelkamer,
of ben je liever hier? vraagt Oom goedig.
Hij knikt maar stil, en gaat dan in eer
hoekje van de erker naar buiten zitten kij
Ik doe maar of ik niets zie, maar begrijp
het wel. Hij is weer door het drukke troep
je van allemaal-grooter jongens, en vooral
door zijn eigen flinke broer, die dadelijk
over het speelgoed van anderen weet te ba
zen of het 't zijne is, een beetje opzij
geschoven.
Ze bedoelen het volstrekt niet zoo, de groo
teren die alles alleen weten en alles zelf
willen hebben en willen doen, en die zoo'n
jong broekje van vijf jaar daar niet bij ge
bruiken kunnenmaar hij voelt het zoo.
Als hij 't maar een beetje minder voelde,
zou hij zich misschien beter kunnen verzet-
Lieve vent we kunnen je hierin niet helpen,
we zouden je verwennen met onze hulp en
later zou je dan nog minder je kunnen ver
weren dam nu. Je zult al vróeg moeten lee-
ren en wennen dat d i t het leven is hier op
deze zakelijke wereld: een dringen en wrin
gen soms, een rpepen en schreeuwen vaak,
om er een plaats te krijgen en te houden.
En wie te zwak of te fijn is, om zooiets te
doen, wie zich te spoedig laat overbluffen
of verdringen, zelfs al gaat het om een
rechtmatig verkregen positie, een goede be
trekking, een lieve, sympathie, wie zichzelf
niet weet te handhaven, niet durft of wil
of kan strijden voor zijn recht, die wacht
het deel: er tusschenuit geschoven te wor
den en in een hoekje zichzelf te gaan zitten
beklagen of het aan anderen over te laten
op te komen voor het recht van den ver
drukte.
Nee, daar moeten we nu niet veel aan
doen, niets dan een beetje vergoelijken op
dat er geen haat groeit, wat troost geven
en zeggen, liefst toon en, dat wij wel
waardeering hebben en wèl begrijpen. Maar
in het strijdperk zelf, al is dat nog maar
kinderspel het laten aankomen op de
eigen krachten, zoodat ze ten minste nog
een kams hebben te leeren, zichzelf een
beetje te handhaven hun recht te verdedi
gen. Want pioniers worden het natuurlijk
nooit. Maar dat kunnen er gelukkig ook
maar enkelen zijn.
De andere soort die zich niet tevreden
stelt met een enkel: mag ik bij je komen?
maar je vraagt, of je wel een diergaar
de hebt en een zee met strand, dat zijn de
genen die meestal de voordeeligste num
mers trekken in de loterij des levens.
En 't gekste zegt later zijn moeder, als
ik haar 't gesprekje oververtel: 't gekste is,
dat hij nog nooit een diergaarde gezien
heeft. Maar vorige week heeft tante A. de
twee een middag meegenomen naar een
speeltuin, daar hebben ze wat beesten ge
zien, en toen zijn ze gaan praten over de
diergaarde, dat is nu weer zijn grootste ver
langen voor 't oogenblik en speelt hem steeds
door 't hoofd. En in de vacantie ben ik met
de jongens naar zee geweest en heb hem
daar toen nog een week alleen bij tante B
laten achterblijven. Je begrijpt: aan het
strand vond hij het leuk.
En ging dat wel goed, jullie dacht toch.
dat hij nog niet alleen zou kunnen?
Ja, 't ging best zeiden ze, hij heeft nooit
gehuild of eenig heimwee getoond vertelden
ze, maar toen ik hem teruggehaald had zei
hij, nog vóór we in huis waren: Moeder 't
was wel leuk, maar 's avonds niet, dan
moest ik altijd huilen in bed omdat ze alle
maal weg waren, en U ook en ik d'r zoo al-
Maar ze hebben het nooit gezien hoor moe
der, heusch niet, ze wéten niet, dat ik
wel 's heb gehuild.
Missohien toch wel goed voor 'm waag
ik.
Zeker! Hij moet er maar vroeg door. Zijn
vader werd nog om het heimwee terugge
bracht toen hij al tien was en voor 't eerst
alleen uit logeeren ging. Zooiets is toch ook
niet ideaal. Maar nu is het goed dat er
eerst weer een jaartje overheen gaat. Want
vooreerst moet 'r hem nu niet worden ge
praat over weer 's alleen uitgaan. Zonder
voor de eigenlijke reden uit te komen, doet
hij maar net of 't 'm niet schelen kan, maar
tegen mij zegt hij: ik blijf tóch maar liever
thuis.
Och dappere kleine vent. die zooveel wil
en zooveel durft, en soms zoo'n grove kleine
opschepper lijkt in je hart ben je al even
week en zacht als de rest, wie weet: mis
schien nog kwetsbaarder, en dat je daar
om instinctmatig je zoo harnast.
Het leven zal ook jou wel leeren, we zul
len je die paar wapenen, die je zoo van
dienst kunnen zijn later, dus maar niet
misgunnen, en ons niet ergeren aan je op
schepperij die niet eens echt is. En het vol
strekt niet „gek" vinden, als je aldoor bluft
over de huizen die je later bouwen, de auto's
die je koopen zal
Want ik geloof, als het op je mannen
kracht gaat aankomen, je met al je zelfbe
wustheid en je grootspraak toch wellicht
meer zal doen, om een zwakken broeder te
helpen, dan menigeen die, slap en versla
gen, door het leven zich laat leiden en door
anderen moet worden gesteund, zichzelf ver
terend in zelfbeklag, ooit voor den naas
te zal kunnen doen.
Gelukkig: zóó is de ander toch ook
niet de vasthoudende, die me nu onderde-
hand al laat beloven, dat hij een volgende
keer mee mag.
Jullie allebei, die nu reeds went om door
de drukke volte je een weg te zoeken en een
plaatsje te houden, wat zal je veel
leeren dat je later te pas kan komen in het
groote-menschenleven. Wat heb je, als groot-
gezins-kinderen machtig veel voor, boven
vele eenzame kasplantjes. C.
GROOTE HU1SHOUDSCHORTEN
Op de vraag naar een groot, practisch
huishoudschort, (ook hiervan hebben we
roeger reeds een groote verscheidenheid
gegeven) nemen we nu ook nog wat nieuwe
afbeeldingen op.
Het eerste plaatje toont een schort, wel
groot en de japonrok goed bedekkend, maar
toch zonder mouwen, wat velen prefereeren
om het gemakkelijker wasschen, strijken en
aan-en-uit-doen. Wanneer men dan mors
mouwen draagt, of japonnen zonder mouwen
is men evenzeer gedekt tegen morsen als
met de groote mouwschorten.
Het rokgedeelte werd hier klokkend ge
knipt, maar men kan natuurlijk ook wer
volstaan 'met een paar geeren. wat altijd
voordeeliger knipt, tenminste als men stor
beeft die recht en averrecht eender is.
Patroon van het bovenstuk kan men het
best zelf teekenen naar een japon, of door
het uit krantenpapier te knippen en aan het
lijf passend, op maat bij te knippen.
Iets anders, veel meer uniform en ook veel
meer gedekt, en voor degenen die zelf veel
aan de buitendeur komen- en licht kouvatten
op de luchtpijpen, die menschen, die haast
den heelen winter loopen te hoesten, zeer
aan te bevelen is het volgende model dat
men kan knippen naar een eigen japon. Het
luit van onder tot boven met een rij knoo-
pen en knoopsgaten, natuurlijk is, wanneer
men meer dan een van deze schorten maakt
ook hier toe te passen het systeem van een
losse knoopen- of knoopgatenband.
Het boord is ook open-liggend te dragen,
maar doet men op, als er een japon met
laag vest onder zit.
Weer iets heel anders, meest voor jonge
huisvrouwtjes- die niet graag zoo streng ge
kleed gaan, en toch geen goede japon met
lekken willen hebben, is het hieronder af
geheelde japonmodelletje, dat men maakt
van goed-waschbafe stof (tobralco bijv.). Hei
sluit aan den linkerkant van het losse witte
vest.
KLEUTERJURKJES
Een lief jurkje voor een klein kleutertje
heeft het kindje op ons plaatje aan.
Het model is eenvoudig genoeg, maar hel
bewerkelijke is de uitgeschulpte en gefeston
neerde (of afgebiesde) onderrand.
In de schulpen van dien rand komt een
lief borduurpatroontje dat met niet al te
kleine steekjes wordt gewerkt.
eneens voor
Een ander meisjesjurkje, ev
den leeftijd van ongeveer een jaar geeft
het tweede plaatje te zien. Hier wordt in
het voorpand van boven twee ronde knippen
gegeven- waardoor een glad stuk ontstaat,
dat middenvoor doorloopt. Het gedeelte on
der de knippen wort veel breeder genomen
i J*-.
0 0
WAT ONS MISSCHIEN TE
WACHTEN STAAT
Ik ben een hoopvol mensch, 'n optimiste,
dat weet iedereen, die me kent of me
leest (wat nog niet hetzelfde is) en daar
om schrijf ik in dit opschrift het woord
..misschien" er nog bij.
Want waarlijk: ik hoop en verwacht, dat
het met ons niet meer zoo ver zal komen,
als we hooren van de kleedingellende van
een vroeger geslacht, waarover één, die
het zelf meegemaakt heeft in het maand
blad der huisvrouwen vereen, schrijft.
Mocht het werkelijk dreigen zoo'n vaart
te loopen als ons daar geschilderd wordt,
dan neem ik me voor, mèt m'n lezeressen
(wie doet er mee?) een kamp, een veld
tocht te gaan beginnen tegen de sleep-
rok. Zooveel strijdlust is er nog wel in ons
over.
We lezen dan:
„Toen ik gister, terwijl het stortregende
naar buiten keek, werden mijn gedachten
30 jaar teruggevoerd. Ik dacht: „Och, och,
als de jongere dames, die nu weer met ge
noegen japonnen beginnen te dragen met
flippen, die van achteren of van voren op
den grond raken, eens wisten, dat dit de
voorbode is van een vreeselijke mode waar
tegen iedere flinke vrouw moet vechten
door er niet aan mee te doen. Vraag eens
aan alle dames van 50 jaar en ouder wat
een ellende zij er van ondervonden hebben.
Wij wisten toen niet beter. liet hoorde
zoo en hoe men ook als sportief meisje er
tegen pruttelde, als men 18 jaar was, moest
men in de lange rokken.
Komt men nu met vuil weer thuis met
vuile schoenen en een paar bespatte kou
sen, toen kwam men thuis met schoenen
van onder tot boven onder de modder. De
lange japonrok en de lange onderrok had
den het slik van de straat op de schoe
nen gesmeerd en we moesten minstens een
half uur borstelen om de rok weer schoon
te krijgen. Ik zie me nog loopen: een hoed
op die ondanks de spelden die er door
zaten, nog telkens scheef op 't hoofd stond,
een japon, die met één hand of twee han
den moest worden opgehouden, een para
pluis en dan nog een tasch. Daarom zeg ik
nog eens: laten we niet teruggaan tot de
lange rokken, maar trachten te behouden,
wat een jaar geleden werd voorgeschreven
niet al te korte rok. We kunnen ons dan
gemakkelijk blijven bewegen in huis, op
straat, op reis. We jagen met onze klee
ding de bacteriën niet omhoog en brengen
het vuil van de straat niet mee in huis."
We zouden bij de bovengenoemde ellende
nog willen herinneren aan de doorgestoo-
ten stootkanten, die altijd weer moesten
worden bijgehouden. Hoe zou een moderne
vrouw er den tijd voor vinden?
Amandel-sandwicK
Jen half theekopje gehakte dadels vermen-
i met evenveel gehakte (gepelde) amnnde-
een kwart kopje slagroom.en een mespunt
t. Dit mengsel uitstrijken op dunne sneedjes
Kerry-ananas-sandwich
ïanas in heel kleine stukjes snhden.
-oomkaas en wat kerry vermengen
i beetje poedersuiker.
desgewenscht,
Ei-en-sinaasappel-sandwich
Twee| hardgekookte eieren flin wrijven en
met een eetlepel room en een eetlepel boter
tot een papje mengen. Daarbij voegt men
eenige eetlepels suiker en de geraspte schil van
een sinaasappel. Desgewenscht wat sap van den
sinaasappel er bijvoegen en het mengsel uit
strijken op stukjes wittebrood zonder korstt
SOEP VOORAF
Vele hulsvrouwen beschouwen nog altüd het
„soep vooraf als een zekere overbodigheid, ecu
luxe, die men om de kosten zoowel als om de
moeite zich slechts permlteert als er iets fees
telijks aan de hand is. Op z(Ju hoogst ajleen
:oo heel veel
ulmschouts opw
-einlge moejte c
i zijn huisgenootei
gezondheid (niet de
laaitöd, i
ornaat net^ begin n
groenten
etlust, dus de
het deze vcr-
?tlger verloopt,
xlen tcgelök in
soep Is Iets
heid. de fijne smaak en de gemakkelijke ver
houden.
„enairie stemming, die dit alles
ngt. zoowel als door do lichte gekruid-
et bordje soep opwek-
op den eetlust. Het is
ïrkomen. dat Ik als toe-
Bij dit alles moet dan ook nog niet verge
ten worden, vvut vooral geldt voor menechea
met heel weinig eetlust of zwakke mageni
dat ook in de soep zelf nog vele goede voe
dend. Maar dat zijn de rilst, fermecellie. ook
soms erwten- en boonenpuré (hoewel men deze
soort soep als regel niet voor „vooraf ge
bruikt), groenten en soms ook vleesch. Juist
in de soep meegekookt xjn deze stoffen zeer
dat het op-
Op het stukje en langs den onderrand
werkt men nog een siersteekje, zooals op de
detailteekening nader is uitgewerkt.
Het bestaat uit festonsteken, lange en korh 1
naast elkaar op eenigen afstand van elkander
Als tweede rij wordt boven de korte feston 1
steken een knoopsteekje en boven de lang»;
een kettingsteek gewerkt. Natuurlijk kan
dit randje in twee of drie kleuren worden
geborduurd.
soep voor den maaltÜd
nog: de duurte.
>n.~ Alleen wil"ik
betrekkelijk is.
Dat dit bezwaar
gemakkelijk aan te tooi
ier nog als terloops op wuzen. aat er icgen-
oordlg in den handel soepen verkrijgbaar
;:in In tablelvorm. waar menig huisvrouw met
I enkele toevoegingen wel smaJceltlko soep van
I weet tc bereiden. Maar ook wie dezo niet
•otjei
'JONGENSPAKJE
Een heel aardig pakje voor een kleutertje
en zoo gemakkelijk te maken uit een paar
kleine lapjes, die men wel eens van het
een of ander over heeft.
Het blousje wordt gemaakt uit wit (katoen
linnen of flanel, alles kan dienen) en krijgt
een kraagje, manchetjes en als het er nog
af kan ook een sluitreep van dezelfde
stof, waaruit men het broekje maakt.
De mouwtjes kunnen half of driekwart
genomen worden- het broekje wordt opge
knoopt en krijgt was lussen van smalle dub-
belgestikte biezen, waardoor men een cein
tuurtje trekt van de peau de suede.
Natuurlijk zijn ook andere kleurcombina
ties mogelijk en kan men, als men méér
effen- en minder fantasie stof heeft, de bij
voeging omkeeren, maar zal natuurlijk een
effen broekje bij voorkeur niet van wit, maar
van donkerder stof nemen.
Ook uit effen en gewerkt fluweel zal dit
pakje bijzonder lief worden- als men toch
nieuwe stof ervoor koopen wil.
SANDWICHES
De earl of Sandwich heeft waarschijnlijk
nooit vermoed, dat zijn naam, nog zooveel
jarén na zün dood, „in aller mond" zou zijn.
Deze edele heer was zoo verdiept in z|jn bezig
heden. dat ht) zich den tijd niet gunde, op nor
male manier zijn lunch te gebruiken. Zijn roast-
beef nam hij tusschen twee sneden brood. Het
schUnt hem uitstekend gesmaakt te hebben en
zün manier van lunchen heeft navolging ge
vonden over de heele wereld.
Overal worden sandwiches gegeten, maar
Engeland blijft toonaangevend op dit gebied-
Er bestaan zoo ontzettend veel soorten sand
wiches. dat er heele kookboeken mee gevuld
ïljen. komt r
lijk -
■etba;
^at CvoorB dit
doel gebruikt kan worden.
Van Engeland is het idee uitgegaan, sand
wiches te maken van driehoekig gesneden
stukjes wittebrood, ontdaan van de korst. De
meeat populaire vulling was altijd koud vleesch
of de een of andere salade. Tegenwpordlg wor
den hondorden vleesch-, vlsch- en groentesoor
ten in sandwiches verwerkt.
Op blina geen enkel gebied kan do hulsvrc
zün bü ons te lande nog altijd de „zoete"
Wiches, die met succes het stuk gebak bü de
mlddagtheo vervangen. VVU laten hier eenige
nieuwe Engelsche recepten volgen:
Oostersche sandroich
Een ons roomkaas met twaalf ontpitte, fün-
gehakte geoonfüte dadels en een Ietsje zout tot
deeg kneden. Met dit mengsel stukjes witte
brood besmeren, er gehakte
i tweede stukje brood.
Water bederft
mooie stoffen
meestal krimpt het
goed of wordt slap.
Van dit alles heeft U
Llnola vervangt „che
misch laten wasschen"
het gaat veel vlugger
en daar U het zelf
doet Is het veel goed-
kooper.
LinolA
VERMETTEN Co.
SCHIEDAM, LANGE HAVEN 99
De kragen van Jassen en mantels kan mea
schoon maken op de volgende wllze: los In een
kopje water vier koffleïepeltjes ammoniak op
dit ls een voldoende hoeveelheid per lcrang.
Doop hierin een nagelborstel en borstel do
kraag af. Wacht eenige oogenblikken. dat de
stof goed met het vocht doordrenkt is en
neemt de ammoniak er af door met een nutte
spons de plek te betten zonder evenwel sterk
te wrüven. Biurt het water bü het ultknüpcn
van de spon3 helder, dan veegt en den kraag
mot een doek wat af en laat hem eenigen tl)<t
drogen totdat hü alleen nog wat vochtig is.
Daarna strüken tusschen twee doeken.
Ook glimmende plekken Jn kleedlngstukken
ontstaan door het dragen verwüdert met uit*
stekend met ammoniak, echter met een oplos*
sing van een half glas ammoniak per liter
water: leg het kleedlngstuk op tafel en borstel
vlug de gllmmondo plekken met een stüven
borstel In het ammoniak water gedoopt ln da
lengte van de stof.
Handschoenen
van peau de suede In lichte klour, kan men
reinigen met oudbakken brood.
Borat
kan men evengoed In plaats van soda gebrul*
ken ln bet afw&schw&ter. De handen sullen er
minder van lijden.
melkpan dadelk 1
goed omroert.
Vette kragen
van Jassen en mantels kan men schoonmaken
met wat ammoniak In water. Een ander, vlug*
ger middel Is: wrüvon met wat droge magnesia
op een lapje flanel.
LakXcderen schoenen
zün eerder geneigd tot barsten dan gewoon
op echoensprin
,'schocnen veel ge
bruikt smeer ze dun eens per woelc In met
vaseline, laat ze oen dag staan, en wrüf zo
schoon. Worden zo voor ren poos opgeborgen
wrüf zo dnn met een flinke laag vos-line ln.
Dat houdt het leer soepel en voorkomt barsten
Zolen
van nieuwe schoenen moet men met schuur
papier af schuren, alvorens zo non te trekken
zijn eerder geneigd tot barsten
leer enschoenen. Denk er daarot
schoenen dadelük na gebMlk o;
ners weg te zetten, of viiFV- ai
proppen papier. Worden lnltsehoc
JEANNEOTTELÉ
NOORDSINGEL 69 ROTTERDAM
jjjj bericht de ontvangst eener Ruime Collectie
DAMESHOEDEN
OCTOBER 1930
waaronder de nieuwste Fransche
Modellen en hoopt met Uw bezoek |e
worden vereerd