E Kinderen HANDWERKEN VOOR DE VROUW, Na. 39 VRIJDAG 17 OCTOBER 1930 I DAMES! §p Iaat Uw wasch vakkundig §H behandelen in 1 Stoomwasschefij „01 ZWAAN" Lieve Verschuierstr. 53"-b g Tel. 36429 Rotterdam m MEVROUW. STOOMWASSCHERIJ „DE BIJ" Onnoordschistr 13. ROTTERDAM, Tilil. IC938 Heb jij daar wel een Diergaarde? Ik ben weer eens voor enkele dagen in de groote oude stad gelogeerd, nog steeds een nieuwtje voor het heele stel kleuters dat daar woont. Als ik dan ook op een middag de deur uitstap, zijn er dadelijk twee kerels de groo- ten, die zich opwerpen als gezelschap, en ieder aan een kant schuiven. Als Moeder goed vindt zeg t, en ja, moeder vindt goed. Vlug wordt de heele bezending wagens, een trek-, een rol- en een kruiwagen, met een vliegende Hollander erbij, door de vier jongenshand]'ees naar binnen geloodst en daar gaan wij, met ons drieën. Rechts de een, die me den heelen tijd stijf aan den arm houdt, als was hij bang, mij of zichzelf? te verliezen; aan den an deren kant de oudste, een boom van een vent van juist zeven heele jaren, die al pra tend en spelend gedurig het trottoir af en op springt. Nu ben je 'al zoo groot zei ik tegen hem dat je nu wel eens bij me zou kun nen logeeren zonder moeder Mag i k dan ook mee? i k ook? Vraagt de ander. Dat zou wel kunnen, twee jongens bij el kaar dat is leuk, en we hebben ruimte ge noeg om er te spelen, een tuin* waar je eikels en b.eukenootjes kan zoeken, de eikels pluk je bij mij zoo maar van de boom af. Dan verwaardigt de oudste zich tot een informatie; hij vraagt: Heb jij daar ook een diergaarde? Vaar je nou woont? Ja zeker! zeg ik vlot want mijn sy steem is: nooit voor kinderen onderdoen eelfs niet inhet opscheppen. O Daar is hij dan even stil op en gaat weer [verder met zijn spel. Ik mag nou ook?, ik ben ;nog nooit mee geweest! pleit de jongste van de twee nu, die praats genoeg heeft bij zijn kleuter broertjes, maar zich altijd klein weet bij de oudste. Die oudste begint zich te gaan voelen. Met zijn losse loden regenjas in het rond Zwierend, terwijl hij den trottoirband nog steeds op en af springt, en ik hem telkens móet waarschuwen, op de stoep te blijven, omdat de auto's langs ons heen snorren, heeft hij (wie beweert er nog, dat kinderen geen twee dingen tegelijk kunnen doen?) driekwart van zijn aandacht bij zijn spel, zijn nieuwste en dus grootste schat. Het is een pas gevonden, lange kronkelende draad geel breikatoen, die hij aan één punt vast- - houdt en met heen en weer schuivende be wegingen achter zich aan laat springen over de straattegels. Die draad is werkelijk op 't oogenblik zijn heerlijkste bezit, voor hem de grootste schat ter wereld. Daarvoor heeft hij daar net zijn wagens en die van zijn broertjes in één veeg opzij geschoven, ja, als wij niet hadden toegekeken, geloof ik, dat hij ze wel veggesoliopt kon hebben Waar we nu komen is het druk, ook op de trottoirs. Kijk een beetje toe, dat je draad niet voor de voeten van den men- sohen springt, dat is vervelend, en het staat zoo lomp, waarschuw ik hem; en, in het- zelfde oogenblik laat hij de punt juist glip pen én kijkt er verder niet meer naar om. Jongen, zeg ik, je hebt 'm losgelaten, je bent je draad kwijt. Verwonderd kijkt hij me aan, schokt dan weer met een trotsoh-onversohiliig gebaar zijn schouders naar voren, wat kan hem die draad nog langer schelen! die heeft af gedaan! Dat je een draad, die al over de straat geslierd heeft nog zou kunnen opwin den, en in je zak steken, komt geen moment bij hem op. Zulke dingen vindt hij „bah!" Zijn geest jaagt wat grooters na! Heb jij daar ook een strand en zee? iyraagt hij me. Daar moet ik wel op zwijgen. Het kippenhok van m'n buren, dat met ©en gaasafscheiding aan mijn tuin grenst, (er is zelfs een gat in dat gaas gemaakt, om ook van onzen kant kippenheerlijkheden in de ren te kunnen gooien) was in mijn fan tasie nog wel uit te dijen tot een diergaarde, temeer omdat er ook nog wel eens een poes van overburen en een hond van-den-amde- ren-kantnnóAst, soms even in mijn tuin ver blijf komen houden, een indringerij waar ik (onder ons) niets mee opheb, maar die ik zou uitbuiten tervville van mijn kleine Vrienden. Doch niets, absoluut niets, ïs er op hoogen drogen zandgrond, waarin geen re genplas (zelfs in zomer 1930) ook rr hal ven dag wil blijven staan, waar ik, zelfs met kinderfantasie, een zee zou kunnen maken. Er is een heel groote badkamer, zeg ik waar het in regenen kan weet je wel, en daar mag je dan schepen in laten varen, dan laten we 't heel vol loopen, en dan kan er wel een sleep van zeven booten in varen, die m&ék ik dan wel voor je Dat vindt hij, geloof ik, maar matig iets van vroeger jaren, toen hij nog klein was, en niet zooals nu, juist verhoogd naar een tweede klas. En zooals je dat soms bij oogenblikken overvallen kan: héél sterk voel ik op dit moment, hoe hórd kleine jongens die je niet zoo dikwijls ziet, kunnen groeien, hoe héél .vlug ze groot worden. Och besluit ik dan maar, je vacantia is ïiu toch al om, en je bent al aan het strand geweest, we zullen een volgend jaar wel eens zien. En dan mag ik ook, hè? ik ook tante? pleit de ander weer. Zeker, als moeder dat goed vindtwie weet, misschien jij wel alleen, stel ik hem genist. Want d&t zie ik wel: aan dézen is meer eer te behalen. En tenslotte, als het er op aan komt, blijven we allemaal vrouwen, dat wil zeggen: we geven o zoo graag en zoo veel en zoo gretig, zonder ook maar iets terug te vragen dam alleen: maar dat dan ook liefst altijd een beetje waardeering. Op eens als ze zien, dat we bij het hoek huis met het bordes zijn aangeland, sprin gen ze de stoepen op, trekken om beurt aan de bel, en juichen: hier is het, we zijn bij Binnen schuiven ze heel gauw met de kinderen mee naar de speelkamer, waar da delijk de kastjes uitgehaald worden, en ben Snoevertje. ik ze voor het volgende halfuur heelemaal Zoo denken we. Maar na een kwartier komt een stil ventje uit de drukke jongens troep vandaan de zitkamer binnen en gaat in een hoekje zitten en kijkt met zijn groote gevoelige oogen maar stil me aan. Was het niet prettig in de speelkamer, of ben je liever hier? vraagt Oom goedig. Hij knikt maar stil, en gaat dan in eer hoekje van de erker naar buiten zitten kij Ik doe maar of ik niets zie, maar begrijp het wel. Hij is weer door het drukke troep je van allemaal-grooter jongens, en vooral door zijn eigen flinke broer, die dadelijk over het speelgoed van anderen weet te ba zen of het 't zijne is, een beetje opzij geschoven. Ze bedoelen het volstrekt niet zoo, de groo teren die alles alleen weten en alles zelf willen hebben en willen doen, en die zoo'n jong broekje van vijf jaar daar niet bij ge bruiken kunnenmaar hij voelt het zoo. Als hij 't maar een beetje minder voelde, zou hij zich misschien beter kunnen verzet- Lieve vent we kunnen je hierin niet helpen, we zouden je verwennen met onze hulp en later zou je dan nog minder je kunnen ver weren dam nu. Je zult al vróeg moeten lee- ren en wennen dat d i t het leven is hier op deze zakelijke wereld: een dringen en wrin gen soms, een rpepen en schreeuwen vaak, om er een plaats te krijgen en te houden. En wie te zwak of te fijn is, om zooiets te doen, wie zich te spoedig laat overbluffen of verdringen, zelfs al gaat het om een rechtmatig verkregen positie, een goede be trekking, een lieve, sympathie, wie zichzelf niet weet te handhaven, niet durft of wil of kan strijden voor zijn recht, die wacht het deel: er tusschenuit geschoven te wor den en in een hoekje zichzelf te gaan zitten beklagen of het aan anderen over te laten op te komen voor het recht van den ver drukte. Nee, daar moeten we nu niet veel aan doen, niets dan een beetje vergoelijken op dat er geen haat groeit, wat troost geven en zeggen, liefst toon en, dat wij wel waardeering hebben en wèl begrijpen. Maar in het strijdperk zelf, al is dat nog maar kinderspel het laten aankomen op de eigen krachten, zoodat ze ten minste nog een kams hebben te leeren, zichzelf een beetje te handhaven hun recht te verdedi gen. Want pioniers worden het natuurlijk nooit. Maar dat kunnen er gelukkig ook maar enkelen zijn. De andere soort die zich niet tevreden stelt met een enkel: mag ik bij je komen? maar je vraagt, of je wel een diergaar de hebt en een zee met strand, dat zijn de genen die meestal de voordeeligste num mers trekken in de loterij des levens. En 't gekste zegt later zijn moeder, als ik haar 't gesprekje oververtel: 't gekste is, dat hij nog nooit een diergaarde gezien heeft. Maar vorige week heeft tante A. de twee een middag meegenomen naar een speeltuin, daar hebben ze wat beesten ge zien, en toen zijn ze gaan praten over de diergaarde, dat is nu weer zijn grootste ver langen voor 't oogenblik en speelt hem steeds door 't hoofd. En in de vacantie ben ik met de jongens naar zee geweest en heb hem daar toen nog een week alleen bij tante B laten achterblijven. Je begrijpt: aan het strand vond hij het leuk. En ging dat wel goed, jullie dacht toch. dat hij nog niet alleen zou kunnen? Ja, 't ging best zeiden ze, hij heeft nooit gehuild of eenig heimwee getoond vertelden ze, maar toen ik hem teruggehaald had zei hij, nog vóór we in huis waren: Moeder 't was wel leuk, maar 's avonds niet, dan moest ik altijd huilen in bed omdat ze alle maal weg waren, en U ook en ik d'r zoo al- Maar ze hebben het nooit gezien hoor moe der, heusch niet, ze wéten niet, dat ik wel 's heb gehuild. Missohien toch wel goed voor 'm waag ik. Zeker! Hij moet er maar vroeg door. Zijn vader werd nog om het heimwee terugge bracht toen hij al tien was en voor 't eerst alleen uit logeeren ging. Zooiets is toch ook niet ideaal. Maar nu is het goed dat er eerst weer een jaartje overheen gaat. Want vooreerst moet 'r hem nu niet worden ge praat over weer 's alleen uitgaan. Zonder voor de eigenlijke reden uit te komen, doet hij maar net of 't 'm niet schelen kan, maar tegen mij zegt hij: ik blijf tóch maar liever thuis. Och dappere kleine vent. die zooveel wil en zooveel durft, en soms zoo'n grove kleine opschepper lijkt in je hart ben je al even week en zacht als de rest, wie weet: mis schien nog kwetsbaarder, en dat je daar om instinctmatig je zoo harnast. Het leven zal ook jou wel leeren, we zul len je die paar wapenen, die je zoo van dienst kunnen zijn later, dus maar niet misgunnen, en ons niet ergeren aan je op schepperij die niet eens echt is. En het vol strekt niet „gek" vinden, als je aldoor bluft over de huizen die je later bouwen, de auto's die je koopen zal Want ik geloof, als het op je mannen kracht gaat aankomen, je met al je zelfbe wustheid en je grootspraak toch wellicht meer zal doen, om een zwakken broeder te helpen, dan menigeen die, slap en versla gen, door het leven zich laat leiden en door anderen moet worden gesteund, zichzelf ver terend in zelfbeklag, ooit voor den naas te zal kunnen doen. Gelukkig: zóó is de ander toch ook niet de vasthoudende, die me nu onderde- hand al laat beloven, dat hij een volgende keer mee mag. Jullie allebei, die nu reeds went om door de drukke volte je een weg te zoeken en een plaatsje te houden, wat zal je veel leeren dat je later te pas kan komen in het groote-menschenleven. Wat heb je, als groot- gezins-kinderen machtig veel voor, boven vele eenzame kasplantjes. C. GROOTE HU1SHOUDSCHORTEN Op de vraag naar een groot, practisch huishoudschort, (ook hiervan hebben we roeger reeds een groote verscheidenheid gegeven) nemen we nu ook nog wat nieuwe afbeeldingen op. Het eerste plaatje toont een schort, wel groot en de japonrok goed bedekkend, maar toch zonder mouwen, wat velen prefereeren om het gemakkelijker wasschen, strijken en aan-en-uit-doen. Wanneer men dan mors mouwen draagt, of japonnen zonder mouwen is men evenzeer gedekt tegen morsen als met de groote mouwschorten. Het rokgedeelte werd hier klokkend ge knipt, maar men kan natuurlijk ook wer volstaan 'met een paar geeren. wat altijd voordeeliger knipt, tenminste als men stor beeft die recht en averrecht eender is. Patroon van het bovenstuk kan men het best zelf teekenen naar een japon, of door het uit krantenpapier te knippen en aan het lijf passend, op maat bij te knippen. Iets anders, veel meer uniform en ook veel meer gedekt, en voor degenen die zelf veel aan de buitendeur komen- en licht kouvatten op de luchtpijpen, die menschen, die haast den heelen winter loopen te hoesten, zeer aan te bevelen is het volgende model dat men kan knippen naar een eigen japon. Het luit van onder tot boven met een rij knoo- pen en knoopsgaten, natuurlijk is, wanneer men meer dan een van deze schorten maakt ook hier toe te passen het systeem van een losse knoopen- of knoopgatenband. Het boord is ook open-liggend te dragen, maar doet men op, als er een japon met laag vest onder zit. Weer iets heel anders, meest voor jonge huisvrouwtjes- die niet graag zoo streng ge kleed gaan, en toch geen goede japon met lekken willen hebben, is het hieronder af geheelde japonmodelletje, dat men maakt van goed-waschbafe stof (tobralco bijv.). Hei sluit aan den linkerkant van het losse witte vest. KLEUTERJURKJES Een lief jurkje voor een klein kleutertje heeft het kindje op ons plaatje aan. Het model is eenvoudig genoeg, maar hel bewerkelijke is de uitgeschulpte en gefeston neerde (of afgebiesde) onderrand. In de schulpen van dien rand komt een lief borduurpatroontje dat met niet al te kleine steekjes wordt gewerkt. eneens voor Een ander meisjesjurkje, ev den leeftijd van ongeveer een jaar geeft het tweede plaatje te zien. Hier wordt in het voorpand van boven twee ronde knippen gegeven- waardoor een glad stuk ontstaat, dat middenvoor doorloopt. Het gedeelte on der de knippen wort veel breeder genomen i J*-. 0 0 WAT ONS MISSCHIEN TE WACHTEN STAAT Ik ben een hoopvol mensch, 'n optimiste, dat weet iedereen, die me kent of me leest (wat nog niet hetzelfde is) en daar om schrijf ik in dit opschrift het woord ..misschien" er nog bij. Want waarlijk: ik hoop en verwacht, dat het met ons niet meer zoo ver zal komen, als we hooren van de kleedingellende van een vroeger geslacht, waarover één, die het zelf meegemaakt heeft in het maand blad der huisvrouwen vereen, schrijft. Mocht het werkelijk dreigen zoo'n vaart te loopen als ons daar geschilderd wordt, dan neem ik me voor, mèt m'n lezeressen (wie doet er mee?) een kamp, een veld tocht te gaan beginnen tegen de sleep- rok. Zooveel strijdlust is er nog wel in ons over. We lezen dan: „Toen ik gister, terwijl het stortregende naar buiten keek, werden mijn gedachten 30 jaar teruggevoerd. Ik dacht: „Och, och, als de jongere dames, die nu weer met ge noegen japonnen beginnen te dragen met flippen, die van achteren of van voren op den grond raken, eens wisten, dat dit de voorbode is van een vreeselijke mode waar tegen iedere flinke vrouw moet vechten door er niet aan mee te doen. Vraag eens aan alle dames van 50 jaar en ouder wat een ellende zij er van ondervonden hebben. Wij wisten toen niet beter. liet hoorde zoo en hoe men ook als sportief meisje er tegen pruttelde, als men 18 jaar was, moest men in de lange rokken. Komt men nu met vuil weer thuis met vuile schoenen en een paar bespatte kou sen, toen kwam men thuis met schoenen van onder tot boven onder de modder. De lange japonrok en de lange onderrok had den het slik van de straat op de schoe nen gesmeerd en we moesten minstens een half uur borstelen om de rok weer schoon te krijgen. Ik zie me nog loopen: een hoed op die ondanks de spelden die er door zaten, nog telkens scheef op 't hoofd stond, een japon, die met één hand of twee han den moest worden opgehouden, een para pluis en dan nog een tasch. Daarom zeg ik nog eens: laten we niet teruggaan tot de lange rokken, maar trachten te behouden, wat een jaar geleden werd voorgeschreven niet al te korte rok. We kunnen ons dan gemakkelijk blijven bewegen in huis, op straat, op reis. We jagen met onze klee ding de bacteriën niet omhoog en brengen het vuil van de straat niet mee in huis." We zouden bij de bovengenoemde ellende nog willen herinneren aan de doorgestoo- ten stootkanten, die altijd weer moesten worden bijgehouden. Hoe zou een moderne vrouw er den tijd voor vinden? Amandel-sandwicK Jen half theekopje gehakte dadels vermen- i met evenveel gehakte (gepelde) amnnde- een kwart kopje slagroom.en een mespunt t. Dit mengsel uitstrijken op dunne sneedjes Kerry-ananas-sandwich ïanas in heel kleine stukjes snhden. -oomkaas en wat kerry vermengen i beetje poedersuiker. desgewenscht, Ei-en-sinaasappel-sandwich Twee| hardgekookte eieren flin wrijven en met een eetlepel room en een eetlepel boter tot een papje mengen. Daarbij voegt men eenige eetlepels suiker en de geraspte schil van een sinaasappel. Desgewenscht wat sap van den sinaasappel er bijvoegen en het mengsel uit strijken op stukjes wittebrood zonder korstt SOEP VOORAF Vele hulsvrouwen beschouwen nog altüd het „soep vooraf als een zekere overbodigheid, ecu luxe, die men om de kosten zoowel als om de moeite zich slechts permlteert als er iets fees telijks aan de hand is. Op z(Ju hoogst ajleen :oo heel veel ulmschouts opw -einlge moejte c i zijn huisgenootei gezondheid (niet de laaitöd, i ornaat net^ begin n groenten etlust, dus de het deze vcr- ?tlger verloopt, xlen tcgelök in soep Is Iets heid. de fijne smaak en de gemakkelijke ver houden. „enairie stemming, die dit alles ngt. zoowel als door do lichte gekruid- et bordje soep opwek- op den eetlust. Het is ïrkomen. dat Ik als toe- Bij dit alles moet dan ook nog niet verge ten worden, vvut vooral geldt voor menechea met heel weinig eetlust of zwakke mageni dat ook in de soep zelf nog vele goede voe dend. Maar dat zijn de rilst, fermecellie. ook soms erwten- en boonenpuré (hoewel men deze soort soep als regel niet voor „vooraf ge bruikt), groenten en soms ook vleesch. Juist in de soep meegekookt xjn deze stoffen zeer dat het op- Op het stukje en langs den onderrand werkt men nog een siersteekje, zooals op de detailteekening nader is uitgewerkt. Het bestaat uit festonsteken, lange en korh 1 naast elkaar op eenigen afstand van elkander Als tweede rij wordt boven de korte feston 1 steken een knoopsteekje en boven de lang»; een kettingsteek gewerkt. Natuurlijk kan dit randje in twee of drie kleuren worden geborduurd. soep voor den maaltÜd nog: de duurte. >n.~ Alleen wil"ik betrekkelijk is. Dat dit bezwaar gemakkelijk aan te tooi ier nog als terloops op wuzen. aat er icgen- oordlg in den handel soepen verkrijgbaar ;:in In tablelvorm. waar menig huisvrouw met I enkele toevoegingen wel smaJceltlko soep van I weet tc bereiden. Maar ook wie dezo niet •otjei 'JONGENSPAKJE Een heel aardig pakje voor een kleutertje en zoo gemakkelijk te maken uit een paar kleine lapjes, die men wel eens van het een of ander over heeft. Het blousje wordt gemaakt uit wit (katoen linnen of flanel, alles kan dienen) en krijgt een kraagje, manchetjes en als het er nog af kan ook een sluitreep van dezelfde stof, waaruit men het broekje maakt. De mouwtjes kunnen half of driekwart genomen worden- het broekje wordt opge knoopt en krijgt was lussen van smalle dub- belgestikte biezen, waardoor men een cein tuurtje trekt van de peau de suede. Natuurlijk zijn ook andere kleurcombina ties mogelijk en kan men, als men méér effen- en minder fantasie stof heeft, de bij voeging omkeeren, maar zal natuurlijk een effen broekje bij voorkeur niet van wit, maar van donkerder stof nemen. Ook uit effen en gewerkt fluweel zal dit pakje bijzonder lief worden- als men toch nieuwe stof ervoor koopen wil. SANDWICHES De earl of Sandwich heeft waarschijnlijk nooit vermoed, dat zijn naam, nog zooveel jarén na zün dood, „in aller mond" zou zijn. Deze edele heer was zoo verdiept in z|jn bezig heden. dat ht) zich den tijd niet gunde, op nor male manier zijn lunch te gebruiken. Zijn roast- beef nam hij tusschen twee sneden brood. Het schUnt hem uitstekend gesmaakt te hebben en zün manier van lunchen heeft navolging ge vonden over de heele wereld. Overal worden sandwiches gegeten, maar Engeland blijft toonaangevend op dit gebied- Er bestaan zoo ontzettend veel soorten sand wiches. dat er heele kookboeken mee gevuld ïljen. komt r lijk - ■etba; ^at CvoorB dit doel gebruikt kan worden. Van Engeland is het idee uitgegaan, sand wiches te maken van driehoekig gesneden stukjes wittebrood, ontdaan van de korst. De meeat populaire vulling was altijd koud vleesch of de een of andere salade. Tegenwpordlg wor den hondorden vleesch-, vlsch- en groentesoor ten in sandwiches verwerkt. Op blina geen enkel gebied kan do hulsvrc zün bü ons te lande nog altijd de „zoete" Wiches, die met succes het stuk gebak bü de mlddagtheo vervangen. VVU laten hier eenige nieuwe Engelsche recepten volgen: Oostersche sandroich Een ons roomkaas met twaalf ontpitte, fün- gehakte geoonfüte dadels en een Ietsje zout tot deeg kneden. Met dit mengsel stukjes witte brood besmeren, er gehakte i tweede stukje brood. Water bederft mooie stoffen meestal krimpt het goed of wordt slap. Van dit alles heeft U Llnola vervangt „che misch laten wasschen" het gaat veel vlugger en daar U het zelf doet Is het veel goed- kooper. LinolA VERMETTEN Co. SCHIEDAM, LANGE HAVEN 99 De kragen van Jassen en mantels kan mea schoon maken op de volgende wllze: los In een kopje water vier koffleïepeltjes ammoniak op dit ls een voldoende hoeveelheid per lcrang. Doop hierin een nagelborstel en borstel do kraag af. Wacht eenige oogenblikken. dat de stof goed met het vocht doordrenkt is en neemt de ammoniak er af door met een nutte spons de plek te betten zonder evenwel sterk te wrüven. Biurt het water bü het ultknüpcn van de spon3 helder, dan veegt en den kraag mot een doek wat af en laat hem eenigen tl)<t drogen totdat hü alleen nog wat vochtig is. Daarna strüken tusschen twee doeken. Ook glimmende plekken Jn kleedlngstukken ontstaan door het dragen verwüdert met uit* stekend met ammoniak, echter met een oplos* sing van een half glas ammoniak per liter water: leg het kleedlngstuk op tafel en borstel vlug de gllmmondo plekken met een stüven borstel In het ammoniak water gedoopt ln da lengte van de stof. Handschoenen van peau de suede In lichte klour, kan men reinigen met oudbakken brood. Borat kan men evengoed In plaats van soda gebrul* ken ln bet afw&schw&ter. De handen sullen er minder van lijden. melkpan dadelk 1 goed omroert. Vette kragen van Jassen en mantels kan men schoonmaken met wat ammoniak In water. Een ander, vlug* ger middel Is: wrüvon met wat droge magnesia op een lapje flanel. LakXcderen schoenen zün eerder geneigd tot barsten dan gewoon op echoensprin ,'schocnen veel ge bruikt smeer ze dun eens per woelc In met vaseline, laat ze oen dag staan, en wrüf zo schoon. Worden zo voor ren poos opgeborgen wrüf zo dnn met een flinke laag vos-line ln. Dat houdt het leer soepel en voorkomt barsten Zolen van nieuwe schoenen moet men met schuur papier af schuren, alvorens zo non te trekken zijn eerder geneigd tot barsten leer enschoenen. Denk er daarot schoenen dadelük na gebMlk o; ners weg te zetten, of viiFV- ai proppen papier. Worden lnltsehoc JEANNEOTTELÉ NOORDSINGEL 69 ROTTERDAM jjjj bericht de ontvangst eener Ruime Collectie DAMESHOEDEN OCTOBER 1930 waaronder de nieuwste Fransche Modellen en hoopt met Uw bezoek |e worden vereerd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 3