JHrmtie iJtsrtjf (ümtrant Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken EERSTE BLAD. BINNENLAND. TWEEDE KAMER £SQNNEH£N7i Par kwartaal ƒ5.25 (Beschlkklngskosten 10.15) ter week 9.25. Voor het Buitenland bij Weke- lijksche tending „6.— BiJ dagelliksche tending „7«- Alles bil vooruitbetaling Losse nummers 6 cent met Zondagsblad 7 cent Zondagsblad niet aftonderlijk verkrijgbaar No 3178 Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 Postbox 20 Postgiro 58936 DONDERDAG 16 OCTOBER 1930 ADVERTENTIE Ni Van 1 tot 5 regpls f Like regel meer .0.22V* IngT itededec linger. n van 16 rogels »- 2A0 Elke regel meer - 0-48 Bij contract belangrijke korting. Voor het bevragen aan bet bureau wordt berekend 1 MO 10e Jaargang Dit Nummer bestaat uit VIER bladen, waarbij een nummer, gewijd aan het jubileum der Vrije Universiteit, is inbegrepen. DE STAAT ALLES. De Sovjet-heerschers drijven handel in lichamen en zielen der menschen; schreven we dezer dagen. De waarheid van deze bewering woidt tetterlijk bewezen door de berichten, welke ons over de actie der Sovjet-regeering be reiken. En het is niet overbodig daarop nadrukkelijk de aandacht te vestigen. Tot eiken prijs wenscht deze regeering haar communistische propaganda in andere landen voort te zetten. En de eigen be volking wordt er evenzeer voor opgeofferd als de vreemde. Nu handel en industrie in andere landen niet genegen zijn Rusland producten en werktuigen op steeds „verlengbaar crediet" te leveren, probeeren de Russische macht hebbers de wereldmarkt te drukken duor voortbrengselen, door dwangarbeid en slecht betaalde arbeiders verkregen, tegen een on mogelijk lagen prijs in groote hoeveelheden aan te bieden. Dit is natuurlijk een tweesnijdend zwaard In de eerste plaats neemt de werkloosheid en armoede in de landen, waar Rusland deze dumpingsmethode toepast, schrikba rend toe. In Engeland gingen dan ook gezagheb bende stemmen op om tegen-maatregeien te nemen en zich te verdedigen tegen deze Sovjet-dumping-politiek. Maar onmiddellijk wordt dit dreigement beantwoord met het oprichten van een Russisch-Afghaansche Maatschappij voorde verkoop van petroleum en minerale oliën in Afghanistan. Dat beteekent: felle én scherpe concurren tie tegen de Britsehe oliebelangen in Af ghanistan; wraakzuchtige dumpingstaktiek omdat Engeland zich verdedigen wil. Prij zen, ver beneden die van de wereldmarkt, zullen de Engelsch-Hollandsche oliebelan gen ongehoorde concurrentie aandoen en zoo medewerken om voor het communisme, een vruchtbare bodem te bereiden. Maar een dumpings-politiek als deze kan men slechts voeren ten koste van de eigen bevolking, van het bloed en de tranen der eigen onderdanen. Want, aan dumpings artikelen kleeft de ellende van lange ar beidsduur en onvoldoende loonen. Dat kan niet anders. Van de zijde der arbeiders, die er door in 't gedrang komen, rijst dan ook spoedig verzet tegen een actie als deze. Doch ook daarmee weet men in Rusland wel raad. Want: de staat is alles. Een mensch heeft seen waarde. Als het communisme maar triumfeert. De Russische arbeiders schiinen daarvan nog niet volkomen overtuigd te zijn en weren zich. Beginnen althans hier en daar te protesteeren. Het antwoord te Moskou ligt' klaar. De communist Deutsch, ook wel de beul van Odessa genoemd, omdat hij in korten tijd drieduizend terechtstellingen voor zijn reke ning nam. is naar het Donetz-miindist.rict gezonden om daar onder de arbeiders der staatsmijnen, die zich blijkbaar bij de rechtsche oppositie-groep aansloten, de boel eens schoon te maken". Men begrijpt wat dat beteekent. Men ziet het reeds dadelijk, nu heel wat arbeiders in de gevangenis, geworpen worden in afwach ting van een „nauwkeurig onderzoek" Waartoe dat ernstige onderzoek zal leiden is duidelijk. De tiran deelt in de volle medewerking van Stalin, die als éen dictator heersrht- hij heeft algeheele volmacht om te dood°n of naar Siberië te zenden iedereen, die niet knielt voor het afgodsbeeld van de commu nistische staat Critiek op het Sovjet-regiem, dat de le vensmiddelen uitvoert, om propaganda r» kunnen maken en de bevolking honger laat lijden, déze critiek staat gelijk met land- en hoogverraad en er staat de hoogste straf op Zeiden we iets te veel, toen we schreven dat er handel gedreven wordt in lichamen cn zielen der mensohen, der burgers, welker leven niet geacht wordt, wanneer het belang van do staat, d.w.z. de Sovjet-propagand:. er maar mee gediend is? OFFICIEEL F BERICHTEN RIJKSWATERSTAAT. Bii K. B. zijn de hoofdingenieurs van den Rijkswaterstaat J. P. Wailand en G Rede- ker benoemd tot hoofdingenieur-directeur. GEVANGENISWEZEN. Bii K. B. is benoemd tot lid van het col lege van regenten over de gevangenis ie Tiel Mr. D. Visser, rechter in de rechtbank Je Tiel. Orde van Oranje-Nassau de heer J. C. ITie- tink, eerste gedelegeerde van de Studie commissie der vereeniging „Oost en West", directeur van het Tehuis voor Indische Stu denten te 's-Gravenhage; verleend de eeremedaille, verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau, in brons, aan B. van der Hoeven, te Heinenoord. veerman aan het provinciaal veer „Rhoon-Goid- schalxoord": toegekend de aan de Orde van Oranje- Nassau verbonden eeremedaille, in brons aan L. C. van der Zvvan. huisknecht, bij de familie Suermondt. te Rotterdam; toegekend de aan de Orde van Oranje-Nas sau verbonden eeremed., in goud, aan P. C de Bruyn, bedrijfschef bij de Amsterdom- sche Metaalwarenfabriek. te Amsterdam (bij bevordering); in brons, aan W. H. Lindaart, machinist bij de Kon. Ned. Drukkerij voor heen J. Vürtheim en Zoon, te Rotterdam. BESMETTELIJKE ZIEKTEN. In de week van 5 tot en met 11 October werden in ons land aangegeven: 269 roodvonkgeyallen; 165 diphtherie-ge- vallen en 11 gevallen van kinderverlam- Door de koepokinrichtingen te Amsterdam Rotterdam en Groningen werd entstof afge leverd voor resp.: 2231. 109 en 54 personen Er werden geen gevallen van encephalitis na inenting ter kennis van het Staatstoe zicht op de Volksgezondheid gebracht. EERSTE KAMER KOMT 28 OCTOBER BIJEEN De Eerste Kamer is ter vergadering bij een geroepen teeen Dinsdag 28 dezer, des vonds half negen. Het ligt in de bedoeling van den voorzit ter van de Eerste Kamer, in een op Woens •>g 29 dezer, des voormiddags 11 uur. te houden openbare vergadering te doen be handelen het wetsontwerp tot regeling van het toegepast natuurwetenschappelijk onder zoek, waaromtrent het eindverslag 9 dezei is verschenen. PRINSES JULIANA DOET INKOOPEN TE PUTTEN Prinses Juliana heeft veel belangstelling voor de handwerkschool te Uddel. Deze school ligt temidden der koninklijke dom*») nen en wordt voor het grootste deel bezocht door kinderen van hen, die op die bezittin gen arbeiden. H. K. H. heeft in een winkel te Putten aanzienlijke inkoopen gedaan. STEUN AAN ZUIDERZEE- VISSCHERS Volgens de mededeelingen der generale commissie, bedoeld in art. 3 der Zuiderzee steunwet .zijn in het tweede kwartaal 1930 in 61 gevallen vergoedingen en toelagen toe gekend voor opleiding van belanghebbendn en kinderen van belanghebbenden. Op 30 Juni 1930 bedroeg 't aantal geplaat ste belanghebbenden, die hulp der generale commissie ter verkrijging van werk hadden ingeroepen, te zamen met het aantal belang hebbenden, waarvan aan de generale com missie bekend is geworden, dat zij plaatsing hebben gevnden buiten de Zuiderzeevissche- rij, in totaal 767. Hiervan zijn geplaatst in rijksbetrekkingen 13; bij de Nedertandsche Spoorwegen 46; bij de Zuiderzeewerken 395; in fabrieken 29; als grondwerker 38, en in diverse andere betrekkingen 243. Ingevolge verleende credieten, o.a. ten be hoeve van vervorming van het bedrijf, werd beschikt over een bedrag van f34.894.72, ter wijl geldelijke tegemoetkomingen werden gegeven aan 1051 personen tot een bedrag van f 55.325.76. DE PACHTWET AMENDEMENT INGEDIEND. De heer Hiemstra heeft op het ontwerp- Pachtwet 3en amendement ingediend, met de bedoeling de pachtcommissie te laten oordeelen over alle nieuw te sluiten pacht overeenkomsten. DE ZUIDERZEESTEUNWET DE MINISTER TOONT TOENADERING HET GELD IS GEEN BEZWAAR Vergadering van 15 October. De Kamer begint al pleizier te beleven van het besluit om de Pachtwetten voor de begrooting te behandelen. Volgende week zullen twee avondvergaderingen gehouden worden om twee interpellaties aan de orde te stellen en gisteren hield de voorzitter de hoeren tot zeven uur bijeen. D.w.z de wei nigen die tot het eind bleven. Want dit is het eigenaardige: de leden der Kamer, die dit nog willen doen, en dat, trekken er op een niet te laat uur tusschen uit, maar de genen, die onmogelijk weg kunnen gaan, zijn de slachtoffers van den politieken werk lust. Die menschen mogen om half 8 of 8 uur thuis komen en in hun gezinnen alles in de war vinden. Sociaal gesproken is de Tweede Kamer een zonderling instituut Deze opmerking slechts in 't voorbijgaan. Den ganschen middag heeft de Kamer zich voorts met de Zuiderzeesteunwet bezig gehouden. De algemeene beschouwingen werden ten einde gebracht, en vandaag komen de amendementen aan de orde. Het Vlootvoorstèl volgt dan. Wanneer we de discussie overzien, dan kan geconstateerd, dat de minister de gan- sche Kamer tegenover zich had. Niemand heeft zijn voorstellen verdedigd; allen wil den verder gaan en op gronden, die vermoe delijk don minister niet geheel onbewogen hebben gelaten. Het gezaghebbend woord van Mr. Heemskerk had hem in het begin van den middag gewaarschuwd om het niet op haren en snaren te zetten. Ken conflict met de Kamer zou dan onvermijdelijk zijn. Wel heeft de minister in zijn rede nog maals het standpunt uit de stukken, dat het standpunt van 1925 heette te zijn, verdedigd, maar hij eindigde toch met eenige toenade ring tot bet standpunt, dat de commissie van rapporteurs in haar amendementen beeft ingenomen. Geld, aldus verklaarde de minister, was geen verhindering. Hij meende, dat zijn voorstellen zelfs nog duurder zouden zijn dan wat de Kamer toonde te wenschen. Tot een vermindering van de rente der voor schotten van 4 tot 3 pet. verklaarde hij zich bereid. Beter contact tusschen Generale com missie en plaatselijke commissies vond bij hem eveneens sympathie De werkwijze dei- Generale commissie beoogt hij soepeler te maken; geenszins is het de bedoeling een nieuw orgaan tusschen te schuiven Meer waarborgen, dat het rechtsgevoel van hen wier aanvragen worden afgewezen, wordt bevredigd, achtte hij verder niet onredelijk. Bij de replieken wees Mr. Heemskerk den minister er op. dat hij niet langer moest vasthouden aan het star voorop plaatsen van verschaffen van anderen arbeid. Daar voor zijn de toestanden te verschillend er de omstandigheden zijn ook zeer veranderd cn wettigen volkomen een meer rekening houden met het verleenen van steun in ver band met waardevermindering van bedrijf en bedrijfsmiddelen. Gebeurt het, dan ge schiedt wat de Kamer steeds heeft gewild en krijgen we ook een vlotter afwikkelen van den toestand. Ook andere sprekers dron gen den minister in dezelfde richting. Dat geeft hoop! De Kamer begon weer met regeling De Voorzitter stelde n.l. voor om op Dinsdag- en Donderdagavond van de volgen de week te vergaderen en in die avondver gaderingen te behandelen de interpellatie- Cramer over den Bovpn-Di£oel en de inter pellatie-Albarda over de radiocensuün Mr. Joekes (v.d.) vond dat de interpel- latie-Cramer niet zoo'n haast had en wel wachten kon tot de Volksraad de zaak be sproken had. De Voorzitter merkte op, dat de Ka mer besloten had dit onderwerp af le doen in deze 14 dagen door het op de agenda le plaatsen. Het zal onmogelijk zijn, de inter pellatie vóór Kerstmis te behandelen indien men het nu niet doet. De heer Cramer (s.d.) sloot zich aan bij den voorzitter. Wanneer hij zou willen wach ten tot na de behandeling in den Volksraad, zou hij het onderwerp wel hebben kunnen bespreken bij de Indische begrooting. De Volksraad komt pas 10 Januari bij elkaar. Het voorstel van den voox-zitter werd daar na z. h. s. aangenomen. DE ZUIDERZEESTEUNWET. Voortgezet werd daarna de behandeling van de wijziging der Zuiderzeesteunwet De heer Bakker (c.h.) bestreed den heer Duys, waar deze de rechterzijde verweet niets te doen voor de Zuiderzeevisschers. Herhaaldelijk is ook van die zijde aange drongen op krachtige maatregelen ten be hoeve der visschers. De heer Duys maakte slechts een politiek gebaar toen hij zijn ini tiatiefvoorstel indiende. Wat nu het huidige.ontwerp betreft, het is een steunregeling, meer niet. De visschers hehben recht op een redelijke tegemoetko- Dil ontwerp staat niet in het teeken van het recht. Wie zal dien steun krijgen? Zeker niet zij, die door vlijt en spaarzaamheid een kapitaaltje hebben gekregen. Die spaargel den zullen zij moeten opmaken willen zij voor tegemoetkoming in aanmerking komen. De klacht van den Minister, dat de vis schers niet medewerken, is over 't algemeen onjuist. Hier en daar hebben visschers ge weigerd een andere opleiding te kiezen voor hun kinderen, omdat dit voor hen een te groote opoffering medebracht. Wordt het ontwerp niet gewijzigd, dan zou de heer Bakker er moeilijk vóór kunnen stemmen. Mr. Heemskerk (a.r.) sprak tot den minister van Waterstaat een ernstig vvoorrl van waarschuwing. Er is, aldus de anti rev. staatsman, in de Kamer een sterke stroo ming, die de door den minister aangeboden regeling onvoldoende acht. De minister zal daarom wijs doen niet al te star vast te hou den aan zijn aanvankelijk ingenomen stel lingen. Doet hij dat wel. dan lokt hij een conflict met de Kamer uit. Het is altijd de bedoeling geweest om we- gens waardevermindering der bedrijfsmidde len een tegemoetkoming te geven. Men kan thans, beter dan in 1925. de toekomst over zien. Van een principieele beslissing is in 1925 geen sprake geweest. Men kan niet zeg gen, da,t de schade, geleden door waarde vermindering maar buiten beschouwing moet blijven. De werkelijke schade, die d? visschers, wien hun bedrijf ontnomen wordt lijden, is niet in geld waardeerbaar. Mr Heemskerk was van oordeel, dat het beter is de uitkeering wegens waardevermin-te ring niet te handhaven op het lage peil, dal dit wetsontwerp aangeeft. Geheel kan do schade nooit worden vergoed, maar de Mi nister dient een niet te starre houding aan te nemen, wil hij een onaangenaam conflict voorkomen. De heer Snoeck Henkemans (cJi.) schetste den toestand, waarin de visschers komen te verkeeren als de Zuiderzee zal zijn di-ooggelegd. De Regeering ontneemt hun het brood. De schepen worden verminderd in waarde. Het spreekt vanzelf, dat de vis schers dus recht hebben op vergoeding we gens die waardevermindering. De te verlee nen steun staat geheel los daarvan. De Mi nister zou zich vergissen als hij aan z\jn ontwerp de voorkeur gaf boven den weg, die gewezen is door de commissie van rappor teurs. Ook de heer Kersten (s.g.p.) gewaag de van de teleurstelling onder de Zuider zeevisschers over de thans van kracht zijn de wet 's Ministers wijzigingsvoorstel is echter onvoldoende. Het is niet gebaseerd op rechtsgronden, maar op een soort wel dadigheid. Daardoor zijn de zuinigen en nijveren er het slechtst aan toe, terwijl de lauwen profiteered Schadeloosstelling is gerechtvaardigd voor allen, die uit hun brood gestooten worden door de „demping der Zuiderzee", waar door schepen cn tuig waardeloos worden Ook de bedrijfsschade behoort te worden goed gemaakt door een geldelijke uitkee ring. Onbillijk is de regeling voor hen, die zoo oud zijn, dat ze geen nieuw bedrijf meer ter hand kunnen nemen. Ook de heer Kersten drong aan op motiveering van de afwijzende beschikking der Generale Com missie. Beter is het wetsontwerp van den Mi nister af te wijzen, dan een regeling te aan vaarden, die de rechten der visschers niet erkent Dr. Vos (lib.) betoogde, dat het richt snoer der wet moet zijn handhaving der maatschappelijke onafhankelijkheid van do visschers. Op dit punt stelt ook het wets ontwerp te leur, evenals de bestaande wet, die sterk-bureaucratisch wordt uitgevoerd. Het" betreft hier een sociale voorziening. Er is veel gedaan ten bate van de oplei dingen, maar Dr. Vos had niet den indruk dat alles gedaan is wat gedaan kon wor den. In Vlaardingen b.v. is gebrek aan be varen personeel. Waarom brengt men daar niet meer menschen heen? De opleiding voor der. landbouw is in dezen tijd al zeer risquant. Gehoopt werd, dat de Minister zal luiste, ren naar het woord, dat door Mr. Heems kerk is gesproken, opdat het grootsche na tionale werk niet overschaduwd wordt door een groote ramp, die over de vis schers gebracht wordt De heer v. d. Bilt (r.k.) betreurde, dat dat men uit dit ontwerp politieke munt heeft willen slaan. Hij verweerde zich te gen de aanvallen van den heer Duys en ontkende dat de visschers geen recht zou den hebb enop schadevergoeding. Het be drag daarvan is reeds op ruim 8 millioen te stellen. De billijkheid eischt dat ook zij, die door ouderdom of andere omstandig heden hun bedrijf niet kunnen vervormen, de schade gedeeltelijk vergoed krijgen. Eén der middelen om de Zuiderzeebevol- king te steunen is ook het scheppen van levensvatbaarheid voor industrieën. Wat heeft de Regeering te dezen opzich te reeds gedaan? Verzocht werd de uit keering wegens waardevermindering ook te geven voor neven bed rij ven, die volgens de wet daarvoor in aanmerking komen. Ntiar het standpunt van den heer D e Visser (comm.) behoefde men eigenlijk niet te vragen. Naar zijn meening wrdt aan de visschersbevolking een openbare les gegeven in het klassekarakter van den burgerlijken staat. Van de gedane mooie beloften is ongeveer niets terecht gekomen. De Minister ontkent die beloften zoo onge veer. Blijft hij daarmee voortgaan, dan is hij bezig woordbreuk te plegen. Het kleine kapitaaltje der kleine omder nemertjes zullen de communisten niet aantasten, verklaarde de heer De Visser, terwijl hij een oogenblik Rusland vergat. Het droogleggen der Zuiderzee treft de visschersbevolking in haar bestaan; zij moet daarvoor worden schadeloos gesteld. Ook voor bedrijfsverplaatsing moet steun gege ven worden; voorts zijn noodig rentelooze credieten,, tewerkstelling elders en suppletie bij vermindering van inkomsten. Let op wat gebeurt, dan is het alles zeer schriel. Van deze kapitalistische Regeering is echter niet anders te verwachten. Het groote werk kost honderden millioenen; voor de men schen is men niet verder gekomen dan een half millioen. Het burgerlijke parlement heeft ook de belangen der bevolking ver "rloosd; daaraan hebben de soc. dem. ook De heer De Visser wil hen allen ontmas keren en de visschers aanraden den radica jen weg op te gaan. Ze zijn reeds op weg, al is de heer De Visser daarover nog niet hee lemaal tevreden, evenmin als over de roffel speech van den beer Duys. Met een opwekking tot'strijd tegen de bur gerlijke partijen besloot de heer de Visser zijn rede. In iets kalmer toon sprak de heer Oud (v.d.) in zijn critiek op de uitvoering der Zuiderzeesteunwet, welke neerkwam op wat anderen daarover reeds gezegd hadden. Inzonderheid bestreed hij de onteigenings beschouwing welke de minister ter besfrij ding van de schadevergoedingswensrben heeft ten beste gegeven. Die schadevergoe dingsregeling is een zaak van doelmatigheid Merkwaardig is, dat de soc. dem. zoo ruime schadevergoeding willen geven. Gaan ze later bij socialisatie ook dien weg op. dan zal het gesocialiseerde bedrijf zoo zwaar be last worden, dat ze vermoedelijk liever heel de socialisatie zullen laten varen. De heer W ij n k o o p (Comm.) bestreed den heer Oud zoo'n beetje De communisten verklaarde hij, bestrijden alleen bezit, dat uit uitbuiting verkregen is, maar niet dat uit arbeid is ontstaan. Daarom komen ze op voor de visschers met hun klein bezit. De Kamer lachte. Hoofddoel van den hoor Wijnkoop was het stellen van een motie van orde, waarin de Kamer zo.u uitspreken, dat de in behandeling zijnde wet „niets" was cn de minister binnen drie maanden met een wet beli oord e te komen, waarin aan de redelijke wcnschon der visschers wordt voldaan. Gaat de minister heen, dan kan dat den visschers slechts genoegen doen, zoo werd verklaard Deze motie, waarvan de voorlezing enkele minuten vorderde, werd aarzelend door en kele linksche Kamerleden ondersteund Vrijz dem. en liberalen verrichtten dit werk. Daarna was Hij begon met te verklaren, dat sommige sprekers het wetsontwerp in beteekenis hebben overschat en nu pogen het standpunt van 1925 te doen herzien. De Regeering doet in sympathie voor de visschers voor niemand onder. Doch de wer kelijkheid is, dat we geen nieuwe wet onder handen hebben, maar slechts een wijziging van de bestaande. Gezocht moet naar de beste regeling. De wet van 1918 spreekt van tegemoetko ming. Maar reeds toen is o.a. door den heer Snoeck Henkemans gezegd, dat die uitkee ring niet regel behoefde te worden, maar dat het van nog meer belang was de menschen aan ander werk te helpen. De Generale Commissie zou over de tege moetkomingen adviseeren, d.w.z. over den vorm, waarin vergoeding voor schade zou worden verleend. De regelen voor de steun- verlecning zijn in 1925 wettelijk vastgelegd. Het beginsel er van is door minister v. Swaay in het licht gesteld; op hem kan de heer Duymaer van Twist zich onmogelijk he roepen. Want minister v. Swaay stelde cre dieten voor bedrijfsvervorming op den voor grond en eerst daarna kwam vergoeding «ve gens waardevermindering. De minister wees toen daarom af het amen dement der Commissie van Rapporteurs, dat de deur wijder open wilde zetten. Ook had hij zich losgemaakt van de wenschen van de commissie uit den Zuiderzeernad omtrent de wijze van steunverleening. Voorop stelde hij reeds: andere rabeid, daarna schadever goeding en steunverleening. De wet i6 geen 6chadevergoedingswet in den zin, gelijk men die wil. Ons staatsrecht kent geen schadevergoe ding bij den aanleg van openbare werken. Ook bij de Zuiderzee kunnen we dien weg niet op; trouwens de Zuiderzeesteunwet gaat ook van die gedachte uit. Daarom alleen te gemoetkoming. Men moet ook voorzichtig zijn. Wat aan vankelijk schade schijnt, kan in de toe komst wel winst blijken te zijn. De wet steekt de helpende hand uit om een ander bestaan te kunnen verkrijgen. Lukt dat niet, dan kunnen steunuitkee- ringen worden gedaan. De uitgestoken hand moet echter ook wor den aanvaard. De zeer ruime vischvangsten van de laat ste jaren hebben remmend gewerkt op het streven om een bestaan elders te zoeken. Belanghebbenden haasten zich niet om het oude. loonende bedrijf vaarwel te zeggen. Ook zijn veler verwachtingen omtrent de re sultaten der Zuiderzeesteunwet van dien aard, dat ze zich niet haasten om elders een nieuw bestaan te zoeken. Elke ernstige po ging daartoe kan op de royale medewerking der Regeering rekenen. Wat voor ie visschers gedaan kan worden wil de Rwreering verbeteren, van de beschik bare middelen zal een intensief gobruik worden gemaakt. Financieels overwegingen b e- heerschen d ze zaak niet. De minister acht zijn wet beter dan wat de visschers zelf vragen. Meer dan een wets artikel uit de bestaande wet wordt onjuist uitgelegd. Bij de bepaling der waardevermindering worden alle factoren in aanmerking gen> men, die een rol kunnen spelen. De minister zette nog eens uiteen hoe ar tikel 13 werkt en betere dingen bereikt dan een uitkeering wegens waardevermindering, die sommigen imperatief willen voorschrij- De steunverleening moet individucel wor den bekeken. De wet stelt allerminst een premie op ver kwieting of slapheid, maar bedoelt econo mische voorzieningen te treffen. Een nieuw staatsrechterlijk beginsel inti'oduceert zij niet. Zou men een algemeene schadevergoe ding wenschen, dan zouden daarvan de ge volgen financieel niet zijn te overzien. Dat de wet verbeteringen brengt zette -de minister vervolgens uiteen. Opleiding, crcdietverleening c. d. worden belangrijk verbeterd. Het minimum der rente zal de miniiter nog van 4 op 3 terugbrengen. Elk karakter van armenzorg wil de minis ter uit art. 13 doen verdwijnen. Elke moge lijke hulp wordt verleend. Aan de practijk der uitvoering zal reorga nisatie der Generale Commissie niets veran- De plaatselijke Commissies wil men meer contact geven met de Generale Comm.esie. De minister verklaarde zich niet ongeneigd in die richting iets te doen. Er zullen geen twee commissie komen, maar de werkwijze der Generale Commis sie zal soepeler worden gemaakt. De minister is niet afkeerig van meer waarborgen, dat het rechtsgevoel van men schen. wier verzoeken worden afgewezen, wordt bevredigd. Er volgden INGEZONDEN MEDEDGELING replieken Mr. Heemskerk (a.r.) wees er den mi nister op, dat de omstandigheden zoo kun nen zijn dat iets anders gehandeld moet worden dan in 1925 is beredeneerd door nu nistcr v. Swaay. Er moet ook rekening ge houden worden met do stemming, die toen in de Kamer was. Wil de minister blijven uitgaan van hot verschaffen van een nieuw bedrijf als pri mair beginsel, dan zal het tobben blijven en zal men lang niet allen kunnen helpen Sneller zal kunnen worde gewerkt, indien de schadevergoedingsuitkcering wordt aanvaard Gelukkig heeft de minister gezegd, dat de zaak niet op financiecle bezwaren afstuit Kamer en Regeering zullen elkaar dus kun nen vinden. De heer Duys (s.d.) wijzigde zijn motie omtrent de samenstelling der Generale Com missie. Niet alleen meer vertegen woo Mi gers der visschers moeten er in maar ook vci-tegenwoordigers van andere belangheb bende groepen. Daarna repliceerde do heer Snoeck H e n k e m a n s, die zich bij do woorden van Mr. Heemskerk aansloot en uit de Hande lingen van 1925 aantoonde, dat niet zoo ab soluut als de minister het voorstelde, de be drijfsomvorming als primair was geponeerd En zeker was de Kamer het daannee niet eens. Er zijn ook tal van gevallen, waarin men daaraan niet meer denken kan. Met het oog op deze feiten werd den minister aangeraden zich niet tegen de amendemen ten der Commissie van Rapporteurs te ver zetten. "«««rv. Twlsl (a.r.) be streed het verslag van de commissie voor [DRAÏSpvArWALKErfBURCS-- e A iLEVF.RTRAAn HET A.R.J.A. LIED WAAROM ZOO VERSTOORD? De toogdag der A.R.J.A. te Amersfoort had een verloop, zooais men het maar wenschen kon. Ons blad heeft er met vreugde verslag van gedaan. Toen ik echter in een ander blad des Voor zitters rede las, bemerkte ik, dat het verslag ons blad niet volledig wa.;. Ik las toch het volgende: „Het echte a.r. type bezondigt zich niet gauw aan menschenvergoding. Hij kan wel liefhebben, en weet zijn groote helden te eeren, zooals wij, als A.R.J A.-ledcn graag zingen ons „Cnlijn lied", wie dat uitlegt als menschenvergoding, die heeft nog niet veel oog op onze mentaliteit, die. zoo jong als we zijn, toch a.r. is en wil zijn'" Ha. dacht, ik, dat is tegen mij, omdat ik onlangs schreef over het A.R.J A lied (niet „Ons Beginsel", maar) over Colïjn. Waarom was die tirade in ons blad weg gelaten? Bij onderzoek bleek, dat het absoluut en geheel onopzettelijk was gebeurd. Inkrim ping was noodig met het oog op ie plaatsruimte en „de man met het blauwe potlood" schrapte zonder verder na te den ken. deze critiek als minder belangrijk d n het andere. Groot gelijk heeft hij, dacht ik. Wie maakt zich nu hoos over oen niet-kwaad bedoelde boutade in deze hoek? Een ander voorman van de A R..T A., dia een uitvoerig persoonlijk schrijven zond, deed dit niet: hij sprak zijn spijt uit over mijn daad, doch verzocht dringend zijn brief niet tot een onderwerp van discussie to maken Wat ik, met het uitspreken van mijn voelens van hoogachting en sympathie voor zijn persoon en arbeid, dan ook niet doen Toch moet ik, terwiïle van de goede zaak. een paar opmerkingen maken. Waarom, zoo vraag ik me af, schijnt tn«n alles, wat hier staat, niet oen klemtoon der bitterheid te lezen? Ilad ik mii dan niet uitgeput in woorden en zinswendingen om duidelijk to rraken. dat men het niet zoo treeisch moest opvatten? Zplfs lazen sommigen er ui', dat de A.R.J A -actie in verhand stond m t d** kwestie-Kerk pn Vrede, omdat ik ook dat gereleveerd had. Hoe heb ik liet nu? Hoe zou het in mii» hoofd kunnen opkomen en hoe zonden onze persen het kunnen zetten en drukke--, dat ik de A R J A bespottelijk en verdacht zou willen maken? Ja. als men norit wat zont mag leggen op oen slakje, dat in de mops'uin va- een eee-t- verwante organisatie kruipt, dan zal nie mand er over vallen; maar dan wordt alle* wel erg dor en saai. Kijk eens, ik vind eerlijk en oprecht, dit het Colijnlied (hoe goed ook bedoeld! 'k wil dat wel tien keer herhalen) cteor een riinielaar gefahrireerd is en door de wijs, waarop het gezongen moet worden een komische ind-u'c maakt cn voor ooze te genstanders aanleiding oi minnen zni» om er een beetje mee te snotten. En ik begriin niet, dat Mr Sfheurer zoo weinig zin voor humor heeft nm iets anders te zeggen dan dit: Zeker. het was goed be doeld maaralle dingen stichten niet! Nadrukkelijk heb ik ge-mgd, dat er va a menschvergoding geen sprake was en dflt behoeft Mr Schenror dus niet te bestrijd n; en toch acht ik deze methode verkeerd. Waarom? Dit 1 iat zich beter gevoelen dan beschrijven. Het spiit mii. dat de Voorzitter mii riet met geliike munt betaald of gezwegen heeft; want om te zeggen, dat ik „nog ni°t veel oog heli op de men'nliteit der jonce- ren, dat is heelemnal nie' vrre"d"lijk Bovendien he i ik van meening. dat die mentaliteit een heetip anders is; öf ze zou anders moeten worden. Maar. ik ga niet potemteeeren en we"sch de A.R.J.A. met of m d-r dit lied, doph liefst zonder alles goeds toe. de rijksuitgaven omtrent den brief van de Alg. Rekenkamer ten geleid0 van een af schrift van de door haar gevoerde corres pondentie met den Minister van Waterstaat inzake de uitvoering van de Zui«ter?ep<ttiMin- wet. Hij noemde het oninist de Credtetvcr- eeniging met de Generale Commissie een or gaan voor de uitvoering van de Zuiderzee steunwet te noemen. De taak dier vereeni ging is de visschers in slant te stellen hun bedrijf zoo lang mogelijk uit te oefenen De credictvcreeniging is niet anders dan een steuncomité, haar arbeid wn.s niet een coin mercieele steunverleening. Met een h°dng van 729.000 heeft zij 7 jaren lang de vis scherij in stand gehouden De klacht van de commissie is dat de perceptkosten ah normaal hoog z;:n, maar de vraag is of die kosten lager ">u Jen zijn a's de generale mm ie de pelden in,Ie D ar iver spreek! tie ZU ister dc rekenkamer verkeerd - gens liet Hende'shlad betreuren snmdMgi- ledrn van de commissie het dal zij hun handteekening onder de conclusie hebben gezet. Op aanhouding van de conclusie werd aangedrongen. Nadat nok nog de hoeren Dips. v. d Bilt en De Visser hadden gerepliceerd, dupliceer de de Minister. Ilij zegde den lieer D. v Twist toe den hrief van dc Credietvereeniging over te leg gen. Op vooi-stel van den Voorzitter werd besloten de mm Insir van het verslag der vnïTT/'V' 'r' voorloop,* van ne neen ie \oercn. Daarna werden de algemeene beschouwin gen ge.sl. De stei 0PDe heden 1 i «le i I hennalil ca. lering, Jaagd tot

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 1