„Als Uw huid
onfrisch is en jeukt..I
PALMOLIVE ZEEP
Kunst en Letteren.
Wetenschap.
WOENSDAG 17 SEPTEMBER 1930 TWEEDE BLAD PAG. 5
Generale Synode der Gerei. Kerken
GEESTELIJKE VERZORGING DER
MILITAIREN
EEN TWEEDE LEGERPREDIKANT?
Kerkinstitueermg op Curagao?
HET ZENDINGSPROFESSORAAT
Zooals gemeld zette de Generale Synode
der Gerei". Kerken zich gistermorgen aller
eerst aan de afdoening van enkele grensre
gelingskwesties. Het was die, gerezen tus-
schen de Kerken van Heerenveen en Oude-
sohoot, die de meeste aandacht ivroeg.
Ds. M i n n e m a wees er op, dat de kwes
tie hierop neerkomt, of Oranjewoud behoort
tot Oudeschoot, ja of neen. Als Heerenveen
en de classis Heerenveen in haar oorspron
kelijke meening gelijk hebben, had Oude
schoot nooit tot openbaring mogen komen.
Spr. ging in de geschiedenis terug tot 1299,
om aan te toonen dat Oudeschoot van ouds
het centrum is geweest. In een interessant
historisch betoog toonde Spr. aan, dat naar
zijn overtuiging het ongelijk is aan de zijde
van Heerenveen.
De Voorzitter merkte na de korte pauze
voor de koffie op, dat hij gaarne Ds. Min-
nema nog wat tijd zou willen geven voor
zijn smakelijk en helder betoog. De tijd nijpt
echter en het is ook wel noodig dat voor de
ze zaak deputaten worden benoemd, want
de Synode kan hier toch geen beslissing
nemen.
De volgende conclusie werd daarop aange
nomen:
De Synode besluit:
drie Deputaten te benoemen, die met deze
kwestie nog geen bemoeienis hebben gehad,
met de opdracht, na gehoord te hebben de
Deputaten, die reeds in deze zaak betrokken
waren, te trachten zoo noodig met behulp
van classe en particuliere Synode door over
leg tot een bevredigende oplossing te gera
ken en aan de volgende Generale Synode
rapport uit te brengen.
De Voorzitter verwelkomde nu ter Syno-
de de predikanten Hagen ivan Delft en Van
Minnen van 's-Gravenzande, deputaten voor
de verzorging van de geestelijke belangen
der militairen.
Bij monde van den eerste werd daarna
verslag gedaan van den arbeid der drie
laatste jaren.
Aan het rapport is het volgende ontleend:
Het moderamen van Deputaten heeft een
keer geconfereerd met den Geref. legerpredi-
kant, Ds. Petersen, en met hem gesproken
over het uitzenden van Dienaren des
Woords naar enkele garnizoensplaatsen tij
dens de herhalingsoefeningen. Ds. Petersen
nam op zich in den Raad van Legerpredi-
kanten te verdedigen, dat aangezien Depu
taten een Dienaar des Woords zouden uit
zenden naar Breda, Ede en Harderwijk,
door den Raad daarheen geen Gereformeer
de of orthodoxe reserve-veldprediker zou
worden gezonden, en dat onze dienaren als
reserve-iveldpredikers zouden worden erkend.
Later kwam een schrijven van Ds. Petersen
Eveneens beloofde Ds. Petersen zijn me
dewerking te zullen verleenen desgevraagd,
voor de uitvoering van art. 91, 5 Reglement
Inw. Dienst, hoewel hij zelf daarvan geen
voorstander is. Ook is door Deputaten
Ds. Petersen schriftelijk verzocht om, naar
aanleiding van hun schrijven aan den Raad
van legerpredikanten inzake de bezwaren
van de classis Gorlcum, in dien raad het
Gereformeerde standpunt te verdedigen,
maar op dat schrijven kwam nooit ant
woord in.
Met den Minister van Defensie werd ge
correspondeerd over het Instituut der leger
predikanten. Voorts is aan den Minister een
schrijven gezonden, waarin aan Zijne Exc.
'dank betuigd werd voor de nieuwe bepaling
in art. 91, 5 Regl. Inw. Dienst.
Ingevolge hun opdracht hebben Dep. ook
meegewerkt aan de benoeming van Gerefor
meerde reserve-veldpredikers, door het doen
van .eenvoordracht van dertien Dienaren
des Woords. Met de dertien voor te dri
predikanten werden twee samenkomsten
gehouden, waarop de stipulation nog eens
werden besproken en allerlei inlichtingen
gegeven. Reeds dit jaar zijn twee van onze
reserve-veldpredikers benoemd om hulp
dienst te verrichten tijdens de herhalings
oefeningen, namelijk Ds. Prins voor Amers
foort en Ds. Ringnalda voor Breda.
De kerken van Breda, Ede en Harderwijk
stelden elk jaar hoogen prijs op de uitzen
ding van een Dienaar des Woords voor hulp
tijdens de H .0. Ds. Diemer van Vijfhuizen
arbeidde in '27, '28 en '29 te Breda, Ds. Ha
genaar van Meppel gedurende twee jaar te
Ede, en Ds. van Nes van Den Haag een jaar
in Ede en twee jaar in Harderwijk, terwijl
voor dit jaar aangewezen zijn voor Harder
wijk Ds. van Nes en voor Ede Ds. Eldersma
van Haamstede. Er gaat een rijke zegen uit
van dit werk der Geref. Kerken.
Naar aanleiding van een klacht van de
classis Gorkum omtrent het gemeenschap
pelijk optreden in een godsdienstoefening
van orthodoxe en moderne legerpredikanten
en gezamenlijke medewerking aan het
„Wachtwoord" dat zicih aandient als „or
gaan voor de geestelijke verzorging van
la,nd- en zeemacht", werd met den Raad
van legerpredikanten gecorrespondeerd. Uit
gesproken werd dat het niet juist is dat de
ze Raad als een eenheid optreedt inzake de
geestelijke verzorging der militairen en dat
die eenheid in administratieve aangelegen
heden kan uitkomen. Verzocht werd met de
ze practijk te breken en de Geref. Kerken
in deze zaak gerust te stellen.
In zijn antwoord deelde de Raad van le
gerpredikanten o.m. mode, dat hij niet als
een eenheid inzake de geestelijke verzorging
der militairen optreedt. Hij stelt in onderling
overleg algemeenc regelingen vast, naar
welke de behartiging van de geestelijke be
langen der militairen van verschillende
richtingen door de leden van den Raad
plaats vinden. De Raad is ook niet het
lichaam dat de pretentie heeft dat aan hem
de geestelijke verzorging van de weermacht
is toevertrouwd. Hij behartigt slechts zoo
lang de geestelijke verzorging van do mili
tairen die tot een kerkgemeenschap behoo-
ren, totdat die kerkgemeenschappen hun
roeping zullen verstaan en betrachten. Dan
zal vanzelf voor deze groepen dit gedeelte
van zijn taak wegvallen en het administra
tieve kunnen overblijven. Maar dan blijft
voor rekening van den Raad toch nog de
geestelijke verzorging, of liever de beharti
ging van de geestelijke belangen van het
niet klein getal dergenen die tot geen kerk
gemeenschap behooren.
Volgens Dep. neemt de Raad van legerpre
dikanten het standpunt in dat hij beoordee
len moet wat de Geref. Kerken voor de mi
litairen moeten doen. Dep. meenden deze
zaak niet zelf af te doen maar haar ter Sy
nodale tafel te brengen.
Geheel onverwacht is bij de herziening
van het Reglement op den Inwendigen
dienst vöor de infanterie i nhofdstuk 7, art.
91, t de volgende bepaling opgenomen:
Indien van de zijde van een kerkelijke ge
zindte tot den regiments-commandant het
verzoek komt, om aan de tot die gezindte
behoorende militairen gedurende het
waarin de legerpredikanten hun bijeenkom
sten houden, gelegenheid te geven voor
hebben van de godsdienstige bijeenkomst
der leiding van eigen ambtsdragers wordt
die gelegenheid verschaft, met dien verstan
de, dat het beschikbaar stellen van locali-
teit zal afhangen van plaatselijke omstan
digheden.
Bij de garnizoenskerken is erop aange
drongen van deze bepaling gebruik te ma
ken. Vele garnizoenskerken zouden, indien
er geen toespraken van legerpredikanten
werden gehouden, er niet aan denken
week met de eigen militairen godsdienstige
samenkomsten te beleggen, omdat dit eigen
lijk niet veel zin heeft. Maar nu de leger
predikanten van allerlei gezindte op gere
gelde tijden zulke samenkomsten houden,
achten onze Kerken het een oorzaak van
groote blijdschap dat ze nu op dezelfde
uren haar eigen militairen kunnen vergade
ren en hen daardoor afhouden van de dik
wijls moderne prediking der legerpredikan-
De classis Gorkum stelde voor dat Depu
taten zouden bevorderen dat de moderne en
orthodoxe legerpredikanten tegelijk in de
kazernes zouden optreden, waardoor de ker
kelijke samenkomsten zouden kunnen ver
vallen. Deputaten meenden dat het beter
was aan de bepaling van art. 91, 5 de hand
te houden.
De Kerk van Loe-nen aan de Vecht vroeg
advies aan welk adres deze de vele naar Cu
rasao vertrekkende Gereformeerde militai
ren moest overgeven. Welke vraag Deputa
ten naar uwe vergadering doorzenden.
Door Deputaten is aan de Kerken over 192S
en 1929 gevraagd een bijdrage van f 1 per
100 leden. Ook voor het vervol- achten De
putaten een dergelijke bijdrage noodig.
Over dit rapport rapporteerde Ds. H.
M e ij e r i n g, die eveneens rapporteerde
voorstellen van de classis Gorin-
chem inzake de geestelijke verzorging der
militairen met bijlagen. De commissie nam
met waardeering kennis van het streven der
Deputaten or-> rlen arbeid te houden in zui-
kerkelijke baan. De commissie oordeelt
het beter om in de gegeven omstandigheden
niet nader in te gaan op het schrijven van
den Minister.
Dat Deputaten inzake de bekende kwestie
te Nijmegen niet direct een prptest zonden
den Minister, maar zich eerst tot den
Raad van Legerpredikanten wendden, komt
de commissie zeer juist nn voorzichtig voor.
Dat de Raad een onbevredigend antwoord
zond moet'betreurd. De commissie oordeelt
nader schrijven van de Synode moet
gezonden aan den Raad.
De rapporteur maakte ook melding van
een ingekomen schrijven van Ds. J. J. Wie-
lenga, te Alblasserdam, die een kleinen
kring van Geref. op Curasao als adviseur
diende en welke kring om institueering
vraagt. De commissie stelde voor deze zaak
te doen ressorteeren onder een der Kerken
van Den Haag.
Dë commissie stelde voor de classis Go-
rinchem op haar weg niet te vólgen, wijl,
wat zij wil overbodig en ongewenscht is.
Hoogstens kan de wensoli worden uitge
sproken in een schrijven aan den Minister,
dat aan het verlangen van Gorinchem zal
worden voldaan.
Het komt de commissie gewenscht
t. z. t. op de benoeming van een tweeden
Geref. iegerpredikant bij den Minister aan te
dringen. Deze legerpredikanten moeten dan
aan ecu plaatselijke Kerk verbonden zijn.
gelijk ook met de reserve-veldpredikers liet
geval is.
Na eenige discussie stelde Dr. D ij k en
kele vragen. De rapporteur, Ds. Hagen,
deelde mode, dat in den beginne de leger
predikanten voor de herhalingsoefeningen
niets deden. Toen zijn de Deputaten vanwege
de Geref. Kerken begonnen en toen het goed
liep begonnen ook de legerpredikanten. Men
kreeg toen het gekke geval dat bij
door Deputaten Ds. Diemer werd gezonden
en Ds. Faher, eveneens Geref. predikant,
door den Raad. Deputaten verzochten toen
den Iegerpredikant Ds. Petersen in den Raad
deze zaak ter sprake te brengen en het ge
voelen van Deputaten te verdedigen.
Deze zaak is echter op niets uitgeloopen.
De Synode vereenigde zich met de volgen
de conclusies:
le. aan de Deputaten ter behartiging van
de geestelijke belangen onzer militairen
dank te betuigen voor hun belangrijken ar
beid en hen van hun financieel beheer te
dechargeeren;
2e. namens de Synode en schrijven te rich
ten aan Z. Ex. den Minister van Defensie,
dat zij met dankbaarheid kennis nam van
de bepaling, opgenomen in Hfdst. VII Art.
91—5 van Reglement op den Inwendigen
Dienst der Infanterie en het vertrouwen
Uitspreekt, dat deze bepaling zal worden
uitgebreid Voor alle wapens;
3e. namens de Synode tot den Raad van
legerpredikanten, in verband met het door
tlezen gegeven antwoord aan Deputaten,
December 1929, een schrijven te richten,
overeenkomstig het door de commissie ont
worpen concept ,en de leden van het mode-
ramen der Synode te machtigen, hierover
verder te handelen en te rapporteeren aan
de e.v. Synode;
•ie. de Kerk van 's-Gravenhage-West uit
te noodigen, om de correspondentie met den
kring van Gereformeerden op Curacao op
zich te nemen en in samenwerking met de
te benoemen Deputaten voor de geestelijke
rzorging der militairen en zoo noodig
met financieelen steun van dezen, te trach
ten daarheen een jeugdig Dienaar des
ds te zenden, opdat het aldaar in den
Kerkdijken weg zoo spoedig mogelijk tot
nstitueering van een Gereformeerde Kerk
5e. aan alle Kerken per circulaire mede-
deeling te doen van het adres der Vereeni-
ging tot bevordering van Gereformeerd'
Kerkelijk leven op Curaqao, met verzoek al
le derwaarts vertrekkende leden hiermede in
kennis te stellen;
Ge. aan de Classis Gorinchem te berich
ten, dat de Synode meent op haar voorstel
niet te moeten ingaan, aangezien: het daar
in sub Ia voorgestelde overbodig mag wor
den geacht, als zullende vermoedelijk auto
matisch volgen, het daarin sub Ib bedoelde
ook bij de tegenwoordige redactie der on-
derhavige bepaling reeds plaats vindt en de
gevreesde moeilijkheden zich eerst dienen
te doen; tegen het sub Ic voorgestelde
het bezwaar geldt, dat alsdan vermoe
delijk de benoeming van een tweeden vrij-
nigen Legerpredikant noodzakelijk zou
worden;,
7e. opnieuw Deputaten te benoemen en
a. de kerken bij de Regeering te vertegen
woordigen voor de geestelijke verzorging
der Gereformeerde militairen;
b. voort te gaan met medewerking te ver
leenen bij de tijdelijke benoeming van pre
dikanten voor hulpdienst bij de herhalings
oefeningen;
c. eventueel mede te werken aan de be
noeming van Legerpredikanten en reserve
veldpredikers in komende vacatures, met
dien verstande, dat aangedrongen worde op
de benoeming van twee Gerei. Legerpredi
kanten en dat ook dezen zoo mogelijk aan
een plaatselijke kerk verbonden blijven, even
als dit nu geregeld is voor de reserve-veld
predikers;
d. bij die Classis, di nog geen deputaat voor
de militairen benoemden, of aan dezen ar
beid tot dusver geen finantieelen steun bo
den, erop aan te dringen dit alsnog te doen;
e. te bevorderen, zoo noodig door liet ver
leenen van finantieelen steun, dat te Nieu-
wersluis en te Milligen godsdienstoefenin
gen worden gehouden vanwege de Gerefor
meerde Kerken, waaronder deze plaatsen
ressorteeren;
8e. aan Ds. J. J. Wielinga te Alblasserdam
hartelijk dank te betuigen voor zijn be
moeiingen in het geestelijk belang der Ge
reformeerden op Curacao en voor de toezen
ding aan de Synode van het schrijven aan
zijn adres van de „Vereeniging tot bevorde
ring van Geref. Kerkelijk leven op Curacao"
met vermelding van de reden, waarom de
verdere correspondentie is opgedragen aan
de Kerk van 's-Gravenhage-WesL
Dr. v. A n d e 1 kon zich met de brief, die
geconciprieerd is, niet geheel vereenigen. De
Synode vraagt den Raad om inlichtingen
maar geeft ze zelve ook tóch niet op een be
paald punt. Is de zaak in het slot niet te
scherp gesteld?
Ds. Hagen lichtte de zaak even nader
toe. In het schrijven van den Raad ligt den
schijn dat Deputaten der Geref. Kerken hun
roeping met nakomen,
Ds. D o u m a citeerde uit het Alg. H.blad
het rapport dat de Raad aan de Alg. Synode
der N'ed. Herv. Kerk heeft uitgebracht,
waarin een satz aan het adres der Geref.
Kerken voorkomt die op de zaak eenig licht
werpt.
Na eenige discussie werd de concept-brief
vastgesteld.
Hierna rapporteerde Ds. H. Meyering
over een schrijven van Ds. F. Tollenaar te
Den Helder en 9 andere predikanten in gar
nizoenskerken, inhoudende bezwaar tegen
een besluit van de Gen. Synocfè van Utrecht
(1923), waarbij uitgesproken werd dat de
predikanten in de garnizoenskerken de mi
litairen als gewone doophdmaten der Ge
meente moeten beschouwen. Geestelijke
verzorging der militairen in garnizoensker
ken valt onder den ambtelijken arbeid en
dat is niet het geval met de predikanten
die bij de herhalingsoefeningen de geestelij
ke verzorging behartigen. De conclusie strek
te tot afwijzing van het verzoek.
Ds. Schoemakers oordeelde dat de
Synode van Utrecht al te principieel is ge
weest. Spr. geeft ook catechisatie in de ka
zerne. Maar dit brengt geen enkele verant
woordelijkheid. Het is spr. tot op den hui-
digen dag niet duidelijk waarom men daar
voor geen vergoeding mag ontvangen. Spr.
wil niet dat de Synode aan de garnizoens
kerken een doceurtje verleenen zal. Men la
te dit over aan de consciëntie der plaatse
Iijke kerken.
Spr, ziet geen verschil tusschen predikan
ten in garnizoenskerken en die bij de her
halingsoefeningen.
Spr. meende een en ander te moeten zeg
gen ter ontlasting van zijn consciëntie.
Ds. Gerber sloot zich bij dit woord ge
heel aan. Spr. citeerde de uitspraak van
den heer J. J. C. v. Dijk, destijds minister
van Oorlog, die zeide zich niet te künnen
begrijpen waarom de Geref. Kerken dit
geld niet acceptéeren, wijl de regeering daar
aan geen voorwaarden verbond. Herv. en
Geref. predikanten doen hetzelfde werk
nu zegt de Synode der Geref, Kerken dat
de Geref. predikanten dit geld niet acceptee
ren mogen. Het gaat niet zoozeer om de knik
kers, maar om het spel.
Ds. v. Minnen, Deputaat voor de gees
telijke verzorging, wees er op hoe oorspron
kelijk dit geld niet als vergoeding was be
doeld ,maar als een vriendelijkheid der Re
geering. Ze is vastgesteld in overleg met
de vertegenwoordigers van verschillende
kerkformafie, die het geheel met elkander
De Synode van Utrecht nam eén besluit
dat viel in een tijd van buitengewone sub
sidievrees. Het is eigenaardig dat wat op
het. Noordelijk halfrond zornde is op het Zui
delijke genade is, want we leven in Indie
met hospitalen etc. bij subsidie. We kunnen
natuurlijk niet aan de regeering om dit
geld vragen. Daar zou een weg op moeten
gevonden worden.
Ds. M e y e r 1 n g wees er op dat hij per
soonlijk het met de sprekers eens was. In
1927 heeft de Synode met groote meerder
heid het besluit van 1923 nog eens bekrach
tigd. Men kan als er geen principieele be
zwaren zijn er nu toch niet weer op terug
komen.
Ds. Hagen wil de Synode nog eens na
drukkelijk op het. hart binden zich wel te
bezinnen eer men het verzoek van Ds. Tol
lenaar c.s. om het geld te mogen aannemen
afwijst.
Dr. v. Es meent dat de Synode van 1923
een juist besluit nam.
De Synode wees het verzoek van Ds. Tol
lenaar c.s. met 27 tegen 23 stemmen af.
Ds. Meyering rapporteerde voorts over
een schrijven van Ds. N. Diemer van Vijf
huizen, over den doorloopenden geestelijken
arbeid in de garnizoenen.
Het verzoek werd afgewezen wijl hier
geen taak is voor de Kerken in het alge
meen, maar voor de garnizoenskerken.
Tenslotte rapporteerde Ds. Meyering
over een schrijven van den heer A. van Hel
den, eveneens Deputaat voor de geestelijke
verzorging, die als militair-deskundige gaar
ne zijn licht op de zaak-Gorinchem werpen
wilde. Aangezien de schrijver geen bepaald
voorste] deed, werd zijn schrijven onder
dankzegging voor kennisgeving aangeno-
De p r a e s e s dankte Deputaten voor hun
gewichtig en serieus werk. Zij bleken de
rechte mannen op de rechte plaats.
Catechetisch leerboek
De voorzitter stelde nu wederom aan
de orde de stemming over de kwestie van
het leerboek. In de zitting van Woensdag
staakten de stemmen over een voorstel van
Dr. Dijk om wel Deputaten te benoemen.
Het voorstel van Dr. Dijk, nl. om in de
Kerken een uitnoodiging te doen uitgaan
voor de saamstelling van een nieuw concept
catechetisch leerboek werd aangenomen
met 27 tegen 26 stemmen.
onderwijs een Geref. schipperskinderen.
Ds. Klaarhamer, Dr. Dijk en de
praeses ontwikkelden eenige bezwaren.
Het concept werd hierna goedgekeurd en
zal aan de Kerken met een dringende aan
beveling worden gezonden, alsook in het
Chr. Schippersblad worden afgedrukt
Het Zendingsprofessoraat.
Hierna rapporteerde Rrof. Wa te rink
namens de door de Synode benoemde com
missie van 7 om van advies te dienen over
de practische uitvoering van de benoeming
van een Zendingshoogleeraar aan de Theol.
School te Kampen.
Voorgesteld werd als volgt te besluiten:
ie. Het besluit van de Synode in haar ne
gende zitting aldus aan te vullen, dat gele
zen worde: „Zij besluit maatregelen te ne
men, welke kunnen leiden tot de benoeming
van een buitengewoon hoogleeraar in de
zendingsvakken aan de Theologische School
te Kampen".
2e. Aan de Curatoren der Theol. School
op te dragen, tegen de eerstvolgende Gene
rale Synode een ontwerp van wijzigingen in
de bestaande regelingen, zooals deze wijzi
gingen door het sub 1 genomen besluit
noodzakelijk worden, vast te stellen en aan
de Synode ter goedkeuring voor te leggen.
3e. Aan de Curatoren en Hoogleeraren der
Theol. School op te dragen, voor zij defini
tieve voorstellen inzake de benoeming van
een hoogleeraar in de Zendingsvakken aan
de Synode voorleggen, overleg te plegen met
de Theologische faculteit der Vrije Universi
teit, voorzoover zulks mogelijk is.
4e. Aan de Curatoren en eveneens aan de
Deputaten voor de Zending op te dragen uit
te zien naar een persoon, geschikt om be
noemd te worden tot hoogleeraar in de Zen
dingsvakken, met dien verstande, dat Cura
toren en Deputaten voornoemd elkander op
de hoogte houden van den stand van zaken.
5e. Aan de Deputaten voor de Zending op
te dragen, zoodra hun aandacht op een ge
schikt persoon gevestigd is, in overleg te
treden met de afzonderlijke vergadering op
Midden-Java en op Soemba, en daarna hun
gemotiveerd advies uit te brengen aan de
Curatoren der Theologische School, die daar
na, behoudens het sub 3 bedoeld overleg, te
zamen met het moderamen der Zendings-
deputaten een ivoordracht ter benoeming
van den Zendingshoogleeraar indienen, een
en ander naar de regelen daarvoor gesteld,
dien verstande, dat eerst nadat 'i. bepaalde
voordracht omtrent een te benoemen per
soon mogelijk is, beslist zal worden, welke
Zendingsvakken zullen worden opgedragen
aan den te benoemen hoogleeraar.
6e. Aan de Curatoren op te dragen om,
indien het mocht zijn, dat er voor den 31en
Juli 1932 een voordracht gereed was, daar
van kennis te geven aan het Moderamen der
tegenwoordige Generale Synode, met ver
zoek de Synode te doen samenkomen.
7e. Deze Generale Synode provisorisch te
sluiten en aan het Moderamen op te dragen
de Synode te doen samenkomen voor de
zaak der benoeming van een hoogleeraar in
de Zendingsvakken en wat daarmede samen
hangt, indien de sub 6 genoemde voorwaar
de wordt vervuld en zulks binnen twee
maanden nadat het /verzoek daartoe in
kwam.
De verdere beoordeeling en beslissing
over wat het door de Deputaten voor de
Zending bij de Generale Synode ingediende
rapport inzake „betere vooropleiding" voor
stelt betreffende missionaire artsen cn ver
plegend en onderwijzend personeel te laten
rusten, totdat een hoogleeraar in de Zen
dingvakken zal zijn benoemd..
Dr. v. E s hoorde met genoegen dat de cu
ratoren van Kampen niet zijn uitgescha
keld, al worden zij nu gebonden aan het
rapport, wat hun beteekenis danig vermin
dert. Wat is een buitengewoon hoogleeraar?
Ds. M i e d e m a constateerde dat dit rap
port iets anders is dan het desbetreffende
besluit dat de Synode in haar 9e zitting
nam. Het trof Spr. dat men de vakken nu
niét nader omlijnd heeft
Ds. M e ij e r i n g wilde gaarne weten in
hoeverre het curatorium van Kampen zal ge
bonden zijn aan de besluiten der Generale
Zendingsdeputaten.
Prof. W a t e r i n k beantwoordde hierna
de gemaakte opmerkingen. De Synode heeft
meent Spr. toch de vrijheid om te besluiten
dat er een hoogleeraar in de Zending komen
zal en dat dit een buitengewoon hoogleeraar
zijn zal? Ook kan het curatorium opdracht
geven om met bepaalde voorstellen te komen.
Spr. zette voorts uiteen h t verschil tusschen
een buitengewoon hoogleeraar en een rec
tor. De meening van Ds. Miedema berust
toch op een misverstand. De beslissing blijft
in handen van curatoren.
De Synode vereenigde zich met de voor
gestelde conclusies.
Nog eens het Huwelijksformulier.
Prof. H e p p rapporteerde hierna over de
voorgestelde wijziging van het Huwelijks
formulier, welke zaak reeds een en ander
maal op deze Synode ter tafel kwam.
Bij de commissie l&vamen enkele voorstel
len van Synode-leden in. Deze commissie
meende die allen te moeten afwijzen en pre
fereerde handhaving van het bestaande.
Zoo men weet was het vooral de clausule
„de gave der onthouding" die aanleiding tot
discussie gaf. Er waren er die een nadere
omschrijving daarvan verlangden en ook
waren er Synode-leden die handhaving van
den bestaanden tekst verlangden.
De laatsten hebben nu hun zin gekregen
Met 39—13 stemmen werd alzoo besloten,
waarmee meteen aver wijziging of schrap
ping beslist was.
Ook grensregelingen tot slot.
Oud. J. de Wit rapporteerde vervolgens
nog over een bezwaarschrift van den Kerke
raad van Siegerswoude tegen de goedkeuring
door de Particuliere Synode van Groningen
van een besluit der classis Grootegast in
zake de grenskwesties De Welp-Siegerswou
de .alsmede over een adres van J. J. Wage
naar en anderen te Siegerswoude betrekking
hebbende op dezelfde zaak.
De volgende conclusie werd met algemee
nc stemmen aanvaard:
De Synode besluit:
le. Deputaten te benoemen die een onder
zoek ter plaatse instellen, teneinde te trach
ten de zaak tot een goed einde te brengen cu
hierover de volgende Synode te rapportceren.
2e. De Part. Synode van Groningen en de
betrokken Kerkeraden van deze benoeming
kennis te geven.
Oud. J. de Wit rapporteerde verder over
bezwaren van de Kerken van Goönga en
Sybrandaburen tegen het besluit der Gen.
Synode van Groningen inzake grenswijzi
ging tussohen deze Kerken en die van Schar
negoutum.
De Commissie stelde voor:
le. de grensregeling tusschen de Kerken
van Goënga c.a. en Sybrandaburen c.a. en
Scharnegoutum c.a. definitief vast te stel
len als omschreven in de acta art. 279 der
Gen Synode van Groningen 1927;
2e. de betrokken Kerkeraden hiervan me-
dedeeling te doen.
De vergadering werd hierna verdaagd,
nadat de praeses in dankgebed was voor
gegaan.
INGEZONDEN MEDEDEELING
„Gewone zeepsoorten kunnen
veel onheil stichten. Moderne
schoonheids-specialisten raden
daarom het gebruik aan van
met plantenoliênge■maakte zeep.
Palmoliveuit zuivere palm- en
olijfoliën samengesteldwerkt
verfrisschend en is zelfs voor de
gevoeligste huid onschadelijk."
Korfürstendaram 200, Berlijn W. 13
komt dit vermoedelijk door de zeep, die
U gebruikt,"
verklaart CARSTEN, te Berlijn
„Het dagelijksch reinigen der huid met Palmolive
zeep vormt den grondslag van al mijn methodes,
zelfs der meest ingewikkelde," vervolgt hij.
In Herr Carsten's beroemden schoonheids-salon, waar
elegante vrouwen uit de beste kringen der geheele
wereld om advies komen, wordt uitsluitend Palmolive
zeep aanbevolen voor de volgende eenvoudige be
handeling, welke thuis door iedereen kan worden
toegepast: 's morgens en 's avonds gezicht en hals
twee minuten lang masseeren met uit Palmolive zeep
en warm water verkregen overvloedig schuim.
Met warm, daarna met koud water afspoelen.
24.592 schoonheids-specialisten, over de geheele
wereld verspreid, bevelen mèt
Leo Carsten deze methode
ten zeerste aan. Ook U kunt
haar toepassen. Begint
nog heden!
Blijft de Palmolive
zeep, die zoo weinig
kost, tevens voor Uw
bad gebruiken, om
Uw huid jong, gezond
en zacht te houden.
„Moderne schoonheids
behandelingen met ultra
violette stralen of radio
actieve prceparaten, heb
ben in bepaalde gevallen
stellig groote waarde.
Denkt echter metdat
de oudere, eenvoudigere
methodes hierdoor buiten
gebruik zijn gesteld
zegt Leo Carsten.
HET KORENLAND
Augustus 1930.
H- A. Mulder draagt een mooi artikel bij
over Vondels „Adam in BallingschapDit
werk, uit artistiek oogpunt een bekoring,
ie het eenige stuk van Vondel, dat werke
lijk een tragedie heeten xnag. oniditl
het niet blij eindigt.
Het gaal over „aller treuispelen treur-
6pel", gelijk de dichter de zondeval noemde.
Over de dramatische beteekenie van dit
en Vondels andere werken merkt Mulder
op:
„Toen Vondel den Adam schreef, was zijn
glorietijd op het Nederiandsche tooneei
reeds voorbij en trok de bombastische schrij
ver bloedig-romantische drama's, Jan Vos,
het volk. Jan Vos schreef kijkstukken en
bij Vondel viel er nooit zooveel te zien. Ei
gebeurde zoo weinig, Vondel liet zijn perso
nages maar ellenlange redeneeringen hou
den, in plaats van ze handelend te doen
optreden.
Inderdaad zijn Vondels stukken in de eer
ste plaats voor 't gehoor geschreven. Niet
het onderwerp is) bij Vondel het belang
rijkste. maar de dichterlijke verbeelding,
zooals deze haar onderwerp omschept
het in klank en rhythme leven doet. E
zoo is het in Vondels drama niet het eigen
lijke gebeuren, dat onze aandacht heeft te
boeien, maar de muzikale stroom,
waarin Vondels dichtergeest zich uitstort.
Daarin is ook de onontbeerlijke „spanning'
gelegen, 'n spanning, die gaande gehouden
wordt, niet door de vraag: wat beeldt
Vondel uit? maar door de
beeldt Vondel uit? Het antwoord op deze
vraag rndeton we niet zoeken in de richting
van psychologische verdieping of van pei
ling van het menschenhart. Vondel i« 'n
geheel andersoortig dichter dan Shakes
peare. Een groot menschenkenner als deze
was hij niet. Vondel was 'n dichter van
lijksche leven. In den omgang bezat hij iets
naïefs. Neen, een realistisch kunstenaar
was hij niet- Vondel was 'n dichter van
ideeën; al wat hij 6chreef kwam voort uit
de ideöele wereld zijner viei iencn".
„Het is waar, dat Vondels dramaa's hun
Rroolheid niet in de eerste plaats danken
aan hun speelbaarheid. Vondel zelf heeft
niet anders gewild: de „toestel des treur
handels" behoorde zoodanig te wezen, zegt
hij ergens, „dal die zonder eenige kunstt
narij, of hulp der lijdende pensonaedj.
maghtig ware alleen do
en I e
en de
tr
oil l
zijn werking te doen".
„Toch meene men niet, dat werkelijk-
drama'tische spanning in den zin van uit
beelding van conflicten, ontbreekt". „Al is
bij hem de idee van zijn stuk het voor
naamste. toch vonden zijn gestalten geen
levenlooze marionetten".
Behalve dit uitetekemd-orienfeerend ar
tikel van Mulder bevat de aflevering een
ernstig woord van Ir. II J. Rijks over
Bijbel in het persoonlijk leven", verzen van
VV. Ilessels, een beschouwing van J. G. I.eib-
brandt over Moderne Vredesactie. een inter-
vieuw van P. J- Risseeuw door Jan de
Groot en kroniek. Opnieuw moge dit mooie
maandblad voor cultuur en jeugdvorming
aanbevolen worden.
Prof. Piccard heeft tezamen met de di
rectie van de hallonfabriek Riedinger een
communique uitgegeven, waarin staat, dat
het opstijgen tegen Zondagmorgen vroeg
was vastgesteld, omdat de weeromstandig
heden gunstig waren.
Kort na de vulling van den ballon, kwam
Zondagmorgen een wind opzetten, die
steeds sterker werd. Om acht uur was deze
wind zoo hevig, dat bij een opstijgen de in
strumenten aan gevaar zouden kunnen
worden blootgesteld' Om deze reden werd
het vertrek uitgesteld. Er is geen schade
Tericht. De ballon was goed gevuld.
VOLGENS ROODE METHODE
METEN MET DEZELFDE MAAT.
Als de roode huisbezoekers u verzekeren,
dat de Regeering van plan is om weer 120
millioen, 120.000.000 gulden aan het militai
risme ten offer te brengen, dan moet gij ze
ook eens wat vertellen.
En wèl dit:
Gij hebt volkomen gelijk, waaide propa
gandisten; maar weet ge wel, dat de publie
ke kassen, dat zijn die van het rijk, de pro
vincie en de gemeente, dat zijn dus de be
lastingbetalers, ook makkelijk een paar mil
lioen offeren ten bate van sociaal-democra-
tiscne Kamerleden, mirgemeesters, gepen-
sionneord of op wachtgeld?
Of, wilt u het liever gespecifieerd? Goed.
Ik ken een sociaal-democraat, die uit de
publieke kassen ontvangt het lieve somme
tje van om en bij f 120.000, want hij is wet
houder in functie, Kamerlid met pensioen
en ambtenaar op wachtgeld.
Ik ken een ander sociaal-democraat, die
aanspraak heeft op f 70.000 of meer; (behal
ve dat hij tijd heeft voor een drukke advo
catenpraktijk), want hij is Kamerlid, oud
wethouder en rijksambtenaar op wachtgeld.
Er is een sociaal-democraat, die op f 100.000
uit de publieke kassen rekenen kan. want
hij is Kamerlid, wethouder met mooi pen
sioen en als ik me niet vergis regee-
rings commissaris in een onderneming, wel
ke daarvoor goed betaalt.
Er is een sociaal-democraat, die ook mak-
keliH de f 100.000 haalt, indien niet meer.
wanthij is Kamerlid en Gedeputeerde en
wellicht ook ambtenaar op wachtgeld.
Nummer vijf, aan wie ik toevallig denk,
blijft evenmin beneden de f 100.000; hij is
ook Kamerlid en Gedeputeerde.
Nummer 6 is Kamerlid en Burgemeester;
ook makkelijk een ton. Wellicht ook wacht
geld.
De volgende is eveneens Kamerlid en Bur
gemeester: iets minder dan een ton; wel
licht ook wachtgeld.
Weer anderen zijn wethouder en lid der
Eerste Kamer; hij elkander wordt dat ook
wel een ton.
Een heele rij kan op meer dan 1 50.000 re
kenen; immers ze zijn Kamerlid en hebben
nog wel eenig verval; b.v. als Rnads- en
Statenlid, wethouder in een kleine gemeen
te; lid van commissies, welke vacatiegeld
geven cn meer mogelijkheden, welke ik niet
overzien kan.
Zooals ik ook alle niet-te-controlecren in
komsten buiten beschouwing laat; doch wel
ke er vaak zijn.
Ik zeg dus maar: die roode volksvertegen
woordigers en autoriteiten bezwaren do pu
blieke kas met millioenen!
Maar, als ik dat zeg. dan schelden de roo
de propagandisten mij uit voor al wat h-e-
lijk is. Want ten eerste vinden ze het niet
pleizierig, als er over de hooge publieke sa
larissen van sociaal-democraten gesproken
wordt; doch in de tweede plnats vinden ze
het en zeer terecht onbehoorlijk
van mij, dat ik de zaken zoo voorstel. En
toch deed ik niets anders, dan scat zij zelf
loon met hun 120 millioen voor (Mjvlunt: ik
nam de salaris-, wachtgeld- en iWsiocnge-
tallcn over een tijdsverloop van tien jaar!
Dat is gemeen, sist men mij i<k>.
Precies, het is even onbehoorlijk als de
roode demagogie, welke schreeuw i over; 121)
illioen voor de vloot.
t Is ineten met dezelfde mant!
BOOTTREIN N.V. STOOMV.-MIJ
..NEDERLAND"'
Het Agentschap der N. V. Stoomvaart-
Mij. „Nederland", de firma lviivper, Van
Dam en Smeer te Rotterdam, meldt, .Int de
boottrein, aansluiting gevend op het rus.
„P. C. Hooft", hetwelk 19 September e.s.
van Genua zal afvaren, Donderdagmorgen
18 dezer zal vertrekken van Rotterdam
(Maas) te 8.16 uur. Vertrek van '*-Gra\en-
hage (S.S.) tc 8.47 uur.