Lel
BOUWCREDIETEN
Moderne Benedenhuizen en Etagewoningen
LEIDEN-OEGSTGEEST
Raad van Arbitrage voor
de Bouwbedrijven
TE KOOP of TE HUUR:
TE HUUR
I,
Bouwbedrijf Gebr. WERNER
op
u
Moderne Winkel
en Woonhuizen
N.V. Rotterdamsche Glas-Mij. - Aeibrechtskade IB3164 - Telefoon 34214 - Het aangewezen adres voor de Bouwvakken.
De N.V. Leidsche Expl.-Maatsch. g
van Onroerende Goederen 1
Stationsweg 18 Telefoon 1649 1
LEIDEN
biedt zoowel te LEIDEN als te OEGST- 1
GEEST verschillende perceelen en bouw- i
terreinen TE KOOP of TE HUUR aan. 1
BOUWBLAD No. 09, Pag. 4
MAANDAG 15 SEPTEMBER 1930
Rotterdamsche Boaz-Bank NA'.
Pompenburgsingel 13
ROTTERDAM
Verschenen is het- Jaarverslag
Ilaad van Arbitrage voor de Bouwbedrijven
ver het jaar 1929, in welk jaar 53 geschil-
jig we
pectievelijk
1928.
Enkele
MARKANTE UITSPRAKEN,
tof gedeelten daaruit, zullen we in deze ko
lommen bespreken.
Rij de uitvoering van een werk, vanwege
toen onzer groote gemeenten aanbesteed,
was afgeweken van de in het bestek opgege
ven zwaarten van het ijzer. Aannemer was
nu van meening, dat met hem moest wor
den afgerekend op de basis, ate ware het
ijzerwerk geheel volgens bestek uitgevoerd,
waarna dan de kostprijs van het mindere
gewicht aan ijzer kon worden afgetrokken;
dit standpunt werd door aanbesteedster, die
het mindere aantal k.g. tegen den zoowel
materialen als verwering omvattenden
eenheidsprijs had afgetrokken, bestreden.
De Commissie meende, dat de redenec-
rinc van aanbesteedster hier niet moet
gelden, omdat de niet overeenstemming van
bestekshoeveelheid en verwerkte hoeveel
heid blijkbaar was voortgesproten uit een
minder nauwkeurigen opzet van de con
structie door de directie, waarop de aan
nemer niet had te rekenen.
Dezelfde aannemer had tegen dezelfde di
rectie op een ander daarmede verband hou
dend werk een vordering ingesteld wegens
bedrijfsschade, geleden gedurende den tijd
van overschrijding der bestektermijnen,
omdat de aanbesteedster gedurende dien
tijd beslag had gelegd op zijn persoon, zijn
personeel, zijn gereedschappen en zijn kapi
taal.
Indien gedurende abnormaal lange tijden
aldus overwoog de Commissie abnor
maal hooge geldsommen van den aanne
mer in de aangenomen werken zijn vastge
legd geweest, ten gevolge van omstandig
heden, waarvoor de aanbesteedster het risi
co behoort te dragen, bestaat er als regel
reden, den aannemer vergoeding voor gele
den bedrijfsschade toe te wijzen. Of de
tijdsduur van vastlegging der gelden ab
normaal is, moet beoordeeld worden naar
wat het bestek daaromtrent doet veronder
stellen; met abnormaal hooge geldsommen
wordt bedoeld: abnormaal hoog in vergehj-
lcinc met de bedragen, die aannemer be
hoorde te vernachten in zijn werk te moe-
tCWanCrkeen saldo meer werk van ongeveer
10 r>Ct van de aajineemsom geen abnor
maal verschijnsel is, zullen als regel kwes
ties over betaling van zulk een rekening en
de noodzakelijk daarmede samenwerkende
vertraging in de afrekening tot het normale
risico van den aannemer behooren en kan
het gemis van een doel van zijn werkkapi
taal in zulk een geval als regel met een
rentevergoeding van 6 pCt worden goedgc
nlErkbestaat echter geen reden, de schade
vergoeding van den aannemer tot het door
hem „geleden verlies" te en de vergoeding
van „gederfde winst" uit te sluiten, mits
slechts de bedrijfsschade een „onnuddel.ijk
en dadelijk gevolg" is van het niet nakomen
der verbintenis en men ten tijde van het
aangaan daarvan deze schade heeft kunnen
voorzien.
Gewoonlijk zal een aannemer eerst zijn
eigenTapiJaal aanwenden ter financiering
van do door hem aangenomen werken. ho
zal daarnaast als regel gobruik maken van
een crediet bij een bankinstelling, dodi zal
zulk een crediet slechts tot een bepaa d be
drag kunnen verkrijgen. Het feit, dat hij
geruimen tijd meer dan het normale ge
deelte van de aanneemsom ten behoeve van
een werk heeft moeten aanwenden en
dit geld voorloopig niet terug krijgt
ontneemt hem de beschikking over een
deel van zijn werkkapitaal en beperkt hem
in de mogelijkheid, werken aan te nemen
en uit te voeren. Een en ander is n reent-
streeksoh en voorzienbaar gevolg van de
schade veroorzakende feiten.
Ten aanzien van de bedrijfsschade, gele
den gedurende den tijd van overschrijding
der bestekstermijnen van het werk: „leggen
transportleiding", overwoog de commissie
in het concrete geval, dat de aanae™e.T
abnormaal boog bedrag van rond f 5o.000
gedurende een abnormaal langeft tijd door
vastlegging in het werk gemist had, ten
gevolge van omstandigheden, waarvoor aan
besteedster het risico behoorde te dragen
Daar bovengenoemd bedrag successievelijk
in het werk was gestoken en geacht moet
worden hierin te zijn vastgelegd geweest
tot 1 Augustus 1926 (tijdstip van aanvang
berekening bedrijfsschade vorigen post),
kon men aannemen, dat het volle bedrag
slechts gedurende 13V2 maand was vast
gehouden.
Met f 55.000 had aannemer werken kun
nen aannemen tot een bedrag van drie
maal deze som, dus van f 165.000. De winst,
die hem door het missen van bedoelde
f 55.000 was ontgaan, werd door de com
missie, in aanmerking nemend de goede en
kwade kansen van een aannemersbedrijf
ails het zijne, tevens in aanmerking ne
mend, dat hij den eersten tijd waarover de
schade was berekend, de beschikking over
zijn op dit werk gebruikt materiaal en ge
reedschappen niet had en dat hij geduren-
de dien tijd niet kon verhuren, gebaseerd
op 71/> pet. per jaar van bovengenoemd b^
drag van f 165.000, dus op jaarlijks f 12.375.
wat over lS'/o maand rond f 14*000 maakte,
welk bedrag ten deele ook de algemeene be
d rij fsonkosten van den aannemer moes»
dekken.
Een publiek aanbesteed werk voor f 368.000
was na eenige bezuinigingen voor f 33S.OOO
aan de laagste inschrijfster gegund. Behalve
een geschil over meer en minder werk dien-
Eenige grepen uit het jaarverslag 1920.
de de aannemer een schaderekening in,
welke hij baseerde op handelingen en ver
zuimen van de Directie, hierin bestaande,
dat deze bij voortduring nalatig zou zijn
gebleven de diverse benoodigde détailteeke-
ningen aan den aannemer te verschaffen,
in het bijzonder de détail- en werkteeke-
ningen van natuursteen en van kozijnen.
Hieromtrent werd de volgende opmerking
gemaakt.
De Commissie was van meening, dat in
het algemeen bij publieke aanbesteding,
waarbij de principaal zijn best doet, van
een aantal bedrijfsgenooten, die hij met el
kaar laat concurrecren, een zoo laag moge
lijke inschrijving te verkrijgen, de helft
driekwart der détail- en werkteekeningen
op het oogenblik van de besteding gereed
moeten zijn, en zulks, omdat de principaal,
de arbiter zich bevoegd om van het geschil
kennis te nemen.
Blijkbaar wilde de curator hetzij de actie
van artikel 47 van de Faillissementswet, het
zij een analoge op de billijkheid gegronde
actie tegen verweerster instellen. Bedoeld
artikel van de Faillissementswet luidt als
volgt:
„De nietigheid van de voldoening door den
schuldenaar van 'n opeischbare schuld kan
alleen dan worden ingeroepen, wanneer
wordt aangetoond, hetzij dat hij, die be
taling ontving, wist, dat het faillissement
van den schuldenaar reeds aangevraagd
hetzij dat de betaling het gevolg was van
overleg tusschen den schuldenaar, ten doel
hebbende laatstgenoemde door die betaling
boven andere schuldeischers te begunstigen".
Weliswaar had in dit geval geen betaling
door den schuldenaar-aannemer plaats ge
had, maar de curator beschoüwde in ver
band met een bepaling van het bestek aan
besteedster als lasthebster van den aanne
mer. Echter had de curator nóch gesteld,
dat zij, die betalingen ontvingen, wisten
dat het faillissement van den schuldenaar
reeds aangevraagd was, noch dat de beta
ling het gevolg was van overleg
tusschen den schuldenaar en de schuld
eischers, ten doel hebbende, laatstgenoemde
door die betalingen boven andere schuld
eischers te begunstigen; integendeel was door
de overlegging der kwitanties en door de
verklaring der getuigen aannemelijk
liet is juist honderd jaar geleden, dat de bouwmeester von Klenze het beroemde
museumgebouw te München afleverde, waaraan hij vanaf 1816 gearbeid had. Dit
klassieke bouwwerk bergt in zijne zalen een wereldvermaarde verzameling van
antieke beeldhouwwerken. Ook voor dezen bouw gaf Koning Bodewijk I van
Beieren zijn bizondere medewerking.
die een zoo laag mogclijlcen prijs wil be
steden, ook zijn best behoprt te doen, dat
zïjn mede-contractant vlot zal kunnen door
werken, geen nadeel zal lijden door opont
houd en over voldoenden tijd beschikken
kunnen om zonder overhaasting diverse on
derdeden van den bouw op economische
wijze te kunnen uitbesteden.
De curator van een gefaillcerden aan
nemer bracht een geschil met een N.V., die
een complex, bestaande uit magazijnen met
kantoren, winkel en bovenhuizen had laten
bouwen, bij den Raad aan. De curator be
weerde n.l., dat twee betalingen, die aan
besteedster aan twee onderaannemers had
gedaan (waartoe 't bestek haar machtigde)
nietig waren, en vroeg nogmaals betaling
van dezelfde bedragen, vermeerderd met een
klein, nog op de aanneemsom verschuldigd
saldo. Eischer ging hierbij van de veronder
stelling uit, dat de betalingen aan de beide
onderaannemers geschied waren, weliswaar
vóór de uitspraak van tiet faillissement van
den aannemer, doch nadat dit reeds bij den
rechter was aangevraagd, en dat door deze
betalingen, die volgens den curator te kwa
der trouw geweest waren, de beide onder
aannemers boven de andere crediteuren wa
ren bevoordeeld en de failliete boedel be
nadeeld.
Aanbesteedster beriep zich in do eerste
plaats op onbevoegdheid van den Raad van
Arbitrage, omdat het hier geen geschil over
het werk zou betreffen tusschen directie en
aannemer, doch een zuiver juridische kwes
tie, niet vatbaar voor deskundige arbitrage,
en omdat er geen geschil zou zijn tusschen
directie en aannemer, doch alleen tusschen
verweerster en curator.
De arbitrale clausule luidde als volgt:
„Alle geschillen, ook die. welke door één
der partijen als zoodanig worden bescnouwd
welke naar aanleiding van dit werk even
tueel mochten ontstaan tusschen <1 icctic en
aannemer en door partijen niet kunnen ver
effend worden, zullen aan bet oordeel van
den Raad van Arbitrage voor de Bouwbe
drijven in Nederland worden onderworpen.
Besteedster en aannemer doen mitsdien af
stand van hun recht tot het inroepen der
tusschenkomst alleen tot die gevallen, welke
de Raad van Arbitrage niet voor behande
ling vatbaar acht. Partijen verklaren zich
aan die beslissing te onderwerpen als aan
een rechterlijk gewijsde, uitdrukkelijk af
stand doende van elk rechtsmiddel, hetwelk
anders tegen die beslissing aangevoerd zou
kunnen worden, enz., enz."
Er wordt in deze clausule dus niet gespro
ken van geschillen „over" (zooals verweer
ster scheen te meenen), maar van geschil
len „naar aanleiding van" het werk. Het
woord „Directie" kon in de geciteerde ar-
bitrageclausule niet de beteekenis hebben
van architect maar moest worden gelijkge
steld met aanbesteedster, gelijk viel af te
leiden uit het meermalen herhaalde
bruik van het woord „partijen" en uit de
woorden „aanbesteedster" en „aannemer"
immers partijen bij de overeenkomst va
aanbesteding en aanneming konden nie
mand anders zijn dan aanbesteder en aan
meer, of wel de curator, die de rechtver
krijgende van den aannemer is, en het
woord „Directie" was hier blijkbaar minder
juist gebruikt omdat als regel geschillen
tusschen aanbesteder en aannemer vooraf
reeds zijn ontstaan tusschen architect en
aannemer.
Na tenslotte tc hebben opgemerkt, dat in
de arbitrale clausule niet te lezen viel
beperking tot de z.g. technische geschillen
en uitsluiting van de juridische, verklaard'
maakt, dat de wettelijke vereischten voor
het instellen der actie niet aanwezig waren.
Bij zijn mondelinge toelichting had de
curator zich meer speciaal op het stand
punt. gesteld, dat zijn actie gebaseerd was
op de billijkheid, zoodat hij dus meende,
dat niet aan alle wettelijke vereischten van
art. 47 der Faillissementswet voldaan be
hoefde te zijn.
Arbiter oordeelde, dat hij wel in 't alge
meen als goede mannen naar billijkheid
mocht beslissen, zonder aan de wettelijke
bepalingen gebonden te zijn, dat deze
regeling een uitzondering lijdt, ingeval de
wettelijke bepaling van openbare orde is,
wat met art. 47 der Faillissementswet het
geval is. Vooral nu de redactie van het.ar
tikel luidt: „De nietigheid kan i
dan worden ingeroepen, wanneer wordt
aangetoond enz.", stond het den arbiter niet
vrij, de vordering ontvankelijk te verklaren,
nu de wettelijke vereischten noch gesteld,
noch aanwezig waren.
Ten overvloede werd nog overwogen, dat
het hier zeer de vraag was, of de curator
ook de billijkheid wel aan zijn zijde had;
immers, in het bestek kwam de volgend'
bepaling voor:
„De aannemer is gehouden, de onder
aannemers of leveranciers, die bij dit werk
zijn betrokken overeenkomstig de met hen
aangegane verplichtingen behoorlijk te vol
doen, en daarvan op de eerste aanvrage van
en aan de Directie te doen blijken. Bij ge
breke in dezen geeft de aannemer aan de
Directie uitdrukkelijk het recht, om de vor
deringen betreffende dit werk geheel af ge
deeltelijk aan de rechthebbenden te hetalen
en de daartoe noodige gelden van den eerst-
volgenden termijn der aannemingssom in
te houden".
Wat hier geschied was, vond dus een
grondslag in het bestek, en onderaannemers
en leveranciers waren wellicht juist met
het oog op deze besteksbepaling tot het ge
ven van krediet aan den aannemer overge
gaan.
Arbiter verklaarde eischer q.q. niet-ont-
vankelijk in zijn eisch, voor zoover die
strekte tot het inroepen der nietigheid der
hierboven genoemde betaling, verklaarde
hem overigens wel ontvankelijk, veroordeel
de verweerste alleen tot betaling van het
nog verschuldigde kleine saldo van de aan
nemingssom, en bepaalde de kosten van deze
procedure, die gebracht werden ten laste van
den curator, op f 200.
Ook de note gaie in het verslag ontbreekt
niet. Zoo wordt omtrent een zaak opgemerkt:
Wat cijfers en principieele vragen betreft,
was de arbitrage niet zeer belangrijk; niet
temin bestreden de beide partijen elkaar met
een volharding, een betere zaak waardig.
Een laatste merkwaardig geval was als
volgt. Dat een slecht geredigeerde arbitrage
clausule moeilijkheden en kosten kan ver
oorzaken en meermalen het recht op arbi
trage geheel illusoir kan maken, ondervond
tot zijn schade de aannemer van gen
huis met schuur, welke bouw hem vo
bedrag van f 5631 was gegund.
Als restant-aannemingssom, verminderd
met eenig minderwerk, vorderde de aanne
mer een bedrag van f 1073.60, welke eisch
door aanbesteder met een conclusie tot
bevoegdverklaring, subsidiair tot niet-ont-
vankelijkverklaring, meer subsidiair tot on-
gegrondverklaring, werd bestreden.
Een bouwkundig teekenaar had het be
stek, de hestekstcekeningen en de détails
van den bouw gemaakt, doch officieel had
hij geen toezicht op het werk uitgeoefend,
terwijl evenmin een dagelijksch opzichter
was aangesteld. In 't bestek werd dan ook
niet van Directie gesproken. Tegen het eind
van den bouw had een ander bouwkundig
opzichter voor aanbesteder nagegaan, of het
werk voldeed aan de eischen van bestek
en teekeningen, en was tot de conclusie ge
komen, dat zulks niet het geval was, en
dat wegens minderwerk, schadevergoeding
en boeten een bedrag moest worden ge
kort ongeveer gelijkstaande met het restant
van de aannemingssom.
Wat de zaak zelve betreft voerde aan
besteder het volgende verweer:
1. Er heeft nimmer een behoorlijke op
levering plaats gehad.
2. Het saldo van de aannemingssom is
met onderling goedvinden van partijen in
gehouden en aannemer heeft tegenover de
vele tekortkomingen van zijn werk van dat
saldo afstand gedaan.
3. Al zou een overeenkomst als onder 2
omschreven niet tot stand gekomen
dan ware toch de inhouding van het saldo
wegens aannemers fouten en tekortkomingen
volkomen gerechtvaardigd.
Aan dit driedubbele verweer, hetwelk na
tuurlijk door aannemer werd bestreden,
werd door aanbesteder de conclusie vast
geknoopt, dat de eenige arbiter, die was
aangewezen tot het uitbrengen van een bin
dend advies, onbevoegd was, van de zaak
kennis te nemen, en wel op grond van de
arbitrale clausule, luidende: „Komen in dit
bestek of teekeningen onduidelijkheden voor,
dan houdt de aannemer zich aan de uit
spraak van den besteder, eventueel Raad
van Arbitrage". Verweerder stelde zich op
het standpunt, dat zijne drie hierboven ge
noemde verweermiddelen niet gebaseerd
waren op de onduidelijkheden in bestek of
teekeningen, zoodat de bevoegdheid van het
door den Voorzitter aangewezen lid van den
Raad van Arbitrage geen steun vond in
bestek.
Arbiter was het hiermede eens, en ook
naar zijn meening berustten de geschilpun
ten, zooals zij uit dit verweer bleken, niet
op bestek en teekeningen.
Nu beweert aannemer echter, dat de eigen
lijke geschilpunten andere waren. Hij noem
de als zoodanig:
1. of hij op den tweeden betalingstermijn
aanspraak had op den gecontractueerden op
leveringsdatum of reeds daarvóór, wanneer
de bouw vóór dien opleverbaar was.
2. welke werkzaamheden tot de eerste op
levering behoorden;
3. of aannemer, waar hij geen betaling
kreeg van den opleveringstermijn, toch reeds
met het onderhoudswerk moest beginnen; en
4. wat onderhoudswerk was.
De uitspraak volgt nu:
„Aangezien van de vraag, of het nu zoo
duidelijk is als aannemer wil beweren, dat
de punten, die hij de geschilpunten noemt,
gebaseerd zijn op onduidelijkheden in be
stek of teekeningen; naar het Centraal-
blad kunnen zij daarop berusten, doch be
hoeven zij dit niet en afgezien van het
bezwaar, dat aannemer geen artikel van hei
bestek en geen enkele teekening genoemd
heeft, die onduidelijk zou zijn, is aannemer
er niet in geslaagd, door de gehoorde
getuigen of de andere wijze aan te toopen,
dat de door hem genoemde fouten de eigen
lijke geschilpunten waren".
Onder deze omstandigheden moesten als
geschilpunten d i e beschouwd worden, welke
uit aanbesteders verweer bleken.
Van oordeel, dat deze geschilpunten niet
gedekt worden door de redactie van de ar
bitrale clausule, verklaarde de aangewezen
arbiter zich onbevoegd, van de zaak kennis
emen; hij was van oordeel, dat de kos
ten van zijn onderzoek en van de uitspraak,
ten bedrage van f 200, ten laste van den
aannemer moesten komen.
Bouwkundig Bureau
J. C. Henri van lngen
R'dam, Vlietstr. 8b. Tel. 11168
Verzorging van In- en
Exterieur, Hinderwet, Drank
wet enz.
Alles tot het vak behoorend
H. R. Lauwaars Zonen
Haamverandering van de bekende
zaak in bouwmaterialen, die alreeds
30 jaren bestaat.
Wij ontvangen juist beriolit, dat de beken
de onderneming in bouwmaterialen, H. R.
Lauwaars Jr., die alreeds gedurende 30 ja
ren een zeer goede reputatie te Rotterdam
heeft, voortaan gedreven zal worden onder
den naam van H. R. Lauwaars Zonen.
De heeren Abr. Lauwaars en H. Richard
Lauwaars, die beiden geruimen tijd op dit
kantoor werkzaam waren, zullen als mede
firmanten optreden.
Wij spreken de tioop uit, dat de oude firma
in haar nieuw gewaad nog voortdurend in
bloei moge toenemen.
\/erleende bouwcredieten
Aan een woningstichting, bouwende met
zoogenaamd huurkoop-systeem, verleende
de Raad van Almelo een bouwcrediet ten
bedrage van 90 pCt. van de totale bouw
kosten van 32 woningen, tot een maximum
bedrag van f 115.560.
Aan een coöperatieve woningbouwveree-
niging te Hengelo (O), is voor den bouw
van 40 woningen een voorloopig bouwcre
diet verleend van f 160.000.
De raad van K a t w ij k verleende aan eeri
bouwverccniging een voorschot van f316.815
voor het bouwen van 121 woningen te Kat
wijk a. Zee en van f 33.183 voor 12 wonin
gen te Katwijk a. d. Rijn.
De raad van Nijmegen verleende
f 265.000 voor het bouwen van 85 eengezins
woningen.
Neder!. Ind. Cement
Deze Mij. heeft een beter jaar gemaakt,
hoogere winst en hooger dividend.
In 1929 had zij een geregeld bedrijf. Er
was een belangrijke verhooging der produc
tie en de omzet nam dienovereenkomstig
toe. De kostprijs kon worden verlaagd on
hierdoor was het mogelijk aan de Japan-
sche concurrentie het hoofd te bieden.
Ofschoon eind 1929 de verkoopprijzen daal
den welke daling zich in 1930 voortzet, kon
in de eerste helft van 1930 een beter resul
taat behaald worden.
Voorgesteld wordt na ruime afschrijving
7 pCt. (v. j. 6 pCt.) dividend uit te keeren.
De bruto winst heeft f 1.112.171 bedragen
(v. j. 937.525). Na aftrek van diverse kos
ten en afschrijvingen resteert een winst van
f 388.155 (270.318).
VRAAGT INLICHTINGEN EN CONDITIËN
H. R. LAUWAARS ZONEN
Handel in Bouwmaterialen
Kantoor: Pijnacksrplein 44, Rotterdam - Telefoon 43429
Magazijnen: Schommeistraat 8-30
Concurreerende prijzen voor Wand- en Vloertegels
TE HUUR:
Schiedamscheweg 105
tweede étage f 42.50 p. mnd.
Schiedamscheweg 95
benedenh.m.
eerste étage f 145.— p. mnd.
Gedempte Slaak 93
eerste étage f 42.50 p. mnd.
Telef. 34585 Rotterdam
N.V.KON. VEREENIGDE
TAPIJTFABRIEKEN
ROTTERDAM
Mij.
„NIEUW-EIGENHUIS" N.V.
J. Pxn. Coenstraat 21, 's-Gravenhage.
Voor alle plaatsen des lands gelden beschikbaar voor
le Hypotheek. Rente voor Landerijen vanaf 4J4
en voor Huizen vanaf 4%
2e Hvpolheek en Bouwcrtdiet vanaf 6K "Zo-
Inlichtingen en opname der onderpanden gratis.
H.H. Automobilisten!-
Gaat U naar Den Haag?
Dan naar
Hotel KUYS WITSENBURG
Voor logeergasten gratis Garage aan huis beschikbaar.
Parkeerplaats voor minstens 20 wagens.
LOGIES MET ONTBIJT vanaf 3 Old.
Hotel KUYS WITSENBURG
HAAGWEG-RIJSWIJK-DEN HAAG.
GELDEN beschikbaar
le HYPOTHEKEN. Rente huizen 5°/o,
landerijen 4% °/o
H Bouwcredieten - Financieering - Voorschotten
B. SEVSNGA Co.
Essenburgslraat 71a - Tel. 36566 - ROTTERDAM
Populaire Belaslingcursus
lijkt
Oct.—15 Maart geven wij onder leiding v;
L. bij de Belastingen een poiuilnlrcn schrift
-.-.us voor leder, die zelf allo voorkomende b
[gelegenheden wil leeren behandelen en zi
ordeei wil doen met alle bepalingen, die daartoe
ilegenheld bieden.
Wekelijks wordt een les franco toegezonden. A
ilastingwetten. voor zoover van belang, wordei
behandeld. S
lelijke
i 1929/30 l
Vrije Boven- en Benedenhuizen
bevattende:
beneden: VOOR-, TUSSCHEN- en ACHTERKAMER, KEUKEN uit
den Gang, KELDER en TUIN;
boven: 2 KAMERS, en SUITE, KEUKEN uit den Gang,
Ba WARANDA en 2 groote ZOLDERKAMERS
BB Te zien SCHOOLSTRAAT, OVERSCHIE.
Te bevragen J. D. KROON, BERKELSCHELAAN 25a, ROTTERDAM
prijzen f 42.SO tot f 37.50 per maand. Allen
voorzien van compleet ingerichte badkamer. Te bevragen
Geraniumsfr. 23Q DEN HAAG, Tel. 38E84 en op
het werk Gouverneurlaan DEN HAAG, Tel. 71724
Met lijn 2 tot aan de Beetsstraat
naar de Goeverneur- en van Zeg-
gelenlaan, met zijn
bevattende 4 a 6 kamers, met vol
ledig ingerichte badkamer. Huur-
T prijs van f30 tot {75.— per
maand. Tc bevragen:
N.V. Administratie-Maalschappij
„AMSTERDAM"
Goeverneurlaan 626, Den Haag, Telefoon f9118