r VRIJDAG 12 SEPTEMBER 1930 VIERDE BLAD PAG. Tf
Christelijke Werkgevers vereenig ing
DE TWEEDE DAG
HET RAPPORT OVER CHRIST.
PATROONSVAKORGANISATIE
De huishoudelijke vergadering van gister
morgen werd te ruim 10 uur door den voor
zitter geopend met het lezen van enkele
yerzen van 1 Joh. 1.
Jaarverslagen.
Het jaarverslag van den secretaris werd
goedgekeurd, evenals het financieel ver
slag van den penningmeester.
Aan dit verslag is het volgende ont
leend:
Gememoreerd werd de oprichting van de
Groninger club, die door haar bijzondere
activiteit en propaganda de belangstelling
heeft doen toenemen.
Het ledental blijft stijgen. Vermeldde hel
vorig jaarverslag 314 leden en 16 buitenge
wone leden, deze getallen waren op 1 Sep
tember 1930: 332 leden en 27 buitengewone
leden. De toename van leden en buitenge
wone leden is te verklaren uit de omstan
digheid ,dat de plaatselijke clubs gaai-
personen in hun midden zien, die geen
werkgever zijn in den zin van art. 7 onzer
statuten. Hiervoor geeft het instituut
buitengewone leden uitkomst.
Bij de bespreking van de werkzaamheden
der Vereen, op sociaal en economisch ter
rein wordt o. m. stilgestaan bij hetgeen de
.Vereen, deed bij de inwerkingtreding van
de Ziektewet. Bij de Federatie zijn thans
34 bedrijfsverenigingen aangesloten tegen
19 bedrijfsverenigingen, die niet zijn aan
gesloten. Het aantal ondernemingen aange
sloten bij de Alg. Bedrijfsvereniging is,zeer
belangrijk.
Het verslag memorert voorts allerlei
werkzaamheden, die de Vereen, in het be
lang harer leden behartigt. In verschillende
commissies en besturn hadden afgev
digden namens de Vereniging zitting,
dus besluit het verslag.
Wanneer wij ons afvragen wat de naaste
toekomst ons brengen zal, dan zal onge
twijfeld de Ziektewet onze aandacht blij
ven vragen, zullen wellicht spoedig andere
vragen op sociaal terrein beslag op ons leg
gen, waarbij ik denk aan de unificatie der
sociale verzekering en de verbindendverkla
ring der collectieve arbeidsoverenkomsten,
doch daarnaast zal ongetwijfeld het
mische bijzonder tot ons spreken.
Ik denk hierbij aan twee punten, nl. de
algemecne inzinking en de handelspolitiek
van meerdere landen, speciaal van de Ver-
eenigde Staten van Noord-Amerika en van
Duitsohland. Hetgeen daarmede in verband
staat, raakt onze leden individueel, doch
ook de Vereniging als zoodanig, wanneer
zij geroepen wordt, terzake eenig advies
te geven of zich verplicht zou achten eige
ner beweging eenigen stap te doen. Ik mag
de hoop uitspreken, dat speciaal op deze
terreinen, waar noch bestuur, noch verte
genwoordigers der Vereniging in eenig
college iets_ kunnen doen zonder behoorlijk
feitenmateriaal, de leden niet achterwege
zullen blijven datgene mede te deelen, wat
van belang kan zijn.
Ik eindig dan met het uitspreken van
cle hoop, dat zoowel de arbeid in het afge-
loopen jaar, alsook in het komende jaar
onder Gods zegen moge strekken tot bloei
van het Noderlandsche bedrijfsleven en tot
bevordering der sociale gerechtigheid.
Tot, bestuursleden worden herkozen dc
heeren F. L. van der Bom te Amsterdam
en B. van Eesteren te 's-Gravenihage.
In de vacature Nooitgedacht werd g
kozen de heer J. H. van Lonkhuize
te Zeist.
De Intern. Axbeidsconf. te Genève.
De Voorzitter deed vervolgens mededee-
Jingen over de door hem als werkgevers
afgevaardigde bijgewoonde Intern. Arbeids-
conferentie te Gepève.
Bij een bespreking van de agenda stond
Spr. stil hij de moeilijkheden, die «zich voor
deden bij het onderwerp „Arbeidstijd in dc
mijnen".
Spr. laakte het dat sommige regeerings-
öfgevaardigden al te zeer de afgevaardigden
der arbeiders naar de oogen zien.
Hoe weinig waarde aan sommige ratifica
ties van conventies gehecht moet worden
blijkt als men bedenkt dat Luxemburg rL
conventio inzake de scheepvaart heeft g"
ratificeerd. Zoo hadden b.v. ook bij de be
handeling van het kolenvraagstuk 9 van de
5o vertegenwoordigde Staten belang. Toch
stemden zij allen mee.
Ten slotte vraagt spreker hoe de Christe
hen staan tegenover het werk van Genève.
Men moge het wérk van den Volkenbond
nuttig achten, een feit is, dat elk contact
met God er verloren is, hetgeen b.v. blijkt
uit het jaarverslag van Thomas.
De Voorzitter wordt hartelijk dank ge
bracht voor zijn werk als werkgeversverte
genwoordiger in de Arbeidsconferentie te
Genève.
Economische voorlichtingsdienst.
De beer S. Wouda bracht daarna het
i-apport uit van de Commissie van Voorbe
reiding eener organisatie van den economi-
schen voorlichtingsdienst.
Deze commissie was ingesteld naar aan
leiding van de resultaten der onderhande
lingen over het handelsverdrag met Duitsch-
land. Daarbij is gevoeld het gemis aan- een
organisatie of bureau ten dienste van regee
ring en publiek.
Dc regeering benoemde toen een commis
sie, waarin zitting hadden een aantal leden
van den Nijverheidsraad en eenigo hoofd
ambtenaren. Deze 'commissie onderzocht den
stand van zaken, waarna in grooto lijnen
een plan werd opgemaakt dat de economi
sche werkzaamheden wil concentreeren in
een instelling.
Dc regeering toonde instemming met dit
plan, dat zal worden uitgewerkt en stelde
voor de stichting van een Ce.ntraal Bureau
voor Economische voorlichting, hetwelk de
opheffing van het thans bestaande bureau
met zich .mede zal brengen.
Twee ambtenaren hebben het rapport niet
onderteekend.
Tenslotte wijdde Spr. nog een woora aan
de vraag of dit plan verwezenlijkt zal wor-
Hierna werd de vergadering geschorst.
MIDDAGVERGADERING
De vergadering van Donderdagmiddag
Was bijna geheel gewijd aan de bespreking
van het rapport over het vraagstuk: Chris
telijke Patroonsvakorganisatie, welk rap
port in opdracht van het bestuur in 1929
was uitgebracht dbor een Commissie, be
staande uit de heeren: F. L. v. d. Bom,
A Borst Pzn., H. Diemer, M. van Oordt, A.
Reyers en Mr. H. H. Steneker.
De heer A. Borst Pzn. leidde de bespre
king in en begon met er op te wijzen dat,
zeer tot zijn spijt, in velerlei kring het rap
port een minder welwillende beoordeeling
had gevonden. Speciaal in de kringen van
onze Christelijke arbeiders en Christelijke
middenstanders zijn daarover meeningen
geuit, die aan het rapport niet voldoende
recht doen wedervaren, en menigmaal blijk
geven van een misverstaan en verwarring
van begrippen ten dezen opzichte. Nog
steeds niet gelukt het ieder, zuiver te on
derscheiden tussciien de taak der algemee-
ne Christelijke Werkgeversvereeniging, en
die der bizondere vakvereeniging, en me
nigmaal worden de argumenten, die pleiten
voor aansluiting bij de algemeene stands
vereeniging, gebruikt om de aansluiting bij
de v a korganisatic te propageeren. Soms
wordt de zaak zelfs hopeloos, wanneer men
in de critiek op het rapport ervaart, hoe
hier de argumenten dooreen worden ge-
Voor spr. overgaat tot weerlegging van
de bezwaren, die tegen het rapport zijn in
gebracht, wil hij wijzen op twee zaken:
Allereerst dient het debat vrij te worden
gehouden van persoonlijke grieven, welke
men in sommige kringen, blijkens pers-
I uitlatingen, tegen de Christelijke Werkge-
j versvereeniging schijnt te hebben. Daarme
de verzwakt uien bij de bestrijding eigen
positie.
In de tweede plaats dientrmen wel te on
derscheiden tusschen een rapport en een
conclusie. Het aannemen of verwerpen moge
voor het laatste kunnen gelden, voor het
eerste zeker niet
Tot de eigenlijke critiek komende, noemt
spr. vier punten:
1. Het rapport zou miskennen de beteeke-
nis van de Goddelijke beroepsgedachte, be
drijfsleven niet vakorganisatie vereenzelvi
gen, en gaan langs het vraagstuk, waar bel
om gaat.
Spr. noemt dit het meest zuiver prin
cipieel bezwaar, dat tegen het rapport ia
ingebracht. Veel van de aangevoerde argu
menten wil hij gaarne accepteerén als plei
dooi voor aansluiting bij de werkgevers
stand sorganisatie. Voor de v a korganisatie
staal liet echter naar spr. aantoont geheel
•anders. Hij ontwikkelt de idee
Christelijke beroepsgedaclite, dvv.z. van de
roeping van iederen Christen om bij rte uit
oefening van zijn beroep in den kring der
maatschappij met zulk een getrouwheid te
arbeiden, dat ook op dit terrein van het le
ven God wordt geeerd en geprezen. Ook
dat deel van het nienschelijk leven behoort
tot Gods bestel, en deze algemeene uiting
van het menschelijk leven heeft de Chris
ten met al zijn medeburgers gemeen. Hij
staat dus niet afzonderlijk, hij staat mid
den in den kring van vak- en bedrijfsgenoo-
ten, en moet in dezen algemeenen Kring,
overeenkomstig zijn hooge roeping, vooraan
staan, wijl juist hij tot de bizondere erken
ning is gekomen, dat het God is, Die in Zijn
Algemeene Genade ook de ontwikkeling
van het maatschappelijk leven leidt. Belij
den en beleven van deze Christelijke be
roepsgedaclite voert dus naar sprekers mee
ning juist naar de bedrijfssolidariteit niet
met enkelen, maar met alle bedrijfsgenoo-
ten; staat daar niet tegenover, maar is aan
de zuivere beleving onlosmakelijk verbon
den.
Ook het rapport erkent dat, hetgeen spr.
aantoont. Spr. beroept zi-ch voorts op Dr. A.
Kuyjier, en concludeert, dat beleving dei-
Christelijke boroepsgedaobte juist niet voert
naar aparte pat.roonsvakorganisatie, veeleer
jileit voor één groote, sterke slands-organi
satie, dir door bezinning op het bizondere
van eigen beginsel medewerkt aan de zui
vere volbrenging van de voor ieder persoon
lijk geldende Goddelijke roeping op het ai-
gemeene terrein van het bedrijfs- en za
kenleven. Van vereenzelvigen van bedrijfs
leven met vakorganisatie is in het rapport
geen sprake, zegt spr. Bij de vakvereeniging
gaat het economische element voorop, dat is
hetgeen in het bedrijfsleven samenbindt
Dan volgt het sociaal-ethische element, wat
verwijderen en splitsen mogelijk en soms
noodig maakt. Men zoeke echter eerst naar
wat vereenigt, opdat de organische eenheid,
door God in het bedrijfsleven gelegd, in de
gemeenschap van arbeid en belang behou
den blijve.
2. Het rapport, niet erkennende den eisch
van Christelijke Patroonsvakorganisatie, zou
in ernstige mate in den weg staan den in
vloed van het Christelijk Patroonselement
in de ontwikkeling tot bedrijfsorganisatie in
Christelijk-socialen geest-
Indien inderdaad het rapport een gezonde
ontwikkeling tot bedrijfsorganisatie in Chris
tolijk-socialen geest in den weg zou staan,
zou spr., en zeker alle rapporteurs, dit be
jammeren. Spr. gelooft dit echter niet Hij
wijst er op, dat de visie op dit vraagstuk
vaak een geheel persoonlijke is en niemand
nog weet hoe, indien er een lichaam kwam,
dat de maatschappelijke krachten zou or
gan iseeren en daardoor staatsbemoeiing in
perkte of aanvulde, zulk een lichaam zou
worden gevormd. Van vaksgewijzen invloed
verwacht spr. persoonlijk niet veel. Hij con
stateert tevens, dat vóór of tegen bedrijfs
organisatie niet samenvalt met Christelijk
of niet-Christelijk. Persoonlijk is hij een
warm voorstander der C.A.O. en der verbin
dendverklaring, maar hij kent talrijke geest
verwanten, die van zijn inzichten niets moe
ten hebben. Wat thans reeds tot stand is ge
bracht in diverse bedrijven in den vorm van
een voortschrijdende medezeggenschap is
meestentijds vrucht van samenwerking tus
schen Christel ij ken en niet-Christelijken,
welke veelal eigen geestverwanten tegen
over zich vonden.
3. Het beroep op de Chr. vakorganisatie
van arbeiders zou niet opgaan, wijl deze
niet in den loop der tijden, maar reeds van
den aanvang af eigen idealen hebben ge
koesterd en dus hun ontstaan niet uitslui
tend danken aan het indragen van de klas-
senstrijdleer in de Noderlandsche vakbewe
ging.
Spreker heeft zich verwonderd over de
critiek, welke is uitgebracht op de in het
rapport voorkomende vergelijking met «Ta
Christ, vakorganisatie van arbeiders. Hij
a'-ht het zijn plicht, met citaten uit de ge
schriften van onze Christelijk-sociale voor
mannen aan te toonen, dat ook deze één
groote, ongedeelde vakbeweging het ideaal
achten, en het indragen van de Massen
et rij-lieer hebben beschouwd als de oorzaak
waardoor dit mogelijk werd.
Achtereenvolgens citeert spr. uit: Diemei,
Smeenk. en Talma, wijst op uitlatingen van
Dr. de Visser en Prof. Slotemaker de Bruine
en verwijst voorts naar de Chr. sociale cot»
Jerentie van 1905. de oprichting van het
Chr. Nationaal Vakverbond in 1909 en oe
Vakvereenigingscursus van 1910.
Onbetwistbaar hebben onze Chr. arbeiden
thans eigen idealen, ook ten opzichte
hun eigen Chr. Vakorganisatie, maar vanaf
den beginne heeft de ongedeelde vakorgani
satie, naar Engelsch voorbeeld, ook hen
bekoord.
4. Het rapport zou geheel in strijd zijn
met de uitspraak van de Christelijke Wers
geversvereeniging in 1920, waar reeds is be
sloten de Christelijke Patroonsvakorganisa
tie ter hand te nemen.
Dit punt raakt feitelijk niet het rapport
al meent spr. dat hij er iets van zeggen moet.
Indien juist was, dat uit dit rapport eer-
geest ademde- die in strijd kwam met Hei
besluit van 1929, dan ware dit nog geheel
voor rekening van de rapporteurs en treil
de Chr. Werkgeversvereeniging geen blaam
Spr. meent echter, dat dit niet zoo is. Dc-
Commissie bestudeerde de vraag, of Chris
telijke Vakorganisatie van patroons in alie
omstandigheden principieel geboden is, en
kwam tot dc eenvoudige slotsom: in alle
omstandigheden niet, in sommige wel.
Deze opvatting bestond ook reeds in 1920
Waar de noodzaak bleek, heeft dan ook de
Christ. Werkg. Vereen, steeds gepoogd uit
voering te geven aan het besluit van 1920
en ze zal dit zeer zeker blijven doen.
Wie de vergadering in 1920 heeft meege
maakt, waar 't besluit viel, kan weten, dat
zulks alleen de bedoeling was. Dat de
samenwerking met de Ghr. Middenstands
organisatie ten deze niet slaagde betreurl
ook de Chr. Werkg. Vereen, en dat de Chr.
Middenstandvereeniging thans de fusie met
de Chr. Partoons Valccentrale aanvaardde,
ruit moet worden geconcludeerd, dat de
Chr. Middenstandsorganisatie in alle om
standigheden den eisch van Christelijke Pa-
ïsvakorganisatie aanvaardt, kan de Chr
Werkgeversvereeniging niet afbrengen van
Laar besluit van 1920 om, waar noodig
de Christelijke Patroonsvakorganisatie ter
hand te nemen.
Naar sprekers meening heeft men zóó het
besluit van 1920 te zien. en heeft spr. dit be
sluit steeds opgevat. Indien hij het mis
heeft, ivordt hij gaarne overtuigd.
Tenslotte wijst spr. op hetgeen de „Stan
daard" over de Christelijke Patroonsvakor
ganisatie schreef en eindigt met te wijzen
op de noodzakelijkheid, om den invloed van
de Christelijke Patroonss tand s-organisatie
te versterken.
Bespreking.
Op deze inleiding volgde een geanimeer
de discussie, waaraan door meerdere leden
werd deelgenomen.
Sommige leden verklaarden tegen eenige
onderdeden van het rapport bezwaren te
hebben, anderen betuigden er hun instem
ming mee.
De debaters werden door den heer Borst
beantwoord.
Ten slotte constateerde de Voorzitter,
dat door het rapport veel misverstand is
ontstaan, mede omdat men de aanleiding
tot hc-t samenstellen van het rapport over
't hoofd heeft gezien.
Deze aaiileiding werd gevonden in de rede,
die de voorzitter gehouden heeft bij de ope
ning van de jaarvergadering te Schevenia-
gen.
Het bestuur heeft toen de vraag der Pa
troonsvakorganisatie opnieuw onder 't oog
gezien en heeft een commissie benoemd om
't vraagstuk te bestudeereu.
Daarbij stond op den voorgrond deze
vraag: moeten wij als Chr. patroons komen
tot Chr. vakorganisatie over heel de linie?
Uit de bespreking is gebleken, dat de
aanwezigen niet allen het rapport geheel
voor hun rekening willen nemen. Het rap
port zelf moet daarom voor rekening der
commissie blijven. Het bestuur heeft het
van de commissie gekregen en het heeft het
aan de leden doorgegeven.
Het zou ontijdig zijn hier thans een alge
meene beslissing te nernen.
Persoonlijk zou Spr. als zijn indruk van
de besprekingen willen voorstellen, dat deze
conclusie liet gevoelen der vergadering
weergeeft:
„Het bedrijfsleven vormt een éénheid
is een gemeenschap in arbeid en belang,
omvattend allen, die in het bedrijf hun be
staan vinden.
De patroon of ondernemer heeft in dat be
drijfsleven alle gaven en krachten dienst
baar te maken tot openbaring van Gods
heerlijkheid en heeft dienovereenkomstig in
den geheelen en vollen kring van het be
drijf op te treden.
Met name is splitsing eisch indien men
om de consciëntie wil is verjdicht is de be
staande vakorganisatie te verlaten".
Enkele leden verklaarden hierop, dat zij
zich persoonlijk met deze conclusie geheel
konden vereenigen.
Sluiting.
Het woord was hierna aan den heer
Zijlstra, lid der Tweede Kamer,
wiens opwekkend woord wij reeds gisteren
it ter dankte voor het met
hartelijk applaus beloonde goede woord. Hij
sprak verder woorden van dank aan den
voorzitter van de Groninger Club voor het
kostelijk onthaal te Groningen en eindigde
met te wijzen op den zegen van een "ge-
aaehtenwisseling in de Werkgevcrsverecn.
e heer Wol dring endosseerde de
dankwoorden van de leden der diverse
comités in Groningen, die de ontvangst
hadden voorbereid en sprak enkele harte
lijke woorden tot het H. B.
Zoowel do woorden van den voorzitter als
ie van den lieer Woldring werden met ap
plans onderstreept
Nadat gezongen waren dc venten G5 en Gï
ran PS li<), gi„K ,|C heer Zijlslra vonr
dankgebed en sloot dc voorzitter de verga
CALVINISTISCHE
STUDENTENBEWEGING
13DE CONGRES TE LUNTEREN
HET WESTERSCHE RELIGIEUSE
SOCIALISME
BELANGRIJK REFERAAT VAN
Prof. VOLLENHOVEN
VIERDE DAG.
Op de gewone wijze wordt de dag aange
vangen door Jhr. B. L. W. M. Hoeuf'ft
Dan betreedt
Prof. Dr. D. H. Tb. Vollenhove:
van Amsterdam het podium en refereert
over „Het Westprsche religieuse socialisme
in de 19e en 20e eeuw".
Het religieuse socialisme is binnen den
kring der socialisten slechts een nevenstroo-
ming. Vandaar, dat het niet valt te verstaan,
zonder dat men het niet-religieuse socialis
me begrijpt, waarvan het nu eens de drijf
kracht, dan weer de correctie wil zijn.
Het is dan ook noodig, eerst het niet-
religieuse socialisme nader te bezien, waar
bij dat van de 19e en 20e eeuw bijzondere
aandacht verdient (I), daarna dienen dan
de verschillen binnen den kring van hel
religieuse socialisme belicht (II) en dit stre
ven beoordeeld (III).
I. Het niet-rcligieuse socialisme.
A Vóór het begin der 19e ee
Het niet-rcligieuse socialisme is reeds vroeg
ontstaan door dc verhinding van de critiek
door paganistische wijsgeeren uitgeoefend
op den gang van het sociale, economische
en politieke leven in hun omgeving. De
aristocraten van 't denken zonderen zich in
Tndië af van de maatschappij en levei
zonderlijk van den inbrengst der leden of
de giften hunner vereerders. Vandaar dat
de productie in hun wereld aanvankelijk
rol speelt: dit communisme is uitslui
tend consumptic-communisme. Het reli
gieuse denken kenmerkt zich tegenover het
Onsten reeds in de oudheid door de erken-
van de activiteit. Deze bevindt zich
volgens Plato vormend huiten, volgens
Aristoteles binnen het staatsleven. Bij de
Stoa komt ze als innerlijk te staan tegen
over den vorm als uiterlijk. Vandaar loont
een lijn nanr de gnostiek met haar verach
ting voor den vorm in haar verhinding
het anti-kosmisch dualisme en chiliasme. De
Grieksch georiënteerden ze mogen onder
in? verschillen in dc waardeering van den
orm houden echter «le tweeëenheid van
het innerlijke en uiterlijke vast.
Onder invloed van het Christendom maakl
de aristocratie van lret denken vooral in 't
Westen plaats voor die van het ambt. Wan
neer 't laatstgenoemde in de feudale kerk
nog verder verbastert, moet het in de 13e
eeuw wijken vonr het liefdecommunlsme
der leeken (beldelordcn). Even later bewer
ken de verplaatsing van den handel naar
het Noorden en de opkomst van de natio
nale handclsstaten de ontwikkeling der
huisindustrie, waardoor ook de productie
zich in de idealen der socialisten een
plaats ziet ingeruimd.
Het begin van den nieuwen tijd was ech
ter voor de practische toepassing allerminst
gunstig: de Rennissnnce was individualis
tisch en werd bovendien scientialistiseh en
bii dc Reformatoren staan de vragen van
religie cn kerk op den voorgrond. Bij de]
wrijving tusschen den handel en het nog
ten deele gesloten bedrijfsleven gilderN
helpt de staat eerstgenoemde in 't zadel.
Deze industrialiseert het bedrijf, zoodat dit
door de uitvindingen aan het eind dor 18e
eeuw machine-industrie wordt
B. In de 19e en 20e eeuw
over 'i .]m
X.L 1SUWÏ, ontwikkeling weinig onc
iïïïL® /ï!effe ropppn machteloos om
latpn (Rousseau). Eerst de posltloisten
laten een ander geluid hnoren. In vertrou
wen, evenals dc Aufklftrungstrijd, op de
\fa!.rUr« naclor °P de modern-Westersche.
XK ,ze «garden ook 't nieuwe, de ma
chine-industr.e a's resultaat voor voor
uitgang. Doch de socialisten onder hen ge-
looven, anders dan de liberalen, niet aan
een harmonieuse ontwikkeling van 't eco
noin.sehe leven: in circulatie, proScU. of
h ?c,'"en.ze oen onredelijke beslrij
dén S h? """"iMkelijk. Mant leel
don nadruk op de productie, verbindt het
socialisme mol een speculatieve hcschou
525 'io historie (phasentheorie), be-
perkt den slnjd tot cle kapitalistische phase
en vat deze op als klassenstrijd
tw°°wcl, tc?pn (lp specifiek Marxistische
thesen als tegen de onderstellingen cn
aehtergond. die rc met het strijdend
'lustne-socialisme gemeen hebben, rijst de
laatste halve eeuw ook in den lering der
met-religieuse socialisten ej-nstig verzet
II. Op dit milieu nu werkte en werkt het
religieuse socialisrry;
in. Nergens is z'n religie ecu schriftuurlijk."
uoeh wel is er drievoudig verschil. Ten
eerste is 't paganisme hier niet, dajir wel
verbonden met Christelijke tendenzen. Ten
tweede is het geestelijk milieu van in
vloed: het religieuse socialisme is in z'n
beide hoofdvormen in het Roomsche Frank
njk anders dan in het Luthersehe Duitseh
land en hier weer anders dan in de lan
den waar Zwitsersch-rcfoirnatorische motie
ven een voorname rol speelden. En einde
1 ij k: de twintigste eeuw is anders dan do
negentiende: van bezielend is het religieuse
socialisme vaak critisch geworden, deels ge
leerd door de critiek van niet religieuse so
cialisten op het Marxisme, deels deze be
schouwingen steunend.
Deze verschillen illustreerde spr. vervol
gens met tal van voorbeelden.
In Frankrijk stond in 't begin van dc
19e eeuw tegenover het uitsluitend huma
nistisch intellectualistisch religieus socialis
me van St. Simon de weer aan aan 't
Christendom georienteerde de Lamcnnois,
beiden Roomsch en kinderen van hun tijd.
In Duitschland is voor de zuiver hu
manistische en religieuse richting eerst
Weitling, in later tijd naast Cohen ook de
familie Blumhardt typecrond. De ander.'
groep is karakteristiek door Naumann ver
tegenwoordigd.
Op Engelse li protestantsche kringen
werkten van meet af (Bucer) Zwingliaan-
sche en geheel anders gerichte Calvinisti
sche factoren samen. Tegen Owen verzetten
zich hier Carlvle, Manisce en Kingsley, vier
geest nog doonverkt.
In Zwitserland verdrong het gnos
tisch Anabaptisme in den religieus socialis-
tischen kring steeds meer het Calvinisme.
Daarbij kan men, evenals in de dagen van
de groote Reformatie do rumocrigen (Rutter
en Ragaz) onderscheiden van de stillen
(Barth en Tillich).
In Nederland hebben zoowel de oud
als jong modernen aanhang in Blijde We-
reldgroep en Religieus Socialistisch Ver
bond; daarnaast staan de aan de Quakers
georiënteerde uitlooper dor Woodbrooker-
beweging (Barehem) en dc richting-Barth
III. Toekomend aan do heoordeeling merk
te Spr. op, dat juist het Calvinisme in staat
is om lo. vol bewondering voor den rijkdom
ran het geschapene, het sociale en nccono
mische terrein èn in hun realiteit én in hun
eigenaardigheid te erkennen: „geld" en „ma
chine" b.v. zijn niet onder te brengen in het
sfercndualisme van Psyche-organisme; 2o.
kan het afkeerig van regressie, het kwade
niet slechts zien, maar ook diep peilen. Zijn
bestrijding van het kwade wordt echter be-
heerscht door zijn schriftuurlijke opvattin:
van de zonde, die noch in de materie noch
in de individualiteit, noch in ons schepsel
zijn, doch alleen in de richting van ons le
ven is te zoeken. Fji ook al weten we, dat
onze kracht klein is, de roeping naar eigen
principieel inzicht op eigen wijze hier bez::
te zijn, geven we niet moedeloos prijs. En
we hebben iets voor: Wie niet gelooft in
eigen souvereiniteit, heeft van te voren de
staketsels weggeruimd, die overal, en waar
lijk niet alleen op deze gebieden, de meesh
moeilijkheden veroorzaken.
Bespreking
Een groote uitwendige factor voor het sla
gen van een congres als dit op de heide
wordt gehouden, is zeker wel het weer. En
dit houdt zich tot heden uitstekend. Vele
der referaten en bijna alle discussies wor
den dan ook niet binnen, maar buiten ge
leverd en gehouden.
Dit geldt ook voor de bespreking van het
referaat van Prof. Vollenhoven, waarvan wi;
hierboven verslag gaven. Des middags
werd in het bosch nog een flinken tijd na-
gediscussieerd.
Hierbij ging het voornamelijk over de
vragen: Wat is eigenlijk socialisme? Is op
het standpunt van Prof. V. b.v. ook niet
het liberalisme socialisme te noemen? Wat
is het onderscheid tusschen die twee?
Kunnen we als Christen socialist zijn? Is
er een tegenstelling tusschen humanistisch
religieus socialisme en het Christelijk-reli-
gieus Socialisme?
Het socialisme heft de sociale functie uit
het kosmisch verband. Zoo deden reeds de
oude filosofen b.v. Plato met zijn demiurg-
theorie. In de Christel, kerk, bij Rome, is
dit geworden een uitheffen van het ambt I
Achter t socialisme zit een verkeerde
souvoreiniteits-gedachte. Vroeger was de
vorst souverein, outokratoor; dit leidde tot
tyrannie. Als de democratisecring steeds
verder gaat wil iedereen souverein zijn.
't Socialisme is langzamerhand een demo
cratische beschouwing geworden. Maar al.
ieder souverein wordt, allen autokratoor
zijn is er geen gezagdrager en geen ontzag-
bicder meer.
Die gedachte dat wij autokratoren zijn
moet weg, want zóó wordt een deel van de
kosmos vergoddelijkt. Zoolang men uitgaat
van de souvereiniteit van den mensch, trekt
men alle dingen scheef, 't Positivisme heeft
voor 't eerst laten zien, dat de wereld van
onderen af opgebouwd is. En dit moet conse
quent leiden tot het socialisme. We moeten
't socialisme zien als een uitlooper van het
Humanisme. Daarom is het niet te verbin
den met het Christendom. Nergens bij dc
religieuze socialisten wordt een Schriftuur
lijk Christendom gevonden.
Het socialisme is ontstaan door de ver
binding van de paganistische wijsbegeerte
met de misstanden. Het Christendom wor
telt in het kruis, is eerst mogelijk gewor
den door het offer van Christus. Hij kwam
niet om maatschappelijke kwesties op te
lossen. Het doel van Zijn leven was zuiver
religieus. Hij heeft als Zo.-ii gehoorzaam
heid geleerd, overal, in alle verhoudingen.
Wel is er een inwerking van het Christen
dom op het socialisme geweest en omge
keerd; men heeft gepoogd een synthese tot
stand te brengen.. Maar die synthese-po
gingen zijn nooit goed te keuren.
Daarom moeten we ook het liberalisme
nooit door het socialisme bestrijden
dersom. Beide zijn humanistisch ingesteld.
Wel verschilt het liberalisme van het socia
lisme nl. daarin, dat 't laatste industrialis-
tisch is. 't Liberalisme wil harmonie berei
ken door ontwikkeling van alle individueele
daden.
Het humanistische en het religieus socia
lisme liggen in eikaars verlengde; maar 't
humanistische is minder in aanraking ge
bleven met het Christendom.
Dee naimiddaig6 werd tueeahen 2 elftallen
m de V.U. en Kampen een voetbalwed
strijd gespeeld De inzet was het promotie-
recht van Kampen. Resultaat was: 21 voor
de V. U. cn een verzwikte voet bij Kampen,
zoodet het promotie recht hiermee is geval
len, althans mank gaat. Dit zegt Lunteren
tenminste.
In de avondvergadering trad iivplaats van
Prof. Dr. T. Hoekstra, die door de Synode-
drukte verhinderd is. op de heer T.
D ij k, van Soemba, die sprak over:
De economische zijde der zending,
't Is niet zoo gew«x>n onder ons te denken
aan de economische zijde der zending. In de
zending is zeggen en zaaien alleen niet vol
doende; er moet ook iets gedaan worden.
De grond van de bemoeiing met het maat
schappelijk leven van den heiden ligt niet
in medelijden, maar daarin, dat de bekeer
de heiden als kind van God vruchtdrager
moet zijn. Het wezen van het vrucht dragen
is: leven overeenkomstig den wil van God.
Daarin is geen slaafsche vrees, maar enkel
vreugde en ook groot loon.
Tot zulk vruchtdragen moet de Soemba-
neesche Christen worden opgevoed, want
die vrucht komt niet vanzelf.
Maar dit is een moeilijke taak voor de
zending; er is alle dagen teleurstelling.
Er is b.v. een verkeerde v«x>retelling bij
den bedden over zijn verhouding tot God :n
de wereld rondom hem. Hij verstaat niet,
dat de arbeid een opdracht Gods is, dat hij
moet meehelpen aan het vervullon van Gods
ivereldpkui. Ilij ziet niet Gods ordiaiantien
voor gezin en gezag.
Ook de Christen-Soembaneos zit vast aan
lie beschouwingen en praktijken, is gebon
den aan de eischen van het gemeenschaps
leven. Breekt hij daarmee, dan staat hij al-
De zending moet op de gemeenschap in-
•erken, mag den Christen niet aan z'n lol
overlaten.
Het volk op Soemba moet zich onder den
invloed van de levenswet Gods ontwikkelen
naar eigen bestaan en karakter. Die taak
der maatschappelijke opvoeding moeten we
niet alleen vervullen door prediking van het
Woord Gods, nwiar ook door de school en
het hospitaal.
Maar daarnaast i6 nog iets anders noodig,
n.l. rechtstreeks ingrijpen in het maatschap
pelijk leven door hulpdiensten voor land
bouw, veeteelt, volkskunst, e.d.
Het volk moet door mensohen uit het volk
zelf op alle terreinen rijp gemankt worden.
Er moet komen een soor*t van ambachts
scholen. De hier opgeleiden zullen strak6
aan de Soembaneezen moeten toonen hoe ze
in de praktijk van het leven vruobtdrogons
kunnen en moeten zijn.
Deze dag wordt gesloten door den heer G.
C. Post, afgevaardigde vam de N. C. S. V.
Gemengd Nieuws.
GESTOORDE FEESTVREUGDE
Tijdens de Oranjefeesten te Sleeuwijk
kwam een optocht van versierde wagens
den Rijksstraatwf^g af.
Toen de sloot stilstond schrok een der
paarden voor de muziek, met het gevolg
dat paard cn w&gcn mot 13 kinderen van
den dijk reed. De kinderen kwamen met
den schrik vrij. Het paaixl werd ernstig ge
wond en de wogen werd gedeeltelijk ver
nield.
GEMEENTERAAD VAN
AMSTERDAM
ONDERWIJSDEBAT
KON. HOLL. LLOYD
De eerste zitting na de vacantie. Dé
meeste raadsleden zijn terug.
De Burgemeester is door lichte ongesteld
heid verhinderd te presidecren. De wethou
der W i b a u t vervangt hem en doet dat
op de bekende wijze.
Voor het eerst na een langdurige ziekte
is de heer Assendorp weer present, die door
verscheidene leden wordt welkom geheeteSk
en gecomplimenteerd.
Dan,istaat heel den Raad op. Ingekomen
is het overlijdensbericht van Mr. W. F.
van Leeuwen. De heer Wibaut leest een
rede die onder groote stilte wordt aange-
hooril, en waarin de overledene, oud-burge
meester van Amsterdam, herdacht wordt.
Verder zijn we een goed deel van den
middag zoet met het trekken der afdee-
lingen en het aanwijzen van onze 17 com
missies van bijstand.
AVONDVERGADERING
Wij kregen in den laten middag nog eens
weer een schooldebatje. Er was een aan
vraag van een R. K. Schoolbestuur om een
school en er was verschil tusschen den
heer Romme en don Wethouder of in het
hier bedoelde geval een aantal kinderen
wel of niet meegerekend mochten worden.
Dc heer W ij n k o o p maakte van deze
gelegenheid gebruik, om naar het oude
recept, de voorstanders van het Bijzonder
Onderwijs, voor subsidiejagers uit te ma
ken.
De heer Romme bestreed het betoog
van den Wethouder en zette zijn interpre
tatie er tegen over. Hij nieemle. dat vol
strekt niet vaststaat dat het aantal kinde
ren op den dag van opening reeds de school
moeten bezoeken. Verder had hij bezwaar
tegen den door B. cn W. aanccnomcn ter
mijn van 1^2 jaar voor den bouw. wijl er
meermalen, ook in officicele stukken als ge
middelden termijn 2V- jaar is genoemd.
De heer Woltjer sloot zich goeddeels
hij den heer Romme aan en nam den heer
Wijnkoop fijntjes onder handen, maar dezo
klanken zijn zoo oud en bekend, dat zij
geen indruk meer maken.
De Wethouder meende dat in het ge
val als nu aan de orde is. terecht een aan
tal namen is geschrapt, wijl vrijwel ;reker
is, dat wanneer de s«:hool eera-eil is. dit aan
tal niet den vereiscliten leeftijd zal hebben
bereikt. Een scherpe uitspraak van de
Kroon is er echter niet on het zou P.. en W.
wel aangenaam zijn, indien over deze zaak
een uitspraak kwam. Maar naar hun opvat
ting is er thans geen reden, medewerking
te verleenen.
De beslissing die hier aan don Raad wordt
voorgelegd acht hij onredelijk, en m t
oog op den eisch. die de wet stelt ook niet
geeischt. Ons leek de rede van Prof. Wol
tjer, die in dozen voorzichtiger was, over
tuigender dan die van don heer Romme.
Wij kregen, hangende de discussie, een
voorstel van Mr. Romme om den ter
mijn van bouw op twee jaar te stellen en
dus, want dat is de practische consequen
tie, de aanvrage toe te staan.
Natuurlijk kwamen ook de heer Klaas
de Vries en Ossen do r.p in hot debat-
al hadden zij niet veel nieuws te vertellen»
Een aardige noot bracht dc heer B o i s s e-
vain, die er terecht op wees, dat er nog
geen gelijkstelling tusschen openhaar cn
bijzonder onderwijs was en men du voor
standers van het bijzonder onderwijs aller
lei moeilijkheden in den weg legt. Hij dringt
op een meer loyale opvatting aan. Een
sympathiek geluid dat wij van die zijdo
maar zelden hooren.
Natuurlijk bleef dit niet onbestreden, zoo
wel de heer Ketelaar als Mevr. K a 1 k
Mulder verklaarden volkomen eens te zijn
met wat door den Wethouder was gezegd.
Het voorstel-R o m m e w erd dan ook ver
worpen en de voordracht van B. cn W. aan
genomen.
Kon. HolL Lloyd.
Gister kwam aan de oivle de voordracht
van B. en W. om opnieuw tot eind 1932, ie
mogelijkhei-J te openen, zulks in overeen
stemming met wat de Regeering doot, «lat de
Lloyd kotsvoonschouen worden vestrekt.
In 1924 is men hiermee begonnen, en 1929
is opnieuw toezegging gedaan en thans acht
men het nog voor een paar jaar noodig. In-
tusschen is de reorganisatie hetronnen, cn er
is eenige verwacht ing, dat door de met een
Duitsohe Mij. (de N-i\l«1eutsche I.loyd ge
troffen overeenkomst, na eenig tijdsverloop
do Kon. Holl. Lloyd w eer in slaat zal zijn,
op eigen wieken te drijven.
Eenige onrust is er gekomen, toen de cou
ranten mededeelden, dat de firma W. H.
Muller de directie zou overnemen. Men had
aarechijnlijk in de vertrouwelijke stukken
reeds over deze zaak inlichtingen kunnen
geven, en dat had het debat korter en t«ii-
erder gemaakt.
Eerst leken de belangen der arbeiders de
hoofdmoot in de discussie te zullen vormen.
De heer Pothuys sprak er over, mej.
t z volgde hem. de heer Romers veld
ging hetzelfde pad. Natuurlijk waren er ook
ondere belangen in het geding. De heer
TerHflflr bracht de belangen ook van «ten
handel en de gemeente naar voren. Hij m!
met volle overtuiging voor deze voordracht
stemmen.
De heer Baa6 bezag de kwestie ook tets
breeder, cn maakte ten aanzien van een
paar onderdeelon der overeenkomst enkele
eer technische opmerkingen.
Hij zal voorstemmen, evenals de Vrijzin
nig-democraten.
Een motie van een zestaJ raadsleden om
aan te dringen bij de Lloyd, dat behoorlijk
overleg met de vakvereenigingon zal worden
gevoerd, wordt door B. en W. overgenomen.
De Wethouder verdedigde <1e voor
dracht krachtig, al was liet naar zijn eigen
verklaring, zonder hartstocht. Er is nog al
tijd medewerking noodig
Evenals vroeger hlekiui hij d stemming
alleen de communisten ttrzenstondera en al-
zoo ping de voordracht er mot 32 tegen 3
stemmen door.
EEN KRASSE BAAS.
Als een groote bijzonderheid kan vermeld
worden, dat de 77-jarige arbeider P. van Wiik
te Ouddorp (Z.-H.) reeds fiO jaar lang behulp
zaam is geweest als delver van de meekrap.
De krasse grijsaard verricht nog dsgeliik* zjjn
arbeid op het land als oen jonge werkman.
AANGBBOÜDBK.
Een zekere V.. die verdacht w-erd van ver
duistering van rijwielen en wiens opsporing
door den Rurgemee-ter van Ede verzocht was,
is door de politie te Dieren lutngrhnudcu m
ter bcscikkïng van de Justitie gc.-te!d.
VERDRONKEN.
Te Zwammerdam is een 4-jaiêg Jongetje t*
water geraakt en ver«ironkcn.