r VRIJDAG 12 SEPTEMBER 1930 VIERDE BLAD PAG. Tf Christelijke Werkgevers vereenig ing DE TWEEDE DAG HET RAPPORT OVER CHRIST. PATROONSVAKORGANISATIE De huishoudelijke vergadering van gister morgen werd te ruim 10 uur door den voor zitter geopend met het lezen van enkele yerzen van 1 Joh. 1. Jaarverslagen. Het jaarverslag van den secretaris werd goedgekeurd, evenals het financieel ver slag van den penningmeester. Aan dit verslag is het volgende ont leend: Gememoreerd werd de oprichting van de Groninger club, die door haar bijzondere activiteit en propaganda de belangstelling heeft doen toenemen. Het ledental blijft stijgen. Vermeldde hel vorig jaarverslag 314 leden en 16 buitenge wone leden, deze getallen waren op 1 Sep tember 1930: 332 leden en 27 buitengewone leden. De toename van leden en buitenge wone leden is te verklaren uit de omstan digheid ,dat de plaatselijke clubs gaai- personen in hun midden zien, die geen werkgever zijn in den zin van art. 7 onzer statuten. Hiervoor geeft het instituut buitengewone leden uitkomst. Bij de bespreking van de werkzaamheden der Vereen, op sociaal en economisch ter rein wordt o. m. stilgestaan bij hetgeen de .Vereen, deed bij de inwerkingtreding van de Ziektewet. Bij de Federatie zijn thans 34 bedrijfsverenigingen aangesloten tegen 19 bedrijfsverenigingen, die niet zijn aan gesloten. Het aantal ondernemingen aange sloten bij de Alg. Bedrijfsvereniging is,zeer belangrijk. Het verslag memorert voorts allerlei werkzaamheden, die de Vereen, in het be lang harer leden behartigt. In verschillende commissies en besturn hadden afgev digden namens de Vereniging zitting, dus besluit het verslag. Wanneer wij ons afvragen wat de naaste toekomst ons brengen zal, dan zal onge twijfeld de Ziektewet onze aandacht blij ven vragen, zullen wellicht spoedig andere vragen op sociaal terrein beslag op ons leg gen, waarbij ik denk aan de unificatie der sociale verzekering en de verbindendverkla ring der collectieve arbeidsoverenkomsten, doch daarnaast zal ongetwijfeld het mische bijzonder tot ons spreken. Ik denk hierbij aan twee punten, nl. de algemecne inzinking en de handelspolitiek van meerdere landen, speciaal van de Ver- eenigde Staten van Noord-Amerika en van Duitsohland. Hetgeen daarmede in verband staat, raakt onze leden individueel, doch ook de Vereniging als zoodanig, wanneer zij geroepen wordt, terzake eenig advies te geven of zich verplicht zou achten eige ner beweging eenigen stap te doen. Ik mag de hoop uitspreken, dat speciaal op deze terreinen, waar noch bestuur, noch verte genwoordigers der Vereniging in eenig college iets_ kunnen doen zonder behoorlijk feitenmateriaal, de leden niet achterwege zullen blijven datgene mede te deelen, wat van belang kan zijn. Ik eindig dan met het uitspreken van cle hoop, dat zoowel de arbeid in het afge- loopen jaar, alsook in het komende jaar onder Gods zegen moge strekken tot bloei van het Noderlandsche bedrijfsleven en tot bevordering der sociale gerechtigheid. Tot, bestuursleden worden herkozen dc heeren F. L. van der Bom te Amsterdam en B. van Eesteren te 's-Gravenihage. In de vacature Nooitgedacht werd g kozen de heer J. H. van Lonkhuize te Zeist. De Intern. Axbeidsconf. te Genève. De Voorzitter deed vervolgens mededee- Jingen over de door hem als werkgevers afgevaardigde bijgewoonde Intern. Arbeids- conferentie te Gepève. Bij een bespreking van de agenda stond Spr. stil hij de moeilijkheden, die «zich voor deden bij het onderwerp „Arbeidstijd in dc mijnen". Spr. laakte het dat sommige regeerings- öfgevaardigden al te zeer de afgevaardigden der arbeiders naar de oogen zien. Hoe weinig waarde aan sommige ratifica ties van conventies gehecht moet worden blijkt als men bedenkt dat Luxemburg rL conventio inzake de scheepvaart heeft g" ratificeerd. Zoo hadden b.v. ook bij de be handeling van het kolenvraagstuk 9 van de 5o vertegenwoordigde Staten belang. Toch stemden zij allen mee. Ten slotte vraagt spreker hoe de Christe hen staan tegenover het werk van Genève. Men moge het wérk van den Volkenbond nuttig achten, een feit is, dat elk contact met God er verloren is, hetgeen b.v. blijkt uit het jaarverslag van Thomas. De Voorzitter wordt hartelijk dank ge bracht voor zijn werk als werkgeversverte genwoordiger in de Arbeidsconferentie te Genève. Economische voorlichtingsdienst. De beer S. Wouda bracht daarna het i-apport uit van de Commissie van Voorbe reiding eener organisatie van den economi- schen voorlichtingsdienst. Deze commissie was ingesteld naar aan leiding van de resultaten der onderhande lingen over het handelsverdrag met Duitsch- land. Daarbij is gevoeld het gemis aan- een organisatie of bureau ten dienste van regee ring en publiek. Dc regeering benoemde toen een commis sie, waarin zitting hadden een aantal leden van den Nijverheidsraad en eenigo hoofd ambtenaren. Deze 'commissie onderzocht den stand van zaken, waarna in grooto lijnen een plan werd opgemaakt dat de economi sche werkzaamheden wil concentreeren in een instelling. Dc regeering toonde instemming met dit plan, dat zal worden uitgewerkt en stelde voor de stichting van een Ce.ntraal Bureau voor Economische voorlichting, hetwelk de opheffing van het thans bestaande bureau met zich .mede zal brengen. Twee ambtenaren hebben het rapport niet onderteekend. Tenslotte wijdde Spr. nog een woora aan de vraag of dit plan verwezenlijkt zal wor- Hierna werd de vergadering geschorst. MIDDAGVERGADERING De vergadering van Donderdagmiddag Was bijna geheel gewijd aan de bespreking van het rapport over het vraagstuk: Chris telijke Patroonsvakorganisatie, welk rap port in opdracht van het bestuur in 1929 was uitgebracht dbor een Commissie, be staande uit de heeren: F. L. v. d. Bom, A Borst Pzn., H. Diemer, M. van Oordt, A. Reyers en Mr. H. H. Steneker. De heer A. Borst Pzn. leidde de bespre king in en begon met er op te wijzen dat, zeer tot zijn spijt, in velerlei kring het rap port een minder welwillende beoordeeling had gevonden. Speciaal in de kringen van onze Christelijke arbeiders en Christelijke middenstanders zijn daarover meeningen geuit, die aan het rapport niet voldoende recht doen wedervaren, en menigmaal blijk geven van een misverstaan en verwarring van begrippen ten dezen opzichte. Nog steeds niet gelukt het ieder, zuiver te on derscheiden tussciien de taak der algemee- ne Christelijke Werkgeversvereeniging, en die der bizondere vakvereeniging, en me nigmaal worden de argumenten, die pleiten voor aansluiting bij de algemeene stands vereeniging, gebruikt om de aansluiting bij de v a korganisatic te propageeren. Soms wordt de zaak zelfs hopeloos, wanneer men in de critiek op het rapport ervaart, hoe hier de argumenten dooreen worden ge- Voor spr. overgaat tot weerlegging van de bezwaren, die tegen het rapport zijn in gebracht, wil hij wijzen op twee zaken: Allereerst dient het debat vrij te worden gehouden van persoonlijke grieven, welke men in sommige kringen, blijkens pers- I uitlatingen, tegen de Christelijke Werkge- j versvereeniging schijnt te hebben. Daarme de verzwakt uien bij de bestrijding eigen positie. In de tweede plaats dientrmen wel te on derscheiden tusschen een rapport en een conclusie. Het aannemen of verwerpen moge voor het laatste kunnen gelden, voor het eerste zeker niet Tot de eigenlijke critiek komende, noemt spr. vier punten: 1. Het rapport zou miskennen de beteeke- nis van de Goddelijke beroepsgedachte, be drijfsleven niet vakorganisatie vereenzelvi gen, en gaan langs het vraagstuk, waar bel om gaat. Spr. noemt dit het meest zuiver prin cipieel bezwaar, dat tegen het rapport ia ingebracht. Veel van de aangevoerde argu menten wil hij gaarne accepteerén als plei dooi voor aansluiting bij de werkgevers stand sorganisatie. Voor de v a korganisatie staal liet echter naar spr. aantoont geheel •anders. Hij ontwikkelt de idee Christelijke beroepsgedaclite, dvv.z. van de roeping van iederen Christen om bij rte uit oefening van zijn beroep in den kring der maatschappij met zulk een getrouwheid te arbeiden, dat ook op dit terrein van het le ven God wordt geeerd en geprezen. Ook dat deel van het nienschelijk leven behoort tot Gods bestel, en deze algemeene uiting van het menschelijk leven heeft de Chris ten met al zijn medeburgers gemeen. Hij staat dus niet afzonderlijk, hij staat mid den in den kring van vak- en bedrijfsgenoo- ten, en moet in dezen algemeenen Kring, overeenkomstig zijn hooge roeping, vooraan staan, wijl juist hij tot de bizondere erken ning is gekomen, dat het God is, Die in Zijn Algemeene Genade ook de ontwikkeling van het maatschappelijk leven leidt. Belij den en beleven van deze Christelijke be roepsgedaclite voert dus naar sprekers mee ning juist naar de bedrijfssolidariteit niet met enkelen, maar met alle bedrijfsgenoo- ten; staat daar niet tegenover, maar is aan de zuivere beleving onlosmakelijk verbon den. Ook het rapport erkent dat, hetgeen spr. aantoont. Spr. beroept zi-ch voorts op Dr. A. Kuyjier, en concludeert, dat beleving dei- Christelijke boroepsgedaobte juist niet voert naar aparte pat.roonsvakorganisatie, veeleer jileit voor één groote, sterke slands-organi satie, dir door bezinning op het bizondere van eigen beginsel medewerkt aan de zui vere volbrenging van de voor ieder persoon lijk geldende Goddelijke roeping op het ai- gemeene terrein van het bedrijfs- en za kenleven. Van vereenzelvigen van bedrijfs leven met vakorganisatie is in het rapport geen sprake, zegt spr. Bij de vakvereeniging gaat het economische element voorop, dat is hetgeen in het bedrijfsleven samenbindt Dan volgt het sociaal-ethische element, wat verwijderen en splitsen mogelijk en soms noodig maakt. Men zoeke echter eerst naar wat vereenigt, opdat de organische eenheid, door God in het bedrijfsleven gelegd, in de gemeenschap van arbeid en belang behou den blijve. 2. Het rapport, niet erkennende den eisch van Christelijke Patroonsvakorganisatie, zou in ernstige mate in den weg staan den in vloed van het Christelijk Patroonselement in de ontwikkeling tot bedrijfsorganisatie in Christelijk-socialen geest- Indien inderdaad het rapport een gezonde ontwikkeling tot bedrijfsorganisatie in Chris tolijk-socialen geest in den weg zou staan, zou spr., en zeker alle rapporteurs, dit be jammeren. Spr. gelooft dit echter niet Hij wijst er op, dat de visie op dit vraagstuk vaak een geheel persoonlijke is en niemand nog weet hoe, indien er een lichaam kwam, dat de maatschappelijke krachten zou or gan iseeren en daardoor staatsbemoeiing in perkte of aanvulde, zulk een lichaam zou worden gevormd. Van vaksgewijzen invloed verwacht spr. persoonlijk niet veel. Hij con stateert tevens, dat vóór of tegen bedrijfs organisatie niet samenvalt met Christelijk of niet-Christelijk. Persoonlijk is hij een warm voorstander der C.A.O. en der verbin dendverklaring, maar hij kent talrijke geest verwanten, die van zijn inzichten niets moe ten hebben. Wat thans reeds tot stand is ge bracht in diverse bedrijven in den vorm van een voortschrijdende medezeggenschap is meestentijds vrucht van samenwerking tus schen Christel ij ken en niet-Christelijken, welke veelal eigen geestverwanten tegen over zich vonden. 3. Het beroep op de Chr. vakorganisatie van arbeiders zou niet opgaan, wijl deze niet in den loop der tijden, maar reeds van den aanvang af eigen idealen hebben ge koesterd en dus hun ontstaan niet uitslui tend danken aan het indragen van de klas- senstrijdleer in de Noderlandsche vakbewe ging. Spreker heeft zich verwonderd over de critiek, welke is uitgebracht op de in het rapport voorkomende vergelijking met «Ta Christ, vakorganisatie van arbeiders. Hij a'-ht het zijn plicht, met citaten uit de ge schriften van onze Christelijk-sociale voor mannen aan te toonen, dat ook deze één groote, ongedeelde vakbeweging het ideaal achten, en het indragen van de Massen et rij-lieer hebben beschouwd als de oorzaak waardoor dit mogelijk werd. Achtereenvolgens citeert spr. uit: Diemei, Smeenk. en Talma, wijst op uitlatingen van Dr. de Visser en Prof. Slotemaker de Bruine en verwijst voorts naar de Chr. sociale cot» Jerentie van 1905. de oprichting van het Chr. Nationaal Vakverbond in 1909 en oe Vakvereenigingscursus van 1910. Onbetwistbaar hebben onze Chr. arbeiden thans eigen idealen, ook ten opzichte hun eigen Chr. Vakorganisatie, maar vanaf den beginne heeft de ongedeelde vakorgani satie, naar Engelsch voorbeeld, ook hen bekoord. 4. Het rapport zou geheel in strijd zijn met de uitspraak van de Christelijke Wers geversvereeniging in 1920, waar reeds is be sloten de Christelijke Patroonsvakorganisa tie ter hand te nemen. Dit punt raakt feitelijk niet het rapport al meent spr. dat hij er iets van zeggen moet. Indien juist was, dat uit dit rapport eer- geest ademde- die in strijd kwam met Hei besluit van 1929, dan ware dit nog geheel voor rekening van de rapporteurs en treil de Chr. Werkgeversvereeniging geen blaam Spr. meent echter, dat dit niet zoo is. Dc- Commissie bestudeerde de vraag, of Chris telijke Vakorganisatie van patroons in alie omstandigheden principieel geboden is, en kwam tot dc eenvoudige slotsom: in alle omstandigheden niet, in sommige wel. Deze opvatting bestond ook reeds in 1920 Waar de noodzaak bleek, heeft dan ook de Christ. Werkg. Vereen, steeds gepoogd uit voering te geven aan het besluit van 1920 en ze zal dit zeer zeker blijven doen. Wie de vergadering in 1920 heeft meege maakt, waar 't besluit viel, kan weten, dat zulks alleen de bedoeling was. Dat de samenwerking met de Ghr. Middenstands organisatie ten deze niet slaagde betreurl ook de Chr. Werkg. Vereen, en dat de Chr. Middenstandvereeniging thans de fusie met de Chr. Partoons Valccentrale aanvaardde, ruit moet worden geconcludeerd, dat de Chr. Middenstandsorganisatie in alle om standigheden den eisch van Christelijke Pa- ïsvakorganisatie aanvaardt, kan de Chr Werkgeversvereeniging niet afbrengen van Laar besluit van 1920 om, waar noodig de Christelijke Patroonsvakorganisatie ter hand te nemen. Naar sprekers meening heeft men zóó het besluit van 1920 te zien. en heeft spr. dit be sluit steeds opgevat. Indien hij het mis heeft, ivordt hij gaarne overtuigd. Tenslotte wijst spr. op hetgeen de „Stan daard" over de Christelijke Patroonsvakor ganisatie schreef en eindigt met te wijzen op de noodzakelijkheid, om den invloed van de Christelijke Patroonss tand s-organisatie te versterken. Bespreking. Op deze inleiding volgde een geanimeer de discussie, waaraan door meerdere leden werd deelgenomen. Sommige leden verklaarden tegen eenige onderdeden van het rapport bezwaren te hebben, anderen betuigden er hun instem ming mee. De debaters werden door den heer Borst beantwoord. Ten slotte constateerde de Voorzitter, dat door het rapport veel misverstand is ontstaan, mede omdat men de aanleiding tot hc-t samenstellen van het rapport over 't hoofd heeft gezien. Deze aaiileiding werd gevonden in de rede, die de voorzitter gehouden heeft bij de ope ning van de jaarvergadering te Schevenia- gen. Het bestuur heeft toen de vraag der Pa troonsvakorganisatie opnieuw onder 't oog gezien en heeft een commissie benoemd om 't vraagstuk te bestudeereu. Daarbij stond op den voorgrond deze vraag: moeten wij als Chr. patroons komen tot Chr. vakorganisatie over heel de linie? Uit de bespreking is gebleken, dat de aanwezigen niet allen het rapport geheel voor hun rekening willen nemen. Het rap port zelf moet daarom voor rekening der commissie blijven. Het bestuur heeft het van de commissie gekregen en het heeft het aan de leden doorgegeven. Het zou ontijdig zijn hier thans een alge meene beslissing te nernen. Persoonlijk zou Spr. als zijn indruk van de besprekingen willen voorstellen, dat deze conclusie liet gevoelen der vergadering weergeeft: „Het bedrijfsleven vormt een éénheid is een gemeenschap in arbeid en belang, omvattend allen, die in het bedrijf hun be staan vinden. De patroon of ondernemer heeft in dat be drijfsleven alle gaven en krachten dienst baar te maken tot openbaring van Gods heerlijkheid en heeft dienovereenkomstig in den geheelen en vollen kring van het be drijf op te treden. Met name is splitsing eisch indien men om de consciëntie wil is verjdicht is de be staande vakorganisatie te verlaten". Enkele leden verklaarden hierop, dat zij zich persoonlijk met deze conclusie geheel konden vereenigen. Sluiting. Het woord was hierna aan den heer Zijlstra, lid der Tweede Kamer, wiens opwekkend woord wij reeds gisteren it ter dankte voor het met hartelijk applaus beloonde goede woord. Hij sprak verder woorden van dank aan den voorzitter van de Groninger Club voor het kostelijk onthaal te Groningen en eindigde met te wijzen op den zegen van een "ge- aaehtenwisseling in de Werkgevcrsverecn. e heer Wol dring endosseerde de dankwoorden van de leden der diverse comités in Groningen, die de ontvangst hadden voorbereid en sprak enkele harte lijke woorden tot het H. B. Zoowel do woorden van den voorzitter als ie van den lieer Woldring werden met ap plans onderstreept Nadat gezongen waren dc venten G5 en Gï ran PS li<), gi„K ,|C heer Zijlslra vonr dankgebed en sloot dc voorzitter de verga CALVINISTISCHE STUDENTENBEWEGING 13DE CONGRES TE LUNTEREN HET WESTERSCHE RELIGIEUSE SOCIALISME BELANGRIJK REFERAAT VAN Prof. VOLLENHOVEN VIERDE DAG. Op de gewone wijze wordt de dag aange vangen door Jhr. B. L. W. M. Hoeuf'ft Dan betreedt Prof. Dr. D. H. Tb. Vollenhove: van Amsterdam het podium en refereert over „Het Westprsche religieuse socialisme in de 19e en 20e eeuw". Het religieuse socialisme is binnen den kring der socialisten slechts een nevenstroo- ming. Vandaar, dat het niet valt te verstaan, zonder dat men het niet-religieuse socialis me begrijpt, waarvan het nu eens de drijf kracht, dan weer de correctie wil zijn. Het is dan ook noodig, eerst het niet- religieuse socialisme nader te bezien, waar bij dat van de 19e en 20e eeuw bijzondere aandacht verdient (I), daarna dienen dan de verschillen binnen den kring van hel religieuse socialisme belicht (II) en dit stre ven beoordeeld (III). I. Het niet-rcligieuse socialisme. A Vóór het begin der 19e ee Het niet-rcligieuse socialisme is reeds vroeg ontstaan door dc verhinding van de critiek door paganistische wijsgeeren uitgeoefend op den gang van het sociale, economische en politieke leven in hun omgeving. De aristocraten van 't denken zonderen zich in Tndië af van de maatschappij en levei zonderlijk van den inbrengst der leden of de giften hunner vereerders. Vandaar dat de productie in hun wereld aanvankelijk rol speelt: dit communisme is uitslui tend consumptic-communisme. Het reli gieuse denken kenmerkt zich tegenover het Onsten reeds in de oudheid door de erken- van de activiteit. Deze bevindt zich volgens Plato vormend huiten, volgens Aristoteles binnen het staatsleven. Bij de Stoa komt ze als innerlijk te staan tegen over den vorm als uiterlijk. Vandaar loont een lijn nanr de gnostiek met haar verach ting voor den vorm in haar verhinding het anti-kosmisch dualisme en chiliasme. De Grieksch georiënteerden ze mogen onder in? verschillen in dc waardeering van den orm houden echter «le tweeëenheid van het innerlijke en uiterlijke vast. Onder invloed van het Christendom maakl de aristocratie van lret denken vooral in 't Westen plaats voor die van het ambt. Wan neer 't laatstgenoemde in de feudale kerk nog verder verbastert, moet het in de 13e eeuw wijken vonr het liefdecommunlsme der leeken (beldelordcn). Even later bewer ken de verplaatsing van den handel naar het Noorden en de opkomst van de natio nale handclsstaten de ontwikkeling der huisindustrie, waardoor ook de productie zich in de idealen der socialisten een plaats ziet ingeruimd. Het begin van den nieuwen tijd was ech ter voor de practische toepassing allerminst gunstig: de Rennissnnce was individualis tisch en werd bovendien scientialistiseh en bii dc Reformatoren staan de vragen van religie cn kerk op den voorgrond. Bij de] wrijving tusschen den handel en het nog ten deele gesloten bedrijfsleven gilderN helpt de staat eerstgenoemde in 't zadel. Deze industrialiseert het bedrijf, zoodat dit door de uitvindingen aan het eind dor 18e eeuw machine-industrie wordt B. In de 19e en 20e eeuw over 'i .]m X.L 1SUWÏ, ontwikkeling weinig onc iïïïL® /ï!effe ropppn machteloos om latpn (Rousseau). Eerst de posltloisten laten een ander geluid hnoren. In vertrou wen, evenals dc Aufklftrungstrijd, op de \fa!.rUr« naclor °P de modern-Westersche. XK ,ze «garden ook 't nieuwe, de ma chine-industr.e a's resultaat voor voor uitgang. Doch de socialisten onder hen ge- looven, anders dan de liberalen, niet aan een harmonieuse ontwikkeling van 't eco noin.sehe leven: in circulatie, proScU. of h ?c,'"en.ze oen onredelijke beslrij dén S h? """"iMkelijk. Mant leel don nadruk op de productie, verbindt het socialisme mol een speculatieve hcschou 525 'io historie (phasentheorie), be- perkt den slnjd tot cle kapitalistische phase en vat deze op als klassenstrijd tw°°wcl, tc?pn (lp specifiek Marxistische thesen als tegen de onderstellingen cn aehtergond. die rc met het strijdend 'lustne-socialisme gemeen hebben, rijst de laatste halve eeuw ook in den lering der met-religieuse socialisten ej-nstig verzet II. Op dit milieu nu werkte en werkt het religieuse socialisrry; in. Nergens is z'n religie ecu schriftuurlijk." uoeh wel is er drievoudig verschil. Ten eerste is 't paganisme hier niet, dajir wel verbonden met Christelijke tendenzen. Ten tweede is het geestelijk milieu van in vloed: het religieuse socialisme is in z'n beide hoofdvormen in het Roomsche Frank njk anders dan in het Luthersehe Duitseh land en hier weer anders dan in de lan den waar Zwitsersch-rcfoirnatorische motie ven een voorname rol speelden. En einde 1 ij k: de twintigste eeuw is anders dan do negentiende: van bezielend is het religieuse socialisme vaak critisch geworden, deels ge leerd door de critiek van niet religieuse so cialisten op het Marxisme, deels deze be schouwingen steunend. Deze verschillen illustreerde spr. vervol gens met tal van voorbeelden. In Frankrijk stond in 't begin van dc 19e eeuw tegenover het uitsluitend huma nistisch intellectualistisch religieus socialis me van St. Simon de weer aan aan 't Christendom georienteerde de Lamcnnois, beiden Roomsch en kinderen van hun tijd. In Duitschland is voor de zuiver hu manistische en religieuse richting eerst Weitling, in later tijd naast Cohen ook de familie Blumhardt typecrond. De ander.' groep is karakteristiek door Naumann ver tegenwoordigd. Op Engelse li protestantsche kringen werkten van meet af (Bucer) Zwingliaan- sche en geheel anders gerichte Calvinisti sche factoren samen. Tegen Owen verzetten zich hier Carlvle, Manisce en Kingsley, vier geest nog doonverkt. In Zwitserland verdrong het gnos tisch Anabaptisme in den religieus socialis- tischen kring steeds meer het Calvinisme. Daarbij kan men, evenals in de dagen van de groote Reformatie do rumocrigen (Rutter en Ragaz) onderscheiden van de stillen (Barth en Tillich). In Nederland hebben zoowel de oud als jong modernen aanhang in Blijde We- reldgroep en Religieus Socialistisch Ver bond; daarnaast staan de aan de Quakers georiënteerde uitlooper dor Woodbrooker- beweging (Barehem) en dc richting-Barth III. Toekomend aan do heoordeeling merk te Spr. op, dat juist het Calvinisme in staat is om lo. vol bewondering voor den rijkdom ran het geschapene, het sociale en nccono mische terrein èn in hun realiteit én in hun eigenaardigheid te erkennen: „geld" en „ma chine" b.v. zijn niet onder te brengen in het sfercndualisme van Psyche-organisme; 2o. kan het afkeerig van regressie, het kwade niet slechts zien, maar ook diep peilen. Zijn bestrijding van het kwade wordt echter be- heerscht door zijn schriftuurlijke opvattin: van de zonde, die noch in de materie noch in de individualiteit, noch in ons schepsel zijn, doch alleen in de richting van ons le ven is te zoeken. Fji ook al weten we, dat onze kracht klein is, de roeping naar eigen principieel inzicht op eigen wijze hier bez:: te zijn, geven we niet moedeloos prijs. En we hebben iets voor: Wie niet gelooft in eigen souvereiniteit, heeft van te voren de staketsels weggeruimd, die overal, en waar lijk niet alleen op deze gebieden, de meesh moeilijkheden veroorzaken. Bespreking Een groote uitwendige factor voor het sla gen van een congres als dit op de heide wordt gehouden, is zeker wel het weer. En dit houdt zich tot heden uitstekend. Vele der referaten en bijna alle discussies wor den dan ook niet binnen, maar buiten ge leverd en gehouden. Dit geldt ook voor de bespreking van het referaat van Prof. Vollenhoven, waarvan wi; hierboven verslag gaven. Des middags werd in het bosch nog een flinken tijd na- gediscussieerd. Hierbij ging het voornamelijk over de vragen: Wat is eigenlijk socialisme? Is op het standpunt van Prof. V. b.v. ook niet het liberalisme socialisme te noemen? Wat is het onderscheid tusschen die twee? Kunnen we als Christen socialist zijn? Is er een tegenstelling tusschen humanistisch religieus socialisme en het Christelijk-reli- gieus Socialisme? Het socialisme heft de sociale functie uit het kosmisch verband. Zoo deden reeds de oude filosofen b.v. Plato met zijn demiurg- theorie. In de Christel, kerk, bij Rome, is dit geworden een uitheffen van het ambt I Achter t socialisme zit een verkeerde souvoreiniteits-gedachte. Vroeger was de vorst souverein, outokratoor; dit leidde tot tyrannie. Als de democratisecring steeds verder gaat wil iedereen souverein zijn. 't Socialisme is langzamerhand een demo cratische beschouwing geworden. Maar al. ieder souverein wordt, allen autokratoor zijn is er geen gezagdrager en geen ontzag- bicder meer. Die gedachte dat wij autokratoren zijn moet weg, want zóó wordt een deel van de kosmos vergoddelijkt. Zoolang men uitgaat van de souvereiniteit van den mensch, trekt men alle dingen scheef, 't Positivisme heeft voor 't eerst laten zien, dat de wereld van onderen af opgebouwd is. En dit moet conse quent leiden tot het socialisme. We moeten 't socialisme zien als een uitlooper van het Humanisme. Daarom is het niet te verbin den met het Christendom. Nergens bij dc religieuze socialisten wordt een Schriftuur lijk Christendom gevonden. Het socialisme is ontstaan door de ver binding van de paganistische wijsbegeerte met de misstanden. Het Christendom wor telt in het kruis, is eerst mogelijk gewor den door het offer van Christus. Hij kwam niet om maatschappelijke kwesties op te lossen. Het doel van Zijn leven was zuiver religieus. Hij heeft als Zo.-ii gehoorzaam heid geleerd, overal, in alle verhoudingen. Wel is er een inwerking van het Christen dom op het socialisme geweest en omge keerd; men heeft gepoogd een synthese tot stand te brengen.. Maar die synthese-po gingen zijn nooit goed te keuren. Daarom moeten we ook het liberalisme nooit door het socialisme bestrijden dersom. Beide zijn humanistisch ingesteld. Wel verschilt het liberalisme van het socia lisme nl. daarin, dat 't laatste industrialis- tisch is. 't Liberalisme wil harmonie berei ken door ontwikkeling van alle individueele daden. Het humanistische en het religieus socia lisme liggen in eikaars verlengde; maar 't humanistische is minder in aanraking ge bleven met het Christendom. Dee naimiddaig6 werd tueeahen 2 elftallen m de V.U. en Kampen een voetbalwed strijd gespeeld De inzet was het promotie- recht van Kampen. Resultaat was: 21 voor de V. U. cn een verzwikte voet bij Kampen, zoodet het promotie recht hiermee is geval len, althans mank gaat. Dit zegt Lunteren tenminste. In de avondvergadering trad iivplaats van Prof. Dr. T. Hoekstra, die door de Synode- drukte verhinderd is. op de heer T. D ij k, van Soemba, die sprak over: De economische zijde der zending, 't Is niet zoo gew«x>n onder ons te denken aan de economische zijde der zending. In de zending is zeggen en zaaien alleen niet vol doende; er moet ook iets gedaan worden. De grond van de bemoeiing met het maat schappelijk leven van den heiden ligt niet in medelijden, maar daarin, dat de bekeer de heiden als kind van God vruchtdrager moet zijn. Het wezen van het vrucht dragen is: leven overeenkomstig den wil van God. Daarin is geen slaafsche vrees, maar enkel vreugde en ook groot loon. Tot zulk vruchtdragen moet de Soemba- neesche Christen worden opgevoed, want die vrucht komt niet vanzelf. Maar dit is een moeilijke taak voor de zending; er is alle dagen teleurstelling. Er is b.v. een verkeerde v«x>retelling bij den bedden over zijn verhouding tot God :n de wereld rondom hem. Hij verstaat niet, dat de arbeid een opdracht Gods is, dat hij moet meehelpen aan het vervullon van Gods ivereldpkui. Ilij ziet niet Gods ordiaiantien voor gezin en gezag. Ook de Christen-Soembaneos zit vast aan lie beschouwingen en praktijken, is gebon den aan de eischen van het gemeenschaps leven. Breekt hij daarmee, dan staat hij al- De zending moet op de gemeenschap in- •erken, mag den Christen niet aan z'n lol overlaten. Het volk op Soemba moet zich onder den invloed van de levenswet Gods ontwikkelen naar eigen bestaan en karakter. Die taak der maatschappelijke opvoeding moeten we niet alleen vervullen door prediking van het Woord Gods, nwiar ook door de school en het hospitaal. Maar daarnaast i6 nog iets anders noodig, n.l. rechtstreeks ingrijpen in het maatschap pelijk leven door hulpdiensten voor land bouw, veeteelt, volkskunst, e.d. Het volk moet door mensohen uit het volk zelf op alle terreinen rijp gemankt worden. Er moet komen een soor*t van ambachts scholen. De hier opgeleiden zullen strak6 aan de Soembaneezen moeten toonen hoe ze in de praktijk van het leven vruobtdrogons kunnen en moeten zijn. Deze dag wordt gesloten door den heer G. C. Post, afgevaardigde vam de N. C. S. V. Gemengd Nieuws. GESTOORDE FEESTVREUGDE Tijdens de Oranjefeesten te Sleeuwijk kwam een optocht van versierde wagens den Rijksstraatwf^g af. Toen de sloot stilstond schrok een der paarden voor de muziek, met het gevolg dat paard cn w&gcn mot 13 kinderen van den dijk reed. De kinderen kwamen met den schrik vrij. Het paaixl werd ernstig ge wond en de wogen werd gedeeltelijk ver nield. GEMEENTERAAD VAN AMSTERDAM ONDERWIJSDEBAT KON. HOLL. LLOYD De eerste zitting na de vacantie. Dé meeste raadsleden zijn terug. De Burgemeester is door lichte ongesteld heid verhinderd te presidecren. De wethou der W i b a u t vervangt hem en doet dat op de bekende wijze. Voor het eerst na een langdurige ziekte is de heer Assendorp weer present, die door verscheidene leden wordt welkom geheeteSk en gecomplimenteerd. Dan,istaat heel den Raad op. Ingekomen is het overlijdensbericht van Mr. W. F. van Leeuwen. De heer Wibaut leest een rede die onder groote stilte wordt aange- hooril, en waarin de overledene, oud-burge meester van Amsterdam, herdacht wordt. Verder zijn we een goed deel van den middag zoet met het trekken der afdee- lingen en het aanwijzen van onze 17 com missies van bijstand. AVONDVERGADERING Wij kregen in den laten middag nog eens weer een schooldebatje. Er was een aan vraag van een R. K. Schoolbestuur om een school en er was verschil tusschen den heer Romme en don Wethouder of in het hier bedoelde geval een aantal kinderen wel of niet meegerekend mochten worden. Dc heer W ij n k o o p maakte van deze gelegenheid gebruik, om naar het oude recept, de voorstanders van het Bijzonder Onderwijs, voor subsidiejagers uit te ma ken. De heer Romme bestreed het betoog van den Wethouder en zette zijn interpre tatie er tegen over. Hij nieemle. dat vol strekt niet vaststaat dat het aantal kinde ren op den dag van opening reeds de school moeten bezoeken. Verder had hij bezwaar tegen den door B. cn W. aanccnomcn ter mijn van 1^2 jaar voor den bouw. wijl er meermalen, ook in officicele stukken als ge middelden termijn 2V- jaar is genoemd. De heer Woltjer sloot zich goeddeels hij den heer Romme aan en nam den heer Wijnkoop fijntjes onder handen, maar dezo klanken zijn zoo oud en bekend, dat zij geen indruk meer maken. De Wethouder meende dat in het ge val als nu aan de orde is. terecht een aan tal namen is geschrapt, wijl vrijwel ;reker is, dat wanneer de s«:hool eera-eil is. dit aan tal niet den vereiscliten leeftijd zal hebben bereikt. Een scherpe uitspraak van de Kroon is er echter niet on het zou P.. en W. wel aangenaam zijn, indien over deze zaak een uitspraak kwam. Maar naar hun opvat ting is er thans geen reden, medewerking te verleenen. De beslissing die hier aan don Raad wordt voorgelegd acht hij onredelijk, en m t oog op den eisch. die de wet stelt ook niet geeischt. Ons leek de rede van Prof. Wol tjer, die in dozen voorzichtiger was, over tuigender dan die van don heer Romme. Wij kregen, hangende de discussie, een voorstel van Mr. Romme om den ter mijn van bouw op twee jaar te stellen en dus, want dat is de practische consequen tie, de aanvrage toe te staan. Natuurlijk kwamen ook de heer Klaas de Vries en Ossen do r.p in hot debat- al hadden zij niet veel nieuws te vertellen» Een aardige noot bracht dc heer B o i s s e- vain, die er terecht op wees, dat er nog geen gelijkstelling tusschen openhaar cn bijzonder onderwijs was en men du voor standers van het bijzonder onderwijs aller lei moeilijkheden in den weg legt. Hij dringt op een meer loyale opvatting aan. Een sympathiek geluid dat wij van die zijdo maar zelden hooren. Natuurlijk bleef dit niet onbestreden, zoo wel de heer Ketelaar als Mevr. K a 1 k Mulder verklaarden volkomen eens te zijn met wat door den Wethouder was gezegd. Het voorstel-R o m m e w erd dan ook ver worpen en de voordracht van B. cn W. aan genomen. Kon. HolL Lloyd. Gister kwam aan de oivle de voordracht van B. en W. om opnieuw tot eind 1932, ie mogelijkhei-J te openen, zulks in overeen stemming met wat de Regeering doot, «lat de Lloyd kotsvoonschouen worden vestrekt. In 1924 is men hiermee begonnen, en 1929 is opnieuw toezegging gedaan en thans acht men het nog voor een paar jaar noodig. In- tusschen is de reorganisatie hetronnen, cn er is eenige verwacht ing, dat door de met een Duitsohe Mij. (de N-i\l«1eutsche I.loyd ge troffen overeenkomst, na eenig tijdsverloop do Kon. Holl. Lloyd w eer in slaat zal zijn, op eigen wieken te drijven. Eenige onrust is er gekomen, toen de cou ranten mededeelden, dat de firma W. H. Muller de directie zou overnemen. Men had aarechijnlijk in de vertrouwelijke stukken reeds over deze zaak inlichtingen kunnen geven, en dat had het debat korter en t«ii- erder gemaakt. Eerst leken de belangen der arbeiders de hoofdmoot in de discussie te zullen vormen. De heer Pothuys sprak er over, mej. t z volgde hem. de heer Romers veld ging hetzelfde pad. Natuurlijk waren er ook ondere belangen in het geding. De heer TerHflflr bracht de belangen ook van «ten handel en de gemeente naar voren. Hij m! met volle overtuiging voor deze voordracht stemmen. De heer Baa6 bezag de kwestie ook tets breeder, cn maakte ten aanzien van een paar onderdeelon der overeenkomst enkele eer technische opmerkingen. Hij zal voorstemmen, evenals de Vrijzin nig-democraten. Een motie van een zestaJ raadsleden om aan te dringen bij de Lloyd, dat behoorlijk overleg met de vakvereenigingon zal worden gevoerd, wordt door B. en W. overgenomen. De Wethouder verdedigde <1e voor dracht krachtig, al was liet naar zijn eigen verklaring, zonder hartstocht. Er is nog al tijd medewerking noodig Evenals vroeger hlekiui hij d stemming alleen de communisten ttrzenstondera en al- zoo ping de voordracht er mot 32 tegen 3 stemmen door. EEN KRASSE BAAS. Als een groote bijzonderheid kan vermeld worden, dat de 77-jarige arbeider P. van Wiik te Ouddorp (Z.-H.) reeds fiO jaar lang behulp zaam is geweest als delver van de meekrap. De krasse grijsaard verricht nog dsgeliik* zjjn arbeid op het land als oen jonge werkman. AANGBBOÜDBK. Een zekere V.. die verdacht w-erd van ver duistering van rijwielen en wiens opsporing door den Rurgemee-ter van Ede verzocht was, is door de politie te Dieren lutngrhnudcu m ter bcscikkïng van de Justitie gc.-te!d. VERDRONKEN. Te Zwammerdam is een 4-jaiêg Jongetje t* water geraakt en ver«ironkcn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 7