DONDERDAG 28 AUGUSTUS 1930 TWEEDE BLAD PAG. 5 IETS OVER GELDBELEGGING BELEGGEN IS EEN KUNST „Geld macht nicht glücklich", es gibt aber éine gewisse Beruhigung", zeggen onze Duitsche buren. Nu dat geld een zeker aan genaam gevoel van onafhankelijkheid geeft is volkomen waar. Doch met het gevoel van rust is het na den wereldoorlog minder ge daan. Dat bezit risico schept is een waarheid wier scherpte menigeen aan den lijve heeft gevoeld. De groote wereldstrijd heeft econo mische catastrophes tot gevolg gehad wier mogelijkheid misschien theoretisch wel eens door economen was gesteld maar practisch door niemand venvacht werd. Wie had in 1914 durven denken aan een waardelooze mark, roebel, kroon, aan een franc, die 10 of 7 centen in plaats van f 0.50 waard was? Wie durfde twijfelen aan de soliditeit van leeningen van publiekrechte lijke lichamen en wilde niet gaarne zonder eenigen schroom zijn geld beleggen in de in ons land zoo geliefde Russen, Pruisen en Oostenrijkers? Geweldige kapitalen zijn in deze fondsen verloren en tal van bulten- landsche gemeentelijke en regeerings-obli- gaties zijn thans niet veel meer waard dan behangselpapier. Wie het nog niet wist zal nu wel geleerd hebben, dat het niet alleen een kunst is om geld te verkrijgen, doch dat het een minstens even groote, misschien nog wel grooter kunst is het te behouden. Wat moet de kleine of de groote kapitalist dan doen? Moet hij zijn geld in een oude kous stoppen? Wellicht *ou thans menigeen vooral over de grenzen als hij dat gedaan had meer bezitten dan nu, ten minste als men uit sluitend goud geld bewaard had en geen rekening houdt met do voor het plaats vin den der catastrophe genoten inkomsten uit rente of dividend. Want de idee lijkt nu wel even heel simpel en afdoende en er zijn er heusch nog wel, die op die manier een min of meer groote reserve vormen, maar daarom is het nog niet juist. Als men een som a W?. pCt. uitzet met rente of rente is dat bedrag door het opcenhopen der interest na circa 15 jaar verdubbeld. Daaruit blijkt, dat contanten bewaren in ieder ge val een belangrijk verlies veroorzaakt, het geen van beleggen niet gezegd kan worden, zelfs niet van beleggen in effecten welke beleggingsobjecten vooral de laatste jaren in een minder goeden reuk zijn komen te staan bij den kleineren kapitalist, wat echter niet geheel billijk is. Want weliswaar zijn het in o n s land vooral de effectenbezitters geweest, die de klappen moesten opvangen, maar in het buitenland hebben zij, die hun geld op andere wijze belegd hadden daar van eveneens ruimschoots hun deel gekre gen. Wij mogen vooral niet vergeten, dat wij wat den oorlog betreft door het oog van een naald gekropen zijn en ten opzichte van beleggingsvraagstukken niet alleen acht moeten geven op hetgeen in Nederland is gebeurd, doch ook aandacht moeten schen ken aan de ervaringen in het buiterdand, met name in de oorlog gevoerd hebbende landen. En die ervaringen zeggen ons, dat noch in het uitsluitend bezit van vaste goederen, noch in dat van hypotheken of wat ook algeheele risicovermijding gevon den kan worden. Nu is het niet 'onze- bedoeling hier aan 'te geven hoe men naar onze meening zijn geld beleggen moet. Wij willen na deze al- gemeene opmerkingen slechts nog iets zeg gen over enkele beleggingsvormen en daar bij aandacht schenken aan eenige bijzonder heden, welke minder algemeen bekend zijn. Het beleggingsvraagstuk is er een, dat on mogelijk in een algemeen schema kan wor den opgelost. Beleggen Is een kunst. Een kunst, welke men eerst machtig wordt na vele jaren van ervaring en na een grondige kennis van de groote verscheiden heid van objecten. Maar bovendien moet rekening gehouden worden met de indivi- dueele omstandigheden van den belegger. Vandaar het niet algemeene en juist speci fiek persoonlijke, dat aan iedere belegging ejgen is. De weduwe met jonge kinderen, de anjbtenaar, die zeker is van een behoor lijk pensioen, de zakenman met een bloeien de zaak, de kleine en de groote kapitalist zullen ieder voor zich weer heel andere eischen moeten stellen en geheel andere risico's willen en kunnen aanvaarden. Ge woonlijk zal overleg met den bankier het meest 'gewenschte resultaat geven.. Wat wel als algemeene regel vastgelegd kan worden is, dat men zorgen moet van de situatie van zijn bezit op de hoogte te blijven. Het oog ,van den meester maakt het paard vetl Als voornaamste beleggingsinstituten en objecten noemen wij: Spaarbanken, Spaar kassen, Levensverzekeringen, Effecten, Hy potheken, Huizen en landerijen. De Spaarbanken dienen voornamelijk tot het beheeren van de gelden van den kleinen man. Haar aller eerste doel is daarvoor zulk een veilige be legging te zoeken, dat menschelijkerwijs geen gevaar te duchten is. Daardoor is de rente niet hoog en dat maakt d.e spaarbank ongeschikt voor het onderbrengen van groote kapitalen. In ons land kunnen de spaarbanken ïn drie groepen worden verdeeld: de rijkspost spaarbank, de particuliere zuivere spaar banken, en de handelsbanken met spaar- af deeling. De rijkspostspaarbank voor wier verplich tingen .het rijk zich garant stelt had per 31 December 1929 een totaal aan inlagen van f 351.114.575,76 verdeeld over 2.101.221 boekjes, hetgeen een duidelijk beeld geeft van de zeer belangrijke positie welke deze instelling onder den arbeidenden stand in neemt. Doch ook de particuliere zuivere spaar banken (d.w.z. de banken, die zich uitslui tend op het gebied van het spaarwezen be wegen) zijn van groot belang. Volgens het verslag over 1929 van het Nederlandsch Spaarbankbureau was het totaal aan inleg- gelden van de 135 aangesloten banken f 230.889.966,13 verdeeld over 766.491 spaar ders. Deze cijfers hebben wel betrekking op de voornaamste maar toch niet op alle ban ken. Het hiervoor genoemde spaarbank bureau is opgericht door den Nederland- schen Spaarbankbond en heeft ten doel het sparen te propageeren en daarnevens con trole uit te oefenen op het beheer van de aangesloten instellingen. De aansluiting bij het spaarbankbureau is daarom voor de spaarders van veel waarde als waarborg voor een richtig beheer. Ook de particuliere spaarbanken genieten in ruime mate het vertrouwen van het pu bliek en gelukkig mag geconstateerd wor den, dat dit slechts hoogst zelden en dan nog door een kleine instelling, werd be schaamd. De derde groep, de spaarafdeelingen der handelsbanken, verdienen den naam van INGEZONDEN MEDEDEELING Fietstochten Het Doorzitten bij Wielrijden, een door de zon verbrande Huid, Schrijnen en Smetten verzacht en geneest men met Doos 30, 60, Tube 80 ct. PUROL spaarbank in strikten zin genomen niet Tal van kleine bankinstellingen hebben de oprichting eener spaarafdeeling aange grepen om hun middelen te versterken. Daar de spaargelden als regel voor langen tijd gedeponeerd blijven kunnen zij ze gevoeg lijk als jaardeposito's beschouwen en de daarvoor geldende rente vergoeden. Zij ko men daarmede niet onbelangrijk bpven de rentevergoeding van het rijk en de zuivere spaarbanken en zijn er dan ook in vele gevallen in geslaagd, vrij groote sommen aan te trekken. Echter mag de spaai-der niet vergeten, dat hij met de hoogere rente ook een grooter risico aanvaardt. Staat ach ter de rijkspostspaarbank de Staat, en be staan bij de zuivere spaarbanken de beleg gingen uitsluitend uit prima fondsen, hypo theken e.d., bij de handelsbank deelen de spaarders mede in de risico's van het nor male bankbedrijf. Dat behoeft natuurlijk geen reden te zijn om aan goed geleide han delsbanken geen spaargelden toe te ver trouwen, maar is toch een factor, welke vooral de kleine spaarder niet uit het oog mag verlezen. Over de spaarkassen hopen wij in volgend artikel iets mede te deelen. Kerknieuws. NED. HERV. KERK Bedankt: Voor Klundert, Joh. Kloots te Heukelum (Z.-H-). GERET KERKEN Aangenomen: Naér Zevenbergen, cand. M. Burgt van 't Veer te Goes. Naar Brui- nisse, cand. J. P- Unger te Haarlem. Bedankt: Voor Opperdoes en Zwarte- broek, cand. M. Burgt van 't Veer te Goes. AFSCHEID, BEVESTIGING INTREDE Cand. J. D. Kleyne van Bodegraven hoopt Zondagnamiddag 5 October a.s. bij de Ned. Hervormde Gemeente van Willige Langerak intrede te doen na des morgens bevestigd te zijn door Ds. A. J. Westra Hoekzema van Zegveld (bij Woerden). DS. A. POS Gelijk men in het verslag van de zitting der Generale Synode der Geref. Kerken in ons nummer van heden lezen kan, heeft de Synode als opvolger van Dr. D. Bakker be noemd Ds. A. Pos aldaar, missionair predi kant vanwege de Gereformeerde Kerk van Amsterdam. 1 Abraham Pos werd 22 Augustus 1888 te Zaandam geboren. Hij studeerde aan de Vrije Universiteit aldaar en deed aan deze onderwijsinrichting ook doctoraal examen. In 1917 candidaat geworden, beriep hem de Gereformeerde Kerk in de hoofdstad des lands voor den missionairen dienst op Djocja. Op 30 Juni 1920 bevestigde zijn schoon vader, de bekende Zendingsman Ds. W. Greulkelaar, emeritus-predikant te Sant poort hem in de Keizersgrachtkerk in zijn ambt. In dezelfden dienst deed Ds. Pos daar op zijn intrede. De nieuwe docent arbeidde eerst te Solo en nu te Djocja. Het is de bedoeling, dat Ds. Pos naast wien, zoo spoedig als de rechte man gevonden zal zijn, een derde docent zal worden benoemd, speciaal studie zal maken van het Boeddhisme en Hin doeisme en de kennis van het gevoels- en ge dachtenleven der Javanen, Hij zal indien hij', wat stellig verwacht wordt, deze benoeming aanvaardt, samenwerken met docent Dr. F. L Bakker, die georienteerd is in de kennis van den Islam en een zoon is van den man wiens opvolger hij bestemd is te worden. De derde te benoemen docent, zal zijn studie speciaal richten op de Javaansche Taal en Land- en Volkenkunde. ADRES Te Wartena en Eernewoude (Fr.) waar de Geref. Kerken nu weer een predi kant verkregen hebben, is het adres dier kerken voortaan: Geref. Pastorie, Wartena (Friesland). f Ds. G. Melles, die gelijk we reeds meldden Zondag j.l. zich aan de Kerk van Wartena verbond, hoopt a.s. Zondag te Eernewoude intrede te doen. 1 EVANGELISATIE Te Poortugaal heeft de Ned. Herv- Evangelisatievereeniging Dinsdagavond jl. een eigen lokaal officieel in gebruik mogen ne men, by welke gelegenheid de „inwijdings"- rede uitgesproken werd door Ds. M. Bons, van Oudenhoorn. VAN POTTUM In Juli van dit jaar was het een kwarteeuw geleden, dat Van Pottum voor het eerst in Nederland opsteeg, na als vierde balloncom mandant van ons land te zijn gebrevetteerd. Van deze vier personen is hij de eenige, die de ballonvaart als een beroep uitoefent. Zijn zilveren jubileum als Hollandsch luchtvaar der zal op Sept. a~s. te Rotterdam feestelijk herdacht worden. Wij geven hier 't portret van den bekenden luchtvaarder. Hilbrandt Boschma en Ds. G. Renting. Onlangs hebben we onder het opschrift „Een pessimist" uit de „Geld. Kerkbode" een artikeltje van Ds. G. Renting overge nomen, waarin enkele opmerkingen gemaakt werden naar aanleiding van een oordeel van den heer Hilbrandt Boschma, evangelist te Ruurlo, over de Ned. Hervormde Kerk. De heer Boschma zond ons daarop een schrijven, waarin hij verzocht mee te deelen, dat de geciteerde uitspraken uit hun ver band genomen waren, doch hij deelde ons niet mee het verband waarin ze wel voor kwamen. Daarop hebben we den heer Bosch ma verwezen naar de „Geldereche Kerkbode". Daar moest zijn klacht worden ingediend en eventueel beantwoord. Nu dit geschied is in het jongste nummer van genoemde „Kerkbode", willen we van een en ander volledigheidshalve nog melding maken. De heer Boschma schrijft aan het adres der redactie het volgende: „Ik heb tegen de wijze, waarop U over mij en mijne uitlating over de kerk ge schreven hebt, een drietal bezwaren. „Mijn eerste bezwaar is, dat Gij wel een paar losse volzinnen van mij, die Ge' ergens hebt aangetroffen hebt overgenomen, maar dat Ge blijkbaar niet de moeite hebt genomen ze te beschouwen in het licht van do plaats, den tijd en het verband, waarin ze geschreven werden. Dit is zoo sterk dat Ge schrijft, dat ik me „onlangs" over de kerkelijke kwestie zou hebben uitgelaten, ter wijl het stuk, waarover het gaat, in werke lijkheid al eenige jaren oud is. Eén van de mooie kanten van de Gereformeerde exegese is, dat er steeds zoo den nadruk op wordt gelegd, dat men de dingen moet lezen „in hun verband". Ik wou vragen: Geldt dat dan ook niet tegenover mij? „Mijn tweede bezwaar is, dat Gij die weinige woorden, die Ge dan nog van me aanhaalt, daarenboven ook nog onjuist kwalificeert. „Gij zegt, dat ik mijn kerk vervloekt heb. „Als ik dat gedaan had, dan zou ik me toch niet schuldig hebben gemaakt aan gróóter kwaad dan wijlen Dr. Kuyper. Gij weet toch nog wel, dat Dr. K. indertijd ge zegd heeft, dat de Synodale Kerk „driewerl van den Heere der Hcirscharen vervloekt was"? Welnu, indien Dr. Kuyper de zicht bare kerkorganisatie driemaal heeft ver-1 vloekt, dan moest men niet zoo ach en wee roepen, als ik het éénmaal deed. „Maar ik heb dat niet gedaan! Waar leest Gij toch, geachte Redactie, dat ik de kerk vervloek? Ik heb gezegd, te willen bidden, dat „het vuur van Gods Geest haar verteren mocht", maar dat is wat anders, als dat ik ze vervloek. „Wel geef ik toe, dat mijn oordeel over de tegenwoordige zichtbare kerkvormen, vooral over die, aan welke ik, helaas, nu eenmaal gebonden ben, alles behalve gunstig is. Dat blijkt reeds uit mijn betuiging, dat ik niet wensch of begeer, dat mijn kinderen er lid van zullen worden. „Maar nu is mijn derde bezwaar, dat U daarover wel met verbazing, ja, ik mag wei zeggen: met verontwaardiging de handen in elkaar slaat, maar dat Gij niet gevraagd hebt: Hoe komt die man er toe, om zulke gedachten over de kerk te hebben? Ho komt het, dat hij wel week aan week Chris tus kan prediken als den eenigen waai-- achtigcn troost in leven en in sterven en dat hij nochtans niets van de kerk moet hebben; dat hij niet gelooven kan, dat de kerk in haar tegenwoordigen vorm te helpen en te reformeeren is, en dus maar liefst zou willen, dat zij door de hand des Heertn morgen aan den dag werd nedergeworpen? „Als U, in plaats van een paar volzinnen, dié U ergens aantrof, mijn heele stuk had gelezen, als U iets wist van den stnjd dien ik hier nu 25 jaren lang gestreden heb, en als U iets wist van al het leed en de tranen, die ik in mijn leven door de kerk met haar geweldsvormen heb zien veroorzaken, en hoe de belangen van het koninkrijk Gods daardoor geschaad worden, dan zoudt ge er misschien iets van begrijpen, hoe het komt dat ik wel een diepe, innige liefde heb voor de „ééne, heilige, algemeene Christelijke Kerk", maar dat ik nochtans met begeer, dat mijn kinderen van één der bekende kerkvormen lid zouden worden. Ik wensen niet dat mijn kinderen hun weg zullen gaan door zooveel tranen, als hun vader op aarde gefEn nu weet ik wel, dat gij Uwe eigen beschouwingen hier tegenover zult stellen. En dit is mij wel. Een iegelijk zij m zijn eigen gemoed ten volle verzekerd. „Alleen nog dit: Gij zegt mij mijn positie niet te benijden en acht U zeiven in dezen boven mij bevoorrrecht Ik antwoord: Het is wel. Ik kan best zien, dat een ander voor rechten heeft boven mij. Maar ik wou U toch zeggen, wat ik jaren geleden naar aan leiding van hetzelfde stuk, waar we nu over praten, gezegd heb tot een Roomsoh geeste lijke: U moogt me beklagen over mijn ar moede, maar ik ben in mijn armoede tóch rijker, dan U wel denken zoudt." Tot zoover de heer Hilbrandt Boschma. Ds. G. Renting schrijft nu, dat het artikel van den heer Boschma, waarop gedoeld werd, van ouderon datum is dan gemeend werd. En hij gaat dan aldus voort: Toch wordt het duidelijk, dat de heer Boschma in zijn oordeel en zijn veroordee ling over en van de Kerk niet veranderd is en dat hij, wat dan ook de bijzondere aan leiding voor het schrijven van zijn artikel indertijd moge zijn geweest, ook heden nog op hetzelfde standpunt staat. „Over de kwestie, of de heer Boschma de Ke'rk „vervloekt" heeft, zullen we niet twis ten Ik schreef, dat hij over het instituut, waarin hij arbeide, „feitelijk den vloek Gods inroept". Eerlijk gezegd zie ik niet in, dat dat teveel is gezegd, wanneer men de uit spraak handhaaft: „Moge het vuur van Gods Geest haar verteren en haar afbreken, zoo dat niet één steen op den anderen gelaten wordt". De heer Boschma beroept zich op Dr. Kuyper, die zich ten opzichte van de Synodaie organisatie ook destijds zeer kras heeft uitgelaten. „Maar Dr. Kuyper had de Kerk lief en beschouwde het als zijn levenstaak, om alles weg te doen uit haar zichtbaren openba ringsvorm wat in strijd was met Woord en Belijdenis en met den eisch van den Koning der Kerk. Hij werd kerkhervormer. De heer Boschma stelt zich niet slechts tegenover „de Synodale Kerk", maar ver werpt eiken „Kerkvorm". Dat is juist het groote onderscheid met Dr. Kuyper. En daarom blijft hij, d.w.z. de heer Boschma, bezig met het afbreken, maar verzuimt hij te bouwen en wil hij geen „Kerkhervormer" zijn, maar blijft hij „Kerkbestormer". Dat doet ons leed. Daarom wezen we hem, die zijn Boanergesbede uitsprak, op een weg, die o. i. veel uitnemender is.' Het is duidelijk, zoo schrijft Prof. Dr. H. Bouwman in de „Bazuin", dat velen teleur gesteld zijn. Krishnamurti was vroeger voorgesteld als de wereldleeraar. Onwille keurig hadden de Westerlingen de gedachte, dat hij sou optreden als een profeet, die een VOLBLOEDPAARDEN Ter <i ieyenheid van hel S5-jarig bestaan van de Geldersch-OverijssehcTte Maatschappij van Lvèdbouxo wordt te Amhein een groote tentoonstelling van fokvee gehouden. Hierboven: een koppel volbloedpaarden. nieuwe leer verkondigde. Maar het is ge bleken, dat hij een gewoon Indisch leeraar js, die op Indische wijze bespiegelingen houdt over het leven. Ten vorigen jare had hij gezegd: Om het leven te begrijpen, moet gij niet zien naar de persoonlijkheid, .die over het leven spreekt, maar naar het leven zelf. Wat alleen van belang is, is de wijze waarop men leeft, waarop men zijn vrienden en buren behandelt, de wijze waarop men lief heeft Tegenover het publieke leven, het leven in maatschappij en staat, staat Krish namurti zonder veel interesse. Daarom kon hij op de hem gestelde vragen, hoe de mensch moet staan in de verschillende le vensverhoudingen, geen antwoord geven, dat ook maar eenigszins aantrok of bevredigde. De mensch moet naar binnen zien, en daar den vrede zoeken. Zijn antwoorden en leeringen waren in deze conferentie nog veel armer dan ten vorigen jare. Hij schijnt een afkeer te heb ben van scherpe onderscheidingen en pre- ciese vragen. Echt Indisch. Altijd antwoordt hij weer hetzelfde. De spranken van eenig hooger en geniaal inzicht merkt men bij Krishnamurti niet. Niet onjuist werd zijn optreden geken schetst in het „Algem. Weekbl. voor Chris tendom en Cultuur." ..Wie de beweging van Krishnamurti aan dachtig volgde, kon reeds lang den indruk niet meer van zich afzetten, dat het met de zending van dezen wereldleeraar op een einde liep. Het was alsof Krishnamurti tegen zijn zin te veel in het centrum van de Orde van de Ster was geplaatst en naarmate hij meer te Ommen optrad, ook hoe langer hoe meer behoefte gevoelde zich op tactvolle wijze aan deze centrale positie, die hij niet kan dragen, te onttrekken. Leest men het blad van de beweging rondom Krishna murti, dan krijgt men telkens weer vraag gesprekken of toespraken onder de oogen, waarin in groote eentonigheid voortdurend weer hetzelfde wordt gezegd. Men vraagt zich af, wat de lezers aan deze beschouwin gen hebben. Er is nergens het kenmerk van het talentvolle, laat staan van het geniale. Bij de opening van het kamp dit jaar ver klaarde de wereldleeraar, dat het tweemaal per dag spreken van één en dezelfde per soon, in dit geval hijzelf, te veel was. Verder sprak hij zich uit tegen de opvatting als zouden speciale centra eenige bijzondere waarde hebben. In 1932 en 1933 zouden er geen kampen te Ommen plaats hebben, wel vermoedelijk nog in 1931, en waarschijnlijk daarna eerst in 1934. In liet kort bracht hij in zijn openingstoespraak nog eens naar voren, dat alle vereenigingen met een zoo genaamd geestelijk doel van onwaarde zijn, dat geestelijke autoriteiten en ceremonieel geen beteekenis hebben, dat essentieele cri- tiek op zijn zienswijze en twijfel van vitaal belang moeten worden geacht. Verder verklaarde Krishnamurti, de we reldleeraar: „Ilc kan niet uit mijn geest nieuwe ideeën putten, maar ik kan voort gaan telkens en telkens weer hetzelfde te beschrijven uit een ander gezichtspunt". De deelneming aan het kamp is aanmerkelijk minder dan het vorige jaar. Krishnamurti gaat zijn bijzondere aandacht aan het Oos ten wijden. Hij vertrekt voorloopig uit het Westen. Dat is ook maar beter. De situatie is hier zóó, dat wij hier zulke, stellig goed- meenende maar onbelangrijke, „wereld leeraars" niet kunnen gebruiken. En wij weten ook te goed hoo wereldleeraren er uitzien, dan dat wij aan deze ster van de zooveelste grootte geloof zouden kunnen schenken." Deze voorstelling is niet onjuist. Het optreden van den wereldleeraar is voor velen, die iets groots verwacht hadden, een desillusie geweest. Doch de teleurge- stelden zullen straks wel weer luisteren naar een anderen leeraar, uit wiens mond zij meenen den weg dor verlossing te kun nen beluisteren. Zoo is het altoos geweest bij den mensch die niet buigt voor den eenigen waren God, zoo zal het blijven bij den cultuurmensch van onze dagen. Men verzadigt zich aan den schijn. Schoolnieuws. LAGER ONDERWIJS ONDERWIJZERSBENOEMINGEN. Wij he (hoofd II. C. van Leeuwen), mej'. E. van Oene te Ermelo. Oude-Wetering (hoofd P. M. Oostlan- der), mej. C. C. van der Maal te Aalsmeer, Den Andel (Gr.), mej. K. A. Dijkinga, thans tijdelijk aldaar werkzaam. Ing. 1 Oct. Zoutkamp, J. F. Stulp te Mensingeweer Als ass. Groningen (Geref. School, hoofd P. de Zeeuw), K. Rosier, aldaar. Voor tijdelijk. Emmererfscheidcnveen (Geref. School), J. de Jonge, aldaar. W o u d s e n d, W. Bakker te Edens. Voor loopig tot 1 Jan. tijdelijk. Notter (O.), mej. J. Calkhoven tet Wit haren bij Ommen. Mid wol da (Chr- Nat. School, hoofd D. Boerema), K. Veldman te Bedum. Aang. ONDERWIJZERSPENSIOENEN „Wenken voor Schoolbesturen in verband roet de toepassing van de Pensioenwet 1922" zijn blijkbaar niet overbodig- De pensioen wet 1922 legt aan de Schoolbesturen verschil lende verplichtingen op, Niet-nakoming daar van kan zoowel voor het Schoolbestuur als voor het onderwijzend personeel nadeelige ge volgen hebben. Het is daarom van het groot ste belang om de betreffende bepalingen voorschriften nauwgezet op te volgen. De uit gever N. Samsom te Alphen a. d- Rijn gaf daarom nu reeds een vierden druk vai „Wenken voor Schoolbesturen'', dienende als betrouwbare gids. Zij werd door deskun dige hand samengesteld en voor ieder duide lijk geschreven. NIEUWE CHR. SCHOLEN. Te VI aar ding er-Ambacht zal de nieuwe Geref. School, als wier hoofd be noemd is de heer R. Zwiers, onderwijzer te Vlaardingen, den naam „Mr. J. Terpstra- School" dragen en omstreeks 1 April 1931 door den Minister van Onderwijs geopend worden. Te Voorburg heeft hedenavond in het Dienstgebouw der Ned. Herv. Gemeente de officieele opening der Emmaschool Chr. L-O., die voorloopig in het heerenhuis Oosteinde 239 wordt gevestigd, plaats. Als Schoolhoofd wordt geïnstalleerd de heer W. jr, van Zevenhuizen. Als sprekers treden op Ds. Mr- W. S. de Vries en Ds. Mr. N. G. Veldhoen, resp. Geref. en Ned. Hen', predi kant ter plaatse. SCHOOLGEBOUWEN. Te Sliedrecht heeft de Prinses Juli- anaschool, tot dusver als Chr. School nr- III »n oude leegstaande Openbare School ge vestigd, hedenmiddag haar nieuwe schoolge bouw in gebruik mogen nemen. VEREEN. VAN CHR. ONDERWIJZERS EN ONDERWIJZERESSEN IN NEDERLAND EN DE OVERZEESCHE BEZITTINGEN. Een kostelijk gedenkboek. De Vereeniging van Christelijke Ondenvij zers en Onderwijzeressen in Nederland ei: de Overzeesche Bezittingen, die vorig jaar haar 75-jarig bestaan heeft gevierd, gaf een „Gedenkboek 18541929" uit, dat we een kostelijken schat noemen om zijn rijken in houd, zijn prachtige samenstelling en zijn keurige uitvoering. Hebben 25 jaar geleden bij de samenstel ling van het»werk „Van Strijd en Zegen" de heeren F. Kalsbeek, J. Lens en J. B. Meijnen rier initialen aan een hoogstrevende or ganisatie herinneren! zich een naam ver worven, die immer met dankbaarheid ge noemd mag worden, omdat zij ons de groote worsteling voor de Vrije School met den Bijbel als voor oogen hebben geschilderd, thans heeft het Hoofdbestuur der jubileeren de Vereeniging zich verdienstelijk gemaakt door ons in het „Gedenkboek" te schets het leven der Vereeniging gedurende haar 75-jarig bestaan, waaromheen zich dan een verscheidenheid van andere verwante vensopenbaringen groepeert. Naast het ei overzicht heeft het Hoofdbestuur zoo mogelijk laten spreken de stemmen van Ver eenigingen en vooraanstaande personen, die met het Hoofdbestuur in contact kwamen. We mogen, al draagt door deze wijze van saamstelling het „Gedenkboek" een ander karakter dan wanneer het door één persoon of door een eopimissie was bewerkt gewor den, het Hoofdbestuur de eer geven dat het met succes ernaar gestreefd heeft één geheel van deze feestuitgave te maken, waardoor men in en door den blik op het leven dor Vereeniging en alles wat uit haar voort kwam of in meer direct verband met haar trad, tegelijk ziet den grooten strijd en den rijken zegen over het gehcele terrein het Christelijk onderwijs. Aan het tijdelijke en aan het blijvende worden we in dit „Gedenkboek" wel sterk herinnerd. Wat het eerste aangaat, wijzen we erop, dat het aanvangshoofdstuk: „In de omgeving der stichting \an onze Vereeni ging" geschreven is door den heer P. Ooster- lec, die een paar maanden geleden het tij delijke met liet eeuwige verwisselde, en dat we ook groepsfoto's, afdeelingen der Ver eeniging voorstellende, aantreffen, waarop thans overleden personen voorkomen. Maar mogen de personen heengaan, ja zelfs be paalde toestanden verdwijnen, het beginsel, dat tegelijk basis en doel der Vereeniging is, blijft. In een der telegrammen, de feest vierende Vereeniging toegezonden, lezen \\v: „Geve God in de toekomst getrouwheid om te blijven in de lijn die drie kwart eeuw is gevolgd". Deze heilbede zal door het Hoofd bestuur in dankbaarheid vernomen zijn, om dat zij niets anders begeert dan hier haar toegewonseht wordt. ie vun de geschiedenis der Vereeniging met de noodigc belangstelling kennisneemt, zal, door de talrijke oriëntecrende hoofdstuk ken daartoe in staat gesteld, een sterke sym pathie voor haar gevoelen en dankbaar zijn voor wat zij doen mocht en doet, niet alle. in liet belang harer leden, maar bovenal \n„, het nan onze jeugd geschonken onderwij naar de H. Schrift. Ook aan het leven der vele afdeelingen is een niet onbelangrijk deel van het „Gedenkboek" gewijd. Tnl van andere vereenigingen, die op het terrein van het Chr. Onderwijs gezegenden arbeid ver richten, worden in haar oorsprong en werk geteekend. Aan al die organisaties zijn wc in den loop der jaren al weer zoo gewoon geraakt. dat we ons moeilijk indenken kun nen, welk een ontzaglijk fonds van energie gemist zou Worden, indien zij niet heston den. Dp groote zegen in dat alles ons Chris tenvolk, ja feitelijk toch heel onze natie, ge Radio Nieuws. 9 AUGUSTUS. (óór 6 uur 298 M. (1007 2SO Kilo Cyclee» HUIZEN. K. R. O. llo Cycles.) Na 6 uur Igem. programma. S.00—9.15 Plat •1200 Een halfuurt: .2.00 Tijdsei nmuiltk. 2.0L slogh. Ondenr. >—(.oo r .00 Tijds« 12 oo1 00 Duncmuxlek. 1.00—2.00 Gramofoonmuzk-k. 2.00—2.20 M. E. Steyger— Ouderlijke Macht 006.00 -7.15 Vol -S.00 Gri 11.00 Con bureau Va* Dl foonmuziek. 12.00 Tijd: ."oogdlj. 2.304.00 Coi 9.30 Politiebericht: R. O. 2.00—3. 00 ..Oi 10.00 Morgenwijding. 10.15 David Premseler, irtje. 11.30 Gramofoom V. R. O. 12 00 Tijdsein. 12.15—2.00 Mlddag- - --- - foonmuziek. 3.00(.09 7.45 Politieberichten. 'tzendmg.r8r0Ö Tijdsein. 9.20 Concert. 10.00 5ias 10.10 Onderw. Iet* DE KORTEGOLF-OXTYA VOOR IEDEREEN» Zooals men weet. heerscht ook c der ultrakorte golven in den aethi bedrijvigheid. Talrtlk i M. golflengte if gesproken woord welke van de verst verwf- lerde punten der aarde tot ons komt. Kon <M neer technische ontwikkelende amateur met zij» oestel dnt lui tot in de kleinste details kenda, op dit golfgebled dikwijls uitstekende resultate» bereiken, de veelal veel te grove afstemming oorzaak, dat zulke proeven voor den leek ardden in 'n soort goocheltoer, die mialuktel inrom is het toe te Juichen, dat Telefunken ontvangtoestel de Telefunken 32 den leek mogelijk maakt om zich op het ultra-korte golven te l 1 chao- •estel Is niet moeilijker dan 'Dara° 111° hot rdt ber keiaar ln verblndli der lange omroepgol- 'baar ls. Dit wordt bereikt door een vüfvoudlgen scha in 6(1 meetbcrelken onderverdeeld ts. waar bU dan elk dezer 60 onderverdeelingen over het ?heele bereik wordt afgestemd door een coo- -nsator met schaal van volle 360 graden. Sydney en San Francisco, Bandoeng en Kaap- ad. Nauen en Schenectady zijn op dit toestel schonken gaat men beseffen, wanneer men bijvoorbeeld een Amerikaan met verbazing hoort spreken van de wijdvertakte en geor* ganiseerde actie die er in ons land voor en bij het Christelijk onderwijs bestaat 't Ia daarom zoo goed, dat het „Gedenkboek naast het streven van de eigen Vereeniging ook naar voren brengt het werk der ver* vvante organisaties; bij de lezing van dat alles realiseeren we ons meer wat God ons gaf. En dat gedenken zal dan zeker tot dan ken leiden. In deze uitgave zijn ook eenige stemmen .on vooraanstaande persoonlijkheden opge nomen, als van de heeren H. Colijn, Dr. J. Th. de Visser, Prof. Mr. V. H. Rutgers, J. C Ligtvoet, J. C. Wirtz Czn., A. Zijlstra en Dr. S. O. Los, die elk van uit eigen gezichtspunt ,-er ons Christelijk Ondenvijs en de Ver- •niging van Chr. Ondenvijzers spreken. De accurate en ijverige secretaris der Ver eeniging, de heer A. de Jong Ezn., die wel cel moeite zich getroost heeft voor da samenstelling van het „Gedenkboek", heeft niet alleen tal van hoofdstukken geschro- i, maar ook de Feestviering van 1929 op zorgvuldige wijze „verslagen". De feestuitgave is feestelijk gekleed: voor aam van technische verzorging den drukker J. van Bleek te Scheveningen allo degelijk gebonden en rijk geïllu streerd door scherpe foto's. We feliciteercn de Christelijke onderwij zers met dit kostelijke „Gedenkboek" en het Hoofdbestuur met het rijke resultaat zijner zorgen ten deze. EXAMENS STAATSEX.-TOELATING UNIVERSITEIT Utrecht 27 Aug. GeSx. 20 cand. voor de Fac. der Godgoleordhoid enz. en 15 cand. voor de Fac. der Geneeskunde enz. Geslaagd mej. M. P. de Booy. P. Smits. J le Boer en J. E. U L. B. J. P. diploma B Teruggetr. 2. voor cand. Na voortgezet examon nog geslaagd D. E. P. Scholte H. Kreb vot dlpl. EXAMENS-HOOFDAKTE e d a. Geöx. 2 m&nn. en 5 vr. candidaten. toegelaten Geslaagd •s-G ravenhage. Qe«x. 8 v«uu.. do dames H. Harbord. L. J Lohnkerlng. N. R kenburg. A. F. Kuiper allen te Den Haag; M. den Brinklei Velzen. Haarlem. «•-mond. GeCx. 8 mann. cand. geslaai i J. O. Houben. Urmond: J J. H. Geu I, Heerlen: F. L. ind. Gei igd rlo-Rlxtel: M. J. do hoeren H J. M. HouOt. ncobs. Weert: J. A. W. Lelnders. Brunssum. Rotterdam. GeBx. 5 mann. en 3 vr. cand. eslnagd de heer A. Progendttk. Dordrecht on iej. J. H. von den nHssond. Rotterdam. Utrecht. Geslaagd mej. N. Bakker, le Ara- Afge' Zwolle. Gcüx. 7 cand- afgew iagdmej. M. Ha d. Pu EXAMENS-HANDEN ARBEID ingd do dame* T- Prai n; A. D. O. ePddei ren H .1 Mulder». Olden- Itusslnk. Hengelo. Geslaagd de dame» t\ L. R; M van PUk, E. A. trobe. .1 M. Brclaorta van -.ravenhage: UP H. van Gemengd Nieuws. VREESLIJK ONGEVAL TE ARNHEM Woensdagavond heeft op den Velperweg te Arnhem een ernstig ongeval plaats gehad. De 20-jarige C. O., die met de tram van do Geitenkamp kwam en met zy'n linkerarm bui ten het raam hing, kwam met dit lichaams deel in aanraking met een juist passeerend* bus der Geldersche Tramweg-Maatschappij- Z(jn arm werd door het glas letterlijk af gesneden. De tram werd direct tot stilstand gebracht, waarna de conducteur de eerste hulp verleende. Even later werd de jonge man naar het gemeentelijk ziekenhuis overgebracht, waar de jongen ter verdere verpleging wérd opge nomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 5