WOENSDAG 27 AUGUSTUS 1930 TWEEDE BLAD PAG. 5
DE FEDERATIE VAN DIACONIEËN
IN DE NED. HERV. KERK
DE DIACONALE CONFERENTIE
TE LUNTEREN
Eerste dag.
Dinsdagmiddag werd de driedaagsche
diaconale conferentie van de Federatie van
Diaconieën in de Ned. Herv. Kerk in het
conferentie-oord van den Zendingsstudieraad
te Lunteren geopend, nadat eerst in een le
denvergadering van de Federatie jaarverslag
en rekening waren goedgekeurd.
Met prachtig lomerweêr werd de
dertiende buiten-conferentie
geopend door den heer Ihr.Dr A. W. v a n
Holt he tot Echten, tweede voorzitter,
met het lezen van Psalm 23, waarna Gezang
2 gezongen wordt.
Van den voorzitter, Prof. Dr. J. R. Slote-
m'aker de Bruine, werd een telegram ont
vangen.
De heer Jhr. Dr. van Holthe tot Echten
•preekt een openingswoord, waarin hij wijst
op het steeds bevredigend bezoek en vraagt
Gods zegen over den voorzitter, die te Up-
sala zijn arbeid verricht. Onze bijeenkomst
is van bijzondere beteekenis voor de diaco
nieën in de Ned. Herv. Kerk. Allen kunnen
hier elkaar rustig ontmoeten, om de belan
gen van het diaconale leven te bespreken.
Bij het zilveren feest van de federatie zal
niet het minst bij Lunteren worden stilge
staan.
Wat voor jaren in het diaconale leven
werd beleefd, zou thans geen voorstanders
meer vinden. Toch moeten wij streven naar
beter en hooger en allereerst onze fouten in
zien. Een geest van vold^nheid is moor
dend, ook voor de Kerk.
Stof voor ons diaconaal leven is er steeds
en spr. levert critiek op eenige gebruiken,
welke nog gangbaar zijn. Er is de
vraag, waar de grens ligt tusschen het her
derlijk en priesterlijk werk der diakenen.
Ook is een kwestie de taak van de vrouw
bij het diaconale leven. Spr. acht die hulp
wenschelijk. Do vraag of de vrouw ook als
diaken mag optreden is eveneens belangrijk.
Het gevaar bestaat ook, dat de diaken zich
eerst lid van den kerkcraad gevoelt, wat ge
vaar oplevert voor de beoefening van het
diakenambt.
Ondanks alles zijn wij één in de beharti
ging van het werk der barmhartigheid.
Openingswoord Ds. Westenburg.
Hierna gaat Ds. G. B. W e s t e n b u r g.
van Den Haag, in gebed voor, om vervolgens
een openingswoord te spreken en allereerst
er op te wijzen, dat wij de diaconie in ge
heel ons waardeleven hebben te schakelen.
Het diaconale werk is niet los te maken van
het geheele leven. Daarom is van zulk een
groot belang de waarde en zin van de dia
conie, wat Spr. nader aantoont.
Het werk der barmhartigheid is geen phi-
lantropie, wat Prof. Jonker op zijn eigenaar
dige wijze geeselt. Philantropie, zegt hij, is
meermalen verkleede zelfzucht. Ilij wijst op
de philantropie Gods, die zich geuit heeft
in Jezus Christus, die zich zelf gaf. Diaconie
nioet daaróm beschouwd worden in den per
soon van Jezus Christus. Het diaconale werk
is daarom het teederste, omdat het in aan
raking komt met het zieleleven van anderen
Daarom zit er zooveel aan vast. De norm
van den diaconalen arbeid is steeds Jezus
Christus. In Zijn persoon is de volheid van
barmhartigheid geborgen. Wij moeten bij
Hem ter school gaan. Jezus geeft zich ce-
heel; Hij geeft een offer. Zijn. goddelijke ener i
gie doorstraalt in het leven en daarom is
Hij tot grooten zegen. Jezus Christus is de
groote Diaken, die in stilte spreekt en werkt.
Jezus handhaaft de persoonlijkheid oi:
daaraan ontbreekt zooveel in het diaconale
leven. De persoonlijkheid komt door Hem
tot zijn recht. Het heft ze naar boven en
doet den persoon tot zich zelf inkeeren.
De practijk is hier niet mee in overeen
stemming, doch het werk dat wij verrichten
krijgen wij van Hem, Die als de Barmha:
tige in het midden der wereld blijft staan.
De secretaris doet voorlezing van een sym
pathiek schrijven \an een der trouwste con
ferentiebezoekers, den heer R. T. Atsma te
Oostermeer, wien een telegram van dank
wordt gezonden.
Na een theeuurtje en het middagmaal
wordt de conferentie weer geopend, nadat
gezongen is Ps. 89 vs. 1.
Over dit onderwerp refereert Ds. Af. C«.
Blauw, van Schoten, die deze hulp in de
Ned. Herv. Kerk mogelijk acht. Sedert Janu
ari 1915 staat het Synodaal Reglement voor
de diaconiën toe, dat de diakenen zich doen
bijstaan door meerderjarige leden der ge
meente, zoowel vrouwelijke als mannelijke
Wat mag de reden zijn, aldus Spr., dat
van vrouwelijke hulp op diaconaal terrein
nog zeer weinig in de Herv. Kerk wordt ge
vonden? Acht men de vrouw hiervoor onge
schikt of meent men dat het onbijbelsch is?
Dit laatste is geenszins het geval, waut
het Nieuwe Testament en de practijk der
Oud-Chr. Kerk laat duidelijk zien, dat het
noch onschriftuurlijk noch een ongewensch-
te nieuwigheid is.
Zelfs bij het heidendom speelde de vrouw,
die er een zeer geringe positie had, op gods
dienstig gebied een gewichtige rol. Het „In
Christus is noch man noch vrouw" en het
feit, dat niemand minder dan Jezus zelf do
vrouwen tot eerste predikers van het Op
standingsevangelie verwaardigde, heeft mee
gewerkt, dat in den eersten tijd van het
Christendom de vrouw in de gemeente aller
lei werk verrichtte, wat Spr. nader toelicht.
Dat Paulus bij de Corinthische gemeente wil
de, dat de vrouwen er zwegen, geldt volgens
Spr. alleen der Corinthische vrouwen.
Bij de eerste Chr. gemeenten namen do
vrouwen een voorname plaats in bij allerlei
arbeid, wat Spr. met voorbeelden illustreert
Naarmate de Kerk meer Roomsch werd, ver
minderde dit.
De Reformatoren hebben geen cog gehad
voor den arbeid der vrouw in de gemeente.
Later is dit in de Kerk der Reformatie tón
goede veranderd. De Nederrijnsche Calvinis
tische gemeenten zijn liet vooral geweest, die
aan de vrouw bij den arbeid in do gemeente
weer een plaats inruimden. Het convent te
Wesel besloot in 1568 ook vrouwen van ver-
gevorderden leeftijd tot het diakenambt aan
te nemen, doch veel ingang heeft de"vrou
welijke hulp in het leven der Kerk niet er-
kregen. Ook nu nog niet, want deze hulp is
geen kerkelijk georganiseerde en gesanc
tioneerde arbeid.
Toch is die hulp op diaconaal terrein zeer
gewenscht, vooral in de groote steden. Reeds
om haar aanleg is de vrouweer geschikt voor
want zij kan beter in gezinnen invloed
oefenen en raad geven dan de man. De
vrouw toont gewoonlijk de meeste belang
stelling voor het godsdienstig en kerkelijk
leven. Daarom is het niet goed haar geum
plaats te geven in het diaconale leven. Voor
al in de groote steden zou haar taak zeer
gewenscht zijn.
Wordt de vrouw als hulp in de diaconie
toegelaten, dan zal dit werk ook beter kun
nen geschieden en op hooger peil gebracht.
Zij kan als hulpkracht gebezigd worden zon
der dat de kerkeraden nog grooter gemaakt
behoeven te worden. Men wake er echtev
voor haar als „dienstmaagd" der diakenen
te laten fungeeren. Voor een goede op'os-
sing zou deze hulp ook breeder in de regie
meuten moeten worden omschreven.
De heer S. R o o s j e n, van Groningen, is
bet in de hoofdstrekking met Spr. eens, doch
wij weten niet, wat de hulp, die de'vrouw
in de eerste Chr. Kerk verrichtte, inhield
Van beteekenis is ook, dat na het convent
van Wesel do conventen van Einden en Mid
delburg hun besluiten ten opzichte van «ie
vrouw introkken. Zeer zeker is Spr. er voor,
dat de vrouw in de diaconie behulpzaam
doch dan dient er eerst een reorganisatie
plaats te vinden. De diaconie moet een die
nende functie bekleerlen en los gemaakt van
den kerkcraad. Zij dient dan geen deel moer
te hebben in do bestuursfunctie.
Spr. wenscht echter niet, dat er gesproken
worde van meer recht verleenen aan rle
GEREF. KERK. POORTUGAAL
vrouw, zooals inleider heeft opgemerkt.
De heer Mosterd, van Utrecht, deelt ecu
en ander mee uit de practijk.
De heer v. d. Brink, van Rhenen, kan
niet onderschrijven hetgeen inleider heeft ge
eegd over het meer recht verleenen aan de
vrouw in de diaconie.
De heer S i e rat, van Leiden, geeft 'eenige
bijzonderheden over vrouwelijke hulp.
De heer T i b b o e 1, van Lisse, merkt op,
dat men vooral in de dorpen niet van vrou
welijkc hulp gediend is bij de diaconie.
De heer Nobels, van Vlissingen, meeut,
dat men bij vrouwelijke hulp vooral moei
letten op vrouwen van ondervinding. Ver
der voert Spr. het pleit voor het instituut
van luilpdiaken.
De heer Dekker, van Utrecht, vestigt do
aandacht er op, dat do vrouw zelf niet voor
het ambt zou voelen.
De voorzitter vraagt, waarom het in:
stituut van de \rouwelijke hulpkracht niel
geslaagd is. Spr. meent, dat de oorzaak hier
in zit, dat de vrouw wel geroepen wordt
maar bij belangrijke beslissingen niet er
kend wordt.
Spr. stelt inleider de vraag, of op dii
oogenblik nog schriftuurlijke, moreele en
cractische bezwaren bestaan tegen de hulp
van de vrouw op diaconaal terrein en of niet
naar plaatselijke omstandigheden dient ge
handeld te worden, bijzonder met het oog
op de groote steden.
Schriftuurlijke bezwaren bestaan bij D s.
Blauw niet en Spr. herhaalt zijn beschou
wingen over den arbeid der vrouw in de
diaconie. Reorganisatie is daar niet noodig
voor en Spr. acht de vrouw uitstekend ge
schikt voor den arbeid der diaconie, wat hij
nog nader toelicht.
De heer M o s te r d, van Utrecht, vraagt
of het Reglement betreffende de vrouwelijke
hulpkrachten ook gewijzigd kan worden.
D s. B1 a u w acht zeer zeker een veel
breedere opvatting in het Reglement ge
wenscht.
D s. B. Klein W a s s i n k, van jBathmen,
vreest, dat van wettelijke bepalingen niet
veel is te verwachten 'eer de toestand gewij
zigd is.
D s. Blauw acht echter tegelijkertijd re
glementswijziging noodig.
De Voorzitter merkt ten slotte op, dat
deze bespreking nuttig kan zijn tot vestiging
van een opinielover de vrouw in de diaconie.
D s. A. Vrij landt, van Biervliet, houdt
hierna een toespraak over Filippenzen 2 vs.
1 en 2. om dit toe te passen op den arbeid
der diakenen en de besprekingen ter confe
rentie.
Gezongen wordt Gezang 274 vs. 4 en 5,
waarna met gebed de eerste conferentiedag
gesloten wordt.
EEN AARDIG DRIETAL
Kerknieuws.
Het nieuwe kerkgebouw der Geref. Kerk
te Poortugaal, dat hedenavond in qebimik
zal worden, genomen. Het gebouw bevat 2G0
zitplaatsen; zoo noodig kan cr later een ga
lerij in worden gebouwd, waardoor het aan
tal zitplaatsen met 80 te vermeerderen.
Deze kerk werd gebouwd onder architectuur
van den heer C. T. v. d. Stoep tc Goes.
NED .HERV. KERK.
Beroepen: Te Kielwindeweer, W. A.
Wasch, Oost-Ind. pred. met verlof, te Den
Haag.
Aangenomen: Naar Hellendoom (als
hulppred.), cand. T. Tammeling te Appinge-
dani.
Bedankt: Voor Sommelsdijk, A. G. Oos
terhuis te Ernst Voor Streefkerk, G. J.
Streeder te Heinenoord.
GEREF. KERKEN.
Aangenomen: Naar Achlum, cand.
T. de Boer te Den Haag.
Ds. J. Baarslag hoopt Zondag 21 Sept.
a.s. afscheid te nemen van de Ned. Herv.
Gemeente tc. Lage gwalmve en Zondag 2S
Sep.t d.a.v. intrede te doen tc Krabbendijke,
na bevestiging door Ds. N. van der Snoek,
vap Veenendaal.
AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE
Cand. G. Molles, van Zwolle, werd
Zondag jl. door Ds. II. Hangeibroek, van
Wirdum, bevestigd als predikant der Geref.
Kerk te Wartena, met een predikatie over 1
Cor. 3 9. Des middags deed Ds. Melles zijn
intrede met 2 Cor. 1 20.
Aan het einde werd hij toegesproken door
den bevestiger, namens den Kerkeraad en
de Classis Leeuwarden en door Ds. C. F.
Bruins, predikant der Ned. Hervormde Ge
meente.
Cand. L. V r o e g i n d e w e ij te Mid-
delharnis hoopt Zondag 5 October a.s. in
trede te doen bij de Ned. Herv. Gemeente
te Wilnis. Als bevestiger hoopt op te treden
Ds. H. A. de Geus van Huizen (N.H.)
TUCHTZAAX-Prof. J. DU PLESSIS.
Uit Kaapstad wordt geseind, dat de tucht-
zaak tegen Prof. J. du Plessis, die als
hcogleeraar aan de Universiteit te Stellen-
borch (Zuid-Afrika) werd afgezet om zijn
Schriftcritiek, thans een ander stadium is
ingetreden, wijl de hoogleeraar verzet aan-
teekende by het Hoogste Hof tegen de uit
spraak van de Synode in Maart. Prof. du
Plessis beweert o.a. dat de behandeling van
de zaak onregelmatig is geweest, omdat de
„reglementen" van de Nederlandsch Ge
reformeerde Kerk de Synode niet toestaan
in hooger Ijeroep disciplinaire vonnissen te
vellen. Hij beweert ook, dat de uitspraak
der Synode onregelmatig was, omdat min
der dan tweederde der leden, wat door de
Kerk geëischt wordt, aanwezig was en stem
uitbracht.
EVANGELISATIE
Uit Paterson New-Jcxsey, Noord-
Amerika) wordt meegedeeld, dat daar in de
Radio Nieuws.
Zang d. h. Pa-
Ziekendlensten. 10.39 TiM-
-11.00 Korte Ziekendlenat. ie lelden
door Ds. J. J. L. Duyvendak. Emerliua Predikant
der Ev. Lutli. Kerk. wonende te Buasum. 2.00
Tijdsein. 2.00—5.00 Gran||MgHMHHM«|
Tijdsein. 4.005.00 Ziek.
Ds. J. Jengel.
In de Hollerdamsche Diergaarde is een nieuwe Gorilla aangekomen. Onder groote !>■■-
langstelling recipieerde het apengezelschap. Van links naar rechts: Ocrr^ig-Oclan, Gorilla,
Chimpansé met hun oppasser.
omgeving een enquete is ingesteld naar de
„resultaten" van den arbeid der Evangeli
satie. Een honderdtal vooraanstaande evange
listen heeft als schier algemeenen indruk uit
gesproken .dat de mannen, die door het Evan
gelisatiewerk gewennen worden, standvastiger
in het geloof en ijveriger voor hun nieuwe
beginsel zyn dan de vrouwen. Bovendien
wordt het moeilijker genoemd vrouwen te
winnen. En heeft men deze door de prediking
..gewonnen", dan nog blijkt de belangstelling
meestal zeer oppervlakkig Deze evangelisten
spraken ervan, dat de arbeid steeds moeilijker
wordt en de zichtbare zegen, wat betreft het
getal bekeeerlingen, geringer.
Door een 30-tal evangelisten was de arbeid
opgegeven. Zij achtten de Midden- en Zuide
lijke Staten beter voor Evangelisatie geschikt
dan de Westelijke.
Ook wordt uitgesproken, dat allerlei r.ieuvve
Evangelisatiemethoden niet meer „trekken".
Het volk blijkt op den duur nog meer voor de
oude wijze van Evangelieverkondiging te ge
voelen.
GIFTEN EN LEGATEN.
Wijlen mevr. R. F. Kok, wed. R. J_. Smit
te Bolsward, heeft aan de Diaconieën der
Ned. Herv. Gemeenten te Bolsward, Kou-
dum en Oosterlittens legaten van onder
scheidenlijk f 5000, f 1000 en f lOOo bespro-
Schoolnieuws.
HOOGER ONDERWIJS
VRIJE UNIVERSITEIT TE
AMSTERDAM
Naar wy vernemen, zal Prof. Mr. P. S.
Gerbrandy, Vrijdag 26 September as. zijn
ambt als hoogleeraar aan de Vrije Univer
siteit aanvaarden met een inaugureele oratie.
MEDISCHE HOOGESCHOOL TE BATAVIA
Naar wy vernemen, is Dr. R- Remmelts,
vrouwenarts te Amsterdam en hoofdassistent
van Prof. Dr. A. H. M- J. van Rooy, aan de
Universiteits-Vrouwenkliniek, bestemd om be
noemd te worden tot hoogleeraar in dc Ver
loskunde en Gynaecologie aan de Medische
Hoogeschool te Batavia. Op 31 October a-s.
zal hij naar Indië vertrekken ter aanvaarding
van zyn nieuwe ambt.
Dr. Remmelts werd 7 November 1S90 te
Zaandam geboren, was leerling der H.B S. te
Haarlem van 1902—1967 en werd in 1907 stu
dent in de Geneeskundige Faculteit aan de
Universiteit te Amsterdam. In 1915 werd hij
tot arts bevorderd, waarna hij assistent werd
in het St. Hfsabeths-gasthuis te Haarlem.
Daarna werd hy in 1917 assistent van Prof.
Hector Treub in de Universiteits-Vrouwenkli
niek te Amsterdam- In 1919 vestigde hy zich
als vrouwenarts tc Haarlem en werd tegelij
kertijd assistent van Dr. A. H. M. J. van
Rooy, die destijds Directeur van de Vrouwen
kliniek der .Johanna van Lyndenstichting" al
daar was- Bij diens benoeming tot hoogleeraar
te Amsterdam, werd Dr. Remmelts op voor
stel van Prof. van Rooy aangesteld als zyn
hoofdassistent aan de Universiteits-Vrouwen
kliniek te Amsterdam, in welk ambt hy tot
heden nog werkzaam is. Tevens was hy de
laatste jaren als Gynaecoloog verbonden aan
het Juliana-Ziekenhuis te Amsterdam.
In 1923 promoveerde Dr. Remmelts tot Doc
tor in de Geneeskunde, op een proefschrift
over „Buitenbaarmoederlijke zwangerschap'"-
Daarna verschenen nog tal van wetenschappe
lijke publicatiën van zijn hand.
S. S. R.
Naar men ons meedeelt, is de Diësviering
van de afd. Utrecht van S.S.R. verzet van
Donderdag 6 naar Woensdag 5 November a.s.
LAGER ONDERWIJS
HOOFDBENOEMINGEN.
Zand voort (Ghr. School voor Voorb.
L. O.), mej. W. J. W'olberink, fróbelonder
wijzcres te Borne.
ONDERWIJZERSBENOEMINGEN.
Veenendaal (Vrije Chr. School, Nieu
we Weg, waara. hoofd E. van Schalck),
mej. G. van Rijn te Utrecht.
Bussum (Instituut Brandsma, hoofdW.
Burggraaff), als vakleerares aan <le M. U.
L. O.-afdeeling, mej. L. G. L. Noteboom.
leerares Franscli M. O. te De Bilt (U.).Yoor
tijdelijk.
Rotterdam Pel rus Dathen usschool,
hoofd T. Molenaar), II. Maljaars te Aagte-
kerke. Voor tijdelijk.
NIEUWE CHR. SCHOLEN
Te Herkin ge li is dezer dagen de Herv.
School geopend. Bij deze gelegenheid werd
het woord gevoerd door den godsdienst
onderwijzer J. Overweel, die zijn gehoor be
paalde bij Psalm 127 4 en 5; door den Be
stuursvoorzitter J. A. Witvliet; door den
Godsdienstonderwijzer W. Bouman, van Stel
lendam; door den lieer M. van der Vliet,
hoofd der School, mede namens het verder
onderwijzend pereonecl. Slotzang was
105 1.
EXAMENS
UNIVERSITEIT
slaagd de heer G. Polak.
EXAMENS-HOOFDAKTE
ïej. C. M. Steens. D
Borsje. Den Haag.
Geslaagd de hec
EXAMENS-TUINBOUWKUNDE
wllk: H. G. M. Krullst
EXAMENS-HANDEN ARBEID
riem. 26 Aug. Geslaagd de dam>
fantrooyen. West woud: F. Me
Gemengd Nieuws.
MOTORONGELUE
In den Ruygenhoek te Noordwijkerhout,
had een ernstig motorongeluk plaats. Rij liet
gevaarlijke kruispunt hotste de motorrijder
Sanders te Voorburg tegen een auto
den landbouwer G. alhier. Met een versplin
terd been is hij per ziekenauto naar een
inrichting te Leiden vervoerd.
het Chr. Radio Ork(
n Hurk. Solist De H>
rzanger te Rotterdan
10.00 Peraberl
HILVERSUM. 1S75 M. (160 Kilo Cycle*) A. V.
R. O. 8.00 Tijdsein. S01 0 45 Gr.imofoonmufc
10.00 Tijdsein. 10.00—10.15 Mc
•12.00 Ochter
•andt-Theat<
•2.00 Mlddat
—2.30 Gra
h. orl;. v. h. Re»,
n. 12.00 Tijdsein. 12.U
A.V.R.O.-kwintet. 3.0#
Orgel co»»
?d»\v. v. K.
lek. 5.30—7.15 Coi
het A.V .R-O.
-8.30 Het Hai
9.35—10.00 Popi
11.30—12.00 Gramoloom
r „Onder Ons**
tz. orlcestcon-
i „Onder Ons"
NACHTELIJK AUTO-ONGEVAL
DOOR ROEKELOOS RIJDEN
DRIE DOODEN
In don afgeloopen nacht omstreeks drie
uur heeft in <le gemeente Eist een ontzet
tend ongeluk plaats gehad, waarbij drie per
sonen om het leven zijn gekomen.
Vijf aannemers uit Arnhem kwamen u:t
de richting Nijmegen. Ter hoogte van de
villa van den heer Baltussen is de auto in
een flauwe bocht van den weg tegen een
paal van de electrische straatverlichting
gebotst.
De auto sloeg van den weg, kwam op den
2*4 nieter hoogen berm terecht on stortte
ondersteboven in den vijver, die 1U1> meter
diep is, voor de villa van don heer Baltussen.
Tengevolge van het lawaai, dat door de
botsing en het in den vijver storten ontstond,
kwamen de omwonenden toegesneld.
Het gelukte hun drie der inzittenden uit
de auto te halen. Het waren de heeren C.
T. J. C. Bolder, L. H. A. Hollander en L»
Rademaker, alle uit Arnhem.
De bestuurder van den auto, de heer C. A
Garritsen, werd dood achter liet stuurrad
gevonden.
Bij het optrekken van don wagen werd
vervolgens nog het lijk gevonden van don
heer W. S. Horstink. die oen diepe hoofd
wonde had bekomen.
De lijken werden naar dc Algemeene Be
graafplaats tc Eist vervoerd.
De drie geredden werden naar hun woon
plaats te Arnhem overgebracht.
Tengevolge van de doorstane emotie ie de
heer Rademaker in den afgeloopen nacht
nog overleden.
De oorzaak van het ongeval is vermoede
lijk te wijten aan roekeloos snel rij i tolt
ihetgcen op dezen betonnen weg zeer vaak
voorkomt.
DOOR DEN TREIN GEGREPEN
Vrachtauto vernield
Dinsdagmorgen is bij dc Hulk onder de
gemeente Hoorn een benzinetractor van den
dienst Zaandam—Hoorn in botsing gekomen
met een fruitwagen, die den onbewaakt n
overweg passeerde. De vrachtwagen, behoo-
rende aan den heer Blom te Schellinkhout,
werd eenige meters meegesleurd, waarna
deze tegen den wallekant terecht kwam en
geheel werd vernield. De spoorwagen werd
ernstig beschadigd. De passagiers kregen
geen letsel. De chuuffeur van de auto werd
licht gewond. De treinen hadden 40 minuten
vertraging.
FABRIEKSBRAND
Dinsdagmiddag omstreeks half één werd
door voorbijgangers opgemerkt, dat er vlam
men sloegen uit de spinnerijgebouwen van
dc N.V. A. Brouwers Lukenfabrieken aan
dc Korte Scheifstraat te Tilburg. De brand
weer die zeer spoedig ter plaatse was tas!'a
het vuur met zes strulcn aan. dat dan ook
zeer spoedig bedwongen was. De brand
schade is niet groot, doch de waterschade
daarentegen is zeer aanzienlijk en wordt
geschat op omstreeks f 100.000.
DOODELIJKE VAL
Te Amersfoort viel Maandagavond de 30-
j'aiige ongehuwde arbeider J. van der Kuilen
bjj zijn patroon, den expediteur Wassing, aan
den Amhemsehcweg, van een stelling van de
hooiberg van 5*4 meter hoogte naar beneden.
De man kwam met zyn borst op een paal te
recht en werd in ernstigen toostend naar het
ziekenhuis vervoerd. In den i.acht daarop is
h'y i»an de gevolgen overleden.
EEN GELE NAPOLEON
door ARTHUR E. SOUTHON
HOOFDSTUK IX.
De beproeving i
i Makindl.
Rilston had wel vermoed -dat het nieuws van Makindi's bekeu
ring een sensatie in dc stad zou verwekken, maar toch was li ij
nog verrast over den omvang daarvan. Den ganschcn dag spra
ken de menschcn over niets anders en weldra drong het gerucht
door tot des konings paleis. Eerst weigerde hij het tc geloovcn,
maar toen de een na den ander binnen kwam met hetzelfde
verhaal, voelde hij, dat het wel waar moest zijn. Hij begon onge
duldig naar de deur te kijken in den loop van den morgen, om
te zien of Nadu eindelijk haar gewone morgenbezoek zou komen
afleggen. Maar Nadu kwam niet. Ze kon niet. Ze was zóó ont
daan, dat ze opzag tegen een ontmoeting met den koning, die
haar zou overstroomen met verwijten. Hij zou immers boos zijn
op ieder in de stad, die Shango den rug had toegekeerd om
Rilston's god te dienen; zij wist, dat hij woedend zou zijn, omdat
de eerste bekeering een der aanzienlijken was en dan nog wel
iemand, die men beschouwde als haar eigen zoon.
Toen zij tegen den middag nog niet was komen opdagen, liet
de koning haar halen. Toen moest zij wel gaan.
„Wat is dit, dat ik hoor van Makindi?" sclireeuwde hij, zoodra
ze de galerij opkwam. Js het waar, dat hij Shango verzaakt
heeft terwiHe van den god ven den Manken man?"
„Ja, het is waar", antwoordde zij kortaf.
„Dat duld ik niet", zei hij toornig. „Hij is een van de hoofden,
en als hij gaat, zullen er zeker anderen volgen en dan zal
Shango ons treffen met zijn wraak".
„Maar Makindi is ook een man" zei zij bclcedigd, „en wanneer
hij zegt, dat hij iets doen zal, clan weet hij ook wel middelen,
om aan zijn voornemen gevolg te geven".
„Denk je, dat hij mij zal durven ongehoorzaam zijn als ik hem
beveel?"
„Ja, zelfs dat. De witte priester heeft hem betooverd, zoodat
hij niet langer den koning en Shango vreest. 1-Iij is gek".
„Dan zal ik hem laten vreezen", was het woedende antwoord.
„De koning spreekt boud vandaag", zei Nadu hatelijk. Het is
nog niet zoo lang geleden, dat ik den koning aan zijn positie
herinnerde en hem aanraadde den blanken priester te verdrij
ven, maar dc koning was toen veel te bang. Als U mijn woorden
had opgevolgd, dan zou Makindi vandaag dien vreemden god
niet nageloopen zijnhij zou dood zijn en mijn hut zou ledig
zijn."
Het dreigement jegens den man, dien zij liefhad, wekte al
haar moederliefde op. Vrees voor Shango en dc trots van haar
eigen positie verdwenen oogenblikkclijk uit haar hart. Het was
de vrouw, die vocht voor den man, zonder zich tc bekommeren
om de consequenties.
Een vinnig antwoord kwam op des konings lippen na deze
beleedigende woorden, maar toen hij haar vlammende oogen
zag, drong hij de woorden terug, waardoor zij tot razernij zou
zijn opgezweept
Als Nadu in zoo'n stemming was, was hij doodsbenauwd voor
haar, want hij geloofde, dat zij de vervloeking van Shango over
hem zou kunnen brengen en dat ook metterdaad zou doen. Hij
probeerde haar een beetje te kalmeeren en vet:
„Maar Nadu, wat moet er dan van Shango worden? Hoe kun
nen wij do stad redden, als een van de aanzienlijken een ande
ren god dient?"
Ze gaf geen antwoord. Ze kon niet, want den heelen nacht
was ze met dezelfde vraag bezig geweest. Makindi met zijn
nieuwe geloof zou opnieuw de wraak van dc vertoornde goden
over dc stad inroepen. Zij steunde niet op een geloof, dat haar
kon helpen.cn daarom was zij doodelijk verschrikt.
„Wat moeten wij doen?" vervolgde hij, toen zij het stilzwijgen
bewaarde. „Wij moeten iets doen, want anders zal Shango den
ken, dat wij hem ook niet langer dienen".
Een plotselinge gedachte, ingegeven door angst en vrees,
flitste door Nadu's brein. Zij keek rond om zich ervan tc over
tuigen, dat zij alleen waren, boog zich toen dichter tot den
koning over en fluisterde:
„Makindi bemint de bloem van Kwandi meer dan zijn eigen
leven. Zeg hem, dat als hij zijn nieuwen god wil verloochenen
en uitgaan naar het offerbosch om Shango voor de oogen van al
het volk offers te brengen, dat gij haar hem dan vandaag nog
ter vrouw zult geven. Zeg hem, dat als hij weigert, zij nimmer
de zijne zal worden. Zijn liefde alleen is in staat hem op den
ouden weg terug te brengen; niets anders."
Dc koning dacht hierover ernstig na. Ilij was nooit echt van
plan geweest om zijn dochter aan Makindi te geven, want hij
had grootere plannen met haar. Makindi was een van de aan
zicnlijken in de stad en een beste kerel, maar er zou geen politiek
fortuin te slaan zijn uit dezen schoonzoon. Sinds Tembue van
Bandi onvriendelijk tegen hem geworden was, had hij rond
gezien naar een manier, waarop hij van Feribo het meeste voor
deel kon trekken, en hij had besloten haar te geven aan Dakansi
van Chikara, een ouden vijand van hem. Hij had een geheime
bode gezonden naar D&k&nai'e hof om deren er opmerkzaam op
tc maken, dat de schoone Bloem mogelijk in Chikara zou
bloeien, manr Dakansi had daarop nog niet geantwoord. De
traagheid van dezen vorst maakte het hem nu mogelijk om op
Nadu's voorslag in te gaan zonder vrees, dat Dakansi nijdig zou
worden, als dit tenminste een betere ruil was. Mnnr was dit
het geval? Mij geloofde hoe langer hoe meer, dat hut zoo was.
Hoewel Makindi niet tot de allervoomaamsten behoorde van
Kwadi, had hij toch wel veel persoonlijken invloed. Do koning
twijfelde cr niet nan, of wanneer deze voorging, vele anderen
hem zouden volgen, Min Shango vandaan. Ja. als hij Feribo aan
hem gaf. zou «Ie stad gered worden. Hij moest het maar doem
„Dat is een goed plan «ei hij eindelijk. „Laar hem onmiddel
lijk hier komen."
Een uur later ontving hij Makindi in tegenwoordigheid van
verschillende aanzienlijken en'deed hem hei voorstel. Makindi
luisterde zwijgend, en de verleiding klopte aan de deur van zijn
hart Na zoo langen wachttijd zoo dicht gekomen bij het
bereiken Mn zijn vurigste wenschcn! Bén woord. «I nho zou
de zijne zijn! Waarom niet toegegeven? Tenslotte wist hij nog
heel weinig af van dien christelijken God. En het was geen God
om bang voor tc zijn, een God. Die vervloekt degenen, die H.-m
verloochenen, zooals hij heel zijn leven gemeend had. dat de
goden doen. Waarom zou hij des konings verlokkend aanbod niet
aannemen en gelukkig worden?
Do koning bestudeerde met aandacht zyn expressief gelaat en
hij zog den strijd, die cr gestreden werd in Makindi's ziel.
„I-eribo! riep hij zachtjes en van achter een gordijn kwam de
Bloem van Kwandi te1
hijn.
(Wordt verenigd.)