WOENSDAG 27 AUGUSTUS 1930 TWEEDE BLAD PAG. 5 DE FEDERATIE VAN DIACONIEËN IN DE NED. HERV. KERK DE DIACONALE CONFERENTIE TE LUNTEREN Eerste dag. Dinsdagmiddag werd de driedaagsche diaconale conferentie van de Federatie van Diaconieën in de Ned. Herv. Kerk in het conferentie-oord van den Zendingsstudieraad te Lunteren geopend, nadat eerst in een le denvergadering van de Federatie jaarverslag en rekening waren goedgekeurd. Met prachtig lomerweêr werd de dertiende buiten-conferentie geopend door den heer Ihr.Dr A. W. v a n Holt he tot Echten, tweede voorzitter, met het lezen van Psalm 23, waarna Gezang 2 gezongen wordt. Van den voorzitter, Prof. Dr. J. R. Slote- m'aker de Bruine, werd een telegram ont vangen. De heer Jhr. Dr. van Holthe tot Echten •preekt een openingswoord, waarin hij wijst op het steeds bevredigend bezoek en vraagt Gods zegen over den voorzitter, die te Up- sala zijn arbeid verricht. Onze bijeenkomst is van bijzondere beteekenis voor de diaco nieën in de Ned. Herv. Kerk. Allen kunnen hier elkaar rustig ontmoeten, om de belan gen van het diaconale leven te bespreken. Bij het zilveren feest van de federatie zal niet het minst bij Lunteren worden stilge staan. Wat voor jaren in het diaconale leven werd beleefd, zou thans geen voorstanders meer vinden. Toch moeten wij streven naar beter en hooger en allereerst onze fouten in zien. Een geest van vold^nheid is moor dend, ook voor de Kerk. Stof voor ons diaconaal leven is er steeds en spr. levert critiek op eenige gebruiken, welke nog gangbaar zijn. Er is de vraag, waar de grens ligt tusschen het her derlijk en priesterlijk werk der diakenen. Ook is een kwestie de taak van de vrouw bij het diaconale leven. Spr. acht die hulp wenschelijk. Do vraag of de vrouw ook als diaken mag optreden is eveneens belangrijk. Het gevaar bestaat ook, dat de diaken zich eerst lid van den kerkcraad gevoelt, wat ge vaar oplevert voor de beoefening van het diakenambt. Ondanks alles zijn wij één in de beharti ging van het werk der barmhartigheid. Openingswoord Ds. Westenburg. Hierna gaat Ds. G. B. W e s t e n b u r g. van Den Haag, in gebed voor, om vervolgens een openingswoord te spreken en allereerst er op te wijzen, dat wij de diaconie in ge heel ons waardeleven hebben te schakelen. Het diaconale werk is niet los te maken van het geheele leven. Daarom is van zulk een groot belang de waarde en zin van de dia conie, wat Spr. nader aantoont. Het werk der barmhartigheid is geen phi- lantropie, wat Prof. Jonker op zijn eigenaar dige wijze geeselt. Philantropie, zegt hij, is meermalen verkleede zelfzucht. Ilij wijst op de philantropie Gods, die zich geuit heeft in Jezus Christus, die zich zelf gaf. Diaconie nioet daaróm beschouwd worden in den per soon van Jezus Christus. Het diaconale werk is daarom het teederste, omdat het in aan raking komt met het zieleleven van anderen Daarom zit er zooveel aan vast. De norm van den diaconalen arbeid is steeds Jezus Christus. In Zijn persoon is de volheid van barmhartigheid geborgen. Wij moeten bij Hem ter school gaan. Jezus geeft zich ce- heel; Hij geeft een offer. Zijn. goddelijke ener i gie doorstraalt in het leven en daarom is Hij tot grooten zegen. Jezus Christus is de groote Diaken, die in stilte spreekt en werkt. Jezus handhaaft de persoonlijkheid oi: daaraan ontbreekt zooveel in het diaconale leven. De persoonlijkheid komt door Hem tot zijn recht. Het heft ze naar boven en doet den persoon tot zich zelf inkeeren. De practijk is hier niet mee in overeen stemming, doch het werk dat wij verrichten krijgen wij van Hem, Die als de Barmha: tige in het midden der wereld blijft staan. De secretaris doet voorlezing van een sym pathiek schrijven \an een der trouwste con ferentiebezoekers, den heer R. T. Atsma te Oostermeer, wien een telegram van dank wordt gezonden. Na een theeuurtje en het middagmaal wordt de conferentie weer geopend, nadat gezongen is Ps. 89 vs. 1. Over dit onderwerp refereert Ds. Af. C«. Blauw, van Schoten, die deze hulp in de Ned. Herv. Kerk mogelijk acht. Sedert Janu ari 1915 staat het Synodaal Reglement voor de diaconiën toe, dat de diakenen zich doen bijstaan door meerderjarige leden der ge meente, zoowel vrouwelijke als mannelijke Wat mag de reden zijn, aldus Spr., dat van vrouwelijke hulp op diaconaal terrein nog zeer weinig in de Herv. Kerk wordt ge vonden? Acht men de vrouw hiervoor onge schikt of meent men dat het onbijbelsch is? Dit laatste is geenszins het geval, waut het Nieuwe Testament en de practijk der Oud-Chr. Kerk laat duidelijk zien, dat het noch onschriftuurlijk noch een ongewensch- te nieuwigheid is. Zelfs bij het heidendom speelde de vrouw, die er een zeer geringe positie had, op gods dienstig gebied een gewichtige rol. Het „In Christus is noch man noch vrouw" en het feit, dat niemand minder dan Jezus zelf do vrouwen tot eerste predikers van het Op standingsevangelie verwaardigde, heeft mee gewerkt, dat in den eersten tijd van het Christendom de vrouw in de gemeente aller lei werk verrichtte, wat Spr. nader toelicht. Dat Paulus bij de Corinthische gemeente wil de, dat de vrouwen er zwegen, geldt volgens Spr. alleen der Corinthische vrouwen. Bij de eerste Chr. gemeenten namen do vrouwen een voorname plaats in bij allerlei arbeid, wat Spr. met voorbeelden illustreert Naarmate de Kerk meer Roomsch werd, ver minderde dit. De Reformatoren hebben geen cog gehad voor den arbeid der vrouw in de gemeente. Later is dit in de Kerk der Reformatie tón goede veranderd. De Nederrijnsche Calvinis tische gemeenten zijn liet vooral geweest, die aan de vrouw bij den arbeid in do gemeente weer een plaats inruimden. Het convent te Wesel besloot in 1568 ook vrouwen van ver- gevorderden leeftijd tot het diakenambt aan te nemen, doch veel ingang heeft de"vrou welijke hulp in het leven der Kerk niet er- kregen. Ook nu nog niet, want deze hulp is geen kerkelijk georganiseerde en gesanc tioneerde arbeid. Toch is die hulp op diaconaal terrein zeer gewenscht, vooral in de groote steden. Reeds om haar aanleg is de vrouweer geschikt voor want zij kan beter in gezinnen invloed oefenen en raad geven dan de man. De vrouw toont gewoonlijk de meeste belang stelling voor het godsdienstig en kerkelijk leven. Daarom is het niet goed haar geum plaats te geven in het diaconale leven. Voor al in de groote steden zou haar taak zeer gewenscht zijn. Wordt de vrouw als hulp in de diaconie toegelaten, dan zal dit werk ook beter kun nen geschieden en op hooger peil gebracht. Zij kan als hulpkracht gebezigd worden zon der dat de kerkeraden nog grooter gemaakt behoeven te worden. Men wake er echtev voor haar als „dienstmaagd" der diakenen te laten fungeeren. Voor een goede op'os- sing zou deze hulp ook breeder in de regie meuten moeten worden omschreven. De heer S. R o o s j e n, van Groningen, is bet in de hoofdstrekking met Spr. eens, doch wij weten niet, wat de hulp, die de'vrouw in de eerste Chr. Kerk verrichtte, inhield Van beteekenis is ook, dat na het convent van Wesel do conventen van Einden en Mid delburg hun besluiten ten opzichte van «ie vrouw introkken. Zeer zeker is Spr. er voor, dat de vrouw in de diaconie behulpzaam doch dan dient er eerst een reorganisatie plaats te vinden. De diaconie moet een die nende functie bekleerlen en los gemaakt van den kerkcraad. Zij dient dan geen deel moer te hebben in do bestuursfunctie. Spr. wenscht echter niet, dat er gesproken worde van meer recht verleenen aan rle GEREF. KERK. POORTUGAAL vrouw, zooals inleider heeft opgemerkt. De heer Mosterd, van Utrecht, deelt ecu en ander mee uit de practijk. De heer v. d. Brink, van Rhenen, kan niet onderschrijven hetgeen inleider heeft ge eegd over het meer recht verleenen aan de vrouw in de diaconie. De heer S i e rat, van Leiden, geeft 'eenige bijzonderheden over vrouwelijke hulp. De heer T i b b o e 1, van Lisse, merkt op, dat men vooral in de dorpen niet van vrou welijkc hulp gediend is bij de diaconie. De heer Nobels, van Vlissingen, meeut, dat men bij vrouwelijke hulp vooral moei letten op vrouwen van ondervinding. Ver der voert Spr. het pleit voor het instituut van luilpdiaken. De heer Dekker, van Utrecht, vestigt do aandacht er op, dat do vrouw zelf niet voor het ambt zou voelen. De voorzitter vraagt, waarom het in: stituut van de \rouwelijke hulpkracht niel geslaagd is. Spr. meent, dat de oorzaak hier in zit, dat de vrouw wel geroepen wordt maar bij belangrijke beslissingen niet er kend wordt. Spr. stelt inleider de vraag, of op dii oogenblik nog schriftuurlijke, moreele en cractische bezwaren bestaan tegen de hulp van de vrouw op diaconaal terrein en of niet naar plaatselijke omstandigheden dient ge handeld te worden, bijzonder met het oog op de groote steden. Schriftuurlijke bezwaren bestaan bij D s. Blauw niet en Spr. herhaalt zijn beschou wingen over den arbeid der vrouw in de diaconie. Reorganisatie is daar niet noodig voor en Spr. acht de vrouw uitstekend ge schikt voor den arbeid der diaconie, wat hij nog nader toelicht. De heer M o s te r d, van Utrecht, vraagt of het Reglement betreffende de vrouwelijke hulpkrachten ook gewijzigd kan worden. D s. B1 a u w acht zeer zeker een veel breedere opvatting in het Reglement ge wenscht. D s. B. Klein W a s s i n k, van jBathmen, vreest, dat van wettelijke bepalingen niet veel is te verwachten 'eer de toestand gewij zigd is. D s. Blauw acht echter tegelijkertijd re glementswijziging noodig. De Voorzitter merkt ten slotte op, dat deze bespreking nuttig kan zijn tot vestiging van een opinielover de vrouw in de diaconie. D s. A. Vrij landt, van Biervliet, houdt hierna een toespraak over Filippenzen 2 vs. 1 en 2. om dit toe te passen op den arbeid der diakenen en de besprekingen ter confe rentie. Gezongen wordt Gezang 274 vs. 4 en 5, waarna met gebed de eerste conferentiedag gesloten wordt. EEN AARDIG DRIETAL Kerknieuws. Het nieuwe kerkgebouw der Geref. Kerk te Poortugaal, dat hedenavond in qebimik zal worden, genomen. Het gebouw bevat 2G0 zitplaatsen; zoo noodig kan cr later een ga lerij in worden gebouwd, waardoor het aan tal zitplaatsen met 80 te vermeerderen. Deze kerk werd gebouwd onder architectuur van den heer C. T. v. d. Stoep tc Goes. NED .HERV. KERK. Beroepen: Te Kielwindeweer, W. A. Wasch, Oost-Ind. pred. met verlof, te Den Haag. Aangenomen: Naar Hellendoom (als hulppred.), cand. T. Tammeling te Appinge- dani. Bedankt: Voor Sommelsdijk, A. G. Oos terhuis te Ernst Voor Streefkerk, G. J. Streeder te Heinenoord. GEREF. KERKEN. Aangenomen: Naar Achlum, cand. T. de Boer te Den Haag. Ds. J. Baarslag hoopt Zondag 21 Sept. a.s. afscheid te nemen van de Ned. Herv. Gemeente tc. Lage gwalmve en Zondag 2S Sep.t d.a.v. intrede te doen tc Krabbendijke, na bevestiging door Ds. N. van der Snoek, vap Veenendaal. AFSCHEID, BEVESTIGING, INTREDE Cand. G. Molles, van Zwolle, werd Zondag jl. door Ds. II. Hangeibroek, van Wirdum, bevestigd als predikant der Geref. Kerk te Wartena, met een predikatie over 1 Cor. 3 9. Des middags deed Ds. Melles zijn intrede met 2 Cor. 1 20. Aan het einde werd hij toegesproken door den bevestiger, namens den Kerkeraad en de Classis Leeuwarden en door Ds. C. F. Bruins, predikant der Ned. Hervormde Ge meente. Cand. L. V r o e g i n d e w e ij te Mid- delharnis hoopt Zondag 5 October a.s. in trede te doen bij de Ned. Herv. Gemeente te Wilnis. Als bevestiger hoopt op te treden Ds. H. A. de Geus van Huizen (N.H.) TUCHTZAAX-Prof. J. DU PLESSIS. Uit Kaapstad wordt geseind, dat de tucht- zaak tegen Prof. J. du Plessis, die als hcogleeraar aan de Universiteit te Stellen- borch (Zuid-Afrika) werd afgezet om zijn Schriftcritiek, thans een ander stadium is ingetreden, wijl de hoogleeraar verzet aan- teekende by het Hoogste Hof tegen de uit spraak van de Synode in Maart. Prof. du Plessis beweert o.a. dat de behandeling van de zaak onregelmatig is geweest, omdat de „reglementen" van de Nederlandsch Ge reformeerde Kerk de Synode niet toestaan in hooger Ijeroep disciplinaire vonnissen te vellen. Hij beweert ook, dat de uitspraak der Synode onregelmatig was, omdat min der dan tweederde der leden, wat door de Kerk geëischt wordt, aanwezig was en stem uitbracht. EVANGELISATIE Uit Paterson New-Jcxsey, Noord- Amerika) wordt meegedeeld, dat daar in de Radio Nieuws. Zang d. h. Pa- Ziekendlensten. 10.39 TiM- -11.00 Korte Ziekendlenat. ie lelden door Ds. J. J. L. Duyvendak. Emerliua Predikant der Ev. Lutli. Kerk. wonende te Buasum. 2.00 Tijdsein. 2.00—5.00 Gran||MgHMHHM«| Tijdsein. 4.005.00 Ziek. Ds. J. Jengel. In de Hollerdamsche Diergaarde is een nieuwe Gorilla aangekomen. Onder groote !>■■- langstelling recipieerde het apengezelschap. Van links naar rechts: Ocrr^ig-Oclan, Gorilla, Chimpansé met hun oppasser. omgeving een enquete is ingesteld naar de „resultaten" van den arbeid der Evangeli satie. Een honderdtal vooraanstaande evange listen heeft als schier algemeenen indruk uit gesproken .dat de mannen, die door het Evan gelisatiewerk gewennen worden, standvastiger in het geloof en ijveriger voor hun nieuwe beginsel zyn dan de vrouwen. Bovendien wordt het moeilijker genoemd vrouwen te winnen. En heeft men deze door de prediking ..gewonnen", dan nog blijkt de belangstelling meestal zeer oppervlakkig Deze evangelisten spraken ervan, dat de arbeid steeds moeilijker wordt en de zichtbare zegen, wat betreft het getal bekeeerlingen, geringer. Door een 30-tal evangelisten was de arbeid opgegeven. Zij achtten de Midden- en Zuide lijke Staten beter voor Evangelisatie geschikt dan de Westelijke. Ook wordt uitgesproken, dat allerlei r.ieuvve Evangelisatiemethoden niet meer „trekken". Het volk blijkt op den duur nog meer voor de oude wijze van Evangelieverkondiging te ge voelen. GIFTEN EN LEGATEN. Wijlen mevr. R. F. Kok, wed. R. J_. Smit te Bolsward, heeft aan de Diaconieën der Ned. Herv. Gemeenten te Bolsward, Kou- dum en Oosterlittens legaten van onder scheidenlijk f 5000, f 1000 en f lOOo bespro- Schoolnieuws. HOOGER ONDERWIJS VRIJE UNIVERSITEIT TE AMSTERDAM Naar wy vernemen, zal Prof. Mr. P. S. Gerbrandy, Vrijdag 26 September as. zijn ambt als hoogleeraar aan de Vrije Univer siteit aanvaarden met een inaugureele oratie. MEDISCHE HOOGESCHOOL TE BATAVIA Naar wy vernemen, is Dr. R- Remmelts, vrouwenarts te Amsterdam en hoofdassistent van Prof. Dr. A. H. M- J. van Rooy, aan de Universiteits-Vrouwenkliniek, bestemd om be noemd te worden tot hoogleeraar in dc Ver loskunde en Gynaecologie aan de Medische Hoogeschool te Batavia. Op 31 October a-s. zal hij naar Indië vertrekken ter aanvaarding van zyn nieuwe ambt. Dr. Remmelts werd 7 November 1S90 te Zaandam geboren, was leerling der H.B S. te Haarlem van 1902—1967 en werd in 1907 stu dent in de Geneeskundige Faculteit aan de Universiteit te Amsterdam. In 1915 werd hij tot arts bevorderd, waarna hij assistent werd in het St. Hfsabeths-gasthuis te Haarlem. Daarna werd hy in 1917 assistent van Prof. Hector Treub in de Universiteits-Vrouwenkli niek te Amsterdam- In 1919 vestigde hy zich als vrouwenarts tc Haarlem en werd tegelij kertijd assistent van Dr. A. H. M. J. van Rooy, die destijds Directeur van de Vrouwen kliniek der .Johanna van Lyndenstichting" al daar was- Bij diens benoeming tot hoogleeraar te Amsterdam, werd Dr. Remmelts op voor stel van Prof. van Rooy aangesteld als zyn hoofdassistent aan de Universiteits-Vrouwen kliniek te Amsterdam, in welk ambt hy tot heden nog werkzaam is. Tevens was hy de laatste jaren als Gynaecoloog verbonden aan het Juliana-Ziekenhuis te Amsterdam. In 1923 promoveerde Dr. Remmelts tot Doc tor in de Geneeskunde, op een proefschrift over „Buitenbaarmoederlijke zwangerschap'"- Daarna verschenen nog tal van wetenschappe lijke publicatiën van zijn hand. S. S. R. Naar men ons meedeelt, is de Diësviering van de afd. Utrecht van S.S.R. verzet van Donderdag 6 naar Woensdag 5 November a.s. LAGER ONDERWIJS HOOFDBENOEMINGEN. Zand voort (Ghr. School voor Voorb. L. O.), mej. W. J. W'olberink, fróbelonder wijzcres te Borne. ONDERWIJZERSBENOEMINGEN. Veenendaal (Vrije Chr. School, Nieu we Weg, waara. hoofd E. van Schalck), mej. G. van Rijn te Utrecht. Bussum (Instituut Brandsma, hoofdW. Burggraaff), als vakleerares aan <le M. U. L. O.-afdeeling, mej. L. G. L. Noteboom. leerares Franscli M. O. te De Bilt (U.).Yoor tijdelijk. Rotterdam Pel rus Dathen usschool, hoofd T. Molenaar), II. Maljaars te Aagte- kerke. Voor tijdelijk. NIEUWE CHR. SCHOLEN Te Herkin ge li is dezer dagen de Herv. School geopend. Bij deze gelegenheid werd het woord gevoerd door den godsdienst onderwijzer J. Overweel, die zijn gehoor be paalde bij Psalm 127 4 en 5; door den Be stuursvoorzitter J. A. Witvliet; door den Godsdienstonderwijzer W. Bouman, van Stel lendam; door den lieer M. van der Vliet, hoofd der School, mede namens het verder onderwijzend pereonecl. Slotzang was 105 1. EXAMENS UNIVERSITEIT slaagd de heer G. Polak. EXAMENS-HOOFDAKTE ïej. C. M. Steens. D Borsje. Den Haag. Geslaagd de hec EXAMENS-TUINBOUWKUNDE wllk: H. G. M. Krullst EXAMENS-HANDEN ARBEID riem. 26 Aug. Geslaagd de dam> fantrooyen. West woud: F. Me Gemengd Nieuws. MOTORONGELUE In den Ruygenhoek te Noordwijkerhout, had een ernstig motorongeluk plaats. Rij liet gevaarlijke kruispunt hotste de motorrijder Sanders te Voorburg tegen een auto den landbouwer G. alhier. Met een versplin terd been is hij per ziekenauto naar een inrichting te Leiden vervoerd. het Chr. Radio Ork( n Hurk. Solist De H> rzanger te Rotterdan 10.00 Peraberl HILVERSUM. 1S75 M. (160 Kilo Cycle*) A. V. R. O. 8.00 Tijdsein. S01 0 45 Gr.imofoonmufc 10.00 Tijdsein. 10.00—10.15 Mc •12.00 Ochter •andt-Theat< •2.00 Mlddat —2.30 Gra h. orl;. v. h. Re», n. 12.00 Tijdsein. 12.U A.V.R.O.-kwintet. 3.0# Orgel co»» ?d»\v. v. K. lek. 5.30—7.15 Coi het A.V .R-O. -8.30 Het Hai 9.35—10.00 Popi 11.30—12.00 Gramoloom r „Onder Ons** tz. orlcestcon- i „Onder Ons" NACHTELIJK AUTO-ONGEVAL DOOR ROEKELOOS RIJDEN DRIE DOODEN In don afgeloopen nacht omstreeks drie uur heeft in <le gemeente Eist een ontzet tend ongeluk plaats gehad, waarbij drie per sonen om het leven zijn gekomen. Vijf aannemers uit Arnhem kwamen u:t de richting Nijmegen. Ter hoogte van de villa van den heer Baltussen is de auto in een flauwe bocht van den weg tegen een paal van de electrische straatverlichting gebotst. De auto sloeg van den weg, kwam op den 2*4 nieter hoogen berm terecht on stortte ondersteboven in den vijver, die 1U1> meter diep is, voor de villa van don heer Baltussen. Tengevolge van het lawaai, dat door de botsing en het in den vijver storten ontstond, kwamen de omwonenden toegesneld. Het gelukte hun drie der inzittenden uit de auto te halen. Het waren de heeren C. T. J. C. Bolder, L. H. A. Hollander en L» Rademaker, alle uit Arnhem. De bestuurder van den auto, de heer C. A Garritsen, werd dood achter liet stuurrad gevonden. Bij het optrekken van don wagen werd vervolgens nog het lijk gevonden van don heer W. S. Horstink. die oen diepe hoofd wonde had bekomen. De lijken werden naar dc Algemeene Be graafplaats tc Eist vervoerd. De drie geredden werden naar hun woon plaats te Arnhem overgebracht. Tengevolge van de doorstane emotie ie de heer Rademaker in den afgeloopen nacht nog overleden. De oorzaak van het ongeval is vermoede lijk te wijten aan roekeloos snel rij i tolt ihetgcen op dezen betonnen weg zeer vaak voorkomt. DOOR DEN TREIN GEGREPEN Vrachtauto vernield Dinsdagmorgen is bij dc Hulk onder de gemeente Hoorn een benzinetractor van den dienst Zaandam—Hoorn in botsing gekomen met een fruitwagen, die den onbewaakt n overweg passeerde. De vrachtwagen, behoo- rende aan den heer Blom te Schellinkhout, werd eenige meters meegesleurd, waarna deze tegen den wallekant terecht kwam en geheel werd vernield. De spoorwagen werd ernstig beschadigd. De passagiers kregen geen letsel. De chuuffeur van de auto werd licht gewond. De treinen hadden 40 minuten vertraging. FABRIEKSBRAND Dinsdagmiddag omstreeks half één werd door voorbijgangers opgemerkt, dat er vlam men sloegen uit de spinnerijgebouwen van dc N.V. A. Brouwers Lukenfabrieken aan dc Korte Scheifstraat te Tilburg. De brand weer die zeer spoedig ter plaatse was tas!'a het vuur met zes strulcn aan. dat dan ook zeer spoedig bedwongen was. De brand schade is niet groot, doch de waterschade daarentegen is zeer aanzienlijk en wordt geschat op omstreeks f 100.000. DOODELIJKE VAL Te Amersfoort viel Maandagavond de 30- j'aiige ongehuwde arbeider J. van der Kuilen bjj zijn patroon, den expediteur Wassing, aan den Amhemsehcweg, van een stelling van de hooiberg van 5*4 meter hoogte naar beneden. De man kwam met zyn borst op een paal te recht en werd in ernstigen toostend naar het ziekenhuis vervoerd. In den i.acht daarop is h'y i»an de gevolgen overleden. EEN GELE NAPOLEON door ARTHUR E. SOUTHON HOOFDSTUK IX. De beproeving i i Makindl. Rilston had wel vermoed -dat het nieuws van Makindi's bekeu ring een sensatie in dc stad zou verwekken, maar toch was li ij nog verrast over den omvang daarvan. Den ganschcn dag spra ken de menschcn over niets anders en weldra drong het gerucht door tot des konings paleis. Eerst weigerde hij het tc geloovcn, maar toen de een na den ander binnen kwam met hetzelfde verhaal, voelde hij, dat het wel waar moest zijn. Hij begon onge duldig naar de deur te kijken in den loop van den morgen, om te zien of Nadu eindelijk haar gewone morgenbezoek zou komen afleggen. Maar Nadu kwam niet. Ze kon niet. Ze was zóó ont daan, dat ze opzag tegen een ontmoeting met den koning, die haar zou overstroomen met verwijten. Hij zou immers boos zijn op ieder in de stad, die Shango den rug had toegekeerd om Rilston's god te dienen; zij wist, dat hij woedend zou zijn, omdat de eerste bekeering een der aanzienlijken was en dan nog wel iemand, die men beschouwde als haar eigen zoon. Toen zij tegen den middag nog niet was komen opdagen, liet de koning haar halen. Toen moest zij wel gaan. „Wat is dit, dat ik hoor van Makindi?" sclireeuwde hij, zoodra ze de galerij opkwam. Js het waar, dat hij Shango verzaakt heeft terwiHe van den god ven den Manken man?" „Ja, het is waar", antwoordde zij kortaf. „Dat duld ik niet", zei hij toornig. „Hij is een van de hoofden, en als hij gaat, zullen er zeker anderen volgen en dan zal Shango ons treffen met zijn wraak". „Maar Makindi is ook een man" zei zij bclcedigd, „en wanneer hij zegt, dat hij iets doen zal, clan weet hij ook wel middelen, om aan zijn voornemen gevolg te geven". „Denk je, dat hij mij zal durven ongehoorzaam zijn als ik hem beveel?" „Ja, zelfs dat. De witte priester heeft hem betooverd, zoodat hij niet langer den koning en Shango vreest. 1-Iij is gek". „Dan zal ik hem laten vreezen", was het woedende antwoord. „De koning spreekt boud vandaag", zei Nadu hatelijk. Het is nog niet zoo lang geleden, dat ik den koning aan zijn positie herinnerde en hem aanraadde den blanken priester te verdrij ven, maar dc koning was toen veel te bang. Als U mijn woorden had opgevolgd, dan zou Makindi vandaag dien vreemden god niet nageloopen zijnhij zou dood zijn en mijn hut zou ledig zijn." Het dreigement jegens den man, dien zij liefhad, wekte al haar moederliefde op. Vrees voor Shango en dc trots van haar eigen positie verdwenen oogenblikkclijk uit haar hart. Het was de vrouw, die vocht voor den man, zonder zich tc bekommeren om de consequenties. Een vinnig antwoord kwam op des konings lippen na deze beleedigende woorden, maar toen hij haar vlammende oogen zag, drong hij de woorden terug, waardoor zij tot razernij zou zijn opgezweept Als Nadu in zoo'n stemming was, was hij doodsbenauwd voor haar, want hij geloofde, dat zij de vervloeking van Shango over hem zou kunnen brengen en dat ook metterdaad zou doen. Hij probeerde haar een beetje te kalmeeren en vet: „Maar Nadu, wat moet er dan van Shango worden? Hoe kun nen wij do stad redden, als een van de aanzienlijken een ande ren god dient?" Ze gaf geen antwoord. Ze kon niet, want den heelen nacht was ze met dezelfde vraag bezig geweest. Makindi met zijn nieuwe geloof zou opnieuw de wraak van dc vertoornde goden over dc stad inroepen. Zij steunde niet op een geloof, dat haar kon helpen.cn daarom was zij doodelijk verschrikt. „Wat moeten wij doen?" vervolgde hij, toen zij het stilzwijgen bewaarde. „Wij moeten iets doen, want anders zal Shango den ken, dat wij hem ook niet langer dienen". Een plotselinge gedachte, ingegeven door angst en vrees, flitste door Nadu's brein. Zij keek rond om zich ervan tc over tuigen, dat zij alleen waren, boog zich toen dichter tot den koning over en fluisterde: „Makindi bemint de bloem van Kwandi meer dan zijn eigen leven. Zeg hem, dat als hij zijn nieuwen god wil verloochenen en uitgaan naar het offerbosch om Shango voor de oogen van al het volk offers te brengen, dat gij haar hem dan vandaag nog ter vrouw zult geven. Zeg hem, dat als hij weigert, zij nimmer de zijne zal worden. Zijn liefde alleen is in staat hem op den ouden weg terug te brengen; niets anders." Dc koning dacht hierover ernstig na. Ilij was nooit echt van plan geweest om zijn dochter aan Makindi te geven, want hij had grootere plannen met haar. Makindi was een van de aan zicnlijken in de stad en een beste kerel, maar er zou geen politiek fortuin te slaan zijn uit dezen schoonzoon. Sinds Tembue van Bandi onvriendelijk tegen hem geworden was, had hij rond gezien naar een manier, waarop hij van Feribo het meeste voor deel kon trekken, en hij had besloten haar te geven aan Dakansi van Chikara, een ouden vijand van hem. Hij had een geheime bode gezonden naar D&k&nai'e hof om deren er opmerkzaam op tc maken, dat de schoone Bloem mogelijk in Chikara zou bloeien, manr Dakansi had daarop nog niet geantwoord. De traagheid van dezen vorst maakte het hem nu mogelijk om op Nadu's voorslag in te gaan zonder vrees, dat Dakansi nijdig zou worden, als dit tenminste een betere ruil was. Mnnr was dit het geval? Mij geloofde hoe langer hoe meer, dat hut zoo was. Hoewel Makindi niet tot de allervoomaamsten behoorde van Kwadi, had hij toch wel veel persoonlijken invloed. Do koning twijfelde cr niet nan, of wanneer deze voorging, vele anderen hem zouden volgen, Min Shango vandaan. Ja. als hij Feribo aan hem gaf. zou «Ie stad gered worden. Hij moest het maar doem „Dat is een goed plan «ei hij eindelijk. „Laar hem onmiddel lijk hier komen." Een uur later ontving hij Makindi in tegenwoordigheid van verschillende aanzienlijken en'deed hem hei voorstel. Makindi luisterde zwijgend, en de verleiding klopte aan de deur van zijn hart Na zoo langen wachttijd zoo dicht gekomen bij het bereiken Mn zijn vurigste wenschcn! Bén woord. «I nho zou de zijne zijn! Waarom niet toegegeven? Tenslotte wist hij nog heel weinig af van dien christelijken God. En het was geen God om bang voor tc zijn, een God. Die vervloekt degenen, die H.-m verloochenen, zooals hij heel zijn leven gemeend had. dat de goden doen. Waarom zou hij des konings verlokkend aanbod niet aannemen en gelukkig worden? Do koning bestudeerde met aandacht zyn expressief gelaat en hij zog den strijd, die cr gestreden werd in Makindi's ziel. „I-eribo! riep hij zachtjes en van achter een gordijn kwam de Bloem van Kwandi te1 hijn. (Wordt verenigd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 5