DERDE BCAD PAG. 9 Uit Oost-Indië Gemengd Nieuws. Radio Nieuws. EEN GELE NAPOLEON WOENSDAG 13 AUGUSTUS 1930 DE ANTI-TOGASTRIJD IN ZEELAND ..WEG MET DIE MANTEL DER ONGERECHTIGHEID" DE TOGA ZEGEVIERT OVER MANTEL, BEF EN KORTE BROEK „"Neen! Neenl Praat er niet van, 't is te genwoordig meer dan erg! Je kunt geen do- miné meer van kooplui onderscheiden!". Deze klacht, die ik dezer dagen hoorde slaken, en die men vooral in Zeeland nog veel hoort, deed bij mij het plan rijpen eens de Historie der Dominé'skleeding in Zeeland na te gaan en aan dit plan uitvoering ge vende, bemerkten wij al ras, dat deze klacht niet nieuw is. Zij is eigenlijk, in den grond der zaak, reeds eeuwen oud, want telkenmale, als er In de Geschiedenis der Kerk een Reformato rische vooruitgang op verschillend terrein viel te constateeren, was er steeds een zeker deel, dat het er niet mee eens was en daar over klachten uitte. Wij zagen het in onze schets van den haarstrijd. Ook toen konden de kortlok- k i g e n der gemeente hun langlokkige dominé niet herkennen en konden zij geen zegen meer genieten onder diens prediking, daar naar hun oordeel de dominé met de wereld meedeed. Zoo was het ook met de predikantsklee- ding gesteld. Na lange overwegingen, na veel geschip per van alle zijdeh, was in vroeger tijd Wij zulln ons thans niet verdiepen in de geschilen dier dagen, over een Voetiaansche Coccejaansche, Libertijnsdhe of Groenweeg- sche Bef. Want dat was waarlijk nog niet gelijk! In- 'tegendeel! Het onderscheid waarnaar ook de vroomheid van den leeraar werd afgeme ten bestond in de meerdere of mindere mate der lengte van de tabletten en breedte der hooiden, en ook in het dragen der bef fen, die dan eens op de borst lagen en dan iweer eens tegen de kin stonden. En dan de kousen en de schoenen niet te Vergeten! Dominé's schoenen waren nu een maal anders dan burgerschoenen. Zij maak ten geen onbelangrijk onderdeel van dit ge waad uit. Men behoeft maar oude gravures te bezien, om zich te overtuigen, hoe voor heen zulk een dominé er dan uit zag. Als men een bef, driekantige steek en kort; broek zag, dan kon men Meds van verre eeggen „daar is de dominé!" Langzamerhand begon hierin eenige ken tering te komen. Eerst sporadisch, toen stil- lekens aan in meerdere mate, en een 40-tal jaren geleden schreef Dr. A. W. Bronsveld in zijn „Reisfantasiën": v „De tijd is voorbij, waarin men niet meer „behoefde te vragen „Is dit een dominé?" „Men ontmoet geen beenen meer, alleen „gedekt door korte broek en floretten „kousen en geen voeten gestoken in lage „schoenen, met of zonder zilveren gespen „en de steek dreigt een voorwereldlijk „voorwerp te worden." j In Nederland zullen velen vooral onder de ouderen deze dracht nog wel gezien hebben. In Zeeland zelve en de Zuid-Hol- landsche eilanden, weten die van jongere datum het zeker ook wel, daar men in die streken in sommige kerkelijke kringen dit gewaad nog in eere heeft op den kansel. Doch dit is nog slechts een kwestie van korten tijd. Persoonlijk ken ik er maar twe< meer (nl. Ds. L. Boone van St. Fhilipsland en Ds. v. d. Garde, de eenigste prediker der Bakkeriaansche Kerken). Als deze predikan ten hun taak beëindigd hebben is er m. L een einde aan dit costuum gekomen. Maar wij loopen vooruit! Hoe dan ook. in 'de vorige eeuwen was althans het vijfdee- lige gewaad in hooge eere on men kon bijna op elke kansel de dominé's in hun mantel en bef zien, terwijl de driekantige steek als trouwe wachter achter dominé's rug hing. aan de daarvoor expres aangebrachte knop. 't Spreekt vanzelf dat verandering van een zoo ingeburgerd en door velen als een heilig gewaad beschouwd maar niet in eens ging en dat hierover ook een strijd zou ontbranden. Het eerste Kerkgenootschap dat hier in onze streken de toga aannam was het Lu thersche. Reeds op hun eerste Synode van 1819 werd de kwestie over de toga aanhan gig gemaakt, doch tot een vast besluit kwam men vooralsnog niet. Van vreemde zijde zou hieraan den stoot zijn gegeven. Een drietal Hoogciuitsche predikanten, preekten in 1S39 omhangen met toga, zooals dit in hun streek gebruikelijk was in sommige ker ken van dit genootschap, en daar er geen tegenstand in de Luthersche kerken bemerkt werd en men het „stichtend" vond, keurde hun Synode deze dracht „officieel" goed cn verzocht zij aan alle haar predikanten met Kerstmis 1840 dit ambtsgewaad aan te ne men. Deze openlijke daad wekte veel opzien in andere Kerkelijke kringen en in stilte be geerden de dienaren van bijkans alle Ker ken, dat ook „hunne Synode" spoedig zulk een besluit mocht nemen. De Remonstrantsche Broederschap liet er ook geen gras over groeien en 4 jaar later traden ook deze predikanten in Toga op, al leen was hunne Toga iets verschillend van die der Luthersche broederen. Dat de Hervormde Predikers nu ook he- geerig werden behoeft geen betoog. De Sy node dier Kerk werd eens gepolst, doch deze wilde vooralsnog geen besluit nemeh van aanneming of verbod. Wel sprak zij, op ad vies van<een commissie van onderzoek den w e n s c h van invoering der Toga uit en prees dit ambtsgewaad aan, doch zonder verdere voorschriften. Zij wilde thans over de Toga geen strijd ontlokken, men had met de leervrijheid en de Gezangenkwestie al genoeg te stellen ge had. Derhalve werd ieder vrij gelaten wat hij doen wilde. Kon derhalve een dominé zijn Kerkeraad overhalen, dan werd dit bij 1 baat reeds goedgekeurd. Maar tot een inzet van een kerkelijke twist mocht de Toga geen aanleiding geven, vooral daar waar 1 volk bizonder aan het oude gehecht was. Immers over het algemeen zag men den kansel nog het aloude plechtgewaad uit Voetius' dagen. De jonge predikers staken echter de hoof den bij elkaar. Immers Voetius was al lang dood, wat weerhield hen om steek, mantel en bef in te ruilen voor een Toga? Sommi gen gingen bedektelijk obstructie voeren om de steek, mantel en bef in discrediet te bren gen. Zij verschenen op do kansels met verwarde beffen en verkeerd dicht geknoopte mantels om de aandacht te trekken, dat deze klee- ding niet zoo voegzaam was. 't Spreekt van zelf dat zoo iets den ernst van den openba ren eeredienst danig schond. Bij het eenvoudige volk in Zeeland stuitte de Togadracht tegen de horst en wekte groo- te ergernis. In een werkje van P. D. Chan- tepie De La Saussave „Het leven van Nico- laas Beets" (blz. 13) leest men: „Nicolaas Beets, die, toen hij te Pleemste- „de predikant was daar nog den steek droeg, „zette dit hoofddeksel voor goed af. Toen „Ds. Beets een beroep naar elders in 1854 „aannam vond hij dit juist een prachtgcle- „genheid." Bij sommigen in zijn nieuwe gemeente zette dit kwaad bloed cn toen Ds. Beets op zekeren morgen door het dorp wandelde, kwam hij ook een broeder tegen die heele- maal niets van de Toga moest hebben. Op zijn groet, kreeg hij inplaats van goeden morgen dominé, terug goeden morgen burger. Van alles werd door de Anti-Togamanncn den dragers der Toga's aangezegd. Men wilde naar geen Evangeliedienaren luisteren die zulk een „dekmantel van ongerechtig heid" droegen, men wenschte niet op zulk een doodbiddersmantel den geheelen dienst te kijken en alzoo den zegen te verbeuren. Van zulk „Roomsch gedoe" walgde Waarom niet tevens eenige bellen me den kansel genomen? Zulk een „strafge- waad" paste misdadigers die hun laatsten gang gingen, maar voor een dominé, die den heilsweg moest wijzen, werd het een schan daal geacht en sommigen oordeelden, dat de tijden van Sodom en Gomorra waren weer gekeerd. De Synode kon echter niet tegen den steeds meer aanwassenden stroom van Toga begeerende dominé's oproeien. De Synode had nu wel eenmaal de leervrijheid aan vaard, maar de kleervrijheid wilde zij toch blijkbaar niet aan. Daarin moest eenheid komen. In het jaar 1854, in de maand Augustus, zond het hooge college een missive de we reld in, met een Synodale aanbeveling van de Toga met de daarbij behoorende Bef Baret, als een „deftig, gepast cn gemakke lijk" ambtsgewaad. De ontvangst dezer missive werd in tal rijke pastoriën met vreugde ontvangen. Van nu af aan zou het een Victorie voor de Toga worden. Onmiddellijk spraken de predikanten met hun Kerkeraden over de „missive" der Sy node en men wees er op, dat een Synode als hoogste macht moest gehoorzaamd den. In sommige gemeenten ging het heel best. Niet echter in Zeeland's hoofdstad M i ri de 1 b u r g. Bij een groot deel der gemeente, zegt Mr. D. de Rijcke, was de synodale aan schrijving in geen goede aarde gevallen. Zij was naar het gevoelen in die kringen een gevolg van sommiger „toomelooze losbandig heid". Men besloot dan ook om in Middelburg zich tegen de invoering der Toga te zetten. Men meende dat men het dragen der Toga's maar aan trouwelooze leeraars moest overlaten. Doch had men er een vooroordeel tegen, en was toch niet zeker van zijn zaak! Als de Heeren Dominé's het toch eens dedenWat dan? „Wij zullen dat nooit dulden!" was het oordeel van een groot deel kerkgangers. De stemming verbeterde er niet op toen len in de „Middelburgsche Courant" MOEDER GEIT MET V1JE KINDEREN „De Toga's zijn reeds besteld! Schande lijk! Laten zij het eens durven!" en het blad beleefde veel belangstelling in de Gemeente rumoer, want dergelijke uitroepen en enschen waren niet van de lucht De Kerkeraad hield zich echter stil en liet eerst het „courantenbericht" maar eens bezinken. Intusschen had het ministerie van predikanten de Synodale missive gewikt en gewogen, de ouderlingen gepolst en met elkaar geconfereerd. En 't. slot van de zaak vas dat besloten werd, het „aanbevolen" mbtsgewaacl aan te nemen desnoods tegen den zin der gemeente. Tevens werd besloten niets aan de Ge meente te zeggen, die meenende dat er nu toch niets meer van kwam, weer in rust in dommelde. Maar jawel! Uitstel is nog geen afstel! Op een der volgende Zondagen de zo- „jer van 1855 was reeds een heel eind ver streken, traden de dienstdoende predikanten onverwachts in hun nieuwe toga op. Dat was sterk! „Dat was brutaal" vond men, zonder wat te zeggen, zoo iets te durven bestaan! En dan terwijl zij wisten, dat een groot deel der gemeente beslist tegen de Toga was. Van het zingen der opgegeven Psalm kwam niets. In een der Middelburgsche kerken oi stond groote ontsteltenis en verwarring. V< schillenden grepen hun hoeden en liepen de kerk uit. Anderen gingen op de banken staan gaven aan hunne ergernis lucht door ge baren en woorden. Ja nog erger. Boven al het rumoer hoorde men boven de verwarde geluiden uit, de zielskreet van een zenuwachtig man die openlijk ging bidden en die Gods ontferming inriep over den verblinden leeraar daar voor hem, met dien afschuwelijken dekman tel der ongerechtigheid omhangen. Het gevolg was, dat nog veel meer per sonen de kerk gingen verlaten. Verschillen de vrouwen vielen in z wij m en werden de kerk uitgedragen. De koster had het enorm druk. Deze kwam schier tijd te kort, om met glazen water de kerk rond te loopen, elke ongewone drukte een grappenmaker aanleiding gaf, om zijn buurman in te fluis teren: „Dominé tracteert voor zijn nieuwe jas!" De dominé, die zich behagelijk in zijn Toga gevoelde, liet de gemeente maar be gaan en toen er maar een luttel aantal scha pen over waren, zette hij, zoo goed en kwaad als het ging den treurig onderbroken dienst voort. De Toga had derhalve in eerste instantie gezegevierd! De Anti-Toga menschen besloten echter het er niet hij te laten zitten. Men besloot gezamenlijk om niet meer ter kerk te gaan maar voorloopig in conventikelen bijeen te komen. Bij de Chr. Afgescheidenen zich voegen, dat wilden zij niet. In de Herv. Kerk komen nog minder. Ja wat nu? Een Antitogakerk oprichten? Hiertoe werd besloten in het alleruiterste geval. Maar eerst zou men nog eens op wettige wijze een bezwaarschrift indienen tegen die snoode kleeding. Een „C o n s c i e n t i e k r c e t" werd op gesteld cn meer dan 100 Anti-Toga leden teekenden op het protest en dringend werd verzocht de Toga's, die ergernis in de ge meenten verwekten, weg te doen. Het met zooveel animo geteckend adres kreeg nul op 't request. „De Doodbiddersmantel" werd door de predikanten gehandhaafd. Wat nu? Weer kwamen de Anti-Toga-mannen bijeen De teerling was geworpen! „Wie wil er terug naar de Kerk, waar ons zoo'n smaad werd aangedaan?" werd er ge vraagd. Niemand wilde. Niet terug, maar vooruit! De dominé's wilden de Tog a niet uittrek ken, welnu dan zouden zij de Kerk uit trekken. Zij wilden in geen geval meer naar die „gemeenteverwoesters" en „ontrouwe herders". Men zou zelf wel een Kerk stichten, die dan tusschen de Vaderlandsche Kerk stond en de Afgescheidene. Op de Rouaansehe kade, een der mooiste gedeelten van Middelburg, werd een huis te koop gepresenteerd. Door zijn gunstige lig ging en grootte, trok het de aandacht der Anti-Toga-mannen. Er werd een inschrij...a belegd om het te koopen. liet benoodigde bedrag was er spoedig en spoedig was het Toch wilde men de Ned. Herv. Kerk niet K R. O. 8-15S 3 "8—10.JO zajig aooj Zie ken diens ten. l'J 30 Tijd.-: 11 Korte Zlekendienst. te le-.d-n do Ubblnk. Gercf. Bred. (H.V.) i 11.3012 Uodsdlenstls hilfuur "n Grmmofooaplaten. Am o loon platen. 4. ■Rite leiden door Pfc Pred. te Zwolle. Mui:- werking- verleen, r, de heer J. H. Smit mat. bariton en kerkorgel de heer li- Smit Doyxentkurist. kerkorgelbegelelding 1. Or- Slsolo. 2. Zingen: Psalm i: I <n 5. 1. Gebed. 4 hrlfüezlng: Psalm 46. 5. Eerste gedeelte der - - - Hij is krachtlgltjlt iwdbeden. 4. Zingen: leelte der toespraak. MÊ __J(| te Burg Is ome God. Tijdsein. 5—6.30 Concert, te geven door het Amaterdomsch Vocaal Kwartet", bestaande uit: ïevr. Willy Canté—Van Araerongen, sopraan: lej. Nelly Hugues, alt: de heeren Hob. C. Tol. enor; Jaap Stroomenbergh. bas: Alex Adema. plano. 6.30—6.40 Koersen. 6.10—7.40 Orgclcon- :rt, te geven door den heer Cor Ivee. orgelist Zaandam. 7.40—8 Gramofoonmuzlek. 8.— Tijd- tln. i—11 Ultzendnvond. Spreker Prof. Pr. Jul. Van onzen dbonné P. van der Wel, veehouder te Maasland, ontvingen rmj bovenstaande foto: moeder geit met haar vijf kinderen, die zij dezen zomer gekregen heeft. Dit moet een zeldzaamheid in de geitenwereld zijn, waarom wij dan ook gaarne dit plaatje opnemen. loslaten. Zij vroegen de Regeering om steun maar deze weigerde en adviseerde hun weer naar de Herv. Staatskerk terug te keeren. Ook weigerde de Regeering om een cent bij te dragen voor een Anti-Toga-dominé. Maar hoe aan een dominé te komen? Een beroep op een der dienstdoende Leeraren (natuurlijk nog een steek en bef) was steeds tevergeefsch. Wel sympathiseerden sommi gen met de Anti-Toga-mannen, maar tot een breuk wilde men het niet laten komen. Zij vonden echter steun bij Ds. H. W. Wit- teveen, die later nog afgezet is wegens zijn onverzettelijken strijd tegen de Kerkelijke besturen. Deze hielp hen aan een zekeren Arend Mooy, Evangelist te St. Oedenrodc, die er geen bezwaar"van maakte Brabant om te ruilen met de Zceuwsche Hoofdstad. 20 Nov. 1859 werd de heer A. Mooy tot Predikant bevestigd dezer groep, die den a droeg „Vereen, voor Binnen- en Bui- tenlandsche Zending". Ds. Witteveen be- istigde Ds. Mooy in het ambt. Lang heeft Ds. Mooy onder de Anti-Toga- mannen gewerkt, over welke zaak niet meer sproken werd. Het werd een vrije Christe lijke samenkomst. Het was vrij om aan het Avondmaal te zitten (lid of geen lid) als men dit begeerde. Hierdoor ontstond een onzekere grondslag. De ,.Anti-Toga"-grondslag was afgedaan. In had de gemeente haar hoogsten bloei bereikt. Na 10 jarigen arbeid vertrok Ds. Mooy. De overgeblevenen gingen voor het mee- rendeel naar de Hen-. Kerk terug. De Toga had gezegevierd! Goes. A. M. WESSKLS. VOLKSRAAD. Geen uitvoerrecht op aardolie eu aardolieproducten. BATAVIA, 11 Augustus. (Aneta). De Volks raad heeft het wetsontwerp inzake de hef fing* van opcenten op de invoerrechten aan genomen met 41—6 stemmen, nadat met 3616 stemmen was verworpen een motie- Stokvis om nog eenige artikelen onder de uitzonderingen op te nemen. Daarna wordt in behandeling genomen de motie-Rueckert, Oetoyo en Jonkman, waarin de wensch wordt uitgesproken, dat op aard olie en aardolieproducten een tijdelijk in voerrecht zal worden geheven, waarover eveneens een uitvoerige discussie ontstaat De regeeringsgemachtigde handhaaft de meening der regeering en ontraadt aanne ming der motie, welke ten slotte met 29—17 stemmen wordt verworpen. Het amendement-Bruineman tot het schrappen der nieuwe opcenten op de V nootschapsbelasting wordt ingetrokken. Voorts ontspinnen zich uitvoerige discus sies over de motic-Bruineman c.s. tvaarin verzocht wordt de verdubbeling van het handelszegcl niet door te voeren. De heer Bruineman (Econ. Groep) licht deze motie toe en doet ten slotte een bemid delingsvoorstel aan de hand, n.l. om de verhooging niet 100 pet. doch minder te doen zijn. De regeeringsgemachtigde, de heer C. van den Bussche, directeur van financiën, verzoekt zijn antwoord te mogen uitstellen, hetgeen de voorzitter toestaat. ENDEH, 11 Augustus (Aneta). De Austra lische vlieger Cunningham, die momenteel een vlucht maakt van Australië naar Enge land en j.l. Woensdag in den namiddag is geland bij Boleng, een plaatsje aan de kust van lie»', eiland Flores, is Zaterdag, nadat de motoren van zijn vliegtuig waren onder zocht, op het landingsterrein van Reo proef- gevlogen. De motoren werkten slecht, als ge volg van verstopping in den olietoevoer en versleten krukaslagen. Nieuwe onderdeden zijn besteld. VECHTPARTIJ NA EEN VOETBAL WEDSTRIJD. SOERABAYA, 11 Aug. (Aneta). Bij het einde van den voetbalwedstrijd tusschen Tiong Ilwa en Excelsior, welke met 20 door Excelsior werd gewonnen, ontstond een zeer hevige vechtpartij tusschen het Chinee- sehfi en Europeesche publiek. De 21-jarige Samson werd door een Chineesch toeschou- zoodaaiig getroffen, da' hij in zeer ern- stigen toestand naar de C. B. Z. moest wor den overgebracht Voorts werden verschil lende spelers van Excelsior gemolesteerd. De politie arresteerde een 6-tal belhamels. DE DOODELIJKE STROOM. BANDOENG, 11 Aug. (Aneta). De heer Belser, werkzaam bij de N.V. Indische Maar schappij Gebr. van Swaav, is tijdens het monteeren van krachtinstallaties bij het nieuwe radio-laboratoriura Tegallega, in aan raking gekomen met de lioofdspannings- geleiding. Hij was op slag dood. DE WERKING VAN DE KRAKATAU. Het eilandje weer boven water. LANGEILAND, 11 Aug. (Aneta). Van Za terdag op Zondag werden 1170 erupties ge teld. De hoogste eruptie bereikte een hoogte an 1650 meter. Van Zondag op Maandag werden geteld 1129 erupties, waarvan 4 bo de 1500 M. De grootste hoogte was meter. Het eiland Anak Krakatau is weer boven water zichtbaar. Er zijn thans vier eruptiepunten, de seismische werking is zeer sterk. ZWOLLE STROOMLOOS. Zaterdagmiddag ontstond storing in het elektrische net te Zwolle, waardoor men ge heel zonder stroom kwam te zitten. Om half zes was het euvel hersteld. Drukkerijen kon den toen eerst met het drukken van kranten beginnen. DOODELIJK ONGEVAL AAN BOORD VAN NEDERLANDSCH STOOMSCHIP Te Genua viel de 17-jarige lichtmatroos. M. G. Dullaert, uit Rotterdam, aan boord van het Nederlandschc Stoomschip „Zosma" der HollandOost-Aziö-lijn, in de haven bij het dichtdekken der luiken, in het ru De ongelukkige bekwam daarbij een scne- delbreuk. In bewusteloozen toestand is hij naar het Ziekenhuis vervoerd, waar hij eenige uren later is overleden. DE REGENPROEVEN VAN VERAART De weerkundige medewerker van „Hot Vad." ontwikkelt enkele bezwaren tegen do regenproeven van Veraart, waarbij hij*tot de conclusie komt, dat dQ jongste proef van Veraart mislukt is. Ook geeft veraart volgens hem meteoro logische beschouwingen ten beste, die op goede gronden niet te verdedigen zijn. Dezo beschouwingen brengen het publiek slechts op een dwaalspoor en dat is allerminst wenschelijk, daor het toch reeds zooveel moeite kost de talloozc verouderde begrip pen over het weer en verkeerde voorstellin gen recht te zetten. T-n slotte is de weerkundige medewerker van oordeel, dat het publiek wel mocht we ten, niet alleen wie bij de proef tegenwoor digwaren, maar ook wie er o.a. niet waren. Zoo was er, om slechts één afwezige te noe men. wel de secretaris der Kon. Nederl. Ver- eeniging voor Luchtvaart, maar niet de Com missie voor het onderzoek van den damp kring uit deze vereeniging, welke commis sie grootendeels is samengesteld uit leden van den wetenschappcüjkcn staf van het Meteorologisch Instituut Deze commissie was niet uitgenoodigd. Richter uit Berlijn. Ondi p: ..Vor 1. Ira .chrlsUlchen""" Abendlunde. 2. In der nleht- hrlstlichen Welt. Muzikale medewerking: ver men Wltt, klarinet: Poon», fagot; Paul G. StotIJn—Mal8» Jaap StotIJn. hobo: Vecuatra. hoorn: Jaai Frenkel. plano. I naar. sopraan. 10.— rsberichtet HILVERSUM. (1875 M A.V.R.O S— Tijdaal» 8.01—9.45 Gramofoonmuzlek. IQ.— T.jdaeln .10.01 1-1.15 Morgenwijding. 10 30—12 Concert 11 Tijdsein. 12.15—3 Muziek. 2—3 Gramofoonplate» 3.SO—4 Solistenconcert 4—5 Zk kenuurtje. 55.3» Gramofoonplaten. 5_30—«.45 Corcvrt 6.45—7.15 fportpraatJe. j J,Qp<! r® a9 30 —10 Concert. 10.— Persberichten. 10 15—1030 V'lool-duetten. 10.30—11 You imofoonplsten. BRANDEN. De woning van de kooplieden T. Oortman en L. Haasjes te Smilde, is een prooi der •lammen geworden. Verzekering dekt de schade. Te Roermond is, vermoedelijk door kortsluiting, brand uitgebroken in dc boven de „physica'zaal gelegen zolderverdieping van het bisschoppelijk college. De brand- heeft den brand tot dezen zolder be perkt. De waterschade, die in de zaal is aan gericht, is aanzienlijk. EEN SNOEPVERBOD. In de Friesche gemeente Hetnelumer Ol- dephaert en Noordwolde bestond tot nu toe een snoepverbod. De uitvoering ervan Week de praktijk vrijwel onmogelijk, waarom het verbod weer heeft ingetrokken. Een voorstel, om de rook- en tapterboden ook maar in te trekken, kon in den gemeente raad echter geen meerderheid vinden. ERNSTIGE AUTO-ONGELUKKEN. Zondagmiddag is op den Gooweg onder Noordwijkenhout de motorfietsrijder L. Prins uit Lisse, die moest uitwijken voor twee jon gens, over den kop geslagen. Prins is met een lichte hersenschudding 111 bewusteloo zen toestand naar het SL Elizabethgesticht te Leiden overgebracht. Zondagavond omstreeks 10 uur is op den Amersfoortschen straatweg tegenover de Johannesslichting de militair W. door den auto van S. uit Amersfoort aangereden. De militair is in deerniswekkenden toestand naar het vliegkamp Soesterberg vervoerd, waar de geneesheer een ernstige hersen schudding constateerde. INBRAAK. Te R hem en is in de consumptietent van G. v. Veenemdaal, welke tont boven aan den Grebbeberg staat, ingebroken. Een partijtje chocolade, sigaren en cigaretten wordt er- mist WAARSCHUWING. Men verzoekt ons te willen mededeelen, dat het kantnor, waarover de Inspecteur van Politie te Hillegersbeig vorige week waar schuwde, en dat zich zou belastcu met het verstrekken van voorschotten en hypothe caire leeningen niet is gevestigd Nieuwe Kerkstraat 12, zooals eerst vermeld, doch in genoemde straat op 14b. VERDRONKEN. Te Rijpwelering is het 2-jarig zoontje van G. J. Casteloin bij de ouderlijke woning te water geraakt cn verdronken. Het vierjarig zoontje van D. de J. te Sneek is bij het visschen verdronken. DE KINDERVERLAMMING. Te Raamsdonk (N. Br.) heeft zich op nieuw eon geval van kinderverlamming voorgedaan, nu in het gezin van J. O. Hel aantal gevallen is daarmede gestegen tot zes Te Koog a. d. Zaan (N. H.) is bij een 4-jarig kind kinderverlamming geconsta teerd. Het kind is naar de barakken te Zaan dam overgebracht Dit is het derde geval te Koog a. d. Zaan en het vijfde in de Zaan streek van begin Juli af. DE HONDSDAGEN VAN 1930 Gehoord In de stationswachtkamer Den Haag S.S.: „Een glas w arme melk". De dorstige lmd dc kraag van zijn loden regenjas om den hals dichtgeknoopt! (De Ned.) door ARTHUR E. SOUTHON (50 ,Ja, misschien heb je gelijk, Nadu",, zuchtte hij. „Maar Ferib'p- ekun is zoo streng voor me. Je hoorde, wat hij beval; als ik hem weer vertoorn, zal ik niet langer'koning zijn over Kwandi. Ik word oud, Nadu, cn ik verlang naar vrede; niet naar krijg. Voorwaar zal de witte priester niet veel kunnen uitrichten, want de lieden zullen niet naar hem luisteren. Dikwijls heeft hij tot mij gesproken; maar zijn God is niet een God van vrees, en ook niet zoo'n God als onze mannen zullen vercenÈn. Hij is niet vertoornd op ons, want hij vraagt geen offers van ons als Shango. Deze priester sprak dwaze dingen van een God, die de menschen liefheeftalsof goden kunnen liefhebben! Nee ik ben cr niet bang voor, dat onze menschen naar hem zullen luisteren". „Waarom hebben ze dan geen ontzag meer voor Shango's priesteres?" vroeg ze. „Deze blanken zijn knap: ze spreken aan gename woorden, die het hart der mannen van ons wegstelen. En Shango is naijverig op dezen vreemden God. Hij beveelt U, dat ge den blanken priester zult heenzenden". „Nadu, ik durf niet", zei de koning met aarzeling in zijn stem, want de vrees voor I-Iarley Fane overmeesterde zjjn ziel en was [Blcrkcr dan de vrees voor Shango. „Durf niet? Dan zal ik het doen!" riep ze trots. „Vroeger hebt ge ook nog eens gehoor verleend aan een vreemden priester, die 6prak vqn een anderen God, en door zijn overmoed wist hij het volk in te palmen. Ik weet, wat er gebeurd is: Kwandi werd Vernederd, omdat Shango toornig was. Om de stad te vrijwaren J'oor zijn wraak, zal ik afrekenen met dezen priester". „Wat wil je dan doen, Nadu?" fluisterde hij, angstig om zich heen kijkend. „Denk eraan, als hem kwaad overkomt, zal Feribu- ekun mij ter verantwoording roepen". „De koning is zeer vreesachtig den laatsten tijd", zei ze op medelijdenden toon. „Ben ik niet de priesteres van Shango, en heb ik niet groote macht? Shango zal zijn hand op dezen witten priester leggen, en hij zal niet kunnen staande blijven. Shango treft nog op een andere manier dan alleen door zijn bliksem en ik zie dat de Dood zal komen om den blanken man te halen". In haar fanatieke ijver voor haar god kende Nadu geen mede lijden noch vrees. Haar oogen vlamden en haar donkere gelaat was overtogen van een blos, toen ze sprak. Haar besluit om Rilston uit den weg te ruimen, was gerijpt door wat zij meende te zijn een strijden voor dc eer van haar goden, en uit liet ver langen om dc stad te bevrijden voor dc wraak van een naijverig God. Zoo'n zelfde ijver was dat, die de kerkgeschiedenis van allo tijden b«*eft verrijkt met goedbedoelde misdaden van vrome mannen cn vrouwen. Ze had geen persoonlijke gevoelens van haat jegens den zendeling; ze kende hem nauwelijks. In haar oogen was hij alleen de verkondiger van een nieuwen God en haar liefde voor Shango deed haar dit besluit nemen: hij moest sterven, om haar volk te redden, dat zich had afgekeerd van den dienst van Shango. Dc koning luisterde naar haar woorden, aan den grond gena geld. Hij deed geen poging om haar van haar voornemen af te brengen, want in zijn hart was hij het met haar wel eens. Uit vrees voor den Commissaris had hij nagelaten uitvoering te geven aan het plan, dat zij beraamd had. Toen hij haar na staarde, als ze snel de galerij overliep om haar plan te vol voeren, was dat met een blik van diepgevoelde bewondering. Zeker, dat was een vrouw, waar men trotsch op moest zijn. Waren er zoo nog maar een paar, dan zouden de goden Kwandi genadig zijn en haar bevrijden van degenen, wier gebod hen belette de oude offers te brengen. En Nadu? Ze ging naar het woud om doodelijke kruiden te lezen, waarmee ze Rilston vergiftigen zou; ze ging in een stem ming van extase. Eindelijk dan zou ze met een felle slag vellen den blanken man een van dat blanke ras, welks superioriteit zij gevoelde met alle primitieve volken; maar dien ze niet kon uitstaan. De idee, dat ze op het punt stond een laaghartigo misdaad te begaan, kwam niet bij haar op. Wat ze ging vol voeren, was voor de goden en daarom was het immers goed! Voordat de volgende dag zou zijn gedaald, zou Rilston dood zijn cn do cultus van Shango in Kwandi hersteld! Terwijl zij zocht in de verwarde, dicht opeengroeiende struiken naar de vergiftige bessen, was de zendeling bezig aan een langen brief aan een vriend in het vaderland, waarin hij schreef, dat, hoewel menige maand reeds was omgevlogen zonder eenig tastbaar resultaat, hij toch in zijn hart gevoelde, dat de dageraad va% een nieuwen dag opging en dat hij weldra in staat zou zijn van heerlijke dingen te vertellen. Terwijl hij zijn brief verzegelde, plukte Nadu dc laatste bessen cn ze richtte zich op in haar volle lengtemet Rilston's leven in haar magert) vingers. HOOFDSTUK VI. DE ZWAKHEID VAN SHANGO. „Meester, buiten wachten twee mannen uit Ikaru. Ze hebben brieven bij zich van de „Ajele"," zei Daniël. Rilston's kleine, onschatbare huisjongen. Op deze woorden sprong Rilston uit zijn getnakkelijken stoel en snelde naar het voorplein, zonder verder te denken aan de lunch, die zoo juist voor hem klaar gezet was. Brieven uit Ikaru, dat bcteekende: mail uit Engeland, en alleen zij, die gewoond hebben op de grenzen der beschaafde wereld kunnen aanvoelen, wat dit voor hem bcteekende. Maar verder keek hij ook steeds met verlangen naar de kleine, vriendelijke briefjes, welke Mary Fane dan bij zijn post insloot, begaan als zij was met zijn eenzaamheid (hoewel hij deze gedachte nooit zich bewust had voorgehouden). rij zeker zou cr bovenop een brief liggen, waarvan het adres met heldere groote letters geschreven was een schrift hem zoo welbekend. Met een beetje bevende vingers maakte hij den brief open. 't Was een lang epistel, met een levendig.- beschrijving van de dienstreis, welke zij onlangs met haar broer gemaakt had naar het westelijk deel van het DistricL Wat hem het meest verheugde was het postscriptum: „Harley beweert, dat wo wellicht over een paar wikoMtamir Kwandi zullen gaan. en ik zit me nu al te verheugen npTvar* boomen." De gedachte, dat hij haar spoedig zou terugzien, greep hem zoo aan, dat hij binnen enkele minuton gewoonweg zat te droomen van die heerlijkheid. Op het voorplein bespiedden twee tintelende zwarte oogen zijn verdiept zijn in dc lectuur om zich dan snol te wenden tot het gereed staande eten. Toen Rilston onbeweeglijk bleef zitten, kwam een lang bruin lichaam naar hinncnhot was Billy, Rilston's hond. Met zijn ocne oog nog steeds op x'n haas gerioht, sprong Billy op de leegstaande stoel en in een paar seconden had hij ervoor gezorgd, dut de lunch niet koud zou worden. Met oen spijügo lik om zijn bek sprong Billy daarop weer op don grond, heel behoedzaam. Maar het ploffen van z'n pooten op do harde lccmen vloer deed don zen deling ontwaken uit zijn dagdroom cn toen hij opkeek, zag hij dat zijn maaltijd verschwundcn was. (Wordt vervolgd.^ i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 9