DERDE BCAD PAG. 9
Uit Oost-Indië
Gemengd Nieuws.
Radio Nieuws.
EEN GELE NAPOLEON
WOENSDAG 13 AUGUSTUS 1930
DE ANTI-TOGASTRIJD IN ZEELAND
..WEG MET DIE MANTEL DER
ONGERECHTIGHEID"
DE TOGA ZEGEVIERT OVER
MANTEL, BEF EN KORTE BROEK
„"Neen! Neenl Praat er niet van, 't is te
genwoordig meer dan erg! Je kunt geen do-
miné meer van kooplui onderscheiden!".
Deze klacht, die ik dezer dagen hoorde
slaken, en die men vooral in Zeeland nog
veel hoort, deed bij mij het plan rijpen eens
de Historie der Dominé'skleeding in Zeeland
na te gaan en aan dit plan uitvoering ge
vende, bemerkten wij al ras, dat deze klacht
niet nieuw is.
Zij is eigenlijk, in den grond der zaak,
reeds eeuwen oud, want telkenmale, als er
In de Geschiedenis der Kerk een Reformato
rische vooruitgang op verschillend terrein
viel te constateeren, was er steeds een zeker
deel, dat het er niet mee eens was en daar
over klachten uitte.
Wij zagen het in onze schets van den
haarstrijd. Ook toen konden de kortlok-
k i g e n der gemeente hun langlokkige
dominé niet herkennen en konden zij geen
zegen meer genieten onder diens prediking,
daar naar hun oordeel de dominé met de
wereld meedeed.
Zoo was het ook met de predikantsklee-
ding gesteld.
Na lange overwegingen, na veel geschip
per van alle zijdeh, was in vroeger tijd
Wij zulln ons thans niet verdiepen in de
geschilen dier dagen, over een Voetiaansche
Coccejaansche, Libertijnsdhe of Groenweeg-
sche Bef.
Want dat was waarlijk nog niet gelijk! In-
'tegendeel! Het onderscheid waarnaar ook
de vroomheid van den leeraar werd afgeme
ten bestond in de meerdere of mindere
mate der lengte van de tabletten en breedte
der hooiden, en ook in het dragen der bef
fen, die dan eens op de borst lagen en dan
iweer eens tegen de kin stonden.
En dan de kousen en de schoenen niet te
Vergeten! Dominé's schoenen waren nu een
maal anders dan burgerschoenen. Zij maak
ten geen onbelangrijk onderdeel van dit ge
waad uit. Men behoeft maar oude gravures
te bezien, om zich te overtuigen, hoe voor
heen zulk een dominé er dan uit zag. Als
men een bef, driekantige steek en kort;
broek zag, dan kon men Meds van verre
eeggen „daar is de dominé!"
Langzamerhand begon hierin eenige ken
tering te komen. Eerst sporadisch, toen stil-
lekens aan in meerdere mate, en een 40-tal
jaren geleden schreef Dr. A. W. Bronsveld
in zijn „Reisfantasiën":
v „De tijd is voorbij, waarin men niet meer
„behoefde te vragen „Is dit een dominé?"
„Men ontmoet geen beenen meer, alleen
„gedekt door korte broek en floretten
„kousen en geen voeten gestoken in lage
„schoenen, met of zonder zilveren gespen
„en de steek dreigt een voorwereldlijk
„voorwerp te worden."
j In Nederland zullen velen vooral onder
de ouderen deze dracht nog wel gezien
hebben. In Zeeland zelve en de Zuid-Hol-
landsche eilanden, weten die van jongere
datum het zeker ook wel, daar men in die
streken in sommige kerkelijke kringen dit
gewaad nog in eere heeft op den kansel.
Doch dit is nog slechts een kwestie van
korten tijd. Persoonlijk ken ik er maar twe<
meer (nl. Ds. L. Boone van St. Fhilipsland
en Ds. v. d. Garde, de eenigste prediker der
Bakkeriaansche Kerken). Als deze predikan
ten hun taak beëindigd hebben is er m. L
een einde aan dit costuum gekomen.
Maar wij loopen vooruit! Hoe dan ook. in
'de vorige eeuwen was althans het vijfdee-
lige gewaad in hooge eere on men kon bijna
op elke kansel de dominé's in hun mantel
en bef zien, terwijl de driekantige steek als
trouwe wachter achter dominé's rug hing.
aan de daarvoor expres aangebrachte knop.
't Spreekt vanzelf dat verandering van een
zoo ingeburgerd en door velen
als een heilig gewaad beschouwd
maar niet in eens ging en dat hierover
ook een strijd zou ontbranden.
Het eerste Kerkgenootschap dat hier in
onze streken de toga aannam was het Lu
thersche. Reeds op hun eerste Synode van
1819 werd de kwestie over de toga aanhan
gig gemaakt, doch tot een vast besluit kwam
men vooralsnog niet. Van vreemde zijde zou
hieraan den stoot zijn gegeven. Een drietal
Hoogciuitsche predikanten, preekten in 1S39
omhangen met toga, zooals dit in hun
streek gebruikelijk was in sommige ker
ken van dit genootschap, en daar er geen
tegenstand in de Luthersche kerken bemerkt
werd en men het „stichtend" vond, keurde
hun Synode deze dracht „officieel" goed cn
verzocht zij aan alle haar predikanten met
Kerstmis 1840 dit ambtsgewaad aan te ne
men.
Deze openlijke daad wekte veel opzien in
andere Kerkelijke kringen en in stilte be
geerden de dienaren van bijkans alle Ker
ken, dat ook „hunne Synode" spoedig zulk
een besluit mocht nemen.
De Remonstrantsche Broederschap liet er
ook geen gras over groeien en 4 jaar later
traden ook deze predikanten in Toga op, al
leen was hunne Toga iets verschillend van
die der Luthersche broederen.
Dat de Hervormde Predikers nu ook he-
geerig werden behoeft geen betoog. De Sy
node dier Kerk werd eens gepolst, doch deze
wilde vooralsnog geen besluit nemeh van
aanneming of verbod. Wel sprak zij, op ad
vies van<een commissie van onderzoek den
w e n s c h van invoering der Toga uit en
prees dit ambtsgewaad aan, doch zonder
verdere voorschriften.
Zij wilde thans over de Toga geen strijd
ontlokken, men had met de leervrijheid en
de Gezangenkwestie al genoeg te stellen ge
had.
Derhalve werd ieder vrij gelaten wat hij
doen wilde. Kon derhalve een dominé zijn
Kerkeraad overhalen, dan werd dit bij 1
baat reeds goedgekeurd. Maar tot een inzet
van een kerkelijke twist mocht de Toga
geen aanleiding geven, vooral daar waar 1
volk bizonder aan het oude gehecht was.
Immers over het algemeen zag men
den kansel nog het aloude plechtgewaad uit
Voetius' dagen.
De jonge predikers staken echter de hoof
den bij elkaar. Immers Voetius was al lang
dood, wat weerhield hen om steek, mantel
en bef in te ruilen voor een Toga? Sommi
gen gingen bedektelijk obstructie voeren om
de steek, mantel en bef in discrediet te bren
gen.
Zij verschenen op do kansels met
verwarde beffen en verkeerd dicht
geknoopte mantels
om de aandacht te trekken, dat deze klee-
ding niet zoo voegzaam was. 't Spreekt van
zelf dat zoo iets den ernst van den openba
ren eeredienst danig schond.
Bij het eenvoudige volk in Zeeland stuitte
de Togadracht tegen de horst en wekte groo-
te ergernis. In een werkje van P. D. Chan-
tepie De La Saussave „Het leven van Nico-
laas Beets" (blz. 13) leest men:
„Nicolaas Beets, die, toen hij te Pleemste-
„de predikant was daar nog den steek droeg,
„zette dit hoofddeksel voor goed af. Toen
„Ds. Beets een beroep naar elders in 1854
„aannam vond hij dit juist een prachtgcle-
„genheid."
Bij sommigen in zijn nieuwe gemeente
zette dit kwaad bloed cn toen Ds. Beets op
zekeren morgen door het dorp wandelde,
kwam hij ook een broeder tegen die heele-
maal niets van de Toga moest hebben. Op
zijn groet, kreeg hij inplaats van goeden
morgen dominé, terug goeden morgen
burger.
Van alles werd door de Anti-Togamanncn
den dragers der Toga's aangezegd. Men
wilde naar geen Evangeliedienaren luisteren
die zulk een „dekmantel van ongerechtig
heid" droegen, men wenschte niet op zulk
een doodbiddersmantel
den geheelen dienst te kijken en alzoo den
zegen te verbeuren.
Van zulk „Roomsch gedoe" walgde
Waarom niet tevens eenige bellen me
den kansel genomen? Zulk een „strafge-
waad" paste misdadigers die hun laatsten
gang gingen, maar voor een dominé, die den
heilsweg moest wijzen, werd het een schan
daal geacht en sommigen oordeelden, dat de
tijden van Sodom en Gomorra waren weer
gekeerd.
De Synode kon echter niet tegen den
steeds meer aanwassenden stroom van Toga
begeerende dominé's oproeien. De Synode
had nu wel eenmaal de leervrijheid aan
vaard, maar de kleervrijheid wilde zij toch
blijkbaar niet aan.
Daarin moest eenheid komen.
In het jaar 1854, in de maand Augustus,
zond het hooge college een missive de we
reld in, met een Synodale aanbeveling van
de Toga met de daarbij behoorende Bef
Baret, als een „deftig, gepast cn gemakke
lijk" ambtsgewaad.
De ontvangst dezer missive werd in tal
rijke pastoriën met vreugde ontvangen.
Van nu af aan zou het
een Victorie voor de Toga worden.
Onmiddellijk spraken de predikanten met
hun Kerkeraden over de „missive" der Sy
node en men wees er op, dat een Synode
als hoogste macht moest gehoorzaamd
den. In sommige gemeenten ging het heel
best.
Niet echter in Zeeland's hoofdstad M i ri
de 1 b u r g. Bij een groot deel der gemeente,
zegt Mr. D. de Rijcke, was de synodale aan
schrijving in geen goede aarde gevallen. Zij
was naar het gevoelen in die kringen een
gevolg van sommiger „toomelooze losbandig
heid".
Men besloot dan ook om in Middelburg
zich tegen de invoering der Toga te
zetten. Men meende dat men het dragen der
Toga's maar aan trouwelooze leeraars moest
overlaten.
Doch had men er een vooroordeel tegen,
en was toch niet zeker van zijn zaak!
Als de Heeren Dominé's het toch eens
dedenWat dan?
„Wij zullen dat nooit dulden!" was het
oordeel van een groot deel kerkgangers.
De stemming verbeterde er niet op toen
len in de „Middelburgsche Courant"
MOEDER GEIT MET V1JE KINDEREN
„De Toga's zijn reeds besteld! Schande
lijk! Laten zij het eens durven!" en het blad
beleefde veel belangstelling in de Gemeente
rumoer, want dergelijke uitroepen en
enschen waren niet van de lucht
De Kerkeraad hield zich echter stil en
liet eerst het „courantenbericht" maar eens
bezinken. Intusschen had het ministerie van
predikanten de Synodale missive gewikt en
gewogen, de ouderlingen gepolst en met
elkaar geconfereerd. En 't. slot van de zaak
vas dat besloten werd, het „aanbevolen"
mbtsgewaacl aan te nemen desnoods tegen
den zin der gemeente.
Tevens werd besloten niets aan de Ge
meente te zeggen, die meenende dat er nu
toch niets meer van kwam, weer in rust in
dommelde.
Maar jawel! Uitstel is nog geen afstel!
Op een der volgende Zondagen de zo-
„jer van 1855 was reeds een heel eind ver
streken, traden de dienstdoende predikanten
onverwachts in hun nieuwe toga op.
Dat was sterk!
„Dat was brutaal" vond men, zonder wat
te zeggen, zoo iets te durven bestaan! En
dan terwijl zij wisten, dat een groot deel der
gemeente beslist tegen de Toga was.
Van het zingen der opgegeven Psalm
kwam niets.
In een der Middelburgsche kerken oi
stond groote ontsteltenis en verwarring. V<
schillenden grepen hun hoeden en liepen de
kerk uit.
Anderen gingen op de banken staan
gaven aan hunne ergernis lucht door ge
baren en woorden.
Ja nog erger. Boven al het rumoer hoorde
men boven de verwarde geluiden uit, de
zielskreet van een zenuwachtig man die
openlijk ging bidden en die Gods ontferming
inriep over den verblinden leeraar daar
voor hem, met dien afschuwelijken dekman
tel der ongerechtigheid omhangen.
Het gevolg was, dat nog veel meer per
sonen de kerk gingen verlaten. Verschillen
de vrouwen vielen in z wij m en werden
de kerk uitgedragen.
De koster had het enorm druk. Deze kwam
schier tijd te kort, om met
glazen water de kerk rond te loopen,
elke ongewone drukte een grappenmaker
aanleiding gaf, om zijn buurman in te fluis
teren: „Dominé tracteert voor zijn nieuwe
jas!"
De dominé, die zich behagelijk in zijn
Toga gevoelde, liet de gemeente maar be
gaan en toen er maar een luttel aantal scha
pen over waren, zette hij, zoo goed en
kwaad als het ging den treurig onderbroken
dienst voort.
De Toga had derhalve in eerste instantie
gezegevierd!
De Anti-Toga menschen besloten echter
het er niet hij te laten zitten. Men besloot
gezamenlijk om niet meer ter kerk te gaan
maar voorloopig in conventikelen bijeen te
komen.
Bij de Chr. Afgescheidenen zich voegen,
dat wilden zij niet. In de Herv. Kerk komen
nog minder.
Ja wat nu? Een Antitogakerk oprichten?
Hiertoe werd besloten in het alleruiterste
geval.
Maar eerst zou men nog eens op wettige
wijze een bezwaarschrift indienen tegen die
snoode kleeding.
Een „C o n s c i e n t i e k r c e t" werd op
gesteld cn meer dan 100 Anti-Toga leden
teekenden op het protest en dringend werd
verzocht de Toga's, die ergernis in de ge
meenten verwekten, weg te doen.
Het met zooveel animo geteckend adres
kreeg nul op 't request.
„De Doodbiddersmantel" werd door de
predikanten gehandhaafd.
Wat nu?
Weer kwamen de Anti-Toga-mannen bijeen
De teerling was geworpen!
„Wie wil er terug naar de Kerk, waar ons
zoo'n smaad werd aangedaan?" werd er ge
vraagd.
Niemand wilde. Niet terug, maar vooruit!
De dominé's wilden de Tog a niet uittrek
ken, welnu dan zouden zij de Kerk uit
trekken. Zij wilden in geen geval meer naar
die „gemeenteverwoesters" en „ontrouwe
herders".
Men zou zelf wel een Kerk stichten, die
dan tusschen de Vaderlandsche Kerk stond
en de Afgescheidene.
Op de Rouaansehe kade, een der mooiste
gedeelten van Middelburg, werd een huis te
koop gepresenteerd. Door zijn gunstige lig
ging en grootte, trok het de aandacht der
Anti-Toga-mannen. Er werd een inschrij...a
belegd om het te koopen. liet benoodigde
bedrag was er spoedig en spoedig was het
Toch wilde men de Ned. Herv. Kerk niet
K R. O. 8-15S 3
"8—10.JO zajig aooj
Zie ken diens ten. l'J 30 Tijd.-:
11 Korte Zlekendienst. te le-.d-n do
Ubblnk. Gercf. Bred. (H.V.) i
11.3012 Uodsdlenstls hilfuur
"n Grmmofooaplaten.
Am o loon platen. 4.
■Rite leiden door Pfc
Pred. te Zwolle. Mui:-
werking- verleen, r, de heer J. H. Smit
mat. bariton en kerkorgel de heer li-
Smit Doyxentkurist. kerkorgelbegelelding 1. Or-
Slsolo. 2. Zingen: Psalm i: I <n 5. 1. Gebed. 4
hrlfüezlng: Psalm 46. 5. Eerste gedeelte der
- - - Hij is krachtlgltjlt
iwdbeden. 4. Zingen:
leelte der toespraak.
MÊ __J(| te Burg Is ome God.
Tijdsein. 5—6.30 Concert, te geven door het
Amaterdomsch Vocaal Kwartet", bestaande uit:
ïevr. Willy Canté—Van Araerongen, sopraan:
lej. Nelly Hugues, alt: de heeren Hob. C. Tol.
enor; Jaap Stroomenbergh. bas: Alex Adema.
plano. 6.30—6.40 Koersen. 6.10—7.40 Orgclcon-
:rt, te geven door den heer Cor Ivee. orgelist
Zaandam. 7.40—8 Gramofoonmuzlek. 8.— Tijd-
tln. i—11 Ultzendnvond. Spreker Prof. Pr. Jul.
Van onzen dbonné P. van der Wel, veehouder te Maasland, ontvingen rmj bovenstaande
foto: moeder geit met haar vijf kinderen, die zij dezen zomer gekregen heeft. Dit moet
een zeldzaamheid in de geitenwereld zijn, waarom wij dan ook gaarne dit plaatje
opnemen.
loslaten. Zij vroegen de Regeering om steun
maar deze weigerde en adviseerde hun weer
naar de Herv. Staatskerk terug te keeren.
Ook weigerde de Regeering om een cent bij
te dragen voor een Anti-Toga-dominé.
Maar hoe aan een dominé te komen? Een
beroep op een der dienstdoende Leeraren
(natuurlijk nog een steek en bef) was steeds
tevergeefsch. Wel sympathiseerden sommi
gen met de Anti-Toga-mannen, maar tot een
breuk wilde men het niet laten komen.
Zij vonden echter steun bij Ds. H. W. Wit-
teveen, die later nog afgezet is wegens zijn
onverzettelijken strijd tegen de Kerkelijke
besturen. Deze hielp hen aan een zekeren
Arend Mooy, Evangelist te St. Oedenrodc,
die er geen bezwaar"van maakte Brabant om
te ruilen met de Zceuwsche Hoofdstad.
20 Nov. 1859 werd de heer A. Mooy tot
Predikant bevestigd dezer groep, die den
a droeg „Vereen, voor Binnen- en Bui-
tenlandsche Zending". Ds. Witteveen be-
istigde Ds. Mooy in het ambt.
Lang heeft Ds. Mooy onder de Anti-Toga-
mannen gewerkt, over welke zaak niet meer
sproken werd. Het werd een vrije Christe
lijke samenkomst. Het was vrij om aan het
Avondmaal te zitten (lid of geen lid) als
men dit begeerde.
Hierdoor ontstond een onzekere grondslag.
De ,.Anti-Toga"-grondslag was afgedaan. In
had de gemeente haar hoogsten bloei
bereikt.
Na 10 jarigen arbeid vertrok Ds. Mooy.
De overgeblevenen gingen voor het mee-
rendeel naar de Hen-. Kerk terug.
De Toga had gezegevierd!
Goes.
A. M. WESSKLS.
VOLKSRAAD.
Geen uitvoerrecht op aardolie eu
aardolieproducten.
BATAVIA, 11 Augustus. (Aneta). De Volks
raad heeft het wetsontwerp inzake de hef
fing* van opcenten op de invoerrechten aan
genomen met 41—6 stemmen, nadat met
3616 stemmen was verworpen een motie-
Stokvis om nog eenige artikelen onder de
uitzonderingen op te nemen.
Daarna wordt in behandeling genomen de
motie-Rueckert, Oetoyo en Jonkman, waarin
de wensch wordt uitgesproken, dat op aard
olie en aardolieproducten een tijdelijk in
voerrecht zal worden geheven, waarover
eveneens een uitvoerige discussie ontstaat
De regeeringsgemachtigde handhaaft de
meening der regeering en ontraadt aanne
ming der motie, welke ten slotte met 29—17
stemmen wordt verworpen.
Het amendement-Bruineman tot het
schrappen der nieuwe opcenten op de V
nootschapsbelasting wordt ingetrokken.
Voorts ontspinnen zich uitvoerige discus
sies over de motic-Bruineman c.s. tvaarin
verzocht wordt de verdubbeling van het
handelszegcl niet door te voeren.
De heer Bruineman (Econ. Groep) licht
deze motie toe en doet ten slotte een bemid
delingsvoorstel aan de hand, n.l. om de
verhooging niet 100 pet. doch minder te doen
zijn.
De regeeringsgemachtigde, de heer C.
van den Bussche, directeur van financiën,
verzoekt zijn antwoord te mogen uitstellen,
hetgeen de voorzitter toestaat.
ENDEH, 11 Augustus (Aneta). De Austra
lische vlieger Cunningham, die momenteel
een vlucht maakt van Australië naar Enge
land en j.l. Woensdag in den namiddag is
geland bij Boleng, een plaatsje aan de kust
van lie»', eiland Flores, is Zaterdag, nadat de
motoren van zijn vliegtuig waren onder
zocht, op het landingsterrein van Reo proef-
gevlogen. De motoren werkten slecht, als ge
volg van verstopping in den olietoevoer en
versleten krukaslagen. Nieuwe onderdeden
zijn besteld.
VECHTPARTIJ NA EEN VOETBAL
WEDSTRIJD.
SOERABAYA, 11 Aug. (Aneta). Bij het
einde van den voetbalwedstrijd tusschen
Tiong Ilwa en Excelsior, welke met 20
door Excelsior werd gewonnen, ontstond een
zeer hevige vechtpartij tusschen het Chinee-
sehfi en Europeesche publiek. De 21-jarige
Samson werd door een Chineesch toeschou-
zoodaaiig getroffen, da' hij in zeer ern-
stigen toestand naar de C. B. Z. moest wor
den overgebracht Voorts werden verschil
lende spelers van Excelsior gemolesteerd. De
politie arresteerde een 6-tal belhamels.
DE DOODELIJKE STROOM.
BANDOENG, 11 Aug. (Aneta). De heer
Belser, werkzaam bij de N.V. Indische Maar
schappij Gebr. van Swaav, is tijdens het
monteeren van krachtinstallaties bij het
nieuwe radio-laboratoriura Tegallega, in aan
raking gekomen met de lioofdspannings-
geleiding. Hij was op slag dood.
DE WERKING VAN DE KRAKATAU.
Het eilandje weer boven water.
LANGEILAND, 11 Aug. (Aneta). Van Za
terdag op Zondag werden 1170 erupties ge
teld. De hoogste eruptie bereikte een hoogte
an 1650 meter. Van Zondag op Maandag
werden geteld 1129 erupties, waarvan 4 bo
de 1500 M. De grootste hoogte was
meter. Het eiland Anak Krakatau is weer
boven water zichtbaar. Er zijn thans vier
eruptiepunten, de seismische werking is
zeer sterk.
ZWOLLE STROOMLOOS.
Zaterdagmiddag ontstond storing in het
elektrische net te Zwolle, waardoor men ge
heel zonder stroom kwam te zitten. Om half
zes was het euvel hersteld. Drukkerijen kon
den toen eerst met het drukken van kranten
beginnen.
DOODELIJK ONGEVAL AAN BOORD VAN
NEDERLANDSCH STOOMSCHIP
Te Genua viel de 17-jarige lichtmatroos.
M. G. Dullaert, uit Rotterdam, aan boord
van het Nederlandschc Stoomschip „Zosma"
der HollandOost-Aziö-lijn, in de haven bij
het dichtdekken der luiken, in het ru
De ongelukkige bekwam daarbij een scne-
delbreuk. In bewusteloozen toestand is hij
naar het Ziekenhuis vervoerd, waar hij
eenige uren later is overleden.
DE REGENPROEVEN VAN VERAART
De weerkundige medewerker van „Hot
Vad." ontwikkelt enkele bezwaren tegen do
regenproeven van Veraart, waarbij hij*tot de
conclusie komt, dat dQ jongste proef van
Veraart mislukt is.
Ook geeft veraart volgens hem meteoro
logische beschouwingen ten beste, die op
goede gronden niet te verdedigen zijn. Dezo
beschouwingen brengen het publiek slechts
op een dwaalspoor en dat is allerminst
wenschelijk, daor het toch reeds zooveel
moeite kost de talloozc verouderde begrip
pen over het weer en verkeerde voorstellin
gen recht te zetten.
T-n slotte is de weerkundige medewerker
van oordeel, dat het publiek wel mocht we
ten, niet alleen wie bij de proef tegenwoor
digwaren, maar ook wie er o.a. niet waren.
Zoo was er, om slechts één afwezige te noe
men. wel de secretaris der Kon. Nederl. Ver-
eeniging voor Luchtvaart, maar niet de Com
missie voor het onderzoek van den damp
kring uit deze vereeniging, welke commis
sie grootendeels is samengesteld uit leden
van den wetenschappcüjkcn staf van het
Meteorologisch Instituut Deze commissie
was niet uitgenoodigd.
Richter uit Berlijn. Ondi
p: ..Vor
1. Ira
.chrlsUlchen""" Abendlunde. 2. In der nleht-
hrlstlichen Welt. Muzikale medewerking: ver
men Wltt, klarinet:
Poon», fagot; Paul
G. StotIJn—Mal8»
Jaap StotIJn. hobo:
Vecuatra. hoorn: Jaai
Frenkel. plano. I
naar. sopraan. 10.—
rsberichtet
HILVERSUM. (1875 M A.V.R.O S— Tijdaal»
8.01—9.45 Gramofoonmuzlek. IQ.— T.jdaeln .10.01
1-1.15 Morgenwijding. 10 30—12 Concert 11
Tijdsein. 12.15—3 Muziek. 2—3 Gramofoonplate»
3.SO—4 Solistenconcert 4—5 Zk kenuurtje. 55.3»
Gramofoonplaten. 5_30—«.45 Corcvrt 6.45—7.15
fportpraatJe. j J,Qp<! r® a9 30
—10 Concert. 10.— Persberichten. 10 15—1030
V'lool-duetten. 10.30—11 You
imofoonplsten.
BRANDEN.
De woning van de kooplieden T. Oortman
en L. Haasjes te Smilde, is een prooi der
•lammen geworden. Verzekering dekt de
schade.
Te Roermond is, vermoedelijk door
kortsluiting, brand uitgebroken in dc boven
de „physica'zaal gelegen zolderverdieping
van het bisschoppelijk college. De brand-
heeft den brand tot dezen zolder be
perkt. De waterschade, die in de zaal is aan
gericht, is aanzienlijk.
EEN SNOEPVERBOD.
In de Friesche gemeente Hetnelumer Ol-
dephaert en Noordwolde bestond tot nu toe
een snoepverbod. De uitvoering ervan Week
de praktijk vrijwel onmogelijk, waarom
het verbod weer heeft ingetrokken. Een
voorstel, om de rook- en tapterboden ook
maar in te trekken, kon in den gemeente
raad echter geen meerderheid vinden.
ERNSTIGE AUTO-ONGELUKKEN.
Zondagmiddag is op den Gooweg onder
Noordwijkenhout de motorfietsrijder L. Prins
uit Lisse, die moest uitwijken voor twee jon
gens, over den kop geslagen. Prins is met
een lichte hersenschudding 111 bewusteloo
zen toestand naar het SL Elizabethgesticht
te Leiden overgebracht.
Zondagavond omstreeks 10 uur is op
den Amersfoortschen straatweg tegenover de
Johannesslichting de militair W. door den
auto van S. uit Amersfoort aangereden. De
militair is in deerniswekkenden toestand
naar het vliegkamp Soesterberg vervoerd,
waar de geneesheer een ernstige hersen
schudding constateerde.
INBRAAK.
Te R hem en is in de consumptietent van
G. v. Veenemdaal, welke tont boven aan den
Grebbeberg staat, ingebroken. Een partijtje
chocolade, sigaren en cigaretten wordt er-
mist
WAARSCHUWING.
Men verzoekt ons te willen mededeelen,
dat het kantnor, waarover de Inspecteur van
Politie te Hillegersbeig vorige week waar
schuwde, en dat zich zou belastcu met het
verstrekken van voorschotten en hypothe
caire leeningen niet is gevestigd Nieuwe
Kerkstraat 12, zooals eerst vermeld, doch in
genoemde straat op 14b.
VERDRONKEN.
Te Rijpwelering is het 2-jarig zoontje van
G. J. Casteloin bij de ouderlijke woning te
water geraakt cn verdronken.
Het vierjarig zoontje van D. de J. te
Sneek is bij het visschen verdronken.
DE KINDERVERLAMMING.
Te Raamsdonk (N. Br.) heeft zich op
nieuw eon geval van kinderverlamming
voorgedaan, nu in het gezin van J. O. Hel
aantal gevallen is daarmede gestegen tot zes
Te Koog a. d. Zaan (N. H.) is bij een
4-jarig kind kinderverlamming geconsta
teerd. Het kind is naar de barakken te Zaan
dam overgebracht Dit is het derde geval te
Koog a. d. Zaan en het vijfde in de Zaan
streek van begin Juli af.
DE HONDSDAGEN VAN 1930
Gehoord In de stationswachtkamer Den
Haag S.S.:
„Een glas w arme melk".
De dorstige lmd dc kraag van zijn loden
regenjas om den hals dichtgeknoopt!
(De Ned.)
door ARTHUR E. SOUTHON
(50
,Ja, misschien heb je gelijk, Nadu",, zuchtte hij. „Maar Ferib'p-
ekun is zoo streng voor me. Je hoorde, wat hij beval; als ik hem
weer vertoorn, zal ik niet langer'koning zijn over Kwandi. Ik
word oud, Nadu, cn ik verlang naar vrede; niet naar krijg.
Voorwaar zal de witte priester niet veel kunnen uitrichten,
want de lieden zullen niet naar hem luisteren. Dikwijls heeft
hij tot mij gesproken; maar zijn God is niet een God van vrees,
en ook niet zoo'n God als onze mannen zullen vercenÈn. Hij is
niet vertoornd op ons, want hij vraagt geen offers van ons als
Shango. Deze priester sprak dwaze dingen van een God, die de
menschen liefheeftalsof goden kunnen liefhebben! Nee
ik ben cr niet bang voor, dat onze menschen naar hem zullen
luisteren".
„Waarom hebben ze dan geen ontzag meer voor Shango's
priesteres?" vroeg ze. „Deze blanken zijn knap: ze spreken aan
gename woorden, die het hart der mannen van ons wegstelen. En
Shango is naijverig op dezen vreemden God. Hij beveelt U, dat ge
den blanken priester zult heenzenden".
„Nadu, ik durf niet", zei de koning met aarzeling in zijn stem,
want de vrees voor I-Iarley Fane overmeesterde zjjn ziel en was
[Blcrkcr dan de vrees voor Shango.
„Durf niet? Dan zal ik het doen!" riep ze trots. „Vroeger hebt
ge ook nog eens gehoor verleend aan een vreemden priester, die
6prak vqn een anderen God, en door zijn overmoed wist hij het
volk in te palmen. Ik weet, wat er gebeurd is: Kwandi werd
Vernederd, omdat Shango toornig was. Om de stad te vrijwaren
J'oor zijn wraak, zal ik afrekenen met dezen priester".
„Wat wil je dan doen, Nadu?" fluisterde hij, angstig om zich
heen kijkend. „Denk eraan, als hem kwaad overkomt, zal Feribu-
ekun mij ter verantwoording roepen".
„De koning is zeer vreesachtig den laatsten tijd", zei ze op
medelijdenden toon. „Ben ik niet de priesteres van Shango, en
heb ik niet groote macht? Shango zal zijn hand op dezen witten
priester leggen, en hij zal niet kunnen staande blijven. Shango
treft nog op een andere manier dan alleen door zijn bliksem
en ik zie dat de Dood zal komen om den blanken man te halen".
In haar fanatieke ijver voor haar god kende Nadu geen mede
lijden noch vrees. Haar oogen vlamden en haar donkere gelaat
was overtogen van een blos, toen ze sprak. Haar besluit om
Rilston uit den weg te ruimen, was gerijpt door wat zij meende
te zijn een strijden voor dc eer van haar goden, en uit liet ver
langen om dc stad te bevrijden voor dc wraak van een naijverig
God. Zoo'n zelfde ijver was dat, die de kerkgeschiedenis van allo
tijden b«*eft verrijkt met goedbedoelde misdaden van vrome
mannen cn vrouwen. Ze had geen persoonlijke gevoelens van
haat jegens den zendeling; ze kende hem nauwelijks. In haar
oogen was hij alleen de verkondiger van een nieuwen God en
haar liefde voor Shango deed haar dit besluit nemen: hij moest
sterven, om haar volk te redden, dat zich had afgekeerd van den
dienst van Shango.
Dc koning luisterde naar haar woorden, aan den grond gena
geld. Hij deed geen poging om haar van haar voornemen af te
brengen, want in zijn hart was hij het met haar wel eens. Uit
vrees voor den Commissaris had hij nagelaten uitvoering te
geven aan het plan, dat zij beraamd had. Toen hij haar na
staarde, als ze snel de galerij overliep om haar plan te vol
voeren, was dat met een blik van diepgevoelde bewondering.
Zeker, dat was een vrouw, waar men trotsch op moest zijn.
Waren er zoo nog maar een paar, dan zouden de goden Kwandi
genadig zijn en haar bevrijden van degenen, wier gebod hen
belette de oude offers te brengen.
En Nadu? Ze ging naar het woud om doodelijke kruiden te
lezen, waarmee ze Rilston vergiftigen zou; ze ging in een stem
ming van extase. Eindelijk dan zou ze met een felle slag vellen
den blanken man een van dat blanke ras, welks superioriteit
zij gevoelde met alle primitieve volken; maar dien ze niet kon
uitstaan. De idee, dat ze op het punt stond een laaghartigo
misdaad te begaan, kwam niet bij haar op. Wat ze ging vol
voeren, was voor de goden en daarom was het immers goed!
Voordat de volgende dag zou zijn gedaald, zou Rilston dood zijn
cn do cultus van Shango in Kwandi hersteld!
Terwijl zij zocht in de verwarde, dicht opeengroeiende struiken
naar de vergiftige bessen, was de zendeling bezig aan een langen
brief aan een vriend in het vaderland, waarin hij schreef, dat,
hoewel menige maand reeds was omgevlogen zonder eenig
tastbaar resultaat, hij toch in zijn hart gevoelde, dat de dageraad
va% een nieuwen dag opging en dat hij weldra in staat zou
zijn van heerlijke dingen te vertellen.
Terwijl hij zijn brief verzegelde, plukte Nadu dc laatste bessen
cn ze richtte zich op in haar volle lengtemet Rilston's leven
in haar magert) vingers.
HOOFDSTUK VI.
DE ZWAKHEID VAN SHANGO.
„Meester, buiten wachten twee mannen uit Ikaru. Ze hebben
brieven bij zich van de „Ajele"," zei Daniël. Rilston's kleine,
onschatbare huisjongen.
Op deze woorden sprong Rilston uit zijn getnakkelijken stoel
en snelde naar het voorplein, zonder verder te denken aan de
lunch, die zoo juist voor hem klaar gezet was. Brieven uit
Ikaru, dat bcteekende: mail uit Engeland, en alleen zij, die
gewoond hebben op de grenzen der beschaafde wereld kunnen
aanvoelen, wat dit voor hem bcteekende. Maar verder keek hij
ook steeds met verlangen naar de kleine, vriendelijke briefjes,
welke Mary Fane dan bij zijn post insloot, begaan als zij was
met zijn eenzaamheid (hoewel hij deze gedachte nooit zich
bewust had voorgehouden).
rij zeker zou cr bovenop een brief liggen, waarvan het adres
met heldere groote letters geschreven was een schrift hem zoo
welbekend. Met een beetje bevende vingers maakte hij den brief
open. 't Was een lang epistel, met een levendig.- beschrijving
van de dienstreis, welke zij onlangs met haar broer gemaakt had
naar het westelijk deel van het DistricL Wat hem het meest
verheugde was het postscriptum:
„Harley beweert, dat wo wellicht over een paar wikoMtamir
Kwandi zullen gaan. en ik zit me nu al te verheugen npTvar*
boomen."
De gedachte, dat hij haar spoedig zou terugzien, greep hem
zoo aan, dat hij binnen enkele minuton gewoonweg zat te
droomen van die heerlijkheid. Op het voorplein bespiedden twee
tintelende zwarte oogen zijn verdiept zijn in dc lectuur om zich
dan snol te wenden tot het gereed staande eten. Toen Rilston
onbeweeglijk bleef zitten, kwam een lang bruin lichaam naar
hinncnhot was Billy, Rilston's hond. Met zijn ocne oog nog
steeds op x'n haas gerioht, sprong Billy op de leegstaande stoel
en in een paar seconden had hij ervoor gezorgd, dut de lunch
niet koud zou worden. Met oen spijügo lik om zijn bek sprong
Billy daarop weer op don grond, heel behoedzaam. Maar het
ploffen van z'n pooten op do harde lccmen vloer deed don zen
deling ontwaken uit zijn dagdroom cn toen hij opkeek, zag
hij dat zijn maaltijd verschwundcn was.
(Wordt vervolgd.^ i