JUruui? ^rittsdjr Courant Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken EERSTE BLAD. BINNENLAND. SBONNEHBNTi per kwartaal ƒ5.25 (Beschlkklngskostcn ƒ0.15) $er week 0.25, Voor het Buitenland bij Weke- lijksche zending6. Bij dagelijksche zending h7^— Alles bij vooruitbetaling Losse nummers 3 cent met Zondagsblad 7/? cent Zondagsblad oJet afzonderlijk verkrijgbaar tl No 3122 Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 Postbox 20 Postgiro 58936 ADVGBTENTIENI Van 1 lot 5 repels f L17W Elke recei meer „0.22V4 Inert Aededer linger. r- '~v~ van 1—6 regels „2^0 Elke regel meer _(U3 Bij contract belangrijke korting. J Voor het bevragen «mn ^et bureau wordt berekend0.10 MAANDAG 11 AUGUSTUS 1930 10e Jaargang Dit nummer bestaat uit VIER bladen m TOT DEN STRIJD. Het is m onze dagen van actie voor vredes beweging en ontwapening, wat moeilijk van strijd te spreken. Er zijn ook onder de Christenen, die onder de bekoring van de leuze zijn gekomen. In elk geval is het aan tal van hen, die den socialen strijd schu wen, niet gering. Heel die vrees voor strijd, ligt ten deele i aan de omstandigheid dat men geen idealen heeft. Voor een ideaal strijdt en worstelt men als het moet. Maar zonder idealen •elite strijd onmogelijk. Het is een oud ideaal, maar dat n •leeds bekoring heeft voor ons, te zoeken naar vrijmaking van den arbeid. Het leven van den arbeid behoort te ontvangen een eigen ordening. Daar moet zijn een samen werking van de groepen en krachten die op elkander zijn aangewezen, in organisato risch verband. Daar moet komen meer en meer een sa- menspreken, samen overleggen, 6amen die nen van het bedrijf, tot zegen van bet be drijfsleven, tot heil van bet volk, tot wel vaart van de massa, tot' eere Gods. Dat ideaal wordt niet bereikt in den weg van bet stilzitten, doch uitsluitend in dien der sociale aotie. De zegen valt slechts den vlijtige ten deel, de kroon, hem die naar dery eisch heeft gestreden. In die worsteling, men stelle zich deswege gerust, komt men er niet zonder zelfverloo chening, zonder gehoorzaamheid, zonder het offer. Dc toekomst teekent zich voor onze idea len niet zoo heel gunstig af. Wij denken nu niet allereerst aan economische moeilijkhe den, al kan niemand die ontkennen. Ook in die economische moeilijkheden echter, men j vergete het niet, ligt een stuk schuld. Het j inogc niet op onze persoonlijke rekening zijn te schrijven, als volk en als volkeren gemeenschap hebben wij er wel mee te ken en or.6 er over te verootmoedigen. Neen, wij denken thans, blijvend in de lijn omar redeneering, aan de geestelijke gesteld beid van ons volk. Daar is niet bet buigen voor de wet des Heeren op sociaal terrein. Ook niet daar, waar de meerderheid der be volking nog niet vervreemd i6 van 's Heeren Woord. Wij treffen in de z.g. orthodoxe stre ken. zoo dikwijls toestanden die ons teleur stellen en bedroeven, die ons met zorg ver vullen. Als wij niet komen krachtens onze begin selen tot levensvervulling dan zullen wij den invloed op bet leven verspelen, dan zijn wij niet langer een zegen voor ons volk, dan zijn wij niet meer getuigen van den Koning, dan is het zout smakeloos geworden. Dan zullen anderen komen, levend uit andere beginselen, bejagend een ander doei, zoekend een ander ideaal, dienend een an deren God, en zij zullen het land in vlam zetten, de geesten verkeeren en in den naam des menschen doen, neen afdwingen, wat wij om Gods wil hadden moeten vragen en geven. Is er dan hoop voor on6 volk? Zullen wij in onze sociale worsteling komen tot het licht? Laat on6 dit aan onzen God overlaten. Maar in onze ziel leve en trille na, het woord waarmede Dr. Kuyper de openings rede van het eerste Christelijk Sociaal Con- gres besloot: bracht .doordien mij in de zeven jaren, in van de „afschrikking" doen zich daar meer Suriname doorgebracht, driemaal een gratie- dan duidelijk als eisch gevoelen. een doodvonnis werd voor beslissing gelegd. De verantwoordelijkheid, welke een vi tegenwoordiger van de Kroon in de Kolo niën heeft te dragen is veelzijdig en veelom vattend; maar liet zal een ieder duidelijk wezen, dat juist in zulke gevallen, wanneer men* wordt geroepen om als opperste straf rechter te fungeeren, het gewicht ervan dub bel wordt gevoeld. Heeft men te voren in het Moederland bij het Openbaar Ministerie gediend, dan denkt men vanzelf terug aan vroeger uitgebrachte gratie-adviezen en aan overwegingen, welke daarbij golden. Ook al trachtte men Rechtbank en Ge rechtshof zoo zakelijk en objectief mogelijk voor te lichten, en zich zoowel als jurist, als ook als mensoh in liet eventueel resultaat van eijn advies in te leven, toch stond men in een andere verhouding tot de realiteit, immers de uiteindelijke beslissing had men niet in eigen hand. Niet alzoo voor hen, op wier schouders dit deel van de Koninklijke macht rust; welis waar gelden ook in de overzeesche gebieden de bepalingen van advies en voorlichting door Parket en betrokken Rechtscollege, maar tegenover het eindbesluit staat men in zijn aansprakelijkheid alleen: met eigen hoofd, eigen hart, en eigen geweten. In alle drie hierboven genoemde gevallen heb ik afwijzend op de ingediende gratiever zoeken beschikt; en zoo is het helaas ge beurd, dat de galg, na ruim veertig jaren in onbruik te zijn geweest, weder op de bin nenplaats van de gevangenis in het Fort Zeelandia te Paramaribo is opgericht. De eerste veroordeeling betrof een Kran- sohen déporté, uit de naburige strafkolonie ontvlucht, wiens bij ons ingeleverd Euro- peesch strafblad een donkere reeks van ern-1 stige misdrijven bleek te vertoonen. Had ihij zich binnen het grondgebied van Nederlandsch Guyana van strafbare hande lingen onthouden, dan zou hij, evenals zoo- vele andere ongelukkigen, langs den regel- matigen weg weder naar het deportatieoord in St. Laurens zijn teruggeleid. Spoedig werd evenwel bekend, dat hij zich met een vermoedelijk ontvreemd vuurwapen in de wouden ophield, in Boschnegerdorpen doordrong en daar alles roofde wat van eijn gading was. Ten slotte plunderde hij den winkel van een eenzaam wonend Chinees, stak daarna het houten gebouw in brand en bewerkte hierdoor, dat men den volgenden dag het verkoold lijk van den winkelier op zijn slaapstede, in de puinhoopen terugvond. Zelfs bij zijn arrestatie, waartegen hij zich ernstig verzette, wist hij met zijn vuurwapen nog een der politiebeambten vrij ernstig te verwonden. Deze misdadiger was Roomsch-katholiek. Het tweede geval, waarin bet Hof van Justitie zich genoopt zag een doodvonnis uit te spreken, was dat van een Britsch-Indiër (een Hindoe) die uit wraak, na kalm over leg, zijn vrouw vermoordde en met een hou wer (groot kapmes) letterlijk in stukken hakte. De laatste van het droevig trio, een Bosoh- neger, behoorend tot het kerkgenootschap der Evangelische Broedergemeente, doodde na een gansdhen dag op de loer te hebben gelegen, een eveneens eenzaam wonend win kelier, door hem onverhoeds van achter te doorsteken. Hierna laadde hij het grootste deel van de winkelgoederen in een corjaal (lang vaar tuig uit uitgeholden boomstam vervaardigd) waarmede-hij voorloopig wist te ontkomen. „dat al mocht de redding uitblijven, en al moest de stroom der ongerechtigheid nog hooger worden, er nooit van Neerland'e Christenen zal kunnen gezegd worden, dat door onze 6chuld, dat door de lauw heid van ons christelijk geloof in hooger of in lager standen, de redding onzer maatschappij is verhinderd en de zegen van God den Vader, verbeurd werd." IETS OVER DE DOODSTRAF Mr. A. J. A. A. baron van Heemstra, oud gouverneur van Suriname, schrijft in het Tijdschrift voor Strafrecht onder boven- staanden titel een belangwekkend artikel, dat wij met toestemming van de redactie van genoemd tijdschrift uit Deel XI, afl. 2 in zijn geheel overnemen: De onlangs door het lid der Eerste Kamer Baron van Voorst tot Voorst tot den Minister van Justitie gerichte vragen met betrekking tot „de sohrikbarende vermindering van de openbare veiligheid van stad en land", en het wederwoord van dezen bewindsman, ge ven mij aanleiding enkele korte beschou wingen te wijden aan de doodstraf, welke tot 17 September 1870 in ons Koninkrijk bin nen Europa heeft gegolden, doch in onze overzeesche gebiedsdcelcn gehandhaafd is gebleven. Het meer wetenschappelijk terrein, waarop zoovele criminologen van beteeken is zich meermalen hebben bewogen, zal hierbij niet I door mij worden betreden, wijl ik het niet zou wagen mij met zulke geleerden te meten. Indien ik mij echter onderwind deze <e-1 wichtige materie aan te roeren, geschiedt Bij het beoordeelen van de gratieverzoe ken, achtereenvolgens door deze moorde naars ingediend, waren het vooral twee om standigheden, welke mij in hoofdzaak heb ben beziggehouden. Eerst was daar uiteraard de kwestie van het bewijs. De onherstelbaarheid van de doodstraf, welke voor velen een absoluut bezwaar tegen dit instituut vormt, eisoht natuurlijk een zoo danig samenstel van bewijsmiddelen, dat zelfs elke schijn van eenig dubium is uitge sloten. De drie onderhavige vonnissen berustten op bekentenissen, geloofwaardige getuigenver klaringen en onwederlegbare aanwijzingen, en dies achtte ik mij ^volkomen gerechtigd een eindbeslissing op die hechte fundamen ten te baseeren. Toen hierover niet de minste twijfel meer kon rijzen, stond daar, voornamelijk in het eerste geval, de groote vraag voor mij: of het den aardschen reohter vrijstaat den mogelij ken genadetijd van zijn medemensch op aar de te verkorten, en dezen dus vrij plotseling voor diens Hemelschen Rechter te doen verschijnen. In eijn beleend werk over de doodstraf zegt Prof. Mr. D. P. D. Fabius onder meer: doch men vergeet daarbij, dat niet wordt gestraft om aan qene zijde van den dood over te brenqen, maar, omdat de misdadiger zijn leven op deze aarde verbeurd heeft. Onder de vele stellingen, door voorstan ders van de doodstrraf verkondigd, heb ik doze, met betrekking tot het onderhavig vraagpunt, immer het kraohtigst bevonden en bij de eindbeslissingen heb ik mij ook hierdoor laten leiden. Toen hierboven de misdrijven werden aan gestipt, welke tot deze doodvonnissen heb ben geleid, werd opzettelijk de kerkelijke richting aangegeven, waartoe deze delin quenten behoorden. Zeer in het bijzonder hebben zoowel de Roomsch-kathqlieke geestelijke, als de Hern hutter zendeling die den Franschen vluchte ling en den bewusten boschneger in hun laatste levensweken hebben bijgestaan, hun dankbaren indruk bekend gemaakt over den ommekeer, welke in het zieleleven van deze oestelingen was ingetreden. Met den onafwendbaren dood voor oogen, had een natuurlijk berouw zich meer en meer verdiept, en er was sprake van een kalm berusten en een izich vastklemmen aan de Eeuwige Genade. Ik weet, dat er onder de lezers van dit Tijdschrift meerderen zijn, op wie deze laat ste alinea geen indruk zullen maken; maar voor hen, die mijn geestelijke strijdvraag in deze wel verstaan, zal het duidelijk wc-zen, dat dit heengaan in vollen vrede, den bitte ren bijsmaak van de menschelijke beslissing heeft weggenomen. Het rechtsgevoel van die volkeren vordert deze hoogste genoegdoening uitdrukkelijk het is een feit, dat de bovenomschreven dood vonnissen een repressie van misdrijven ten gevolge hebben gehad. Twee ernstige moorden in 1920 Gerechtshof te Arnhem, in hooger beroep behandeld, hebben destijds de overtuiging bij mij gevestigd, dat wederinvoering van de doodstraf in Nederland noodzakelijk was. De eerste dader, een holbewoner uit dc nabijheid van Ede, viel des nachts den hem onbekenden korporaal der infanterie Vós, die per rijwiel van Apeldoorn naar de Hars kamp terug reed, onverhoeds aan, sloeg hem bewusteloos en begroef hem, na berooving, Dg levend onder de aarde. Dc andere, een jonge man uit Lobith, drong des nachts in het huis van twee aldaar alleenwonende dames Mackay binnen, sneed beiden de keel af en roofde daarna het in huis aanwezige geld. Deze beide monsters werdén tot levenlange gevangenisstraf veroordeeld. Thans,, na de hierboven geschetste .erva ring in Suriname, is mijn overtuiging ten deze nog versterkt. Bij het beantwoorden van de vragen, door Baron van Voorst tot Voorst gesteld, heeft Minister Donner zich op de statistiek be roepen. Volgens dit gegeven zal Zijn Excellentie ongetwijfeld gelijk hebben, maar naast het getallen-materiaal is er nog een beoordeeling. welke buiten de kwanta omgaat en meer in de hoedanigheid indringt. a onze dagen een zóó verbijsterende driestheid bij het plegen van misdrijven, en daarbij een zóó overwegende immoraliteit, dat men zich soms angstig afvraagt, hoe zulk een samenleving kan blijven voortbe staan. Voegt men hierbij de verwording jeugd en het algemeen verslappen van de zeden, dan snelt men naar het tijdstip toe, waarin slechts hert: „Au grands maux, de grands remèdes" redding kan brengen. Is het weder invoeren van de doodstraf in ons Vaderland waarschijnlijk? Indien men op de algemeene inzinking acht geeft, welke een groot deel van Europa heeft bevangen; en men realiseert, dat het niet meer de kracht der beginselen is, welke -i vele wetgevingen grondslag ligt, r veeleer de zucht om aan een meerder- van defaitistische elementen te belie ven, dan is het antwoord op vorenge6telde vraag niet twijfelachtig. Mocht het evenwel Mimster Donner nog eens gelukken zijn welbewuste overtuiging ten deze te doen zegevieren, dan zou dit het bewijs wezen, dat er iéts van de oud-Nederlandsche kracht is opgeflikkerd, dat er een rechtgeaarde meerderheid is. welke durft aan te pakken, wijl zij het „Kwaad" als „werkelijk kwaad" aanmerkt, en dat men ten behoeve van een krachtig volksbestaan het heeft gewaagd; „hetj recht te sterken". werkelijk en krachtig, dat er een band was die de Christen jonge mannen te zamen bond en aan het moederland snoerde. Reeds lang had men plannen in deze richting, wijl men arbeid onder de tropen zon noodzakelijk achtte, maar ten slotte werd ook de mogelijkheid om tot uitvoering te komen gezien, en als eerste zendeling onder de verstrooiden, zouden wij haast zeg gen, gaat nu Mr. Schokking uit. Hij moet onder de oud-A. M. V. J.-ers meer oi^anisatie brengen, hij moet bevor deren de plannen, die de A. M. V. .T. heeft voor het inrichten van tehuizen in Batavia, Soerabaja en Médan, waar de jonge men schen, die in Indië komen korter of lan ger kunnen verblijven. Daar kunnen zij vinden een sympathieke omgeving, daar kunnen zij over dc moeilijk heden worden heen geholpen, daar kunnen zij op hun beurt pas uitgekomenen helpen, daar kan het werk, dat verder te doen is. worden voorbereid en gesteund. Eenvoudig en klein lijkt dc aanvang. Zeke* klein als men let op de uitgestrekt heid van den archipel en het groote aantal der verstrooiden. Maar het is ook maar een begin. Toch kan dit werk onder Gods zegen groote beteekenis zijn, allereerst voor jonge menschen die uitgaan en vinden zij zoo dringend noodig hebben, een home en goede vrienden. Maar mee daardoor kan voor Indië zelf dit werk grooter worden dan den schijn baar eenvoudigen opzet zou doen vermoe den. Niemand verachte den dag der kleine dingen. Meest alle Christelijk werk is een voudig begonnen. Het Koninkrijk Gods is gelijk aan een mosterdzaad, het kleinste der zaden. Bedauwd van den hemel, gezegend door den grooten Hovenier, wordt het een boom, in welks takken de vogelen des he mels nestelen. Mr. Schokking heeft in zijn afscheids woord duidelijk gesproken. Alle werk, ook het zijne in Indië, gaat om God, die zich zelf aan ons heeft willen openbaren, zijn taak acht hij trouwens de taak ons allen, getuigen tc zijn van den Heiland, die onze Koning is. Werk in deze overtuiging begonnen zal niét ongezegend blijven; immers wijl Gods Woord niet ledig tot Hem wederkeert DE JAPANSCHE GASTEN VERS CHITBEZOEKEN. Vrijdag bracht prinses Takamatsoe een bezoek aan het Teyler-Museum en 't Frans Hals-Museum te Haarlem. In den loop van den middag heeft ook de prins het Frans Hals-Museum bezocht. Zaterdag werd een bezoek gebracht aan de Leidscbe Hoogeschool. Na de ontvangst in de vergaderzaal van curatoren werd hel etnografisch muzeum bezocht. Prof. C. C Krieger wees er op dat dit museum ten nauwste verbonden is met de geschiedenis 'er relaties tusschen Japen en Nedprlann; het museum bezit ook een verzameling Ja pansche kunstproducten. Ook de hortus botanicus werd bezocht, waarna men naar Noordvvijk vertrok. Zaterdagmiddag werd een bezoek ge bracht aan de nieuwe sluis te IJmuiden. Onder leiding van hoofdingenieur Hev- ning en ir. Mulder begaf het gezelschap zich per boot naar de nieuwe sluis, waar men op het balcon van het centrale bedienings gebouw een mooi overzicht had over de sluis, waarin vijf stoomschepen tegelijk wer den geschut. Daarna werd in de centrale j bedieningskamer een uiteenzetting gegeven j van het bedienen der sluisdeuren enz. De prins en de prinses betuigden hun in; menheid met liet bezoek en verlrokkéD daarna per auto. Heden werd Amsterdam bezocht. VACANTIE-ADRESSEN Met het oog op de groote drukte b\j onze administratie, nu zoo velen onzer lezers met vacantie gaan, wordt men vriendelijk verzocht, deze tydelyke adresveranderingen zoo spoedig mo gelijk op te geven, liefst enkele dagen van te voren. Komen zulke aanvragen op het laatste oogenblik, dan is het niet zeker, dat men aan z'n nieuwe adres direct den eersten dag de krant al ontvangt en hierop stellen de lezers zelf toch zeker even grooten prijs als wij. INGEZONDEN MEDEDEELINO AREND VAN AMSTEL. HOFBERICHTEN BRIEVEN UIT DE HOOFDSTAD ER IS EEN ZEGEN IN Vrijdagmiddag is Mgr. J. H. G. Jansen door da Koningin op het paleis van de Koningin-Moeder te Soestdijk in particu- liere audiëntie ontvangen. De aartsbisschop heeft zich een half uur lang met de Vorstin onderhouden. Na afloop der audiëntie heeft Mgr. zijn beide secretarissen, de- heeren J v. d. Burg en dr. W Mulder, aan H. M. voorgesteld. Allen, die de tropen kennen, en die zich in die eigenaardige psyche's hebben inge leefd, moeten overtuigd zijn van de nood- „II,. „,«i .„V, "HiXheid om de doodstraf te Wijven liand- riilks, wijl de ambtelijke practijk mij met haven. lew ernstige stral in aanraking heeft ge-1 Zoowel Üe leer van de „vergelding", als die Over het werk van de Amsterdamsche Maatschappij voor Jonge Mannen wordt in onze kringen zeer velschillend geoordeeld. Het ontbreken van een positieven grond- Het ontbreken van een positieven grondslag velen redmi aan het werk door deze organisatie verricht geen steun te verleenen Niet alleen in Christelijke kringen, ook wel bij personen van de overzijde spreekt men van een liberale actie, en het is zeker niet onjuist dat oolc door hen, die in het alge meen met Christelijke actie niet dwepen, aan dit werk van de A. M. V. J. wel steun wordt verleend. Wij hebben voor onze actie, naar onze vaste overtuiging, een andere basis noodig. Wij voelen voor een meer positieven grond slag, achten het ook juister dat de buiten wacht precies weet wie wij zijn, al kost ons dat ook de steun van bepaalde kringen al bereiken wij daardoor verschillende groe pen niet. Maar dat behoeft geen reden te zijn om het werk van anderen gering te achten, noch om de oogen te sluiten-voor den zegen, die God ook aan het werk geven wil, dat het onze niet is en het onze niet kan zijn. Het is voor betwisting niet vatbaar, wij hebben daarop trouwens gewezen bij de opening van het A. M. V. J.-gebouw, dat de groote stad aan dit werk behoefte heeft en dat er bewarende kracht van uitgaat. Im mers grijpt men een kring, die aan anderen ontsnapt, die anderen niet bereiken kun nen, die alzoo anders onbearbeid zou blij ven. Men versta ons niet verkeerd. Wij bedoe len niet een zekere listigheid bij deze Maat schappij, die zou trachten onder een min of meer neutrale vlag een lading te bergen die niet door die vlag kan worden gedekt Bij* de A. M. V. J. is het ruime standpunt zeer bewust gekozen, de enge formuleering van een grondslag afgewezen, treedt meer dan elders het persoonlijk belijden en geloo- ven van den leider naar voren. En herhaald mag> worden, dat voor een bepaalde groep jonge menschen juist deze methode en deze arbeid als het ware is aangewezen. Men pakt de dingen anders aan dan wij dat gewend zijn. Het A M. V. J.-gebouw is niet maar een gebouw waar men vergade ren kan en clubwerk verricht, het is modern bouwwerk op eersten stand, hotel en restaurant met gelegenheid pension, voor groote vergaderingen en gressen, een inrichting, die niet onderdoet voor de beste in deze soort in het buiten land. Men heeft niet alleen zijn eigen sportvel- f"1' eigen vacantie-oord, prac DIPLOMATIE De nieuwbenoemde gezanten van Italië en Mexico hebben hedenmiddag hun geloofs brieven aan H. M. de Koningin overhan RIJKSBEGR00TING NAAR DE RAAD VAN STATE. Het ontwerp-rijksbegrooting is Zatsrda. an het departement van financiën naai den Raad van State gezonden. DE HANDELSCONVENTIE DE R.K. WERKGEVERSVEREENIGING ONTRAADT RATIFICATIE De Minister van Arbeid heeft het advies Staatscommissie voor de economische poli tiek ingewonnen over de vraag, of dc regee den loop van dit jaar gesloten ONGEVALLENWETGEVING Het ligt in het voornemen van de regpc- ring de wijziging van de Ongevallenwet 1921 en de Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922, strekkende tot verhooging van het be drag der tijdelijke uitkeeringen van 70 pet. tot 80 pet. van het dagloon, in werking te doen treden op 16 Augustus a.s. den, maar ook t<> tisch en keurig in een der mooiste'streken an ons land en alle werk draagt een voor naam cachet. Maar dat men de dingen groot aanpakt, TWEEDE KAMER BARON VAN BOETZELAER. Het Nederlandsch Zendingsblad deelt flat Dr. C W. Th. baron van Boetzelaer van Dubbeldam, die op het oogenblik in Indië vertoeft, van zijn reis naar de Molukken op Java is teruggekeerd, weldra scheep gaat naar Nederland cn in October hier te lande terug zal zijn; in het najaar zal hij dus weer aan de vergaderingen van de Tweede Kamer deel kunnen nemen. VRAGEN VAN KAMERLEDEN INVOER VAN GRANEN. Het Tweede Kamerlid Braat heeft den Mi nister van Binnenlandsehe Zaken en Land bouw gevraagd of de Minister bereid is te overwegen ter bescherming van den Neder landschen landbouw, om den invoer van gerst en rogge uit Rusland en van tarwe uit Argentinië stop te zetten, omdat wij mei die landen toch geen noemenswaardige an dere handelsrelaties hebben en Rusland zelfs weigert om destijds geleende gelden te erkennen, en of de Minister mogelijk on- erkomelijke bezwaren van dien maatregel blijkt nog wel het best uit de afvaardiging van Mr. H. Schokking naar Indië als secre taris van het werk dat de Mij. in Insulinde zal verrichten. Dat men tot dit werk kwam spreekt eigenlijk vanzelf. Daar zijn zoovele oud-leden van de A. M. V. J., van het N. J. V. en van de N. C. S. V. naar onze Oost gegaan, men had daar dus zoovele handen, de positie van de jonge menschen iu In was zoo moeilijk vaak. dat men eigen-1 werd gedwongen stappen tc doen 'om wat ,lier 111 llct moeder- wanneer vermoedelijk het rapport van de land was gegrepen, cn om te toonen, daad- {"Staatscommissie-Lovink gereed zal ri' aan de Kamer wil meedeelen. RAPPORT COMMISSIE LOVINK. Het Tweede Kamerlid Braat heeft den Minister van Binnenlandsehe Zaken en Landbouw gevraagd of het hem bekend is of hij bereid is de Kamer mee to deelen, ring deLHHH H( Handelsconventie ter ratificatie aan de Sta- ten-Generaal zal moeten voorleggen. De Algemeene R. K. Werkgeversverceni- ging deelt naar aanleiding hiervan in een adres aan de voorzitter van de Ministerraad mede, dat volgens haar oordeel gezien de ontwikkeling van de handelspolitieke ver houdingen en gezien tic uiterst netelige jx>- sitie, waarin verschillende Nederlandsche bedrijfstakken zich bevinden, de ratificatie van de Handelsconventie dient' te worden ontraden. „Wanneer wij het economisch werk van Genève op het gebied der douanetarieven sinds sinds Mei 1927 nagaan, aldus verder het adres, dan moeten wij tot ons leedwezen vaststellen, dat de afstand tusschen eener- zijds hetgeen in Genève wordt aanbevolen en overeengekomen en anderzijds wat verschil lende regeeringen in practijk brengen, steeds grooter dreigt te worden en dat de weinige landen, die zich overeenkomstig de raad gevingen en besluiten in Genève gedragen," steeds meer de dupe dreigen te worden van de politiek der andere landen. De groote groep van landen die het inwer kingtreden der conventie i.z. de in- en uit voerverboden en -belemmeringen afhanke lijk had gesteld van de medewerking van Polen, heeft zich uit deze conventie terugge trokken, waardoor het lot dezer conventie zeer problematisch is geworden en het nog niet valt te voorspellen, in hoeverre Neder land van zijn onvoorwaardelijke ratificatie schade zal ondervinden. Door dezen loop van zaken is in elk geval feitelijk de basis ontvallen aan andere verdergaande conven ties op dit terrein. Bracht de handelsconventie nog slechts een uiterst flauwe afspiegeling van hetgeen met een tarisvenbestand werd beoogd, nd 't weg vallen der moeder-conventie i.z. de in- en uil voerverboden en belemmeringen, wordt deze handelsconventic voor Nederland zelfs een groot gevaar. Het wil ons voorkomen, dat het gewenseht om op korten termijn wederom een econo mische conferentie bijeen te roepen, teneinde na te gaan, of er aanleiding bestaat, gezien de veranderingen, die na de teekening der handelsconventie zijn ingetreden, opnieuw de houding der verschillende landen tegen over het probleem der handelsvrijheid te overwegen. Wij ontveinzen ons niet, dat weigering tot ratificeeren dezer conventie door Nederland eenigen indruk zou maken, doch aan den anderen kant zal deze daad van Neder land niet anders opgevat kunnen worden dan als een waardig protest tegen de wijze waarop vele landen onderscheid maken tusschen hetgeen zij in Genève zeggen en wat zij in edgen huis doen." Muggebeten1 en Huidjeük] UROL NEDERL. SPOORWEGEN SNELHEDEN VAN 100 K.M. De directie van de Nederlandsche Spoor* wegen heeft per dienstorder aan het perso neel medegedeeld, dat personentreinen sa mengesteld uit vierassig personenmatrieel, met uitzondering van de rijtuigen A.B.38, 4701 tot 4706 en 4711 tot 4718 op de baan vakken Amsterdam C.S.—Rotterdam, Am sterdam W.P.Utrecht grens bij Woudri- chem, UtrechtGouda, UtrechtEindhoven Venlo, UtrechtAmersfoort, Amersfoort Zwolle (alleen in de richting naar Zwolle), ZwolleGroningen, Amsterdam C.S.—Amers foort cn Deventer—grens bij Oldenzaal met een snelheid van honderd K.M. per uur ver voerd mogen worden. Deze snelheid mag venwel alleen worden toegepast, om ver traging in te halen. Bij bochten met een straal van 750 tot 1000 meter mag de snel heid niet meer dan 90 K.M in een uur be dragen. Bij het afrijden van hellingen, die over een lengte van 500 meter iets steiler zijn dan: 1 200 mag de snelheid 100" kilometpr in het uur bedragen. De machinist moet bij vertraging van den trein van deze goedkeu ring gebruik'maken om de snelheid der bo vengenoemde treinen op te voeren, niet in achtneming van de voorgeschreven snel- heidsbegrenizing. Dit alles wannéér de groot ste snelheid van de door hem bereden loco motief 100 KiM. in het uur bedraagt. DE GASKAMER GAAT WAARSCHIJNLIJK NAAR KATWIJK. De gaskamer zalwaarschijnlijk te Katwijk "t K0" komen. Hiervoor is uitgekozen een rh-ata gelegen achter ee„ het vorig jaar voor rekening var. het departemei.t van Defensie ge-houwde loods voor rijdend materiaal bij de Rijksschietbanen te Katwy'k a. d. R(jn. Op 18 dezer zal een commissie met Getlep. Staten in het gemeentehuis zitting houden om even- tucele bezwaren aan te hooren. Gemengd Nieuws. ERNSTIG MOTORONGELUK TE OOSTERBEEK DE WINKELSLUITINGSWET ADRES AAN DE EERSTE KAMER De R.K. Middenstandsvereeniginog „Dc Hanze", afdoeling Arnhem, heeft aan de Eerste Kamer der Staten Generaal een adres gezonden, waarin met aandrang verzocht wordt, het wetsontwerp „Winkelsluitings wet" te willen aanvaarden. naar een uniforme winkelsluiting door een overgroot deel van dc winkeliers erlangd wordt, aldus wordt in het adres gezegd, bewijzen de gemeentelijke verorde uingen die in ongeveer alle beteekenenda ge meenten bestaan. wettelijke regeling zal daarbij onge twi.feld met elkaar tegenstrijdige bepalin gen en verschillende verordeningen ophef fen. Bovendien zal een wettelijke regeling, noodzakelijker geworden door de invoering van het werktijdenbesluit voor het winkel personeel alle winkeliers iu mi omstandigheden laten werken. Zondagavond even over zessen, heeft op den Utïechtschen Weg, hoek Pieterbergschen Weg te Oosterbeek, een ernstige aanrijding plaats gehad tusschen den motorrijder Zee- gers, uit Arnhem, die met een duopassagier uit de richting Wageningen kwam en den heer Tielen, uit Arnhem, die met een luxe-auto, waarin nog een Hollandsche en een Engel- sche dame waren gezeten, den Utrechtschen Weg wilde oversteken. Blijkbaar heeft de automobilist, die reeds driekwart van den straatweg was gepasseerd, den motorrijder niet opgemerkt. Hoe het zij, beide voertuigen kwamen met elkaar in bot sing, waarna de auto met kracht eerst door ht hek van hotel „Schoonoord'' reed en ver volgens tegen een boom botste. De motorrijder, Zeegers, werd evenals zijn duopassagier, tegen den grond gesmakt en liep vrij ernstige verwondingen op, terwijl hij z\jn enkel brak. De duopassagier, had eenige ontvellingen aan de knie, terwijl de dames in de auto klaagden over baar becnen en schouder. De heer Thielen kwam er onge deerd af. Dr- Jongsma, uit Oosterbeek, verleende de eerste hulp en liet den motorrijder, nadat het eerste verband was gelegd, naar Arnhem overbrengen. De motor werd evenals de auto zwaar beschadigd. EEN KIND IN BRAND. Men meldt ons uit Den Haag: Zaterdagmiddag. toen het 10-jarige meisje H. R. stond tè kijken voor den schoenv-in- -<:1 in de Vaillantlaan, hoek v. Ostadcstnar, bemerkte eon voorbijgaande juffrouw dnt de van het kind in brand m 00wnnrJl'Ür "ata dat d" kleino afwachtte, gehol- zoowel de ontwikkeling als"tic'coliêgialïteii I Ivoardwr"^^^- T - zal worden bevorderd. i..vim ernstii.e branawond.-n b>- Tenslotte biedt bovendien liet ontwerp 1 moS ™rd"n 'tl' mogelijkheid voor bijzo,„l-ro on,s,a„digP| ,,o:'kind vtm hSn givat I.' ?e" kerheid te zeggen. Wtuirschijiilók ij een pijp, van een voorbijganger d« heden bijzondere maatregelen tc troffen. PROV. STATEN VAN N.-HOLLAND DR. A. KLINKENBERG BENOEMD. In den Zaterdag te Haarlem gehouden gadering var. het Centraal tJtemlorcau v.c.d de vacature Ds. Hoogerhuyze tot lit! v.m t> e._j- _^n Noord-Holland gek,,.., ,- ru-u—v.. AJl|L (C<H) de Prov. Staten .verklaard Dr. A. Klinkenbc: ito Amsterdam, HELPT ALLEN MEE ONS BLAD IN DE GEZINNEN TE BRENGEN. WAAS HET BEHOOBT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 1