JUrtuur ^ri&sdjr (Timranl
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
EERSTE BLAD.
VAGANTIE-ADRESSEN
RONDOM JENGWIRDEN
BINNENLAND.
ABONNEUBNTi
Per kwartaal 325
(Beschlkklngskosten 10.15)
^er week 9.25.
.Voor het Buitenland bij Weke-
lijksche zending
Öi] dagelij ksche zending *7.—
Alles bij vooruitbetaling
Losse nummers 5 cent
met Zondagsblad 7 A cent
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
No 3106
Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 Postbox 20
WOENSDAG 23 JULI 1930
Postgiro 58936
ADVERïESTirNi
Van 1 tol 5 retell f 1.17!^
bike reael oieer .0.22^
Inge? Aedederllngei.
van 1—6 regels
Elke regel meer .0.41
Bij contract belangrijke korting.
Voor het bevragen aan het bureau
wordt berekend0.11
"Oe Jaargang
Oil nummer bestaat uit URIE bladen
Met het oog op de groote drukte bij
onze administratie, nu zoo velen onzei
lezers met vacantie gaan, wordt men
vriendelijk verzocht, deze tijdelyke
adresveranderingen zoo spoedig mo
gelijk op te geven, liefst enkele dagen
van te voren. Komen zulke aanvragen
op het laatste oogenblik, dan is het
niet zeker, dat men aan z'n nieuwe
adres direct den eersten dag de krant
al ontvangt en hierop stellen de lezers
self toch zeker even grooten prijs
als wij.
De moeiijlkheden, die rezen in de Friesche
gemeente /Engwirden, mogen bekend wor
den geacht. Tot een goed begrip van de
nieuwe phase, waarin thans het geval /Eng
wirden is getreden, willen we het ontstaan
der kwestie in enkele punten samenvatten.
Wat aardrijkskundig wordt aangeduid als
Heerenveen, vormt geen afzonderlijke bur
gerlijke gemeente. De bebouwde kom, die
men met den naam Heerenveen noemt, is
samengesteld uit stukken van drie verschil
lende burgerlijke gemeenechappen. Men kan
daarom begrijpen dat wel eens de gedachte
opkwam om, wat zich geografisch als
een geheel aandiende, ook tot een bur
1 ij k e eenheid samen te voegen.
De gelegenheid om daarmee een aanvang
te maken scheen gunstig, toen het burge
meesterschap van een der drie gemeenten,
/Engwirden, vacant kwam. Met terzijdestel
ling van den Wethouder, die krachtens art
77, eetëto lid, der Gemeentewet als loco-Bur-
fgemeester optrad, werd door den Commis
saris der'Koningin in Friesland ter plaats-
vervanging aangewezen de Secretaris van
F Schoterland. En Schoterland is een der beide
andere gemeenten, waarvan een deel tot
Heerenveen behoort!
Men kon moeilijk verwachten, dat het
gemeentebestuur van /Engwirden zich bij
dit besluit van Frieslands Gouverneur
neerleggen. Tegen de toekomstige „inlijving"
van /Engwirden, zooals het niet al te
(lelijk'heette in een der overwegingen van
den Commissaris, besloot de Raad zich te
verzetten. En niet het minst ging het verweer
van dit college tegen de wijze, waarop een
eventueelo annexatie werd voorbereid en
/Engwirden reeds bij voorbaat aan banden
gelegd.
In een advies, op uitnoodiging van het
gemeentebestuur van /Engwirden door Prof.
van der Grinten, hoogleeraar in het Staats-
en Administratiefrecht te Nijmegen, uitge
bracht, heeft deze gewezen op de onjuiste toe
passing in dit geval van art, 77, derde lid,
der Gemeentewet, dat luidt: „Onze Commis
saris in de provincie kan ten allen tijde, in
afwijking van de beide vorige leden (waarin
gesproken wordt van het optreden als loco-
Burgemeester van een Weüiouder of Raads
lid) in.de vervanging voorzien".
Door de letter dezer wetsbepaling wordt
de heVoegdheid van den Commissaris in
geenen deele beperkt, maar haar geschie
denis en de parlementaire gedachtenwisse-
ling toonen aan, dat de bijzondere bevoegd
heid aan den Commissaris slechts met het
oog op uitzonderingsgevallen ge
schonken is. En het komt ons voor, dat een
dergelijk geval hier niet aanwezig is.
Immers, ongeschiktheid van den loco-Bur
gemeester kan het motief niet zijn, want de
Commissaris wijst dezen Wethouder zelf als
zoodanig aan, terwijl hij al eerder gedurende
een zevental maanden als zoodanig 'fun
geerde. Voorts is het vraagstuk der /Engwlr-
densche „inlijving" zelf nog zoo weinig ge
vorderd, dat de aangewezen organen zich nog
tot een beoordeeling der zaak zetten moeten.
De ernstigste grief tegen deze Burgemees
tersaanwijzing was echter wel, dat daarvoor
de keuze viel op den Secretaris van Schoter
land. Niet gemakkelijk zal men grievender
Wijze kunnen bedenken om een gemeente
met de toekomstige bcrooving van haar zelf
standigheid op de hoogte te stellen. Hier
werd do hand van den vreemden heerscher
al bij voorbaat gevoeld.
Over iedere samenvoeging van gemeen
ten valt te praten, de kwestie is gewichtig
genoeg. Maar wil men tot een redelijke op
lossing komen dan mag in de allereerste
plaats geëischt, dat men van weerszoden de
volle beschikking heeft over alle ten dienste
staande aanvals- en afweermiddelen. Van die
mogelijkheid v 1 /Engwirden a priori be
roofd. Prof. vin t Grinten merkt het zoo
treffend op: „Voor dezen tijdelijken burge
meester kan de behartiging van de belangen
Van /Engwirden ten slotte slechts bestaan in
medewerking aan het streven tot opheffing
van de gemeente".
Op de voor Engwirden zoo pijnlijke beslis
sing van Frieslands Commissaris is den
18den Juni jL een niet minder grievende
decisie gevolgd van het college, waarvan de
Commissaris Voorzitter is.
De kwestie was, dat de Raad der gemeente
een post van 300 gulden op de begrooting
had gebracht wegens kosten, voortvloeiende
uit de behartiging van de belangen der ge
meente in verband met de tijdelijke burge
meestersbenoeming en de voorgenomen
lijving. Een bedrag van slechts ƒ300 voor
een dergelijk doel mag uiterst sober worden
geacht
Dit beleid van het gemeentebestuur, dat
o.a. ten doel had om het advies in te winnen
van een deskundige als Prof. van der Grinten
werd door Gedeputeerde Staten gedepriceerd
tot „agitatie". Tevens werd opgemerkt, dat
het gemeentebestuur wettelijk geenerlei in
vloed op de burgemeestersbenoeming kan
uitoefenen en dat dus de gelden, voor dit
doel op de begrooting uitgetrokken, zijn be
stemd voor een onwettig doel. Zelfs werd ge
sproken van verspilling van gelden, waar
mee ter bereiking van het gestelde doel niets
kan worden uitgericht
Het betoog van Frieslands Gedeputeerden
Is verbluffend van eenvoud en wellicht daar
om zoo onjuist Maar nog eenvoudiger ware
het voor het College geweest een blik te wer
pen op art 148 der Grondwet, hetwelk staat
in de afdeeling „Van de gemeentebesturen"
en dat aldus luidt: „De gemelde besturen
kunnen de belangen van hun gemeenten en
an haar ingezetenen voorstaan bij den Ko
ning, bij de Staten-Generaal en bij de Staten
der provincie, waartoe zij behooren". En mis
schien wil men in het Leeuwarder Gouverne
mentshuis nog wel eenigszins toegeven, dat
gemeestersbenoeming in of tegen
het belang eener gemeente kan zijn.
Dit wat de Burgemeestersvoorziening be
treft Ten aanzien van de „inlijving" heet het
in de beslissing van Gedeputeerden, dat die
zelfde agitatie voerende vroede vaderen weer
als deskundigen bij uitnemendheid moeten
worden beschouwd op hèt terrein der plaat
selijke toestanden en belangen, zoodat aan
voorlichting van anderen geen behoefte be
staat Het is mogelijk, dat men ter provin
ciale Griffie van Friesland op e^n dusdanige
mate van onafhankelijkheid mag b
daarom uit minzaamheid van lagere orga
nen eenzelfde verwachting koestert Maar de
werkelijkheid leert dat gemeentebesturen, die
ernst maken met hun zaken, verstandig doen
in moeilijke aangelegenheden zich van des
kundigen bijstand te voorzien, temeer als
het daarbij gaat om hun levensbelangen en
deze door hoogere organen worden ver
onachtzaamd.
Dat kan /Engwirden ons leeren.
De jongste phase bereikte de /Engwirden-
sche kwestie met het antwoord van den
Minister van Binnenlandsche Zaken op vra
gen van den heer Hiemstra, dat Vrijdag 1.1.
werd ingezonden.
Daarbij wordt het betoog van Prof.
der Grinten, die de door den Commissaris
der Koningin aan art 77, derde lid, der Ge
meentewet gegeven toepassing in strijd
achtte met de bedoeling dier wetsbepaling,
als niet genoegzaam klemmend verworpen.
Maar eenig bewijs ten gunste der gegeven
uitlegging verstrekt Minister Ruys niet Als
zoodanig kan althans niet worden aange
merkt het beroep op de omstandigheid, dat
bij de voorbereiding der vereeniging van
Schoten en Spaarndam met Haarlem aan
het wetsartikel eenzelfde uitlegging werd ge
geven. Eerstens was daar de zaak, naar we
ons meenen te herinneren, reeds in een ver
gevorderd stadium. Maar wat het voor
naamste is: het feit van een vroeger ge
beuren kan nooit het bewijs zijn voor de
juistheid der handeling.
De tweede opmerking van den Minister is,
jammer genoeg, een beetje „hoog", iets wat
van onzen even gemoedelijken als hof
felijker Minister-President niet gewoon is.
Met het betoog, dat ton aanzien van de fei
telijke omstandigheden het inzicht van het
plaatselijk bekend orgaan, den Commissaris
der Koningin, meer richtsnoer gevend moet
worden geacht dan dat van den Nijmeeg-
schen hoogleeraar in het Staatsrecht, wordt
de kwestie wat al te luchtig behandeld.
Wil de Minister deze uitspraak vast hou
den, dan kennen wij een orgaan dat plaat
selijk nog beter bekend is dan de Commissa
ris: het gemeentebestuur. Zal het in
de toekomst regel worden, dat in feitelijke
kwesties Kroon en Gedeputeerden zich neer
leggen bij het oordeel van dat orgaan, dat
plaatselijk het meest georiënteerd is? Dan zal
de vrijheid der gemeentebesturen aanmer
kelijk toenemen en zullen Frieslands Gede
puteerden heelwat moeten inbinden.
Met 's Ministers algemeenheid komt men
er niet De vraag was, wie i n c a s u het juiste
standpunt innam en op deze vraag geeft de
heer Ruys geen antwoord.
Als het antwoord ten slotte ook niet aan
Prof. van der Grinten toegeeft, dat do gege-
toepassing van art. 77, derdo lid, der
Gemeentewet on rede 1 ij k is, gaat daar
tegen niet in de laatste plaats onze beden
king. Dat het verzet van /Engwirden door
benoeming van den Schoterlandschen Secre
taris ernstig wordt gebreideld, is voor geen
tegenspraak vatbaar, /Engwirden mist straks
den krachtigsten steun, dien het zoo noodig
heeft als het gaat om haar gemeentelijke
zelfstandigheid. Omtrent de wenschelijkheid
vanal -of niet-samenvoeging is daarmee niets
gezegd. Maar wit ook de afloop zij, ge-
wenscht is, dat alle partijen zoo sterk mo
gelijk in den strijd komen. Thans geschiedt
dit niet
Het teleurstellende in hetgeen zich rondom
/Engwii Jen afspeelt is, dat het bewijst hoe
Gedeputeerden van Friesland niet genoeg
zaam zijn doordrongen van de noodzakelijk
heid om aan de gemeenten die vrijheid van
beweging te laten, die Grondwet en Gemeen,
tewet hün waarborgen. Daarover rees in het
Noorden al herhaaldelijk geschil.
Te hopen is, dat de beslissing der Kroon:
straks bevrediging mag schenken. Al houden
we er rekening mede, dat de Commissaris
heeft gehandeld in overleg met de Regeering
en al geeft het antwoord van Minister Ruys
niet veel moed, toch valt moeilijk aan te
nemen, dat de Kroon het besluit van Gedepu
teerde Staten van Friesland zal dekken.
WERKLOOSHEID EN LOONPEIL
OFFICIEELE BERICHTEN
ONDERSCHEIDINGEN.
Bij K. B. is toegekend de aan de orde
van Oranje-Nassau verbonden eeremedaille,
in zilver, aan mej. H. C. Telle, geb. Steke-
tee, vroedvrouw te Voorburg.
DE WINKELSLUITINGSWET.
ADRES AAN DE EERSTE KAMER.
Het hoofdbestuur van „De Hanze", Bond
in R. K. Vereenigingen van den handcl-
drijvenden en industrieelen Middenstand in
het Aartsbisdom Utrecht, heeft een adres
gericht tot de Eerste Kamer met verzoek
het wetsontwerp „De Winkelsluitingswet"
wel te willen aanvaarden.
BEHOUD VAN
NATUURMONUMENTEN
KASTEEL „BOUVIGNE".
In antwoord op de aan den Minister van
Onderwijs gedane mededeeling betreffende
den aankoop door de gemeente Ginneken
van het kasteel „Bouvigne", heeft deze,
naar het „Dgbl. v. N.B." meldt, bericht, dat
hij met groote ingenomenheid van het
raadsbesluit heeft kennis genomen. De Mi
nister verheugt er zich over, dat door dien
aankoop van het kasteel, het voortbestaan
van het gebouw' en zijn prachtige omge
ving is gewaarborgd.
Voor dit besluit dankt de Minister den
Raad.
B. B. N.
LEGESGELDEN VOOR RIJBEWIJZEN.
Volgens de Motor- en Rijwielwet moeten
de rijbewijzen om de twee jaar worden ver
nieuwd. De reeds bestaande ontevredenheid
over deze telkens terugkeerende heffingen
wordt nog vergroot door de omstandigheid,
er groot verschil in de bedragen dier
heffingen bestaat In de provincies Gronin
gen, Overijssel en Noord-Holland is slechts
één gulden verschuldigd, in de andere pro
vincies zijn de bedragen hooger, in enkele
zelfs f 2.50. Naar aanleiding van deze ver
schillen heeft de Bond van Bedrijfsauto
houders in Nederland zich tot de provin
ciale besturen, die meer dan één gulden
heffen, gewend, om het bedrag ook voor
jprovincies op één gulden te stellen.
II.*)
Van de „gebruikelijke redeneering" hier
voor geschetst, kwam een voorbeeld voor in
„De Telegraaf" van 8 dezer, in een artikel
\an Dr. A. R. Zimmerman, getiteld „Zijn
loonen onveranderlijk?" Hoe loonsverlaging
tot vermindering van werkloosheid leidt,
wordt als volgt beredeneerd: Een loonsver
laging zal het prijsniveau „over de geheele
linie naar beneden brengen. Zij zal prijs-
verminderend werken, want alle kostprij
zen zullen vallen. Dit zal de vraag doen
toenemen. En ook de vraag naar arbeid in
tal van bedrijven, die thans met de prijzen
welke zij maken, de onveranderde loonen
niet kunnen dragen. De werkloosheid zal
afnemen en liet leven zal goedkooper wor
den ten bate van allen".
De aantrekkelijkheid van deze redenee
ring is wellicht gelegen in haar eenvoud,
maar bevredigend is ze allerminst. Dr.
Zimmerman vindt het blijkbaar niet van
belang om te onderzoeken welken invloed
een algemeene loonsverlaging zal uitoefe
nen op de grootte der koopkracht. Toch is
dit onderzoek beslissend voor het antwoord
op de vraag of prijsvermindering werkelijk
een vergrooting van den omzet ten gevolge
zal hebben. Dat de conclusie van een toe
nemende vraag en een afnemende werk
loosheid op z'n minst voorbarig is, volgt
ook wel uit den laatsten zin van het ar
tikel, die aldus luidt: „De productie zal
door den algemeenen val van het cij-
ferpeil niet alleen niet afnemen, maar ver
moedelijk toenemen, en als dat zoo is, dan
is moeilijk in te zien, dat de materieele toe
stand der talrijkste bevolkingsklasse zoude
achteruitgaan, ook al wordt alles dan
lager cijfers uitgedrukt". Dit slot is noch
overtuigd noch overtuigend. Daarom is ook
dit betoog er niet in geslaagd om maar
eenigszins aannemelijk te maken, dat loons
verlaging tot vermindering van werkloos
heid leidt
ONTWERP „CURSUSWET"
HET TWEEDE RAPPORT VAN DE
STAATSCOMMISSIE. ..VAN
WIJNBERGEN"
INGEZONDEN MEDEDEELING.
NED. HERV. JONGEL. VEREEN
OP GEREF. GRONDSLAG
Uitgaande ran den Ring Schoonhoven cn
Omstreken van bovengenoemden bond zal
Woensdag 30 Juli op het terrein naast de
Ned. Herv. Kerk te Ameide een landdag
gehouden worden. Aanvang 2.30 uur.
Als sprekers treden op: Ds. E. Schimmel
in Ameide, Ds. P. A. A. Klüsener van
Wanswerd, Ds. A. Luteyn van Huizen, de
heer J. Kars, G. O. te Brandwijk en Ds. A.
H. J. G. van Voorthuizen van Lage Vuur-
sche.
DE KOUSENFABRIEK TE
EYGELSHOVEN
EEN PROCEDURE VAN EYGE^JHOVEN
In de vergadering van den gemeenteraad
van Eygelshoven, deelde de voorzitter mede,
dat B. en W. in de eerst-volgende vergade
ring zullen voorstellen een civiele procedure
te voeren tegen do Gebrs. van Bree uit
Geldrop, die hadden afgezien van de vesti
ging van een kousen fabriek, hoewel de ge
meente reeds verschillende onkosten dien
aangaande had gemaakt.
HET PROVINCIEHUIS TE
HAARLEM
ESN GESCHENK AAN PROV. STATEN
De gemeente Haarlem heeft aan dc Prov.
Staten van Noord Holland een geschenk
aangeboden in den vonn van een glas-in-
lood-raam, gemaakt naar ontwerp van den
heer Bogtman.
Gister is dit raam geplaatst op de daar
>or bestemde plaats n het Gouvernement
aan de Dreef, nl. in het trappenhuis.
Het raam bestaat uit rijf tien ruiten, waar-
Waar ons uiteindelijk doel is om $lé voor
waarden te vinden, waaraan voldaan moet
worden, opdat aan de huidige depress
einde kome, hebben we ons speciaal
twee dingen rekenschap te geven:
lo. van de structuur van ons tegenwoor
dig productie-systeem, nl. een overheer-
schende positie van de productie van
massa-artikelen, tevens productie voor dc
(consumenten-) massa;
2o. van de beteekenis van een depressie,
nl. een-disharmonie tusschen productie en
koopkracht in dien zin, dat de koopkracht
te zwak is ten opzichte van de productie.
De conclusie, die hieruit getrokken kan
wprden, is dan deze, dat een goede gang
van zaken slechts mogelijk is bij een ster
ke koopkracht der massa, m.a.w. de uitweg
uit de depressie is slechts te zoeken in een
algemeene (relatieve) verhoo-
ing van de koopkracht der
Practisch beteekent dit ten eerste, dat de
productie per eenheid van productiemid
delen zoo hoog mogelijk moet zijn (waartoe
rationalisatie en efficiency zeer veel kun-
bijdragen) en ten tweede, dat het
reëele loon in ieder geval zal moeten stij
gen. Eerst wanneer algemeen aan deze
tweede eisch voldaan wordt, zal de koop
kracht der massa de gewenschte stijging
vertoonen. Hoe is nu deze stijging der
koopkracht te verwerketijken? Practisch
komt slechts één middel in aanmerking:
nl. een daling van de verkoopsprijzen der
voornaamste artikelen. Wanneer we dan
ook de statistieken uit vroeger depressies
nagaan, dan blijkt dat inderdaad het prijs
peil tegen het einde eoner depressie een
"inzienlijke daling vertoont. En wanneer
t de huidige depressie nog een normale
uitweg mogelijk is, dan zal deze alleen te
bereiken zijn via een algemeene prijsda
ling. In dit opzicht zijn de teekenen niet
al te ongunstig. Hoewel in de kleinhandels
prijzen nog gieen noemenswaardige daling
is te constateeren, vertoonen de groothan-
delsprijzen sedert 1928 een geleidelijken te-
ruggang; was het indexcijfer hiervan over
de jaren 1926 tot en met 1929 gemiddeld
resp. 145, 14S, 149, 142 in de eerste maan
den van dit jaar bedroegen de cijfers resp
131, 126, 122, 122, 118.") Bij deze daling
bleef die van de kleinhandelsprijzen echter
aanzienlijk ten achter.
Daalt het prijsniveau niet aanzienlijk,
m.a.w. stijgt de totale koopkracht niet, dan
is het zeer wel mogelijk, dat de industrie
(voorloopig) een behoorlijke winst maakt
maar een algemeene verbetering zal niet
intreden. Evenmin, wanneer het prijsniveau
daalt, terwijl gelijktijdig de werkloosheid
aanzienlijk toeneemt Men vraagt zich dan
ook af, of in Engieland, waar het aantal
werkloozen tegenwoordig met 75.000 per
week toeneemt, nog een oplossing langs
normalen weg mogelijk is.
Zitten we eenmaal in een depressie, dan
kan loonsverlaging in een onderneming
aan deze hoogstens tijdelijk ten goede ko
men, nl. voor zoover de totale koopkracht
niet te sterk daalt en zoolang de concur
rent niet eveneens tot loonsverlaging over
gaat Dat een algemeene verlaging van het
loonpeil trouwens in geen enkel opzicht ver
betering brengt, blijkt voldoende uit het
geen we thans in Duitsehland en Engeland
zien gebeuren. Vooral het voorbeeld van
Duitsehland met z'n 3.000,000 werkloozen
dit opzicht leerzaam. Hopelijk zal ook
daardoor in ruimer kring het bewustzijn
levend worden, dat loonsverlaging aller
minst de oplossing van het werkloosheids
probleem beteekent integendeel, ons nog
dieper in het moeras brengt
Ir. C G. MEEDER.
Het eerste artikel stond in ons blad
van Dinsdag 22 Juli.
Ontleend aan het Maandschrift van
het Centraal Bureau voor Statistiek. In
dexcijfer voor 1913 is 100.
•erkende Vereenigingen op het
gebied van het Nijverheidsonderwijs, heb
ben zich met een uitvoerig adres gericht
tot den Minister van Onderwijs, aan welk
adres wij het volgende ontleenen:
Bij lezing van het rapport der Staatscom
missie, ingesteld bij K. B. van 7 Maart 1927
No. 5 uitgebracht in Maart 1930, werd met
leedwezen geconstateerd, dat door genoem
de Staatscommissie op geenerlei wijze re
kening is gehouden met de wenschen van
bovenbedoelde vereenigingen.
Nu het de bedoeling van Uw Excellentie
blijkt te zijn, het ontwerp „Cursuswet", zij
het dan in gewijzigden vorm, wederom bij
de Tweede Kamer der Staten-Generaal in
te dienen, wenschen zij de aandacht te
vestigen op de groote daartegen gerezen
bezwaren in alle kringen van de bij het
Avond - Nijverheidsonderwijs betrokkenen,
welke beswaren eveneens en in niet min
dere mate bestaan bij allen, die bij hei
Dag-Nijverheidsonderwijs zijn betrokken.
De Vereenigingen stellen het op prijs te
verklaren, dat zij een regeling zullen waar-
deeren, welke meer onderwijs aan de rij
pere jeugd mogelijk zal maken.
Zij meenen evenwel stelling te moeten
nemen tegen de opneming van het reeds
door de Nijverheidsonderwijswet uitstekend
georganiseerde en als gevolg daarvan, goed
functionneerende'Avond - Nijverheidsonder
wijs in de „Cursuswet".
Zij vragen bovendien de aandacht voor
hetgeen te dien aanzien reeds is ge
publiceerd in het Negende Verslag (Kalen
derjaar 1929)van de Bezuinigingscommis
sie onder-paragraaf 7, Nijverheidsonderwijs
alsmede het Rapport der commissie, in
gesteld door het Ned. Jeugdleiders-Insti
tuut inzake het Wetsontwerp voor
Aanvullend onderwijs, behandeld op
zesde Jeugdleidersconferentie, gehouden op
Zaterdag 15 Maart 1939 te Amsterdam.
00 grond van deze ernstige bezwaren
verzoeken zij den Minister dringend:
a. de vakken, genoemd in artikel 11, sub
b van het ontwerp „CursusAvet" ingediend
bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal
hij Koninklijke Boodschap van 2 Februari
1929 daaruit te lichten, omdat door deze be
paling het organische geheel -van het Nij
verheidsonderwijs zal worden verbroken,
waardoor het Avond - Nijverheidsonder
wijs ernstig in zijn bestaan zal worden
getroffen;
b. voorstellen beoogende intrekking van
tikel 11 der Wet van 2S Juli 1924, Staats
blad no. 367. (Stopartikel) bij de Tweede
Kamer aanhangig te willen maken.
Aan dit adres is toegevoegd een uitvoe
rige Memorie van Toelichfing, waarin o.m.
■dt gezegd:
ét voorloopig rapport vai\ de Staats
commissie, getuigde van een ontstellend
gebrek aan kennis en waardeering van het
Avond-Nijverheidsonderwijs nu de Staats-
die het samenstelde, meende
dit onderwijs te kunnen vergelijken met
het „Aanvullend Onderwijs".
De teleurstelling was algemeen en de bij
dit Avond-Nijverheidsonderwijs bctrokkc-
len, zochten en vonden elkaar voor het
j'oeren van een gemeenschappelijke actie
tot het hehoud van het goed georganiseerde
A von d-Ni j verh e i dson d e rw ijs.
Het in Maart 1930 verschenen rapport
ran de eerder genoemde Staatscommissie
heeft niet aan hun verwachtingen be
antwoord.
Wel wordt thans voorgesteld en hier
uit blijkt duidelijk, dat de Staatscommissie
niet geheel zeker is van do doeltreffend
heid van haar voorstel ten opzichte van
het Avond-Nijverheidsonderwijs om een
proef te nemen gedurende een tijdvak van
vijf jaren, doch de samenwerkende ver
eenigingen willen er op wijzen, dat dit on
derwijs juist door een reeks van proef
nemingen is geworden, wat het nu is.
De samenwerkende vereenigingen heb
ben zich niet uitgesproken tegen een wette
lijke regeling van het niet- of onvoldoend
geregelde .„Aanvullend onderwijs"; integen
deel, zij willen naar vermogen medewer
ken aan een alleszins aanvaardbare rege
ling van het „Aanvullend Onderwijs", doch
zij kunnen en mogen de meening niet on
derschrijven, dat het avond-nijverheidson-
derwijs zou zijn „Aanvullend onderwijs".
Het Avond-Nijverheidsonderwijs eischt
een geheel andere sfeer en een andere
leiding dan, blijkens het rapport van de
meergenoemde staatscommissie, wensche-
lijk geacht wordt voor het „Aanvullend
onderwijs aan de niet leerplichtige jeugi".
Het Avond-Nijverheidsonderwijs dient te
worden gegeven door leeraressen en lee
raren die, na theoretische vooropleiding,
eerst na jarenlange praktijkervaring daar
voor geschikt zijn.
Zij moeten voor iederen cursus voorbe
reidende werkzaamheden verrichten, als
het maken van voorbeelden, enz.
Rekening houdende met de zich steeds
wijzigende practijk en het toepassen van
nieuwe technische constructies, zullen zij
ook buiten i de schooltijden daaraan hun
voortdurende aandacht moeten geven.
Het is niet denkbeeldig, dat de leerlin
gen daardoor een grooten invloed zullen
gaan uitoefenen op do wijze, waarop een
cursus zal worden ingericht, hetgeen een
geest van ongebondenheid, ja zelfs van
anarchie zal doen ontstaan, welke bij het
Technisch onderwijs zooals het op onze
Avond-Nijverheidsscholen wordt gegeven,
niet kan worden geduld.
De verschillende lessen eener Avond-
Nijverheidsschool moeten toch voor ieder
vak een onderling aaneensluitend geheel
vormen, waarhij het geregeld volgen van
lessen de eeniee waarborg kan zijn.
Dr H.MANNING'S
SUPP05IT0RIA
(Zetpillen tegen aambeien.)
(^3ppë5öï'W*n-l
ƒ1.75 per doosje van 12 stuks.
HET GOKSCHIP
Het weerbericht zegt: weinig of geen re
gen; en.het plasregent. Ik vraag me af. hoe
het water zal vallen, als de Bilt regen ver
wacht
En dat doe ik niet alleen, die heerlijk in
een frissche kamer zit te werken, droog en
beschut; maar allen, die interesse hebhon bij
badplaatsen en pension-oorden; hetzij dan
vacantie-achtige dan wel financieele inte
resse. Want hier loopen bij consumenten en
producenten de belangen parallel.
Echter, een Hollandsch spreekwoord, dat
niet van Hollandsche nauwgezetheid bij
zakendoen getuigt; zegt. dat er geen land is,
waar het niemand goed gaat.
En de exploitanten van hotels, strand
tenten en plezierbooten mogen klagen over
het pechseizoen; er was althans te Scheve-
ningen één, die reeds een zoet winstje bin
nenhaalde.
Ge herinnert u wellicht de mededeelingen
aangaande het „amusementsschip", dat tij
dens de zomermaanden voor Scheveningen
zou ankeren, en voor het mondaine leven
zich zou onttrekkeji aan de "Nederlandsche
wetgeving.
Daar zou men pret kunnen maken, gok
ken, dansen en drinken, zooveel men wilde.
Wellicht was men zelfs wel vrij van den
jeneveraccijns, omdat de drank buiten de
territoriale waterèn geschonken zou worden.
Het gokschip is er echter niet Het is niet
in den laatsten slorm van dezen herfst ver
ongelukt; maar het is niet in de vaart ge
bracht
Echter, een gokschip was het toch wel.
Er is, niet op het schip, maar met het schip,
reeds aardig gegokt.
Een zekere meneer S., de organisator van
het mislukte plan (ware het gelukt, dan
sprak met met eerbied van den kranigen,
ondernemenden heer Sheeft reeds aar
dige sommetjes aan onkosten verbruikt en
een notaris zag kans een rekening te maken
van 2f.000; ongetwijfeld om er mee naar het
buitenland uit )o wijkenals vacantie-
ganger natuurlijk.
Doch waarschijnlijk gaat dit uitstapje
voorloopig don niet door; want Volk en
Voorwaarts vertellen:
„Zoo goed als reeds dc Nederland sche ban
ken, gelijk bijv. de Incasso Bank zich van
den heer S. losmaakten, doen zulks thans ook
Fransche relaties, die er niet van ge
diend zijn, dat hun rekeningen gepresen
teerd werden van tal door S. gemaakte on
kosten.
Erger, zij moeten zich te dezer zake in ver
binding hebben gesteld met een Haagschen
advocaat, mr. Becker, en het resultaat van
het bezoek van een hunner aan Den Haag
zou zijn geweest, dat bij de Nederlandsche
justitie tegen den heer S. een klacht wegene
oplichting is ingediend.
Boeker kon, zich beroepende op zijn
ambtsgeheim, de feiten niet bevestigen, doch
ook niet ontkennen."
Het heeft er dus toch alle kans van, dot
de organisator op anderer kosten met vacan
tie kan gaan en dat hij dan ook ecu uitgaans-
kas kan vormen. Er is echter wel een beetje
erschil, of men van zee uit de blonde dui-
len van Scheveningen ziet, dan dat men in
de duinen „zit".
goede onderwijsresultaten worden
an de middelste het wapen van Noord verkregen.
Holland voorstelt. Op de ruit daarboven Hot doel van meergenoemde Staatscom-
staat een gravenkroon terwijl op de boven missie voor oen zoo groot mogelijk aantal
ste ruit het wapen van Haarlem staat Daar Ivan de niet leerplichtige jeugd onderwijs-
omheen zijn verschillende Haarlemsche gelegenheid te scheppen, kan voor wat
stadsgezichten gegroepeerd, |het Nijverheidsonderwijs betreft op mln-
NED. VOLKENBONDS
GEZELSCHAP
TE KONINGSBERGEN EN DANTZIG.
De delegatie, door de Vereeniging voor
Volkenbond en Vrede, on.Ier leiding van
Mr. J. Schokking, oud-minister van Justiti
en den algemeenen secretaris dior vereeni
ging uitgezonden, bezociu op zijn terugreis
Koningsbergen, dat door het gezelschap be
zichtigd werd.
Aangezien het slechte weer niet toeliet
bij het standbeeld van Kant te spreken,
zooals aanvankelijk het voornemen was, gaf
Prof. Goediekcmeyer, verbonden aan do
universiteit te Koningsbergen, een koro
uiteenzetting van de beteekenis van Kant's
figuur.
Een krans met linten in de Nedorlandschg
kleuren werd bij het graf van Kant neer
gelegd.
Denzelfden avond vertrok men naarDant-
zig. Namens de Dantziger Liga fflr den
Vólkerhund en den senaat werd het gezel
schap hier welkom geheeten.
Des avonds vertrok het grootste deel van
het reisgezelsehap, door vertegenwoordiger*
van de Dantziger Völkerbundliga en auto
riteiten uitgeleide gedaan, via Berlijn naar
Nederland.
BOOTTREIN N.V. STOOMVAART
MIJ. ..NEDERLAND"
Het agentschap der N. V. Stoomvaart Mij.
„Nederland", de firma Knyper, Van Dam
en Smeer te Rotterdam, meldt, dat de l»ont-
trein. aansluiting gevend op hel s s. „Prins
der Nederlanden", hetwelk 25 Juli a s.
Genua zal afvaren. Donderdagmorgen «BI
dezer zal vertrekken van Rotterdam (Mass)
'e 8 uur 16. Vertrek van 's-Gravcnhago
(S.S.) te 8 uur 47.
der kostbare en meer doeltreffende wijze
worden verwezenlijkt.
Wanneer den hestaanden Avond-Nijver»
heidsscholen gelegenheid wordt p-gevt n
hun werkingssfeer uit te breiden, zal een
zeer groot deel van de niet lorrplirhtieo
jeugd onderwijs ontvangen, dat geheel
gericht is op het door hen gekozen nmhacht
of beroep.
-zo uitbreiding wordt thans belemmerd
door do bepalingen in artikel 11 der Wet
van 28 Juli 1921, Staatsblad no. 367. (Stop
artikel).