JUrtuur ^ri&sdjr (Timranl Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken EERSTE BLAD. VAGANTIE-ADRESSEN RONDOM JENGWIRDEN BINNENLAND. ABONNEUBNTi Per kwartaal 325 (Beschlkklngskosten 10.15) ^er week 9.25. .Voor het Buitenland bij Weke- lijksche zending Öi] dagelij ksche zending *7.— Alles bij vooruitbetaling Losse nummers 5 cent met Zondagsblad 7 A cent Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar No 3106 Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 Postbox 20 WOENSDAG 23 JULI 1930 Postgiro 58936 ADVERïESTirNi Van 1 tol 5 retell f 1.17!^ bike reael oieer .0.22^ Inge? Aedederllngei. van 1—6 regels Elke regel meer .0.41 Bij contract belangrijke korting. Voor het bevragen aan het bureau wordt berekend0.11 "Oe Jaargang Oil nummer bestaat uit URIE bladen Met het oog op de groote drukte bij onze administratie, nu zoo velen onzei lezers met vacantie gaan, wordt men vriendelijk verzocht, deze tijdelyke adresveranderingen zoo spoedig mo gelijk op te geven, liefst enkele dagen van te voren. Komen zulke aanvragen op het laatste oogenblik, dan is het niet zeker, dat men aan z'n nieuwe adres direct den eersten dag de krant al ontvangt en hierop stellen de lezers self toch zeker even grooten prijs als wij. De moeiijlkheden, die rezen in de Friesche gemeente /Engwirden, mogen bekend wor den geacht. Tot een goed begrip van de nieuwe phase, waarin thans het geval /Eng wirden is getreden, willen we het ontstaan der kwestie in enkele punten samenvatten. Wat aardrijkskundig wordt aangeduid als Heerenveen, vormt geen afzonderlijke bur gerlijke gemeente. De bebouwde kom, die men met den naam Heerenveen noemt, is samengesteld uit stukken van drie verschil lende burgerlijke gemeenechappen. Men kan daarom begrijpen dat wel eens de gedachte opkwam om, wat zich geografisch als een geheel aandiende, ook tot een bur 1 ij k e eenheid samen te voegen. De gelegenheid om daarmee een aanvang te maken scheen gunstig, toen het burge meesterschap van een der drie gemeenten, /Engwirden, vacant kwam. Met terzijdestel ling van den Wethouder, die krachtens art 77, eetëto lid, der Gemeentewet als loco-Bur- fgemeester optrad, werd door den Commis saris der'Koningin in Friesland ter plaats- vervanging aangewezen de Secretaris van F Schoterland. En Schoterland is een der beide andere gemeenten, waarvan een deel tot Heerenveen behoort! Men kon moeilijk verwachten, dat het gemeentebestuur van /Engwirden zich bij dit besluit van Frieslands Gouverneur neerleggen. Tegen de toekomstige „inlijving" van /Engwirden, zooals het niet al te (lelijk'heette in een der overwegingen van den Commissaris, besloot de Raad zich te verzetten. En niet het minst ging het verweer van dit college tegen de wijze, waarop een eventueelo annexatie werd voorbereid en /Engwirden reeds bij voorbaat aan banden gelegd. In een advies, op uitnoodiging van het gemeentebestuur van /Engwirden door Prof. van der Grinten, hoogleeraar in het Staats- en Administratiefrecht te Nijmegen, uitge bracht, heeft deze gewezen op de onjuiste toe passing in dit geval van art, 77, derde lid, der Gemeentewet, dat luidt: „Onze Commis saris in de provincie kan ten allen tijde, in afwijking van de beide vorige leden (waarin gesproken wordt van het optreden als loco- Burgemeester van een Weüiouder of Raads lid) in.de vervanging voorzien". Door de letter dezer wetsbepaling wordt de heVoegdheid van den Commissaris in geenen deele beperkt, maar haar geschie denis en de parlementaire gedachtenwisse- ling toonen aan, dat de bijzondere bevoegd heid aan den Commissaris slechts met het oog op uitzonderingsgevallen ge schonken is. En het komt ons voor, dat een dergelijk geval hier niet aanwezig is. Immers, ongeschiktheid van den loco-Bur gemeester kan het motief niet zijn, want de Commissaris wijst dezen Wethouder zelf als zoodanig aan, terwijl hij al eerder gedurende een zevental maanden als zoodanig 'fun geerde. Voorts is het vraagstuk der /Engwlr- densche „inlijving" zelf nog zoo weinig ge vorderd, dat de aangewezen organen zich nog tot een beoordeeling der zaak zetten moeten. De ernstigste grief tegen deze Burgemees tersaanwijzing was echter wel, dat daarvoor de keuze viel op den Secretaris van Schoter land. Niet gemakkelijk zal men grievender Wijze kunnen bedenken om een gemeente met de toekomstige bcrooving van haar zelf standigheid op de hoogte te stellen. Hier werd do hand van den vreemden heerscher al bij voorbaat gevoeld. Over iedere samenvoeging van gemeen ten valt te praten, de kwestie is gewichtig genoeg. Maar wil men tot een redelijke op lossing komen dan mag in de allereerste plaats geëischt, dat men van weerszoden de volle beschikking heeft over alle ten dienste staande aanvals- en afweermiddelen. Van die mogelijkheid v 1 /Engwirden a priori be roofd. Prof. vin t Grinten merkt het zoo treffend op: „Voor dezen tijdelijken burge meester kan de behartiging van de belangen Van /Engwirden ten slotte slechts bestaan in medewerking aan het streven tot opheffing van de gemeente". Op de voor Engwirden zoo pijnlijke beslis sing van Frieslands Commissaris is den 18den Juni jL een niet minder grievende decisie gevolgd van het college, waarvan de Commissaris Voorzitter is. De kwestie was, dat de Raad der gemeente een post van 300 gulden op de begrooting had gebracht wegens kosten, voortvloeiende uit de behartiging van de belangen der ge meente in verband met de tijdelijke burge meestersbenoeming en de voorgenomen lijving. Een bedrag van slechts ƒ300 voor een dergelijk doel mag uiterst sober worden geacht Dit beleid van het gemeentebestuur, dat o.a. ten doel had om het advies in te winnen van een deskundige als Prof. van der Grinten werd door Gedeputeerde Staten gedepriceerd tot „agitatie". Tevens werd opgemerkt, dat het gemeentebestuur wettelijk geenerlei in vloed op de burgemeestersbenoeming kan uitoefenen en dat dus de gelden, voor dit doel op de begrooting uitgetrokken, zijn be stemd voor een onwettig doel. Zelfs werd ge sproken van verspilling van gelden, waar mee ter bereiking van het gestelde doel niets kan worden uitgericht Het betoog van Frieslands Gedeputeerden Is verbluffend van eenvoud en wellicht daar om zoo onjuist Maar nog eenvoudiger ware het voor het College geweest een blik te wer pen op art 148 der Grondwet, hetwelk staat in de afdeeling „Van de gemeentebesturen" en dat aldus luidt: „De gemelde besturen kunnen de belangen van hun gemeenten en an haar ingezetenen voorstaan bij den Ko ning, bij de Staten-Generaal en bij de Staten der provincie, waartoe zij behooren". En mis schien wil men in het Leeuwarder Gouverne mentshuis nog wel eenigszins toegeven, dat gemeestersbenoeming in of tegen het belang eener gemeente kan zijn. Dit wat de Burgemeestersvoorziening be treft Ten aanzien van de „inlijving" heet het in de beslissing van Gedeputeerden, dat die zelfde agitatie voerende vroede vaderen weer als deskundigen bij uitnemendheid moeten worden beschouwd op hèt terrein der plaat selijke toestanden en belangen, zoodat aan voorlichting van anderen geen behoefte be staat Het is mogelijk, dat men ter provin ciale Griffie van Friesland op e^n dusdanige mate van onafhankelijkheid mag b daarom uit minzaamheid van lagere orga nen eenzelfde verwachting koestert Maar de werkelijkheid leert dat gemeentebesturen, die ernst maken met hun zaken, verstandig doen in moeilijke aangelegenheden zich van des kundigen bijstand te voorzien, temeer als het daarbij gaat om hun levensbelangen en deze door hoogere organen worden ver onachtzaamd. Dat kan /Engwirden ons leeren. De jongste phase bereikte de /Engwirden- sche kwestie met het antwoord van den Minister van Binnenlandsche Zaken op vra gen van den heer Hiemstra, dat Vrijdag 1.1. werd ingezonden. Daarbij wordt het betoog van Prof. der Grinten, die de door den Commissaris der Koningin aan art 77, derde lid, der Ge meentewet gegeven toepassing in strijd achtte met de bedoeling dier wetsbepaling, als niet genoegzaam klemmend verworpen. Maar eenig bewijs ten gunste der gegeven uitlegging verstrekt Minister Ruys niet Als zoodanig kan althans niet worden aange merkt het beroep op de omstandigheid, dat bij de voorbereiding der vereeniging van Schoten en Spaarndam met Haarlem aan het wetsartikel eenzelfde uitlegging werd ge geven. Eerstens was daar de zaak, naar we ons meenen te herinneren, reeds in een ver gevorderd stadium. Maar wat het voor naamste is: het feit van een vroeger ge beuren kan nooit het bewijs zijn voor de juistheid der handeling. De tweede opmerking van den Minister is, jammer genoeg, een beetje „hoog", iets wat van onzen even gemoedelijken als hof felijker Minister-President niet gewoon is. Met het betoog, dat ton aanzien van de fei telijke omstandigheden het inzicht van het plaatselijk bekend orgaan, den Commissaris der Koningin, meer richtsnoer gevend moet worden geacht dan dat van den Nijmeeg- schen hoogleeraar in het Staatsrecht, wordt de kwestie wat al te luchtig behandeld. Wil de Minister deze uitspraak vast hou den, dan kennen wij een orgaan dat plaat selijk nog beter bekend is dan de Commissa ris: het gemeentebestuur. Zal het in de toekomst regel worden, dat in feitelijke kwesties Kroon en Gedeputeerden zich neer leggen bij het oordeel van dat orgaan, dat plaatselijk het meest georiënteerd is? Dan zal de vrijheid der gemeentebesturen aanmer kelijk toenemen en zullen Frieslands Gede puteerden heelwat moeten inbinden. Met 's Ministers algemeenheid komt men er niet De vraag was, wie i n c a s u het juiste standpunt innam en op deze vraag geeft de heer Ruys geen antwoord. Als het antwoord ten slotte ook niet aan Prof. van der Grinten toegeeft, dat do gege- toepassing van art. 77, derdo lid, der Gemeentewet on rede 1 ij k is, gaat daar tegen niet in de laatste plaats onze beden king. Dat het verzet van /Engwirden door benoeming van den Schoterlandschen Secre taris ernstig wordt gebreideld, is voor geen tegenspraak vatbaar, /Engwirden mist straks den krachtigsten steun, dien het zoo noodig heeft als het gaat om haar gemeentelijke zelfstandigheid. Omtrent de wenschelijkheid vanal -of niet-samenvoeging is daarmee niets gezegd. Maar wit ook de afloop zij, ge- wenscht is, dat alle partijen zoo sterk mo gelijk in den strijd komen. Thans geschiedt dit niet Het teleurstellende in hetgeen zich rondom /Engwii Jen afspeelt is, dat het bewijst hoe Gedeputeerden van Friesland niet genoeg zaam zijn doordrongen van de noodzakelijk heid om aan de gemeenten die vrijheid van beweging te laten, die Grondwet en Gemeen, tewet hün waarborgen. Daarover rees in het Noorden al herhaaldelijk geschil. Te hopen is, dat de beslissing der Kroon: straks bevrediging mag schenken. Al houden we er rekening mede, dat de Commissaris heeft gehandeld in overleg met de Regeering en al geeft het antwoord van Minister Ruys niet veel moed, toch valt moeilijk aan te nemen, dat de Kroon het besluit van Gedepu teerde Staten van Friesland zal dekken. WERKLOOSHEID EN LOONPEIL OFFICIEELE BERICHTEN ONDERSCHEIDINGEN. Bij K. B. is toegekend de aan de orde van Oranje-Nassau verbonden eeremedaille, in zilver, aan mej. H. C. Telle, geb. Steke- tee, vroedvrouw te Voorburg. DE WINKELSLUITINGSWET. ADRES AAN DE EERSTE KAMER. Het hoofdbestuur van „De Hanze", Bond in R. K. Vereenigingen van den handcl- drijvenden en industrieelen Middenstand in het Aartsbisdom Utrecht, heeft een adres gericht tot de Eerste Kamer met verzoek het wetsontwerp „De Winkelsluitingswet" wel te willen aanvaarden. BEHOUD VAN NATUURMONUMENTEN KASTEEL „BOUVIGNE". In antwoord op de aan den Minister van Onderwijs gedane mededeeling betreffende den aankoop door de gemeente Ginneken van het kasteel „Bouvigne", heeft deze, naar het „Dgbl. v. N.B." meldt, bericht, dat hij met groote ingenomenheid van het raadsbesluit heeft kennis genomen. De Mi nister verheugt er zich over, dat door dien aankoop van het kasteel, het voortbestaan van het gebouw' en zijn prachtige omge ving is gewaarborgd. Voor dit besluit dankt de Minister den Raad. B. B. N. LEGESGELDEN VOOR RIJBEWIJZEN. Volgens de Motor- en Rijwielwet moeten de rijbewijzen om de twee jaar worden ver nieuwd. De reeds bestaande ontevredenheid over deze telkens terugkeerende heffingen wordt nog vergroot door de omstandigheid, er groot verschil in de bedragen dier heffingen bestaat In de provincies Gronin gen, Overijssel en Noord-Holland is slechts één gulden verschuldigd, in de andere pro vincies zijn de bedragen hooger, in enkele zelfs f 2.50. Naar aanleiding van deze ver schillen heeft de Bond van Bedrijfsauto houders in Nederland zich tot de provin ciale besturen, die meer dan één gulden heffen, gewend, om het bedrag ook voor jprovincies op één gulden te stellen. II.*) Van de „gebruikelijke redeneering" hier voor geschetst, kwam een voorbeeld voor in „De Telegraaf" van 8 dezer, in een artikel \an Dr. A. R. Zimmerman, getiteld „Zijn loonen onveranderlijk?" Hoe loonsverlaging tot vermindering van werkloosheid leidt, wordt als volgt beredeneerd: Een loonsver laging zal het prijsniveau „over de geheele linie naar beneden brengen. Zij zal prijs- verminderend werken, want alle kostprij zen zullen vallen. Dit zal de vraag doen toenemen. En ook de vraag naar arbeid in tal van bedrijven, die thans met de prijzen welke zij maken, de onveranderde loonen niet kunnen dragen. De werkloosheid zal afnemen en liet leven zal goedkooper wor den ten bate van allen". De aantrekkelijkheid van deze redenee ring is wellicht gelegen in haar eenvoud, maar bevredigend is ze allerminst. Dr. Zimmerman vindt het blijkbaar niet van belang om te onderzoeken welken invloed een algemeene loonsverlaging zal uitoefe nen op de grootte der koopkracht. Toch is dit onderzoek beslissend voor het antwoord op de vraag of prijsvermindering werkelijk een vergrooting van den omzet ten gevolge zal hebben. Dat de conclusie van een toe nemende vraag en een afnemende werk loosheid op z'n minst voorbarig is, volgt ook wel uit den laatsten zin van het ar tikel, die aldus luidt: „De productie zal door den algemeenen val van het cij- ferpeil niet alleen niet afnemen, maar ver moedelijk toenemen, en als dat zoo is, dan is moeilijk in te zien, dat de materieele toe stand der talrijkste bevolkingsklasse zoude achteruitgaan, ook al wordt alles dan lager cijfers uitgedrukt". Dit slot is noch overtuigd noch overtuigend. Daarom is ook dit betoog er niet in geslaagd om maar eenigszins aannemelijk te maken, dat loons verlaging tot vermindering van werkloos heid leidt ONTWERP „CURSUSWET" HET TWEEDE RAPPORT VAN DE STAATSCOMMISSIE. ..VAN WIJNBERGEN" INGEZONDEN MEDEDEELING. NED. HERV. JONGEL. VEREEN OP GEREF. GRONDSLAG Uitgaande ran den Ring Schoonhoven cn Omstreken van bovengenoemden bond zal Woensdag 30 Juli op het terrein naast de Ned. Herv. Kerk te Ameide een landdag gehouden worden. Aanvang 2.30 uur. Als sprekers treden op: Ds. E. Schimmel in Ameide, Ds. P. A. A. Klüsener van Wanswerd, Ds. A. Luteyn van Huizen, de heer J. Kars, G. O. te Brandwijk en Ds. A. H. J. G. van Voorthuizen van Lage Vuur- sche. DE KOUSENFABRIEK TE EYGELSHOVEN EEN PROCEDURE VAN EYGE^JHOVEN In de vergadering van den gemeenteraad van Eygelshoven, deelde de voorzitter mede, dat B. en W. in de eerst-volgende vergade ring zullen voorstellen een civiele procedure te voeren tegen do Gebrs. van Bree uit Geldrop, die hadden afgezien van de vesti ging van een kousen fabriek, hoewel de ge meente reeds verschillende onkosten dien aangaande had gemaakt. HET PROVINCIEHUIS TE HAARLEM ESN GESCHENK AAN PROV. STATEN De gemeente Haarlem heeft aan dc Prov. Staten van Noord Holland een geschenk aangeboden in den vonn van een glas-in- lood-raam, gemaakt naar ontwerp van den heer Bogtman. Gister is dit raam geplaatst op de daar >or bestemde plaats n het Gouvernement aan de Dreef, nl. in het trappenhuis. Het raam bestaat uit rijf tien ruiten, waar- Waar ons uiteindelijk doel is om $lé voor waarden te vinden, waaraan voldaan moet worden, opdat aan de huidige depress einde kome, hebben we ons speciaal twee dingen rekenschap te geven: lo. van de structuur van ons tegenwoor dig productie-systeem, nl. een overheer- schende positie van de productie van massa-artikelen, tevens productie voor dc (consumenten-) massa; 2o. van de beteekenis van een depressie, nl. een-disharmonie tusschen productie en koopkracht in dien zin, dat de koopkracht te zwak is ten opzichte van de productie. De conclusie, die hieruit getrokken kan wprden, is dan deze, dat een goede gang van zaken slechts mogelijk is bij een ster ke koopkracht der massa, m.a.w. de uitweg uit de depressie is slechts te zoeken in een algemeene (relatieve) verhoo- ing van de koopkracht der Practisch beteekent dit ten eerste, dat de productie per eenheid van productiemid delen zoo hoog mogelijk moet zijn (waartoe rationalisatie en efficiency zeer veel kun- bijdragen) en ten tweede, dat het reëele loon in ieder geval zal moeten stij gen. Eerst wanneer algemeen aan deze tweede eisch voldaan wordt, zal de koop kracht der massa de gewenschte stijging vertoonen. Hoe is nu deze stijging der koopkracht te verwerketijken? Practisch komt slechts één middel in aanmerking: nl. een daling van de verkoopsprijzen der voornaamste artikelen. Wanneer we dan ook de statistieken uit vroeger depressies nagaan, dan blijkt dat inderdaad het prijs peil tegen het einde eoner depressie een "inzienlijke daling vertoont. En wanneer t de huidige depressie nog een normale uitweg mogelijk is, dan zal deze alleen te bereiken zijn via een algemeene prijsda ling. In dit opzicht zijn de teekenen niet al te ongunstig. Hoewel in de kleinhandels prijzen nog gieen noemenswaardige daling is te constateeren, vertoonen de groothan- delsprijzen sedert 1928 een geleidelijken te- ruggang; was het indexcijfer hiervan over de jaren 1926 tot en met 1929 gemiddeld resp. 145, 14S, 149, 142 in de eerste maan den van dit jaar bedroegen de cijfers resp 131, 126, 122, 122, 118.") Bij deze daling bleef die van de kleinhandelsprijzen echter aanzienlijk ten achter. Daalt het prijsniveau niet aanzienlijk, m.a.w. stijgt de totale koopkracht niet, dan is het zeer wel mogelijk, dat de industrie (voorloopig) een behoorlijke winst maakt maar een algemeene verbetering zal niet intreden. Evenmin, wanneer het prijsniveau daalt, terwijl gelijktijdig de werkloosheid aanzienlijk toeneemt Men vraagt zich dan ook af, of in Engieland, waar het aantal werkloozen tegenwoordig met 75.000 per week toeneemt, nog een oplossing langs normalen weg mogelijk is. Zitten we eenmaal in een depressie, dan kan loonsverlaging in een onderneming aan deze hoogstens tijdelijk ten goede ko men, nl. voor zoover de totale koopkracht niet te sterk daalt en zoolang de concur rent niet eveneens tot loonsverlaging over gaat Dat een algemeene verlaging van het loonpeil trouwens in geen enkel opzicht ver betering brengt, blijkt voldoende uit het geen we thans in Duitsehland en Engeland zien gebeuren. Vooral het voorbeeld van Duitsehland met z'n 3.000,000 werkloozen dit opzicht leerzaam. Hopelijk zal ook daardoor in ruimer kring het bewustzijn levend worden, dat loonsverlaging aller minst de oplossing van het werkloosheids probleem beteekent integendeel, ons nog dieper in het moeras brengt Ir. C G. MEEDER. Het eerste artikel stond in ons blad van Dinsdag 22 Juli. Ontleend aan het Maandschrift van het Centraal Bureau voor Statistiek. In dexcijfer voor 1913 is 100. •erkende Vereenigingen op het gebied van het Nijverheidsonderwijs, heb ben zich met een uitvoerig adres gericht tot den Minister van Onderwijs, aan welk adres wij het volgende ontleenen: Bij lezing van het rapport der Staatscom missie, ingesteld bij K. B. van 7 Maart 1927 No. 5 uitgebracht in Maart 1930, werd met leedwezen geconstateerd, dat door genoem de Staatscommissie op geenerlei wijze re kening is gehouden met de wenschen van bovenbedoelde vereenigingen. Nu het de bedoeling van Uw Excellentie blijkt te zijn, het ontwerp „Cursuswet", zij het dan in gewijzigden vorm, wederom bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen, wenschen zij de aandacht te vestigen op de groote daartegen gerezen bezwaren in alle kringen van de bij het Avond - Nijverheidsonderwijs betrokkenen, welke beswaren eveneens en in niet min dere mate bestaan bij allen, die bij hei Dag-Nijverheidsonderwijs zijn betrokken. De Vereenigingen stellen het op prijs te verklaren, dat zij een regeling zullen waar- deeren, welke meer onderwijs aan de rij pere jeugd mogelijk zal maken. Zij meenen evenwel stelling te moeten nemen tegen de opneming van het reeds door de Nijverheidsonderwijswet uitstekend georganiseerde en als gevolg daarvan, goed functionneerende'Avond - Nijverheidsonder wijs in de „Cursuswet". Zij vragen bovendien de aandacht voor hetgeen te dien aanzien reeds is ge publiceerd in het Negende Verslag (Kalen derjaar 1929)van de Bezuinigingscommis sie onder-paragraaf 7, Nijverheidsonderwijs alsmede het Rapport der commissie, in gesteld door het Ned. Jeugdleiders-Insti tuut inzake het Wetsontwerp voor Aanvullend onderwijs, behandeld op zesde Jeugdleidersconferentie, gehouden op Zaterdag 15 Maart 1939 te Amsterdam. 00 grond van deze ernstige bezwaren verzoeken zij den Minister dringend: a. de vakken, genoemd in artikel 11, sub b van het ontwerp „CursusAvet" ingediend bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal hij Koninklijke Boodschap van 2 Februari 1929 daaruit te lichten, omdat door deze be paling het organische geheel -van het Nij verheidsonderwijs zal worden verbroken, waardoor het Avond - Nijverheidsonder wijs ernstig in zijn bestaan zal worden getroffen; b. voorstellen beoogende intrekking van tikel 11 der Wet van 2S Juli 1924, Staats blad no. 367. (Stopartikel) bij de Tweede Kamer aanhangig te willen maken. Aan dit adres is toegevoegd een uitvoe rige Memorie van Toelichfing, waarin o.m. ■dt gezegd: ét voorloopig rapport vai\ de Staats commissie, getuigde van een ontstellend gebrek aan kennis en waardeering van het Avond-Nijverheidsonderwijs nu de Staats- die het samenstelde, meende dit onderwijs te kunnen vergelijken met het „Aanvullend Onderwijs". De teleurstelling was algemeen en de bij dit Avond-Nijverheidsonderwijs bctrokkc- len, zochten en vonden elkaar voor het j'oeren van een gemeenschappelijke actie tot het hehoud van het goed georganiseerde A von d-Ni j verh e i dson d e rw ijs. Het in Maart 1930 verschenen rapport ran de eerder genoemde Staatscommissie heeft niet aan hun verwachtingen be antwoord. Wel wordt thans voorgesteld en hier uit blijkt duidelijk, dat de Staatscommissie niet geheel zeker is van do doeltreffend heid van haar voorstel ten opzichte van het Avond-Nijverheidsonderwijs om een proef te nemen gedurende een tijdvak van vijf jaren, doch de samenwerkende ver eenigingen willen er op wijzen, dat dit on derwijs juist door een reeks van proef nemingen is geworden, wat het nu is. De samenwerkende vereenigingen heb ben zich niet uitgesproken tegen een wette lijke regeling van het niet- of onvoldoend geregelde .„Aanvullend onderwijs"; integen deel, zij willen naar vermogen medewer ken aan een alleszins aanvaardbare rege ling van het „Aanvullend Onderwijs", doch zij kunnen en mogen de meening niet on derschrijven, dat het avond-nijverheidson- derwijs zou zijn „Aanvullend onderwijs". Het Avond-Nijverheidsonderwijs eischt een geheel andere sfeer en een andere leiding dan, blijkens het rapport van de meergenoemde staatscommissie, wensche- lijk geacht wordt voor het „Aanvullend onderwijs aan de niet leerplichtige jeugi". Het Avond-Nijverheidsonderwijs dient te worden gegeven door leeraressen en lee raren die, na theoretische vooropleiding, eerst na jarenlange praktijkervaring daar voor geschikt zijn. Zij moeten voor iederen cursus voorbe reidende werkzaamheden verrichten, als het maken van voorbeelden, enz. Rekening houdende met de zich steeds wijzigende practijk en het toepassen van nieuwe technische constructies, zullen zij ook buiten i de schooltijden daaraan hun voortdurende aandacht moeten geven. Het is niet denkbeeldig, dat de leerlin gen daardoor een grooten invloed zullen gaan uitoefenen op do wijze, waarop een cursus zal worden ingericht, hetgeen een geest van ongebondenheid, ja zelfs van anarchie zal doen ontstaan, welke bij het Technisch onderwijs zooals het op onze Avond-Nijverheidsscholen wordt gegeven, niet kan worden geduld. De verschillende lessen eener Avond- Nijverheidsschool moeten toch voor ieder vak een onderling aaneensluitend geheel vormen, waarhij het geregeld volgen van lessen de eeniee waarborg kan zijn. Dr H.MANNING'S SUPP05IT0RIA (Zetpillen tegen aambeien.) (^3ppë5öï'W*n-l ƒ1.75 per doosje van 12 stuks. HET GOKSCHIP Het weerbericht zegt: weinig of geen re gen; en.het plasregent. Ik vraag me af. hoe het water zal vallen, als de Bilt regen ver wacht En dat doe ik niet alleen, die heerlijk in een frissche kamer zit te werken, droog en beschut; maar allen, die interesse hebhon bij badplaatsen en pension-oorden; hetzij dan vacantie-achtige dan wel financieele inte resse. Want hier loopen bij consumenten en producenten de belangen parallel. Echter, een Hollandsch spreekwoord, dat niet van Hollandsche nauwgezetheid bij zakendoen getuigt; zegt. dat er geen land is, waar het niemand goed gaat. En de exploitanten van hotels, strand tenten en plezierbooten mogen klagen over het pechseizoen; er was althans te Scheve- ningen één, die reeds een zoet winstje bin nenhaalde. Ge herinnert u wellicht de mededeelingen aangaande het „amusementsschip", dat tij dens de zomermaanden voor Scheveningen zou ankeren, en voor het mondaine leven zich zou onttrekkeji aan de "Nederlandsche wetgeving. Daar zou men pret kunnen maken, gok ken, dansen en drinken, zooveel men wilde. Wellicht was men zelfs wel vrij van den jeneveraccijns, omdat de drank buiten de territoriale waterèn geschonken zou worden. Het gokschip is er echter niet Het is niet in den laatsten slorm van dezen herfst ver ongelukt; maar het is niet in de vaart ge bracht Echter, een gokschip was het toch wel. Er is, niet op het schip, maar met het schip, reeds aardig gegokt. Een zekere meneer S., de organisator van het mislukte plan (ware het gelukt, dan sprak met met eerbied van den kranigen, ondernemenden heer Sheeft reeds aar dige sommetjes aan onkosten verbruikt en een notaris zag kans een rekening te maken van 2f.000; ongetwijfeld om er mee naar het buitenland uit )o wijkenals vacantie- ganger natuurlijk. Doch waarschijnlijk gaat dit uitstapje voorloopig don niet door; want Volk en Voorwaarts vertellen: „Zoo goed als reeds dc Nederland sche ban ken, gelijk bijv. de Incasso Bank zich van den heer S. losmaakten, doen zulks thans ook Fransche relaties, die er niet van ge diend zijn, dat hun rekeningen gepresen teerd werden van tal door S. gemaakte on kosten. Erger, zij moeten zich te dezer zake in ver binding hebben gesteld met een Haagschen advocaat, mr. Becker, en het resultaat van het bezoek van een hunner aan Den Haag zou zijn geweest, dat bij de Nederlandsche justitie tegen den heer S. een klacht wegene oplichting is ingediend. Boeker kon, zich beroepende op zijn ambtsgeheim, de feiten niet bevestigen, doch ook niet ontkennen." Het heeft er dus toch alle kans van, dot de organisator op anderer kosten met vacan tie kan gaan en dat hij dan ook ecu uitgaans- kas kan vormen. Er is echter wel een beetje erschil, of men van zee uit de blonde dui- len van Scheveningen ziet, dan dat men in de duinen „zit". goede onderwijsresultaten worden an de middelste het wapen van Noord verkregen. Holland voorstelt. Op de ruit daarboven Hot doel van meergenoemde Staatscom- staat een gravenkroon terwijl op de boven missie voor oen zoo groot mogelijk aantal ste ruit het wapen van Haarlem staat Daar Ivan de niet leerplichtige jeugd onderwijs- omheen zijn verschillende Haarlemsche gelegenheid te scheppen, kan voor wat stadsgezichten gegroepeerd, |het Nijverheidsonderwijs betreft op mln- NED. VOLKENBONDS GEZELSCHAP TE KONINGSBERGEN EN DANTZIG. De delegatie, door de Vereeniging voor Volkenbond en Vrede, on.Ier leiding van Mr. J. Schokking, oud-minister van Justiti en den algemeenen secretaris dior vereeni ging uitgezonden, bezociu op zijn terugreis Koningsbergen, dat door het gezelschap be zichtigd werd. Aangezien het slechte weer niet toeliet bij het standbeeld van Kant te spreken, zooals aanvankelijk het voornemen was, gaf Prof. Goediekcmeyer, verbonden aan do universiteit te Koningsbergen, een koro uiteenzetting van de beteekenis van Kant's figuur. Een krans met linten in de Nedorlandschg kleuren werd bij het graf van Kant neer gelegd. Denzelfden avond vertrok men naarDant- zig. Namens de Dantziger Liga fflr den Vólkerhund en den senaat werd het gezel schap hier welkom geheeten. Des avonds vertrok het grootste deel van het reisgezelsehap, door vertegenwoordiger* van de Dantziger Völkerbundliga en auto riteiten uitgeleide gedaan, via Berlijn naar Nederland. BOOTTREIN N.V. STOOMVAART MIJ. ..NEDERLAND" Het agentschap der N. V. Stoomvaart Mij. „Nederland", de firma Knyper, Van Dam en Smeer te Rotterdam, meldt, dat de l»ont- trein. aansluiting gevend op hel s s. „Prins der Nederlanden", hetwelk 25 Juli a s. Genua zal afvaren. Donderdagmorgen «BI dezer zal vertrekken van Rotterdam (Mass) 'e 8 uur 16. Vertrek van 's-Gravcnhago (S.S.) te 8 uur 47. der kostbare en meer doeltreffende wijze worden verwezenlijkt. Wanneer den hestaanden Avond-Nijver» heidsscholen gelegenheid wordt p-gevt n hun werkingssfeer uit te breiden, zal een zeer groot deel van de niet lorrplirhtieo jeugd onderwijs ontvangen, dat geheel gericht is op het door hen gekozen nmhacht of beroep. -zo uitbreiding wordt thans belemmerd door do bepalingen in artikel 11 der Wet van 28 Juli 1921, Staatsblad no. 367. (Stop artikel).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 1