F
HANDEL
r«alU
a. C. H. POOT'5
J.V. BERGMAN.
FRANS H. DE WOLFF
Meubelen
Tapijten
Gordijnen
Firma G. Molenaar
L)E DELFTSCHE INDUSTRIE
WOENSDAG ts JULI ma
Voor KINDERWAGENS,
KINDERSTOELEN, enz.
fs het adres:
GEBR. BROKX
Miiiii!iiiiiiiiiiiiiffiiiiiiiiiiiiiaiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
w adres voor Electrisclie Ornamenlen
Choorstr. 12 - Delft
Telefoon 662
SPECIALE RAPIO-APDEELING.
merk 6. V. K.
In 6 ninuttn 1 Liter w«Ur gakookt.
In prijzen van 4.76, 6.60, 8.60,
l—10.— banco (huis;
met tocfitbakje 25 cent hooger,
Rechtstreeks verkrijgbaar bij den
Agent van het Spiritusverkoop-
kantoqr
P. BOUWMEESTER
Corn, it Withstraat IB, Dalit.
op Reis?
Neem een
PRISMAKIJKER
mede
HELIOREM
8 X 25 PRIJS; 03."
met TASCH en 2 RIEMEN
OPTISCHE RIST8UMEH1HAKDEL
ALLÉÉN
PEPERSTRAAAT 9 - DELFT
VELE REFERENTIËN.
Woning-Inrichting
Brab.Turfmarkt 21-23 Delft Tel. 340
Het adres voor betere
Wijnhaven 18 - Tel. 917 - Delft
QfhnPl\fit 1,1 t)eter 8enre hoopt men in
Deijt aan ^.bovenstaand adres
Meest uitgebreide collecties!
Specialiteit:
„JAL STEUNSCHOENEN'
Zomer-Pri jscourant 1930
ENGELSCHE ANTHRACIET 3.60.per II.L.
SCHOTSCHIÏ ANTHRACIET ƒ8.25
BELGISCHE ANTHRACIET 80/30 ƒ270
BELGISCHE ANTHRACIET 30/50 ƒ2.00
DOMANIALE ANTHRACIET 20/30 speciaal v. haarden 2.70
DOMANIALE ANTHRACIET 30/50 2.90
LIMBUBGSCHE ANTHRACIET 20/30 2.50
LIMBURG8CHE ANTHRACIET 30/50 ƒ2.70
PARP.L ANTHRACIET ƒ1,00 M
EIERKOLEN ƒ1.55
GASCOKES, geklopt en parel ƒ1,10
BRUINKOOLBRIKETTEN, nmrk B /2-80 p. 100Kg
ERIESCHE AANMAAKTURE ƒ2.— p. 100 et.
ZWARE TURF 1.50 p. 100 st.
ALLES FRANCO BERGPLAATSEN
Giet- qn Brcchcokos voor Centrale Verwarming in allo gewenachte
afmetingen togen spéciale prijzen
Bqleefd aanbevelend,
Achterom 131, Tel. 10, DELFT. J. A J. VAN LEEUWEN.
1 en ooi
<jeklee_
op tèi» louqaon
•mafte tjetiïuift
^oede^goedtoop
Speciale 1
VSkcanJjeppyzani
nalleAfdeellnijen
Colbert-Costumes \wnaf'
Spoot-Colberts 590
Linnen Cbstumes en
PalmBeachCöstumes79°
Susten Colberts 490
Beoenjassen 6?°
Flanellen Pantalons 2P°
Katoenen Kindeepakies 140
Overhemden v 145
heerensokken r 0®
Sportkousen OP5
Stroohoederl OP0
S pontpetten 0*$
Vltthoeden i?°
Jongsens SporthemdenOP9
Cheviot broekjes OP5
door
Dr. Q, Visser, Secretaris van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken voar Delft en Omstreken.
Wijnhaven hoek Boterbrug, Deili
Naast deze particuliere nijverheid be
stond te Delft een belangrijke overhelds
industrie. Onmiddellijk na de Fransche
erheorsching moest het leger van het
niguwe koninkrijk paraat gemaakt worden
eldra zelfs moest het togen de geoefende
scharen, van Napoleon zijn kracht beproe
ven. In Luik, van ouds centrum van jne-
taal-nijverheiq on wapenfabrlcage, en In
Delft worden werkplaatsen gevestigd, waar
allerhande oorlogstuig werd vervaardigd. In
181G werkten te Delft reeds 300 mannen in
deze bedrijven.
De techniek, In de Dolflsche bedrijven
aangewend, zoowol in de particuliere als in
de overheidsbedrijven, verschilde in wezen
nog niet met die in de 18e eeuw. Sommige
werktuigen waren wel verbeterd, maar de
machine ontbrak nog geheel.
Na 1750 was Engclanö in dit opzicht in
vrij snel tempo vooruitgegaan, zoodat men
zelfs van een „Industrieels revolutie" ge
sproken heeft. Hargreavc8, Arkwright en
Crompton verbeterden de spinmachines,
Cartwright de weofmachines, en tenslotte
maakte Watt stoommachines voor industrl-
oel gebruik geschikt. Hoewel Engeland
ijverig irachtte, deze verbeteringen voor
Zich te behouden, verspreidden zij *lch vrij
snel over 'n groot aantal landen. Nog voor 't
jaar 1800 had Samuel Slater de verbeterde
textiel-teehniek naar- Amerika gebracht, en
had Lieven Bouwens in Zgld-Nederland
Engeleche verbeteringen ingevoerd. Zelfs
was in 1793 in Rotterdam reeds een stoom
machine In een branderij in gebruik,
Toch bleef Engeland technisch, en daar
mede ook economisch, voor, en kon onze
industrie tegen de modernste uitrustingen
aan de overzijde van do Noordzoo niet con-
rurreeren. Vandaar 't reeds bovengenoemde
aandringen der fabrikanten om bescher
ming te verkrijgen.
In Delft, stille binnenstad, onberoerd door
bet groote verkeer was van de industrieeie
revolutie in 1816 nog niets te bespeuren.
Juist tengevolge van deze achterlijkheid
in techniek, waren de sociale toestanden
verre van bevredigend. Zij kwamen in
hoofdzaak overeen met die welke in vroeger
eeuwen bestaan hadden, toen zelfs onder
het gjlderegiem arbeidstijden van 13 uur
tegen zeer laag loon gewoon waren. Do
slechte technische hulpmiddelen maakten
het trouwens onmogelijk, dat de arbeider
in korten tijd in hot onderhoud van zich
en zijn gezin zou kunnen voorzien. Uit de
enquete laat zich het volgende overzicht
over de loonen en werktijden in Delft af
leiden.
In het overheidsbedrijf werkte men 12
uur tegen een loon van f 1 of f 1.25 per dag
in de glasblazerijen werd, bij een werktijd
van 13 uur f 0.SQ tot f 1 per dag uitgekeerd
terwijl in de pottenbakkerij bü een werk-,
tijd van 12 a 13 uur (0.75 tot f0.$5 werd
vardiond. Bedenkt men vorder, dat de hul
zen klein en slecht verlicht waren, het
drinkwater slecht, de medische hulp onvol
doende en het voedsel door verschillende
accijnsen zwaar was heiast, dan begrijpt
men, dat het algemeen welvaartspeil veel
en veel lager stond dan thans.
De eerste helft van de 10e eeuw bracht
over het algemeen voor de industrieeie
ontwikkeling van ons land slechts weinig
vooruitgang. De Protectie, door Koning
Willem I ingevoerd, kon het uitgeputte
land slechts geleidelijk verheffen en toen,
tusschen 1830 en 1839 de afscheiding van
België een feit werd, bleek de politiek van
den koning-koopman vooral Zuid-Neder
land ten goede te zijn gekomen.
Toch is in deze eerste helft der 19e eeuw
de grondslag gelegd voor do verdere indus
trieeie ontwikkeling van het land. Op do
waterwegen begonnen zich de eerste stooni-
booten te vertoonen, in 18?9 kwam de eerste
spoorweg tot stand tusschen Ilanrlem en
Amsterdam, weldra doorgetrokken tot Rot
terdam.
Ook Delft, dat overigens van de econo
misohe werkzaamheden der regeering
slechts weinig profiteerde, kreeg daardoor
aansluiting op het groote verkeer, wat
later voor de ontwikkeling der stad van
groot belang zou blijken te zijn. Voorlooplg
echter moest de stad tevreden zijn met de
uitbreiding der constructie werkplaatsen en
van den geweerwinkel. Vooral na 1830, toen
Luik verloren ging, werd de laatste Instel
ling van belang en van reparatiewerkplaats
iu fabriek omgezet. Weldra waren ruim 500
arbeiders te Delft in hot overheidsbedrijf te
werk gesteld, terwijl bovendien de techniek
aanzienlijk verbeterd werd. In 1833 deed
zelfs de stoommachine intrede in dit Delft?
gche bedrijf.
Deze snelle ontwikkeling van het over
heidsbedrijf bleef niet zonder invloed op
do particuliere nijverheid. In tijden van
drukte aan de constructiewerkplaalsen word
werk uitbesteed bij particuliere bazen,
smeden en timmerlieden, dat had tengevol
ge. dat verschillende dezer ambachtslieden
zl< h daarop min of meer gingen inrichten
zoo bv. Braanker, die afsluiters maakto.
Voorts bewerkte <lo aanwezigheid van do
constructiewerkplaatsen, dat vakbekwame
metaalbewerkers in overvloed aanwezig
waren, en daardoor kon zich de particu
liere metaalnijverheid te Delft onder gun
stige omstandigheden ontwikkelen.
Zoo valt er, in do vijftiger en zosllger
jaren, tegenover 1810 toch wel eenige voor
uitgang in de particuliere industrie te ont
dekken.
Het begin van een krachtige metaallndus
trio is dan reeds aanwe.rig. Het grootste
bedrijf is de fabriek van Hurtogh Ileijs, (le
voorlooper van de machinefabriek „Reine*
veld", waar in 1851 07 arbeiders werkten.
Verder was do machinefabriek van J. F. J
Dar tusschen de Gaethulslaan cn de Zulder
straat gelegen, een flink bedrijf. Ongoveer
00 mannen vonden hierin werk.
En tenslotte was nog een kleinere Ijzer
gieterij van de firma Donker to Delft ge
vestigd, zoodat in totaal 8 firma's met te
zamen ongeveer 150 arbeiders de metaal-
gicterlj in onze stad vertegenwoordigden.
Een andere nieuwe bedrijfstak was de
textielindustrie vertegenwoordigd door twee
flinke fabrieken; de lakonfabriek van Mans
en de tapijten fabriek van Heukcnfeldt. In
het eerste bedril f werkten 75, In het tweede
80 arbeiders. Merkwaardig Is, dat In de
tapiitenfahrick veelal armen tewerk gestold
werden,
Vervol tl van pao. <1 welke in de 18a eeuw in Holland vrii vaak
heeft plaats gevonden, zoodat de vraag
rijst, of deze industrie niet door overheids
steun in navolging der vroegere „armen
fabrieken. tot h)nci gekomen is.
Groei vertoonden ook andere industrieën
bv. de sigarennijverheid waar in 1851 in
een drie of viertal (abrieken, waaronder
die van Hillen en Drayor de voornaamste
waren, een 60 tal arbeiders werk vondon,
terwijl in gonoomd jaar 6000 sigaren uit
Delft werden geexpnrteerd. In 1862 was hot
aantal fabrieken gelijk gebleven, doch het
personeel tot 80 man uitgebreid en het aan
tal uit Delft geexportcerde sigaren tot
145.000 gestegen
Ook de branderij ging goed. een tiental
bedrijven met ongeveer 50 arbeiders waren
in Delft gevestigd, terwijl in eenige moute
rijen en een brouwerij tezamen ongeveer
80 arbeiders tewerk gesteld waren.
Minder goed ging het de aardewerk-in-
_5"PAREÜJSOLBRON
iVoUUILffAUJ
DE SPAARBANK
ttAnÈRT JTECQa OP
BErz&LrCÊ, AANQ&LL0
duetrie, welke tot een 3 tal fabrieken met
50—75 arbeiders was verminderd, althans
ln 1862.
Het eenige bedrijf dat in deze branche
nog iets beteekende was de Porceleyne Fles
toen nog steeds aan het Oosteinde gevestigd
Eon paar olieslagerijen en leerlooierijen
waaronder de looierij van Roes en Zonen
en de fabriek van Alex Adam destijds in
het Noorden der stad gevestigd, voltooiden
hot beeld van de particuliere industrie van
Delft, in welke nijverheid toen ongeveer
500 personen in totaal werk vonden.
Behalve ln arbeidersaantal, was de indus
trie ook in technisch opzicht vooruitgegaan
Eon aantal stoommachines was in da nij
verheid in gebruik gesteld: in 1851 8 waar
van 3 in rijksetablissementen, in 1862 13,
waarvan eveneens 3 in de rijkswerkplaatsen
In deze periode begint dus de particuliere
nijverheid in technisch opricht de leiding
te nemen boven het overheidsbedrijf, dat
tot ongeveer 1850 in Delft de leiding had
Stoommachines ln gebruik
in de nant aant, P.K.
Rijkswerknlaatsen 3 36
Lakenfabriek van C Maas 1 20
Tapijtfabr v C Heukcnfeldt 1 ft
Mach.-fabr v Hartogh Heijs 1 10
Meelmolen van Park 1 8
Olieslagerij v. J, de Blom 1 18
Olieslagerij van Hoogoveen
en Dros 1 16
Aardewerkfabriek „De Por
celeyne Fles" 1 8
Houtdraaierij v Van Zoen 1 2
Waatenfabriek v Breetvelt 1 5
Ijzergieterij van Donker 1 2
In totaal dus 13 met 130 PK
sigarennijverheid. waar soms 13 uur per
dag werd gewerkt. In de aardewerk indus-
en in de ijzergieterijen werkte men 11
uyr, in de wapenfabriek van Bar 12 uur
por dag. De betere techniek, welke korter
werkdagen mogelijk maakte en deed tot
stand komen, zelfs zonder dat vakvereni
gingen (welke nog niet te Delft bestonden)
daarom vroegen, toont hier in wel duidelijk
een heilzame werking.
Ook de loonen waren tegenover 1816 niet
onaanzienlijk gestegen, Loonen onder fl p.
dag kwamen vrijwel niet meer voor. Tn
vele fabrieken o.a. de wapenfabriek van
Bar, werd f 1.50 per dag uitbetaald, in de
sigarenfabrieken verdiendo men ffi.05 tot
f 1.35 por dag, mot een gemiddelde van
ongeveer f 1.10. Ook hieruit blijke de heil
zame werking van ccn verbeterde techniek
welke, ondanks de tijdelijke werkloosheid
welke zij somtijds teweeg bracht op den
duur het algemeen welvaartspeil aanzien
lijk verhoogd heeft.
Ondanks de allerwege geconstateerde
vooruitgang beteekende de particuliere nij
verheid voor de stad nog mat veel. Op een
totaal van 20.000 inwoners waren er 500 in
de particuliere nijverheid werkzaam, dat
is één op 40 inwoners, terwijl thans op een
bevolking van 50.000 zielen, er niet minder
dan 7000 in de particuliere industrie werk
zaam zijn. dat is dus één industrie-arbei
der op elke 7 inwoners. Bovendien was de
industrie veel meer op de verzorging der
stad zelve en haar omgeving gericht, en
slechts weinig export industrie. Zoo zette
do brouwerij haar product voornamelijk In
de ppigeving dor stad af, en verwerkten do
olieslagerijen producten'van het omliggende
platteland.
Delft was dan ook voor alles een markt
stad, waar in boter- en kaashandel, graan
handel en groentenhandej tot d9 voornaam
ste inkomensbronnen werden gerekend,
naast het ambachtsbedrijf. Zoo zegt nog het
verslag van de Kamer van Koophandel over
het jaar 1S75 over Delft „van oudsher de
voornaamste marktplaats voor het vrucht
bare Delftland heeft zij aan den handel in
landbouwproducten een belangrijk deel van
hare welvaart te danken". En daar in de
jaren tusschen 1850 en I860 de landbouw in
ons land, dank zij de opheffing der Engel-
sche Corn law's in 1840, geen reden tot kla
gen hadden, kon ook Delft zich ln aan-
merkelljken bloei verheugen. Een grobt aan
tal ambachtslieden, was in de stad geves
tigd. In 1651, toen Delft 17S94 inwoners
telde, waren er 38 hoef en andere smeden,
13 kuipers, welke voornamelijk boter-vatcn
vervaardigden, 14 mandenmakers, die voor
al voor den handel in VVestlandsche groen
ten werkten. 10 wagenmakers en 12 zadel
makers gevestigd.
In 1862, toon de etad reede 21019 inwoners
had, waren er 46 smeden, 21 kuipersbazen,
16 mandenmakersfirma's, 10 wagenmake
rijen en 13 zadelmakerijen gevestigd. En
van al deze bedrijven kon men getuigen,
dat hun debiet voornamelijk afhangt van
don stand der vruchten in het Weetland-
Thans komen wij tot de beschrijving der
nijverheid op dit oogenblik. Na 1870 nam
het transport door ons land geweldig toe.
Rotterdam werd in enkele 10-tallen jaren
tot de groote overlaad haven voor steenkool
en ertsen voor het nijvere Rijnland en Den
Haag ontwikkelde zich in eveneens zeer
korten tijd tot het groote consumptieve
centrum van Zuid-Holland.
Delft ondervond hiervan op tweeerlei
wijze den invloed. De marktpositie der stad
gaat vooral na 1900 verminderen. Meer en
meer gaat de Westlander zijn inkoopen
in Den Haag doen. Steeds meer zien we de
kaasmakerij en boterbereidlng in de omge
ving der stad verminderen, omdat de ge
produceerde melk nauwelijks voldoende is
om aan de vraag naar versche melk ln de
groote steden zelf te voldoen. Bovendien is
de Westlandsche tram eigenlijk jaren te
laat naar Delft doorgetrokken, hetgeen
groots schade aan deze stad heeft berok
kend-
Anderzijds genoot Delft ook ln ruime
mate de voordeelen van haar ligging. De
Schie werd de groote waterverbindingsweg
tusschen Den Haag en Rotterdam. Tal van
ondernemingen, welke de nabijheid der
groote havens en den waterweg zoeken, en
toch niet bereid zijn de hooge kosten ver
bonden aen de ligging aan die havens zelf
te dragen, vonden te Delft een uitstekende
vestigingsplaats.
Door de oude industrie, stevig ln de om
geving verankerd, waren aan nijverheid
gewende arbeidskrachten in overvloed aan
wezig; de nabijheid van twee groote.
groeiende stqdcn verzekerde voor tal van
De Silo der Olicfabricken Calvé Delft
waarvan 10 met 94 P.K. in de particuliere
nijverheid.
De fabrieken waren over het algemeen
nog binnen de stad gevestigd. Ondanks do
vooruitgang ln arboldersanntnl en techniek
was immers van massaproductie en zwaar
vervoer nog goon sprake. Bovendien waren
de grondprijzen in do stad nog niet bij
zonder hoog en leverde dus de vestiging
daar ter plaatse weinig bezwaren op. Be
hoefte aan een speciaal daartoe ingericht
Industrieterrein bestond toen nog niet.
Ook sociaal is er tegenover 1S16 vooruit
gang te constateeren. De werktijden waren
over het algemeen iets korter dan in ge
noemd jaar; gemiddeld ongeveer 11 uur
por dag. Het kortst werd gewerkt in do
lakonfabriek van C. Maas, waar mon 1')
een wijze van werkveroehaffing, j uur per dag arbeidde, het langst in de
artikelen goeden afzoL De Polytechnische
School tenslotte stelde de ondernemers In
staat, om de beste technische voorlichting
te verkrijgen, en vestigde anderzijds do aan
dacht van tal van jonge technici op do
gunstige voorwaarden, die de stad voor ln'
dustrieele vestiging bood. Zoo moest, vroeg
of laat zwak of krachtig, de tendens tot
industrioliseering dor stad doorzetten.
Dat het vroeg is geweest en krachtig, is
te danken aan de persoonlijkheid van J. C
van Marken. Op 23-jarigen leeftijd, pas
de Polytechnische School, stichtte deze
dernemer in den besten zin des woortls,
die misschien de grootste is, dien zijn tijd
opleverde, een fabriek, waarin volgens het
nieuwe Wocner proces de gisthereiding,
ter hand werd genomen.
Op bescheiden schaal, met f150.000 kapi
taal en 35 a 40 arbeiders., begon hij de pro
ductie, die sindsdien, ondanks alle moei
lijkheden, voortdurend gestegen is, tot zij
thans, dogr haar reusachtjgen omvang, de
géregelde werkzaamheid van ruim 1000 per
sonen vereischt.
Is reeds het stichten cn groot maken van
io'n bedrijf een levenswerk, dat voor ve
len te zwaar zou blijken, Van Marken vond
tijd, ook aan andere zaken zijn aandacht
te wijden. In 1SS3 werd de Oliefabriek op
gericht, waaraan thans ruim 1000 personen
verbonden zijn; in 1885 reeds volgde de
Lijm- en Gelatinefahriek „.Delft", die thans
aan ruim 450 werkkrachten brood geeft. En
daarnaast vond deze merkwaardige man
nog gelegonheid om in het belang van het
personeel zijn idoalon te verwezenlijken: de
fabriekskern werd opgericht, het Agneta-
park gesticht en ten slotte 'n pensioenfonds
ingevoerd.
Het is, zooals oen der directeuren der
Lijm- en Golatinefabriek het in 1920 uit
drukte, van belang voor een industrieeie
onderneming, dat zich meerdere industrieën
ter plaatse vestigen. Of, om dezen zin om
te keeren on hem ditmaal toch even waar
te houden: bij het vestigen van een nieuw
industrieel bedrijf is de aanwezigheid van
andere Industrieeie bedrijven een voordeel
Zoo is, na Vun Marken's vestiging, de in
dustrieeie ontwikkeling van Delft snel voort
geschreden. Sommige der oudere bedrijfs
takken gingen weliswaar te niet, daar rij
door het betere verkeer julri uit hun oude
marktgebied verdreven wei i n. Zoo ver
dwenen een aantal sigarenfabrieken, de
tapijtweverij en zelfs de laatste rest van
de eens zoo beroemde bierbrouwerij, Maar
over het algemeen heeft Delft door do ont
wikkeling zeer veel gewonnen.
Allereerst doordat tal van oude Indus
trieën zich begonnen uit te zetten. In 1876
blies Joost Thooft aan de oude aardewerk
nijverheid nieuw leven in; do stoom werd
meer en meer toegepast in de oliemolens,
mouterijen en looiorijen, weldra ook in de
houtzagerijen en metaalindustrie,
Een verplaatsing van de groeiende be
drijven naar den buitenkant der stad vond
plaats- Om maar eenige bekenden te noe
men: Hartogh Hoija' machinefabriek nam
in 1893 de terreinen bij Reineveld, naast de
aloude groeiende glasfabriek, in gebruik,
en Hillen verplaatste het sterk groeiende
bedrijf in 1903 naar het ruime pand aan
de Crommelinlaan.
Daarnaast vestigde zich allcrhando nieuw
bedrijf. Het aantal boekdrukkerijen en
wasschorijon nam sterk toe, de eerste door
de klimmende behoefte der Tochnische
Hoogeschool en van don handel, de laatste
door het gemakkelijker verkeer mot Den
Haag.
Naast dezen groei der klein-industrie is
ook die der groot-Industrie vermeldens
waard. In 1800 begon het groote complex
van Van Meerten's distilleerderijen te wer
ken; het faillissement van 19Ó0 ligt nog
velen in het geheugen. Andere bedrijven
waren gelukkiger, z|j vestigden zich in het
Zuiden der stad; zoo in 1S97 de Verf- en
Chemicaliënfabriek, jn 1903 do Pletterij
Enthoven, die met 600 arbeiders uit Den
Haag kwam, in 1913 de Nederlandsche
Kabel fabriek en de metaalindustrie van
Goudriann.
Zoo is Delft ljeden ten dage een belang
rijke industriestad geworden, Eenipe cijfers
mogen dit nader aantoonep, De industrie
verschafte eind 1929 arbeid aan ongeveer
7500 loontrekkonden, waarvan 6500 werk
lieden cn ongeveer 1000 beambten. Deze
industrie is voornamelijk groot-bedrijf,
waaronder wij hier dan verstaan de bedrij
ven, die normaal meer dan 100 arbeiders
in dienst hebben. Hiertoe behooren een
twaalftal ondernemingen te weten: de Olie
fabrieken Calvé Delft, de Nederlandsche
Gist- en Spiritusfabriek, de Machinefabriek
„Reineveld", van Devonters Glasfabrieken
Braat'a Koninklijke fabriek van Metaal
werken, A- Hilicn'a Sigaren- en Tabaks
fabriek, de Vereenigde BlikfabpieUen, de
Pletterij-Enthoven, „Spoorijzer" de Neder
landsche Kabelfabrick, de Aardewerkfa
briek „De Porceleyne Fles" en de Lijm- en
Gelatinefahriek „Delft".
In drio groote complexen ligt dezo indus
trie verspreid:
le. Dat in hot Noorden der stad, aan
weerszijden van de Provinciale Vaart naar
Den Ilaag. Aldaar zijn gevestigd: ric Olie-
fabrieken Calvé Delft, de Ned. Gist- en
Spiritusfabriek, de Machinefabriek Reine
veld" en van Devonters Glasfabrieken.
2e tusschen de Rotterdamsche Schie en de
spoorlijn naar Rotterdam. Hier zijn geves
tigd; Braat'a Kon. fabriek van metaal
waren, A. Hillen's Sigaren- en Tabaksfa
briek, de „Vereenigde BI ikf abri eken", de N.
V. Spoorijzer, de Pletterij Enthoven en de
Nederlandsche Kabelfabrick.
3e. tusschen de Rotterdamsche Schie, de
Provinciale vaart cn den straatweg naar
Rotterdam. Hier zijn als groote industrieeie
ondernemingen gevestigd: de aardewerkfa
briek „De Porceleyne Fles" en de Lijm- en*
Gelatinefahriek „Delft", benevens een groot
aantal kleinere ondernemingen, vooral hout
zagerijen, kistenfabrieken, scheepswerven,
verf. en chemicaliënfabrieken en olieraffi-
neerdorjj.
Niet alleen in arbeiders aantal cn in he-
teekenis voor de stad, doch ook jn sociaal
opzicht is de industrie vooruitgegaan. Het
uurloon voor geschoolde arbeiders bedraagt
ongeveor 70 cent per uur. zoodat bij nor
male werkweken ongeveer f 34 verdiend
wordt. De werktijd is. zooals bekend, tot
8y2 uur per dag gereduceerd- Bovendien
geniet de arbeider boven de wettelijke rech
ten, in vele bedrijven nog van pensioen
regeling, extra ziekte-toelagen, enz. Veilig
kan dan ook gezegd worden, dat de Delft-
soha Nijverheid niet alleen in technisch,
doch ook in sociaal opzicht tot do meest
moderne van ons land behoort.
Bovendien is de Delftsche nijverheid bij
na geheel qualiteits-industrie, welke haar
befaamde artikelen over de gansche wereld
exporteert En juist door dat qualiteits-ka-
raktcr der Deutsche industrie maken haaf
producten, waar zij ook komen den naam
van Delft als nijverheidsstad bekend.
Naast het Dclftsch aardewerk zijn da
Delftsche oliën, do Delftsche gist. de instru
menten, machines, en kabels van Delftsche
oorsprong, alom hekend en gewaardeerd-
Het Is waarschijnlijk, dat binnenkort hot
groote gemeenschappelijke vliegveld van
's-Gravonhage cn Rotterdam den naam van
Delft mede zal helpen dragen, tot ver bui
ten onze landpalen en het lijdt geen twijfel
of de oude Prlnscnstnd zal als centrum van
modern verkeer en centrum van moderne
industrie een nieuwe periode van ontwik-
koling tegemoet gnan, welke de verwach
tingen, ontleend aan het glorierijke ver-
ledon niet zullen beschamen.