lliruiur gntedftCmmuif
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
BINNENLAND.
Bond van Ned. Herv. Jongelingsvereenigingen
op Geref. Grondslag.
ABONNEHBNTl
ptr kwartaal ƒ3.25
Reschikkingskosfen f 015)
,r week 1 ®*2i
oor het Buitenland bij Weke-
Ujksche zending B*-
i] daueliiksche zending »7«—
Alles bil vooruitbetaling
Losse nummers 5 cent
met ?ah)dagsblad 7 h cent
Zondagsblad niet afzondei liik verkrijgbaar
No 3598
Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 Postbox 20 Postgiro 58936.
DINSDAG 10 JUNI 1930
ADVCBlENIlfiN:
Van 1 tot 5 regels f 117%
b!ke reeeJ meer 0.22%
Inge? -zededef 'ineez.
van 1—5 regels „2J8
Elke regel meer 0.45
Bij contract belangrijke korting.
Voor het bevragen aan bet bureau
wordt berekend0.10
10e Jaargang
nummer bestaat ui! VIER blader
Wie zich heden
EERSTE BLAD.
als KWARTAAL-LEZER met
ingang van 1 Juli a.s. op
geeft als lezer van ons
blad, ontvangt de tot
dien datum verschijnende
nummers GRATIS. Nieuwe
lezers op te geven aan
DE ADMINISTRATIE
NIEUWE ROEPING.
De Pinksterzegen stelt ons, gelijk elk
Christus-feest voor een nieuwe taak. En het
[alt ons des te gemakkelijker ons daarbij te
fepalen, omdat onze vaderen, met paedago
tische takt en sociaal gevoel bij den grooten
lag van het Pinksterfeest nog een tweeden
toegden, waarop de groote massa vrij zou
pin van slaafschen arbeid.
In onzen tijd, nu vacantie bijna gemeen-
joed werd, voelen wij dat zoo niet; doch als
re rondspeuren kunnen we nog wel opmer-
ien, dat er niet weinigen zijn voor wie dv»
Christelijke feestdagen de eenige vrije dagen
jijn. En deze sociaal-misdeelden waardeeren
meer den zegen van den Christelijken
^estdag, ook in hun maatschappelijk leven
Wanneer zij dan ook den rijken zegen ver
paan. de kracht der opstanding en de wer-
des Geestes, dan zullen zij op deze da
len zich te meer verplicht voelen tot een
[jeuwe gehoorzaamheid en daarbij beden-
dat God ons niet heeft gegeven een
Jeest des vreesachtigheid, maar der kracht.
|n der liefde en der gematigdheid.
Die vreesachtigheid doelt natuurlijk niet
lp bangheid in dagelijksche gevaren; doch
ratal op kleinmoedigheid in den strijd voor
Jdeiaak des Heeren; op valsche schaamte
ha Zijn Naam niet te durven belijden voor
menschen: om néén te zeggen, als heel
wereld j a Zegt.
Ongetwijfeld, der jongelingen sieraad is
kracht; en het is verheugend, dat ook
onzen kring de beoefening van sport en
lichaamstraining toeneemt. Feestelijky
ïjeenkomsten, als welke gisteren gehouden
ferd, zijn een goed teeken.
Mits men hierbij maar twee dingen goed
't oog houdt.
In de eerste plaats, dat deze lichaams
fefening ondergeschikt is aan de hoogste
fcdewet en dat dus (om één voorbeeld te
loemen) met pijnlijke nauwgezetheid ge
kakt moet worden voor het vrijhouden van
jen dag des Heeren.
En in de tweede plaats, dat we met den
jpostel moeten durven zeggen: de lichamo-
jjke oefening is tot weinig nut: wij hebben
joodig den geest der kracht om in 't le
uit te komen voor de zaak van onzen
Inning; den geest der liefde, die geen zclf-
licht kent; en den geest der gematigdheid
pn zelfbeheersching en zelftucht, die on<
jert strijden tegen alles wat onheilig is en
ptheiligt.
Om dien Pinksterzegen hebben wij gebo
jen, als het goed met ons is; tot de vervul-
(ng van dien Pinksterplicht bekwame ona
Geest des Heeren, die „'t zeil vuile
levens schip, waar wij in varen".
MINISTER RUYS
BEZOEK AAN KAMPEN.
De minister van Binnenlandsche Zaken jhr.
Jr. Ruys de Beerenbroeck en de oud-minister
ui Oorlog de heer J. J. C. van Dy k, heb-
èn Zaterdag een bezoek gebracht aan Kam-
pn, het Kampereiland en het eiland Schok-
RADIORAAD
'AAROM Dr. POSTHUMA EN
Mr.PHILIPS ALS LEDEN BEDANKTEN
[inzake het bericht betreffende het aftre-
van dr. Posthuma en mr. Philips als le
van den Radioraad, merken de liberale
tden op, dat het motief door Do Standaard
het aftreden dezer leden genoemd, on-
Ust is.
Dr. Posthuma heeft bedankt degens druk
bezigheden en Mr. Philips heeft gemeend
>or den Radioraad te moeten bedanken
aanleiding van zijn benoeming tot
(issaris van het Philipsconcern te Eindho-
CHR.-HIST. UNIE
VERGADERING HOOFDBESTUUR.
Het hoofdbestuur der Chr. Hist. Unie is
[aengeroepen tegen Vrijdagavond te Den
IUg. De vergadering zal zoo noodig des
kiddags worden voortgezet.
Het Vierde Lustrum te Utrecht gevierd.
REFERATEN VAN DS. REMME
EN DS. BOUTHOORN
„MENSCHEN GODS ZIJN BIJBEL
VRIENDEN"
KAÏN ALS EERSTE STEDEN
BOUWER
Veel belangstelling.
Op den Tweeden Pinksterdag heeft ie
Bond van Ned. Herv. Jongelingsvereenigin-
op Gereformeerden Grondslag zijn twin-
ligfiten Bondsdag te Utrecht gehouiien.
Ter gelegenheid van dit vierde lustrum
hadden zich zeer vele leden van de bij den
Bond aangesloten vereenigmgen naar de
oude Bisschoppsstad opgemaakt, zoodat,
toen te half elf de vergadering aanving de
groote zaal van het Jaarbeursgebouw geheel
gevuld was.
De opening.
De Bondsvoorzitter, Ds.G. Lans, van
Suawoude, opende den Bondsdag door te
ten zingen Psalm 1031 en 7, voor te le
„jri Hebr. 12 1—14 en voor te gaan in ge
bed Daarna hield hij de openingerede.
waaraan wij het volgende ontlee'.en
.Looft den Heere, mijn ziel, en al wat bin-
n in mij is, Zijnen heiligen naam",
itet deze woorden willen wij uiting ge-
a aan de vreugde, die ons hart vervult bij
t zien van onze Bondsmakkers uit alle
deelcn van ons vaderland.
Zouden wij niet vervuld zijn met dank
baarheid, gedenkende aan de guns; onzer
Gods?
e dankbaarheid vervult ons niet aller
eerst om ons groot getal. Ook niet on
belangrijkheid van ons bestaan. Maar
dat wij met God te doen hebben, Die het
kleine plantje wilde bedauwen met Zijn ze
gen, die ons van Zijn licht en Waarheid
wilde doen genieten, die het „Rehobot"
schonk temidden van volk en kerk.
Wij hebben u mogen voorlezen Hebr. 12 1
—14. Wij wilden u n.l in ons openingswoord
bepalen bij die woorden, die ons geduren
de de weken tusschen Paschen en Pinkstd
ren voortdurend voor den geest gestaan
hebben: „Ziende op Jezus", vs. 2.
De Apostel ziet de Kerk van Jezus als ee:
worstelende Kerk. Allen die tot haar behoo-
ren, zijn loopers in de renbaan. Hij weet
slechts een middel om zeker te zijn van den
pr>s: ,zien op Jezus!"
Zeker, er is ook een wolk van getuigen,
toeschouwers uit vervlogen dagen, helden
des geloofs. Zij mogen op die getuigen zien
Zeker, cr is een begeerlijke prijs. Zij mogen
op dien prij6, dat eeuwige leven zien.
Maar toch, ten slotte blijft er voor hen
6lechts één groot, alles-beheerschcnd zien
over, nl. het zien op Jezus. Hij is dien strijd
ingegaan en heeft alles volbracht. „Ziet op
Mij", roept Hij ze toe. „En blijft op Mij
Ziet af van kwade dingen. Ze doen u vallen
en bezwijken. Ziet ook af van die dingen, die
op zichzelf niet kwaad zijn, maar dia toch
oorzaak kunnen zijn, dat ge niet op Mij ziet".
De looper in de renbaan ziet in den strijd
niet naar de kleederen van de toeschouwers,
niet naar de bloemen, de vogels, de wolken.
Die looper kan niet tegelijk naar boven en
naar rondom en naar het wit zien. Jezus te
zien neemt geheel in beslag. Er is trouwens
ook niets zoo 6choons, zoo waardevols, dan
Jezus.
Mijn vrienden, welk een les voor ons! Wij
roepen u toe: Laat ons met lijdzaamheid,
d.i. volharding loopen de loopbaan, die ons
is voorgesteld, ziende.... op Jezus!
Dat is de kern van het Pinkster-evangelie.
Want wat dacht ge, dat die Galileesche man
nen anders deden? En wat Paulus, en wat
de gemeente door alle eeuwen, en wat de
martelaren!
En dat roepen wij elkander vandaag toe.
Daarin ligt het geheim van ons weenen,
ons smeeken, ons aanhouden, onze opstan
ding, onzen vrede....
Ze zagen op Hem op den Olijfberg, op Hem
met zegenende handen, met zegenende
oogen. Het was een groote zegen, welken
Hij gaf, een die alles omvatte en besloot:
„zaligheid!"
De tijden zijn moeilijk en de menschen
zijn het altijd geweest. Moeilijk voor God en
moeilijk voor elkander. Er is een doorgaand
streven naar opheffing van het individueels
en eijn opgaan in de massa. Er is daartegen
over een zoeken van het eigene, een zich-
ontworstelen uit de nivelleering. Er is een
drang om geheel het maatschappelijk leven
in een keurslijf van wetten en voorstellingen
in te sluiten. En er is tegelijk een drang in
ieder individu om zich aan die wetten te
ontworstelen en naar eigen begeerte een
genotlevon uit te leven.
God geve dat wij allen op onzen Heiland
mogen zion. Dat zal het beste bewijs zijn
van het vervuld zijn met den Geest
Indien wij als jongeling, als man, in le
ven en 6terven slechts de Zijnen mogen zijn.
Want door alles heen zal het dan zijn: „Wij
steken 't hoofd omhoog en zullen d' eerkroon
dragen; door U, door U alleen, om 't eeuwig
welbehagen".
Ingekomen stukken.
Ingekomen was een schrijven van het
hoofdbestuurslid, den heer Heemskerk,
dat hij verhinderd \va6; een telegram van
verhindering n gelukwensch van het eere
lid van den Bond, Generaal L. F. Duymaer
van Twist, en een schrijven der resp. com
missies dat in orde waren bevonden de boe
ken van de., penningmeester en van den ad
ministrateur van „De Vaandrager
Jaarverslag 1
De secretaris Ds. H. A d e Geus. van
Huizen, bracht het jaarverslag uit, waaraan
wij ontlecnen dat de Bond in de twintig jaar
van zijn bestaan groeide tot 12(ï afdeeüngen
2550 leden. Er bedankten twee vereeni
gingen, maar zes vereenigingen traden nis
lid toe. 't Aantal vereenigingen groeide dus,
het aantal leden bleef stationair. In de
plaats van Ds. W. J. van Lokhorst werd als
bestuurslid gekozen Dr. J. Severijn, lid der
Tweede Kamer. Het bondsbestuur kreeg
daar grootsche allures (vroolijkheid) maar
we weten dat het nieuwe bondsbestuurélid
warm hart heeft voor Je jeugd, anders
zouden we vreezen dat de leden bang zouden
worden zich tot zulk een hoog college te
wenden. (Vroolijkheid,. Het referendum
over de melodie van bet Bondslied vond
plaats. De uitspraak is gevallen, zoodat
dit thans kan worden gezonden.
Het hoofdbestuur heeft nog pogingen ge
daan om een geheel nieuw bondslied te krij
gen, maar is daarin niet geslaagd. Met een
heenwijzing naar den eerstkonienden bonds
dag vermeldde het jaarverslag, dat de bond
dan als een-en-twintig-jarige de noodige
zelfbewustheid moet hebben, zonder noch
tans zich te hoog te gevoelen.
Door daverend handgeklap beloonde de
vergadering den bondssecretaris voor zijn
jaarverslag.
Huldiging van Ds. de Geus.
Toen het jaarverslag was goedgekeurd,
zeide de Voorzitter dat er vandaag ecu
bijzonderheid is. We hebben een jarige in
ons midden en dat 16 de bondssecretaris Ds.
de Geus. Spr. wenschte den jarige namens
de geheele vergadering geluk. Ds. de Geus
was eerst van plan in zijn familiekring te
blijven, maar we hebben gezegd dat dit niet
zou gaan en we zijn blij hem in ons midden
te hebben. (Applaus).
De heer T. W. Korevaar, van Brand
wijk, sprak daarna en zeide, dat Ü6. de Geus
een groot aandeel in het bondswerk had.
We hebben hem vele jaren mogen hebben
en we hopen hem nog vele jaren als bonds
secretaris te mogen.houden. Geve de Heere
hem nog krachten gedurende tal van jareu
ook voor het werk van den bond. Spr bood
namens de Vaandrager-commissie een
fraai groote bloemenmand aan als geschenk
van den bond. Vanuit de vergadering klonk
een hartelijk applaus op al6 instemming
met dezT huldiging
Ds. de Geus sprak een wooTd van har-
telijken dank. Spr. geeft zijn arbeid voor
den bond met liefde. Het medeleven der
bondsvrienden is kostelijk en heeft spr. goed
gedaan. Spr. dankt alles aan den Heere jn
hoopt dat de Heere hem krachten zal willen
geven voor het werk als secretaris van den
bond. Moge Hij het aan niets doen ontbreken
in het geestelijke wat betreft het werk van
den bond. Spr. zeide dat de heer Korevaar
de bruidegom is en stelde daarom te meer
op prijs dat hij hier wilde zijn en wenschte
den bruidegom met zijn bruid in hun huwe
lijk Gods rijken zegen toe. (Applaus).
Het bondslied.
Alsnu werden aangeheven de twee eerste
coupletten van het Bondslied. Dit werd voor
het eerst gezongen daar de melodie pas bij
referendum onder de leden, werd aangeno
men. De muziek is van den heer J. C. d e
Graaf, organist te Rotterdam; de woorden
zijn van den heer H. J. S m i t, in leven oud
burgemeester van Herwijncn.
Het klonk opgewekt en met geestdrift
door de zaal!
Rekening en verantwoording.
De penningmeester, de heer J. H. van
Ewen, van Utrecht, deed rekening en ver
antwoording. De ontvangsten bedroegen
1379.16%, dat is ƒ95.61 méér dan in het
vorige jaar. De uitgaven waren 1218.27%
of 92.32 minder dan het vorige jaar. Door
deze gunstige resultaten zijn de beide ver
liesposten van 1927 en 1928 niet alleen gedekt
maar verre overtroffen. Door de gestadige
actie van de Vaandragercommissie
derde het Vaandragerfonds met ƒ502.42. Het
fond6 is thans 821.96% groot. Het totaal
bezit van den bond bedraagt 2664.37%. Spr.
deed verder mededeelingen over den bonds-
meester den dank der vergadering over voor
zijn zorgvuldig beheer.
Verslag over de Vaandrager.
De heer Noteboom, van Gouderak, deed
verslag over jet bondsblad „De Vaandra
ger. Met October werd geëindigd met een
batig saldo van ƒ502. Om het blad rendabel
U maken en den huidigen omvang
blad te behouden zal de abonnementsprijs
verhoogd, moeten worden. De advertentie
rubriek moet worden uitgebouwd. Het aan
tal abonné's ging vooruit met 136. Wat het
redactioneelc betreft, alle lof voor de mede
werkers voor hun onvermoeiden arbeid. Er
vond een reorganisatie plaats van de typo
grafische verzorging. Thans is het typogra
fisch aanzien goed. Spr. deed mededeelingen
over wat in het blad in den komenden jaar
gang zal verschijnen. Het blad biedt veel
studiemateriaal. We kunnen met het blad
goed voor den dag komen en gegeven den
omvang der organisatie is het blad zeer
goed. Maar we moeten vooruit. Aan Godes
zegen is alles gelegen, biddend en werkend
mogen we den wa6dom van boven verwach
ten. (Applaus).
De Voorzitter bracht dank aan den
heer Noteboom voor het vele werk, dat deze
altijd Voor den bomt doet
Telegram aan de Koningin.
Besloten werd het volgende telegram te
zenden aan H. M de Koningin:
..De Bond van Ned. Herv. Jongelingsver
eenigingen op Geref. Grondslag enz.,
brengt Uwe Majesteit eerbiedige hulde en
bidt U mede voor Uw Koninklijk Iluis Godi
rijken zegen toe".
Staande werd het Wilhelmus gezongen.
Toespraken afgevaardigde!
Namens uen Bond van Ned. Herv. Meisies-
vereenigingen op Geref. Grondslag, voerde
inej. H. van Willigen, van Rotterdam, het
woord, die de gelukwcnschen overbracht met
het vierde lustrum en den Bond Gods rijken
zegen toebad.
De heer C. van Blokland, te Zegveld,
voerde het woord namens den Bond van
Ned. Herv. Knapenvereenigingen op Geref
Grondslag, en verheugde er zien over dat het
getal dergenen die de bondsdagen van den
bond bezoekt, zoozeer toeneemt. Het is een
verheugend verschijnsel, dat de Gerefo-
meerde actie in onze Ned. Herv. Kerk zoo
zeer groeit, ook onder de jeugd. Want wie de
jeugd heeft, heeft de toeknms; en vo-ji de
bevordering der Geref. actie in dt Ned. Herv.
Kerk is het noodig, dat we de jeugd hebben.
Spr. drong erop aan dat de Jongelingsver
eenigingen een knapenvereeniging zullen
oprichten ili3 dan zullen deen aanslui
ten hij den bond hen spr. vertegenwoordig*.
Er zijn 126 Jongi:;ng-vneenignixcn bij f.u
bon i a-inges' ten cn d.» Kna>.*'bmd telt i.'-s
vereenigingen, die verhouding is dus niet in
orde. Werk daarom ook mee dat de Knapen-
bond groeit
De Voorzitter dankte in een geestig
speechje de beide afgevaardigden voor hun
goede wenken.
Voorstellen.
De beide vooretellen die op het agendum
waren geplaatst, kwamen vervolgens ir
spreking.
Het voorstel van de vereeniging „Soli Deo
Gloria" te Hekendorp: „Het abonnementsgeld
van „De Vaandrager" wordo zóó verhoogd,
dat het blad zich kan bedruipen", werd
genomen.
De abonnementsprijs wordt met ƒ0.25 per
jaar verhoogd; noodlijdende vereenigingen
zullen op aanvrage het blad kunnen blijven
hekomen tegen don ouden abonnementsprijs
Over het voorstel van den ring Vlaardin-
gen en omstreken: „De redevoeringen van
den volgenden Hondsdag worden zoo moge
lijk per radio uitgezonden", sprak de verga
dering als haar meening uit dat er geen
principieele bezwaren zijn, doch wel practi-
sche en dat daarom van dezen Bondsdag en
ook van den eerstkomenden geen radio-uit
zending kon geschieden.
Er werd in overweging gegeven dat voor
taan in „De Vaandrager" de voorstellers de
verdediging van hun voorstel zullen geven
en het hoofdbestuur het prae-advies daar
onder zal doen opnemen.
Besloten werd dat het hoofdbestuur dat
zal overwegen.
Gezongen werd P6alm 6810. waarna Ds.
H. A de Geus deze vergadering met dankzeg
den talrijken aanwezigen den vcelzeggenden
roep van „menschen Gods" in de ooren klin
ken. Immers, als tot ons doordringt, dat wij
„menschen Gods" zijn, dan gaan wij ons !e
ven zien in het rechte licht, dan vinden wij
ons einddoel niet langer in onszelf, dan zijn
wij van 'n ander; dan zijn wij van God. En
dit besef wordt dan richtsnoer en stuw
kracht van ons leven.
Eigenlijk zijn alle menschen menschen
Gods en niemand maakt dit door zijn op
stand en verwerping ongedaan. Het komt er
op aan, menschen Gods te willen zijn. Dezen
zijn in onze dagen ver in de minderheid en
er behoort moed toe tot de minderheid te
durven behooren. In het „menschen Gods"
willlen zijn, liggen groote diepten en hoog
ten. Zonder grootsprank, maar dit komt
toch nergens zoo voluit tot zijn recht als in
de Gereformeerde levensbeschouwing, waar
de hoogheerlijke vrijmacht Gods en de vol
strekte afhankelijkheid des menschen alles
beheerschende beteekenis hebben.
In het „menschen Gods" klinken ons te
gen Gods eisch en Gods belofte, die nergens
begrensd kunnen worden. In de hallen uwer
reugd en in den tijd uwer blijdschap komt
Godr de eere-plaats toe; in elk strijdperk
zult gij dragen de rusting zijner trouw en
iedere steilte zult gij beklimmen, leunend op
den staf Zijner belofte. In zijn eersten brief
aan Timotheus ontvouwt Paulus het levens
program van den mensch Gods als hij Ti
motheus vermaant: vlied de begeerlijkheid
en grijp naar het eeuwige leven, en in zijn
tweeden brief wijst hij met nadruk op liet
nut dor Theopneuste Schrift tot volmaking
van den mensch Gods, ter toerusting tot zijn
levenstaak.
Menschen Gods zijn Bijbelvrienden, 't
Oude Hac nitimur hanc tuemur: hierop
steunen wij en hiervoor strijden wij, hield
spr. den jongelingen voor ter navolging, op
straffe van mislukking. Menschen Gods
vragen met den Psalmist: „maak in Uw
Woord mijn gang en treden vast. „Over
allen, die menschen Gods willen zijn. heft
de biddende Hoogeprioster het schild Zijner
voorbede dekkend op en »nder dit schild
woont het veilig. Spr. eindigde zijn ernstige
rede met de woorden: Menschen Gods wil
len zijn, in oprechte keus, waarborgt wel
slagen voor tijd en eeuwigheid.
Na het referaat werden gezongen de cou
pletten 3 en 4 van het Bondslied.
Uitslag bestaarsverkiezing.
Ds. R. B a r 11 e m a van Zeist, deed daar
na mededeeling van den uitslag der in de
pauze gehouden bestuursverkiezing.
Het bleek dat de bondsvoorzitter Ds.
Lans te Suawoude en de heer J. H. v
Erven te Utrecht met bijna algemeene
stemmen herkozen waren. Spr. wenschte
ergadering geluk met het feit, dat de
bondsvoorzitter weer herkozen is cn de be
noeming wil aanvaarden (applaus.)
Ds Lans nam met 'n hartelijk cn en vrlcn
delijk woord de herbenoeming aan.
INGEZONDF.N MEDEDEELING.
VOORKOMT TANDBEDERF
en poetst 's-morgens en 's-evonds met
NIVA TANDPASTA
75 ets per Vi tube. 25ds p. 'A tube.
MIDDAGVERGADERING
Heropening.
Te ruim half drie werd de vergadering
heropend met het zingen van Psalm 138 1
en gebed van den Voorzitter, die daarna
zijn verheugenis uitgprak over de groote
opkomst.
Daarna hield Ds. J. H. F. Rem me van
Amsterdam een referaat over het onder
werp:
„Menschen Gods".
Spr. begon met te wijzen op den groei
van den Bond; het stekje werd een boom.
Dit roept tot een grootsche taak; immers
terwijl het stekje, zwak als het is, om be
schutting vraagt, wordt van den boom
venvacht, dat hij beschutting geeft en
vrucht dragen zal; de taak van dezen Bond
die jonge menschen saam roept rondom de
vaan der Gereformeerde levensbeschouwing
om door woord en wandel te toonen, dat de
ze aloude beginselen ook voor den nieuwen
tijd volwaardig zijn gebleven.
Spr. ging voort met nadruk te wijzen op
het doel van toogdagen als deze, n.l. „brand
stof mee te dragen voor onze zielevlam".
Ter bereiking van dit hooge doel liet spr.
„Stedenbouw".
Spr. begon met uiteen te zetten den groo
ten invloed die er van de groote steden uit
gaat, Gode zij dank, tegenover het groote
Babel dezer wereld, bouwt God Zijn stad, de
stad des grooten Konings, de stad die een
maal op deze aarde neer zal dalen.
Het is niet zoo alsof stedenbouw een open
baring zou zijn van de woeling der zonde.
Dat leert de Schrift wel anders als zij meldt
hoe Jezus met ontferming bewogen was
over het lot van Jeruzalem. Zelfs in de
raads-idee Gods ligt de stad vast en Johan
nes zag op Patraos de stad Gods, versierd
als de bruid voor haar man. Die stad zal
de uitdrukking, de belichaming zijn van
Gods gedachten. God Zelf zal daarin zijn en
de burgers dier stad zullen overdropen zijn
van het licht Gods dat eeuwig neerstraalt
uit Gods barmhartigheid.
Het is niet de stads-idee die verkeerd Is,
maar de wijze waarop menschen de stad
bouwden: Kain als eerste stedenbouwer b.v.
Het lied van den rassenhaat door Lamech
gezongen teekent ons den geest van Kaïns
geslacht. In Kaïn's stad woelt de geest uit
de diepte tegen den geest uit de hoogte. Fn
bij de voortschrijdende ontwikkeling der
cultuur in Kaïns geslacht is het niet die
cultuur die misdaad is tegen God maar het
gebruik dat van die cultuur werd gemaakt
om te trachten God tegen te staan. En het
ergste is dat de nakomelingen uit Seths ge
slacht straks worden verblind door de
schoonschijnende schitteringen dier cultuur
en zich vermengen met de kinderen der
wereld.
Dit feit zien we in onzen dag telkens her
haald. Hoe menige jongo man heeft tot tra
nen toe bewogen in de ure van zijn belijde
nis in het Huis Gods het ,Ja" geantwoord
om kort daarna op te gaan in zingenot.
Zeg niet, dat die jongeman huichelde. Het
was tijdgeloof en ondanks het betraande
oog klopte er een onverniouwd hart. Wilt
ge staande blijven tegen do lokkingen der
wereld, dan moet go hebben de kracht des
Heiligen Geestes. Christus kent uw strijd,
jonge man, uw zwakheden. Er is hulpe bij
Jezus. En waarlijk die hulp is noodig. Want
het zondeproces zet zich niet ongestoord
oort. Kaïns stad stort weg in de wielende
woelende golven van den zondvloed. Dat is
het oordcel van den heiligen God. Gods
oordeelen blijven nog steeds uitgaan. De
sombere ruïnen der oude wereldsteden pre
diken de vergankelijkheid en in die vergan
kelijkheid het oordeel Gods.
De tcekencn van het naderend gericht
zijn te speuren ook in onzen dag. De mensch
die al zijn vermogen aanwendt in zijn strijd
tegen God, moge denken het te winnen.
Hij, Die in den hemel woont, zal lachen. De
triomf zal niet der wereld maar Godes zijn.
De overwinning zal niet zijn aan het Bahel
ereld maar aan Sion, de stad Gods.
In het hemelschc Jeruzalem zal zijn een
zuivere cultuur, tot eere Gods. En alles zal
daar dienen om de grootheid te verkondigen
•an den Kunstenaar en Bouwmeester dezer
tad, God den Heere. In die stad zal niets
inkomen dat haar verontreinigt. In deze
stad is de veiligheid en de rust die Kaïn
met den bouw van zijn stad tevergeefs heeft
gezocht.
De burgers dezer stad zullen zijn het na
geslacht van Seth, dat hier de begeerte mag
kennen naar een beter, naar een hemelsch
aderiand: zij zullen het zijn, die welen
ij slechts vreemdelingen en bijwoners
zijn op deze aanle. Zij hebben de juiste toe
passing van de dingen dezer aanle: geen
wereld-ontvluchting maar het zoeken van
hulp in den strijd tegen de wereld en het
eigen vleesch, bij den Allerhoogste.
Jongemannen, zoekt uw hulp bij God nu
de verleiding der wereld meer en meer toe
neemt God leide u op de hoogte des geloofs
om te zien het naderend wereldgericht en
doe u van diezelfde hoogte iets zien \an de
heerlijkheid en de schoonheid van de ko
mende Godsstad.
Sluiting.
De Voorzitter bracht dank aan Ds.
Bouthoorn cn deed daarna mededeeling van
een ingekomen schrijven namens den Bond
van Jongelingsvereenigingen op Gerefor
meerden Grondslag, waarin spijt werd uit
gedrukt dat de afgevaardigde verhinderd
was, en Gods besten zegen voor het werk
van den Bond werd toegewcnscht.
Nadat het laatste couplet van het Bonds
lied gezongen was, vond de rondvraag
plaats.
De Voorzitter sprak een slotwoord
waarin hij dank bracht aan allen die had
den meegewerkt aan het welslagen van de
zen Bondsdag, en allen een „tot weerziens"
toeriep.
Ds. Bouthoorn eindigde nadat gezongen
was Psalm 87 1, den goedgeslaagden
Bondsdag met dankgebed.
DE KONINGIN EN DE PRINSES
NAAR NOORWEGEN
VERTREK OP IS JUNI
Men meldt ons, dat de Koningin en de
Prinses in den namiddag van den I6cn Juni
te R'dam scheep zullen gaan aan boord van
het stoomschip Batavier 5, en met dien bodem
naar Bergen zullen reizen. Van Bergen zullen
de Koningin en de Prinses zich per spoor be
geven naar Finsen, alwaar zjj zich voorstel
len een veertiental dagen te verblijven. Ver
volgens zullen tochten worden gemaakt in
het Noorsehe gebergte. De Koningin en de
Prinses rekenen er op vóór den verjaardag
van H.M. de Koningin Moeder in Nederland
terug te zijn.
Deze reis geschiedt streng incognito.
LIBERALE STAATSPARTIJ
Naar het Vad. verneemt, komt voor de be
noeming tot bezoldigd secretaris van de Li
berale Staatspartij ernstig in aanmerking mr
J. Rutgers, oud-wethouder en Raadslid van
Amsterdam en voorzitter van de afd. AMam
var. die partij.
DE TWINTIGSTE BONDSDAG
Een oeenieht der vergadering ton ifen Boni ton ,\Y<f.
ivn lu-
°p G"'1 mdelag, 'die guteren le UlreeUl
t< was dag mcia» wv