Nederlandsch Jongelingsverbond DE BONDSDAG TE LEEUWARDEN I VRIJDAG 30 MEI 1930 TWEEDE BLAD PAG. 5 zeven en zeventigste algemeene vergadering De jongelingen en de gewijzigde maat schappelijke en sociale verhoudingen EET VRAAGSTUK VAN CULTUUR EN TRADITIE Frieslands hoofdstad ontving op 28 en 29 .„ei de jaarlijkscho algemeene vergadering van het Nederlandsch Jongelingsverbond, de ovlste jeugdorganisatie van ons land. Ofscl >n Hemelvaartsdag de traditioneele „groote" Bondsdag zou zijn, waren toch reeds oj) Woensdagmiddag ruim 500 personen uit allo plaatsen, zelfs uit Zeeland en Limburg hier bijeengekomen in de Harmonie voor do huishoudelijke vergadering, waarin het beleid van het bondsbestuur in het afgeloo- pen jaar ter sprake kwam. Uit de in het bondsorgaan gepubliceerde verslagen bleek reeds dat het Verbond in 1929 een moeilijke tijd had doorgemaakt, vooral door enkele iinancieele tegenslagen, die mede oorzaak waren, dat het aantal algemeen-secretaris- jrminderd werd. Uit der aard vormden deze tegenslagen het voornaamste punt van de discussie, die op zeer hoog peil stond en de garantie gaf, dat het vertrouwen van de leden in de leiding niet is geschokt maar eerder versterkt Uit allerlei cijfers bleek dan ook dat het Verbond weer over do depressie heengekomen is en dat zoowel het aantal afdeelingen, leden en abonné's op organen weer in stijgende lijn is. 'tVer- g van den penningmeester toonde met cijfers aan. dat 1& 29 inderdaad een moeilijk jaar was, maar de vergadering gaf de ver zekering, dat krachtig gesteund zal worden 1 olgende jaren zonder tekort te doen sluiten. Er volgde nog wat discussie over de or ganen en over de commissie van redactie. Voorts werd verslag uitgebracht namens de tommissie voor den boekhandel, dat o.m. aantoonde, dat de omzet in '29 ruim f60.000 bedroeg. Eindelijk werd nog bepaald dat de volgende Bondsdag D-V, tc Nijmegen of te 'ïeventer gehouden zal worden. Ha afloop van de huishoudelijke verga dering werden drie sectievergaderingen ge- Am/den, resp. voor Jongenswerk met een rede van den heer H. G 0 r d e a u over „Ohs Ijodgenswerk in betrekking met huisgezin en vereeniging; voor Vredesactie, met als Ispreker Ds. D. Kuilman van Leiden over: |„Hoe kunnen Christen-jongemannen aan de vredestaak medewerken", en. voor correspon denten, waar de heeren J. Spa'rreboom en M. F. Feenstra speciaal de taak vanl [deze functionarissen toelichtten. DE ALGEMEENE VERGADERING, Om half acht ving de algemeene vergade ring aan. Zij werd geopend met hot staande zingen van eenige coupletten uit den Bonds- liederenibundel, waarna de Voorzitter, Ds. P. Veen van Utrecht, de aanwezigen ver welkomde, dat welkom bijzonder toeroepen de aan den heer Ch. Guil Ion, wereldbonds secretaris uit Geneve en het eerelid van het Verbond, de heer D. van Svvigchem uit Ede. Nadat nog mededeeling gedaan was van een ingekomen danktelegram van den be schermheer van het Verbond, Z.K.H. Prins Hendrik, werd hot woord verleend aan den heer Dr. J. Eykman, direct, der Amster- damsche Maatschappij voor Jonge Mannen, om te spreken over de vraag Oud ol nieuw? Spr. zeide dat het hem een vreugde is, weer iln den kring van het N. J. V. het woord te jmogen voeren, na 12 jaren van gescheiden d" A.M.V.J. is de rechtstreeksohe voort zetting van de oudste afdeeling van het Ver bond, waarvan oud is het doel: te brengen de boodschap van het Evangelie. Oud is het als spr. wijst op de orvzagge- Slijke taak, waarvoor de dragers van het Christendom in deze wereld geplaatst zijn, te zijn het zout der aarde en het lioht der wereld. Oud als het cliristendom, nieuw als de dag van vandaag. Er bestaat geen enkel verschil tusschen N. J. V. en A.M.V.J. over de beteekenis en de waarde van dat zout. Voor beide beteekent het 't Woord Gods door alle eeuwen. Maar o, die wereld, en o, wij, die dat zout (licht moeten uitdragen. Denk aan de hon- [derdduizenden, die na 20 eeuwen van zout winning cn liohtuitstraling nimmer met dat zout of dat licht in aanraking zijn geweest. Waaraan ligt dat? Het ligt aan ons. Hoe staat het toch met het zoutdragond en lichtgevend deel in ons vaderland? Ons Christelijk volksdeel heeft de laatste 50 jaar niet andei-s gedaan dan muren bouwen. We zijn in een tijd, dat de wereld op haar grond vesten schudde, te hoop geloopen als een hoop koeien bij onweer. Wij hebben ons in bonden georganiseerd, die 't zoutmonopolie voor zich opcisohen. We hebben dat op alle gebied gedaan. Wc zijn op het voetspoor der iRoomsche kerk bezig een macht te worden in de wereld. We zijn een volksdeel gew< jdendat uitroept: Wij zijn 't licht der we- lold. En intusschcn hebben we om ons con- :rn een muur gebouwd, waarachter we ons rilig gevoelen. Er binnen mogen we zingen i bidden, ons ambacht uitoefenen, zelfs aan sport doen als 't. maar niet op Zondag is. 't Is er zoo veilig, ook al is er vaak ruzie. Er zi'n stapels zout en licht in bundels, de zoltl rs kraken, de kelders scheuren. Maar 't zout hoort niet op den zolder, en 't licht niet in de kelders, 't Zout hoort in de spij en het licht in do duisternis. Arme wereld, waarin liet Christelijk volksdeel aan 't ver worden is. Het beteekent wegneming van al het bederfwerende, wegneming van bakens en kustvuron. In zoon' tijd van gedoofde kustvuren leven wij. Heel het groote maatschappelijke leven, heel het cultuurleven beweegt zich zonder naspeurbare richting van onze kant Op geen enkel gebied kan er iets gebeu ren, of wij zoutdragers en liclitgevers loopen te hoop, omsluiten ons, omtuinen ons. Als naar het eigen veilige plaatsje mogen hebben, zijn wij gelukkig. Voor zoover er liver geestelijke belangen in het spel zijn, daartegen geen enkel bezwaar, ja, is 't zelfs geboden. Voor alle andere gevallen hooren de zoutdragers echter in de wereld. Wij hooren daar waar 't doodzieke hart der wereld klopt, waar onze broeders wonen. Zijn we soms die verwantschap vergeten? We kennen onze verwantschap te goed en re vreezen de wereld. Maar daarvoor mo gen we niet terugdeinzen. We moeten er uit, naar buiten, uit de ark van ons christelijk volksdeel, al moet die ark zelf als een schuilplaats hlijven bestaan. Gij zijt 't zout der aarde. De deur der ark moet open blijven, opdat ieder naar behoefte des harten kan binnenvluchten of uitgaan. Geschiedt dat niet dan is het zout smakeloos geworden. Spr. wekte tenslotte zijn gehoor op zoutdragers te blijven. Van de gelegenheid den spreker vragen te stellen omtrent het werk der A.M.V.J. werd door een aantal personen gebruik gemaakt Breedvoerig werd op al deze vragen inge gaan, waarbij dr. Eykman gelegenheid vond de geschiedenis cn de werkwijze der A.M.V.J. uiteen te zetten. Een hartelijk applaus loonde tenslotte den spreker voor z'n ongemeen interessante uit eenzettingen. Nadat de voorzitter hem nog eens gedankt had, ving de bidstond aan, die geleid werd door den heer C. Tabak. Deze sprak ter inleiding tot het gebed over Handelingen 9, de verzen 10 tót 2S. DE BONDSDAG De kerkdienst. Aleer de vergaderingen op den ITemel- lartsdag aanvingen, vercenigden zich de bondsdagbezoékers in de Groote Kerk, ten einde aLereerst" aandacht t'e schenken aan de herdenking van de Hemelvaartsgebeur- te nissen. Voorganger in dezen dienst was Ds. H. W. te Winkel, Hervormd predikant te Sneek, het Evangelie van den dag gelezen te hebben en in gebed te zijn voorgegaan een korte predikatie hield over Hebreeën 12 's. 2: ziende op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus, dewelke, voor de •de die hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen en schande veracht, en is gezeten aan de rechterhand des troons van God. Met stille aandaoht werd dit schoone woord beluisterd, waarin opgewekt werd de harten naar boven te heffen. Onder het zingen van-het bondslied ging ten uiteen. In de Harmonie. In de tot den nok gevulde Harmoniezaal ving om half elf de tweede openbare zitting i. Nadat er gezongen en gebeden was Celd'de' voorzitter Ds. P. Veemde Bonds- !pr. vestigde allereerst de aandacht op en kele belangrijke punten uit het jaarverslag van het bondsbestuur, dat in de werkverga dering door de toen aanwezigen is bespro- en. Vooral in het afgeloopen vereenigingsjaar zijn hooge eisclien gesteld aan het uithou dingsvermogen van de mannen,' die dé'lei ding hebben. Er waren groote zorgen, de ver Ds. P. VEEN, n het Nederl. Jong. Verbond. wachtingen, die wij hadden ten opzichte van de financiën waren te hoog gespannen en de teleurstelling bleef niet uit; daarnaast de den zich moeilijkheden voor tusschen enkele leden van het secretariaat. De gevolgen zijn bekend, twee der Algem. secretarissen heeren De Boer en Postma, namen hun ontslag met het gevolg dat nu al het werk rust op de heeren Gordeau, Tabak en Doorschodt. Spr. gevoelt behoefte deze drie mannen namens de vergadering harte lijk te danken voor al wat zij voor het V bond doen (applaus)Spr. richtte ook e woord van dank tot de heeren Postma de Boer. Gedwongen door de bepalingen van ons reglement, moesten aftreden, zonder herkies baar te zijn,drie bondsbestuurders, die ieder op eigen terrein, hun sporen hebben ver diend, nl. de heeren Abbringh, Jacobs en Hogeweg. Wij zullen deze drie mannen mis sen in onze vergaderingen, allen dragen zij ons werk een warm hart too cn toonden dit door hun daden. Het verheugt spr. zeer dat men den heer Hogeweg heeft mogen behou den als voorzitter van de organisatie van oud leden „Ons Oud-Verbond". De bedoeling van deze organisatie is een band te leggen tus schen allen, die vroeger lid van het Verbond geweest zijn. De samensprekihgen tusschen de directie van de ..Amsterdamsche Mij. voor jonge mannen en het Bondsbestuur hebben 't mo gelijk gemaakt een sfeer te scheppen, waarin beide partijen eensgezind kunnen samenwer ken. Bij een rustige ontwikkeling van wat thans verkregen is, verwachten wij in de toekomst dat op dezen weg voortgaande, er nog veel zal kunnen worden gedaan voor een belangrijk deel van onze Nederland sch e jeugd. Spr. herinnerde aan de Ernst Sillimihoeve en de leden- en jongenskampen te Hulshorst i Leusden. Met groote dankbaarheid mogen wij op merken, hoe in vele afdeelingen geworsteld wordt met de vraag wat er gedaan moet wor den om het werk vooruit te brengen. Het is een teelten van leven, wanneer men toont niet tevreden te zijn met wat bereikt is. Een der vele moeilijkheden, waarmede bij- i in alle afdeelingen geworsteld wordt is ït winnen van nieuwe leden. In de laatste jaren doet zich het eigen aardige feit voor dat het jongens of kna pen werk bloeit, maar dat het ledental der jongelingsvereenigingen op dezelfde hoogte blijft. Gezien de aanwas der bevolking, moest het getal van de Bondsleden sneller toenemen, dan in werkelijkheid het geval is, t is naar Spr.'s meening niet mogelijk voor dit feit met enkele woorden een afdoe- de vérklaring te geven. Allerlei amstanrib- heden werken hiertoe mede. Het leven der oudere jongens, ik bedoel de genen, die in aanmerking komen voor een lidmaatschap eonr Christelijke Jongemannen m., wordt door allerlei dingen in be slag genomen, de wijzingen, die het maat schappelijke en sociale leven de laatste jaren heeft ondergaan werken hieraan mede, Er is bij vroegere 'aren vergeleken zooveel waarvoor de aandacht wordt gevraagd Tal van vereenigingen zijn opgericht, cursussen over onderwerpen, die met de beoefening van een vak in verband staan, eischen een deel van den vrijen tijd en vragen in den regel senige uren van voorbereiding. De belan gen der vakorganisatie spreken eveneens een woordje mee. De C.J.M.V. heeft in dit alles zekere concurrentie te zien,Naast het ge noemde zijn er ongetwijfeld nog meerdere oorzaken aan te wijzen waardoor de C.J.M.V niet meer staat op de eersta plaats in de belangstelling van menig jongeman. Toch meent Spr. dat er nog iets anders moet worden genomen waarop wij onze aan dacht moeten vestigen. Tengevolge van de opleving van het individualisme, is er ccn bres geschoten in de hecrsclicnde traditie in de Christelijke kringen. Het wfis in deze leringen de gewoonte dat kinderen uit Christelijke gezinnen als van zelf werden opgenomen in allerlei Christe- 1 ijken arbeid. De kinderen gingen met de ouders mede. Er werd niet. anders verwacht, •erd ook niet anders gedaan. Zoo behoor de het ook tot de goede gewoonte dat de jongemannen uit dè Christelijke gezinnen zich aansloten bij een C.J.M.V. Het ging als het ware automatisch. Van de Zondagsschool ging men over naar de Knapenvereeniging en van deze werij men lid van de Jonge mannen vereeniging. Zoo was de traditie in onze kringen. Dit loopen langs den door ouderen uitgestippel- den weg beeft in vele plaatsen een eind ge nomen. Bij vele jongemannen openbaart zich een verzet togen dit loopen in het gareel. Het is vooral in de jaren na den oorlog, dat dit streven naar vrijmaking van het individu zich openbaarde. Men wilde, zelf kiezen, zelf gaan, zelf gaan waar men zelf wilde. Het individualisme brak zich baan. In de geschiedenis der.Christelijke kerk zijn -perio- aan te wijzen waarin de individu geheel opging in de gemeenschap Spr. denkt b.v. aan de Roomsch Katholieke Kerk. De echte Roomsche schikt zich onvoorwaardelijk naar de leer en de opvattingen der kerk. Hij zal. wanneer zich een botsing voordoet, zijn eigen meeningen en inzichten opgeven, wanneer deze in strijd mochten blijken te zijn met die der kerk. Deze gehoorzaamheid aan de kerk heft de individualiteit, het zichzelf zijn op. De groote beteekenis van de Hervorming ligt dan ook voor een belangrijk deel in het feit, dat door terugkeer naar het Evangelie, de mensoh zich zelf werd, de persoonlijk heid van het individu, van den enkeling, werd vrij gemaakt van de overheersching van anderen. Wat in de Roomsche kerk wordt gezien, komt helaas in de Protestant- sche kringen ook voor. Er zijn kringen waar in kortweg onderwerping geëischt wordt, aan wat voor anderen als waarheid wordt gezien. I-lier speelt traditie een voorname rol. Onder traditie verstaat spr. het 'vasthou den aan bepaalde gewoonten, opvatingen, gebruiken en wetten. Een land als het onze is rijk aan traditie: wij hebben een oude geschiedenis er er bestaan sterke banden meit het voongeslaeht. Wie onzer kent niet tal van tradities in het familieleven? Wat zijn er niet tal van gebruiken bij huwelijk, geboorte cn begrafenis. Denk eens aan al lerlei „olde gebruiken" op onze dorpen. Sommige gebruiken zijn zoo vastgeroest, dat er niets aan te verwrikken valt en wee degene, die er tegen in zou durven gaan. Het merkwaaidiige is, dat menschen, die het verkeerde theoretisch erkennen, vaak den moed missen er daadwerkelijk mee te breken. Ik zal niet ontkennen dat er in vele tradities iets heel moois kan zitten, ik wil nog wel verder gaan en toegeven, dat ik het afschaffen van alle traditie zou beschouwen als een verarming van het leven. Wie uit zucht om alles gelijk te maken iedere tra ditie zou willen opruimen, zou verkeerd doen, want in de traditie leeft de geschie denis van onze voorouders, van de geslach ten, waaruit' zij zijn voortgekomen. Een mensch, een vereeniging, een kerk, een volk zonder traditie is arm en gevoelt zich arm. Zoo acht ik 't, op zich zelf 'n goede traditie wanneer kinderen van Christcn-ouders war den opgevoed in de wegen waarop de oudere voor hun eigen leven zegeningen hebben ont vangen. Het is niet te zeggen, welk een vor mende, en bewarende kracht hierin is gele gen, cn hoeveel zwakke karakters door de beschermende beveiliging der traditie be waard zijn gebleven voor afdwalingen. Maai wij moeten wanneer we dit erkennen, trach ten een open oog te hebben en te houden voor de gevaren welke hierin dreigen. Het is toch niet denkbeeldig, dat jonge i schen meeloopen, zonder zich de vraag le stellenc waarom denk ik zooals ik denk? en waarom doe ik zooals ik doe? De kans groot dat men gaat teren op het geestelijk bezit van anderen, men neemt aan wat voor anderen wellicht persoonlijk verwc eigendom is en daar men de uitwendige vormen, waarin het Christelijke leven zich openbaart, in acht neemt, verbeeldt men zich zelf het geeötelijk'leven le bezitten. Men is godsdienstig zonder Christen te zijn. De toestanden na den wereldoorlog heb ben meegewerkt de individu wakker te ma ken. Er heeft zich een individualisme ont wikkeld dat wij niet zonder zorg kunnen be VOOR DE NED. HERV. KERK TE LEEUW ARDEN. Vele honderden jongelingenivaren naar Frieslands hoofdstad getrokken om d>~: jaarlijkschen toogdag bij le wonen. En naar oud gebruik had eerst een Wijdingssamenkomst plaats, die druk bezocht was. d< „Alde Hoü"t die al zooveel geslachten had zien gaan en komen, zag nu de jongelingschap van 1930 binnentrekken. schouwen, daar het beslag gelegd heeft op het donkleven vam vele jongeren, die helaas zonder voldoende zelfcontrole zich aan de ze geestesrichting overgeven. Dat indivi dualisme heeft in den vasten vorm der traditie heel wat aan het wankelen ge bracht. Onder den invloed van dit indivi dualisme, van dat ieder-voor-zich-zelf le ven maakt men zich los van den kring, waarin men tot dusver had geleefd. Er kwam drang naar vrijheid. Ongetwijfeld mogen we dankbaar zijn voor hei feit, dat velen onder invloed der nieuwe cultuur zich ontworsteld hebben aan een traditie die zonder meer beslag op hen gelegd had, waaraan zij zich gedachteloos onderworpen hadden. Maai- de bewustwording der persoonlijk heid, de vrijmaking van het individu, zon der meer, brengt groote bezwaren met zich mede. Ds mensch, die zich los gemaakt heeft van zijn omgeving, die zïfchzelf wil zijn, komt er zoo gemakkelijk toe zich te illen uitleven, zonder zich om eigen om geving te bekommeren. Wij zien dan ook, dat een individualisme dat zijn ontwikke ling onafhankelijk van de verhouding tot God en menschen zoekt, verloopt in gelïjk- loerschheid en leidt tot een geestesgesteld heid, waarbij de leus „geen God en geen meester" gehuldigd wordt. Waar zulk een levensopvatting op uitloopt, leert de ge schiedenis van vroeger eeuwen en die van onzen tijd duidelijk. Als Jongelingsverbond, d.wj. als een ver- I bond van jonge mannen, die God willen dienen en hun leven aan Jezus Christus wil len wijden, worden wij voor deze belangrij ke vragen gesteld. Wij mogen niet doen als of wij ermede niet te maken hebben. Naar spr.'s meening wordt door velen struisvogel politiek toegepast. Vele leidende personen zijn te weinig doordrongen van den ernst ■an. den toestand. Velen trachten te kram men en te lijmen, wat gescheurd en gebro ken is. Anderen willen door sterker vast te houden aan de traditie de opgroeiende j ïugd beschermen. Nu 't niet meer van zeil spreekt dat een jongen of jongeman zich bij een Christelijke vereeniging aansluit, moe ten wij over deze dingen voor ons zelf tot klaarheid komen. Als Christenen moeten wij den moed hebben de dingen te zien, zooals zij zijn, ook al zou 't ons pijn doen, te moe ten erkennen dat er iets niet in orde ls. Zoo moeten wij met het oog op de groepen waar vij werken, ons klaar voor oogen stellen dat de jongemannen van tegenwoordig in zioh voelen een drang naar vrijheid, zij wil len zichzelf zijn. Zij willen niet loopen op het afgebakende pad. Men make zich van deze ernstige dingen niet af door vanuit de hoogte te spreken over „die opstandige jeugd" en telkens te verwijzen naar den goeden ouden tijd, toen 't zooveel beter was Wij moeten ons inspannen een antwoord te zoeken op de vraag, hoe we tegenover^dit ontwakend individualisme staan. Op het standbeeld van Alexander Vinet te Lausanne staat: „Ik wil den mensen, meester van zichzelf, opdat hij des te beter allen- dienaar zij". In deze woorden ligt een vingerwijzing naar de band, die gelegd be hoort te worden tusschen den mensch en zijn medemenschen, de individu en de ge meenschap. Ik wil den mensch meester van zichzelf, d.w.z. zichzelf boheerschend. Kan dat? Wij antwoorden zonder aarzelen: ja. Doch voe gen dadelijk daarbij: „alleen, wanneer hij zeggen kan: Jezus Christus heeft mij waar lijk vrijgemaakt". Een door Christus vrijgemaakte bezit het leven, zijn persoonlijkheid is op weg naar de volle ontplooiing. Alleen het kind van God kan vrij zijn. Wij willen vrij zijn in Christus. Om daartoe te komen moeten wij een hoogen prijs betalen, het kost ons alles wat wij mconen te bezitten. Tegenover dit verlies staat dat wij alles winnen, wij ont vangen, wat wij zoeken, wij worden men schen, wij gaan beantwoorden aan Gods Een ding mag niet vergeten worden* waak tegen 't gevaar van het Christelijk in dividualisme. Spr. bedoelt daarmede, dat vele Christenen in do verkregen vrijheid blijven steken. Wij krijgen onze vrijheid om te kunnen liefhebben, d.w.z. opdat wij des tc beter zouden kunnen dienen. Christus maakt ons vrij, opdat wij in de gemecn- sohap Gods wil zouden doen. Met een krachtige oratio om elkander, staande in de vrijheid, te dienen, besloot spr. 't Woord werd hierna verleend aan don voorzitter van het eerecomité, de heer P. A. V. baron van Harinxma thoe Sloo- ten, Commissaris der Koningin in Fries land. In een korte toespraak sprak deze er zijn blijdschap over uit dat eeu zoo groot aantal jonge menschen door een geestelijk ideaal gegrepen is, terwijl hij den wenseh uitsprak dat de arbeid van het Verbond nog aan velen ton zegen moge zijn. De voorzitter dankte den eere-voorzitter voor diens goede woorden, waarna de verga dering verdaagd werd. De koffietafel. DE VERGADERING IN ZALEN SCHAAP. Bondsbestuur, sprekers en regelingscom missie, alsmede de afgevaardigden van den Ned. Bond van J.V. op G. G., den Bond van Chr. Geref. J. V., het Ned. Bijbelgenoot schap, Ned. Verbond van Chr. Meisjesvèr- eenigingen, de federatie van Chr. vereen, vam eai voo-r vrouwen, het Ned. Werklieden verbond „Patrimonium" en de Ned. Militai re Bond vereenigden zich in hotel „De Kroon" aan een- koffiemaaltijd, waar nog menig goed woord gesproken werd. DE MIDDAGVERGADERING. De middagvergadering in de Harmonie eixl geleid door den 2den voorzitter van bet Verbond, de heer J. C. Lei.bbrandt, van Amsterdam. Gezongen werd: ,,'k Heb geloofd en daarom zing ik", waarna direct het woord verleend werd aan Ds. J. C. R o o s e, uit Groningen, om te spreken over Heerschen of liefhebben. Z'n rede aanvangende, zeide spr., dat het bestuur het wenschelijk achtte op dezen Bondsdag een onderwerp le doen behande len, dat verband hielcj met het huwelijk en gezinsleven. De voornaamste factor in bet huwelijks- en .gezinsleven acht spr. het ka rakter. Spr. erkent de beteekenis van de lichamelijke en sociaal economische facto ren, maar als die alle in gunstigen zin aan wezig zijn en het karakter is verkeerd ge steld, dan zal er geen waarachtige gemeen schap tot stand komen. Hel karakter van don mensch komt uit in z'n levensbeschou wing. Heerschen en liefhebben duiden tweeërlei levensbeschouwing aan. Zij staan tegenover elkaar. Liefhebben beteekent: nooit slaaf zijn, maar in een gemeenschap de uitwisseling van geven en nemen. Tusschen heerschen en liefhebben kan nooit gemeenschap zijn. Wie liefheeft wil zich geven, mits ook de ander zich geeft. Némen zonder lief te hebben is ontucht De wereld is vol van heerechers, die en felle strijd voeren. Die strijd begint al heel vroeg, als het kind door den ouder door heerschen in bedwang wordt gehouden. Maar zoo wordt het kind zelf tot heerschen opgevoed, omdat het zich schadeloos wil stellen voor den in de jeugd ondervonden dwang. Waarom kiezen de menschen de weg van het liefhebben niet? De weg van den heerscher begint met macht, de weg van don liefhebber met lij den. Die lief heeft stelt zich bloot aan smart Hoe sterker de liefde des te heviger de pijn. Maar ook de heerscher ondervindt ellcnrl omdat alles verstijft onder zijn kille vir gers. Er is dan ook manr een uitweg, n.l. op den weg der liefde willig sterven, onder te gaan in het geloof. Dat is de weg achte Christus aan, die liefhad tot in den dood. Tot het bewandelen van dien weg wekt 6pr. op, opdat, zooals Christus uit don dood herrezen is. wij ook met Hem mogen op staan in een nieuw leven. De wereldbondssecrctaris spreekt. In een door den heer Gordeau vertaal de toespraak richtte vervolgens <le wereld- bondsseerotaris. de heer C li. G u i 11 o n, zich tot de vergadering, om te wijzen op de toe nemende inacht van het ongeloof, dat Moscou zijn brand- en concentratiepunt vindt, waaruit een krachtige organisa" opgebouwd wordt om over de geheele i re ld het Christendom te bestrijden. God heeft in Nederland een geestelijke res gelaten, om een krachtig aandeel in di n strijd te hebben. Holland moet de Christe lijke besohaving voor den ondergang bewa ren,. Het moet de wereldevangelisatie ter hand nemen. Laten daarom uw kerken en vereenigingen bronnen zijn, waar de zielen zich kunnen laven. Met een enkel woord dankte de voorzitter den heer Guitton, waarna men zieh geza menlijke naar de 6luitingsbjjeenkomet in den Prinsentuin begaf. was een filiaal-bijeenkomst belegd in zalen Schaaf, die 's morgens geleid werd door den heer Leibbrand. Deze deed bij den aanvang zingen: „Lof zij den Heer, den Almachligen Koning der Eere", waarna hij in gebed voorging. Gelezen werd een ge deelte van den Efezenbrief, gevolgd door de voorlezing van de Apostolische Geloofsbei lijdenis, staande door ei' inwezigen aange-i boord, en waarmede zij -'«-mining betuig- door aan te hffen lk „Ai -n, goddelijk Evangelie". De Voorzitter verwelkomde vervolgens de afgevaardigden van verwante corporaties, rna het woord verleend werd aan dun zitter der regelingscommissie, de heer D. Hoekstra, die in een korf speeclije de ■gadering in Leeuwarden verwelkomde er op wees hoe het verbond sedert vorrte hondsdagen, die in 1900 en in 1921 te Leeu- warden gehouden werden aanmerkelijk ge groeid is. Als hulde aan Friesland werd hierna het Friesehe Volkslied aangeheven. Een openingsrede. De voorzitter sprak teen de openingsrede uit. Gememoreerd werden de belangrijkste gebeurtenissen in het voorbijgegane jaar. Uitvoerig stond spr. stil bij don nieuwen tak van arbeid van bet Verbond, dé commiss e voor de Vredesactie, die zich tón doel stelt de kennis van hei vredesvraagstuk le doen toenemen en den leden van voorlichting 1 dienen bij moeilijkheden terzake van d> ri dienstplicht. Politiek mag deze actie in geen enkel opzicht worden. Het vraagstuk van den oorlog is zoo moeilijk, dal het drin gend bestudeering behoeft, opdat ieder bondsljd zeker van zijn houding kan zijn. De positie van het Verbpnd besprekende, zeide spr., dat het ledental groeit. Op 1 V -i j.l. was hel ledental 1G850, waarmee rle ont stane achterstand weer was ingehaald. Voor de toekomst zal het Verbond zijn oude roe ping handhaven te zijn' een bederfwerend zout cn te dienen den naaste. Nada^ vervolgens de beer R. Tabak de collecte voor den Wereldbond had aanbevo len. verkreeg de beer J. Ba k k e r, lid va a de Tweede Kamer der Staten Generaal, het woord. Spr. zeide, dat, werd voor eenige jaren de eenheid in het N.J.V. vanuit Fries land bedreigd, deze eenheid thans krachti- ger en sterker is dan ooit. (Applaus). In een ernstige toesprank wekte spr. da aanwezigen op banierdragers van ilen Christus te blijven. Uitslag bestuursverkiezing. Tenslotte werd mededeeling gedaan van den uitslag der gehouden bestuursverkie zing. Deze had tot resultaat dat herkozm werden de voorzitter, Ds. P. Veen, alsmede de heeren Mes uit Rotterdam, en Sparr e- boom, terwijl gekozen werden de heeren Hooge veen. uit Ruinerwold, Scheur kogel, uit Dordrecht, Pels uit Woerden, Mus ch uil Biggekerke en W. van der Meer, uit Rotterdam. De vergadering werd verdaagd. De middagvergadering. De middagvergadering werd hier door Ds. P. Veen geleid, waarna achtereenvolgens het woord gevoerd werd door de heeren G ui 11 on en I)r. Roose. In breede rijen bewogen zich de verbonds leden nu langs Leeuwardens straten naar den Stads- of Prinsentuin, ter bijwoning an de. sluitingsbijeenkomst Hier had zich in tusschcn het Chr. Hnnnoniekorps uil Me- naldum opge&ield, dat door z'n schoone mu ziek den wachtenden den tijd knrtte. Ds. Veen sprak het Jotwoord, daarin wijzende op liet vele goede dat in Fries- land's hoofdstad was genoten en allen har telijk dankend die aan het welslagen had den medegewerkt. Met gezamx en gebed werd daarop da Bondsdag beëindigd. INGEZONDEN MEDEDEELING. VERWIJDERING ja VAN OVERTOLLIG HAAR DANKBETUIGING Mejuffrouw LOTIL'IS, huishoudster van Dr. Essink tc Oldeniaal, betuigt hierdoor haar hartelijke,, dank aan Mevrouw LOUISE 0. GEMBER. Directrice ACADEMIE SCIENTIFIQUE DE BEAUTE LAAN VAN MEERDERVOORT 156, DEN HAAG Telefoon 31841 «oor het uitstekend resultaat barer hel,.indeling. Zij kan iedere dame, dte aan overtollig haar lijdt, dit adres met het volste vertrouwen aanbevelen. Gratis cn franco Catalogus No. 3G.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 5