Nederlandsch Jongelingsverbond
DE BONDSDAG TE LEEUWARDEN
I
VRIJDAG 30 MEI 1930
TWEEDE BLAD PAG. 5
zeven en zeventigste
algemeene vergadering
De jongelingen en de gewijzigde maat
schappelijke en sociale verhoudingen
EET VRAAGSTUK VAN CULTUUR
EN TRADITIE
Frieslands hoofdstad ontving op 28 en 29
.„ei de jaarlijkscho algemeene vergadering
van het Nederlandsch Jongelingsverbond,
de ovlste jeugdorganisatie van ons land.
Ofscl >n Hemelvaartsdag de traditioneele
„groote" Bondsdag zou zijn, waren toch reeds
oj) Woensdagmiddag ruim 500 personen uit
allo plaatsen, zelfs uit Zeeland en Limburg
hier bijeengekomen in de Harmonie voor
do huishoudelijke vergadering, waarin het
beleid van het bondsbestuur in het afgeloo-
pen jaar ter sprake kwam. Uit de in het
bondsorgaan gepubliceerde verslagen bleek
reeds dat het Verbond in 1929 een moeilijke
tijd had doorgemaakt, vooral door enkele
iinancieele tegenslagen, die mede oorzaak
waren, dat het aantal algemeen-secretaris-
jrminderd werd. Uit der aard vormden
deze tegenslagen het voornaamste punt van
de discussie, die op zeer hoog peil stond en
de garantie gaf, dat het vertrouwen van de
leden in de leiding niet is geschokt maar
eerder versterkt Uit allerlei cijfers
bleek dan ook dat het Verbond weer over
do depressie heengekomen is en dat zoowel
het aantal afdeelingen, leden en abonné's op
organen weer in stijgende lijn is. 'tVer-
g van den penningmeester toonde met
cijfers aan. dat 1& 29 inderdaad een moeilijk
jaar was, maar de vergadering gaf de ver
zekering, dat krachtig gesteund zal worden
1 olgende jaren zonder tekort te doen
sluiten.
Er volgde nog wat discussie over de or
ganen en over de commissie van redactie.
Voorts werd verslag uitgebracht namens de
tommissie voor den boekhandel, dat o.m.
aantoonde, dat de omzet in '29 ruim f60.000
bedroeg. Eindelijk werd nog bepaald dat de
volgende Bondsdag D-V, tc Nijmegen of te
'ïeventer gehouden zal worden.
Ha afloop van de huishoudelijke verga
dering werden drie sectievergaderingen ge-
Am/den, resp. voor Jongenswerk met een
rede van den heer H. G 0 r d e a u over „Ohs
Ijodgenswerk in betrekking met huisgezin
en vereeniging; voor Vredesactie, met als
Ispreker Ds. D. Kuilman van Leiden over:
|„Hoe kunnen Christen-jongemannen aan de
vredestaak medewerken", en. voor correspon
denten, waar de heeren J. Spa'rreboom
en M. F. Feenstra speciaal de taak vanl
[deze functionarissen toelichtten.
DE ALGEMEENE VERGADERING,
Om half acht ving de algemeene vergade
ring aan. Zij werd geopend met hot staande
zingen van eenige coupletten uit den Bonds-
liederenibundel, waarna de Voorzitter, Ds.
P. Veen van Utrecht, de aanwezigen ver
welkomde, dat welkom bijzonder toeroepen
de aan den heer Ch. Guil Ion, wereldbonds
secretaris uit Geneve en het eerelid van het
Verbond, de heer D. van Svvigchem
uit Ede.
Nadat nog mededeeling gedaan was van
een ingekomen danktelegram van den be
schermheer van het Verbond, Z.K.H. Prins
Hendrik, werd hot woord verleend aan den
heer Dr. J. Eykman, direct, der Amster-
damsche Maatschappij voor Jonge Mannen,
om te spreken over de vraag
Oud ol nieuw?
Spr. zeide dat het hem een vreugde is, weer
iln den kring van het N. J. V. het woord te
jmogen voeren, na 12 jaren van gescheiden
d" A.M.V.J. is de rechtstreeksohe voort
zetting van de oudste afdeeling van het Ver
bond, waarvan oud is het doel: te brengen
de boodschap van het Evangelie.
Oud is het als spr. wijst op de orvzagge-
Slijke taak, waarvoor de dragers van het
Christendom in deze wereld geplaatst zijn,
te zijn het zout der aarde en het lioht der
wereld. Oud als het cliristendom, nieuw als
de dag van vandaag.
Er bestaat geen enkel verschil tusschen
N. J. V. en A.M.V.J. over de beteekenis en de
waarde van dat zout. Voor beide beteekent
het 't Woord Gods door alle eeuwen. Maar
o, die wereld, en o, wij, die dat zout
(licht moeten uitdragen. Denk aan de hon-
[derdduizenden, die na 20 eeuwen van zout
winning cn liohtuitstraling nimmer met dat
zout of dat licht in aanraking zijn geweest.
Waaraan ligt dat? Het ligt aan ons.
Hoe staat het toch met het zoutdragond
en lichtgevend deel in ons vaderland? Ons
Christelijk volksdeel heeft de laatste 50 jaar
niet andei-s gedaan dan muren bouwen. We
zijn in een tijd, dat de wereld op haar grond
vesten schudde, te hoop geloopen als een
hoop koeien bij onweer. Wij hebben ons in
bonden georganiseerd, die 't zoutmonopolie
voor zich opcisohen. We hebben dat op alle
gebied gedaan. Wc zijn op het voetspoor der
iRoomsche kerk bezig een macht te worden
in de wereld. We zijn een volksdeel gew<
jdendat uitroept: Wij zijn 't licht der we-
lold. En intusschcn hebben we om ons con-
:rn een muur gebouwd, waarachter we ons
rilig gevoelen. Er binnen mogen we zingen
i bidden, ons ambacht uitoefenen, zelfs aan
sport doen als 't. maar niet op Zondag is.
't Is er zoo veilig, ook al is er vaak ruzie.
Er zi'n stapels zout en licht in bundels, de
zoltl rs kraken, de kelders scheuren. Maar
't zout hoort niet op den zolder, en 't licht
niet in de kelders, 't Zout hoort in de spij
en het licht in do duisternis. Arme wereld,
waarin liet Christelijk volksdeel aan 't ver
worden is. Het beteekent wegneming van al
het bederfwerende, wegneming van
bakens en kustvuron.
In zoon' tijd van gedoofde kustvuren
leven wij. Heel het groote maatschappelijke
leven, heel het cultuurleven beweegt zich
zonder naspeurbare richting van onze kant
Op geen enkel gebied kan er iets gebeu
ren, of wij zoutdragers en liclitgevers loopen
te hoop, omsluiten ons, omtuinen ons. Als
naar het eigen veilige plaatsje mogen
hebben, zijn wij gelukkig. Voor zoover er
liver geestelijke belangen in het spel zijn,
daartegen geen enkel bezwaar, ja, is 't zelfs
geboden. Voor alle andere gevallen hooren de
zoutdragers echter in de wereld.
Wij hooren daar waar 't doodzieke hart der
wereld klopt, waar onze broeders wonen.
Zijn we soms die verwantschap vergeten?
We kennen onze verwantschap te goed en
re vreezen de wereld. Maar daarvoor mo
gen we niet terugdeinzen.
We moeten er uit, naar buiten, uit de ark
van ons christelijk volksdeel, al moet die
ark zelf als een schuilplaats hlijven bestaan.
Gij zijt 't zout der aarde. De deur der ark
moet open blijven, opdat ieder naar behoefte
des harten kan binnenvluchten of uitgaan.
Geschiedt dat niet dan is het zout smakeloos
geworden. Spr. wekte tenslotte zijn gehoor
op zoutdragers te blijven.
Van de gelegenheid den spreker vragen te
stellen omtrent het werk der A.M.V.J. werd
door een aantal personen gebruik gemaakt
Breedvoerig werd op al deze vragen inge
gaan, waarbij dr. Eykman gelegenheid
vond de geschiedenis cn de werkwijze der
A.M.V.J. uiteen te zetten.
Een hartelijk applaus loonde tenslotte den
spreker voor z'n ongemeen interessante uit
eenzettingen.
Nadat de voorzitter hem nog eens gedankt
had, ving de bidstond aan, die geleid werd
door den heer C. Tabak. Deze sprak ter
inleiding tot het gebed over Handelingen 9,
de verzen 10 tót 2S.
DE BONDSDAG
De kerkdienst.
Aleer de vergaderingen op den ITemel-
lartsdag aanvingen, vercenigden zich de
bondsdagbezoékers in de Groote Kerk, ten
einde aLereerst" aandacht t'e schenken aan
de herdenking van de Hemelvaartsgebeur-
te nissen.
Voorganger in dezen dienst was Ds. H. W.
te Winkel, Hervormd predikant te Sneek,
het Evangelie van den dag gelezen
te hebben en in gebed te zijn voorgegaan een
korte predikatie hield over Hebreeën 12
's. 2: ziende op den oversten Leidsman en
Voleinder des geloofs, Jezus, dewelke, voor de
•de die hem voorgesteld was, het kruis
heeft verdragen en schande veracht, en is
gezeten aan de rechterhand des troons van
God.
Met stille aandaoht werd dit schoone
woord beluisterd, waarin opgewekt werd de
harten naar boven te heffen.
Onder het zingen van-het bondslied ging
ten uiteen.
In de Harmonie.
In de tot den nok gevulde Harmoniezaal
ving om half elf de tweede openbare zitting
i. Nadat er gezongen en gebeden was
Celd'de' voorzitter Ds. P. Veemde Bonds-
!pr. vestigde allereerst de aandacht op en
kele belangrijke punten uit het jaarverslag
van het bondsbestuur, dat in de werkverga
dering door de toen aanwezigen is bespro-
en.
Vooral in het afgeloopen vereenigingsjaar
zijn hooge eisclien gesteld aan het uithou
dingsvermogen van de mannen,' die dé'lei
ding hebben. Er waren groote zorgen, de ver
Ds. P. VEEN,
n het Nederl. Jong. Verbond.
wachtingen, die wij hadden ten opzichte van
de financiën waren te hoog gespannen en de
teleurstelling bleef niet uit; daarnaast de
den zich moeilijkheden voor tusschen enkele
leden van het secretariaat. De gevolgen zijn
bekend, twee der Algem. secretarissen
heeren De Boer en Postma, namen hun
ontslag met het gevolg dat nu al het werk
rust op de heeren Gordeau, Tabak en
Doorschodt. Spr. gevoelt behoefte deze
drie mannen namens de vergadering harte
lijk te danken voor al wat zij voor het V
bond doen (applaus)Spr. richtte ook e
woord van dank tot de heeren Postma
de Boer.
Gedwongen door de bepalingen van ons
reglement, moesten aftreden, zonder herkies
baar te zijn,drie bondsbestuurders, die ieder
op eigen terrein, hun sporen hebben ver
diend, nl. de heeren Abbringh, Jacobs en
Hogeweg. Wij zullen deze drie mannen mis
sen in onze vergaderingen, allen dragen zij
ons werk een warm hart too cn toonden dit
door hun daden. Het verheugt spr. zeer dat
men den heer Hogeweg heeft mogen behou
den als voorzitter van de organisatie van oud
leden „Ons Oud-Verbond". De bedoeling van
deze organisatie is een band te leggen tus
schen allen, die vroeger lid van het Verbond
geweest zijn.
De samensprekihgen tusschen de directie
van de ..Amsterdamsche Mij. voor jonge
mannen en het Bondsbestuur hebben 't mo
gelijk gemaakt een sfeer te scheppen, waarin
beide partijen eensgezind kunnen samenwer
ken. Bij een rustige ontwikkeling van wat
thans verkregen is, verwachten wij in de
toekomst dat op dezen weg voortgaande, er
nog veel zal kunnen worden gedaan voor
een belangrijk deel van onze Nederland
sch e jeugd.
Spr. herinnerde aan de Ernst Sillimihoeve
en de leden- en jongenskampen te Hulshorst
i Leusden.
Met groote dankbaarheid mogen wij op
merken, hoe in vele afdeelingen geworsteld
wordt met de vraag wat er gedaan moet wor
den om het werk vooruit te brengen. Het is
een teelten van leven, wanneer men toont
niet tevreden te zijn met wat bereikt is.
Een der vele moeilijkheden, waarmede bij-
i in alle afdeelingen geworsteld wordt is
ït winnen van nieuwe leden.
In de laatste jaren doet zich het eigen
aardige feit voor dat het jongens of kna
pen werk bloeit, maar dat het ledental der
jongelingsvereenigingen op dezelfde hoogte
blijft. Gezien de aanwas der bevolking,
moest het getal van de Bondsleden sneller
toenemen, dan in werkelijkheid het geval is,
t is naar Spr.'s meening niet mogelijk
voor dit feit met enkele woorden een afdoe-
de vérklaring te geven. Allerlei amstanrib-
heden werken hiertoe mede.
Het leven der oudere jongens, ik bedoel de
genen, die in aanmerking komen voor een
lidmaatschap eonr Christelijke Jongemannen
m., wordt door allerlei dingen in be
slag genomen, de wijzingen, die het maat
schappelijke en sociale leven de laatste
jaren heeft ondergaan werken hieraan mede,
Er is bij vroegere 'aren vergeleken zooveel
waarvoor de aandacht wordt gevraagd Tal
van vereenigingen zijn opgericht, cursussen
over onderwerpen, die met de beoefening van
een vak in verband staan, eischen een deel
van den vrijen tijd en vragen in den regel
senige uren van voorbereiding. De belan
gen der vakorganisatie spreken eveneens een
woordje mee. De C.J.M.V. heeft in dit alles
zekere concurrentie te zien,Naast het ge
noemde zijn er ongetwijfeld nog meerdere
oorzaken aan te wijzen waardoor de C.J.M.V
niet meer staat op de eersta plaats in de
belangstelling van menig jongeman.
Toch meent Spr. dat er nog iets anders
moet worden genomen waarop wij onze aan
dacht moeten vestigen. Tengevolge van de
opleving van het individualisme, is er ccn
bres geschoten in de hecrsclicnde traditie in
de Christelijke kringen.
Het wfis in deze leringen de gewoonte dat
kinderen uit Christelijke gezinnen als van
zelf werden opgenomen in allerlei Christe-
1 ijken arbeid. De kinderen gingen met de
ouders mede. Er werd niet. anders verwacht,
•erd ook niet anders gedaan. Zoo behoor
de het ook tot de goede gewoonte dat de
jongemannen uit dè Christelijke gezinnen
zich aansloten bij een C.J.M.V. Het ging als
het ware automatisch. Van de Zondagsschool
ging men over naar de Knapenvereeniging
en van deze werij men lid van de Jonge
mannen vereeniging.
Zoo was de traditie in onze kringen. Dit
loopen langs den door ouderen uitgestippel-
den weg beeft in vele plaatsen een eind ge
nomen. Bij vele jongemannen openbaart zich
een verzet togen dit loopen in het gareel.
Het is vooral in de jaren na den oorlog, dat
dit streven naar vrijmaking van het individu
zich openbaarde. Men wilde, zelf kiezen, zelf
gaan, zelf gaan waar men zelf wilde.
Het individualisme brak zich baan. In de
geschiedenis der.Christelijke kerk zijn -perio-
aan te wijzen waarin de individu geheel
opging in de gemeenschap Spr. denkt b.v.
aan de Roomsch Katholieke Kerk. De echte
Roomsche schikt zich onvoorwaardelijk naar
de leer en de opvattingen der kerk. Hij zal.
wanneer zich een botsing voordoet, zijn eigen
meeningen en inzichten opgeven, wanneer
deze in strijd mochten blijken te zijn met die
der kerk. Deze gehoorzaamheid aan de kerk
heft de individualiteit, het zichzelf zijn op.
De groote beteekenis van de Hervorming
ligt dan ook voor een belangrijk deel in het
feit, dat door terugkeer naar het Evangelie,
de mensoh zich zelf werd, de persoonlijk
heid van het individu, van den enkeling,
werd vrij gemaakt van de overheersching
van anderen. Wat in de Roomsche kerk
wordt gezien, komt helaas in de Protestant-
sche kringen ook voor. Er zijn kringen waar
in kortweg onderwerping geëischt wordt,
aan wat voor anderen als waarheid wordt
gezien. I-lier speelt traditie een voorname
rol. Onder traditie verstaat spr. het 'vasthou
den aan bepaalde gewoonten, opvatingen,
gebruiken en wetten. Een land als het onze
is rijk aan traditie: wij hebben een oude
geschiedenis er er bestaan sterke banden
meit het voongeslaeht. Wie onzer kent niet
tal van tradities in het familieleven? Wat
zijn er niet tal van gebruiken bij huwelijk,
geboorte cn begrafenis. Denk eens aan al
lerlei „olde gebruiken" op onze dorpen.
Sommige gebruiken zijn zoo vastgeroest,
dat er niets aan te verwrikken valt en wee
degene, die er tegen in zou durven gaan.
Het merkwaaidiige is, dat menschen, die
het verkeerde theoretisch erkennen, vaak
den moed missen er daadwerkelijk mee te
breken. Ik zal niet ontkennen dat er in vele
tradities iets heel moois kan zitten, ik wil
nog wel verder gaan en toegeven, dat ik het
afschaffen van alle traditie zou beschouwen
als een verarming van het leven. Wie uit
zucht om alles gelijk te maken iedere tra
ditie zou willen opruimen, zou verkeerd
doen, want in de traditie leeft de geschie
denis van onze voorouders, van de geslach
ten, waaruit' zij zijn voortgekomen. Een
mensch, een vereeniging, een kerk, een volk
zonder traditie is arm en gevoelt zich arm.
Zoo acht ik 't, op zich zelf 'n goede traditie
wanneer kinderen van Christcn-ouders war
den opgevoed in de wegen waarop de oudere
voor hun eigen leven zegeningen hebben ont
vangen. Het is niet te zeggen, welk een vor
mende, en bewarende kracht hierin is gele
gen, cn hoeveel zwakke karakters door de
beschermende beveiliging der traditie be
waard zijn gebleven voor afdwalingen. Maai
wij moeten wanneer we dit erkennen, trach
ten een open oog te hebben en te houden
voor de gevaren welke hierin dreigen. Het
is toch niet denkbeeldig, dat jonge i
schen meeloopen, zonder zich de vraag le
stellenc waarom denk ik zooals ik denk? en
waarom doe ik zooals ik doe? De kans
groot dat men gaat teren op het geestelijk
bezit van anderen, men neemt aan wat voor
anderen wellicht persoonlijk verwc
eigendom is en daar men de uitwendige
vormen, waarin het Christelijke leven zich
openbaart, in acht neemt, verbeeldt men
zich zelf het geeötelijk'leven le bezitten. Men
is godsdienstig zonder Christen te zijn.
De toestanden na den wereldoorlog heb
ben meegewerkt de individu wakker te ma
ken. Er heeft zich een individualisme ont
wikkeld dat wij niet zonder zorg kunnen be
VOOR DE NED. HERV. KERK TE LEEUW ARDEN. Vele honderden jongelingenivaren naar Frieslands hoofdstad getrokken om d>~:
jaarlijkschen toogdag bij le wonen. En naar oud gebruik had eerst een Wijdingssamenkomst plaats, die druk bezocht was. d<
„Alde Hoü"t die al zooveel geslachten had zien gaan en komen, zag nu de jongelingschap van 1930 binnentrekken.
schouwen, daar het beslag gelegd heeft op
het donkleven vam vele jongeren, die helaas
zonder voldoende zelfcontrole zich aan de
ze geestesrichting overgeven. Dat indivi
dualisme heeft in den vasten vorm der
traditie heel wat aan het wankelen ge
bracht. Onder den invloed van dit indivi
dualisme, van dat ieder-voor-zich-zelf le
ven maakt men zich los van den kring,
waarin men tot dusver had geleefd. Er
kwam drang naar vrijheid. Ongetwijfeld
mogen we dankbaar zijn voor hei feit, dat
velen onder invloed der nieuwe cultuur
zich ontworsteld hebben aan een traditie
die zonder meer beslag op hen gelegd had,
waaraan zij zich gedachteloos onderworpen
hadden.
Maai- de bewustwording der persoonlijk
heid, de vrijmaking van het individu, zon
der meer, brengt groote bezwaren met zich
mede. Ds mensch, die zich los gemaakt
heeft van zijn omgeving, die zïfchzelf wil
zijn, komt er zoo gemakkelijk toe zich te
illen uitleven, zonder zich om eigen om
geving te bekommeren. Wij zien dan ook,
dat een individualisme dat zijn ontwikke
ling onafhankelijk van de verhouding tot
God en menschen zoekt, verloopt in gelïjk-
loerschheid en leidt tot een geestesgesteld
heid, waarbij de leus „geen God en geen
meester" gehuldigd wordt. Waar zulk een
levensopvatting op uitloopt, leert de ge
schiedenis van vroeger eeuwen en die van
onzen tijd duidelijk.
Als Jongelingsverbond, d.wj. als een ver- I
bond van jonge mannen, die God willen
dienen en hun leven aan Jezus Christus wil
len wijden, worden wij voor deze belangrij
ke vragen gesteld. Wij mogen niet doen als
of wij ermede niet te maken hebben. Naar
spr.'s meening wordt door velen struisvogel
politiek toegepast. Vele leidende personen
zijn te weinig doordrongen van den ernst
■an. den toestand. Velen trachten te kram
men en te lijmen, wat gescheurd en gebro
ken is. Anderen willen door sterker vast te
houden aan de traditie de opgroeiende j ïugd
beschermen. Nu 't niet meer van zeil
spreekt dat een jongen of jongeman zich bij
een Christelijke vereeniging aansluit, moe
ten wij over deze dingen voor ons zelf tot
klaarheid komen. Als Christenen moeten wij
den moed hebben de dingen te zien, zooals
zij zijn, ook al zou 't ons pijn doen, te moe
ten erkennen dat er iets niet in orde ls. Zoo
moeten wij met het oog op de groepen waar
vij werken, ons klaar voor oogen stellen
dat de jongemannen van tegenwoordig in
zioh voelen een drang naar vrijheid, zij wil
len zichzelf zijn. Zij willen niet loopen op
het afgebakende pad. Men make zich van
deze ernstige dingen niet af door vanuit de
hoogte te spreken over „die opstandige
jeugd" en telkens te verwijzen naar den
goeden ouden tijd, toen 't zooveel beter was
Wij moeten ons inspannen een antwoord te
zoeken op de vraag, hoe we tegenover^dit
ontwakend individualisme staan.
Op het standbeeld van Alexander Vinet
te Lausanne staat: „Ik wil den mensen,
meester van zichzelf, opdat hij des te beter
allen- dienaar zij". In deze woorden ligt een
vingerwijzing naar de band, die gelegd be
hoort te worden tusschen den mensch en
zijn medemenschen, de individu en de ge
meenschap.
Ik wil den mensch meester van zichzelf,
d.w.z. zichzelf boheerschend. Kan dat? Wij
antwoorden zonder aarzelen: ja. Doch voe
gen dadelijk daarbij: „alleen, wanneer hij
zeggen kan: Jezus Christus heeft mij waar
lijk vrijgemaakt".
Een door Christus vrijgemaakte bezit het
leven, zijn persoonlijkheid is op weg naar
de volle ontplooiing. Alleen het kind van
God kan vrij zijn. Wij willen vrij zijn in
Christus. Om daartoe te komen moeten wij
een hoogen prijs betalen, het kost ons alles
wat wij mconen te bezitten. Tegenover dit
verlies staat dat wij alles winnen, wij ont
vangen, wat wij zoeken, wij worden men
schen, wij gaan beantwoorden aan Gods
Een ding mag niet vergeten worden*
waak tegen 't gevaar van het Christelijk in
dividualisme. Spr. bedoelt daarmede, dat
vele Christenen in do verkregen vrijheid
blijven steken. Wij krijgen onze vrijheid om
te kunnen liefhebben, d.w.z. opdat wij des
tc beter zouden kunnen dienen. Christus
maakt ons vrij, opdat wij in de gemecn-
sohap Gods wil zouden doen.
Met een krachtige oratio om elkander,
staande in de vrijheid, te dienen, besloot
spr.
't Woord werd hierna verleend aan don
voorzitter van het eerecomité, de heer P. A.
V. baron van Harinxma thoe Sloo-
ten, Commissaris der Koningin in Fries
land. In een korte toespraak sprak deze er
zijn blijdschap over uit dat eeu zoo groot
aantal jonge menschen door een geestelijk
ideaal gegrepen is, terwijl hij den wenseh
uitsprak dat de arbeid van het Verbond
nog aan velen ton zegen moge zijn.
De voorzitter dankte den eere-voorzitter
voor diens goede woorden, waarna de verga
dering verdaagd werd.
De koffietafel. DE VERGADERING IN ZALEN SCHAAP.
Bondsbestuur, sprekers en regelingscom
missie, alsmede de afgevaardigden van den
Ned. Bond van J.V. op G. G., den Bond van
Chr. Geref. J. V., het Ned. Bijbelgenoot
schap, Ned. Verbond van Chr. Meisjesvèr-
eenigingen, de federatie van Chr. vereen,
vam eai voo-r vrouwen, het Ned. Werklieden
verbond „Patrimonium" en de Ned. Militai
re Bond vereenigden zich in hotel „De
Kroon" aan een- koffiemaaltijd, waar nog
menig goed woord gesproken werd.
DE MIDDAGVERGADERING.
De middagvergadering in de Harmonie
eixl geleid door den 2den voorzitter van
bet Verbond, de heer J. C. Lei.bbrandt,
van Amsterdam. Gezongen werd: ,,'k Heb
geloofd en daarom zing ik", waarna direct
het woord verleend werd aan Ds. J. C.
R o o s e, uit Groningen, om te spreken over
Heerschen of liefhebben.
Z'n rede aanvangende, zeide spr., dat het
bestuur het wenschelijk achtte op dezen
Bondsdag een onderwerp le doen behande
len, dat verband hielcj met het huwelijk en
gezinsleven. De voornaamste factor in bet
huwelijks- en .gezinsleven acht spr. het ka
rakter. Spr. erkent de beteekenis van de
lichamelijke en sociaal economische facto
ren, maar als die alle in gunstigen zin aan
wezig zijn en het karakter is verkeerd ge
steld, dan zal er geen waarachtige gemeen
schap tot stand komen. Hel karakter van
don mensch komt uit in z'n levensbeschou
wing. Heerschen en liefhebben duiden
tweeërlei levensbeschouwing aan. Zij staan
tegenover elkaar.
Liefhebben beteekent: nooit slaaf zijn,
maar in een gemeenschap de uitwisseling
van geven en nemen. Tusschen heerschen
en liefhebben kan nooit gemeenschap
zijn. Wie liefheeft wil zich geven, mits ook
de ander zich geeft. Némen zonder lief te
hebben is ontucht
De wereld is vol van heerechers, die en
felle strijd voeren. Die strijd begint al heel
vroeg, als het kind door den ouder door
heerschen in bedwang wordt gehouden.
Maar zoo wordt het kind zelf tot heerschen
opgevoed, omdat het zich schadeloos wil
stellen voor den in de jeugd ondervonden
dwang. Waarom kiezen de menschen de weg
van het liefhebben niet?
De weg van den heerscher begint met
macht, de weg van don liefhebber met lij
den. Die lief heeft stelt zich bloot aan smart
Hoe sterker de liefde des te heviger de pijn.
Maar ook de heerscher ondervindt ellcnrl
omdat alles verstijft onder zijn kille vir
gers. Er is dan ook manr een uitweg, n.l. op
den weg der liefde willig sterven, onder te
gaan in het geloof. Dat is de weg achte
Christus aan, die liefhad tot in den dood.
Tot het bewandelen van dien weg wekt
6pr. op, opdat, zooals Christus uit don dood
herrezen is. wij ook met Hem mogen op
staan in een nieuw leven.
De wereldbondssecrctaris spreekt.
In een door den heer Gordeau vertaal
de toespraak richtte vervolgens <le wereld-
bondsseerotaris. de heer C li. G u i 11 o n, zich
tot de vergadering, om te wijzen op de toe
nemende inacht van het ongeloof, dat
Moscou zijn brand- en concentratiepunt
vindt, waaruit een krachtige organisa"
opgebouwd wordt om over de geheele i
re ld het Christendom te bestrijden. God
heeft in Nederland een geestelijke res
gelaten, om een krachtig aandeel in di n
strijd te hebben. Holland moet de Christe
lijke besohaving voor den ondergang bewa
ren,. Het moet de wereldevangelisatie ter
hand nemen. Laten daarom uw kerken en
vereenigingen bronnen zijn, waar de zielen
zich kunnen laven.
Met een enkel woord dankte de voorzitter
den heer Guitton, waarna men zieh geza
menlijke naar de 6luitingsbjjeenkomet in
den Prinsentuin begaf.
was een filiaal-bijeenkomst belegd in
zalen Schaaf, die 's morgens geleid werd
door den heer Leibbrand. Deze deed
bij den aanvang zingen: „Lof zij den Heer,
den Almachligen Koning der Eere", waarna
hij in gebed voorging. Gelezen werd een ge
deelte van den Efezenbrief, gevolgd door de
voorlezing van de Apostolische Geloofsbei
lijdenis, staande door ei' inwezigen aange-i
boord, en waarmede zij -'«-mining betuig-
door aan te hffen lk „Ai -n, goddelijk
Evangelie".
De Voorzitter verwelkomde vervolgens de
afgevaardigden van verwante corporaties,
rna het woord verleend werd aan dun
zitter der regelingscommissie, de heer
D. Hoekstra, die in een korf speeclije de
■gadering in Leeuwarden verwelkomde
er op wees hoe het verbond sedert vorrte
hondsdagen, die in 1900 en in 1921 te Leeu-
warden gehouden werden aanmerkelijk ge
groeid is.
Als hulde aan Friesland werd hierna het
Friesehe Volkslied aangeheven.
Een openingsrede.
De voorzitter sprak teen de openingsrede
uit. Gememoreerd werden de belangrijkste
gebeurtenissen in het voorbijgegane jaar.
Uitvoerig stond spr. stil bij don nieuwen tak
van arbeid van bet Verbond, dé commiss e
voor de Vredesactie, die zich tón doel stelt
de kennis van hei vredesvraagstuk le doen
toenemen en den leden van voorlichting 1
dienen bij moeilijkheden terzake van d> ri
dienstplicht. Politiek mag deze actie in
geen enkel opzicht worden. Het vraagstuk
van den oorlog is zoo moeilijk, dal het drin
gend bestudeering behoeft, opdat ieder
bondsljd zeker van zijn houding kan zijn.
De positie van het Verbpnd besprekende,
zeide spr., dat het ledental groeit. Op 1 V -i
j.l. was hel ledental 1G850, waarmee rle ont
stane achterstand weer was ingehaald. Voor
de toekomst zal het Verbond zijn oude roe
ping handhaven te zijn' een bederfwerend
zout cn te dienen den naaste.
Nada^ vervolgens de beer R. Tabak de
collecte voor den Wereldbond had aanbevo
len. verkreeg de beer J. Ba k k e r, lid va a
de Tweede Kamer der Staten Generaal, het
woord. Spr. zeide, dat, werd voor eenige
jaren de eenheid in het N.J.V. vanuit Fries
land bedreigd, deze eenheid thans krachti-
ger en sterker is dan ooit. (Applaus).
In een ernstige toesprank wekte spr. da
aanwezigen op banierdragers van ilen
Christus te blijven.
Uitslag bestuursverkiezing.
Tenslotte werd mededeeling gedaan van
den uitslag der gehouden bestuursverkie
zing. Deze had tot resultaat dat herkozm
werden de voorzitter, Ds. P. Veen, alsmede
de heeren Mes uit Rotterdam, en Sparr e-
boom, terwijl gekozen werden de heeren
Hooge veen. uit Ruinerwold, Scheur
kogel, uit Dordrecht, Pels uit Woerden,
Mus ch uil Biggekerke en W. van der
Meer, uit Rotterdam.
De vergadering werd verdaagd.
De middagvergadering.
De middagvergadering werd hier door Ds.
P. Veen geleid, waarna achtereenvolgens
het woord gevoerd werd door de heeren
G ui 11 on en I)r. Roose.
In breede rijen bewogen zich de verbonds
leden nu langs Leeuwardens straten naar
den Stads- of Prinsentuin, ter bijwoning an
de. sluitingsbijeenkomst Hier had zich in
tusschcn het Chr. Hnnnoniekorps uil Me-
naldum opge&ield, dat door z'n schoone mu
ziek den wachtenden den tijd knrtte.
Ds. Veen sprak het Jotwoord, daarin
wijzende op liet vele goede dat in Fries-
land's hoofdstad was genoten en allen har
telijk dankend die aan het welslagen had
den medegewerkt.
Met gezamx en gebed werd daarop da
Bondsdag beëindigd.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
VERWIJDERING
ja VAN OVERTOLLIG HAAR
DANKBETUIGING
Mejuffrouw LOTIL'IS, huishoudster van Dr. Essink tc Oldeniaal,
betuigt hierdoor haar hartelijke,, dank aan
Mevrouw LOUISE 0. GEMBER. Directrice
ACADEMIE SCIENTIFIQUE DE BEAUTE
LAAN VAN MEERDERVOORT 156, DEN HAAG Telefoon 31841
«oor het uitstekend resultaat barer hel,.indeling. Zij kan iedere dame, dte aan
overtollig haar lijdt, dit adres met het volste vertrouwen aanbevelen.
Gratis cn franco Catalogus No. 3G.