TWEEDE KAMER
Kunst cn Letteren.
Radio Nieuws.
W. A. HOUTMAN Co's PIANO- en ORGELHANDEL Schiedam
TOPS
DONDERDAG 22 MEI 1930 DERDE BLAD PAG. 9
KLEINE WETSONTWERPEN
De Herziening der Gemeentewet
beëindigd
EEN AFGEVOERDE CONCLUSIE
Vergadering van 21 Mei 1930.
kleine wetsontwerpen
den hamer. Het waren twee naturalisatie-
■j ontwerpen en voorts een aantal wetjes in
[1 zake grondverkoop, ruiling of onteigening
betreffende:
ij domeingrond gelegen aan den Singelweg
n te V lissin gen aan de gemeente Vlissingen;
overneming van de Knnitsbrug, de Hodcn-
5. pijlsche brug en de Carparhoeksche brug in
'J den Rijksweg Delft-Maassluis, in beheer en
onderhoud bij ihet Rijk;
a - ruiling van domeingrond in de houtves-
I terij Breda van A. v. d. Heyning te Alphen;
jl onteigening noodig voor het aanleggen
i! van een gedeelte van den ontworpen vcr-
II keersweg tussehen den Koningsweg bij
A Lunet I en den Maliesingel te Utrecht;
J onteigening noodig voor de verbetering
j van de Oostelijke Gouwekade en den aanleg
van een weg Gouda-Boskoop-Gouweslüis in
.j de gemeenten Gouda, Waddinxveen, Reeu-
wijk, Boskoop en Alphen a. d. Rijn;
onteigening noodig voor de verbetering
van de Meppelersluis in de gemeente
Meppel;
onteigening ten behoeve van de uitbrei-
i ding van het. stationsemplacement Heilo,
Castrieum en Krommenie-Assendelft;
onteigening ten behoeve van de uitbrei-
1 ding van de los- en laadgelegenheid met
1 bijkomende werken op het stationsemplace-
ment Medcmblik.
Daarna werd de
herziening der Gemeentewet
Denbeer v. d. Bergh (s.-d.) lichtte een
I amendement toe om delegatie van uitvoe-
I ringshevoegdheid te kunnen doen overdra-
I gen aan ambtenaren. Hij 'wees er op, dat
j de practijd dezen eisch stelt en zelfs de
j Hooge Raad verschillende verordeningen
I uitvaardigde, waarin deze delegatie is
I opgenomen.
De Minister nam het amendement
over.
De heer v. d. Bergh (s.-d.) verdedigde
vérvolgens een amiendement om den niet-
verantwoordelijken rechter uit te sluiten in
de beoordeeling van het bestuursbeleid van
den burgemeester.
De Minister merkte op, dat in 10 jaar
één geval zich had voorgedaan waarin het
amendement eenige waarde zou hebben ge
had. Hij nam hot amendement over.
Een volgend amendement vond in den heer
Ter Laan (s.-d.) een verdediger. Het had
'-«Je strekking om de verordeningen, regelen
de de sterkte, do rangen, de bezoldiging der
gemeente-poli tie niet te onderwerpen aan de
goedkeuring der Kroon.
De heer Rutgers van Rozenburg
(c.-h.) lichtte twee amendementen toe, het
eéne strekkende om den dienst der recher
che niet naar vaste regelen aan de Rijks
politie dienstbaar te maken.
Het tweede bedoelde de verordening, re
gelende de sterkte, de rangen en de bezol
diging der gemeente-politie niet aan de
goedkeuring der Kroon te onderworpen.
De heer de Wilde (a.-r.) bestreed de
amendementen, hetoogende, dat de gemeen
tepolitie niet. alleen een gemeentelijk, maar
ook een nationaal belang is en dat het toe
juiching verdient als de Regeering een band
wil leggen.
De heer van Rappard lib.) wensohte
ineer uniformiteit in cle kleedij der veld
wachters.
De Minist r sloot zich bij den heer De
Wilde. aam. Intercommunale samenwerking
zal een groote verbetering kunnen geven.
Er werd gerepliceerd door de heeren Ter
Laan, Rutgers van Rozenburg en
de Wilde.
Dr. Schokking (c.-h.) wenschte dat
's ministers algemeene maatregel van be
stuur, die de verhouding tussehen rijks- en
gemeentepolitie zal regelen, niet de strek
king heeft de oplossing van de gemeentelijke
en de rijkspolitie te stimuleeren. Anders
stemt hij voor 't amendemcnt-Rutgers van
Rozenburg.
De heer Ketelaar (v.-d.) vond, dat er
allerlei du-bia waren, waardoor het ge-
wensoht is het amen dement-R u tgers T an
Rozenburg aan te nemen en de betrokken
ministers te verzoeken zoo spoedig mogelijk
met een Politiewet te komen.
Minister Ruys antwoodde, dat hij
geen booze plannen had in een richting als
de heer Schokking duchtte.
Het amendement-v. d. Be g 'h (om de gem.
verordeningen in zake de politie niet te bin
den aan de goedkeuring der Kroon) werd
-verworpen met 42 tegen 30 stemmen;
dat van den heer Rutgers van Rozen-
'b u r g werd eveneens verworpen en wel met
44 tegen 27 stemmen.
Aan de orde was daarna een amende
ment-v. d. Bergh, verdedigd door den heer
ter Laan (s.-d.) om de ambtenaren van
politie ten aanzien van hun rechtspositie
met de overige gemeente-ambtenaren gelijk
te stellen.
Bestrijding van dit denkbeeld kwam van
de zijde van Mr. de W-i 1de (a.-r.) en Dr.
Vos (lib.), met het oog op de bijzondere
positie der politie.
De heer Guit (r.-k.) was voor het amen
dement; hij dacht aan georganiseerd over
leg en scheidsgerecht. Gewenscht werd ech
ter, dat in het amendement zou worden op
genomen, dat politiepersoneel door den
Raad „op voordracht van den burgemees
ter" zal worden benoemd.
De heer v. Hellenberg Hubor (r.-k.)
had een amendement om benoeming en
ontslag van politiepesoneel te doen geschie
den na het hooren van den hoofdcommissa
ris of commissaris, in plaats van op voor
dracht van dezen.
De Minister had tegen dit laatste
amendement geen bezwaar; dat van den
heer ter Laan wees hij af, omdat het den
bestaande toestand zonder noodzaak zou
verbreken.
Bij de replieken merkite die heer Ter
Laan op, dat de suggestie van den heer
Guit geen verbetering is. Bovendien kan hij
niet bedoelen, dat de Raad benoemt, want
krachtens art. 145 dr Gemeentewet doen B.
en W. dal Het beste is maar niets te wijzi
gen. De heer Guit moet maar voor het on
gewijzigde amendement stemmen.
Mr. de Wilde betoogde, dat het amen
dement met democratie niet te maken heeft,
gelijk de heer ter Laan suggereerde, dat het
geval zou zijn.
De gehoorzaamheid bij de politie is van
eenigszins anderen aard als bij een anader
gemeentebedrijf. Het eene is overheids- en
het andere bedrijfsgezag en daarom moet
het verschil, dat de heer ter Laan wil op
heffen, gehandhaafd blijven.
De heer Guit zou dan maar voor het on
gewijzigde amendement-v. d. Bergh stemmen
Zijn politiek en staatsrechtelijk onderschei
dingsvermogen ging op stal.
Het amendement-v. d. Bergh werd ver
worpen met 50 tegen 18 stemmen. Met de
soc.-dem. stemde alleen de r.-k. heer Guit
mee.
Dat van den heer v. Hellenberg Hu
b o r werd zjh.s. goedgekeurd.
Een volgend amendement-T er Laan
(s.-d.) wenschte den burgemeester te ver
plichten tot het geven van inlichtingen over
politiezaken.
Mr. de Wilde (a.-r.) wees er op, dat
vele verstandige burgemeesters al inlichtin
gen geven over politiezaken. Wie interpol-
leert de Raad— moet ook kunnen beslis
sen. En dat ware ontoelaatbaar, omdat de
burgemeester als hoofd der politie zijn
autoriteit ontleent niet aan den Raad, maai
aan het Rijksgezag. De Raad is geen parle
ment, maar ötadsregeering en heeft geen
zeggenschap over een orgaan van rijksgezag
Ook Dr. Vos (lib.) bestreed het amende
ment, dat practdsch bovendien geen effect
kan hebben. De burgemeester is onmogelijk
te dwingen op de wijze als da heer Ter Laan
wil. Er is geen sanctie op een weigering.
De Mi mister wees eveneens het amen
dement. af, dat verworpen werd met 38'
tegen 23 stemmen.
Bij het laatste artikel werd nog een be
paling voorgesteld door den heer Kete
laar (v.-d.) om de Gemeentewet opnieuw
doorloopend te nummeren.
Voor het naslaan is het bezwaarlijk, oor
deelde de heer De Wilde- (a.-r.) De mi
nister had minder bezwaar.
Het amendement-K ete 1 a ar werd aan
genomen met 51 tegen 3 stemmen.
Het laatste artikel bracht nog twee amen
dementen. Dat van den heer Vliegen (s.d.)
bedoelde het nieuwe art 23 c, dat ook echt-
genooteu van uitgestotenen van het raads
lidmaatschap niet tot -het raadslidmaatschap
toelaat, niet van toepassing te doen zijn op
hen, die thans zitting hebben.
De heer Knottenbelt Gib.) wilde deze
dispensatie alleen doen gelden voor de loo-
pende zittingsperiode.
De minister raadde den heer Knotten
belt zijn amendement ©en positieven vorm
te geven.
Mr. De Wilde steunde dien aandrang
van den minister. Ook al is de wet in Sept.
1931 niet in werking dan nog is het goed
Men kan er dan bij voorbaat mee rekenen.
De heer Knottenbelt wijzigde ton
slotte zijn amendement in den aangegeven
zin.
Het amendement-Vliegen werd ver
worpen met 35 tegen 23 stemmen. Voor
soc. dem. en vrijz. dein.
Het amendement-K nottenbelt werd
z.h.s. goedgekeurd.
De behandeling was daarmede ten einde
BRITSCH-1SRAEL
HET KONINKRIJK GODS
DE ANGELSAKSERS
DE TIEN VERLOREN STAMMEN
DE TROON VAN DAVID TE WINDSOR
Die eindelijk aan Christus zal gegeven
worden
Blijkens een artikel, dat in de „Daily Tele
graph" van Woensdag j.l. een heele pagina
beslaat, tracht men in de Angel-Saksische
wereld een beweging op touw te zetten voor
de prediking van het Koninkrijk Gods tegen
over de communistische anti-God-campagne,
tot herstel van het geloof en -het vertrouwen
en tot bevestiging van het nationale leven
en de zaken der wereld.
Zulk een „kruistocht" zou de sympathie
van elk Christen kunnen hebben wanneer er
niet zulk een zonderlinge nationalistische
ras-chauvinistische kant aan zat
De naam dezer beweging, „British-Israël-
World Federation", doet ons al eenigsizns
versteld staan en als wij in het artikel naar
de verklaring van dien vreemdsoortigen
naam zoeken, stijgt, onze verwondering on
der het lezen tot groote verbazing.
Er wordt alsvolgt geredeneerd.
In de negentiende, eeuw is de wereld zoo
als die geworden was door de ongeloofspro-
paganda van Voltaire en zijn school, gered
door het geloof van het Angelsaksische ras
en het zal datzelfde geloof zijn, dat de re
volutionaire overstroommg, die thans de
naties bedreigt, zal tegenhouden. Niets is
daartoe in staat dan de prediking van de
leer van het Koninkrijk Gods, dat door
Christus en Zijn Apostelen is gebracht, met
de profetie, dat dit Evangelie over heel de
wereld zal gepredikt worden en dat daarna
•het einde zal komen.
Daarna wordt betoogd, dat God zichzelf
een nationale organisatie heeft gestioht, ge
baseerd op de Goddelijke wet, die ons in
den Bijbel is gegeven, welke de zedenwet
is van Brittannië. De Angelsaksische natie
en natiën-gemeenschap, de Vereenigde Sta
ten inbegrepen, vormen de nationale
basis van Gods Koninkrijk op
aarde, hoewel geen enkel porsoon of ras
daarbij is uitgesloten, want allen worden
uitgenoodigd daarin toe te treden. Dit heeft
geen betrekking op de persoonlijke redding
maar betreft alleen het Godsbestuur ten
einde vrede en welvaart aan de natiën to
verzekeren.
Wie door deze redeneering nog niet vol
komen overtuigd mocht zijn, krijgt vervol',
gens in het stuk van de „British-Isracl-
VVorld Federation" een overtuigende histo
rische uiteenzetting, die bewijst, dat de Brit
sche natie eigenlijk niets anders is dan de
Tien Stamanen van het volk Israël en dal
Koning George V de rechtstreeksche af
stammeling is van Koning David. De Tien
Stammen zijn, volgens dit „historisch" over
zicht, dat zich op aartsbisschop Ussher be
roept, als Scythen en Gothen en dergelijken
uit de buurt van de Kaspische en Zwarte
door de Hunnen gedreven naar de oevers
van den Atlantischen Oceaan en de Balti;
sche Zee en zijn ten slotte voor een grooi
deel in Brittannië opnieuw verschenen als
de nationale basis van Gods Koninkrijk op
aarde, vertegenwoordigend Zijn bestuur on
der de regeeringen van de wereld. De wet
die in 1496 vóór Christus op den SLnaï aar
hen is gegeven is de grondslag van de ze
denwet in Engeland, die reeds in 1100 voor
Ghr. as gecodificeerd door koning Brute, in
500 vóór Chr. opnieuw door Koning Mal-
A.s. Dinsdag zal de eindstemming plaats
hebben.
Na een duel tussehen de heeren Mar-
chant (v.d.) en Beumer (a.r.) omtrent
de
conclusie
van het verslag der commissie omtrent de
inlichtingen op het adres van T. Wijnbelt,,
•vischhandelaar te Woudrichem, houdende
verzoek te willen bevorderen, dat worde ver
goed de schade, wolke hem door het bedrijf
van zandzuigen en zandverkoopen van den
Staat in de door hem voor het vischrecht ge
pachte vakken van de Waal is toegebracht,
werd besloten, deze conclusie van de agenda
af te Toeren.
Het bleek weer, dart de heer M a r c h a n t
de dingen slecht kende en een conclusie had
opgesteld, waaronder een juridische basis
ontbrak. Dr. Beumer stelde hem dit alles
ordentelijk voor oogen. Ook de m i n i s t e
van Binnenlan-dsche Zaken bleek slecht op
de hoogte.
Het overkomt den heer Merchant den
laatsten tijd nogal eens, dat hij blijk geeft
van wat al te vluchtig onderzoeken en con-
cludeeren.
Vandaag begint de Kamer aan de Arbedds-
be-mi ddelingswet.
mutius en nog eenmaal door Koning Alfred
de Groote.
En God woont nog steeds aldus de
Britsch-Israëlietische Wereldfederatie in
het midden van zijn Koninkrijk. Zijn wet is
het eenig veilig systeem voor de leiding
van de menschheid en voor het succesvol
bestuur van de natiën der aarde.
Is de Israëlietisoh-Britsche natie van 740
voor Chr. tot ongeveer 1S00 na Chr. gestraft
en is de wereld gedurende een periode van
nauwkeurig zeven profetische „tijden" (Da
niël 2) door vastelands-keizerrijken be-
heerscht, in 191S stortten al deze rijken in
een. Sinds 1800 had zich het kleane Enge
land op een wonderbaarlijke wijze uitgezet
tot een ongekend groot wereldrijk, met de
Ver., Staten van Amerika samen. Onder de
vereenigde vlaggen van -het Angelsaksisch
ras geniet een derde van het mensclieiijk
ras, ongeveer 650 millioen menschen, vrij
heid en vrede.
Zooals Israël in den tijd van David, „den
stichter van het regeerend Huis van Brit
tannië", de wereld domineerde en door zijn
machtspositie tussehen Assyria en Egypte
den wereldvrede bewaarde, zoo is het vol
gens de opstellers van het stuk in de
„Daily Telegraph", ook de klaarblijkelijke
taak van de Britsoh-Israëlitische natie om
een nieuwe beschaving te vestigen, die de
verdwijnende Europeesche beschaving zal
vervangen. De Europeesche beschaving is
afkamstig van Babyion, Meden en Perzen,
Griekenland en Rome. De nieuwe bescha
ving is de uitbreiding van het Koninkrijk
Gods tot een opnieuw domineerende plaats
in de wereld met dezelfde elementen als
vroeger: 1. het Britsche Israël of de Angel
saksische vrtllcen; 2. Jehova, de Koning; en
3. de Wet des Heeren of het gewoonterecht
in Engeland.
Die nieuwe oivilisatie heeft in een en een
vierde eeuw reeds wonderen van welvaart
over heel de wereld verspreid en dit is nog
maar een begin. Wie kan schatten wat een
tweede eeuw van zulke ontwikkeling zoo
wel de Angelsaksische volken belooft? De
aarde heeft nog nooit zooiets gezien, maar
in beginsel is het het oude Israël, dat in
al zijn glorie opnieuw verschijnt. Het eert
denzelfden God. Het verheugt zich in de
zelfde waarheid. Het is (min of meer) ge
hooreaam aan dezelfde wet Het vertrouwt
op dezelfde verlossing.
Dit is het Koninkrijk Gods in de twin
tigste eeuw, dat zich hier, volgens de op
stellers van dit hooggestemde artikel, ma
nifesteert, dat het communistisch vergif zal
overwinnen door zijn superieure leer
zijn geloof. In het Angelsaksische ras en de
Britsche natie en gemeenschap van natiën
wil God zijn Koninkrijk aanvankelijk vesti
gen, maar ten slotte zal Hij het uitbreiden
over alle natiën „en tot dit Koninkrijk zal
eindelijk, en velen onzer gelooven spoedig,
de Heere Jezus Christus zelf komen. Daar
zal Hij vinden het Britsche Koninklijk Huis,
onmiddellijk afgestamd van den troon van
David en handelend in overeenstemming
met den bctreffenden eed van God Almach
tig. Als Hij zoo komt, dan zal God hem
geven don troon van Zijn vader David
Hij zal regeeren over het Huis van Jakob
ccuwiglijk, en aan Zijn Koninkrijk zal geen
einde zijn".
Tot zoover het artikel, dat nog aange
vuld wordt met een oproep aan alle men
schen van invloed in het Britsche wereld
rijk om eraan mee te werken dat het Ko
ninkrijk Gods zich manifesteere in 't Brit
sche nationale leven.
Wij vonden deze uiting van vermenging
van godsdienstige, nationalistische en zelfs
imperialistische gevoelens sprekend genoeg
om er onze lezers van te doen kennis ne
men en wachten met belangstelling af wel
ken weerklank deze uiting in de Engelsch
sprekende wereld zelf zal vinden.
De vijfde zomerconferentie van 'tVerbond
van Chr. Letterk. kringen zal, gelijk we
reeds hebben gemeld, gehouden worden 7—9
Juli a.s. op kasteel ,Jlardenbroek",
Driebergen. Het program is volgens de juist
ontvangen uitnoodiging aldus samengesteld:
Zaterdagavond 5 uur: Opening.
Zaterdagavond: Lezing door Drs. J. van
Ham, Leiden.
Zaterdagavond 8 uur: Lezing door W. ten
Kate Jz., Bussum over: Oorlogslitera
tuur en w ij.
Maandagmorgen 10 uur: Lezing door A.
Wapenaar. Zwollerkerspel over: De dich
ter A. Roland Holst.
Maandagavond 8 uur: Algemeene kunst
avond.
Na 26 Mei kunnen niet-leden van het Ver
hond zich als deelnemer opgeven bij Jan H.
de Groot, Agatha Dekenstr. 22 Amsterdam.
NEDERL. BIBLIOGRAPHIE.
75e Jaargang No.
Joannes Reddingius schrijft orar de com
plete uitgave der Werken van G. A. Bre
d e r o d e in 3 deelen, met inleiding en aan-
teekeningen van Dr. J. A. N. Knuttel. Hij
noemt deze uitgave „een nationale glorie".
Reddingius karakteriseert Brederode aldus:
„Geihrand Adriaenszn. Brederode, Amster
dammer, kind uit het volk, ook al was zijn
vader in zekeren zin een gezeten burger, met
zelfs een officieel ambt, kind uit het volk,
JfreJiit«^3'rcètrctk
welks taal hij verstond, welks zeden en ge
woonten hij kende; hij was de groote zwer
vers-natuur, die in zich wilde opnemen het
leven, dat hij zag om zich heen, die wilde
uitbeelden de figuren, de gestalten, die hij
waarnam die hij hoorde spreken. Rederijker
door innerlijke aandrift, zingend mensch van
nature, man met eigenwaarde, was hij do
groote Verliefde, die gaf in zijn zangen zich
zelf.
In zijn lyriek komt de mensch naar voren,
de mensch met zijn verlangen en hoop, met
zijn zelfbeschouwing en wanhoop. Hij leeft,
lijdt, zingt, weet zich zingend te herstellen
en vervolgt zijn weg. die hem brengt naar
nieuw angstig verbeid geluk, dat hem ook
dan weer ontgaat..
Hoe beminnelijk, hoo levens-echt is deze
jonge, eenvoudige kerel, vol tintelend leven,
vol durf van dichten en deunen, vol strijd
lust om de moeilijkheden te overwinnen,
droomend sprokezegger, fijne minne-zanger
en dan weer ruig realist, met een beeld-
zwier en taal-kraeht, die blij maken.
Hij is een boertig verteller, die kent de
lieden van de straat en die zich weet te ver
plaatsen in het wezen dat zij zijn. Burgers,
volks-iiguren .vreemdelingen, boeren en boe
rinnen, hij heeft ze geteekend door zijn vers,
door zijn taal, met een prachtige plastiek.
Als hij in zijn kluchten cn spelen, boeren of
stadsmenschen uit het volk laat spreken, is
hij onovertroffen.
Men kan de zeventiende eeuw niet begrij
pen, als men niet doordringt in Bredere."
Verder bevat do aflevering de gewone ru
brieken: wat dit jaar 't Jicht zal zien; onder
de lamp (boekbesprekingen door recensenten
van de meest uiteenloopende richtingen),
romanfragment; beredeneerde bibliografie;
lijst van nieuwe uitgaven in Nederland; tijd-
schiftenschouw. De N e d e r 1. Bibliogra-
f i o wordt uitgegeven door A. W. Sijthoff,
Leiden.
DOMPRIJS VOOR PROZA.
De jury voor de Domprijs voor Proza
(Dirk Coster, Chr. de Graaf. Albert Helman)
heeft ma rijp en lang beraad besloten de prijs
voor 192.9 niet toe te kennen.
„Het aantal inzendingen, dat voor een be
oordeeling in aanmerking kwam, was niet
DE LATIJNSCHE POEET
VIRGILIUS
tot wiens eer het huidig Italië groote feesten
aanricht, om zijn 2000sten geboortedag te
herdenken.
Stadskanaul. One
konfinenfok6ewcgluff.^7-7.30 Gr?
(Bolsward) 8.10
oker; Dr. C J.
P>uck (Leiden). 9.35 Concert. 10.05 Lering
Moderne schilderkunst. Sprekc-r: J. Nlew
(Amersfoort). 10.35 Concert
2.-4S3 1
1.30—R Gr#
5.30 Vaz Plas Kocr=en. 6.-IS7.15 Letlng.~7.13
i.30 Muziek. 7.30—17.-»5 Gramofoo-i 7.IRS Mu-
alleen van zoo geringe bcteekenis, dat geen
enkele daarvan voor een bekroning in aan
merking kon komen, maar bijna alle inzen
dingen, op één na (hoewel ook deze tot geen
bekroning aanleiding gaf) waren zelfs be
neden de thans geldende literaire middel
maat.
De jury spreekt de oprechte hoop uit, dat
de inzendingen voor 1930 van dien aard zul
len zijn, dat tot een bekroning kan worden
overgegaan."
„DE VROME GEZELLE"
Dr. C. Tazelnar schrijft in De Refofw
ma tie een artikel over De vrome Ge-
z e 11 e. In verband met de door ons op ten
Kate's beschouwing van Gezelle's vroomheid
uitgebrachte kritiek veroorloven wij ons een
kort citaat uit Tazelnar's stuk:
„Het zijn vooral groepen \an vereen, waar
uit we citeeren ihoeten: die, waaruit spreekt
de Gczelle, die zich schuldenaar voelde voor
God, en die, waaruit de bidder Gczelle. ons
tegemoet treedt. Deze vereen immers znn
het. die ons leeren wat Cyriel Verechaevo
zei in zijn toespraak (te Amsterdam): dat in
Gezelles poëzie zoo sterk leeft het verlangen
naar dc ervaring van het kindschap Gods.
Bladert men de bundels van Gezelle s ge
dichten door, dan vindt men vooral verzen
van schuldbclijden cn schulderkenning,
schuld door het telkens weer vallen in zonde
bekoring, door het vergeten van Christus'
liefde, door het niet genoeg leven nabij God.
Maar daarnaast ziet men, hoe uit dat schuld
hesef groeit de behoefte der vergeving en uit
de ervaring van die vergiffenis de dankbaar-
beid."
DE -ÏARP.
In „De Harp" van 1 Mei wijdt de redacteur
de heer F. Z ij 1 m a n een geillusteerd artikel
aan „Onze Noderlandsche Componisten".
Bernard Zwcers wordt de meest-oorspron-
kelijke van de laatste eeuw genoemd. Van
eenige der meest op den voorgrond treden
den zijn de portretten in het artikel opgc-
Jan Zwart kritiseert vrij scherp wat Emile
Rupp in zijn „Die Entwirk ltingsgesehirhtc
der Orgelbaukunst" srhriift over onze Noder
landsche orgelgeschiedenis. De gebruikelijke
muziekbijlage bevat twee koraal vóórspelen
van F. Pijlman en oen „Menuetto Scher
zando" van Jac. Zwaan.
Uit het Sociale Leven.
EEN STAKING TE BEILEN.
Tengevolge van een loongeschil hebben on
geveer GO arbeiders uit Amsterdam bij do
normalisatiewerkon vuil de Ovule aart te
Beilen liet werk gestaakt on tij» direct daar
op naar Amsterdam vortrokk-n. Aan de ar
beiders bij de andere werkverschaffingen is
verzocht ook in staking te gaan, waardoor
pl.m. 3000 arbeiders liet werk zouden nwh
leggen.
DREIGEND CONFLICT IN DE
SIGARENINDUSTRIE.
De Ned. Federatie van Sigarenmakers en
Tabaksbewerkers hepft met algemeene stem
men een motie aangenomen, waarin o. a. ge
zegd wordt, dat de in 192S verkregen loons-
verhooging slechts 5 pet. hodrnngt voor ten
hoogste SO pet. van de in het bedrijf werk
zaam zijnde sigarenmakers; geconstateerd
wordt voorts, dut de sorteerders, plakkers,
dekopleggers en ander z g. vast personeel
sinds 1921 niet anders dan loonsverlaging
hoeft gekregen, die voor verschillende groe
pen zelfs varieert tot 3.5 pet. of ruim 24 rent
per uur.
Besloten werd liet advies van do besturen
dor samenwerkende work 1 iedonorganisn11es
op te volgen, om door staking tot inwilliging
der eischen te geraken.
Van werkgeverszijde zijn tegenmaatrege
len in geval van staking in voorbereiding.
Bekende merken in alle prijsklassen w.o. K-u"
Grotrian-Stelnweg - SchiedmaiJer - Mannborg e.a.
FEUILLETON
Vrij naar het Engelsch,
door P. W. J. K
Tops kon haar oogen niet gelooven. Ze
had hoogstens twee kwartj s venvacht cn
als ze minder gekregen had, was ze nog te
vreden geweest, maar een gulden vijftig!
„Weet u zeker, dat dat de prijs er voor
is?" vroeg ze.
„Je mag er gerust ergens anders mee naar
toegaan, als je niet tevreden bent riet wat
ik je er voor gegeven heb."
„Ik dacht niet, dat het zooveel waard zou
kunnen zijn," zei Tops, „maar als het zoo
is, dan bedank ik u heel erg."
Daarop liep zij ving naar den koekebak-
kerswinkel, waar de kinderen nog altijd
rustig al het lekkers stonden te bewondoren.
Zij dribbelden vroolijk met Tops terug en
waren weer als te voren aan het spelen op
het plaatsje achter het huis, eer juffrouw
.Wills terug kwam.
De toebereidselen voor de begrafenis be
gonnen nu in allen ernst Dickie en Annie
hadden al beiden hun zwarte kleertjes aan
gepast Voor Tops was echter niet gezorgd.
Juffrouw Wills toonde daardoor dub
flat Tops totaal geen aanspraak op haar had.
„Is er nog iemand van de kerk geweest?"
was altijd bet eerste wat zij vroeg, als zij
thuiskwam.
Blijkbaar vond zij, dat zij hun plicht niet
gedaan hadden, wat haar betrof, daar er
noch van eten dominee, noch van de wijk
zuster, noch van den evangelist, noch van
de Zondagsschoolonderwijzeres een enkel
„stukje zwart" gekomen was.
Tops boorde dit alles honderduit bepraten
in de voorkamer door juffrouw Wells en
haar vriendinnen, hoewel er door tusschen-
komst van de laatsten heel wat zwarte klee-
ren bij elkaar gebracht waren.
Intusschen was de verstuikte enkel van
juffrouw Gubbins veel verergerd, omdat ze
er mee was blijven doorloopen. De klanten
hadden menig bits antwoord van haar ge
kregen en Toby Hatchett had heel wat te
verduren gehad.
I-Iaar enkel was nu gaan zwellen en het
leek wel, of er ontsteking hij was en juf
frouw Gubbins vist er genoeg van af, om te
begrijpen, dat de zaak ernstig kon worden.
Ze begon zich werkelijk ongerust te maken.
Wat moest ze beginnen als zo kwam te lig
gen? Ze moest iemand in den winkel heb
ben, want als haar zaakje verliep, dan was
ze verloren, want ze had bijna geen andere
inkomsten. Ze zag zich in gedachte al naar
het armenhuis gaan.
Het vooruitzicht van het armenhuis trok
haar niet zeer aan, maar ze kon niemand be
denken, die haar uit vriendschap zou willen
helpen.
Dien morgen besefte zij als nooit te voren
wat een eenzaam bestaan zij tooh had, zoo
zonder man of vriend, en als om haar ge
voel van verlatenheid nog te vergrooten,
kwamen haar de woorden te binnen, die
dominee Mal coin gezegd had, toen hij haar
enkele dagen te voren bezocht had: „Er zou
een tijd kunnen komen, juffrouw Gubbins,
dat u blij zult zijn, als iemand u een vrien
delijkheid wil bewijzen. Wij kunnen niet
verwachten, vriendelijkheid te ontvangén,
als wij ze zelf ook nooit bewijzen"".
Opeens kwam Tops,„dat kind van Wells",
haar in de gedachten. Zij herinnerde zich,
hoe flink het haar den vorigen Vrijdag ge
holpen had, en de woorden van het kind,
toen ze het de reuzel had meegegeven: „Ik
zal uw vriendelijkheid nooit vergeten, en als
ik ooit iets voor u doen kan, zal ik heel
blij wezen".
Er was dus toch iemand, die vond, dat
zij haar een vriendelijkheid bewezen had.
Ze zag er erg tegenop, om haar over den
grond to hebben, en ze had haar de brutaal
heid, om haar muts op te lichten, nog niet
vergeven, maar de keus was nu tussehen
Tops Wells en het armhuis, en na eenig na
denken kwam zij tot de conclusie, dat van
twee erge dingen Tops Wells nog het beste
was.
HOOFDSTUK X.
Tops vindt een betrekking.
Toen de pijn erger werd, en de ontstoking
eveneens, was juffrouw Gubbins eindelijk
'genoodzaakt, Toby in vertrouwen te nemen.
„Ik voel me toch zoo ziek, Toby", kreun
de ze. „Ik weet gerust niet, w^at ik doen
moet Ik kan mijn voet nauwelijks meer op
den grond zetten".
„Dan zal het u goed doen, als u een dok
ter raadpleegt", zei Toby.
Juffrouw Gubbins was altijd in een zie
kenfonds geweest, en zij behoefde dus niet
op te zien tegen de kosten.
„Nu, dan kan ik ook wel eens van het
fonds gaan profiteex-en", zei ze. „Ik betaal
al heel wat jaren geregeld mijn geld eraan
en ik heb nog nooit een enkel drankje noo
dig ehad".
„Tops zal stellig wel even naar den dokter
■willen loopen", zei Toby vol medegevoel.
Hij liep 'even het plaatsje op. „Tops", riep
hij, „loop jij eens gauw naar dokter Hall en
vraag, of hij, zoodra hij kan, even naar juf
frouw Gubbins komt kijken; dan ben je een
beste meid".
„In orde, Toby, ik ben in een wip weer
om", riep Tops.
Zij sloop ongemerkt de voordeur uit en
bracht haar boodschap aan den dokter .over.
Juffrouw Gubbins, die voor het raam zat,
zag haar gaan en was er over verbaasd, zoo
gauw als Tops terug was.
„Dat kind is werkelijk heel geschikt, om
op een boodschap uit te sturen", dacht zo
bij zichzelf. Ze klopte aan het venster.
Tops deed de deur van den winkel open
en stapte naar binnen.
„Had u me nog voor iets anders noodig,
juffrouw?" vroeg zij.
„Ik zou wel zeker niet geklopt hebben,
als ik je niet noodig had," zei juffrouw Gub
bins. „Ik dacht, dat je misschien nu en dan
even wat voor me kon doen, terwijl mijn
voet me zoo hindert."
„Vandaag heb ik niet veel tijd", zei Tops,
„cn morgen wordt vader begraven, maar
daarna heb ik allen tijd, om u te heipon."
„Goed, kom dan morgen maar; de keuken
moet noodig wat gedaan worden, en mijn
bed moet eens geschud worden en nog zoo
een en ander."
„U zoekt niet soms een dienstmeisje?"
vroeg Tops.
„Waarom?" yroeg juffrouw Gubbins op
scherpen toon.
„Omdat, als u er een zoekt, dan wou ik
vragen, of u mij misschien ook kon gebrul
ken?"
Juffrouw Gubbins nam het kind over haar
brilleglazen heen met critisehen blik op en
dacht even na, voor ze haar antwoord gaf.
Het Jtind was inderdaad vlug en gewillig,
cn ze zou het voel minder behoeven te gov
dan aan een werkvrouw. Iemand moest zh
hebben. Wat zou ze zeggen? Tops zag er ver
van zindelijk uit naar haar idee, maar dat
was wel gauw te verhelpen, als zij haar on
der handen nam.
„Kijk je dan uit naar een vaste betrek
king?" vroeg ze eindelijk.
„Ja juffrouw," zei Tops, „want morgen
moet ik uit huis."
„Goed, dan kun je bij mij in dienst ko
men, totdat ik beter ben," antwoordde juf
frouw Gubbins, „en zorg dat je je goed ge
draagt, want anders ben Je oven gauw weg,
als je gekomen bent."
„O, juffrouw Gubbins, mag ik heusch bij
u in dienst komen?" vroeg Tops opgewon
den.
„Als ik iets zeg, dan meen ik het," zei
juffrouw Gubbins op norschen toon.
„Ik zal mijn best doen, om het u naar den
zin te maken. Ik kom dadelijk na de begra
fenis, laat u dus vooral al hot werk voor mij
liggen. Ik hoop maar, dat u morgen al weer
een beetje beter is."
Zoo sprekende ging Tops nog eens voor
net laatst naar huis.
Dien middag kwam de dominee nog even
aanloopen, maar toen juffrouw Wells zag.
wie haar bezoeker was, sloeg zij de deur
voor zjjn neus dicht, en zei, dat ze niet op
zijn bezoeken gesteld was, want dat ze zich
dacht aan te sluiten bij de „kleine kerk".
Dus waagde de dominee het nogmaals bij
juffrouw Gubbins binnen te gaan, want hij
was benieuwd, hoe liet niet Tops zou ofloo-
pen, en hij hoopte, dat Toby Ilatchett hem
informaties zou kunnen go ven.
Ilij koek verbaasd op, toen li ij merkte, dat
juffrouw Gubbins zich zoo ziek voelde, en
haar voet haar zoo n pijn deed. Ze was ooi
ter heel beleefd in antwoord op zijn groet
en scheen bijna blij. hem te zien. Zijn har
telijkheid en medegevoel deden luuir blijk
baar goed. Hij haalde een stoel en ivn paar
kussens uit dc keuken, opdat zij haar voet
daarop zou kunnen laten ruston. Toen hij
daarop naar Toby toe wou gaan, hield zij
hem nog oven tegen en zei: „Weet u m -
dat u een paar dagen geleden het groter
had, dnt we anderen toch vricn lelijkheid
zouden bewijzen?"
„Ik geloof van wel. juffrouw Gubbins."
„U had gelijk, want ik heb nu niemand,
tot wien ik mij wenden kan in mijn moei
lijkheid."
„Ik wil wel mijn best doen. om iemand
voor u te vinden," zei de dominee, maar ter
wijl hij het zei, kon hij niet helpen te den-
kon, dat het geen aangename taak zou we
zen, voor iemand, om op zoo'n brommerige,
oude vrouw te komen passen.
„Ik heb iemand gevonden voor hot werk,"
zoi juffrouw Gubbins. „Zo komt morgen,
maar het i9 geen vriendin van me."
„Wie is het, als ik het vragen mag?"
„Dat kind van Wells", antwoordde Juf
frouw Gubbins. alsof *e zich schaamde, dat
ze hem die bekentenis moest doen.
(Wordt vcivolgd.j;