TWEEDE KAMER Kunst cn Letteren. Radio Nieuws. W. A. HOUTMAN Co's PIANO- en ORGELHANDEL Schiedam TOPS DONDERDAG 22 MEI 1930 DERDE BLAD PAG. 9 KLEINE WETSONTWERPEN De Herziening der Gemeentewet beëindigd EEN AFGEVOERDE CONCLUSIE Vergadering van 21 Mei 1930. kleine wetsontwerpen den hamer. Het waren twee naturalisatie- ■j ontwerpen en voorts een aantal wetjes in [1 zake grondverkoop, ruiling of onteigening betreffende: ij domeingrond gelegen aan den Singelweg n te V lissin gen aan de gemeente Vlissingen; overneming van de Knnitsbrug, de Hodcn- 5. pijlsche brug en de Carparhoeksche brug in 'J den Rijksweg Delft-Maassluis, in beheer en onderhoud bij ihet Rijk; a - ruiling van domeingrond in de houtves- I terij Breda van A. v. d. Heyning te Alphen; jl onteigening noodig voor het aanleggen i! van een gedeelte van den ontworpen vcr- II keersweg tussehen den Koningsweg bij A Lunet I en den Maliesingel te Utrecht; J onteigening noodig voor de verbetering j van de Oostelijke Gouwekade en den aanleg van een weg Gouda-Boskoop-Gouweslüis in .j de gemeenten Gouda, Waddinxveen, Reeu- wijk, Boskoop en Alphen a. d. Rijn; onteigening noodig voor de verbetering van de Meppelersluis in de gemeente Meppel; onteigening ten behoeve van de uitbrei- i ding van het. stationsemplacement Heilo, Castrieum en Krommenie-Assendelft; onteigening ten behoeve van de uitbrei- 1 ding van de los- en laadgelegenheid met 1 bijkomende werken op het stationsemplace- ment Medcmblik. Daarna werd de herziening der Gemeentewet Denbeer v. d. Bergh (s.-d.) lichtte een I amendement toe om delegatie van uitvoe- I ringshevoegdheid te kunnen doen overdra- I gen aan ambtenaren. Hij 'wees er op, dat j de practijd dezen eisch stelt en zelfs de j Hooge Raad verschillende verordeningen I uitvaardigde, waarin deze delegatie is I opgenomen. De Minister nam het amendement over. De heer v. d. Bergh (s.-d.) verdedigde vérvolgens een amiendement om den niet- verantwoordelijken rechter uit te sluiten in de beoordeeling van het bestuursbeleid van den burgemeester. De Minister merkte op, dat in 10 jaar één geval zich had voorgedaan waarin het amendement eenige waarde zou hebben ge had. Hij nam hot amendement over. Een volgend amendement vond in den heer Ter Laan (s.-d.) een verdediger. Het had '-«Je strekking om de verordeningen, regelen de de sterkte, do rangen, de bezoldiging der gemeente-poli tie niet te onderwerpen aan de goedkeuring der Kroon. De heer Rutgers van Rozenburg (c.-h.) lichtte twee amendementen toe, het eéne strekkende om den dienst der recher che niet naar vaste regelen aan de Rijks politie dienstbaar te maken. Het tweede bedoelde de verordening, re gelende de sterkte, de rangen en de bezol diging der gemeente-politie niet aan de goedkeuring der Kroon te onderworpen. De heer de Wilde (a.-r.) bestreed de amendementen, hetoogende, dat de gemeen tepolitie niet. alleen een gemeentelijk, maar ook een nationaal belang is en dat het toe juiching verdient als de Regeering een band wil leggen. De heer van Rappard lib.) wensohte ineer uniformiteit in cle kleedij der veld wachters. De Minist r sloot zich bij den heer De Wilde. aam. Intercommunale samenwerking zal een groote verbetering kunnen geven. Er werd gerepliceerd door de heeren Ter Laan, Rutgers van Rozenburg en de Wilde. Dr. Schokking (c.-h.) wenschte dat 's ministers algemeene maatregel van be stuur, die de verhouding tussehen rijks- en gemeentepolitie zal regelen, niet de strek king heeft de oplossing van de gemeentelijke en de rijkspolitie te stimuleeren. Anders stemt hij voor 't amendemcnt-Rutgers van Rozenburg. De heer Ketelaar (v.-d.) vond, dat er allerlei du-bia waren, waardoor het ge- wensoht is het amen dement-R u tgers T an Rozenburg aan te nemen en de betrokken ministers te verzoeken zoo spoedig mogelijk met een Politiewet te komen. Minister Ruys antwoodde, dat hij geen booze plannen had in een richting als de heer Schokking duchtte. Het amendement-v. d. Be g 'h (om de gem. verordeningen in zake de politie niet te bin den aan de goedkeuring der Kroon) werd -verworpen met 42 tegen 30 stemmen; dat van den heer Rutgers van Rozen- 'b u r g werd eveneens verworpen en wel met 44 tegen 27 stemmen. Aan de orde was daarna een amende ment-v. d. Bergh, verdedigd door den heer ter Laan (s.-d.) om de ambtenaren van politie ten aanzien van hun rechtspositie met de overige gemeente-ambtenaren gelijk te stellen. Bestrijding van dit denkbeeld kwam van de zijde van Mr. de W-i 1de (a.-r.) en Dr. Vos (lib.), met het oog op de bijzondere positie der politie. De heer Guit (r.-k.) was voor het amen dement; hij dacht aan georganiseerd over leg en scheidsgerecht. Gewenscht werd ech ter, dat in het amendement zou worden op genomen, dat politiepersoneel door den Raad „op voordracht van den burgemees ter" zal worden benoemd. De heer v. Hellenberg Hubor (r.-k.) had een amendement om benoeming en ontslag van politiepesoneel te doen geschie den na het hooren van den hoofdcommissa ris of commissaris, in plaats van op voor dracht van dezen. De Minister had tegen dit laatste amendement geen bezwaar; dat van den heer ter Laan wees hij af, omdat het den bestaande toestand zonder noodzaak zou verbreken. Bij de replieken merkite die heer Ter Laan op, dat de suggestie van den heer Guit geen verbetering is. Bovendien kan hij niet bedoelen, dat de Raad benoemt, want krachtens art. 145 dr Gemeentewet doen B. en W. dal Het beste is maar niets te wijzi gen. De heer Guit moet maar voor het on gewijzigde amendement stemmen. Mr. de Wilde betoogde, dat het amen dement met democratie niet te maken heeft, gelijk de heer ter Laan suggereerde, dat het geval zou zijn. De gehoorzaamheid bij de politie is van eenigszins anderen aard als bij een anader gemeentebedrijf. Het eene is overheids- en het andere bedrijfsgezag en daarom moet het verschil, dat de heer ter Laan wil op heffen, gehandhaafd blijven. De heer Guit zou dan maar voor het on gewijzigde amendement-v. d. Bergh stemmen Zijn politiek en staatsrechtelijk onderschei dingsvermogen ging op stal. Het amendement-v. d. Bergh werd ver worpen met 50 tegen 18 stemmen. Met de soc.-dem. stemde alleen de r.-k. heer Guit mee. Dat van den heer v. Hellenberg Hu b o r werd zjh.s. goedgekeurd. Een volgend amendement-T er Laan (s.-d.) wenschte den burgemeester te ver plichten tot het geven van inlichtingen over politiezaken. Mr. de Wilde (a.-r.) wees er op, dat vele verstandige burgemeesters al inlichtin gen geven over politiezaken. Wie interpol- leert de Raad— moet ook kunnen beslis sen. En dat ware ontoelaatbaar, omdat de burgemeester als hoofd der politie zijn autoriteit ontleent niet aan den Raad, maai aan het Rijksgezag. De Raad is geen parle ment, maar ötadsregeering en heeft geen zeggenschap over een orgaan van rijksgezag Ook Dr. Vos (lib.) bestreed het amende ment, dat practdsch bovendien geen effect kan hebben. De burgemeester is onmogelijk te dwingen op de wijze als da heer Ter Laan wil. Er is geen sanctie op een weigering. De Mi mister wees eveneens het amen dement. af, dat verworpen werd met 38' tegen 23 stemmen. Bij het laatste artikel werd nog een be paling voorgesteld door den heer Kete laar (v.-d.) om de Gemeentewet opnieuw doorloopend te nummeren. Voor het naslaan is het bezwaarlijk, oor deelde de heer De Wilde- (a.-r.) De mi nister had minder bezwaar. Het amendement-K ete 1 a ar werd aan genomen met 51 tegen 3 stemmen. Het laatste artikel bracht nog twee amen dementen. Dat van den heer Vliegen (s.d.) bedoelde het nieuwe art 23 c, dat ook echt- genooteu van uitgestotenen van het raads lidmaatschap niet tot -het raadslidmaatschap toelaat, niet van toepassing te doen zijn op hen, die thans zitting hebben. De heer Knottenbelt Gib.) wilde deze dispensatie alleen doen gelden voor de loo- pende zittingsperiode. De minister raadde den heer Knotten belt zijn amendement ©en positieven vorm te geven. Mr. De Wilde steunde dien aandrang van den minister. Ook al is de wet in Sept. 1931 niet in werking dan nog is het goed Men kan er dan bij voorbaat mee rekenen. De heer Knottenbelt wijzigde ton slotte zijn amendement in den aangegeven zin. Het amendement-Vliegen werd ver worpen met 35 tegen 23 stemmen. Voor soc. dem. en vrijz. dein. Het amendement-K nottenbelt werd z.h.s. goedgekeurd. De behandeling was daarmede ten einde BRITSCH-1SRAEL HET KONINKRIJK GODS DE ANGELSAKSERS DE TIEN VERLOREN STAMMEN DE TROON VAN DAVID TE WINDSOR Die eindelijk aan Christus zal gegeven worden Blijkens een artikel, dat in de „Daily Tele graph" van Woensdag j.l. een heele pagina beslaat, tracht men in de Angel-Saksische wereld een beweging op touw te zetten voor de prediking van het Koninkrijk Gods tegen over de communistische anti-God-campagne, tot herstel van het geloof en -het vertrouwen en tot bevestiging van het nationale leven en de zaken der wereld. Zulk een „kruistocht" zou de sympathie van elk Christen kunnen hebben wanneer er niet zulk een zonderlinge nationalistische ras-chauvinistische kant aan zat De naam dezer beweging, „British-Israël- World Federation", doet ons al eenigsizns versteld staan en als wij in het artikel naar de verklaring van dien vreemdsoortigen naam zoeken, stijgt, onze verwondering on der het lezen tot groote verbazing. Er wordt alsvolgt geredeneerd. In de negentiende, eeuw is de wereld zoo als die geworden was door de ongeloofspro- paganda van Voltaire en zijn school, gered door het geloof van het Angelsaksische ras en het zal datzelfde geloof zijn, dat de re volutionaire overstroommg, die thans de naties bedreigt, zal tegenhouden. Niets is daartoe in staat dan de prediking van de leer van het Koninkrijk Gods, dat door Christus en Zijn Apostelen is gebracht, met de profetie, dat dit Evangelie over heel de wereld zal gepredikt worden en dat daarna •het einde zal komen. Daarna wordt betoogd, dat God zichzelf een nationale organisatie heeft gestioht, ge baseerd op de Goddelijke wet, die ons in den Bijbel is gegeven, welke de zedenwet is van Brittannië. De Angelsaksische natie en natiën-gemeenschap, de Vereenigde Sta ten inbegrepen, vormen de nationale basis van Gods Koninkrijk op aarde, hoewel geen enkel porsoon of ras daarbij is uitgesloten, want allen worden uitgenoodigd daarin toe te treden. Dit heeft geen betrekking op de persoonlijke redding maar betreft alleen het Godsbestuur ten einde vrede en welvaart aan de natiën to verzekeren. Wie door deze redeneering nog niet vol komen overtuigd mocht zijn, krijgt vervol', gens in het stuk van de „British-Isracl- VVorld Federation" een overtuigende histo rische uiteenzetting, die bewijst, dat de Brit sche natie eigenlijk niets anders is dan de Tien Stamanen van het volk Israël en dal Koning George V de rechtstreeksche af stammeling is van Koning David. De Tien Stammen zijn, volgens dit „historisch" over zicht, dat zich op aartsbisschop Ussher be roept, als Scythen en Gothen en dergelijken uit de buurt van de Kaspische en Zwarte door de Hunnen gedreven naar de oevers van den Atlantischen Oceaan en de Balti; sche Zee en zijn ten slotte voor een grooi deel in Brittannië opnieuw verschenen als de nationale basis van Gods Koninkrijk op aarde, vertegenwoordigend Zijn bestuur on der de regeeringen van de wereld. De wet die in 1496 vóór Christus op den SLnaï aar hen is gegeven is de grondslag van de ze denwet in Engeland, die reeds in 1100 voor Ghr. as gecodificeerd door koning Brute, in 500 vóór Chr. opnieuw door Koning Mal- A.s. Dinsdag zal de eindstemming plaats hebben. Na een duel tussehen de heeren Mar- chant (v.d.) en Beumer (a.r.) omtrent de conclusie van het verslag der commissie omtrent de inlichtingen op het adres van T. Wijnbelt,, •vischhandelaar te Woudrichem, houdende verzoek te willen bevorderen, dat worde ver goed de schade, wolke hem door het bedrijf van zandzuigen en zandverkoopen van den Staat in de door hem voor het vischrecht ge pachte vakken van de Waal is toegebracht, werd besloten, deze conclusie van de agenda af te Toeren. Het bleek weer, dart de heer M a r c h a n t de dingen slecht kende en een conclusie had opgesteld, waaronder een juridische basis ontbrak. Dr. Beumer stelde hem dit alles ordentelijk voor oogen. Ook de m i n i s t e van Binnenlan-dsche Zaken bleek slecht op de hoogte. Het overkomt den heer Merchant den laatsten tijd nogal eens, dat hij blijk geeft van wat al te vluchtig onderzoeken en con- cludeeren. Vandaag begint de Kamer aan de Arbedds- be-mi ddelingswet. mutius en nog eenmaal door Koning Alfred de Groote. En God woont nog steeds aldus de Britsch-Israëlietische Wereldfederatie in het midden van zijn Koninkrijk. Zijn wet is het eenig veilig systeem voor de leiding van de menschheid en voor het succesvol bestuur van de natiën der aarde. Is de Israëlietisoh-Britsche natie van 740 voor Chr. tot ongeveer 1S00 na Chr. gestraft en is de wereld gedurende een periode van nauwkeurig zeven profetische „tijden" (Da niël 2) door vastelands-keizerrijken be- heerscht, in 191S stortten al deze rijken in een. Sinds 1800 had zich het kleane Enge land op een wonderbaarlijke wijze uitgezet tot een ongekend groot wereldrijk, met de Ver., Staten van Amerika samen. Onder de vereenigde vlaggen van -het Angelsaksisch ras geniet een derde van het mensclieiijk ras, ongeveer 650 millioen menschen, vrij heid en vrede. Zooals Israël in den tijd van David, „den stichter van het regeerend Huis van Brit tannië", de wereld domineerde en door zijn machtspositie tussehen Assyria en Egypte den wereldvrede bewaarde, zoo is het vol gens de opstellers van het stuk in de „Daily Telegraph", ook de klaarblijkelijke taak van de Britsoh-Israëlitische natie om een nieuwe beschaving te vestigen, die de verdwijnende Europeesche beschaving zal vervangen. De Europeesche beschaving is afkamstig van Babyion, Meden en Perzen, Griekenland en Rome. De nieuwe bescha ving is de uitbreiding van het Koninkrijk Gods tot een opnieuw domineerende plaats in de wereld met dezelfde elementen als vroeger: 1. het Britsche Israël of de Angel saksische vrtllcen; 2. Jehova, de Koning; en 3. de Wet des Heeren of het gewoonterecht in Engeland. Die nieuwe oivilisatie heeft in een en een vierde eeuw reeds wonderen van welvaart over heel de wereld verspreid en dit is nog maar een begin. Wie kan schatten wat een tweede eeuw van zulke ontwikkeling zoo wel de Angelsaksische volken belooft? De aarde heeft nog nooit zooiets gezien, maar in beginsel is het het oude Israël, dat in al zijn glorie opnieuw verschijnt. Het eert denzelfden God. Het verheugt zich in de zelfde waarheid. Het is (min of meer) ge hooreaam aan dezelfde wet Het vertrouwt op dezelfde verlossing. Dit is het Koninkrijk Gods in de twin tigste eeuw, dat zich hier, volgens de op stellers van dit hooggestemde artikel, ma nifesteert, dat het communistisch vergif zal overwinnen door zijn superieure leer zijn geloof. In het Angelsaksische ras en de Britsche natie en gemeenschap van natiën wil God zijn Koninkrijk aanvankelijk vesti gen, maar ten slotte zal Hij het uitbreiden over alle natiën „en tot dit Koninkrijk zal eindelijk, en velen onzer gelooven spoedig, de Heere Jezus Christus zelf komen. Daar zal Hij vinden het Britsche Koninklijk Huis, onmiddellijk afgestamd van den troon van David en handelend in overeenstemming met den bctreffenden eed van God Almach tig. Als Hij zoo komt, dan zal God hem geven don troon van Zijn vader David Hij zal regeeren over het Huis van Jakob ccuwiglijk, en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde zijn". Tot zoover het artikel, dat nog aange vuld wordt met een oproep aan alle men schen van invloed in het Britsche wereld rijk om eraan mee te werken dat het Ko ninkrijk Gods zich manifesteere in 't Brit sche nationale leven. Wij vonden deze uiting van vermenging van godsdienstige, nationalistische en zelfs imperialistische gevoelens sprekend genoeg om er onze lezers van te doen kennis ne men en wachten met belangstelling af wel ken weerklank deze uiting in de Engelsch sprekende wereld zelf zal vinden. De vijfde zomerconferentie van 'tVerbond van Chr. Letterk. kringen zal, gelijk we reeds hebben gemeld, gehouden worden 7—9 Juli a.s. op kasteel ,Jlardenbroek", Driebergen. Het program is volgens de juist ontvangen uitnoodiging aldus samengesteld: Zaterdagavond 5 uur: Opening. Zaterdagavond: Lezing door Drs. J. van Ham, Leiden. Zaterdagavond 8 uur: Lezing door W. ten Kate Jz., Bussum over: Oorlogslitera tuur en w ij. Maandagmorgen 10 uur: Lezing door A. Wapenaar. Zwollerkerspel over: De dich ter A. Roland Holst. Maandagavond 8 uur: Algemeene kunst avond. Na 26 Mei kunnen niet-leden van het Ver hond zich als deelnemer opgeven bij Jan H. de Groot, Agatha Dekenstr. 22 Amsterdam. NEDERL. BIBLIOGRAPHIE. 75e Jaargang No. Joannes Reddingius schrijft orar de com plete uitgave der Werken van G. A. Bre d e r o d e in 3 deelen, met inleiding en aan- teekeningen van Dr. J. A. N. Knuttel. Hij noemt deze uitgave „een nationale glorie". Reddingius karakteriseert Brederode aldus: „Geihrand Adriaenszn. Brederode, Amster dammer, kind uit het volk, ook al was zijn vader in zekeren zin een gezeten burger, met zelfs een officieel ambt, kind uit het volk, JfreJiit«^3'rcètrctk welks taal hij verstond, welks zeden en ge woonten hij kende; hij was de groote zwer vers-natuur, die in zich wilde opnemen het leven, dat hij zag om zich heen, die wilde uitbeelden de figuren, de gestalten, die hij waarnam die hij hoorde spreken. Rederijker door innerlijke aandrift, zingend mensch van nature, man met eigenwaarde, was hij do groote Verliefde, die gaf in zijn zangen zich zelf. In zijn lyriek komt de mensch naar voren, de mensch met zijn verlangen en hoop, met zijn zelfbeschouwing en wanhoop. Hij leeft, lijdt, zingt, weet zich zingend te herstellen en vervolgt zijn weg. die hem brengt naar nieuw angstig verbeid geluk, dat hem ook dan weer ontgaat.. Hoe beminnelijk, hoo levens-echt is deze jonge, eenvoudige kerel, vol tintelend leven, vol durf van dichten en deunen, vol strijd lust om de moeilijkheden te overwinnen, droomend sprokezegger, fijne minne-zanger en dan weer ruig realist, met een beeld- zwier en taal-kraeht, die blij maken. Hij is een boertig verteller, die kent de lieden van de straat en die zich weet te ver plaatsen in het wezen dat zij zijn. Burgers, volks-iiguren .vreemdelingen, boeren en boe rinnen, hij heeft ze geteekend door zijn vers, door zijn taal, met een prachtige plastiek. Als hij in zijn kluchten cn spelen, boeren of stadsmenschen uit het volk laat spreken, is hij onovertroffen. Men kan de zeventiende eeuw niet begrij pen, als men niet doordringt in Bredere." Verder bevat do aflevering de gewone ru brieken: wat dit jaar 't Jicht zal zien; onder de lamp (boekbesprekingen door recensenten van de meest uiteenloopende richtingen), romanfragment; beredeneerde bibliografie; lijst van nieuwe uitgaven in Nederland; tijd- schiftenschouw. De N e d e r 1. Bibliogra- f i o wordt uitgegeven door A. W. Sijthoff, Leiden. DOMPRIJS VOOR PROZA. De jury voor de Domprijs voor Proza (Dirk Coster, Chr. de Graaf. Albert Helman) heeft ma rijp en lang beraad besloten de prijs voor 192.9 niet toe te kennen. „Het aantal inzendingen, dat voor een be oordeeling in aanmerking kwam, was niet DE LATIJNSCHE POEET VIRGILIUS tot wiens eer het huidig Italië groote feesten aanricht, om zijn 2000sten geboortedag te herdenken. Stadskanaul. One konfinenfok6ewcgluff.^7-7.30 Gr? (Bolsward) 8.10 oker; Dr. C J. P>uck (Leiden). 9.35 Concert. 10.05 Lering Moderne schilderkunst. Sprekc-r: J. Nlew (Amersfoort). 10.35 Concert 2.-4S3 1 1.30—R Gr# 5.30 Vaz Plas Kocr=en. 6.-IS7.15 Letlng.~7.13 i.30 Muziek. 7.30—17.-»5 Gramofoo-i 7.IRS Mu- alleen van zoo geringe bcteekenis, dat geen enkele daarvan voor een bekroning in aan merking kon komen, maar bijna alle inzen dingen, op één na (hoewel ook deze tot geen bekroning aanleiding gaf) waren zelfs be neden de thans geldende literaire middel maat. De jury spreekt de oprechte hoop uit, dat de inzendingen voor 1930 van dien aard zul len zijn, dat tot een bekroning kan worden overgegaan." „DE VROME GEZELLE" Dr. C. Tazelnar schrijft in De Refofw ma tie een artikel over De vrome Ge- z e 11 e. In verband met de door ons op ten Kate's beschouwing van Gezelle's vroomheid uitgebrachte kritiek veroorloven wij ons een kort citaat uit Tazelnar's stuk: „Het zijn vooral groepen \an vereen, waar uit we citeeren ihoeten: die, waaruit spreekt de Gczelle, die zich schuldenaar voelde voor God, en die, waaruit de bidder Gczelle. ons tegemoet treedt. Deze vereen immers znn het. die ons leeren wat Cyriel Verechaevo zei in zijn toespraak (te Amsterdam): dat in Gezelles poëzie zoo sterk leeft het verlangen naar dc ervaring van het kindschap Gods. Bladert men de bundels van Gezelle s ge dichten door, dan vindt men vooral verzen van schuldbclijden cn schulderkenning, schuld door het telkens weer vallen in zonde bekoring, door het vergeten van Christus' liefde, door het niet genoeg leven nabij God. Maar daarnaast ziet men, hoe uit dat schuld hesef groeit de behoefte der vergeving en uit de ervaring van die vergiffenis de dankbaar- beid." DE -ÏARP. In „De Harp" van 1 Mei wijdt de redacteur de heer F. Z ij 1 m a n een geillusteerd artikel aan „Onze Noderlandsche Componisten". Bernard Zwcers wordt de meest-oorspron- kelijke van de laatste eeuw genoemd. Van eenige der meest op den voorgrond treden den zijn de portretten in het artikel opgc- Jan Zwart kritiseert vrij scherp wat Emile Rupp in zijn „Die Entwirk ltingsgesehirhtc der Orgelbaukunst" srhriift over onze Noder landsche orgelgeschiedenis. De gebruikelijke muziekbijlage bevat twee koraal vóórspelen van F. Pijlman en oen „Menuetto Scher zando" van Jac. Zwaan. Uit het Sociale Leven. EEN STAKING TE BEILEN. Tengevolge van een loongeschil hebben on geveer GO arbeiders uit Amsterdam bij do normalisatiewerkon vuil de Ovule aart te Beilen liet werk gestaakt on tij» direct daar op naar Amsterdam vortrokk-n. Aan de ar beiders bij de andere werkverschaffingen is verzocht ook in staking te gaan, waardoor pl.m. 3000 arbeiders liet werk zouden nwh leggen. DREIGEND CONFLICT IN DE SIGARENINDUSTRIE. De Ned. Federatie van Sigarenmakers en Tabaksbewerkers hepft met algemeene stem men een motie aangenomen, waarin o. a. ge zegd wordt, dat de in 192S verkregen loons- verhooging slechts 5 pet. hodrnngt voor ten hoogste SO pet. van de in het bedrijf werk zaam zijnde sigarenmakers; geconstateerd wordt voorts, dut de sorteerders, plakkers, dekopleggers en ander z g. vast personeel sinds 1921 niet anders dan loonsverlaging hoeft gekregen, die voor verschillende groe pen zelfs varieert tot 3.5 pet. of ruim 24 rent per uur. Besloten werd liet advies van do besturen dor samenwerkende work 1 iedonorganisn11es op te volgen, om door staking tot inwilliging der eischen te geraken. Van werkgeverszijde zijn tegenmaatrege len in geval van staking in voorbereiding. Bekende merken in alle prijsklassen w.o. K-u" Grotrian-Stelnweg - SchiedmaiJer - Mannborg e.a. FEUILLETON Vrij naar het Engelsch, door P. W. J. K Tops kon haar oogen niet gelooven. Ze had hoogstens twee kwartj s venvacht cn als ze minder gekregen had, was ze nog te vreden geweest, maar een gulden vijftig! „Weet u zeker, dat dat de prijs er voor is?" vroeg ze. „Je mag er gerust ergens anders mee naar toegaan, als je niet tevreden bent riet wat ik je er voor gegeven heb." „Ik dacht niet, dat het zooveel waard zou kunnen zijn," zei Tops, „maar als het zoo is, dan bedank ik u heel erg." Daarop liep zij ving naar den koekebak- kerswinkel, waar de kinderen nog altijd rustig al het lekkers stonden te bewondoren. Zij dribbelden vroolijk met Tops terug en waren weer als te voren aan het spelen op het plaatsje achter het huis, eer juffrouw .Wills terug kwam. De toebereidselen voor de begrafenis be gonnen nu in allen ernst Dickie en Annie hadden al beiden hun zwarte kleertjes aan gepast Voor Tops was echter niet gezorgd. Juffrouw Wills toonde daardoor dub flat Tops totaal geen aanspraak op haar had. „Is er nog iemand van de kerk geweest?" was altijd bet eerste wat zij vroeg, als zij thuiskwam. Blijkbaar vond zij, dat zij hun plicht niet gedaan hadden, wat haar betrof, daar er noch van eten dominee, noch van de wijk zuster, noch van den evangelist, noch van de Zondagsschoolonderwijzeres een enkel „stukje zwart" gekomen was. Tops boorde dit alles honderduit bepraten in de voorkamer door juffrouw Wells en haar vriendinnen, hoewel er door tusschen- komst van de laatsten heel wat zwarte klee- ren bij elkaar gebracht waren. Intusschen was de verstuikte enkel van juffrouw Gubbins veel verergerd, omdat ze er mee was blijven doorloopen. De klanten hadden menig bits antwoord van haar ge kregen en Toby Hatchett had heel wat te verduren gehad. I-Iaar enkel was nu gaan zwellen en het leek wel, of er ontsteking hij was en juf frouw Gubbins vist er genoeg van af, om te begrijpen, dat de zaak ernstig kon worden. Ze begon zich werkelijk ongerust te maken. Wat moest ze beginnen als zo kwam te lig gen? Ze moest iemand in den winkel heb ben, want als haar zaakje verliep, dan was ze verloren, want ze had bijna geen andere inkomsten. Ze zag zich in gedachte al naar het armenhuis gaan. Het vooruitzicht van het armenhuis trok haar niet zeer aan, maar ze kon niemand be denken, die haar uit vriendschap zou willen helpen. Dien morgen besefte zij als nooit te voren wat een eenzaam bestaan zij tooh had, zoo zonder man of vriend, en als om haar ge voel van verlatenheid nog te vergrooten, kwamen haar de woorden te binnen, die dominee Mal coin gezegd had, toen hij haar enkele dagen te voren bezocht had: „Er zou een tijd kunnen komen, juffrouw Gubbins, dat u blij zult zijn, als iemand u een vrien delijkheid wil bewijzen. Wij kunnen niet verwachten, vriendelijkheid te ontvangén, als wij ze zelf ook nooit bewijzen"". Opeens kwam Tops,„dat kind van Wells", haar in de gedachten. Zij herinnerde zich, hoe flink het haar den vorigen Vrijdag ge holpen had, en de woorden van het kind, toen ze het de reuzel had meegegeven: „Ik zal uw vriendelijkheid nooit vergeten, en als ik ooit iets voor u doen kan, zal ik heel blij wezen". Er was dus toch iemand, die vond, dat zij haar een vriendelijkheid bewezen had. Ze zag er erg tegenop, om haar over den grond to hebben, en ze had haar de brutaal heid, om haar muts op te lichten, nog niet vergeven, maar de keus was nu tussehen Tops Wells en het armhuis, en na eenig na denken kwam zij tot de conclusie, dat van twee erge dingen Tops Wells nog het beste was. HOOFDSTUK X. Tops vindt een betrekking. Toen de pijn erger werd, en de ontstoking eveneens, was juffrouw Gubbins eindelijk 'genoodzaakt, Toby in vertrouwen te nemen. „Ik voel me toch zoo ziek, Toby", kreun de ze. „Ik weet gerust niet, w^at ik doen moet Ik kan mijn voet nauwelijks meer op den grond zetten". „Dan zal het u goed doen, als u een dok ter raadpleegt", zei Toby. Juffrouw Gubbins was altijd in een zie kenfonds geweest, en zij behoefde dus niet op te zien tegen de kosten. „Nu, dan kan ik ook wel eens van het fonds gaan profiteex-en", zei ze. „Ik betaal al heel wat jaren geregeld mijn geld eraan en ik heb nog nooit een enkel drankje noo dig ehad". „Tops zal stellig wel even naar den dokter ■willen loopen", zei Toby vol medegevoel. Hij liep 'even het plaatsje op. „Tops", riep hij, „loop jij eens gauw naar dokter Hall en vraag, of hij, zoodra hij kan, even naar juf frouw Gubbins komt kijken; dan ben je een beste meid". „In orde, Toby, ik ben in een wip weer om", riep Tops. Zij sloop ongemerkt de voordeur uit en bracht haar boodschap aan den dokter .over. Juffrouw Gubbins, die voor het raam zat, zag haar gaan en was er over verbaasd, zoo gauw als Tops terug was. „Dat kind is werkelijk heel geschikt, om op een boodschap uit te sturen", dacht zo bij zichzelf. Ze klopte aan het venster. Tops deed de deur van den winkel open en stapte naar binnen. „Had u me nog voor iets anders noodig, juffrouw?" vroeg zij. „Ik zou wel zeker niet geklopt hebben, als ik je niet noodig had," zei juffrouw Gub bins. „Ik dacht, dat je misschien nu en dan even wat voor me kon doen, terwijl mijn voet me zoo hindert." „Vandaag heb ik niet veel tijd", zei Tops, „cn morgen wordt vader begraven, maar daarna heb ik allen tijd, om u te heipon." „Goed, kom dan morgen maar; de keuken moet noodig wat gedaan worden, en mijn bed moet eens geschud worden en nog zoo een en ander." „U zoekt niet soms een dienstmeisje?" vroeg Tops. „Waarom?" yroeg juffrouw Gubbins op scherpen toon. „Omdat, als u er een zoekt, dan wou ik vragen, of u mij misschien ook kon gebrul ken?" Juffrouw Gubbins nam het kind over haar brilleglazen heen met critisehen blik op en dacht even na, voor ze haar antwoord gaf. Het Jtind was inderdaad vlug en gewillig, cn ze zou het voel minder behoeven te gov dan aan een werkvrouw. Iemand moest zh hebben. Wat zou ze zeggen? Tops zag er ver van zindelijk uit naar haar idee, maar dat was wel gauw te verhelpen, als zij haar on der handen nam. „Kijk je dan uit naar een vaste betrek king?" vroeg ze eindelijk. „Ja juffrouw," zei Tops, „want morgen moet ik uit huis." „Goed, dan kun je bij mij in dienst ko men, totdat ik beter ben," antwoordde juf frouw Gubbins, „en zorg dat je je goed ge draagt, want anders ben Je oven gauw weg, als je gekomen bent." „O, juffrouw Gubbins, mag ik heusch bij u in dienst komen?" vroeg Tops opgewon den. „Als ik iets zeg, dan meen ik het," zei juffrouw Gubbins op norschen toon. „Ik zal mijn best doen, om het u naar den zin te maken. Ik kom dadelijk na de begra fenis, laat u dus vooral al hot werk voor mij liggen. Ik hoop maar, dat u morgen al weer een beetje beter is." Zoo sprekende ging Tops nog eens voor net laatst naar huis. Dien middag kwam de dominee nog even aanloopen, maar toen juffrouw Wells zag. wie haar bezoeker was, sloeg zij de deur voor zjjn neus dicht, en zei, dat ze niet op zijn bezoeken gesteld was, want dat ze zich dacht aan te sluiten bij de „kleine kerk". Dus waagde de dominee het nogmaals bij juffrouw Gubbins binnen te gaan, want hij was benieuwd, hoe liet niet Tops zou ofloo- pen, en hij hoopte, dat Toby Ilatchett hem informaties zou kunnen go ven. Ilij koek verbaasd op, toen li ij merkte, dat juffrouw Gubbins zich zoo ziek voelde, en haar voet haar zoo n pijn deed. Ze was ooi ter heel beleefd in antwoord op zijn groet en scheen bijna blij. hem te zien. Zijn har telijkheid en medegevoel deden luuir blijk baar goed. Hij haalde een stoel en ivn paar kussens uit dc keuken, opdat zij haar voet daarop zou kunnen laten ruston. Toen hij daarop naar Toby toe wou gaan, hield zij hem nog oven tegen en zei: „Weet u m - dat u een paar dagen geleden het groter had, dnt we anderen toch vricn lelijkheid zouden bewijzen?" „Ik geloof van wel. juffrouw Gubbins." „U had gelijk, want ik heb nu niemand, tot wien ik mij wenden kan in mijn moei lijkheid." „Ik wil wel mijn best doen. om iemand voor u te vinden," zei de dominee, maar ter wijl hij het zei, kon hij niet helpen te den- kon, dat het geen aangename taak zou we zen, voor iemand, om op zoo'n brommerige, oude vrouw te komen passen. „Ik heb iemand gevonden voor hot werk," zoi juffrouw Gubbins. „Zo komt morgen, maar het i9 geen vriendin van me." „Wie is het, als ik het vragen mag?" „Dat kind van Wells", antwoordde Juf frouw Gubbins. alsof *e zich schaamde, dat ze hem die bekentenis moest doen. (Wordt vcivolgd.j;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 9