KERKVOOGDIJEN DER NED. HERV. KERK TOPS VRIJDAG 16 MEI 1930 DERDE BLAD PAG. 9 EENHEID TUSSCHEN BEHEER EN BESTUUR NOODIG BEHANDELING PRAE-ADVIEZEN Na de feestrede, waarvaai we gister reeds yorslag deden, kon de voorz., de Leer A. Bakker, een belangrijke mededeeling doen, nl. deze, dat het bestuur uit Den Haag fcerioht gekregen had, dat de Regeering de door de Vereeniging gevraagde wijzigingen ju de vioorwaaruen in zake restauratie met Rijkssteun heelt aanvaard. Uit deze mede deeling blijkt niet aldus de voorz. dat hieraan terugwerkende kracht wordt ver leend, maar aan spr. persoonlijk is gezegd, dat dit wel in de bedoeling ligt Uit dit re sultaat blijkt, aldus spr., opnieuw het groo- te belang onzer organisatie. Deze mededee ling werd met applaus door de vergadering pntvangen. Gelukwenschen. Daarna brachten tal van sprekers geluk wenschen over in verband met het tienjarig 'bestaan der vereeniging, Ds. Ei 1 erts de Haan namens de Alg. Synode der bied. Herv. Kerk, Ds. Van Hoogenhuyze na mens den Pensioenraad, Ds. Verweys na mens het Prov. Kerkbestuur van Utrecht, de heer Nelemans namens ae Federatie van Diaconieën, Dr. Klein Wassink na mens het Zuiderzeefonds. Ds. v. d. Empei namens den Bond van Predikanten, Mr. A. A. de .Veer namens het College van Toe dicht Mr. Cop pi us constateerde met groote Voldoening, dat Beheer en Bestuur, de twee machten die historisch gegroeid zijn, elkaar hebben gevonden. Moge dat in de toekomst heil brengen voor onze vaderlandsche kerk {daverend applaus). Behandeling der prae-adviezen. .Vervolgens was aan de orde de behande ling der prae-adviezen van Ds. D. Boer, Dr. J. B. Slotemaker de Bruine en Mr. A. A. de Veer, over de vraag: „Op welke wijze kan bij den bes-taanden toe stand door middel van samenwerking tus- Bchen beheer en bestuur plaatselijk en al gemeen kerkelijk iets positiefs worden be reikt?". (De prae-adviezen hebben wij gister reeds jeraneld), L__. Bespreking. Ds. Barger (Utrecht) waardeerde spe ciaal liet prae-advies van Ds. Boer. De an deren zijn meer bij algemeen© constateering blijven staan. Als het Beheer van lagere or de is dan het Bestuur, zooals de heer Van der Veer zegt, heeft dit Beheer zich dan niet te onderwerpen? En is de daad van hot Alg. College van Toezicht niet af»te keuren, dat pit het Regiem, de bepaling liet vervallen, dat van de uitoefening van het stemrecht .werden uitgesloten zij, die onder censuur staan. Wat dit college hier deed herinnert aan de revolutionaire daad van Dr. Kuyper in de ruohtige Doleantiedagen te Amster- rinim. De heer Haagsma (Vreewijk R'dam) achtte de oogenhlikkelijke strikte scheiding tussohen Beheer en Bestuur onjuist. De taak van de kerkvoogdij hoort thuis i n den Ker keraad. Kerkvoogden behooren evenals de ouderlingen een aparte groep te vormen binnen den Kerkeraad. Is de naam van Kerkvoogd niet al mis? Volgens spreker mag het Beheer een adviseerende stem heb ben bij het beroep van een predikant, zon der zich met de richting in te laten. Ds. v. Hoogenhuyze (Amsterdam) wees erop, dat in Amsterdam de kerkvoog dij een oommissie is in den Kerkeraad. Dat is een ideale toestand. Conflict kan er eigenlijk niet zijn. In de groote steden staat men voor het probleem, dat de binnenstads- kerken ontvolkt worden en de buitenwijken roepen om kerken. Zulke problemen moeten gemeenschappelijk en in samenwerking tus schen Kerkeraad en Kerkvoogdij onder oogen worden gezien. De heer Talsma (IJzendijke) vroeg een nadere toelichting aan den eersten prae- adviseur. Spreker gelooft, dat de toekomst deze moet zijn dat er één bestuurscollege is, dat dan diverse vleugels heeft Zoo zal er en krachtige opbloei ontstaan neenlelijk leven. Daarna werd gepauzeerd. i het ge- MIDDAGVERGADERING. tijd i prac-adviezcn voortgezet Dr. Van den Bergh, van Nijeveen, was van oordeel dat kerkbeheer en kerkbe stuur geheel onderscheiden dingen zijn en ook gescheiden moeten blijven. De kerk voogdij is in haar wezen middeleeuwsch terwijl het bestuur dateert uit den na-Na- poleontischen tijd bij de gewijzigde kerkin richting. Als er geen samenwerking is tus sohen Kerkvoogdij en Kerkregeering door dat een der partijen deze niet wil dan is er geen macht ter wereld die kan maken dat er samenwerking komt. Den eersten prae- adviseur heeft een lichaam voor oogen ge zweefd dat de macht zou hebben om dit op te leggen maar hij heeft dit niet duidelijk uiteengezet hoe hij zich dat denkt. Met den spreker uit Vreewijk is spr. het eens dat de Gereformeerde Kerken het goed hebben ge zien toen zij zijn geïnstitueerd flict voorgoed te voorkomen door den ker keraad met macht te bekleeden zoowel wat betreft beheer als bestuur. Het groote werk der Vereen, van Kerkvoogdijen bestaanden toestand die niet goed is, zoo draaglijk mogelijk te maken. Ds. B 1 a a u w, van Schoten, overtuigd dat als het weer goed zal worden met onze Kerken eenheid zal moeten komen tussohen Beheer en Bestuur. Het werk der Vereen, van Kerkvoogdijen hoezeer spr. het ook waardeert is toch slechts een lap middel de zaak moet principieel wor den opgelost. Spr.'s Gemeente is in 1915 ge sticht Daar heeft men de kwestie inzake Beheer en Bestuur zoo opgelost dat beide aan den kerkeraad zijn toevertrouwd; voor de beheerszaken is er een oommissie be noemd een commissie van beheer die de beheerszaken onder toezicht en on der medeweten en medespreken van den kerkeraad regelt Dat lijkt spreker de eenig juiste weg om overal tot een oplossing der moeilijkheden te geraken. De vraag is alleen maar: kan men dit in oude Gemeenten ook doen. Is in oude Ge meenten do Gemeente baas over haar goede rein, of is er de kerkvoogdij baas over de goederen. Kan de Gemeente zeggen: wij wil len dat die en die het beheer der goederen voor ons verricht of kan zij zulks niet? Ds. Klein Wassink vroeg of het niet mogelijk is een algemeene samenwerking te verkrijgen in dien zin dat de kerkeraad een vertegenwoordiging heeft in de kerk voogdij. In vele Gemeenten is dit wel het geval maar in Utrecht b.v. is dit niet zoo daar komen de predikanten noodt iets te weten wat .er in de Kerkvoogdij behandeld wordt. De heer Van Woerden, van Delft, vroeg of de tijd niet gekomen is dat thans tot oplossing komt een zaak welke reeds eenige jaren geleden bij het hoogste be stuurscollege is aanhangig gemaakt, nl. dat de Synode zal ingrijpen in gevallen waarin kerkelijke leden weigeren te voldoen den ihoofdelijken omslag; dat zulke menschen geen stemrecht krijgen. Ds. Mr. Bar te Is, van Lathum, vond dat t het prae-advies van Ds. D. Boer niet vol doende in het oog gehouden is dat de toe stand na 1869 geheel is gewijzigd geworden. In dit prae-advies wordt het zoo voorgesteld also de kerkvoogdijen buiten de Gemeente staan; dat is niet juist, de Gemeenten heb ben zelf na 18G9 daarover beslist en zelf een beheersvorm gekozen; de kerkvoogden zijn dus kerkelijke ambtenaren, Gemeentelijke functionarissen. Bij arrest van den Hoogen Raad is uitgesproken, dat de Gemeenten na 1869 volkomen vrij zijn geworden in de keu ze van beheer der kerkelijke goederen. Spr. wilde wel graag het advies van Prof. S 1 o- temaker de Bruine onderschrij Beheer en bestuur zijn nu gescheiden wij moeten dien toestand nu handhaven en er het beste van maken wat wij kunnen. Beheer en bestuur moeten samenwerking ii zake gewichtige problemen o.a. ook in di vraagstuk of de jeugd in de toekomst nog wel naar de kerk zal gaan. Spr. antwoordt Ds. Blaauw dat naar zijn inzien elke Ge meente het recht heeft, ongeacht welke geling zij in het korter of verder afliggende verleden hebben ingenomen, telkens als zij lat willen een beslissing te nemen omtrent den vorm van het beheer der ker kelijke goederen. INGEZONDEN MEDEDEELING. Daarna kregen de prae-adviseurs de gele genheid de sprekers tc beantwoorden. Ds. D. Boer zeide dat de moeilijkheid s dat men rekening moet houden met wat historisch geworden is. Ds. Hoogenhuyze antwoordde Spr. dat dc toestand in Amster dam tocli niet de incest gewenschte is, ge zien de eigenaardige toestand die er daar lieerscht niet betrekking tot kerkbouw enz. Prof. Dr. Slotemaker ue Bruine zeide, dat Dr. v. d. Berg het deed voorkomen alsof de kerkvoogdijen nog bestaan vanuit de middeleeuwen en dc bestuursvorm da teert uit den tijd van Napoleon. Maar hij slaat daarmee een heel tijdvak over, wam tussohen de middeleeuwen en den tijd van Napoleon ligt nog wel een enkele dag (vroo- lijkheid). Do Gercf. Kerken in deze landen hebben vanaf het begin de eenheid der kerk gewild, maar zijn daarin door de overheid verhinderd. Of oude Gemeenten doen kun nen, wat Schoten gedaan heeft, valt zonder meer niet uit te maken. Eerst moet worden nagegaan of er historische rechten zijn. Wanneer blijkt, dat de kerkvoogdij geen ba-t sis kan aanwijzen, waarop zij zit, dan kan 't zijn, dat men haar heenzendt, of dat zij vrijwillig haar plaats ópgeetu Maar indien zij meent, dat zij historische rechten heelt en zioh dan handhaaft, dan lean men maar niet een ander college er naast benoemen, daar die dan voor den rechter elkaar zou den gaan bestrijden. De groote klacht over allerlei moeilijkheden door de tweeheiJ tus- schen beheer en bestuur is hier niet gead strueerd. Het zou voortreffelijk zijn, wan neer de kerkvoogdij de begrooting besprak met den kerkeraad. Voor een kerkelijk re gister en voor den hoofdelij ken omslag is overleg tussdhen kerkvoogdij en kerkeraad noodig. Een korkolijk uitbreidingsplan is noodig. Mr. A. A. de Veer vond het opmerkelijk dat vele sprekers zich niet stelden op den bestaanden toestand (wat toch wel aan de prae-adviseurs gevraagd was) maar allerlei wcnschen en verlangens kenbaar maakten. Spr. meende zich te moeten houden aan den bestaanden toestand en deze is op vele plaatsen verschillend. Tracht zooveel moge lijk mannen van het bestuur te krijgen in de colleges van beheer want dan zal men het beste komen tot samenwerking. In Am sterdam is de eenheid het beste benaderd omdat daar de kerkvoogdij benoemd wordt door den kerkeraad. Maar wat in Amster dam kan, kan nog lang niet in elke kleine Gemeente, bij den bestaanden toestand. In de Geref. Kerken is er eenheid tusschen be stuur en beheer en daar heeft men in dit op zicht vrijwel nooit een enkele klacht, maar daar heeft men bijna geen kerkelijke goede ren en die spelen bij onze Gemeenten juist een groote rol. Er zijn Gemeenten die rijk aan goederen zijn. Wanneer er in een klei ne Gemeente, die veel kerkelijke goederen heeft, beheer en bestuur aan én lichaam op gedragen zijn don zal als hot over dc samen stelling van den kerkeraad gaat, juist aan dacht worden gewijd. Op de vraag van Ds. Barger antwoord de spr. dat deze daad van het College van Toezicht niet juist is, maar het heeft de hoogste macht Spr. eindigde met de opmer king, dat als alle kerkvoogdijeoi maar lid dezer vereeniging worden en de vergade ringen dezer vereeniging bezochten, er wel meer streven naar eenheid tusschen beheer en bestuur zal komen. Slotwoord. De voorz. sprak een slotwoord, waarin hjj zeide dat dit congres geslaagd js, eerstens doordat velen aan de bespreking deelnamen, tweedons omdat de toon zeer broederlijk was, en derdens omdat de prae-adviseurs hun prae-adivezem krachtig verdedigd heb ben en belangrijke dingen hebben gezegd, die het hoofdbestur zeker nader zal over wegen en waaruit het nadere conclusies zal trekken. Spr. bracht dank aan allen. De taak der kerkvoogden moet in dienende liefde geschieden. Laten alle kerkvoogden vooral hij dc behartiging van hun taak dit in het oog houden, dat wij geroepen zijn de broederschap, die in Christus bestaan kan, te bevorderen. Dr. Klein Wassink sloot vervolgens met dankgebed. Kerknieuws. PATER H. GRUBER. t De „Limb. Koerier" meldt, dat te Valken burg overleden is, 79 jaar oud, pater Hermann Gruber, een geboren Tyroler, en volgens het' blad wereldbekend schrijver en strijder tegen de Vrijmetselarij. „Zijn naam als beste kenner ter wereld van de magonnieke litteratuur was zoo verbreid, dat, toen de Amcrikaanscho katholieken hun standaardwerk „the Cathoc. Encyclopaedia" uitgaven, dc Oostenrijksche Jesuïet werd aan gezocht het artikel „Freemasonry" te schrij ven. Hij deed het en met zulke meesterschap en objectiviteit, dat deze gedrongen samen vatting van geschiedenis, leer en werkwijze der Vrijmetselarij den hoogsten lof ook van maijonnickc coryphaecn inoogstte. De Ameri- kaanscho Br.: Össlan Lang, die voor den meest gezaghebbende der magonnieke auteurs doorgaat heeft tot het laatste toe in persoon lijke en schriftelijke relatie met zijn princi- pieelen tegenstander gestaan". INGEZONDEN MEDEDEELING. Heeren-Costumes U.BO 19." 26.- 29— 36- 42.— 45.50.tot 85. Fijne Stoffen. 1- en 2-rij model. Het staat zoo kwiek een pak met Kreymbofg- Coupel Ziet U wel hoe zuiver en vast de kraag rondom het boord sluit en welk een fijne snit er zit in die prachtige breede rollende revers 1 En let eens op hoe die broek valt: Scherp als een mes, één strakke plooi tot onder op den voet. U ziét en U vóélt de kwaliteit bij deze Kreymborg-Coupe. U weet niet waar, dat Kreymborg dit voorjaar bijzondere jubileum-aan biedingen brengt. Het is aan U om er nu ook van te profiteeren. Ziet daarom Kreymborg's kwaliteit èn prijzen. Jongenspakjes 3.9° 9." 18. 5." 12.5° 21.— S.7S 15— tot 36 Meer dan lOO verschil!, dessins. HAARLEMMERSTRAAT 143 Land- en Tuinbouw. De minister van Binncnlandsche Zaken heeft met ingang van 15 Mei 1930 het ver voeren of doen vervoeren van herkauwende dieren en varkens verboden naar een kring, omvattende de provincie Friesland. Voorts is bepaald, dat, wanneer bijzon dere redenen afwijking van dit verbod nood zakelijk maken, zoodanige afwijking kan worden toegestaan door don Commissaris der Koningin in Friesland, onder de door den Inspecteur van den Veeartsenijkundi- gendienst te Leeuwarden aan te geven voor waarden. BESTRIJDING VAN IEPENZIEKTE Men verzoekt ons van deskundige z\jde be langhebbenden attent te maken op het Konink lijk Besluit, dat bepaalt, dat aan de eigena ren (gebruiksgerechtigdcn) van iepenboomen door den Minister van Binnenlandsche Zaken de verplichting kan worden opgelegd de door hem als stervende of als reeds gestorven aangewezen iepen te vellen .en de 9chors on schadelijk te maken. Deze maatregel is be doeld ter bestrijding van de jcpenziekte, die zooals met groote waarschijnlijkheid is ge bleken, door de iepenspintkever kan worden verspreid. Stervende of reeds gestorven iepen boomen zyn meestal door iepenspintkevers aangetast, zoodat het ter voorkoming van be smetting van gezonde iepen met de ziekte noodig is, dat deze kevers worden vernietigd. Dit geschiedt door het vellen der doode en stervende boomen en door liet b.v. door ver branden onschadelijk maken van dc schors. Daar de iepenspintkevers thans spoedig uit de schors te voorschijn zullen komen, is het Radio Nieuws. BARNEVELDER KIPPENRAS. Hoe gezocht de Barnevelder kip mag hes- ten moge hieruit blijken, dat dezer dagen broedeieren werden verzonden naar Riga in Rusland en naar Amerika. Zelfs kwam een verzoek in broedeieren per vliegtuig naar Bulgarije te verzenden. HUIZEN' (l$:s M )- K.R.O. HILVERSUM (V6 DE CRISIS IN DEN LAND- EN TUINBOUW ALGEM. VERGADERING KATH. BOEREN- EN TUINDERSBOND. In het Gehouw voor K. en W. te Utrecht de algemeene vergadering van den Kath. Boeren- en Tuindersbond gehouden, welke zoo druk bezocht was, dat men later naar gebouw Tivoli moest verhuizen. De heer J. Th. Verheggen, voorzitter, hield een openingsrede, getiteld: Omvang en oorzaken van de huidige moeilijkheden. Spi. wijt den testand aan de tot nu toe door ons land gevoerde handelspolitiek. De heer J a c. Vos Ain., uit Roosen daal, lid van de Tweede Kamer en lid van liet II. B. van den Noord-Brabantschcn Chr. Roeren hond, behandelde het onderwerp: Wat kunnen de boeren zelf doen om uit do impasse te geraken? Spr. drong op een flinke hoeveelheid wetenschappelijke vak kennis der boeren aan. In dit verband wees Spr. op de Boerenleenbanken voor het be kostigen hiervan. Ten slotte pleitte Spr. voor regeeringshulp. Vervolgens spraken de heeren W. Dries- sen en J. J. C. Ament, resp. over de on derwerpen: Wat kunnen de tuinders zelf doen? en Wut kunnen de organisatie* doen? De heer A. N. F1 e s k e n s te Geldrop, lid der Tweede Kamer en voorzitter der Coöp. Centrale Boerenleenbank, behandel de het onderwerp: Wat kan de Overheid doen? Volgen* Spr. kan de Regeering het dalen der koop- en pachtprijzen bevorderen door de ontginning van woeste gronden niet krocht voort te zetten. Verder noemde hij verbetering van afwatering en verkeorswe gen. hervorming van het pachtwezen, maat regelen ter bevordering van den gezond, heidstoestand van planten en dieren, ver lichting van allerlei lasten, bevordering der rationaliseering der bedrijven. Om de prijsvorming in gunstigen zin te beïnvloe den is noodig stimuleeren van de vraag naar land- en tuinbouwproducten, uitbrei ding van den buitcnlandschen voorlichting* dienst, wijziging der handelspolitiek door het instellen van een krachtig onderhande lingstarief, het beschikbaar stellen van een uitvoerpremio voor aardappelmeel, doel matige credietverleening met staatsgaran tie, vorlaging van vervoerkosten, afname van binnenlandsche producten door offl- cieele instellingen en het verleenen van "n productpremie op suikerbieten. Nadat Mr. H. v. Haaster t uit VG ra ven! tage nog het woord had gevoerd werd met algemeene stemmen een motie aan de Regeering aangenomen, waarin de hierbo ven geuite wcnschen en verlangens worden kenbaar gemaakt DE EZEL VAN MIJNHEER PIMPELMANS 17. Maar alle goede woordjes hielpen geon zier, en kwade nog minder. Toen kreeg Mijnheer Pimpelmane een helder oogcnbliU. Hij pakte een bommert van een savoye-kool op en slingerde die met kracht voor zich uit, een heel eind den weg op. 18. De ezel, verleid door de kool daar gin der vóór hem op d.-n weg. zette er de sokken in. Hij peuzelde ze geduldig op. Toon nam mijnheer een bloemkool, en wéér holde de ezel eon eindje verder. Toen volgden de knolselderij, de peterselie, de worteltjes...» (Wordt Maandag vervolgd.). FEUILLETON Vrij naar het Engelsch, door P. W. J. J. (4 HOOFDSTUK V. Tops vraagt om raad De eerstvolgende dagen waren juffrouw Wells en haar kinderen personen van ge wicht. Al de buurvrouwen kwamen juf frouw Wells bezoeken, en de kinderen op straat keken allen met een zeker ontzag en eerbied naar de neergelaten gordijnen van nummer 8. Tops was gedurende die bezoeken van de buurvrouwen in de achterkamer met de kleintjes, maar ze kon alles verstaan, wat er in de voorkamer gezegd werd. Den eersten middag, terwijl haar moe der met de papieren van den overledene naar het Ziekenhuis was, kreeg Tops niet-, tegenstaande het gezelschap van de kin deren zoo'n gevoed van eenzaamheid, dat ze het niet nalaten kon even een praatje met Toby Hatcheth, den schoenlapper, te maken. Hij was zoo lastig aan het hame ren, en ze wist, dat hij een hart voor haar hadL „Toby!" riep ze dus eindelijk. „Ja, Tops, ik luister", antwoordde hij. *Toby, wat zou jij doen, als je wist, dat niemand je noodig had?". Dat was geen gemakkelijke vraag, om maar zoo dadelijk te beantwoorden. Toby, moest even nadenken. Eindelijk zei hij: „Ik denk, dat ik maken zou, dat iemand mij noodig had". „Maar wat zou je dan willen, dat ik deed?" vroeg Tops. „Niemand heeft mij noodig, en ik heb moeder hooren zeggen, dat zij er niet over doaht, mij bij zich te houden, nu vader er niet meer is. Ik weet wel niet, wat die arme kinderen zouden mij zullen moeten beginnen en zij houden ook wol voel van mij, maar ik wou toch wel, dat er nog iemand andere was, die mij noodig had, dat kan ik je zeggen." „Wees maar niet bang, Tops, je moeder moet voor je zorgen, en ik weet ook niet hoe zij het zonder je stellen moet, als ze net zoo voortgaat, als ze tot nog toe ge daan heeft" „Neen, moeder houdt me niet thuis. Dat weet ik zeker. Ik heb het haar vanmorgen hooren vertellen aan de buurvrouwen. Ze meende het echt." „Nu, dan is het nog niet erg. Zoo'n han dige kleine meid, als jij bent, komt overal terecht „Je moet een dienst zoeken, dat raad ik je ten stelligste aan." „Dat zou ik wat graag doen, maar zie je, ik zie er niet knap genoeg uit Je moet er edit netjes uitzien, als je wilt gaan dienen." Op dat oogenblik werd er aan de voor deur geklopt. Tops ging gauw kijken, wie er was. Tot haar verbazing was het de dominee. „Is je moeder thuis?" vroeg hij vrien delijk. „Neon", antwoordde Tops verlegen, „moe der is uit," „Wel, Tops, wat heb ik daarvan opge hoord, dat je vader overleden is. Kan ik ook iets voor je doen, kind?" „Ik wou er zoo graag wat fatsoenlijker uitzien, maar ik weet niet, hoe ik dat klaar moet spelen". „Die is al geslepen genoeg", dacht de do minee. „Die kent haar lesje". „Bedoel je, dat je graag een zwarte jurk wou hebben?" vroeg hij gestreng, terwijl hij eerst het slordige kind opnam en toen de even slordige kamer wat rond keek. „Ik wou zeggen, dat je liever op een tijd als deze het huis een beetje knap aan kant moest ma ken, dan aan mooie klceren denken". „Ik heh aan geen zwarte jurk gedacht", zei Tops, bijna ongeduldig, „u begrijpt heele- maal niet, wat ik bedoel". „Probeer dan maar, of je het mij soms wat beter kan uitleggen", zei de dominee, dio medelijden met haar kreeg. „Nu", zei Tops, en baar stem klonk bijna uitdagend, „als u hier in dc straat woonde, en u wist. dat u eigenlijk veel fatsoenlijker familie had, en er daarom graag wat fat soenlijker zou uitzien, wat zou u dan doen?" Dc dominee gaf niet dadelijk antwoord. Eindelijk zei hij: „Ik geloof, dat het er voor ons allen in de eerste plaats op aan komt, of wij van onze zonden gewasschen zijn in het bloed van Jezus Christus. Of wij er van buiten al netjes uitzien, is van veel minder beteekenis. Heb je daar nog nooit aan ge dacht, Tops?". „Neen, maar ik heb God wel lief'. „En waarom heb je God lief? Omdat Hij Zijn Zoon ook voor jou heeft overgegeven? Heb je Hem nooit gevraagd, of Hij je zon den wilde vergeven?" „Ja", zei Tops, „en gisteravond heb !k Hem gevraagd, of Hij mij wou helpen, nu moeder mij niet langer duin na de begrafe nis in hius wil houden; maar Hij heeft mij nog geon antwoord gegeven, en ik heb nog maar twee dagen". „Nu begrijp ik beter, wat Je bedoelde", zei do dominee. „Je wou misschien een dienst probeeren te vinden. Nu, ik zal zien, wat ik voor je doen kan; maar ondcrtusschcn mag je wed van jou kant je best doen, er iets minder slordig uit te zien. Ik weet niet veel van de kleeren van kleine meisjes af, maar als je dien zoom, die uit je nok hangt, eons naaide.en een paar knoopen aan jc laarzen zette en je haar wat beter borstelde en kam de en netjes opstak, zooals zooals ja, wie zou hij haar als voorbeeld stellen? zooals juffrouw Gubbins", zei hij eindelijk, „dan zou je er al dadelijk veel futsoanlijker uitzien. Doe zelf alles, wat jc kunt en laat de rest over aan jc Hemelsehen Vader, want Hij heeft Zijn bijzondere zorg beloofd nan Zijn vaderlooze kinderen. Als je Hem jc be hoeften verteld hebt, heb je je zaak in goede handen geplaatst". Tops voelde zich opeens veel gelukkiger. Dc dominee had haar gezegd, dat ze zelf ook mee moc6t werken, cn dat zou ze nu doen ook. Ze moest de knoopen aan haar schoe nen zetten, don zoom van haar rok naaien en haar haar opsteken, net al* juffrouw Gubbins. Nauwelijks was de dominee weg. of ze toog aan het werk. Ze zocht net zoolang in de kast, totdat ze een stuk of wat laarzen- knoopen en een draad en nnAld gevonden had en begon daarop haar taak. HOOFDSTU KVL Postle Street Nadat de dominee zijn bezoek bij Tops had gebracht, ging hij naar juffrouw Gub bins en Toby Hatched toe. Toby Ilatchott was een oude vriend van hem. Gocui Zondag miste hij hem in de kerk. Voor juffrouw Gubbins voelde hij niet zoo'n groote gene genheid, ofschoon hij wist, dat ze een hoogst latsoenlijke vrouw was. Te fatsoenlijk zelfs, dacht hij soms, als hij luisterde naar haar cigeugercohtige vergelijkingen van haar zeif met de overige bewoners der atnat „Goeden middag, juffrouw Gubbins zei hij vriendelijk, „ik hoop, dat u het goed maakt". „Dank u, het gaat wel, maar ik ben niet zoo jong meer, en met de zaken gaat het niet zoo overdreven goed". „Wat een treurige geschiedenis is dat plotselinge sterfgeval hiernaast", ging dc dominee voort „Kent u de menschenT" „lk gu met niemand hier om, danmee Als zc wut bij nuj komen halen, nu dan ver koop ik h«*t hun ,maar verder ga ik nicL lk bob nooit met mijn buren omgegaan, zelf* niet, toen mijn man nog leefde, en nu voel ik er hèel—el niet voor. Als ik zie, hoe die vrouwen hier ochtend, middag cn avond urenlang met eikaar staan to babbelen en hun kinderen en hun woning veronacht /.amen, dan zeg ik tot mezolf: Amelia Gul» bins, laat je met met jc buren in, gooi je fatsoen niet te grabbelDit zeggende voelde juffrouw Gubbins even, of hanr zwarte kan ten muts nog wel recht zat „U heeft gelijk in wat u daAr van die luie babbelzieke vrouwen zegt", antwoordde hij „Vele mannen g*an hier 's avonds naar do herberg, omdat er in huis geen gezelligheid tc vinden is en de vrouwen hebben hei aan zich zelf te dauken, als hun man hoe lan ger Ivo* minder geld thuis brengt lk be schouw u inderdaad altijd als hel voorbeeld van een zuinige, ijverige, fatsoenlijke huis vrouw". Juffrouw Gubbins voelde zich niet weinig gevleid door deze laatste opmerking, en dacht bij zich zelf, dat dc dominee toch «el een heel vriendelijke man was. „Dat heb ik ook altijd getracht te zijn, dominee", zei ze op zalvenden toon. „Kent u misschien ook dat dochtertje van Wells? Tops heet ze". „Neen. die kon ik niet", zei juffrouw Gub bins, „ten minste niet andere dan dat hier wel eens wat komt halen". v.<<«gir zo er aan toe, want ze voelde, dat ze nMr ge heel de waarheid had gesproken. „Ik hei) erg medelijden met dat kind. Ze heeft groote behoefte aan iemand, die haar een helpende hand toesteekt. Zij schijnt ver langend, om anders te worden an er wat fa t-woil ijker uit te zien". „I-a.-.t zc het dan maar bewijzen. Waar een wil is, daar is ook een «eg. Je kunt niet alles gelooven. wat zulke kinderen zeggen". „Dat is zoo; maar zou u haar n i mot wat gi>eden raad kunnen bijstaan en haar een beetje aanmoedigen. Dat zou haar van groote hulp zijn". „Ik gn met niemand om dan met Toby Hatched, die mijn achterkamer gehuurd heeft". (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 9