KERKVOOGDIJEN
DER NED. HERV. KERK
TOPS
VRIJDAG 16 MEI 1930
DERDE BLAD PAG. 9
EENHEID TUSSCHEN BEHEER
EN BESTUUR NOODIG
BEHANDELING PRAE-ADVIEZEN
Na de feestrede, waarvaai we gister reeds
yorslag deden, kon de voorz., de Leer A.
Bakker, een
belangrijke mededeeling
doen, nl. deze, dat het bestuur uit Den Haag
fcerioht gekregen had, dat de Regeering de
door de Vereeniging gevraagde wijzigingen
ju de vioorwaaruen in zake restauratie met
Rijkssteun heelt aanvaard. Uit deze mede
deeling blijkt niet aldus de voorz. dat
hieraan terugwerkende kracht wordt ver
leend, maar aan spr. persoonlijk is gezegd,
dat dit wel in de bedoeling ligt Uit dit re
sultaat blijkt, aldus spr., opnieuw het groo-
te belang onzer organisatie. Deze mededee
ling werd met applaus door de vergadering
pntvangen.
Gelukwenschen.
Daarna brachten tal van sprekers geluk
wenschen over in verband met het tienjarig
'bestaan der vereeniging, Ds. Ei 1 erts de
Haan namens de Alg. Synode der bied.
Herv. Kerk, Ds. Van Hoogenhuyze na
mens den Pensioenraad, Ds. Verweys na
mens het Prov. Kerkbestuur van Utrecht, de
heer Nelemans namens ae Federatie van
Diaconieën, Dr. Klein Wassink na
mens het Zuiderzeefonds. Ds. v. d. Empei
namens den Bond van Predikanten, Mr. A.
A. de .Veer namens het College van Toe
dicht
Mr. Cop pi us constateerde met groote
Voldoening, dat Beheer en Bestuur, de twee
machten die historisch gegroeid zijn, elkaar
hebben gevonden. Moge dat in de toekomst
heil brengen voor onze vaderlandsche kerk
{daverend applaus).
Behandeling der prae-adviezen.
.Vervolgens was aan de orde de behande
ling der prae-adviezen van Ds. D. Boer,
Dr. J. B. Slotemaker de Bruine en
Mr. A. A. de Veer, over de vraag: „Op
welke wijze kan bij den bes-taanden toe
stand door middel van samenwerking tus-
Bchen beheer en bestuur plaatselijk en al
gemeen kerkelijk iets positiefs worden be
reikt?".
(De prae-adviezen hebben wij gister reeds
jeraneld), L__.
Bespreking.
Ds. Barger (Utrecht) waardeerde spe
ciaal liet prae-advies van Ds. Boer. De an
deren zijn meer bij algemeen© constateering
blijven staan. Als het Beheer van lagere or
de is dan het Bestuur, zooals de heer Van
der Veer zegt, heeft dit Beheer zich dan niet
te onderwerpen? En is de daad van hot Alg.
College van Toezicht niet af»te keuren, dat
pit het Regiem, de bepaling liet vervallen,
dat van de uitoefening van het stemrecht
.werden uitgesloten zij, die onder censuur
staan. Wat dit college hier deed herinnert
aan de revolutionaire daad van Dr. Kuyper
in de ruohtige Doleantiedagen te Amster-
rinim.
De heer Haagsma (Vreewijk R'dam)
achtte de oogenhlikkelijke strikte scheiding
tussohen Beheer en Bestuur onjuist. De taak
van de kerkvoogdij hoort thuis i n den Ker
keraad. Kerkvoogden behooren evenals de
ouderlingen een aparte groep te vormen
binnen den Kerkeraad. Is de naam van
Kerkvoogd niet al mis? Volgens spreker
mag het Beheer een adviseerende stem heb
ben bij het beroep van een predikant, zon
der zich met de richting in te laten.
Ds. v. Hoogenhuyze (Amsterdam)
wees erop, dat in Amsterdam de kerkvoog
dij een oommissie is in den Kerkeraad. Dat
is een ideale toestand. Conflict kan er
eigenlijk niet zijn. In de groote steden staat
men voor het probleem, dat de binnenstads-
kerken ontvolkt worden en de buitenwijken
roepen om kerken. Zulke problemen moeten
gemeenschappelijk en in samenwerking tus
schen Kerkeraad en Kerkvoogdij onder
oogen worden gezien.
De heer Talsma (IJzendijke) vroeg een
nadere toelichting aan den eersten prae-
adviseur. Spreker gelooft, dat de toekomst
deze moet zijn dat er één bestuurscollege is,
dat dan diverse vleugels heeft Zoo zal er
en krachtige opbloei ontstaan
neenlelijk leven.
Daarna werd gepauzeerd.
i het ge-
MIDDAGVERGADERING.
tijd i
prac-adviezcn
voortgezet
Dr. Van den Bergh, van Nijeveen,
was van oordeel dat kerkbeheer en kerkbe
stuur geheel onderscheiden dingen zijn en
ook gescheiden moeten blijven. De kerk
voogdij is in haar wezen middeleeuwsch
terwijl het bestuur dateert uit den na-Na-
poleontischen tijd bij de gewijzigde kerkin
richting. Als er geen samenwerking is tus
sohen Kerkvoogdij en Kerkregeering door
dat een der partijen deze niet wil dan is er
geen macht ter wereld die kan maken dat
er samenwerking komt. Den eersten prae-
adviseur heeft een lichaam voor oogen ge
zweefd dat de macht zou hebben om dit op
te leggen maar hij heeft dit niet duidelijk
uiteengezet hoe hij zich dat denkt. Met den
spreker uit Vreewijk is spr. het eens dat de
Gereformeerde Kerken het goed hebben ge
zien toen zij zijn geïnstitueerd
flict voorgoed te voorkomen door den ker
keraad met macht te bekleeden zoowel wat
betreft beheer als bestuur. Het groote werk
der Vereen, van Kerkvoogdijen
bestaanden toestand die niet goed is, zoo
draaglijk mogelijk te maken.
Ds. B 1 a a u w, van Schoten,
overtuigd dat als het weer goed zal worden
met onze Kerken eenheid zal moeten komen
tussohen Beheer en Bestuur. Het werk der
Vereen, van Kerkvoogdijen hoezeer spr.
het ook waardeert is toch slechts een lap
middel de zaak moet principieel wor
den opgelost. Spr.'s Gemeente is in 1915 ge
sticht Daar heeft men de kwestie inzake
Beheer en Bestuur zoo opgelost dat beide
aan den kerkeraad zijn toevertrouwd; voor
de beheerszaken is er een oommissie be
noemd een commissie van beheer die
de beheerszaken onder toezicht en on
der medeweten en medespreken van
den kerkeraad regelt Dat lijkt spreker
de eenig juiste weg om overal tot een
oplossing der moeilijkheden te geraken.
De vraag is alleen maar: kan men dit in
oude Gemeenten ook doen. Is in oude Ge
meenten do Gemeente baas over haar goede
rein, of is er de kerkvoogdij baas over de
goederen. Kan de Gemeente zeggen: wij wil
len dat die en die het beheer der goederen
voor ons verricht of kan zij zulks niet?
Ds. Klein Wassink vroeg of het niet
mogelijk is een algemeene samenwerking
te verkrijgen in dien zin dat de kerkeraad
een vertegenwoordiging heeft in de kerk
voogdij. In vele Gemeenten is dit wel het
geval maar in Utrecht b.v. is dit niet zoo
daar komen de predikanten noodt iets te
weten wat .er in de Kerkvoogdij behandeld
wordt.
De heer Van Woerden, van Delft,
vroeg of de tijd niet gekomen is dat thans
tot oplossing komt een zaak welke reeds
eenige jaren geleden bij het hoogste be
stuurscollege is aanhangig gemaakt, nl. dat
de Synode zal ingrijpen in gevallen waarin
kerkelijke leden weigeren te voldoen den
ihoofdelijken omslag; dat zulke menschen
geen stemrecht krijgen.
Ds. Mr. Bar te Is, van Lathum, vond dat
t het prae-advies van Ds. D. Boer niet vol
doende in het oog gehouden is dat de toe
stand na 1869 geheel is gewijzigd geworden.
In dit prae-advies wordt het zoo voorgesteld
also de kerkvoogdijen buiten de Gemeente
staan; dat is niet juist, de Gemeenten heb
ben zelf na 18G9 daarover beslist en zelf een
beheersvorm gekozen; de kerkvoogden zijn
dus kerkelijke ambtenaren, Gemeentelijke
functionarissen. Bij arrest van den Hoogen
Raad is uitgesproken, dat de Gemeenten na
1869 volkomen vrij zijn geworden in de keu
ze van beheer der kerkelijke goederen. Spr.
wilde wel graag het advies van Prof. S 1 o-
temaker de Bruine onderschrij
Beheer en bestuur zijn nu gescheiden
wij moeten dien toestand nu handhaven en
er het beste van maken wat wij kunnen.
Beheer en bestuur moeten samenwerking ii
zake gewichtige problemen o.a. ook in di
vraagstuk of de jeugd in de toekomst nog
wel naar de kerk zal gaan. Spr. antwoordt
Ds. Blaauw dat naar zijn inzien elke Ge
meente het recht heeft, ongeacht welke
geling zij in het korter of verder afliggende
verleden hebben ingenomen, telkens als zij
lat willen een beslissing te nemen
omtrent den vorm van het beheer der ker
kelijke goederen.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Daarna kregen de prae-adviseurs de gele
genheid de sprekers tc beantwoorden.
Ds. D. Boer zeide dat de moeilijkheid
s dat men rekening moet houden met wat
historisch geworden is. Ds. Hoogenhuyze
antwoordde Spr. dat dc toestand in Amster
dam tocli niet de incest gewenschte is, ge
zien de eigenaardige toestand die er daar
lieerscht niet betrekking tot kerkbouw enz.
Prof. Dr. Slotemaker ue Bruine
zeide, dat Dr. v. d. Berg het deed voorkomen
alsof de kerkvoogdijen nog bestaan vanuit
de middeleeuwen en dc bestuursvorm da
teert uit den tijd van Napoleon. Maar hij
slaat daarmee een heel tijdvak over, wam
tussohen de middeleeuwen en den tijd van
Napoleon ligt nog wel een enkele dag (vroo-
lijkheid). Do Gercf. Kerken in deze landen
hebben vanaf het begin de eenheid der kerk
gewild, maar zijn daarin door de overheid
verhinderd. Of oude Gemeenten doen kun
nen, wat Schoten gedaan heeft, valt zonder
meer niet uit te maken. Eerst moet worden
nagegaan of er historische rechten zijn.
Wanneer blijkt, dat de kerkvoogdij geen ba-t
sis kan aanwijzen, waarop zij zit, dan kan
't zijn, dat men haar heenzendt, of dat zij
vrijwillig haar plaats ópgeetu Maar indien
zij meent, dat zij historische rechten heelt
en zioh dan handhaaft, dan lean men maar
niet een ander college er naast benoemen,
daar die dan voor den rechter elkaar zou
den gaan bestrijden. De groote klacht over
allerlei moeilijkheden door de tweeheiJ tus-
schen beheer en bestuur is hier niet gead
strueerd. Het zou voortreffelijk zijn, wan
neer de kerkvoogdij de begrooting besprak
met den kerkeraad. Voor een kerkelijk re
gister en voor den hoofdelij ken omslag is
overleg tussdhen kerkvoogdij en kerkeraad
noodig. Een korkolijk uitbreidingsplan is
noodig.
Mr. A. A. de Veer vond het opmerkelijk
dat vele sprekers zich niet stelden op den
bestaanden toestand (wat toch wel aan de
prae-adviseurs gevraagd was) maar allerlei
wcnschen en verlangens kenbaar maakten.
Spr. meende zich te moeten houden aan
den bestaanden toestand en deze is op vele
plaatsen verschillend. Tracht zooveel moge
lijk mannen van het bestuur te krijgen in
de colleges van beheer want dan zal men
het beste komen tot samenwerking. In Am
sterdam is de eenheid het beste benaderd
omdat daar de kerkvoogdij benoemd wordt
door den kerkeraad. Maar wat in Amster
dam kan, kan nog lang niet in elke kleine
Gemeente, bij den bestaanden toestand. In
de Geref. Kerken is er eenheid tusschen be
stuur en beheer en daar heeft men in dit op
zicht vrijwel nooit een enkele klacht, maar
daar heeft men bijna geen kerkelijke goede
ren en die spelen bij onze Gemeenten juist
een groote rol. Er zijn Gemeenten die rijk
aan goederen zijn. Wanneer er in een klei
ne Gemeente, die veel kerkelijke goederen
heeft, beheer en bestuur aan én lichaam op
gedragen zijn don zal als hot over dc samen
stelling van den kerkeraad gaat, juist aan
dacht worden gewijd.
Op de vraag van Ds. Barger antwoord
de spr. dat deze daad van het College van
Toezicht niet juist is, maar het heeft de
hoogste macht Spr. eindigde met de opmer
king, dat als alle kerkvoogdijeoi maar lid
dezer vereeniging worden en de vergade
ringen dezer vereeniging bezochten, er wel
meer streven naar eenheid tusschen beheer
en bestuur zal komen.
Slotwoord.
De voorz. sprak een slotwoord, waarin hjj
zeide dat dit congres geslaagd js, eerstens
doordat velen aan de bespreking deelnamen,
tweedons omdat de toon zeer broederlijk
was, en derdens omdat de prae-adviseurs
hun prae-adivezem krachtig verdedigd heb
ben en belangrijke dingen hebben gezegd,
die het hoofdbestur zeker nader zal over
wegen en waaruit het nadere conclusies zal
trekken. Spr. bracht dank aan allen. De
taak der kerkvoogden moet in dienende
liefde geschieden. Laten alle kerkvoogden
vooral hij dc behartiging van hun taak dit
in het oog houden, dat wij geroepen zijn de
broederschap, die in Christus bestaan kan,
te bevorderen.
Dr. Klein Wassink sloot vervolgens
met dankgebed.
Kerknieuws.
PATER H. GRUBER. t
De „Limb. Koerier" meldt, dat te Valken
burg overleden is, 79 jaar oud, pater Hermann
Gruber, een geboren Tyroler, en volgens het'
blad wereldbekend schrijver en strijder tegen
de Vrijmetselarij.
„Zijn naam als beste kenner ter wereld van
de magonnieke litteratuur was zoo verbreid,
dat, toen de Amcrikaanscho katholieken hun
standaardwerk „the Cathoc. Encyclopaedia"
uitgaven, dc Oostenrijksche Jesuïet werd aan
gezocht het artikel „Freemasonry" te schrij
ven. Hij deed het en met zulke meesterschap
en objectiviteit, dat deze gedrongen samen
vatting van geschiedenis, leer en werkwijze
der Vrijmetselarij den hoogsten lof ook van
maijonnickc coryphaecn inoogstte. De Ameri-
kaanscho Br.: Össlan Lang, die voor den
meest gezaghebbende der magonnieke auteurs
doorgaat heeft tot het laatste toe in persoon
lijke en schriftelijke relatie met zijn princi-
pieelen tegenstander gestaan".
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Heeren-Costumes
U.BO 19." 26.-
29— 36- 42.—
45.50.tot 85.
Fijne Stoffen. 1- en 2-rij model.
Het staat zoo kwiek
een pak met Kreymbofg-
Coupel Ziet U wel hoe
zuiver en vast de kraag
rondom het boord sluit
en welk een fijne snit er
zit in die prachtige breede
rollende revers 1 En let
eens op hoe die broek
valt: Scherp als een mes,
één strakke plooi tot
onder op den voet. U ziét
en U vóélt de kwaliteit bij
deze Kreymborg-Coupe.
U weet niet waar, dat
Kreymborg dit voorjaar
bijzondere jubileum-aan
biedingen brengt. Het is
aan U om er nu ook van
te profiteeren.
Ziet daarom Kreymborg's
kwaliteit èn prijzen.
Jongenspakjes
3.9° 9." 18.
5." 12.5° 21.—
S.7S 15— tot 36
Meer dan lOO verschil!, dessins.
HAARLEMMERSTRAAT 143
Land- en Tuinbouw.
De minister van Binncnlandsche Zaken
heeft met ingang van 15 Mei 1930 het ver
voeren of doen vervoeren van herkauwende
dieren en varkens verboden naar een
kring, omvattende de provincie Friesland.
Voorts is bepaald, dat, wanneer bijzon
dere redenen afwijking van dit verbod nood
zakelijk maken, zoodanige afwijking kan
worden toegestaan door don Commissaris
der Koningin in Friesland, onder de door
den Inspecteur van den Veeartsenijkundi-
gendienst te Leeuwarden aan te geven voor
waarden.
BESTRIJDING VAN IEPENZIEKTE
Men verzoekt ons van deskundige z\jde be
langhebbenden attent te maken op het Konink
lijk Besluit, dat bepaalt, dat aan de eigena
ren (gebruiksgerechtigdcn) van iepenboomen
door den Minister van Binnenlandsche Zaken
de verplichting kan worden opgelegd de door
hem als stervende of als reeds gestorven
aangewezen iepen te vellen .en de 9chors on
schadelijk te maken. Deze maatregel is be
doeld ter bestrijding van de jcpenziekte, die
zooals met groote waarschijnlijkheid is ge
bleken, door de iepenspintkever kan worden
verspreid. Stervende of reeds gestorven iepen
boomen zyn meestal door iepenspintkevers
aangetast, zoodat het ter voorkoming van be
smetting van gezonde iepen met de ziekte
noodig is, dat deze kevers worden vernietigd.
Dit geschiedt door het vellen der doode en
stervende boomen en door liet b.v. door ver
branden onschadelijk maken van dc schors.
Daar de iepenspintkevers thans spoedig uit
de schors te voorschijn zullen komen, is het
Radio Nieuws.
BARNEVELDER KIPPENRAS.
Hoe gezocht de Barnevelder kip mag hes-
ten moge hieruit blijken, dat dezer dagen
broedeieren werden verzonden naar Riga in
Rusland en naar Amerika. Zelfs kwam een
verzoek in broedeieren per vliegtuig naar
Bulgarije te verzenden.
HUIZEN' (l$:s M )- K.R.O.
HILVERSUM (V6
DE CRISIS
IN DEN LAND- EN TUINBOUW
ALGEM. VERGADERING KATH. BOEREN-
EN TUINDERSBOND.
In het Gehouw voor K. en W. te Utrecht
de algemeene vergadering van den
Kath. Boeren- en Tuindersbond gehouden,
welke zoo druk bezocht was, dat men later
naar gebouw Tivoli moest verhuizen.
De heer J. Th. Verheggen, voorzitter,
hield een openingsrede, getiteld: Omvang
en oorzaken van de huidige moeilijkheden.
Spi. wijt den testand aan de tot nu toe
door ons land gevoerde handelspolitiek.
De heer J a c. Vos Ain., uit Roosen
daal, lid van de Tweede Kamer en lid van
liet II. B. van den Noord-Brabantschcn Chr.
Roeren hond, behandelde het onderwerp:
Wat kunnen de boeren zelf doen om uit do
impasse te geraken? Spr. drong op een
flinke hoeveelheid wetenschappelijke vak
kennis der boeren aan. In dit verband wees
Spr. op de Boerenleenbanken voor het be
kostigen hiervan. Ten slotte pleitte Spr.
voor regeeringshulp.
Vervolgens spraken de heeren W. Dries-
sen en J. J. C. Ament, resp. over de on
derwerpen: Wat kunnen de tuinders zelf
doen? en Wut kunnen de organisatie*
doen?
De heer A. N. F1 e s k e n s te Geldrop,
lid der Tweede Kamer en voorzitter der
Coöp. Centrale Boerenleenbank, behandel
de het onderwerp: Wat kan de Overheid
doen?
Volgen* Spr. kan de Regeering het dalen
der koop- en pachtprijzen bevorderen door
de ontginning van woeste gronden niet
krocht voort te zetten. Verder noemde hij
verbetering van afwatering en verkeorswe
gen. hervorming van het pachtwezen, maat
regelen ter bevordering van den gezond,
heidstoestand van planten en dieren, ver
lichting van allerlei lasten, bevordering der
rationaliseering der bedrijven. Om de
prijsvorming in gunstigen zin te beïnvloe
den is noodig stimuleeren van de vraag
naar land- en tuinbouwproducten, uitbrei
ding van den buitcnlandschen voorlichting*
dienst, wijziging der handelspolitiek door
het instellen van een krachtig onderhande
lingstarief, het beschikbaar stellen van een
uitvoerpremio voor aardappelmeel, doel
matige credietverleening met staatsgaran
tie, vorlaging van vervoerkosten, afname
van binnenlandsche producten door offl-
cieele instellingen en het verleenen van "n
productpremie op suikerbieten.
Nadat Mr. H. v. Haaster t uit VG ra
ven! tage nog het woord had gevoerd werd
met algemeene stemmen een motie aan de
Regeering aangenomen, waarin de hierbo
ven geuite wcnschen en verlangens worden
kenbaar gemaakt
DE EZEL VAN MIJNHEER PIMPELMANS
17. Maar alle goede woordjes hielpen
geon zier, en kwade nog minder. Toen kreeg
Mijnheer Pimpelmane een helder oogcnbliU.
Hij pakte een bommert van een savoye-kool
op en slingerde die met kracht voor zich
uit, een heel eind den weg op.
18. De ezel, verleid door de kool daar gin
der vóór hem op d.-n weg. zette er de sokken
in. Hij peuzelde ze geduldig op. Toon nam
mijnheer een bloemkool, en wéér holde de
ezel eon eindje verder. Toen volgden de
knolselderij, de peterselie, de worteltjes...»
(Wordt Maandag vervolgd.).
FEUILLETON
Vrij naar het Engelsch,
door P. W. J. J.
(4
HOOFDSTUK V.
Tops vraagt om raad
De eerstvolgende dagen waren juffrouw
Wells en haar kinderen personen van ge
wicht. Al de buurvrouwen kwamen juf
frouw Wells bezoeken, en de kinderen op
straat keken allen met een zeker ontzag
en eerbied naar de neergelaten gordijnen
van nummer 8.
Tops was gedurende die bezoeken van de
buurvrouwen in de achterkamer met de
kleintjes, maar ze kon alles verstaan, wat
er in de voorkamer gezegd werd.
Den eersten middag, terwijl haar moe
der met de papieren van den overledene
naar het Ziekenhuis was, kreeg Tops niet-,
tegenstaande het gezelschap van de kin
deren zoo'n gevoed van eenzaamheid, dat
ze het niet nalaten kon even een praatje
met Toby Hatcheth, den schoenlapper, te
maken. Hij was zoo lastig aan het hame
ren, en ze wist, dat hij een hart voor haar
hadL
„Toby!" riep ze dus eindelijk.
„Ja, Tops, ik luister", antwoordde hij.
*Toby, wat zou jij doen, als je wist, dat
niemand je noodig had?".
Dat was geen gemakkelijke vraag, om
maar zoo dadelijk te beantwoorden. Toby,
moest even nadenken. Eindelijk zei hij: „Ik
denk, dat ik maken zou, dat iemand mij
noodig had".
„Maar wat zou je dan willen, dat ik
deed?" vroeg Tops. „Niemand heeft mij
noodig, en ik heb moeder hooren zeggen,
dat zij er niet over doaht, mij bij zich te
houden, nu vader er niet meer is. Ik weet
wel niet, wat die arme kinderen zouden
mij zullen moeten beginnen en zij houden
ook wol voel van mij, maar ik wou toch
wel, dat er nog iemand andere was, die
mij noodig had, dat kan ik je zeggen."
„Wees maar niet bang, Tops, je moeder
moet voor je zorgen, en ik weet ook niet
hoe zij het zonder je stellen moet, als ze
net zoo voortgaat, als ze tot nog toe ge
daan heeft"
„Neen, moeder houdt me niet thuis. Dat
weet ik zeker. Ik heb het haar vanmorgen
hooren vertellen aan de buurvrouwen. Ze
meende het echt."
„Nu, dan is het nog niet erg. Zoo'n han
dige kleine meid, als jij bent, komt overal
terecht „Je moet een dienst zoeken, dat
raad ik je ten stelligste aan."
„Dat zou ik wat graag doen, maar zie je,
ik zie er niet knap genoeg uit Je moet er
edit netjes uitzien, als je wilt gaan dienen."
Op dat oogenblik werd er aan de voor
deur geklopt. Tops ging gauw kijken, wie
er was. Tot haar verbazing was het de
dominee.
„Is je moeder thuis?" vroeg hij vrien
delijk.
„Neon", antwoordde Tops verlegen, „moe
der is uit,"
„Wel, Tops, wat heb ik daarvan opge
hoord, dat je vader overleden is. Kan ik
ook iets voor je doen, kind?"
„Ik wou er zoo graag wat fatsoenlijker
uitzien, maar ik weet niet, hoe ik dat klaar
moet spelen".
„Die is al geslepen genoeg", dacht de do
minee. „Die kent haar lesje".
„Bedoel je, dat je graag een zwarte jurk
wou hebben?" vroeg hij gestreng, terwijl hij
eerst het slordige kind opnam en toen de
even slordige kamer wat rond keek. „Ik wou
zeggen, dat je liever op een tijd als deze het
huis een beetje knap aan kant moest ma
ken, dan aan mooie klceren denken".
„Ik heh aan geen zwarte jurk gedacht",
zei Tops, bijna ongeduldig, „u begrijpt heele-
maal niet, wat ik bedoel".
„Probeer dan maar, of je het mij soms wat
beter kan uitleggen", zei de dominee, dio
medelijden met haar kreeg.
„Nu", zei Tops, en baar stem klonk bijna
uitdagend, „als u hier in dc straat woonde,
en u wist. dat u eigenlijk veel fatsoenlijker
familie had, en er daarom graag wat fat
soenlijker zou uitzien, wat zou u dan doen?"
Dc dominee gaf niet dadelijk antwoord.
Eindelijk zei hij: „Ik geloof, dat het er voor
ons allen in de eerste plaats op aan komt,
of wij van onze zonden gewasschen zijn in
het bloed van Jezus Christus. Of wij er van
buiten al netjes uitzien, is van veel minder
beteekenis. Heb je daar nog nooit aan ge
dacht, Tops?".
„Neen, maar ik heb God wel lief'.
„En waarom heb je God lief? Omdat Hij
Zijn Zoon ook voor jou heeft overgegeven?
Heb je Hem nooit gevraagd, of Hij je zon
den wilde vergeven?"
„Ja", zei Tops, „en gisteravond heb !k
Hem gevraagd, of Hij mij wou helpen, nu
moeder mij niet langer duin na de begrafe
nis in hius wil houden; maar Hij heeft mij
nog geon antwoord gegeven, en ik heb nog
maar twee dagen".
„Nu begrijp ik beter, wat Je bedoelde", zei
do dominee. „Je wou misschien een dienst
probeeren te vinden. Nu, ik zal zien, wat ik
voor je doen kan; maar ondcrtusschcn mag
je wed van jou kant je best doen, er iets
minder slordig uit te zien. Ik weet niet veel
van de kleeren van kleine meisjes af, maar
als je dien zoom, die uit je nok hangt, eons
naaide.en een paar knoopen aan jc laarzen
zette en je haar wat beter borstelde en kam
de en netjes opstak, zooals zooals ja,
wie zou hij haar als voorbeeld stellen?
zooals juffrouw Gubbins", zei hij eindelijk,
„dan zou je er al dadelijk veel futsoanlijker
uitzien. Doe zelf alles, wat jc kunt en laat
de rest over aan jc Hemelsehen Vader, want
Hij heeft Zijn bijzondere zorg beloofd nan
Zijn vaderlooze kinderen. Als je Hem jc be
hoeften verteld hebt, heb je je zaak in goede
handen geplaatst".
Tops voelde zich opeens veel gelukkiger. Dc
dominee had haar gezegd, dat ze zelf ook
mee moc6t werken, cn dat zou ze nu doen
ook. Ze moest de knoopen aan haar schoe
nen zetten, don zoom van haar rok naaien
en haar haar opsteken, net al* juffrouw
Gubbins.
Nauwelijks was de dominee weg. of ze
toog aan het werk. Ze zocht net zoolang in
de kast, totdat ze een stuk of wat laarzen-
knoopen en een draad en nnAld gevonden
had en begon daarop haar taak.
HOOFDSTU KVL
Postle Street
Nadat de dominee zijn bezoek bij Tops
had gebracht, ging hij naar juffrouw Gub
bins en Toby Hatched toe. Toby Ilatchott
was een oude vriend van hem. Gocui Zondag
miste hij hem in de kerk. Voor juffrouw
Gubbins voelde hij niet zoo'n groote gene
genheid, ofschoon hij wist, dat ze een hoogst
latsoenlijke vrouw was. Te fatsoenlijk zelfs,
dacht hij soms, als hij luisterde naar haar
cigeugercohtige vergelijkingen van haar
zeif met de overige bewoners der atnat
„Goeden middag, juffrouw Gubbins zei
hij vriendelijk, „ik hoop, dat u het goed
maakt".
„Dank u, het gaat wel, maar ik ben niet
zoo jong meer, en met de zaken gaat het
niet zoo overdreven goed".
„Wat een treurige geschiedenis is dat
plotselinge sterfgeval hiernaast", ging dc
dominee voort „Kent u de menschenT"
„lk gu met niemand hier om, danmee
Als zc wut bij nuj komen halen, nu dan ver
koop ik h«*t hun ,maar verder ga ik nicL lk
bob nooit met mijn buren omgegaan, zelf*
niet, toen mijn man nog leefde, en nu voel
ik er hèel—el niet voor. Als ik zie, hoe
die vrouwen hier ochtend, middag cn avond
urenlang met eikaar staan to babbelen en
hun kinderen en hun woning veronacht
/.amen, dan zeg ik tot mezolf: Amelia Gul»
bins, laat je met met jc buren in, gooi je
fatsoen niet te grabbelDit zeggende voelde
juffrouw Gubbins even, of hanr zwarte kan
ten muts nog wel recht zat
„U heeft gelijk in wat u daAr van die luie
babbelzieke vrouwen zegt", antwoordde hij
„Vele mannen g*an hier 's avonds naar do
herberg, omdat er in huis geen gezelligheid
tc vinden is en de vrouwen hebben hei aan
zich zelf te dauken, als hun man hoe lan
ger Ivo* minder geld thuis brengt lk be
schouw u inderdaad altijd als hel voorbeeld
van een zuinige, ijverige, fatsoenlijke huis
vrouw".
Juffrouw Gubbins voelde zich niet weinig
gevleid door deze laatste opmerking, en
dacht bij zich zelf, dat dc dominee toch «el
een heel vriendelijke man was.
„Dat heb ik ook altijd getracht te zijn,
dominee", zei ze op zalvenden toon.
„Kent u misschien ook dat dochtertje van
Wells? Tops heet ze".
„Neen. die kon ik niet", zei juffrouw Gub
bins, „ten minste niet andere dan dat
hier wel eens wat komt halen". v.<<«gir zo
er aan toe, want ze voelde, dat ze nMr ge
heel de waarheid had gesproken.
„Ik hei) erg medelijden met dat kind. Ze
heeft groote behoefte aan iemand, die haar
een helpende hand toesteekt. Zij schijnt ver
langend, om anders te worden an er wat
fa t-woil ijker uit te zien".
„I-a.-.t zc het dan maar bewijzen. Waar
een wil is, daar is ook een «eg. Je kunt niet
alles gelooven. wat zulke kinderen zeggen".
„Dat is zoo; maar zou u haar n i mot
wat gi>eden raad kunnen bijstaan en haar
een beetje aanmoedigen. Dat zou haar van
groote hulp zijn".
„Ik gn met niemand om dan met Toby
Hatched, die mijn achterkamer gehuurd
heeft".
(Wordt vervolgd)