EERSTE I ZATERDAG 10 MEI 1930 TWEEDE BLAD PAG. 5 INDISCHE BEGROOTING Vergadering van 9 Mei 1930. De Eerste Kamer heelt het prijzenswaardig kort gemaakt met de Indische begrootma. 'ot aan dc replieken toe zijn we gekomen. In de ochtenduren gal dc heer Janssen (rk) zijn beschouwingen ten beste. Hii wees op het onvruchtbare om van liauidatiepolitiek te spreken ten aanzien van Lze koloniale politiek. Neerland zou groot onrecht doen tegenover Indje als het Indu thans aan zijn lot overliet en ten prooi gaf aan Moskou. Het verschil in beschouwing tussclien prof te^er en den heer Fober in de Tweede Ka mer is van geen practische beteeken is, be- tooide voorts de heer Janssen. I-Iet verschil raakt den rechtsgrond voor kolonisatie Aangestuurd moet op een zelfstandig Indie maar binnen 't rijksverband. Daair ver behoeft weinig verschil van meening te bestaan. Verschil is er alleen over hel tempo en over de middelen, die tót het doel moeten ^De nationalistische beweging mag ons niet van ons stuk brengen. Orde en rust zyn eerste voorwaarden voor ontwikkeling. Na- tuurlijk moet er onderscheid gemaakt tus- schen nationalisme en communisme, maar vergeten moet niet worden, dat vele commu nisten het veiliger vinden te werken onder de vlag van het nationalisme. Het jongste optredenn der regering keurde de heer Jans sen Koed. Wel zal het hem verheugen, als blijkt, dat die actie overbodig is geweest Het be lans: van den Staal is srooter dan dat van eenige personen, die blijkbaar booze plannen hadden. De heer M e n d e 1 s: U zegt: blijkbaar. Wat is er nu gebleken? De heer Janssen: Gebleken is, dat dezo personen stelselmatig actie voerden voor omverwerping van het gezag. Dit is ontoe laatbaar. Ook de Labourregeenng acht zich genoodzaakt haar toevlucht te nemen tot interneering en geweld ter handhaving van haar gezag. Ook voor Ned.-Indië is deze handhaving onafwijsbare eisoh. De heer Fock (lib.) begon met het gerust stellen van den heer Mendels. Hij gaf hem de verzekering, dat er geen spoken behoeven te worden gezien in het bezoeken van Indië door bestuurders van naburige gebieden. Po litieke of militaire onderhandelingen heb ben daarbij niet plaats. Economische stakingen zijn door mij pooit verhinderd, verklaarde voorts de oud- gouverneur-generaalwel is dat geschied met communistische stakingen, zooals in 1923 de spoorwegstaking. Vervolgens verdedigde hij de gevoerde financieele politiek. Die was niet onbillijk De inlahdsohe rubber leverde enorme win sten op en er is dan ook over deze belasting niet geklaagd. De huizen belasting was noodig, omdat ook de sawah-bezitters belas tog betalen- De ondernemers zijn niet ge epaard, maar integendeel zwaarder belast Bezuinigd moest er worden en wanneer de heer Mendels gouverneur-generaal ware geweest, zou er ook bezuinigd zijn, mis schien met een „nog dommer potlood." Gebouwen dia niet noodig waren, zijn niet afgebouwd, onnoodiige bassins voor havens venmin. Niet noodigo ambtenaren zijn op vacht,geld gesteld. Alles is op groots schaal jesohied, maar geen enkele bezuiniging is ;eschied,' die vitale 'belangen derbevolking pchaadde. Daarentegen is er nog voel tot stand gebracht op sociaal en onderwijs gebied. De heer Mendels doet verstandig zich be hoorlijk te laten inlichten eer hij beschul digingen uit Wanneer in Indië onverhoopt door de regeering geweld zal moeten worden ge bruikt, dan komt voor een groot deel de schuld op hen, die de bevolking verkeerd inlichten. De communisten stoken de bevol king op, maar hun doel is niet een onaf hankelijk Indië. De sociaal-democraten doen mede aan het stichten van verwarring dooi onvoorwaardelijk recht c!er bevolking op onafhankelijkheid te proclanieercn, we tende en erbij-zeggende, dat van de verwe- lijkl'ng voorloopig niets komt Komt de tijd, dat de bevolking zichzelf kan besturen, lan zal het Rijksverband op cultureele, sociale, economische en historische gronden toch moeten blijven bestaan. De bevolking moet in haar verecnigings- leven niet worden gehinderd, ook niet op politiek gebied. Maar wanneer van dcii wet telijken weg wordt afgeweken, dient krach tig te worden ingegrepen. Betreurd dient te worden, dat de huidige gouverneur-generaal weder gesproken heeft over „vertrouwens- politiek", een woord dat totaal niets zegt. Een regeering mo-et zoo weinig mogelijk spreken, maar als zij spreekt, moet dit dui delijke taal zijn. De heer Fock meende, dat de bestuurs- hervorming op Java goed werkt. In de bui tengewesten kan hot echter niet gaan zoo als op Java. De minister noemt deze kwestie echter een inwendige aangelegenheid en dan dient men de ordonnantie af te wach ten. In ieder geval zal men bet advies van den Volksraad moeten afwachten. Het vormen van één groote provincio Sumatra zal groote bezwaren opleveren. Gevreesd moet worden, dat de decentrali satie van onder op gal mislukken als men nu reeds begint met een provincialen raad. Het heeft aangenaam getroffen, dat ook m ondernemerszijde voorstellen zijn ge daan om te komen tot afschaffing der poe nale sanctie. Dit instituut kan ook niet steeds ongewijzigd worden gehandhaafd. Intussehen moeten de adviezen uit Indië nog- binnenkomen en men kan dus te zijner tijd deze kwestie in de Staten-Gencraal be spreken. Na de pauze hield Prof. Anema (a.r.) een kort pleidooi voor een krachtiger hand haven van de Zondagsrust in de arbeids wetgeving. Men staat in Indië met de Zon dagsrust voor eigenaardige toestanden, om dat de Indische bevolkingen geen wekelijk- schen rustdag kennen. De overheid heeft zich maar al te gaarne aangepast bij de volkomen negatie van den Christelijken Zondag. Het is echter haar plicht om in de Ar beidswetgeving met de Zondagsrust reke ning te houden. Dit gebeurt in zeer onvol doende mate. De betrokkenen zelf kunnen er weinig doen en de inspectie houdt zich niet aan de voorschriften waarin 4 vrije dagen per maand zijn voorgeschreven. De werktijden zijn bovendien overmatig, het geen aanleiding is tot prikkeling en onaan gename verhoudingen tot de opzichters. De lange werktijden werken desorgani- seerend. Verkorting van arbeidstijd heeft in den regel het productievermogen niet ver minderd. Den minister werd ten slotte krachtiger optreden met klem verzocht. Prof. Kranenburg (v.d.) zocht naar een rechtsgrond voor onze aanwezigheid in Indië. Feitelijke aanwezigheid is z. i- geen rechts grond voor ons gezag. Maar we zijn er en zijn in zekeren zin ver antwoordelijk aan de volkerengemeenschap voor wat we in Indië doen. We zullen mede zeggenschap hebben toe te kennen aan die groepen der bevolking, die krachtens eigen ontwikkeling daarvoor in aanmerking lto- Van een Indische natie kan intussehen DE ONRUST IN BRITSCH-INDIE nog niet gesproken. Ons beleid moet gericht zijn op opvoeding der bevolking tot zelfstan digheid. Doen we dat, dan hebben we ook n rechtvaardiging voor ons gezag in Indic Aan den minister werd gevraagd of de bestuürsreorganisatie geheel in Indië zal orden voorbereid zonder voorafgaande aan wijzingen van het Departement. De orga m ter plaatse zijn het best op de hoogte daarop behoort vertrouwd. Dat in Engeland een eenheidsfront in de Koloniale politiek bestaat, is mogelijk door dat alle partijen zoo spoedig mogelijk den .dominion-status voor de koloniale gebieden nastreven. Wij zullen moeten hebben een construc tieve, vooruitstrevende politiek in Indië, om te komen tot wat de heer Janssen noemde „een federatief verband van /.el fbestu rende gemeenschappen". Dan gaat het iï^ de goede richting. Maar de heer Lohman sprak wel wat anders. De Vrijz. dem. zullen het beleid van den minister afwachten. Zou hij de staatkunde van den heer Lohman volgen, dan zal hij hen echter meermalen op zijn weg vinden. Het woord was daarna aan den minis ter van koloniën. Deze maakte het prachtig kort. Hij begon met de verklaring, dat do be zoeken van Oostersche vorsten en bestuur ders van koloniale gebieden aan den gou verneur-generaal geen politieke beteekenis hebben, maar van privaten aard zijn- De politiek der Indische Regeering moet gericht zijn op het welzijn der bevolking in alle opzichten: stoffelijk e-n geestelijk. Ook de ontwikkeling van het staatkundig leven valt daaronder. Van een Indische natie valt nog moeilijk te spreken. Als er natievorming te constateeren valt, dan is ons gezag daar bij bindmiddel. Ontbrak dat gezag, dan zou van die natievorming eer het tegendeel te izicn zijn. De politieke ontwikkeling kan leiden tot een zekere volmaaktheid, die voert tot een staatkundig leven onder zeker toezicht Maar voor ons Indië kunnen we dit punt practisch gevoegelijk uitschakelen. I-Iet doel is de Indische bevolking zooveel mogelijk in het bestuur te betrekken. Het kon wel eens noodig zijn daartoe bepaalde maatregelen in te voeren, die aanvankelijk niet binnen de gedachtensfeer der bevolking lagen. We hebben ons bij ons beleid op practi sche basis te stellen. Een kwalificatie van onze politiek als finalistische politiek zou di rect het terugtreden van Westersch kapitaal ten gevolge hebben. En dat kan Indië voor zijn ontwikkeling onmogelijk missen. In het Rijksverband kan Indië een zelf standige positie krijgen op den duur; beide deelen des Rijks streven dan naar gemeen schappelijk welzijn De bestuurehenorming brengt allerlei moeilijkheden van aanpassing aan bestaan cio instellingen. Voor zoover dat kan, moeten ce adatinstellingen meewerken. Maar daar van v-rwachte men niet te veel. Tegen het vormen van één provincie Su matra bestaan bezwaren, maar evenzeer te gen splitsing. De Regeering wil de nationalistische be weging steunen, zoolang ze zich beweegt binnen de grenzen van recht en wet Treedt zr daarbuiten, dan moet opgetreden worden. Over het oog-inblik waarop, zal verschil van opinie mogelijk zijn. De arrestaties in Indië hebben plaats ge had na overleg en met instemming der Re geering. De minister draagt er de volle ver antwoordelijkheid voor. Preventief optre den is ondanks de mogelijkheid van vergissingen beter dan repressief optre den. De arrestaties hebben de bevolking al lerminst verontrust Afkeurenswaardig is het aankweeken van rassentegenstellingen iu Indië. De Indische Regeering heeft steeds een vertrouwenspolitiek gevormd: het zal in de toekomst niet anders worden. De Indische financiën eischen zorg. Indië kent niet een bepaalden rustdag i: de week. Daarom is het moeilijk om tot Zondagsrust te komen. De minister wil deze gaarne zooveel mogelijk bevorderen in do gouvemements- en particuliere bedrijven. Maar het zal een proces van jaren zijn. De heer Mendels wenschte te replicee- ren, doch verzocht dat Dinsdag te m doen, omdat de Kamer dan de beschikking heeft over de redevoeringen in druk. De Voorzitter had geen bezwaa zoodoende ging de Kamer reeds om half 4 huistoe. Zes uur strijd tegen rook en vuur ZWARE BRAND AAN DE KAPITEIN IMANSTEEG DE BEANDWEER STAAT VOOE EEN BIJNA ONMOGELIJKE TAAK Brand met twaalf stralen gebluscht Kunst en Letteren. '.v iii )e volksmenigte, saamgestroomd voor de gevangenis van Allahabad, (Britscli-Indië), kort na de gevangenzetting van Pandit Jawaharlal Nehroe, den president van het Britech-Indisohe Nationale Congres. VAN GOGH-TENTOONSTELLING In den loop van dit jaar zal het veertig jaar geleden zijn, dat Vincent van Gogh overleed. Het Amsterdamsche gemeentebe stuur meent, dat de sterfdag van dezen grooten Nedcrlandschen schilder niet onop- I gemerkt te Amsterdam voorbij mag worden gegaan. Het ligt in do bedoeling zijn nagedachte nis te eeren door het houden van een t I toonstelling van werken van Van Gogh 1 zijn tijdgenooten, welke van eind Augustus tot begin November van dit jaar in het Ste- j delijk Museum zal worden gehouden. I De Minister van Onderwijs is in beginsel bereid voor een eventueel tekort op deze ten toonstelling voor een derde gedeelte tot een maximum van f 10.000 bij te dragen. Naar aanleiding hiervan vragen B. cn W. aan den Raad een crediet van hoogstens f 32.000. Rotterdam, 10 Mei. Door onbekende oorzaak is gisteravond ruim 5«uur brand ontstaan in etfn aarde- erkpakhuis van de fa. Gebr. Haubrich aan de Kapitein Imansteeg. Dit pakhuis, gele gen aan een zeer nauwe steeg en geheel in gebouwd, was op al de vier verdiepingen olgestouwd met aardewerk, terwijl er zich ook veel emballage en stroo bevond. De brandweer, die bijna voor een onmogelijke taak stond is er na een strijd van meer dan uur in geslaagd het vuur te bedwingen, irtoe 12 stralen van hand- en motorspui ten in werking werden gesteld. Be schade bedraagt ongeveer f20.000. De zware brand van gisteravond is voor de leiders van de Rotterdamsche Vrijwilli ge Brandweer een uiterst dankbaar studie object geweest. Men stond voor een zeer moeilijke opdracht, die, laten we het dade lijk zeggen, op schitterende wijze is vol voerd. Te ongeveer half zes is de brand 111 het pakhuis van de fa. Haubrich uitgebroken. De Kapitein Imansteeg, gelegen tusschen Groenendaal en Nieuwe Haven, is een zeer nauw straatje, op bepaalde punten maar amper 2 Meter breed. Aan weerszijden ver heffen zich pakhuizen van vier verdiepingen hoog, waarvan de meeste in gebruik zijn bij dc fa. Gebr. Haubrich. Men was voor deze firma bezig goederen te lossen uit een boot liggende in de Nieuwe Haven, toen plotseling uit een der pakhuizen gel aan de Oostzijde van de steeg rook naar buiten zag komen. Dit pakhuis lag tusschen twee andere panden van dezelfde firma allen tot in deD nok gevuld met goederen en emballage. Direct na de ontdekking werd de brand weer gewaarschuwd en spuit 9 was onder leiding van brandmeester J. Corbeth spoe dig ter plaatse. Men stond echter van den aanvang af voor een bijna onmogelijke taak. Het pan huis was zoo volgestouwd, dat zelfs voor alle luiken goederen waren opgetast en daar ook de deur op slot zat zou men zich niet dan met groote moeite toegang hebben kunnen verschaffen, ware het niet. dat een verstikkende rook, die in het nauwe steegje terug sloeg dit grondig belette. Deze rook was zoo dicht, dat men zich mag verbazen dat er geen ongelukken zijn gebeurd. Het bleek ,dat de vuurhaard aanvankelijk op de eerste verdieping zat, maar door het vele aanwezige stroo kon het vuur zich spoedig uitbreiden en de rook werd steeds dikker. De alarm-centrale van de Brandweer echter aan het werk getrokken en van alle zijden daagde materiaal op. Be brandweer. Achtereenvolgens verschenen na hand brandspuit 9 de spuiten 11, 8 en 19, motor spuit VII, de spuiten 22, 12 en 21, motor spuit II en motorspuit III, terwijl voorts do autoladder on twee reserve-auto's tegen woordig waren om het materiaal te kunnen aanvullen. De leidiing van het blusschingswerk be rustte bij brandmeester J. Corbeth en hoofd man Van Sillevoldt Verder waren alle andere hoofdlieden en ook de secretaris van het college tegenwoordig. De situatie. Op girond van de zeer moeilijke situatie had de leiding van de brandweer reeds aan stonds een van de autospuiten laten ont bieden en dit bleek wel heel goed gezien, want al spoedig kwam men tot de over tuiging, dat men liet geheele brandende pakhuis moest „verdrinken" om succes te hebben. Van de overzijde van de steeg werden verschillende stralen gericht op het brandende gebouw, door de autogarage vï de autogarage van de fa. Jobse aan h Groenendaal werden een tweetal stralen ingevoerd naar de achterzijde van het bran dende perceel, in de Kapitein Imansteeg werden linies en rechts langs de gevels van belendende peroeelen slangen opgehaald en door gaten in het dak van het brandende perceel werden groote massa's water binnen geworpen. Dit alles heeft de brandweer zeer veel moeito gekost Wij hebben toen de brand i-eeds eenigen tijd woedde eens een onder zoekingstocht geduan naar het dak vai der nabijgelegen panden en van daar kreeg men een indruk van de moóilijke opgave, die de brandweer hier had te verrichten Men is hier in het hartje van de oude stad en de daken van het blok panden, waar we vertoefden deden denken aan 't Himalaya- 4 gebergte met z'n vele bergtoppen eu rots kloven. Het was bijna levensgevaarlijk om over dc daken hel brandende pand te be reiken. Toch moest de brandweer zich door den doolhof van gangen en goten een weg zoeken om de brand op te sporen en te be strijden. Het bleek, dat het brandende pakhuis een plat dak had, dat rustte op een schuins toe- loopende glazen lantaarn. Aan weerszijden heelt men liet glas ingeslagen om de slan gen te kunnen invoeren. Het was noodig om de brand voornamelijk van boven af te bestrijden omdat het vuur van de eerste verdieping naar boven trok en dus moesi worden teruggedreven. Hoezeer men hierin slaagde bleek wel uit het leit, dat in de Kapitein Imansteeg steeds dikkere rookwolken naar beneden dwarrel- Do strijd tegen de rook. De brandweerlieden, die hier aan het erk waren, hadden het hard te verduren. Men had over het smalle steegje op de hoogte van de eerste en tweede verdieping planken neergelegd en met een natte zak doek tusschen de tanden om niet verstikt orden door den ondoordringbaren rook gden de vrijwilligers zich op zulk eeD wankele luchtbrug om te trachten de luiken open fe hakken. Elk oogenblik vreesde men er een bedwelmd naar beneden te zien val- maar deze mannen kennen het klappen de zweep. Met hun pogingen om de lui ken open te hakken hadden zij echter geen succes. Het bleek, dat tegen deze luiken aan de binnenzijde groote partijen aardewerk tn opgetast en „lucht" kon men dus toch niet krijgen. Wat men kon doen was den ge el van onder tot boven nat te houden. Het uur werd zoo van alle zijden ingesloten door een walergordijn en geweldige massa' water werden in het brandende pakhuis ge worpen. Het 13 stralen gebluscht. De brand werd na ongeveer een uur door 13 stralen bestreden. Op de Nieuwe Hav stond motorspuit VII en deze gaf met 4 stra len water, waarvan er twee naar het dak an de belendende perceelen aan de Zuid zijde werden gevoerd. Hier berustte de lei ding bij hoofdman Van Gunsteren. Aan do zijde van de Nieuwe Haven werden verder nog twee slangen van spuit 19 in werking gesteld. Aan de zijde van het Groenendaal werden door de Kapitein Imansteeg inge voerd 2 slangen van spuit 9, een van S, een van 11 en een van motorspuit II, terwijl door de garage naar de achterzijde van het brandende pand een slang van de motor spuit en een van spuit 19 werden uitgelegd. In totaal werd dus do brand bestreden met 13 stralen. Aanvankelijk was er nog niet het minste inzicht dat men vorderde met de blusspJung. Zooals we reeds opmerkten brandde aan vankelijk het middelste van drie pakhuis panden. Het noordelijk gelegen pakhuis was beschermd door een zwaren brandmuur, zoodat aan deze zijde geen uitbreiding viel te duchten, doch aan de zuidzijde bestond op de bovenverdiepingen gevaar. Inderdaad is het vuur doorgeslagen naar dit zuidelijk pakhuis. Vandaar, dat men aanvankelijk nog geen vordering in het blusschingswerk kon bespeuren. Te 9 uur, na ruim 3 uur dus. woedde de brand nog onverminderd voort. Wanneer op een gegeven oogenblik de rook wat -witter werd en men dacht het vuur nu wel meester te zij'n, sloeg plotseling weer een geweldige bruinzwarte wolk omlaag en moest men weer alle zeilen bijzetten. Het hevigst heelt de brand gewoed te on geveer 7 uur. Men had op de tweede verdie ping een luik opengehakt en daardoor kreeg .uur lucht en sloeg even fel door. Op dat oogenblik achtte men het raadzaam nog een derde autospuit te requireeren, ter wijl ook de autoladder werd ontboden. Bei den kwamen tegelijk op het Groenendaal aan. De Metzladder werd in een oogenblik tijds opgericht en een slang van de motor- spuit werd er over heen naar boven geleid. Het bleek eoliter, dat het niet wel mogelijk was van het Groenendaal af een slang op het vuur te richtcu, terwijl er geen sprake was. Jat "uien den ladder in het steegje kon opstellen. Gelukkig kwam er geen verdere uitbrei ding, zoodal het nieuwe materiaal verder geen dienst behoefde te doen. Na 9 uur zag men langzamerhand bet aur minderen. Zonder ophouden werden groote watermassa's in het brandende ge bouw geworpen en als een bergstroom stroomde het door de steeg. Te half tien zag men kans op de eerste verdieping een luik open te hakken en degenen, die hoop ten ook nog eens vuur te zien na zooveel rook, kregen hoop, dat de roode haan „z'n tong ook eens naar huiten zou stekenmaar de brandweer voelde niets voor dit experi- riment en ging ook op dit punt het vuur krachtig bestrijden. Langzaam zag men den rook minderen en na een half uur had men het vuur op dc eerste verdieping geheel onder de knie. Om lur kon men de eigenlijke blussching staken en werd de nablussehing met 4 stra len overgelaten aan personeel van de afdee- ling Brandbluschmiddelen, onder leiding van den hoofdopzichter J. Pellenkoft Dezo afdeeling had den geheelen avond reeds nuttig werk verricht. Het bleek, dat de eer ste en tweede verdieping geheel was uitge brand, terwijl gelijkvloers en op de derde en ierde verdieping van de twee aangetaste panden veel vuur en waterschade was aan gericht. Ook het pakhuis van de fa. Van Dolk heeft veel waterschade. De schale bij de fa. Gebr. Haubrich wordt geraamd op f 20.000 en wordt door verzekering gedekt Het tramverkeer. Meende men aanvankelijk het tramverkeer ougchinderd te kunnen laten doorgaan, te ongeveer 7 uur was er zulk een opeenhoping van brandweermateriaal in het Groenendaal dat het raadzaam werd geacht het verkeer op de lijnen 1, 5, 7, 18 en op do buslijn B om te leggen over den Goudschen Singel. Te ft uur kon de verbinding over het Groendaal weer worden hersteld. Kleine ongevallen. Tijdens den brand zijn er eenige kleine ongevallen gebeurd. Hoofdman L. van Gun steren heeft bij een van zijn onderzoekings tochten over de daken een voet verstuikt. Een der brandweerlieden kreeg een straal in de beide oogen. De Geneeskundige Dienst onder leiding van hoofdopzichter Beetstra, was met drie auto's ter plaatse om eventueel hulp te verleenen. Behalve de hierboven ge noemde gevallen had men echter niet veel te behandelen. Brtialve de Geneeskundige Dienst waren ook leden van de E. H. B. O. op het terrein van den brand. De belangstelling. Er was voor den brand groote belangstel ling. De politie heeft onder leiding van hoofd inspecteur Van Vleuten en inspecteur Brink man voor een goede afzetting gezorgd. On der de aanwezige belangstellenden op het af gezette terrein mei>;ten we op den directeut van Gemeentewerken, ir. Van Dijk, de direc teur van den motordienst Ir. Do Bruyne en den adjunct-directeur van dien dienst Ir, Kohier, den directeur van den Geneeskundi gen Dienst Dr. van Herwerden en de Com missaris van Politie in de He afdeeling, de heer Van Gulden. Langzamerhand taande de belangstelling en kon de afzetting worden opgeheven. Tot middernacht is het echter op het Gros- nendaal nog bijzonder druk geweest Een overzicht van den brand met de Brandweer in volle actie. FEUILLETON gelet, en niet malsch werden deze bestraft doch verder liet Minister Van Maanen alles op zijn beloop: men mocht bijeenkomen waar en hoe men wilde! En zoo kon het gebeuren, dat het Brus- \ir\r\ p LI OM IT F RIT IA AP selsche Oproer voor tal van Noord-Neder- •V/vIA nvJ,lMU,L_r\L^ JnnlA landers als een donderslag bij helderen Door S. VAN WOUDEN. Iandere als een donderslag bij helderen hemel werd. Déze uitbarsting had men niet verwacht En allerminst Koning Willem 1 had zulks verwacht Want Van Maanon had hem niet gewaarschuwd, omdat hij v", niets wist; omdat hij geen Minister van Politie wilde zijn! Dezo 'karakterschets laat aan duidelijk Het was voor sommigen wel zeer opmer heid niets te wcnschcn over. Ze geeft een j kelijk, dat Van Maanen met slechts een objectieve waardeering van de persoonlijk- kleine onderbreking van 3 September tol leid, die Van Maanen is geweest. Ik geloof - tëlfs, dat ik spreken mag van de groote lersoonlijkheid van Minister Van Maanen k geloof, dat ik zeggen nmg, dat hij man uit één stuk was. die onder alle ftandighede 11 zich-zclf gelijk gebleven is: ten dienaar van het recht, een rechterlijk [mbtenaar. En toch, indien Van Maanen minder rcch lelijk ambtenaar was geweest, maar méér Voor de openbare veiligheid had gezorgd - Voorkomen is beter dan genezen de Opstand van 1S30 zou wellicht een anderen loop hohben gevolgd. Wat toch was het geval? Van Maanon. wilde ook nu, als Minister Jan Justitie, niet zijn Minister van Politie Ret zonderlinge felt deed zich voor, dat de loheime bijeenkomsten, waar Belgische en Fransehe revolutionairen den Opstand voor "Weidden, aan de Nederlandse he politie ge- JJtel onbekend geblevn zijn Wèl werd er bi)zonder streng op drukpers-overtredingen 5 October 1830 Minister van Koning Willem I is gebleven. Toen, op 3 September 1830, de Koning den raad van Van Maanen, krachtig militair op te troden, niet aannam, doch tot zachter maatregelen besloot, kon hij natuurlijkerwijs zijn raadsman niet be houden. Van Maanen móest teen beengaan. Doch, zoo meldt de geschiedenis, de Koning ging niet dan onder heftige gemoedsbewe gingen tot dit ontslag over. Doch terstond de September-gebeurtenissen van '30 riep Willem I zijn meest getrouwen dienaar 1 terug. En ik citeer nu Prof. Blok, die in het Nieuw Nederlandseh I grafisch Woordenboek kort cn achtig van hem schrijft: weder als minister van justitie her steld, bleef (hij) sedert een der voor naamste raadgevers van Willem I. dien hij in zijn koppig verzet tegen de bolgi- scho eischen en de houding der londen- sche conferentie steunde..,*. De vraag dringt naar voren, of Van Maa nen, zooals van andere Ministers wel eens gezegd is, te zeer gehecht was aan het Minister-ambt, om den Koning in alles to gehoorzamen. Hierop moet liet antwoord ontkennend luiden. Reeds in 1809 immers had hij het Mimi ster-zijn opgegeven, toen Koning Bode wijk hem dwingen wilde tot iets, wat hij niet wilde doen. Van Maanen was in de dat hij Willem I diende, wel degelijk een man en geen ledepop, dien racn kon laten dansen. Het antwoord op bovenstaande vraag moet in dezen zin worden gegeven; zooals Falck. zelf een tijdlang Minister immers, het in zijn Brieven geeft: De ministers onder Willem I en onder de grondwet beschouwden zich als diena ren des Konings, wel verplicht den Koning openhartig van raad te dienen, maar waar de Koning beslist had, be paalden zij zich tot nauwgezette uitvoe ring van de bevelen des Konings, En zoo kom ik weer tot de karakteristieke uitlating van De Bosch Kemper, dat Van Maanon Koning Willem I slechts in recht zaken gediend heeft. Van Maar -n is ziin Koning tot op het laatst trouw gebleven. En hoewel men in 1840 algemeen zijp aftreden als Minister verwachtte, heeft uj Willem II overtuigd van Van Maanen's uw aan de monarchale beginselen en a-i art vor stenhuis en om zijn buitengewo- 1 A .vaam heden als jurist cn staatsman -*»■> schrijft Prof. Blok hem gehandhaafd. Eerst op 1 April 1842 trad d« toen 72-jarico van bot Staatstoonecl terug. Anton Relnhord Falck (19 Maart 1777—Maart 1843). Prof. Dr. Th. Jo rissen hoeft aan A. R. Falck een uitgebreide studio gewijd en hem de eer waardig gekeurd, in do rij van Historische Karakters opgenomen to worden; een eer, die door ieder, die van deze studie kennis neemt, alleszins ver diend moet worden geacht Met C. F. van Maanen heeft Falck o.a. gemeen, dat hij niet geaarzeld heeft, liet vaderland te dienen, ook toen vreemde over heersching hot land in ellende dreigde te storten. In 1802 toch trad hij in diploma- tieken döcnst als secretaris van het Gezant schap te Madrid, terwijl hij na zijn terug keer in 1S06 eerst afdeelingschef werd aan het Departement van Buitenlandsche zaken en vervolgens secretaris-generaal van het Ministerie van Marine en Koloniën. Tot zijn eer zij gezegd: toen Napoleon ons land bij Frankrijk inlijfde, wilde hij niet langer in staatsdienst blijven. Weer werd hij advocaat in Amsterdam in 1799 was hij in Leiden tot Meester in de Rechten gepromoveerd waarna hij. die over ruime geldmiddelen beschikken kon, zijn weten schappelijke kennis door reizen in het bui tenland nog meer opvoerde. Toen in 1818 in Amsterdam het volk ge durende de Novemberdagen in bewering kwam, wist Falck als kapitein van de schut terij door «en verstandig beleid de orde te handhaven. On ziin gezaghebbend woord kwam er in de hoofdstad de« lands een voor loopig bestuur tot rt&ad. Inmiddels had hij zich in verbinding gesteld met Gijsbert Karei van Hogendorp en zijn vrienden, die in 's-Gravenhage de Omwenteling leidden en tot een goed oinde brachten. Ik geef hier een dorre opeensomming van feiten. Wat zou ik graag, door Prof. Joris- sen geleid, het mooie werk, dat -Anton Reinhard Falck in deze bewogen dagen tot stand wist te brengen, van stuk tot stuk nagaan. Een man als Falck dio doelbewust door 't leven trad cn bereikte, wat hij wildo is waard, do hoofdpersoon te worden van een historischen roman. Fnlck is een man ge weest van groote bekwaumhoid. Hij bezat een'uitgebreide kennis en wist, door zijn aangenaam en beminnelijk optreden, bijna ieder, met wien hij in aanraking kwam voor zich in te nemen. Reeds in mijn tweede artikel wees ik er op, dat Falck een diplomaat is geweest, een diplomaat, die het geluk had, succesvol te werken. Eerst, ongetwijfeld, heeft hij achter de coulissen gewerkt; d.w.z.: zijn successen bereikte bij minder in de open baarheid: hij hield zich op den achter grond. Wij, in onze dagen van Conferenties en Internationale Rijeenkomston, weten, hoe er vaak meer bereikt wordt door een hand druk tijdens ee'11 t h dan door ellenlange vertoogen. Zóó kunnoh we ons vooretellen, werkte Falck. de stille kracht van Londen en Parijs. Een stille kracht! Dit bleef Falck ook, toen de Koning hem tot nlcemeen secretaris en Ir.ter tot serret;iris van staat benoemde Volgens bet additionele artikel der Grufulwet benoemde da Koning da loden der Staten-Generaal. Hij deed dat met zoo groota onpartigheid voor de Belgen, dat hij zelfs den gewezen en zeer gehaten Franschen prefect De Celles zou hebben benoemd, wan neer min. Roëll dit niet had tegen gehouden beducht voor de populariteit van Willem I in de Noordelijke Nederlanden. En u-at deed nu Falck? Hij wist, dat hij het vertrouwen van zijn Koning genoot en dat deze, op zijn aanbeveling, de leden voor de Staten Gene raal wel zou willen benoemen. De .stille kracht Falck" toog aan den arbeid. En aan zijn vriend Van Lenncp schreef hij: Geef mij, bid ik 11, eenige knappe lieden op, die ik voor de Tweede Kamer kan aanbevelenPatriciërs zijn er go noeg en ook Adelijkcn. Op plebejers, dunkt mij, komt het aan of ten minste op menschondie het \olk kennen en mui hetzelve gekend worden De mcnschen moeten knap en cnncil- liant zijn. Het een zonder het ander kan ons niet helpen. Ook overtuigd van nood zakelijkheid en hunne verpligting om het werk <lcr \envni>?ii»{; lot siand 1.» brengen Hier was de Falck \au de Parljsche en ï^ndensche Conferenties, die de vereenlging van Noord en Zuid nastreefde aan het woord. Nu wilde hij de tot stand gek -racn vei-eenfgfng hecht en sterk maken. Zijn vaderland moest Grto'. Nederland genoemd kunnen worder I tWordt vervolgd.I J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 5