ZONDAGSBLAD ft 8 fi§ fü s ISL p S S Ui H i= g E g. i£ Slis.» -. gs s lssïüif*tga^«ggaisj£g i oil miiimmimiiiiiiiiiniiiiiiiimtiiiii!minumiiiiiiin:!ii iiii!iiiiiiiiiiiiiiiii;iiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiMii DAMRUBRIEK. redacteur: W HOEKSTRA. Tulpeboomstraat 6, Den Haag iiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiniiniiiiii'iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiNiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiic iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii IINIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIÜë Alle nzendingen betreffende deze rubriek te zenden aan bovenstaand adres. Voor alle vraagstukken geldt: ,,WIT BEGINT EN WINT". Oplossingen worden binnen 8 da?en ingewacht en over 14 dagen met de namen der oplossers gepublicee.t OPLOSSINGEN Vraagstuk no. 296 Autour: A. VAN DOMMELEN, Rotterdam Wit: Zwart: 1. 48-43 33-38? 2. 32-28 38X49 3. 47—41 49X35 4. 28-23 18X20 5- 41-37 35X41 0. 46X10 15X4 7. 25X14! en wint Vrnagstnk no. 299 Auteur: BOISSENOT Wit: Zwart: 1. 3833 35X 44 2. 32-27 21X32 3. 26—21 17X26 4. 43—38 32X43 5 31—27 22X30 6. 33X22 18 X 27 7. 41-36 44X33 8. 48X0 en wint Gocdo oplossingen ontvangon van do heoren: L. Mol. Loosduinen; U. C Kliin, Rotterdam; H. van t Ho(f Rotterdam; C. Havelaar, Dordrecht; A. van Mourik. Nicuwland; A van Dommelen, Rotterdam (299), P. de Boer. B. H. Crcmer, D. don Hertog, Zijlstra, J. van der Tuin. Den Haag. CORRESPONDENTE B. C. K- te R. Zie U gaarne tegemoet Kunt U niet 10 of 5 speler» van liet eerste 10-tal bewegen tegen spelers van „R.D.G." uit te komen? „R.D.G" wil voor deze ontmoeting een medaille beschikbaar stellen. H. van 't H. te R. In Vraagstuk no. 296 moot wit eerst een zet doen om zwart te verlokken tot een foutieven tegenzet Zie de oplossing. Do vraagstukken in „H-S." worden inderdaad zeer onregelmatig ge plaatst DAMMEN IN DEN HAAG. Aan de laatst gehouden simultaan seance, gegovcn door onzen damrcdactcur, in gebouw „Patrimonium Steijnlaan 130. tc Den Haag, namen 20 spelers deel. De simultann-speler won 17 partijen, speelde 2 re mise en verloor 1 partij. Het resultaat der drie wed strijden is dus: le25 partijen 20 gowonncn 5 remise 0 verloren 2e.: 28 25 1 2 3e.: 20 „17 2 1 73 02 Do beer Hoekstra behaaldo dus 132 van do 116 punten. De 73 deelnemers behaalden 14 punten. DAMNIEUWS. KAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND. De stand voor de laatste ronde om het kampioen: •rhap van Nedorlnnd is thans: J. II. Vos 15, It. C. Keiler 14. A. K. W. Dammo 11. D. II. Mdllcnknmp 10. I'. J. van Dartelen 9, J. B Sluiter 8. B. Ris en W. Rustenburg 7. Ph. dc Schaap en I'. Ilecrs 6 A. Jucobs 1. Zoonis men bemerkt heeft Vos de beste kansen. Hoewel zenuwen een belungrijke rol spelen wanneer alles gaat spannen om de laatste partij. Opmerkelijk is de Inge score van den huidigen kampioen A. K- W. Darnme- Opmerkelijk is eveneens het fraaie spel van den Rottoi dnmsclie speler D. II. Möllonkamp. TOURNOOI TE UTRECHT. In Utrecht is een tournooi aangevangen volgonj de Nieuwe Speelwijze. Een 40 tal spelers neemt deel o.a. dc Hnngscho speler P. Klcute Jr. PARTIJ Een lezer vraagt ons het correcte antwoord op 3329 en do gevolgen van dezen zet Als antwoord geven wij hierop een analyso uit „Het Damspel" (Mei "28) van Herman «Ie Jongh- Partij gespeeld in den wedstrijd om het kampioen- schap vun Ncderlnnd 1927 tusschen It. C. Keiler (wit) en W. C J. Polman (zwart). 1. 83-29 19-24 Ik speel hier meestal 119—23; dat wil ter nipt zeggen «lat liet sterker is dan dc tekstzet. 1 hoondinch is dc 83—29 opening als vnlgt: 1. 33—29, 18—22 2. 38 33 30 33 kan niet door Z. 22-27 enz.) i2—18!; 3. 43-3X. 7 -12: 4- 49—43. 1-7; en zwart heeft ecnig voordel, door het open vak 49. Na 1. 3339, 18—22 kun Wit echter spelen 2. 3126 of 2. 34— 30 niet moeilijk spel voor beidcu, zonder d< t ecnig voordeel sprnko Is. 2. 38-33 Tegen Dammo spoelde Keiler 2. 86-33, wat aterkcr is. 14—19 3. <14 •m 9. 31—26 11—17 Veel sterker is hier 9 22-28 10. 33X22 1SX27 11. 32X21 16X27 12. 29X18 13X22; met ecnig voordeel voor Zwart. 10. 50-44 Op 10. 32—28 11. 37X28 zou Zwart de drie om drie door 18—23 17—21 enz. kunnen laten volgen. Dc tekstzet geeft echter nog steeds gelegenheid tot I- 22-27! 10. -10? Maar Zwart schijnt iets tegen dezen uitruil te hebben. Thans evenwel krijgt hij moeilijk spel. 11. 40—35! Natuurlijk. Zvvart's lange vleugel is nu voorloopig buiten spel. 1116-11 12. 44—40 1-6 13. 48—42 22—27 Thans is Zwari tot deze voortzetting gedwongen, maar, hoewel niet zoo sterk als bij den negenden en tienden zet. leidt ze toch nog tot goed spel. Een cn ander pleit niet voor Wit's oponingsspel. .14. 32X21 16X27 15. 37—31 Stand na 15- 3731 m m m m Vi m s mm firn*. m ük- 9, A m, m m :'M. wk S 1 1 n gg pg 1 n J O m m m iü U i mm m 1518—22 Do sterkste voortzetting is m.i. 1517—21 16. 31X22 (a), 18X27 17. 29X18 12 X23 18. 20X17 11X22 cn Zwart staat uitmuntend. (a) 16. 26X17 11X22 met goed spel voor Zwart of 10. 12X21 17. 31X22 18X27 18. 29X18 13X22 eveneens met zeer goed spel voor Zwart. In den diagramstand is het voor de hand liggende 15. 17—22 minder .goed wegens 16 41—37 12-17 17. 46-41 8-12 18. 30-35 15—20 19. 34-30 23 X34 20. 40X 29 10—15 21. 30- 24 19 X30 22. 35X24 belangrijk voordeel door Wit. Natuurlijk behoeft Zwart in deze laatste variant niet juist zoo to spelen; ook op alle andere zetten echter na 151722 krijgt hij tcmponadeel. 10. 29X1S 12X23 17. 30-25 Thans krijgt Zwart gelegenheid zich uit zijn «'enigszins gedrukte stelling te bevrijden. Door 17. 30— 24 19 X30 18 34 X 25 werd dit voorkomen. Het is echter heel moeilijk uit te maken wie dun voordeel heeft 1722-281 Dit leid tot meer onvcrzichtclijk spel, met ccnig voordeel voor Zwart. In plants van 1722—28 mag Zwart niet spelen 177—12 wegens 33-28 43 - 39 enz. (lierman dc Jongh) Wij geven deze partij slechts tot hier, daar het vc dere verloop niet meer in verband staat met dc gc- stoldo vraag. UIT HET HAAGSCHE TOURNOOI. Bovengenoemd tournooi waar wordt gespeeld vol gons do Nieuwe Speelwijze, leverdo onderstaanden stand op: gru"!i ?:H m rwnrl: 4. 11. 13. 16—18, 22. 23. 25 A it: 15, 21. 27. 31. 33 34. 36. 38, 30 Het s|»ol verliep als volgt: J. WINKELMAN (Wit) I 2. 24-19? (38-32 is veel beter) 221X43 3. 19X6 43—49 4. 6—1? 49—21 5- 1X29 Op 1X23 volgt 21—26 525—30 6. 34X25 5—10 7. 15X4 21-26 5. 4X27 .20X26 Slaat dus van 26X48X30X2SX2G en wint. Een schitterende combinatie voor Kleute! Vraagstuk no. 301 Auteur: A. VAN DOMMELEN. Rotterdan s» SI K: s m m m s tf§ 'M §if Is IS Vraagstuk no. 302 Auteur: E. BOISSENOT. "m il WW, m m „s m 1 m Wb ÜS 7 7 i li m JP :W< n"*r 'M Si ii m S s Zwart: 1, 2. 7—10. 12. 20. 21 Wit: 22. 23. 29. 32. 37. 38. 41—43 Wit wint een schijf of do partij. Ouder de goede oplossers van deze twee vraag* stokken wordt een boek uitgeloofd. Beschikbaar gesteld door een vriendelijk Iczir. BEROEMDE PENNEN. Zoo pas heeft men in de dagbladen kunnen lezen, dat dc pen, waarmee hot verdrug van Lausanne ge- teekend was, spoorloos was verdwenen. Naar aanlei ding daarvan kan het olgciido medegedeeld worden omtrent ccnige pennen, die in de wereldgeschiedenis een rol gespeeld hebben. De pen, waarmede Koningin Victoria indertijd haar handtcekening zetto onder het Koninklijk besluit, waarbij dc wet op het zelfbestuur der Australische Koloniën werd goedgekeurd, werd haar aangeboden door den heer E. Barton, een der afgevaardigden, te gelijk met den inktkoker en het tafeltje, waarop de onderteekening plaats vond. Do pen was een ouder- wetsche gunzeveder en zal als een kostbaar aanden ken van geslacht tot geslacht bewaard worden. Do .voormalige Keizerin Eugenie had in haar bezit de beroemde pen, waarmede het gewichtige Verdrag van Parijs door ni de deelnemers onderteekend werd. Eigenaardig genoeg wilde ieder van de veertien ge volmachtigde Ministers de pen, wuarmede hij tceken- do, behouden; nianr op aandringen van de Keizerin teekenden zij allen niet dezelfde pen en keurden het goed, dat zij do pen zou behouden als een aandenken aan do historische plcrhtigheid. Dit was ook weder een vogelveiler, maar een van een goud ndelnnr en rijk versierd met goud en edelgesteenten. De ex-Kei- 7.erin gebruikte haar telkens, wanneer zij over haar overleden echtgenoot schreef. Lord Bangor was de bezitter van de pon, waarmede de vrede vun Weencn getcekend werd. De pon kwum in het hezit van Lord Bangor door middel van zijn grootvader, die secretaris van l.ord Castlereagh wus. Toen Koningin Elisabeth het doodvonnis van Maria Stuart onderteekendo, werd de pen, die zij dnarvoor gebruikt had. door een der hooggeplaatste hofbeamb- ten in hezit genomen. Zijn nakomelingen behielden die pon langen tijd. maar eindelijk werd zij voor een aanzienlijke s«<in verkocht. De vorige Koning van Engeland, Edunrd, bezat reeds als Prins van Wales een verzameling ponnen van beroemde .schrijvers, zooals van Kennyson, Brow ning, Swinburne, Hardy en anderen. Naar dc pennen van Charles Dickons is altijd veel vraag gewest. Kon gouden pen, die hij jarenlang ge bruikt had, bracht 480 gulden op. In dc gevangenis van St. Paul fo I.yon is een «enigszins griczele verzameling vun pennen. Wanner een ter dood veroordeelde aan den beul werd afgele verd om geguillotineerd te worden, moest de beul daarvoor een in allen vorm opgemaakt ontvangbewijs teckencu. Bij Iedere terechtstelling werd voor dat doel eon nieuwe pon gebruikt en men droeg zorg, dat inkt niet vun de pen werd afgowischt. ZATFRnAG 10 MEI NIEUWE LEIDSCHE COURANT DE AHitKUKfÉ ZEGELRING Zoo wnnrnc.itlB als Ilc leve, spreekt de HKKttE, ofschoon Chonlir. de zoon van JO.Ha den koning* vrtn 'Juda. een zegolrlng wnro iuu mUno rechterhand, zoo zal Jk u toch vandaar Jcremla 22 24 Van Zerubbabel," den-zoon van SeulthiCJ, den vorst van Juda, die na do ballingschap regeerde, zegt de' Ileere door den profeet Ilaggai: Te dien dage zal Ik' u nemen, o Zerubbabel, gij zoon van Sealthiël, mijn knecht, spreekt do Heere en Ik zal u stellen tot een zegelring; want u heb Ik verkoren, spreekt do Hccrc der heirscharcu Dit heerlijk besluit van Haggaï's profetio slaat kennelijk terug op hetgeen Jcremia van-Zerulibabol's grootvader Jojachin ook wel Jcchohia of Chonia ge normd gezegd liad. Maar dezo profetie vftn Jeremia over Jojachin, der voorluatston koning van Juda vóór de ballingschap, sprak juist het tcgonovcrgestelde uit: ni ware hij een zegelring aan mijne rechterhand, zegt dc Heere, zoo zal Ik u toch vandaar wegrukken. Aan 'Zerubbabel wordt de hoogste cere toegekend. Vun Jojachin wordt alle eer weggenomen. Stel u wol voor wat onder dat beeld van den zegel ring wordt to kennen gegeven. Zulk een zegelring werd meestal aan oen snoer om den hals gedragen, zoodat hij rustte op de borst, op het hart van zijn bezitter. Maar ook werd die zegel ring wel gedragen aan dc rechterhand. Daar was hij om zoo tc zeggen met zijn bezitter óén; als ware hij aan zijn vinger gegroeid. Zulk ccn zegelring droeg de naam van den eige naar. In dien naam was dc eigenaar zelf vertegen woordigd. Een stuk dat met dien ring vergezeld was droeg dc autoriteit van dien eigenaar cn kon alleen door hcmzelven veranderd worden. Daarom gold zulk ccn zegelring ook voor ccn kost baar bezit, waarvan de eigenaar geen afstand wilde doen. En hieruit laat zich ook verklaren, datdit kleinood gedragen werd op do blootc borst of aan de rechterhand. Do waarde ervan werd dan ook niet bepaald door den handclsprijs van het edel metaal waarvan het vervaardigd was cn den steen waarin dc naam ge graveerd was, innnr door dien naam zelf. aan den Hccro verbonden is, dc Heere zal zich van hen ontdoen. Het zal komen tot ccn scheiding tus schen den Heere en zulke koningen. Men moge dan denken, dut Chonia, de zoon van Jojukim, de Koning van Judu, nog steeds een zegel ring is aan des lleercn hand. Maar de Heere zegt het anders, on Ilij zweert bij zichzelven: zoo waarachtig als Ik leef. Ik zal u van mijne rechterhand afrukken. En om aan deze bedreiging te meer kracht bij te zetten keert de Heere zich rechtstreeks tot hemzelf: U zal Ik. afrukken cn u geven in do hand dergenen, die uwo ziel zoeken. Hoo deze bedreiging in vervulling is gegaan is uit dc geschiedenis bekend. Amper drie maandon heeft Jechonia geregeerd cn toen is hij mot zijn moeder en. do voornaamsten van Jeruzalem door Ncbukadnc- zar in ballingschap weggevoerd. Want hij scheen wel ccn zegelring to zijn aan Gods rechterhand. Maar hij was hot nieL Wel zijn. positie, zijn ambt dat hij van David had getfrfd, maar niet-hijzelf. Daarom wordt cr ook gezegd: of schoon hij een zegelring w a r o aan mijn rechter hand. Maar daarin ligt tegelijk uitgesproken, dat hij hot niet metterdaad is. Men hield er hem maar voor. Schijnbaar was hij in de oogen dcr.menschcn een sympathieke jongo man cn verwachtte het volk van zijn optreden in de regeering na den dood van zijn vader Jojakim nog iets goeds. Altijd weer bij het zinkende volk dut zich vast grijpen aan een strooliahn! Wat ligt hieraan nu ten grondslag? Immers dit, dat alfijd weer het heil gezocht wordt niet in den Heere, maar in den nicnsch. Dat het behoud gezocht wordt niet in het vasthouden aan God, maar in wat een mensch schijnt te zijn. Daaruit leidt men dan af, dat zulk een mcnsch wel in bijzondere gunst hij God zal staan. En zoo wordt zelfs de verwachting die rnon van den Heere hooft bepaald door wat meir in mcnschen meent te Alzoo weer liet omkcoren van de orde! Mnnr daar om gaat Gods Woord daar nu zoo kras «nogolijk tegenin. AI was dit nu eens zou, spreekt Gód, zoudt go dan meenon, dat Ik niet ine« r was dan oen mensch? Waant gij waarlijk dat Ik dien zegelring niet van mijn rechterhand kun afrukken en aan ver nieling prijsgeven? Niet alsof dc IIccrc dit willekeurig zou doen. Neen, dan moet er wel reden voor zijn. En die reden was hier, dat ook Jechonia deed dat kwaad was in do oogen des Hecrcn naar alles, dat zijn vader gedaaa had. (2 Kon. 24 9). Die waan, die God bindon wil aan den mensch in- plaats van den mcnsch te binden aan God, wordt op het heilig terrein maar al to veel gekoesterd. Er zijn er dan die in bijzondere reuke staan van bekeerd te zijn, in do rcuke van Gods gunstelingon te zijn. Is aan hen niet vervuld, wat de bruid in het-Hooglied van haren Bruidegom begeert: Zet mij als een zegel op Uw hart, als ccn zegel op uwen arm. (Hoogl. 8:0)? Welnu, zoo zegt men dan, dat zegel is immers onvernietigbaar. En wie zou het willen ontkennen? Maar dan komt de afwijking. Wat dóór dc'tccdcro bedo !s der aanhankelijke liefde wordt verkild en vei* stard tot mechanische zekerheid. Het is niet meer do bestendige cp onveranderlijke genade Gods waar- naar het hart uitgaat, maar het gaat alles werktui gelijk toe. Is lomand eenmaal zoover gekomon, dan gaat alles vanzelf. Bij zulk ccn ziclehouding sterft dan de begeert® om'Gode wclbehngelijk to leven. Allerlei afwijking van het rechte pad wordt goedgepraat. En zoo rijpt het oordcel, dat de Ileere eens door Jcremia aan Davids ontaarden nazaat aankondigde van den af- gerukten zegelring. Wie nu dat oordeel niet vreest, staat cr zeker voor blooL Tot het onderdrukken van die vrees werkt dan mede dc dunk dien mcuschen van ons hebben. En zoo zakf ccn mcnsch al verder van zijn God af. Maar de tecdcr der kinderen Gods, als ze dit woord lezen van don afgcruktcn zegelring, schrikken op. Want ze weten: dat kan ook mij treffen. En wat doen zo dan? Wat moeten ze dan doen? Neen, niet twijfelen aan de onveranderlijkheid van Gods genade-voornemen. Niet wegwerpen den troost der eeuwige verkiezing cn van de vastheid van zijn verhond cn van de volharding der heiligen. Dit moeten, en mogen, en zullen zij ook doen. Met ul hun zonden den toevlucht nemen tot het bloed der verzoening. God don Ileere bidden om do genade zijns Heiligen Geestes. En dan zal God hooren. Dan trekt Ilij zo tot zich. Dan leert Hij hun ootmoedig te wandelen met hun God. Hij steil hen tot een zegelring, waarin zijn naam cn zijn beeld-is gegraveerd. Ilem ter cero. Wat nu na do bnllingsehup aan Zerubbabel word beloofd, was niet anders dan de hernieuwing cn he vestiging van de beloften die dc IIccro van ouds aan David cn zijn huis gegeven lmd, maar die eerst in Davids grootcn Zoon konden vervuld worden. Op het huis vnn David rustte in geheel bijzonde- ren zin een Goddelijk gezag, waarmede liet gezag van geen andoren Koning was te vergelijken. David is do gunsteling des Hceren onder allo Koningen der aarde. En al wordt het beeld van den zegelring van hom niet gebruikt, wat door dat beeld wordt uitgedrukt was op hem ten volle van toepassing. Door liet koningschnp van Davids huis oefende do Hccro zelf zijn bijzondere regeermacht Israel nis zijn cigeh volk onder de volken der ar Dit is dan ook het geheim van dc macht die dooi koningschap werd uitgeoefend. Vandaar dnt dit koningschap den indruk m, vnn vastheid cn onbewogenheid. Maar als nu Davids nakomelingen, op de vastheid van hun macht vertrouwende, den,IIccro gann laten en vergeten, dan keert liet oin. Als zij do macht waarmede zij bekleed zijn gann Imte i liet olk of te trekken, dan vcrlb 'Vijkt do Heere ook van hen. Dan zijn zo 1 meer waard. hoe nauw het koningschap ia Davids huis '/V/V-W/W/W/A LEUNEN OP GOD. Kind, dut Ik liefheb leun op Mij, leun sterk! Lnut moor liet wicht der zorgen, die u kwellen, Mij voelen; Ik weet uw last, want, kind, Mijn w Mijn uiaakscl zijn do smarten, die u kwellen; Ik telde zo af, en heb met eigen hand Die iiunr uw kracht cn naar Mijn macht gewogen. Toon Mijne hand ze u toezond uit den liooge, Sprak Ik: Ik znl als Ilelpcr bij hem zijn; Naur mate hij Mij deel geeft In zijn pijn. Zul Ik, niet hij, het wicht zijns kruiscs dragen. Zóó wil Ik li, Mijn kind, nis gij gelooft, Omsluiten met Mijn arm. O, leg uw hoofd Aan Mijne horst; gij moogt stoutmoedig vragen 0( zou Mijn arm, die dc eeuwen schiep en schraagt, Te kort zijn, waar Mijn uitvorkoornc klaagt? I.cun sterker steeds! IIoc moer gij nnn Mijn schoot De smart vertrouwt van uwer zorgen nood Hoe m „Te lei hart zelf b| en op mijn God, is Ilem mijn Helper noen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 11