IferéVfOfi® HANDWERKEN u/olmousseline is en blijft, zoowel voor jong als oud een prettig dragen. Wij brengen hierin een schitterende collectie in prijzen van fl. 1.65, fl. 1.75, fl. 1 85 per Meter. H. BOTH V15SCHERSDIJK - ROTTERDAM - NOORDBLAAK VOOR DE VROUW No. 14, Wanneer U er over denkt zich NIEUWE GORDIJNEN aan te schaffen, aten wij U dan eens onze uitgebreide cn schitterende cjllectie Vitrages. Gordijnsfolf en en Cretonnes laten zien. H. BOTH VISSCHEKSDIJK - ROTTERDAM - NOORDBLAAK „Verlegen" kinderen Dq vorige maal schreven we over de vrij postigheid van onzo tegenwoordige jeugd, en bpweerde ik, dat dezo oen veel erger kwaad is dan de verlegenheid van vele hinderen, al lijkt het laatato wat lastiger. Het is er ongeveer me© als met een goed intellect 'n Prachtig voorrecht, zeker, maar dat heel vaak den kinderen (en ouderen) tot een nadeel wordt, omdat zij zóó over- overtuigd zijn van hun goed verstand, hun gemakkelijk loeren, cn gauw begrijpen zij daardoor vaak véél te weinig ge neigd zijn, zich flink in te spannen. 'tGaat tóch vanzelf, denkon zij, en merken dan vaak veel te laat, dat In 't leven niets „van- •lf" gaat en niet» blijvends wordt verkre- en zonder Inspanning. Mot 'n beetje minder goed vorstand, maar veel ijver en werklust, een door arbeid ge hard doorzettingevermogen komen velen heel wat verder dan de meer begaafden. Zoo ie de verlegenheid, Juist omdat ze een lastig gebrek is, waartegen van don aan vang af o|i strijd gevoerd moet worden, een strijd, die veel zedelijken moed etscht van den verlegen „stakker" vaak oorzaak van ten innerlijke krachtsontplooiing, die ten slotte tot een zelfbewustheid groeit, veel ster ker en dieper dan de genoeglijke gedurfd heid van den vrijpostige. Hoe vaak zien we niot, dat vrijpostigo menschen, zoodra ze in gezelschap komen van anderen, die blijkbaar méér in hun mars hebben onhandig, „niet op hun gemak" blij ken? Het is dan of zij weten, met hun Re- luidruchtige oppervlakkigheid hioi niet te kunnen intimidceren, en een indere manier hebben zij niet. De verlegene echter, die altijd aanvanke- lijk een zekere beschroomdheid heeft te over winnen, leert dit op don duur zóó vanzelf. Bprekend vinden, en die zelfoverwinning gaat hem tenslotte zoo gemakkelijk en vlot af, dat anderen niet eens meer zijn aarze- ng opmerken. Hoe vaak gebeurt het niet, dat menschen, die in hun hart weten, dat zij au fond héél verlegen zijn, en daar in stilte altijd nog liegen strijden, dat zulken, wanneer zij ge iemand eens in vertrouwen bekennen: ,ik in don grond eigenlijk vreeeelijk ver- i", zich hooren antwoorden: „j ij ver- .ve^tïegen?" nee maar zeg, maakt dèt een ander «ijs." Juist omdat verlegenheid zoo goed is te overwinnen, zal het dus heusch niet noodig ijn, dat moeders zich ongerust maken en leklagen over haar timide kinderen. Maar vèl is noodig, dat er tegen het „gebrek" op- letreden wordt, dat men de kinderen leert irtegen te strijden. En dat moet vooral met reel tact gebeuren. Uitlachen en besp< niets, maar sticht integendeel veel waad, omdat het gebrek er door wordt ver- rgerd. En bovendien is het in den grond oo nameloos wreed, dat nooit een ouder er ich toe moest laten leenen. Een kind ult- achen om zijn verlegenheid, is haast even rg, als het lachen om een lichamelijk ge irek, want in beide gevallen voelt het slacht dier zich even hulpeloos. Is dus het verlegen zijn voor kinderen liet zoo erg, het verlegen b 1 ij v e n bij het ipgroeien kan een gebrek worden. En dat noet de opvoeder voorkomen. De heer Bigot schreef in Ervarlngsopvoed- i>rdenkund<* over dit onderwerp eens: „Bij de opvoeding van het verlegen kind d(worden vader en moeder dikwijl» gesteld dfW moeilijke gevallen. Het verlegen kind Vit zich niet, het zwijgt, het blijft zwijgen cn aarde laardoor verkepren de ouders in onwetend P^'ieid van wat er nu eigenlijk In het kind IIIee^ wijlen zoo graag, dat onze kinde- nunri en een gunstigen indruk maken en een •ieven lerlogcn kind doet zoo hulpeloos; het steekt 1931 00 a( bij andere kinderen, die zich makke- bewegen en hun praatje kunnen maken. Verlegen kinderen eischen veel zorg, an ooral omdat uit verlegenheid groeien kan en verhard zijn tegen allo invloeden ven luiten, een wantrouwen zelf» tegen de •est© bedoelingen. Bovendien staan verlegen kinderen en jonge menschen in den bestaansstrijd achter bij hun vrijmoediger medemenschcil. Zij staan achter, maar dat wil niet zeggen, dat zij de mindere zijn. Hee*l vaak schuilt er achter verlegenheid een ernstig, diep naden- den en fijn teer voelen. De nooit-verlegene praatgraag is heel dikwijls de oppervlakkig heid zelf. De verlegenheid is dan ook minder in gebrek dan een beletsel. Daarom is het de noodzakelijke plicht van den opvoeder de verlegenheid te t»estrijden. Dat kan in de eerste plaats geschieden door bet kind in den kring van het gezin to behandelen zooais het past, d.w.z. als een deel van dat gezin, mot alio rechten daar aan verbonden, ook het recht van meepra ten over onderwerpen, waarover hij dat kan. Geef den kinderen gelegenheid zich to uiten, leer hun daarbij, dat ze beleefdheid en be scheidenheid tegenover ouderen hebben in acht te nemen, maar dat ook hun meening lecht van bestaan heeft. Dit is heel goed te rijmen met eerbied voor de mecning van heqlt gt ZONSONDERGANG De nevel ligt Zoo dicht, zoo dicht De wijde landen over. En aan de kim, In vreemd gegldm, Speelt heerlijk klenrgetoover. De zonne zinkt, En straaüioos blinkt: Een gloeiend feest van kleuren! Deir wolken rand, In gouden brand, Verraadt een vreemd gebeuren. En rozerood En bloedig rood Rondom de zon aan 't branden. De nevel slinkt, De zonne zinkt Ver onder de lage landen. (Williem Braat, Uit: Nederland}. anderen, In de tweede plaats hebben wjj, ouderen, ons te hoede» voor spo*. Er zijn vereemgin- gen voor dierenbescherming, die hen weten ie bereiken, die hond of paard mishandelen. Erger dan dit is het bespotten van een ver legen kind. Het verlegen kind voelt In zich zelf hevig de narigheid van het verlegen zijn en nu is daar een machthebber, een vader of écn lecraar moeders, vrouwen in 't algemeen doen zoo iets niet die In vollen meerderheidswaan de andere aanwe zigen laat gniffelen. Dat is wreeder dan een striemende zweepslag. Breng het verlegen kind veel in gemeen schap en in aanraking met andere kinderen van zijn leeftijd, liefst niet met overmoedige, baas-spelende naturen en dwing het kind niet. Spreek het van tijd tot tijd een moed en krachtgevend woordje toe. Vooral hel verlegen kind moet gelegenheid geboden worden zich te uiten. Versterk in het kind het besef van wat hij kan cn wat hij Is en leer hem dat het zijn recht is te toonen wie hij Is. Probeer in hem te wekken dien eenvoud des harten, waardoor zij die deze eigenschap bezitten, te allen tijde durven zijn, die zij zijn, zonder vrees en zonder pogingen om meer of beter te schijnen." APPLIQUE-PATRONEN Gaven we reeds dikwijl» patronen van .ppüqué-werk, het hier volgende is weer een» zoo iets bijzonders, dat het voor vet< oen verrassing zal zijn een afstekende kleur, hero daarop vast hechten. Men ziet, hoe we verschillende mooie pa tronen kunnen bewerken op deze manier Kleuren kieze men zelf. In het algemeen zal het mooi zijn ,de dikke draad in lichter kleur ,de hechtsteekjes donker (rood bijv.) en de eigenlijke applicatie in heel donker (bijv. zwart) te nemen. Het groote patroon Is een looper of recht hoekig kleed. Het kleine geeft een idee voor kussenversiering. Men neemt daarvoor zoo veel bloemmotieven ais uitkomt met de breedte en sluit dan het einde af met weer eenzelfde figuurtje als waarmee begonnen is, maar dan in omgekeerden stand natuurlijk- Volgende weck geven we misschien nog een patroon van dit genre. De verschillende deden worden hier'name lijk niet slechts opgezoomd, maar daarna werkt men de randen af op een eigenaardige manier, waardoor er een zekere relief in de versiering komt. VOOR JONGE MEISJES laten we hier nog maar weer eens een paar aardige Bchortpatroontjes zien, waar betrek kelijk heel weinig stof in gaat en die vlug en fief staan. De ruggedeelten zien we wat verkleind er naast Ter verduidelijking volgen hier ook een paar afbeeldingen van de details. Op fig. A. zien we het eerst vastleggen der motieven zoomen met kleine steekjes op rulane af standen. Daarna neemt men een zeer dikken (zes dubbel bijvoorbeeld) draad zijde dio men door het oog van een stramiennaald haak. om ze aan den averechtschen kant even aan te hechten en dan op den goeden kant dooi te halen. Die draad kan dan blijven hangen bij het werk, tot ze later als de heele rano dor teekening omgelegd is, weer naar achte gebracht kan worden. Nu houdt men den dikken draad met de linkerduim zooveeil mogelijk langs den rand dei figuui en gaat met dw&rse steekji RAAD TEGEN KWAAD Spreekt iemand kwaad van u, GIJ kunt hom Woht bedriegen: Stel u maar zoo goed aan, Dat hij 't zal moeten litegen. Spreekwoordentaal EENVOUDIG KUSSEN Er wordt me gevraagd naar eenvoudige, niet bewerkelijke en vooral niet kostbare kussens voor de huiskamer, voor divan of matten stoelen. Ikzelf heb eens van 'n lap zwart fluweel die ik nog over had uit een costuumrok. een aardig kussen gemaakt (tenminste „men" vindt het nogal aardig), door er 'n paar wollen gehaakte banden over te leg gen. De kleuren moeten het doen. Ik had: groen, paars, oranje en tango-rood en heb na 'n paar kleine proefstukjes, (want het maakt groot verschil of je de eene kleur in 't midden neemt of de andere) dit als het aardigste gevonden: zet op van mooi diep-groen 'n rij kettingsteken, die (héél los gemeten) om het kussen past, en haak daarop van 't zelfde groen; een stokje 'n losse (steek overslaan), 'n stokje 'n losse enz. Meet dan nog eens en Iaat zooveel k. steken staan als je teveel hebt, of maak er bij wat je te weinig hebt. Afkanton (draad dóórtrekkenl). Dan van het blauw paars toer 2 die bestaat uit: 'n stokje, in n gaatje van de groene toer, 'n losse, 'n stokje in 't volgende gaatje enz. de heele toer. Dan even langs de breedte der 2 toe ren met één of twee zeer los gehaakte hal ve vaste steken, en dan precies zoo'n paar se toer aan den onderkant, dus aan de an dere zijde van de groene toer Weer af kanten, en dan op dezelfde manier van het tango-rood aan iedere kant een toer, dus op de twee paarse toeren. Tenslotte van het oranje de twee buitentoeren. Deze haakte ik in vasten in plaats van stokjes, dat werkt mooier af. Ik had héél dikke gladde wol. Je zou als je fijne wol nam, méér kleuren en toeren moeten nemen denk ik. Mijn band werd ruim 6 c.M. br. en-die naaide ik mid den over de lengte van het rechthoekige kussen. Ter weerszijden kwamen twee smallere banden, die de kleuren niet naar weerszijden, maar naar één kant lieten loo- pen, en wel: opzetten met groen, een toer groene vasten, een toer paarse vasten daar op en één toer oranje daarboven. Deze re- genboogbanden, met het oranje naar 't mid den 'n centimeter of vier van het oranje der breede band af. Om de buitenranden van het kussen (over de naden dus) een koord naaien, gedraaid uit alle gebruikte kleuren. Vooral in 'n Oud-Hollandsche stoel staat zoo'n kussen heel aardig. Men heeft natuurlijk niet bepaald zwart fluweel noodig, maar kan ook groen of bruin laken nemen, en dan de kleuren dei- banden wijzigen al naar het uitkomt. Covert-coat stof, die men nog al eens vari oude mantels over heeft, en die zoo bijzon der sterk is, laat zich heel aardig mot paar se of lila wol bewerken. Ik zag van zoo'n lapje lichte beige kleur met lila wol en gouddraad opgewerkt een wezenlijk mooie tea cosy gemaakt. Wie het aardig vindt, eens een heele ver zameling spreekwoorden, aan de dieron- •cld ontleend, „in gebruik" te zien, moet artikeltje eens lezen, dat W. Roos in de „Vegetarische Bode" schreef, en dat we hieronder laten volgen. Een vegetariër schiet nooit met spek, vischt nimmer achter het net of vangt bot, moet nooit ergens haring of kuit van heb ben. evenmin gaat zijn pijp uit; de zeer strengen vragen nooit:„lus je nog een eitje." Hij zal zelfs geen koe bij de horens nemen, nooit met „hondenweer" uitgaan. Ook geen hond er op uitsturen, geen kat in den zak koopen, maar ook evenmin de kat in het donker knijpen of haar do bel aanbinden. Hij zal geen slang aan zijn boezem koes teren of een aal bij den staart grijpen en geen paard van Troje in huis halen. Jacht- ater is voor hem „taboe". Hij zal met geen aardigen pisang uit vissohen kunnen gaan, noch een stok vin den om 'n hond te slaan. Hij zal ook nooit iemand met een dure pelsjas de oogen uit steken of den aebraden haan uithangen of zich met andermans veeren tooien en de dames (vegetarische natuurlijk) gaan nooit met een mof uit. Ook zal hij geen uilen naar Athene dragen. Hij eet natuurlijk geen blinde vinken en doet geen vlieg kwaad en zal geen knuppel in het hoenderhok wer pen en dan niet als de vos de passie pree- ken. Hij is ook geen hartendief en maakt geen troef met hartonaas. Evenmin aast hij op iets. Ik betwijfel het of hij moe als een paard kan zijn, dan wel slapen als een beer of loopen als een haas, of eten als een wolf; iets naëpen haat hij, ofschoon hij veel apenootjes eet (Hier komt nu met recht de aap uit de mouw). Koeping koes mag hij niet eten ook geen dent de lion of ezelsooren en koemis koetjing mag hij niet drinken, evenmin als een af treksel van schapenhaar (millefolium). Hij denkt er niet aan om van een mug (anopheles) een olifant te maken of paar- len voor de zwijnen te werpen. En modht hij dan ook met een weduwe trouwen, dan is dat voor hem nog geen reden om worst te eten; als anti-vivisec- tionist snijdt hij zichzelf trouwens niet gaarne in de vingers. Aan een vossenjacht kan hij niet meedoen. Man en vrouw leven nimmer als hond en kat. Zij zijn standers van de „hondenbelasting", tegen het gebruik van trek„honden' wel hij inconsequenterwijze het gebruik va/n trek,.torren" sterk aanbeveelt. Overi gens dopt hij zijn eigeh boontjes, ofschoon hij sinds Speenhof de smaak aan boonen verloren heeft Blauwe boonen lust hij heele maal niet Het kan zijn, dat hij als rauwkosteter als de bok op de haverkist zit, daarentegen het neusje van den zalm versmaadt, maar wel appeltjes voor den dorst bewaart Ook heeft een (strenge) vegetariër lievei een leege dop dan een half ei, en liever zal hij tien vogels in de lucht zien, dan er één in de hand te hebben. En (de strenge alweer) is never crying rer spilt milk. Hij is te humaan om boter in de galg te smeren en er is (bij den strenge natuurlijk) nooit sprake van boter tje tot den boom en hij gaat nooit met bo ter op het hoofd in de zon staan. Over zekere Izaken laat hij geen gras groeien, noch zal hij iemand het gras voor de voeten wegmaaien. Kamper uien vindt hij minder smakelijk, evenmin houdt hij van apekool. Het zal hem (den strenge) niet noodig zijn den put te dempen als het laat ste kalf verdronken is. Als hij tevens die renbeschermer is, zal hij het paard liever achter den wagen of ploeg spannen en zich zelf er vóór en is overigens te verstandig om een gekregen paard in den bek te zien. Er zijn er helaas onder die, uit liefde voor de dieren, nogal dikwijls oude koeien uit de sloot halen, terwijl mén er maar wei nige onder vindt, die hun schaapjes op het droge hebben, daarvoor hangen de druiven dikwijls te hoog. Gewoonlijk hebben zij veel kennis van „boomen", omdat men aan de vruchten den boom kent Zij komen soms in verdenking, omdat zij uit principe nimmer boter bij de visch kunnen doen, maar het is moeilijk veeren te plukken van een vegetarische kikker. Hij zal nooit de huid van een beer verkoopen of koopen, hetzij de beer al of niet geschoten is: Hij is een zeer beleefd man, want hij heeft nim mer vogeltjes onder zijn hoed. Zij heeten wetenschappelijk in tegenstel ling met omnivoren en herbivoren, fructi- voren, maar volgens een bevoegde autori teit (Speenhof) zijn het „boonivoren". Een vegetariër zal zich nimmer met ape- klleren laten occuleeren, hoewel een oude bok toch wel van een groen blaadje houdt. Een „rauwkosf'eter heeft nooit voor iemand een potje to vuur. Als anti-vivisec- tionist zal hij nimmer iemand het vuur aan de schenen leggen of iemand een lee- lijke pijp laten rooken. Evenmin zit hij zelf graag op heete kolen, ofschoon hij dol is op kool, vandaar dat hij nooit kool on geit zal sparen, doch slechts de lcool. Het is een feit, dat men over vegetarisme theorieën erkondigt, waarvan de sop de kool niet waard is. Ook zijn er vegetariërs, die hun oude schoenen, omdat ze van leder zijn, weg werpen, voordat zij nieuwe hebben. Van tijd tot tijd breekt zijn klomp. Er is slechts één stad in de geheele we reld, waar uitsluitend vegatariërs wonen, dat is de stad der houten hammen. (Wordt vervolgd). IJ ijn tegen- ,g". Hij is den", hoe- CORRESPONDENTIE J» Mw, A. Of hat b e s 1 i s t. mode is,' öa.t de bruid een wiitite Japon aan heeft? och, dat dioeit men maar eigen verkiezing. Veel hangt af van omstandigheden, leeftijd enz. Een bruid bijv. die met een weduwnaar trouwt zat het dikwijls niet doen, ook at te zij nog jong. In algemeen wordt wit imooler gevonden dan lichte kleuren. Men i ook in wandel- of reiscostuum trou wen. Als gezegd: het hangt van omstandig heden. persoonlijke voorkeur enz af. Men heeft in onzen tijd voor ad zulke dingen ndet meer zulke strenge regels waarvan niet mag worden afgeweken. Moet het at les bepaald precies naar den vorm vraagt U bet dam lens bij een modiste. In de kleeding ran den bruidegom geldt hetMfde: nmi mag gerust afwijken. GEZONDHEIDSRAAD Vandaag een schram, morgen bloedvergif tiging, indien gij niet elke wond doeltreffend verzorgt. Verander niets aan eleotrisch'e kachels en andere apparaten zoncler eerst den steker uit het stopcontact te halen. Omdraaien van den schakelaar aan den kachel is niet altijd vol doende. DE KUNST VAN LEZEN Daarover is reeds zeer vaak maar nooit teveel geschreven. Want nog steeds zijn er een massa menschen, voor wie lezen niet meer is dan tijdverlies en die voor zoover zij uit hun boeken nog wat hopen te lee- ren, dit meenen te kunnen doen, door een voudig alles te sliikken wat er staat. Gerard v. Eckeren vertelt het ons wel anders in het voorbericht van Het Neder- iandsche Boek. Daar lezen we o.a-: Er is geen geesteilijke werkzaamheid zoo veelvuldig en tevens zoo gebrekkig verricht als: het lezen. Voor de groote massa heeft lezen alleen de beteekenis van een middel, een middel ter verkrijging van allerlei. Waarlijk lezen is echter nooit middel, maar altijd doel. Door een middel trachten wij de ding-n naar ons toe tu halen een dool t-Of-l» ,»ns nan: ziet toe te halen. Wie dour middel van lectuur naar louter ont spanning zoekt (en die behoefte gevoelen wij ongetwijfeld allen op onzen tijd) handelt zeker beter en verstandiger dan wie menig ander middel van ontspanning te baat neemt dat in onze vindingrijke eeuw aan aillie kan ten ons wordt opgedrongen. Nochtans: wij blijven daarbij wat wij zijn: na de ontspan ning volgt een nieuwe spanning en zon tot in het eindelooze; het blijft een kringloop, een „slechte oneindigheid", om met een term van Bolland te spreken. Verheffen wij ons daarentegen tot het doel, ons door de ide- a'ïïteit van onzen geest gesteld, dan zien wij de wereld om ons heen veranderen cn veranderen wij zelf met haar. Zoodra lezen van middel tot doeil wordt, dan eerst wordt lezen een kunst en een hoo- ger genot Wat nu wordt er tot de kunst van lezen vereischt? Wie met alle geweld steeds eigen opvattingen, eigen inzichten in een boek te rug wil vinden, of er deze opvattingen iu legt zal nooit een goed lezer worden. Toch is lezen evenmin: zijn ziel"openstellen als een gevoeflige plaat, die alles mechanisch opneemt Lezen is een actief werkzaam zijn van onzen geest In den regel verkeert die geest in een soort van half-sluimer. Indien wij ons de menschelijke persoonlijkheid eens even denken als een vaste kern met daar omheen e enkrans van in elkaar overvloei ende grensgebieden, dan kunnen wij enc kern 'n menschen bovenzinnelijk wezen noe men en den onvasten, vloeienden omtrek het geheel van ervaringen, eigenschappen en overtuigingen, die voor een goed deel ons karakter en onze persoonlijkheid bepa len. Binnen het terrein van dien omtrelk be weegt zich onze geest als een dominospeler die de steenen schikt en herschikt naar een orde en regelmaat die geenszins willekeurig is, maar altijd aan bepaalde grenzen blijh gebonden. En slechts nu en dan worden die grenzen overschreden door een dieper inzicht zooals een lamp in een grot plotseling nieu we gebieden ophaalt uit tyet duister. De geest is uit zijn hajlf-sluimer ontwaakt en treedt actief, d.i. scheppend op. Iets dergelijks geschiedt met den geest van wie waarlijk leest. Lezen is. in zekeren zin, een scheppen zoo goed als schrijven scheppen is. Het is dan ook een waan, to meenen, dat voor den lezer door den auteur alles in kruiken en kannen is gedaan. De bekende waarheid, dat „tusschen de regels" dikwijls veel te lezen staat, kan ons hier ale waarschuwen. De geest van den lezer schrijft het boek mee. Hij is als de man van wien ik eens Carry van Bruggen in een lezing hoorde gewagen: die in een rij leege jassen, ergens in een garderobe, tegelijk de eige naars diens jassen aanschouwde De schrijver gaat den lezer, maar oolc de lezer gaat den schrijver tegemoet. En op de bladen van 't boek ontmoeten zij elkaar. Een boek dat voor ons niet, zij het in meerdere of in min dere mate, de beteekenis krijgt van een Ont moeting in den zin waarin sommige ontmoe tingen met bepaalde personen als onverge telijk in onze ziel gegrift blijven zulk een boek heeft zijn eigenlijke, hoogere, roeping aan ons gemist. Vele boeken kunnen die roeping niét o; niet volkomen vervullen omdat wij de kunst van lezen niet verstaan of niet beoefenen wililen. INSCHRIJVING VAN LEERLINGEN AAN DE IVSOOE-VAKSGHOLEN te Rotterdam Afdeelingen van de in 1911 Kon. Goedg. Vereen, van Modevakscholen in Nederland. DAMES (ook Jonge Meisjes, die in 't voorjaar de school verlaten) kunnen Ingeschreven worden, aan de scholen in 't WESTEN: SCHIETBAANLAAN 99, spreekuren Donderdags van 2—4 en van 7—9 nar; te KRALINGEN: ANNASTRAAT 5 (bij Av. Concordia), spreeknnr Dinsdags van 7—8 uur. te FEYENOQRD: BEYERLANDSCHELAAN 40, spreekuren Dinsdags van 45 en Vrijdags van 6—7 uur; Opleidingsscholen voor examen». Lessen voor eigen gebruik in het geheel zelfstandig leeren vervaardigen van alle voorkomende kleeding. handwerken, anz. Prospecti op aanvrage. Correspondentie- Directrice: adres: Seliietlmanlnnn II I. Tel. 33739. Mevr. S. A. VAN AMIJDE-PORS.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 3