ZATERDAG 29 MAART 1930
DE OPBOUW ONZER
WEERMACHT
de opleiding van de
recruten
II. (Slot).
Gaen geregeld verhaal.
DÜ tweede artikel kan. geen geregeld ver-
ial worden. Het gaat meer lijken op een
[ppcndelccn. Mozaïek zou mooier zijn, maar
tiu ding heeft toch ook z'u nut.
"luloroffjeiercn meenen, dat de oploi-
dii- i'. ui I-u niet deugt, dat de aanvul-
lide aanwijzingen groot nul kunnen doen,
jch'ilat v'.'le of sommige officiei'en niet voi-
toende medewerking verteenen en het werk
j^-rnatructeurs noodeloos verzwaren.
Die klachten worden op ernstige wijze
or'velen geuit; van een kankergeest blijkt
ils'1 wel van een streven, om wat ver-
i'njit is, in te halen, desnoods door langen
'zwaï'On dienst. Doch waaraan dan ook
.ehun'id zich mag onttrekken.
2uike nvcnschcn hebben er recht op dat
ic klachten gehoord cn onderzocht wor-
en; misschien is er overdrijving en mis-
trsüond in 't spel; zulks kan dan opgehel-
erdf worden. Misschien zijn er ook halfwas
Ificieren, niet wat leeftijd of rang Detroit,
ia4f jonge luitenants, die een hoc.g woord
oaren, geen ervaring of menschenkennis
jbben en zich gedragen als eon korporaal,
ie iets boven zijn stand leeft.
De topleiding van het leger heeft de zaak
jed aangepakt. Men heeft de veelgenoemde
pier van den commandant van het veld-
ièf'nibt toogezonden aan de officieren al
en,'met opdracht om de onderofficeren er
is'van te vertellen; neen, zij is aan deze
•jangliehbenden ter hand gesteld om er be
oorljjk kennis van te nemen.
Daar staan mooie dingen in, zeiden do
iilqrofficiercn tegen elkander. Het komt
u maar op de uitvoering aan. En hoe was
ue'l Zeer verschillend.
Ér was een compagnies-commandant, die
jpr het front der onderofficieren ging staan
i .hun (ongeveer) aldus toesprak: Onder-
Kicieren, de compagnie is achter, veel ach-
in de oefeningen. Laten wij samen nu
best doen om de schade in te halen en
Is 't ware
pen nieuw tijdperk
Xrvrij de Dienstorder no. 4328 trouw en
ujrjg in'de praktijk toepassen, dan kan er
eet'wat teil goede veranderen.
Daarop volgde een bespreking van de aan
uJ'lende aanwijzingen.
Geen enkel verstandig mensen zal bewe
en,-dat zoo n commandant, door eerlijk de
put te erkennen, iets van zijn gezag of pres-
wzal' inboeten.
Toch zijn er blijkbaar officieren, die zulks
leenrn en zich daarom in een mantel van
lïizhartigheid hullen, welke de wrevel van
iVondei-geschikten opwekt.
Lang.niet overal is een bespreking over
aorder gehouden. Menigmaal is deze in t
•heel niet opgevolgd. Doch wel wordt de
geëxploiteerd om den dienst der on-
'icieren te verzwaren.
Toen een ad].-onderofficier zich bij zijn
mte ging beklagen over een z.i. onbillij
ke'rtVnstindeelIng,- werd-die klacht niet on-
de man moest hooren: het is
JuSei cigan sciiuld.
Cfft '^oo'n bejegenin® den goeden geest
eitfreiert. zqi toch niemand willen beweren.
Jets anders.
Zij, die hum uiterste best doen om ons le
er afte-, breken, hebben zich danig ver
plakt* met de vermaning van minister
e'ckers inzake
het vloekverbod
Men kon zelfs de schandelijke satire lezen
Jt verbod is heelemaal verkeerd. In het
•er behóórt men te vloeken. De beste
beker is de beste officier.
Scknmige officieren schijnen het met deze
ijanden van het leger eens te zijn. Ze
loeken voor hun genoegen en schelden als
et plebs van de straat. We zullen geen
Bep. uit. hun woordenboek doen, maar het
idiep treurig, dat ze er zelf voor den troep
m staan te lachen. Zij zijn de ondermij-
trs van het gezag! J A
En dan die dwaze tegenstellingen; xoodat
m recruut nu eens als speelkameraad moet
fenen en dan weer uit de hoogte behan-
e!d wordt.
Eon majoor-hoofdinspecteur maakt een ca-
St-sérgcant een hevig standje, omdat deze
laiistaand officier) voor een „vulgair" ser-
ten't-majoor, een particuliere boodschap
ad gedaq.nl
Wat- een standsverblindingl (Schrijver de-
is maakte ook eens in de oogen van eenige
eeofficiercn een mal figuur, toen hij, vreem-
eting" in dit milieu, bij de eerste kennis
making' aan boord van een oorlogsschip,
bkele óndérófficieren een hand gaf.)
luitenants recruten „jongen" noemen
i_aL heel gewoon en bijna onschuldig. An-
iren gebruiken gaarne „pittiger" namen;
tfdervragen met een barschheid, dat de re-
ftten staan te beVen; gooien ze met een
feivang naar het hoofd of geven ze een
lomp in de buik.
ifaar.diezelfde bulderman gaat een vol
enti oogenblik met een mindere stoeien.
Wie haalt nu het prestige der meerderen
omlaag?
Dan zijn er, van wie men naar waarheid
getuigen kan, dat zij de onderofficieren en
manschappen lasten opleggen, zwaar om te
dragen; doch dat zij ze zelf met geen vinger
aanroeren.
Met Ijzeren vuist.
zal de nieuwe order uitgevoerd worden door
de onderofficieren.
Er wordt geoefend en zwaar bepakt mar-
cheeren recruten en onderofficieren naar het
terrein.
Het is niet erg, maar alle officieren
gaan er op de flets heen en begrijpen dan
later niet, dat de menschen moe zijn.
Of ook, men blijft eenvoudig thuis en valt
zelfs bij absentie van klascommandanten
niet in.
Er is
gebrek aan kader,
wordt algemeen beweerd en mogelijk is het
Maar nu zijn er vier opleidingsklassen. Er
wordt les gegeven, vaak van den vroegen
morgen tot den laten middag door een ser
geant-majoor en sergeants.
De grondslag-opleiding, we wezen er ln
't eerste artikel reeds terloops op, spreekt
van officieren en onderofficieren, die hij de
nstructie ingedeeld zijn; maar het schijnt
wel, dat luitenants dit voorschrift niet be
grijpen. Zc geven eenvoudig geen les.
Zelfs als zé speciaal voor een vak opge
leid zijn, kunnen ze het geen twee uur vol
houden; dan moet een sergeant, die al acht
uur les geeft er nog maar een uur bij ne
men.
Het komt natuurlijk ook voor, dat een
luitenant met ten speciale opleiding,
heelemaal geen les geeft in zijn lievelings
vak.
Dit zijn s'cchts enkele staaltjes uit de
voorraad gegevens, welke we ongevraagd
ontvingen. Voor ons doel is het o.i. voldoen
de Mant dat doel is: opbouw van onze
weermacht, door voorziening ln wat er te
kori komt tn wegneming van onrecht en
oubiUiikiieden.
Dc klacht, dat er gebrek aan kader is,
k)mt telkens weer naar voren.
Wij kunnen niet beoordeelen. of dat waar
is. Doch, dat het misschien aan de rege
ling kan liggen, werd ons ook duidelijk
gemaakt.
Zoo wijzen berichtgevers er op, dat het
groote Harskamp slechts door één wacht
commandant bewaakt wordt, doch dat voor
de vier kazernes te Amersfoort niet alleen
vier wachtcommandanten noodlg zijn, doch
bovendien vier sergeants als z.g. flantons
bij de twee ingangen.
Die sergeants zijn dus aan den werkelij-
kendienst onttrokken, terwijl hun taak best
vervuld kan worden door geschikte solda
ten.
Bezuiniging en efficiency.
Ten slotte eindigen we met een andere
opmerking.
Volgens ons gedane mededeelingen is de
gssst onder de onderofficieren
slecht, zeer slecht
Hebben ze ongelijk? Het is mogelijk. Maar
in hun kringen leeft de overtuiging, dat er
al veel gewonnen zou zijn, als een deskun
dige, onpartijdige commissie werd benoemd,
om naar een en ander een grondig en de
gelijk onderzoek in te stellen.
Officieren en onderofficieren staan te ver
van elkaar; ze begrijpen elkaar niet. Voor
een commissie zouden de onderofficieren
zich eens vrij en ongedwongen kunnen uit
spreken. Hun verklaringen, gezeefd en ge
controleerd, zouden misschien toestanden
aan het licht brengen, waarin verandering
noodig is.
En die verandering zou er dan ook moe
ten komen, al moesten de spaanders er
afvliegen. Want het gaat om onze weer
macht, om een groot nationaal bezit, ja, ten
principale om onze nationale zelfstandig
heid!
Wie het leger lief heeft, zwijgt niet, maar
spreekt en onderzoekt!
UIT DE ANTI-REV. PARTIJ.
PRAATAVOND TE BLESKEN SGRAAF
Op uitnood!ging van het bestuur der A. R.
Kiesvereeniging hield het Tweede—Kamerlid
Dr. J. Severfjn een z.g. praatavond.
Er was een flinke belangstelling.
Nadat de vergadering door den voorzitter
met gebed was geopend en hij een kort wel
komstwoord had gesproken, werd het woord
gegeven aan Dr. Severyn..
Door een zevental vraagstellers werden hem
vragen gesteld, rakende de samenwerking met
Rome, het stoelen op één wortel, het vrouwen
kiesrecht, stemplicht of opkomstplioht, wet op
de winkelsluiting, gelijkstelling op onderwijs
gebied en algemeen kiesrecht, art. 8 het A. B.
programma, enz.
Zeer uitvoerig werd op al deze vragen door
den spreker ingegaan en toen te ongeveer
10 uur alles was behandeld kon de voorzitter
als aller tolk naar waarheid zeggen, dat deze
proefneming buitengewoon geslaagd mocht
heeten.
Met de belofte, dat spreker gaarne fn het
volgend winterseizoen bereid zou zyn, weer
voor een dergelijke vergadering op te treden
eindigde de voorzitter de vergadering, waarna
Dr. Severyn voorging in dankgebed.
AMSTERDAM
MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON
IN 1928
77
Daar is, wij zagen het reeds ïn ons eer
ste artikel, groote verscheidenheid in de
zorg voor behoeftigen. Over enkele bijzon
dere takken, waarvan het verslag mededee-
ling doet, moeten wij nog spreken. Ze be
treffen allen een meer speciale zorg.
Ongehuwde moedert.
Een zevental vereenigingen houden zich
bezig met de zorg voor ongehuwde moeder»
en haar kinderen. Door sommige Tehuizen
worden zoowel moeders als kindoren opge
nomen, enkele zorgen uitsluitend voor de
kinderen.
Verzorgd werden 134 ongehuwde moeders
en 373 kinderen, hieronder waren 88 wetti
ge kinderen, waar ouders niet in de verple
ging konden voorzien. Deze cijfers zijn vrij
wel gelijk aan die van 1927. De uitgaven
f 76.6G8 konden uit de vrijwillige giften en
algemeene subsidie ruim worden gedekt
Zuigelingen-bewaarplaatsen.
In crèches weMen 1651 kinderen bewaard.
Ook deze arbeid vraagt een uitgave van
ruim een ton, waaraan door algemene sub
sidie door de gemeente f44.449 wordt bijge
dragen.
Onder patronaat van enkele instellingen
stonden 2133 kinderen. Men rekent hiervoor
een uitgave van bijna 199.000, welk bedrag
voor 1/3 gedeelte uit vrijwillige bijdragen
bijeengebracht wordt, terwijl 1/4 deel uit
subsidies van Rijk en Gemeente wordt ver
kregen.
Vacantiekolonlee.
Het werk voor de bleekneusjes breidt zich
uit. Toch is het algemeen oordeel dat hier
nog veel meer te doen is. Vooral nu geen
subsidie wordt gegeven voor gezinsverple
ging, zullen de uitgaven voor de vacantie-
fcolonies wel moeten stijgen.
In 1928 werden 6490 kinderen gemiddeld
ongeveer zes weken uitgezonden. Dat geeft
een aantal verpleegdagen van 196.294 en een
totaaluitgave van f502.348. Het leeuwen-aan-,
deel van deze kosten komt uit de subsidies
van Rijk, Provincie en Gemeente. Do bij
dragen der ouders bedroegen bijna f 92.000
of gerekend naar de verpleegdagen ongeveer
31 cent per dag.
Verpleging in Ziekenhuizen enz.
Als wij de cijfers der verpleegkosten zien
voor zieken en krankzinnigen, dan krijgen
wij weer eenigen kijk op den omvang van
onze ellende. Bijna 9 millioen waren de uit
gaven, verminderd met de terug-ontvangen
verpleeggelden en de huurwaarde der ge
bouwen.
Natuurlijk is dit niet armenzorg ln den
eigenlijken zin. Hier wordt betaald naar het
inkomen. Maar ieder die niet de volle ver-
pleegprijs betaald, ziet zich door de gemeen
te gesubsidieerd.
Naast deze hulp Is daar nog de genees
kundige verzorging buiten de Ziekenhuizen
en de Tuberculose bestrijding. Ook hier ko
men .vrij tot een bedrag aan
uitgaven boven het millioen
ln hoofdzaak uit de publieke kassen.
Onder dezelfde rubriek valt de wijkverple
ging die een offér van ruim één ton vroeg.
De helft van dit bedrag komt ten laste van
do Gemeentelijke wijkverpleging.
Dan is daar nog het Maatschappelijk
werk voor zieken, dat in hoofdzaak ten
laste van de Gemeente komt en „Hulp in de
Huishouding", die vorig Jaar niet minder
dan f143.444 vroeg, waarvan ook alweer
bijna een ton door de Gemeente wordt bij
gedragen en dan hebben wij onzen rondgang
bijna geëindigd.
Daar is nog het z.g.n.
■tationswerk
en de bescherming van vrouwen en meis
jes; maar dit-werk vraagt nog geen gewel
dige sommen en draagt ook weer een heel
speciaal karakter.
Wel moet nog gelet op de kosten van uit
besteding in huisgezinnen. Dit loopt over
1371 kinderen, waarvan 558 stadsbestedelin-
gen waren. De uitgaven voor deze uitbeste
ding stegen tot f 397.628.
Daar is natuurlijk nog wel eenige aiheid
die ligt in dit breede vlak, maar in het over
zicht niet is genoemd, maar dit is dan ar
beid van betrekkelijk geringe omvang en ze
wijzigt niet het totaalbeeld dat deze statis
tiek onB gaf.
.Wij komen tot een
totaal-uitgave voor den arbeid
die wij nu achtereenvolgens aanstipten van
[22,891,550. Daarvan kwam ten laste van het
Rijk f 497.006 en van de Provincie f 189.931
aan algemeene subsidies. De Gemeente heeft
bijgedragen aan algemeene subsidies en spe
ciale bijdragen f4.328.420. Daarnaast komen
dan de rechtstreeksche uitgaven der Ge
meente die f 13.983.563 hebben bedragen. Al-
zoo blijven aan rechtstreeksche uitgaven
der instellingen van weldadigheid f3.982.540.
Wij zien dus dat 80 pCt, door de Gemeente
marconi op. zijn 'jacht „elettra
Kerknieuws.
GEREFORMEERD COMITÉ DAVOS.
In dé laatste vergadering van het dage-
lijksch bestuur van genoemd Comité bracht
Dr. W. G. Harrenstein rapport uit van zijn
bezoek aan Davos in de maand Februari.
Tevens werd besloten dat de secretaris van
het Bestuur, Ds. J. van dar Meulen, in April
de reis daarheen zal maken, waartoe de
Kerkeraad van Soest hem verlof heeft toe
gestaan. Uit de mededeelingen, die Dr. Har-
re ns te in verstrekte, werd opnieuw met
groote vreugde en dankbaarheid geconsta
teerd hoezeer deze bezoeken worden gewaar
deerd. Van dp zijde van den Directeur en
de Directrice wordt de meest mogelijke me
dewerking verleend, terwijl Ds. ten Doorn-
kaat Kooiman ook ditmaal zijn Zondag-
schen dienst in het Sanatorium bereidwillig
afstond. Ditmaal werden niet minder dan
35 patiënten bezocht, zoodat de vraag werd
overwogen of een bezoek van 9 dagen wel
voldoende mag worden geacht Besloten
werd voorloopig nog aan dien tennijn vast
te houden, omdat het getal der te bezoeken
patiënten ditmaal abnormaal hoog was en
het bovendien moeilijk is predikanten voor
1 ongaren tijd uit hun werk in de Gemeente
los te maken.
Ofschoon de vrucht van den arbeid moei
lijk ia vast te stellen, werd toch met vreug
de gehoord naar het rapport van den ver
richten arbeid, dat andermaal bevestigde 't
groote belang en den rijken zegen van het
werk onder de zieken, die daar herstel van
gezondheid zoeken. Ln het geheel werden 62
bezoeken gebracht, Zondagsmorgens werd
godsdienstoefening gehouden en op een
weekavond werd een causerie gehouden
over achterbuurtwerk.
Uit het verslag van den penningmeester
bleek, dat véle Kerken een gavé voor dit
wérk afzonderen, maar dat er toch nog
meerdere zijn, die op de jaarlijksche aan
vrage van het Comité niets van zich laten
hooren. De hoop werd uitgesproken, dat
hierin verandering ten goede zal komen,
opdat de geestelijke verzorging der Gerefor
meerde patiënten en de geregelde littera
tuurzendingen zonder onderbreking kunnen
worden voortgezet.
DIACONIE.
In de Maart-aflevering van het „Diac.
Correspondentieblad" (uitg. J. H. Kok, Kam
pen) uit Mr. A. J. L. van Beeck Calkoen
ernstige teleurstelling over het voorstel van
de meerderheid der deputaten voor de li
turgische geschriften, dat aan de a.s. Gene
rale Synode der Geref. Kerken voorstelt het
wordt gedragen; 3 pCt door het Rijk en de
Pipvoncie en 17 pCt door de kerkelijke en
particuliere armenzorg.
Daar is helaas een climax in de uitgaven
der Overheid, althans voor wat betreft de
Gemeente. In 1919 waren de totaal-uitgaven
voor de Gemeente rond 11 y2 millioen in 1928
rond 18*4 millioen. Daarentegen stegen de
uitgaven der kerken enz. in die zelfde reeks
van jaren met niet meer dan ruitn een ton,
al. van f3.745.000 rond tot f3.892.000.
Procentisch Is dat een zeer groot verschil,
De Gemeente kwam van 73.5 op 80 pCt., de
particuliere weldadigheid zakte van 23,7 tot
17 pCt
Verbetering in de verhouding is zeker niet
te wachten zoolang er ook in sommige po
litieke kringen een ongezonde drang naar
uitzetting van de Overheidsbemoeiing blijft
bestaan. Dat is de dood voor de particuliere
weldadigheid. Aan den anderen kant zou
eendrachtige opbloei van het diaconaat en
het charitatieve leven, zeker de Overheids
bemoeiing kunnen inperken. Maar dit alles
vraagt een geestelijke spanning die wij mo
menteel nog niet waarnemen.
oude formulier te handhaven en alleen en
kele wijzigingen aan te brengen. Hij hoopt
alsnog, dat de Synode de weg van de door
de hoogleeraren Bouwman en Hoekstra in
gediende concepten zal volgen, opdat het
formulier een Schriftuurlijk en duidelijk
beeld geve van wat de taak moet zijn der
Diaconie.
Van Dr. J. Hoek volgt dan een ver-hande
ling over „de wijziging van het Formulier
van de bevestiging der Ouderlingen en Dia
kenen". Hij maakt daarbij op verschillende
punten een vergelijking tusschen: 1. het
overeenkomstig het voorstel der Synode-
deputaten gewijzigde oude formulier-; 2. het
concept-formulier ingediend bij de Synode
van Utrecht; en 3. het nieuwe concept-for
mulier thans bij de Synode ingediend door
de hoogleeraren Bouwman cn Hoekstra. Dr.
Hoek is van oordeel, dat, zoo de Synode niet
tot afzonderlijke formulieren besluit,
beslist de voorkeur gegeven moet worden
aan het reeds in 1923 aangeboden concept,
hier en daar gewijzigd en uitgebreid, over
eenkomstig die gedeelten van het concept-
BouwmanHoekstra, die op sommige pun
ten het concept-Utrecht nog verbeteren.
joden-zending
Ds. J. D. van der Velden, die de Stu
die-conferentie te Stuttgart meegemaakt
heeft, deelt daaromtrent in de „Kralingsche
Kerkbode" omstandig het verloop mede.
De vier vereenigingen voor de Jodenzeip
ding, die in Dultschland en in Zwitserland
bestaan Berlijn, Keulen, Leipzig en Ba
zel roepen ieder jaar een Conferentie
samen om meerdere kennis van de Zending
'ónder de Joden te verkrijgen en meteen
.broederlijke gepieensohap te oefenen ter be
vordering van de komst van Gods Konink
rijk.
Voor de vijfde maal werd thans van 3 tot
5 Maart j.l. vergaderd en wel te Stuttgart
in Wurtemberg. Ds. J. Douma, Ds. J. J.
M i ed e m a, Ds. J. v. Nes en Ds. J. D. v.
d. Velden trokken er heen.
't Was er hard werken, vertelt Ds. van
der Velden. Ge bewondert de taaiheid, het
geestelijk uithoudings-vermogen der Duit-
sche broederen. Dat zouden we hier in Hol
land niet volhouden. Maandagsavonds van
810, Dinsdags van 9 uur 's morgens tot 10
uur 's avonds, alleen onderbroken door een
pauze van een paar uren en dan Woens
dags van 9 uur 's moi^ens tot half twaalf
s' avonds, toen de bijeenkomst gesloten
werd. Ingespannen moest ge luisteren. Het
was heusch geen lichte kost. En dan in een
vreemde taal. Maar 't is de moeite en ook
wat moeheid waard.
We beleven wel een wonderen tijd. Aller-
lei vragen dringen zich naar voren, waar
vroeger weinig over gedacht en gesproken
werd. Terecht spreken de Duitsohers van
„die Judenfrage".
De 80-jarige Professor A. Schlatter,
uit Tübingen, hield een voordracht over:
„Do Nieuw-Testamentlsche regel voor het
verkeer van den Christen met de Joden".
Vol vuur sprak hij, en ge zoudt niet gedacht
hebben, dat hij zulk een leeftijd had. Hoofd
gedachte was in alles het „Christen zijn" te
bewijzen in den omgang met de Joden, ze
vriendschappelijk tegemoet te treden. We
hebben te veel theorie, te weinig een le
vend en belevend Christendom. En dan niet
van den Christen getuigen, maar van Chris
tus, zoodat de Jood moet zeggen: „Ik heb
gehoord de stem van Hem, die zegt: „Kom
tot Mij, allen, die vermoeid en beladen
zijt". Vooral dienen we met de zekerheid
des geloofs te komen, met het „Wij weten".
Niet met twijfel. Ook moeten we nooit den
indruk geven van proselietenmakerij. En
dan dienen we niet alleen met uiterlijke be
wijzen te komen, zelfs uit het Oud-Testa
ment, maar tevens en vooral de liefdesge
meenschap laten spreken. De arbeid is
moeilijk, het is gemakkelijker een Jood
„kerkelijk" dan „Christelijk" te maken.
Bijna 2 uren sprak deze grijsaard, ernstig
krachtig.
Dinsdagmiddag was het zeker wel het
hoogtepunt der Conferentie. Het wus een
kerk-historisch unicum, dat een geleerde'
Jood, Dr. Martin Buber in den kring van
Christenen sprak over „Dc ziel van het Jo
dendom". Dat eerwaardig Joden-type ver
geten we nooit. Volle twee uren duurde zijn
doorwrocht referaat
In alles kwam voor ons, Christenen, de
armoede uit van het Jodendom, al werd het
ook op krachtige wijze verdedigd door den
Joodschen redenaar.
Hij begon met op het eigenaardige te wij
zen, dat hij, als Jood, uitgenoodigd was om
in dezen kring te spreken, maar hij had
niet willen weigeren. Hij wilde niet spre
ken over de Mozes-lcer; maar over dc Jo
den-ziel, de Jacobsziel.
De Jood golooft ten volle niet aan iets,
maar aan iemand, aan God, en dat geloof is
Godsbet rouwen. Een ongoloovige Jood is
eigenlijk ontzield. De Jood erkent al de ver-
schijningsvormcn, geheel dc openbaring
Gods. God is wel volkomen de onbegrijpe
lijk, maar wij naderen met geheel naieve
kinderlijkheid tot Hem. Naief, dat wil niet
zeggen „geleerd", maar werkelijk als
•mensch tot onzen Schepper.
Wij geloovcn niet, zoo sprak hij, wat de
Christelijke Theologie zegt: Gad zou ophou
den God te zijn, als Hij Zijn eer niet hand
haafde.
Dan vreest de Jood God. Wat is dc vreeze
Gods? Het gezicht van het groot onder
scheid tusschen God en mensch; het in
zicht in de onbegrijpelijkheid Gods, ook in
den weg des lijdens. En die vreeze Gods
voert tot liefde Gods. In den weg Gods gaan,
beteekent, volgens hem, naar het beeld Gods
leven, de imitatio Dei, de navolging Gods.
Nu was er bij ieder en hier kwam de
Pelagiaan om den hoek gluren een be
gin, een „Anfang", de mensch moet begin
nen den weg Gods te gaan en dan heeft hij
verder Gods genade noodig. God wil hem
helpen om te voleinden, maar hij zelf moet
beginnen. Dat begin moet niet zijn een bloo-
te geloofsact ie, maar als 't ware een inleven
in God, in Zijn weg en dan vernieuwt God
steerls dat aandeel des menschen, dat be
gin.
Er moet als 't ware een tweegesprek zijn.
God spreekt en de mensch antwoordt. Het
is mogelijk, dat do mensch valsch antwoordt
of niet antwoordt. Maar als hij in zijn doen
en laten God antwoordt, dan voleindt de ge
nade Gods alles.
En dat is dan eigenlijk do verlossing. De
verzoening is nooit volmaakt, ge kunt niet
spreken van een verzoening, die geschied
is, neen, deze gaat altijd door tot de volein
diging van het Rijk Gods. Hier haalde hij
zelfs een woord van Jezus aan, n.l. dat de
geweldigere het rijk Gods nemen met ge
weld.
De verlossing, der wereld kan dus nooit
in het „perfectum" gesteld worden, maar
wordt langzamerhand voltrokken. Aan
het slot zei hij met sympathieke stem: Wij
hebben één boek gemeen (het Oud-Testa
ment). Wij hebben één verwachting ge
meen (het voleindigd rijk Gods).
Vanzelf ontbrak bij dit alles de Christus.
De erfzonde werd geloochend, de vloek der
wet en dus ook de volmaakte verzoening
door het eenig zoenoffer Christus werd mis
kend.
Arm Jodendom!
Opmerkelijk, achter op het podium was
een witte figuur van den Christus afge
beeld met het onderschrift: „Hij is onze
vrede".
Daar stond de geleerde Jood met zijn rug
naar toe. Dat was in de werkelijkheid ook
zoo. En toch, zoo'n eerwaardig vroom
Joodsoh type!
En in stilte bidt ge: Heere, open dezen
Jood het geestelijk oog, dat hij Jezus zie!
IN- EN UITW. ZENDING.
De a.9. voorjaarsvergadering van het Ned.
Luthersch Genootschap voor In- en Uitwen
dige Zending wordt gehouden te Den Haag
in Maison Brommer op 23 April a.s. Aan
den avond van dien dag wordt in de Luther-
sche Kerk een feestelijke samenkomst gehou
den, waarin spreken zullen de predikanten
H. C. Zwahlcr, C. C. G. Visser en Joh. J. Si
mon, resp. van Den Haag, Rotterdam en
Gouda, en waarbij het Luth. Kerkkoor zich
zal laten hooren.
Land- en Tuinbouw.
DE NIEUWE AARDAPPELOOGST.
Voor de aardappelmeelfabrieken in Gn>
ningen worden aardappelen van den nieu
wen oogst opgekocht voor f 60 per 10.000 K.G,
CENTRALE FOKVEEDAG
TE ROTTERDAM
De prov. Bond van rundveefokvereenigingeit
in Zuid-Holland zal beslissen over een be
stuursvoorstel, om op 17 of IS Sept. e.k. te
Rotterdam een centrale fokveedag te houclcu,
DE BIETENBOITW
Men meldt ons uit Oude Tonge:
In verband niet de zeer lage prijzen der ge
wassen bestemd voor den handel, gaan meer
en meer landbouwers zich toeleggen op de
bietenverbouw. Als gevolg daarvan worden
reeds vele contracten afgesloten.
FEUILLETON
Onder Zijn vleugelen
Door ZENOBIA BIRD.
(21
Warren's kerk was een der grootste van
e stad en zijn predikant was een streng,
iDig-geLoovig kind Gods. Het aantal leden
ras .-groot en de opkomst vrij goed, maar
(arren wist evenwel te goed van de te-
Jrstellinge'n en ontmoediging die zelfs de-
raan van tijd tot tijd bestrijden moest,
lede dóór de onverschilligheid, slapheid
i nalatigheid van de meeste zijner leden,
el werkelijke ledenaantal was bijna het
uLbele van het aantal zitplaatsen in de
erk en hij wist, dat hij het recht had ze
>0Wel 's morgens als 's avonds goed ge-
ald te verwachten.
Hij werkte hard; z'n preeken waren uit-
'*kend en, hij wist, dat hij de nooden van
ij ij gemeente zooveel mogelijk op den
corgrond bracht wanneer ze nu maar
vamen; maar telkens opnieuw werd hij
lierin teleurgesteld, 'n Kleine regenbui hield
f- meerderheid rustig thuis.
Warben scheen deze week evenals Ned in
n dat de oneer niet aan den Diminée of
"kwam,maar dat het hoofdzakelijk
üverschjlligheid en nalatigheid was
-.voor derv Christus die zij zeiden lief te heb-
.'Ji len en den Cod die zij zeiden te aanbidden
tn te dienerïk Hij zugLdat:zij.n .eigem caiver-
Ailligheid voor vele bijeenkomsten voort-
ftuot uit zijn gebrek aan liefde tot den
Heiland en het negeeren van zijn Bijbel en
gebeden. Nu zag hij in dat 'n groote hoe-
eelheid zielen voorbij ging zonder de blijde
boodschap van het Evangelie dat hen alleen
kon redden en dat dit evonzoo goed de
schuld was van de onverschilligheid der
Christenen als van fouten in de kerk.
Ned vervolgde: „Ben je niet blij dat wij
tot kerken behooren waar het Woord wordt
gepredikt? Ik zou geen raad weten, wan
neer ik in de plaats van de jonge Brink, uit
onze gToep was. 1-lij zei, dat zijn predikant,
hoewel 'h sympathiek mensch modern is en
hij gelooft van iedere kerk in zijn stad het
zelfde.
Nu hoopt hij een groep ware Christenen
te vinden om vriendschap mee te sluiten of
anders 'n Bijbelklas of Bidstond te organi-
seeren. wel wetend dat hij hoofdzakelijk op
zijn Bijbel en goede hoeken zal moeten
teeren."
„Ja dat is het beste, wat hij doen kan, en
heit is aan ons, Ned, om de kerk te helpen,
hoe of waar we kunnen. Ik zal er niet veel
over spreken maar mijn predikant zal mij
vinden waar mijn plaats is, en mijn Zon-
dagsschoolleoraar, ook. O Ned, hij is een
fijne vent!
Maar de sluiting en het afscheid was daar.
Dikwijls werd de hoop uitgesproken „tot
volgend jaar!" Warren en Ned zooals zoo
vele anderen hadden nieuwe vrienden ont
moet en Warren vooral had een gesprek om
nooit te vergeten gehad met een der leiders.
Sommigen verlieten Keswick dien avond en
anderen den volgenden morgen; teruggaande
naar huis om nieuwe problemen te ontmoe
ten, maar bezield met niéuwe kracht en.met
de nieuwe overtuiging dat „Zijn genade ge-
HOOFDSTUK XIV,
Het Vervolg.
De heer Rodman had voor zijn jongen
vriend gebeden, toen deze naar de conferen
tie ging en gedurende zijn verblijf aldaar.
Een kort briefje had hem verteld dat zijn
gebeden verhoord waren, maar nu wachtte
hij ongeduldig zijn terugkeer. De beide jon
gens gingen naar zijn huis, den avond na
hun thuiskomst en verblijdden zijn hart
door zoo goed zij konden alle gebeurtenis
sen hem te verhalen. Warren werd gevraagd
de les van zijn klasse a.s. Zondag over te
nemen en iets te vertellen over zijn uit
stapje en zijn eigen persoonlijk getuigenis
af te leggen of eenige bij bellessen en zen
dingsfeiten te vertellen die hij daar gehoord
had. Hij gaf iets van alle drie, zonder even
wel te weinig plaats te geven aan zijn erva
ringen welke hij voelde dat er toe hadden
bijgedragen deze vacantia zoo best te doen
slagen.
Ned bracht zijn rapport uit ln zijn kerk
en het enthousiasme van deze recruut, die
een regelmatig geïnteresseerde medewerker
werd in alle vergaderingen, bracht nieuwe
vreugde in de eeuidgszins ontmoedigde
kleine gemeente. Hij slaagde er in om hun
attentie te brengen op dat deel van hun
reglement, dat vroeg de regelmatige verga
deringen der kerk te ondersteunen en het
hart van don predikant was verblijd te zien
hoe een klein groepje zich interesseerde
voor de regelmatige bidstond, midden in de
week.
In de hftrfst was„er_gen oiigewoon te., kort
aan onderwijzers in de Zondagsschool van
i Warren en zijn predikant kwam op een
avond na afloop van den dienst bij hem om
te vragen of hij 'n klasse „echte" jongens
zou willen nemen. Deze^klas had een eenigs
zins slechte reputatie en 'n jaar geleden zou
Warren beslist geweigerd hebben zonder
eenige aarzeling. Maar nu vroeg hij eenigen
bedenktijd. Hij wist, dat het beteekende:
hard werken, veel studie en voorbereiding;
hij wist dat het den tijd- zou nemen die
hem nu restte voor pleizier als voor zijn
zaken, maar grooter dan deze overwegin
gen groeide er sterker en helderder 'n ge
voel van voorrecht.
Eén blik naar 't kruis van Golgotha
maakte alles te niet in het licht van die
opoffering. Hij ging naar zijn predikant en.
zei dat hij 'tzou doen met volle animo. Een
apprécieerende handdruk en een hartelijk
„dank U. de Heere zegene U", toonde hem
ziin voldoening. Hij had lang en vurig ver
langd naar een grooteren werkkring voor
deze knappe zakenman, die dat voelde
hij een goeden invloed op jongens van
dien leeftijd zou uitoefenen. Warren had de
predikant slechts weinig van zijn ervarin
gen dien zomer verteld, maar de verande
ring en de warmte in zijn geestelijk leven
was niet onopgemerkt gebleven door de
vriendelijke oogen die verlangden juist
zulke daden van Gods wonder werkende
kracht in menschen harten te zien.
In zijn zaken cn maatschappelijk leven
was Warren bekend als een goed man, *n
beste chef, maar zijn natuurlijke gereser
veerdheid op geestelijk gebied was onder
streept door hot feit dat hij verscheidene
jaren geleden nauwelijks wist wat hij ge
loofde. Heel zelden-, maar sorak hij over
had hij het tot een gewoonte gemaakt over
ziin God te spreken, wanneer er maar ge
legenheid toe was. En hij had van de con
ferentie meegebracht een kleine tekst: „Gij
zijt Mijne getuige" en had ddt opgehangen
boven zijn lessenaar. Eiken morgen bij 't
begin van zijn werk keek hij naar die
woorden en 'fluisterde een gebed dat God
hem een geloovig en getrouw getuige zou
maken dien dag hetzij door handel, wandel
of woord.
Er waren gelegenheden, wanneer hij een
woord van aanmoediging of waarschuwing
kon spreken tot menschen die in zijn dienst
Op een avond viel hem het geluk ten deel
een jonge man die in groote moeilijkheden
was tot God te leiden, cn later zag hij dezen
zelfden kerel wonderlijk gelukkig vereenigd
met zijn jonge vrouw.
Nog iets anders maakte hij tot een onder-
we.ro van gebed, n.l. het uitzien naar hen
die niet naar de Kerk of Zondagsschool
kwamen. Niet alleen verdubbelde zijn jon
gensklas in aantal, maar hij bracht voort
durend jonge menschen naar den heer Rod
man, en menige man of vrouw r.at van tijd
tot tijd onder de prediking van het Evan
gelie in do Green Avenuekerk door de
vriendelijke uitnoodiging van dezen Chris-
telijken zakenman.
Het was een drukke maar gelukkige
herfst en winter voor Warren Hethrington.
He beste, die hij ooit meegemaakt had. Zijn
zaken gingen zeer voordeellg, toen hij meer
en meer de Heere Christus als zijn onge
meen e stille compagnon in al zijn zaken
df.eldg.. Hij, shield .vqu de ^voorden „Wien. ik
een uitnoodiging om voor de Jongemarmen-
Vereeniging in een stad eenige mijden v«v
der gelegen, te spreken. Hij hield niet van
spreken in 't publiek, maar soms werd hij
er toe overgehaald en hij was altijd tot wer
kelijke zegen van zijn hoorders.
Hij was vooral in trek als spreker voor
jongelui; menige jonge man had zich War
ren Hethrington als ideaal gesteld.
Dié weck was net een ongewoon drukke
voor Warren. Zijn zaken en verscheidene
kerkelijke vergaderingen en zijn klas vroe
gen Zijn aandacht. Hij sloeg de uitnoodiigng
af en hoopte dat ze makkelijk een anderen
spieker vinden zouden.
Het comité echter wilde van geen weige
ring weten en hield aan en dus moest hij
gaan. Daar het treinverkeer vrij geregajd
was, kwamen ze overeen hem aan het j»
tion te ontmoeten en hem tijdig voor de
laatste trein weer daar te brengen.
Toen hij dien avond om 12 uur naar huis
kwam, leunde hij met gesloten oogen ach
terover. Hij had zich werkelijk vermaakt
dien avond, er waren veel jongelui ge
weest en hij had ongewone vrijheid van
spreken gehad: maar hij was moe, dat
moest hij toegeven.
Plotseling opende hij de oogen, opge
schrikt door een eigenaardig gevoel als had
iemand hem geroepen, en dacht hij aan
Hilda Carroll. Nauwelijks één gedachte had
hij aan haar gewijd de laatste maanden,
waarvandaan en waarom kwam de ge
dachte aan haar tot hem vanavond?
(Wórdt verv