ZATERDAG 29 MAART 1930 DE OPBOUW ONZER WEERMACHT de opleiding van de recruten II. (Slot). Gaen geregeld verhaal. DÜ tweede artikel kan. geen geregeld ver- ial worden. Het gaat meer lijken op een [ppcndelccn. Mozaïek zou mooier zijn, maar tiu ding heeft toch ook z'u nut. "luloroffjeiercn meenen, dat de oploi- dii- i'. ui I-u niet deugt, dat de aanvul- lide aanwijzingen groot nul kunnen doen, jch'ilat v'.'le of sommige officiei'en niet voi- toende medewerking verteenen en het werk j^-rnatructeurs noodeloos verzwaren. Die klachten worden op ernstige wijze or'velen geuit; van een kankergeest blijkt ils'1 wel van een streven, om wat ver- i'njit is, in te halen, desnoods door langen 'zwaï'On dienst. Doch waaraan dan ook .ehun'id zich mag onttrekken. 2uike nvcnschcn hebben er recht op dat ic klachten gehoord cn onderzocht wor- en; misschien is er overdrijving en mis- trsüond in 't spel; zulks kan dan opgehel- erdf worden. Misschien zijn er ook halfwas Ificieren, niet wat leeftijd of rang Detroit, ia4f jonge luitenants, die een hoc.g woord oaren, geen ervaring of menschenkennis jbben en zich gedragen als eon korporaal, ie iets boven zijn stand leeft. De topleiding van het leger heeft de zaak jed aangepakt. Men heeft de veelgenoemde pier van den commandant van het veld- ièf'nibt toogezonden aan de officieren al en,'met opdracht om de onderofficeren er is'van te vertellen; neen, zij is aan deze •jangliehbenden ter hand gesteld om er be oorljjk kennis van te nemen. Daar staan mooie dingen in, zeiden do iilqrofficiercn tegen elkander. Het komt u maar op de uitvoering aan. En hoe was ue'l Zeer verschillend. Ér was een compagnies-commandant, die jpr het front der onderofficieren ging staan i .hun (ongeveer) aldus toesprak: Onder- Kicieren, de compagnie is achter, veel ach- in de oefeningen. Laten wij samen nu best doen om de schade in te halen en Is 't ware pen nieuw tijdperk Xrvrij de Dienstorder no. 4328 trouw en ujrjg in'de praktijk toepassen, dan kan er eet'wat teil goede veranderen. Daarop volgde een bespreking van de aan uJ'lende aanwijzingen. Geen enkel verstandig mensen zal bewe en,-dat zoo n commandant, door eerlijk de put te erkennen, iets van zijn gezag of pres- wzal' inboeten. Toch zijn er blijkbaar officieren, die zulks leenrn en zich daarom in een mantel van lïizhartigheid hullen, welke de wrevel van iVondei-geschikten opwekt. Lang.niet overal is een bespreking over aorder gehouden. Menigmaal is deze in t •heel niet opgevolgd. Doch wel wordt de geëxploiteerd om den dienst der on- 'icieren te verzwaren. Toen een ad].-onderofficier zich bij zijn mte ging beklagen over een z.i. onbillij ke'rtVnstindeelIng,- werd-die klacht niet on- de man moest hooren: het is JuSei cigan sciiuld. Cfft '^oo'n bejegenin® den goeden geest eitfreiert. zqi toch niemand willen beweren. Jets anders. Zij, die hum uiterste best doen om ons le er afte-, breken, hebben zich danig ver plakt* met de vermaning van minister e'ckers inzake het vloekverbod Men kon zelfs de schandelijke satire lezen Jt verbod is heelemaal verkeerd. In het •er behóórt men te vloeken. De beste beker is de beste officier. Scknmige officieren schijnen het met deze ijanden van het leger eens te zijn. Ze loeken voor hun genoegen en schelden als et plebs van de straat. We zullen geen Bep. uit. hun woordenboek doen, maar het idiep treurig, dat ze er zelf voor den troep m staan te lachen. Zij zijn de ondermij- trs van het gezag! J A En dan die dwaze tegenstellingen; xoodat m recruut nu eens als speelkameraad moet fenen en dan weer uit de hoogte behan- e!d wordt. Eon majoor-hoofdinspecteur maakt een ca- St-sérgcant een hevig standje, omdat deze laiistaand officier) voor een „vulgair" ser- ten't-majoor, een particuliere boodschap ad gedaq.nl Wat- een standsverblindingl (Schrijver de- is maakte ook eens in de oogen van eenige eeofficiercn een mal figuur, toen hij, vreem- eting" in dit milieu, bij de eerste kennis making' aan boord van een oorlogsschip, bkele óndérófficieren een hand gaf.) luitenants recruten „jongen" noemen i_aL heel gewoon en bijna onschuldig. An- iren gebruiken gaarne „pittiger" namen; tfdervragen met een barschheid, dat de re- ftten staan te beVen; gooien ze met een feivang naar het hoofd of geven ze een lomp in de buik. ifaar.diezelfde bulderman gaat een vol enti oogenblik met een mindere stoeien. Wie haalt nu het prestige der meerderen omlaag? Dan zijn er, van wie men naar waarheid getuigen kan, dat zij de onderofficieren en manschappen lasten opleggen, zwaar om te dragen; doch dat zij ze zelf met geen vinger aanroeren. Met Ijzeren vuist. zal de nieuwe order uitgevoerd worden door de onderofficieren. Er wordt geoefend en zwaar bepakt mar- cheeren recruten en onderofficieren naar het terrein. Het is niet erg, maar alle officieren gaan er op de flets heen en begrijpen dan later niet, dat de menschen moe zijn. Of ook, men blijft eenvoudig thuis en valt zelfs bij absentie van klascommandanten niet in. Er is gebrek aan kader, wordt algemeen beweerd en mogelijk is het Maar nu zijn er vier opleidingsklassen. Er wordt les gegeven, vaak van den vroegen morgen tot den laten middag door een ser geant-majoor en sergeants. De grondslag-opleiding, we wezen er ln 't eerste artikel reeds terloops op, spreekt van officieren en onderofficieren, die hij de nstructie ingedeeld zijn; maar het schijnt wel, dat luitenants dit voorschrift niet be grijpen. Zc geven eenvoudig geen les. Zelfs als zé speciaal voor een vak opge leid zijn, kunnen ze het geen twee uur vol houden; dan moet een sergeant, die al acht uur les geeft er nog maar een uur bij ne men. Het komt natuurlijk ook voor, dat een luitenant met ten speciale opleiding, heelemaal geen les geeft in zijn lievelings vak. Dit zijn s'cchts enkele staaltjes uit de voorraad gegevens, welke we ongevraagd ontvingen. Voor ons doel is het o.i. voldoen de Mant dat doel is: opbouw van onze weermacht, door voorziening ln wat er te kori komt tn wegneming van onrecht en oubiUiikiieden. Dc klacht, dat er gebrek aan kader is, k)mt telkens weer naar voren. Wij kunnen niet beoordeelen. of dat waar is. Doch, dat het misschien aan de rege ling kan liggen, werd ons ook duidelijk gemaakt. Zoo wijzen berichtgevers er op, dat het groote Harskamp slechts door één wacht commandant bewaakt wordt, doch dat voor de vier kazernes te Amersfoort niet alleen vier wachtcommandanten noodlg zijn, doch bovendien vier sergeants als z.g. flantons bij de twee ingangen. Die sergeants zijn dus aan den werkelij- kendienst onttrokken, terwijl hun taak best vervuld kan worden door geschikte solda ten. Bezuiniging en efficiency. Ten slotte eindigen we met een andere opmerking. Volgens ons gedane mededeelingen is de gssst onder de onderofficieren slecht, zeer slecht Hebben ze ongelijk? Het is mogelijk. Maar in hun kringen leeft de overtuiging, dat er al veel gewonnen zou zijn, als een deskun dige, onpartijdige commissie werd benoemd, om naar een en ander een grondig en de gelijk onderzoek in te stellen. Officieren en onderofficieren staan te ver van elkaar; ze begrijpen elkaar niet. Voor een commissie zouden de onderofficieren zich eens vrij en ongedwongen kunnen uit spreken. Hun verklaringen, gezeefd en ge controleerd, zouden misschien toestanden aan het licht brengen, waarin verandering noodig is. En die verandering zou er dan ook moe ten komen, al moesten de spaanders er afvliegen. Want het gaat om onze weer macht, om een groot nationaal bezit, ja, ten principale om onze nationale zelfstandig heid! Wie het leger lief heeft, zwijgt niet, maar spreekt en onderzoekt! UIT DE ANTI-REV. PARTIJ. PRAATAVOND TE BLESKEN SGRAAF Op uitnood!ging van het bestuur der A. R. Kiesvereeniging hield het Tweede—Kamerlid Dr. J. Severfjn een z.g. praatavond. Er was een flinke belangstelling. Nadat de vergadering door den voorzitter met gebed was geopend en hij een kort wel komstwoord had gesproken, werd het woord gegeven aan Dr. Severyn.. Door een zevental vraagstellers werden hem vragen gesteld, rakende de samenwerking met Rome, het stoelen op één wortel, het vrouwen kiesrecht, stemplicht of opkomstplioht, wet op de winkelsluiting, gelijkstelling op onderwijs gebied en algemeen kiesrecht, art. 8 het A. B. programma, enz. Zeer uitvoerig werd op al deze vragen door den spreker ingegaan en toen te ongeveer 10 uur alles was behandeld kon de voorzitter als aller tolk naar waarheid zeggen, dat deze proefneming buitengewoon geslaagd mocht heeten. Met de belofte, dat spreker gaarne fn het volgend winterseizoen bereid zou zyn, weer voor een dergelijke vergadering op te treden eindigde de voorzitter de vergadering, waarna Dr. Severyn voorging in dankgebed. AMSTERDAM MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON IN 1928 77 Daar is, wij zagen het reeds ïn ons eer ste artikel, groote verscheidenheid in de zorg voor behoeftigen. Over enkele bijzon dere takken, waarvan het verslag mededee- ling doet, moeten wij nog spreken. Ze be treffen allen een meer speciale zorg. Ongehuwde moedert. Een zevental vereenigingen houden zich bezig met de zorg voor ongehuwde moeder» en haar kinderen. Door sommige Tehuizen worden zoowel moeders als kindoren opge nomen, enkele zorgen uitsluitend voor de kinderen. Verzorgd werden 134 ongehuwde moeders en 373 kinderen, hieronder waren 88 wetti ge kinderen, waar ouders niet in de verple ging konden voorzien. Deze cijfers zijn vrij wel gelijk aan die van 1927. De uitgaven f 76.6G8 konden uit de vrijwillige giften en algemeene subsidie ruim worden gedekt Zuigelingen-bewaarplaatsen. In crèches weMen 1651 kinderen bewaard. Ook deze arbeid vraagt een uitgave van ruim een ton, waaraan door algemene sub sidie door de gemeente f44.449 wordt bijge dragen. Onder patronaat van enkele instellingen stonden 2133 kinderen. Men rekent hiervoor een uitgave van bijna 199.000, welk bedrag voor 1/3 gedeelte uit vrijwillige bijdragen bijeengebracht wordt, terwijl 1/4 deel uit subsidies van Rijk en Gemeente wordt ver kregen. Vacantiekolonlee. Het werk voor de bleekneusjes breidt zich uit. Toch is het algemeen oordeel dat hier nog veel meer te doen is. Vooral nu geen subsidie wordt gegeven voor gezinsverple ging, zullen de uitgaven voor de vacantie- fcolonies wel moeten stijgen. In 1928 werden 6490 kinderen gemiddeld ongeveer zes weken uitgezonden. Dat geeft een aantal verpleegdagen van 196.294 en een totaaluitgave van f502.348. Het leeuwen-aan-, deel van deze kosten komt uit de subsidies van Rijk, Provincie en Gemeente. Do bij dragen der ouders bedroegen bijna f 92.000 of gerekend naar de verpleegdagen ongeveer 31 cent per dag. Verpleging in Ziekenhuizen enz. Als wij de cijfers der verpleegkosten zien voor zieken en krankzinnigen, dan krijgen wij weer eenigen kijk op den omvang van onze ellende. Bijna 9 millioen waren de uit gaven, verminderd met de terug-ontvangen verpleeggelden en de huurwaarde der ge bouwen. Natuurlijk is dit niet armenzorg ln den eigenlijken zin. Hier wordt betaald naar het inkomen. Maar ieder die niet de volle ver- pleegprijs betaald, ziet zich door de gemeen te gesubsidieerd. Naast deze hulp Is daar nog de genees kundige verzorging buiten de Ziekenhuizen en de Tuberculose bestrijding. Ook hier ko men .vrij tot een bedrag aan uitgaven boven het millioen ln hoofdzaak uit de publieke kassen. Onder dezelfde rubriek valt de wijkverple ging die een offér van ruim één ton vroeg. De helft van dit bedrag komt ten laste van do Gemeentelijke wijkverpleging. Dan is daar nog het Maatschappelijk werk voor zieken, dat in hoofdzaak ten laste van de Gemeente komt en „Hulp in de Huishouding", die vorig Jaar niet minder dan f143.444 vroeg, waarvan ook alweer bijna een ton door de Gemeente wordt bij gedragen en dan hebben wij onzen rondgang bijna geëindigd. Daar is nog het z.g.n. ■tationswerk en de bescherming van vrouwen en meis jes; maar dit-werk vraagt nog geen gewel dige sommen en draagt ook weer een heel speciaal karakter. Wel moet nog gelet op de kosten van uit besteding in huisgezinnen. Dit loopt over 1371 kinderen, waarvan 558 stadsbestedelin- gen waren. De uitgaven voor deze uitbeste ding stegen tot f 397.628. Daar is natuurlijk nog wel eenige aiheid die ligt in dit breede vlak, maar in het over zicht niet is genoemd, maar dit is dan ar beid van betrekkelijk geringe omvang en ze wijzigt niet het totaalbeeld dat deze statis tiek onB gaf. .Wij komen tot een totaal-uitgave voor den arbeid die wij nu achtereenvolgens aanstipten van [22,891,550. Daarvan kwam ten laste van het Rijk f 497.006 en van de Provincie f 189.931 aan algemeene subsidies. De Gemeente heeft bijgedragen aan algemeene subsidies en spe ciale bijdragen f4.328.420. Daarnaast komen dan de rechtstreeksche uitgaven der Ge meente die f 13.983.563 hebben bedragen. Al- zoo blijven aan rechtstreeksche uitgaven der instellingen van weldadigheid f3.982.540. Wij zien dus dat 80 pCt, door de Gemeente marconi op. zijn 'jacht „elettra Kerknieuws. GEREFORMEERD COMITÉ DAVOS. In dé laatste vergadering van het dage- lijksch bestuur van genoemd Comité bracht Dr. W. G. Harrenstein rapport uit van zijn bezoek aan Davos in de maand Februari. Tevens werd besloten dat de secretaris van het Bestuur, Ds. J. van dar Meulen, in April de reis daarheen zal maken, waartoe de Kerkeraad van Soest hem verlof heeft toe gestaan. Uit de mededeelingen, die Dr. Har- re ns te in verstrekte, werd opnieuw met groote vreugde en dankbaarheid geconsta teerd hoezeer deze bezoeken worden gewaar deerd. Van dp zijde van den Directeur en de Directrice wordt de meest mogelijke me dewerking verleend, terwijl Ds. ten Doorn- kaat Kooiman ook ditmaal zijn Zondag- schen dienst in het Sanatorium bereidwillig afstond. Ditmaal werden niet minder dan 35 patiënten bezocht, zoodat de vraag werd overwogen of een bezoek van 9 dagen wel voldoende mag worden geacht Besloten werd voorloopig nog aan dien tennijn vast te houden, omdat het getal der te bezoeken patiënten ditmaal abnormaal hoog was en het bovendien moeilijk is predikanten voor 1 ongaren tijd uit hun werk in de Gemeente los te maken. Ofschoon de vrucht van den arbeid moei lijk ia vast te stellen, werd toch met vreug de gehoord naar het rapport van den ver richten arbeid, dat andermaal bevestigde 't groote belang en den rijken zegen van het werk onder de zieken, die daar herstel van gezondheid zoeken. Ln het geheel werden 62 bezoeken gebracht, Zondagsmorgens werd godsdienstoefening gehouden en op een weekavond werd een causerie gehouden over achterbuurtwerk. Uit het verslag van den penningmeester bleek, dat véle Kerken een gavé voor dit wérk afzonderen, maar dat er toch nog meerdere zijn, die op de jaarlijksche aan vrage van het Comité niets van zich laten hooren. De hoop werd uitgesproken, dat hierin verandering ten goede zal komen, opdat de geestelijke verzorging der Gerefor meerde patiënten en de geregelde littera tuurzendingen zonder onderbreking kunnen worden voortgezet. DIACONIE. In de Maart-aflevering van het „Diac. Correspondentieblad" (uitg. J. H. Kok, Kam pen) uit Mr. A. J. L. van Beeck Calkoen ernstige teleurstelling over het voorstel van de meerderheid der deputaten voor de li turgische geschriften, dat aan de a.s. Gene rale Synode der Geref. Kerken voorstelt het wordt gedragen; 3 pCt door het Rijk en de Pipvoncie en 17 pCt door de kerkelijke en particuliere armenzorg. Daar is helaas een climax in de uitgaven der Overheid, althans voor wat betreft de Gemeente. In 1919 waren de totaal-uitgaven voor de Gemeente rond 11 y2 millioen in 1928 rond 18*4 millioen. Daarentegen stegen de uitgaven der kerken enz. in die zelfde reeks van jaren met niet meer dan ruitn een ton, al. van f3.745.000 rond tot f3.892.000. Procentisch Is dat een zeer groot verschil, De Gemeente kwam van 73.5 op 80 pCt., de particuliere weldadigheid zakte van 23,7 tot 17 pCt Verbetering in de verhouding is zeker niet te wachten zoolang er ook in sommige po litieke kringen een ongezonde drang naar uitzetting van de Overheidsbemoeiing blijft bestaan. Dat is de dood voor de particuliere weldadigheid. Aan den anderen kant zou eendrachtige opbloei van het diaconaat en het charitatieve leven, zeker de Overheids bemoeiing kunnen inperken. Maar dit alles vraagt een geestelijke spanning die wij mo menteel nog niet waarnemen. oude formulier te handhaven en alleen en kele wijzigingen aan te brengen. Hij hoopt alsnog, dat de Synode de weg van de door de hoogleeraren Bouwman en Hoekstra in gediende concepten zal volgen, opdat het formulier een Schriftuurlijk en duidelijk beeld geve van wat de taak moet zijn der Diaconie. Van Dr. J. Hoek volgt dan een ver-hande ling over „de wijziging van het Formulier van de bevestiging der Ouderlingen en Dia kenen". Hij maakt daarbij op verschillende punten een vergelijking tusschen: 1. het overeenkomstig het voorstel der Synode- deputaten gewijzigde oude formulier-; 2. het concept-formulier ingediend bij de Synode van Utrecht; en 3. het nieuwe concept-for mulier thans bij de Synode ingediend door de hoogleeraren Bouwman cn Hoekstra. Dr. Hoek is van oordeel, dat, zoo de Synode niet tot afzonderlijke formulieren besluit, beslist de voorkeur gegeven moet worden aan het reeds in 1923 aangeboden concept, hier en daar gewijzigd en uitgebreid, over eenkomstig die gedeelten van het concept- BouwmanHoekstra, die op sommige pun ten het concept-Utrecht nog verbeteren. joden-zending Ds. J. D. van der Velden, die de Stu die-conferentie te Stuttgart meegemaakt heeft, deelt daaromtrent in de „Kralingsche Kerkbode" omstandig het verloop mede. De vier vereenigingen voor de Jodenzeip ding, die in Dultschland en in Zwitserland bestaan Berlijn, Keulen, Leipzig en Ba zel roepen ieder jaar een Conferentie samen om meerdere kennis van de Zending 'ónder de Joden te verkrijgen en meteen .broederlijke gepieensohap te oefenen ter be vordering van de komst van Gods Konink rijk. Voor de vijfde maal werd thans van 3 tot 5 Maart j.l. vergaderd en wel te Stuttgart in Wurtemberg. Ds. J. Douma, Ds. J. J. M i ed e m a, Ds. J. v. Nes en Ds. J. D. v. d. Velden trokken er heen. 't Was er hard werken, vertelt Ds. van der Velden. Ge bewondert de taaiheid, het geestelijk uithoudings-vermogen der Duit- sche broederen. Dat zouden we hier in Hol land niet volhouden. Maandagsavonds van 810, Dinsdags van 9 uur 's morgens tot 10 uur 's avonds, alleen onderbroken door een pauze van een paar uren en dan Woens dags van 9 uur 's moi^ens tot half twaalf s' avonds, toen de bijeenkomst gesloten werd. Ingespannen moest ge luisteren. Het was heusch geen lichte kost. En dan in een vreemde taal. Maar 't is de moeite en ook wat moeheid waard. We beleven wel een wonderen tijd. Aller- lei vragen dringen zich naar voren, waar vroeger weinig over gedacht en gesproken werd. Terecht spreken de Duitsohers van „die Judenfrage". De 80-jarige Professor A. Schlatter, uit Tübingen, hield een voordracht over: „Do Nieuw-Testamentlsche regel voor het verkeer van den Christen met de Joden". Vol vuur sprak hij, en ge zoudt niet gedacht hebben, dat hij zulk een leeftijd had. Hoofd gedachte was in alles het „Christen zijn" te bewijzen in den omgang met de Joden, ze vriendschappelijk tegemoet te treden. We hebben te veel theorie, te weinig een le vend en belevend Christendom. En dan niet van den Christen getuigen, maar van Chris tus, zoodat de Jood moet zeggen: „Ik heb gehoord de stem van Hem, die zegt: „Kom tot Mij, allen, die vermoeid en beladen zijt". Vooral dienen we met de zekerheid des geloofs te komen, met het „Wij weten". Niet met twijfel. Ook moeten we nooit den indruk geven van proselietenmakerij. En dan dienen we niet alleen met uiterlijke be wijzen te komen, zelfs uit het Oud-Testa ment, maar tevens en vooral de liefdesge meenschap laten spreken. De arbeid is moeilijk, het is gemakkelijker een Jood „kerkelijk" dan „Christelijk" te maken. Bijna 2 uren sprak deze grijsaard, ernstig krachtig. Dinsdagmiddag was het zeker wel het hoogtepunt der Conferentie. Het wus een kerk-historisch unicum, dat een geleerde' Jood, Dr. Martin Buber in den kring van Christenen sprak over „Dc ziel van het Jo dendom". Dat eerwaardig Joden-type ver geten we nooit. Volle twee uren duurde zijn doorwrocht referaat In alles kwam voor ons, Christenen, de armoede uit van het Jodendom, al werd het ook op krachtige wijze verdedigd door den Joodschen redenaar. Hij begon met op het eigenaardige te wij zen, dat hij, als Jood, uitgenoodigd was om in dezen kring te spreken, maar hij had niet willen weigeren. Hij wilde niet spre ken over de Mozes-lcer; maar over dc Jo den-ziel, de Jacobsziel. De Jood golooft ten volle niet aan iets, maar aan iemand, aan God, en dat geloof is Godsbet rouwen. Een ongoloovige Jood is eigenlijk ontzield. De Jood erkent al de ver- schijningsvormcn, geheel dc openbaring Gods. God is wel volkomen de onbegrijpe lijk, maar wij naderen met geheel naieve kinderlijkheid tot Hem. Naief, dat wil niet zeggen „geleerd", maar werkelijk als •mensch tot onzen Schepper. Wij geloovcn niet, zoo sprak hij, wat de Christelijke Theologie zegt: Gad zou ophou den God te zijn, als Hij Zijn eer niet hand haafde. Dan vreest de Jood God. Wat is dc vreeze Gods? Het gezicht van het groot onder scheid tusschen God en mensch; het in zicht in de onbegrijpelijkheid Gods, ook in den weg des lijdens. En die vreeze Gods voert tot liefde Gods. In den weg Gods gaan, beteekent, volgens hem, naar het beeld Gods leven, de imitatio Dei, de navolging Gods. Nu was er bij ieder en hier kwam de Pelagiaan om den hoek gluren een be gin, een „Anfang", de mensch moet begin nen den weg Gods te gaan en dan heeft hij verder Gods genade noodig. God wil hem helpen om te voleinden, maar hij zelf moet beginnen. Dat begin moet niet zijn een bloo- te geloofsact ie, maar als 't ware een inleven in God, in Zijn weg en dan vernieuwt God steerls dat aandeel des menschen, dat be gin. Er moet als 't ware een tweegesprek zijn. God spreekt en de mensch antwoordt. Het is mogelijk, dat do mensch valsch antwoordt of niet antwoordt. Maar als hij in zijn doen en laten God antwoordt, dan voleindt de ge nade Gods alles. En dat is dan eigenlijk do verlossing. De verzoening is nooit volmaakt, ge kunt niet spreken van een verzoening, die geschied is, neen, deze gaat altijd door tot de volein diging van het Rijk Gods. Hier haalde hij zelfs een woord van Jezus aan, n.l. dat de geweldigere het rijk Gods nemen met ge weld. De verlossing, der wereld kan dus nooit in het „perfectum" gesteld worden, maar wordt langzamerhand voltrokken. Aan het slot zei hij met sympathieke stem: Wij hebben één boek gemeen (het Oud-Testa ment). Wij hebben één verwachting ge meen (het voleindigd rijk Gods). Vanzelf ontbrak bij dit alles de Christus. De erfzonde werd geloochend, de vloek der wet en dus ook de volmaakte verzoening door het eenig zoenoffer Christus werd mis kend. Arm Jodendom! Opmerkelijk, achter op het podium was een witte figuur van den Christus afge beeld met het onderschrift: „Hij is onze vrede". Daar stond de geleerde Jood met zijn rug naar toe. Dat was in de werkelijkheid ook zoo. En toch, zoo'n eerwaardig vroom Joodsoh type! En in stilte bidt ge: Heere, open dezen Jood het geestelijk oog, dat hij Jezus zie! IN- EN UITW. ZENDING. De a.9. voorjaarsvergadering van het Ned. Luthersch Genootschap voor In- en Uitwen dige Zending wordt gehouden te Den Haag in Maison Brommer op 23 April a.s. Aan den avond van dien dag wordt in de Luther- sche Kerk een feestelijke samenkomst gehou den, waarin spreken zullen de predikanten H. C. Zwahlcr, C. C. G. Visser en Joh. J. Si mon, resp. van Den Haag, Rotterdam en Gouda, en waarbij het Luth. Kerkkoor zich zal laten hooren. Land- en Tuinbouw. DE NIEUWE AARDAPPELOOGST. Voor de aardappelmeelfabrieken in Gn> ningen worden aardappelen van den nieu wen oogst opgekocht voor f 60 per 10.000 K.G, CENTRALE FOKVEEDAG TE ROTTERDAM De prov. Bond van rundveefokvereenigingeit in Zuid-Holland zal beslissen over een be stuursvoorstel, om op 17 of IS Sept. e.k. te Rotterdam een centrale fokveedag te houclcu, DE BIETENBOITW Men meldt ons uit Oude Tonge: In verband niet de zeer lage prijzen der ge wassen bestemd voor den handel, gaan meer en meer landbouwers zich toeleggen op de bietenverbouw. Als gevolg daarvan worden reeds vele contracten afgesloten. FEUILLETON Onder Zijn vleugelen Door ZENOBIA BIRD. (21 Warren's kerk was een der grootste van e stad en zijn predikant was een streng, iDig-geLoovig kind Gods. Het aantal leden ras .-groot en de opkomst vrij goed, maar (arren wist evenwel te goed van de te- Jrstellinge'n en ontmoediging die zelfs de- raan van tijd tot tijd bestrijden moest, lede dóór de onverschilligheid, slapheid i nalatigheid van de meeste zijner leden, el werkelijke ledenaantal was bijna het uLbele van het aantal zitplaatsen in de erk en hij wist, dat hij het recht had ze >0Wel 's morgens als 's avonds goed ge- ald te verwachten. Hij werkte hard; z'n preeken waren uit- '*kend en, hij wist, dat hij de nooden van ij ij gemeente zooveel mogelijk op den corgrond bracht wanneer ze nu maar vamen; maar telkens opnieuw werd hij lierin teleurgesteld, 'n Kleine regenbui hield f- meerderheid rustig thuis. Warben scheen deze week evenals Ned in n dat de oneer niet aan den Diminée of "kwam,maar dat het hoofdzakelijk üverschjlligheid en nalatigheid was -.voor derv Christus die zij zeiden lief te heb- .'Ji len en den Cod die zij zeiden te aanbidden tn te dienerïk Hij zugLdat:zij.n .eigem caiver- Ailligheid voor vele bijeenkomsten voort- ftuot uit zijn gebrek aan liefde tot den Heiland en het negeeren van zijn Bijbel en gebeden. Nu zag hij in dat 'n groote hoe- eelheid zielen voorbij ging zonder de blijde boodschap van het Evangelie dat hen alleen kon redden en dat dit evonzoo goed de schuld was van de onverschilligheid der Christenen als van fouten in de kerk. Ned vervolgde: „Ben je niet blij dat wij tot kerken behooren waar het Woord wordt gepredikt? Ik zou geen raad weten, wan neer ik in de plaats van de jonge Brink, uit onze gToep was. 1-lij zei, dat zijn predikant, hoewel 'h sympathiek mensch modern is en hij gelooft van iedere kerk in zijn stad het zelfde. Nu hoopt hij een groep ware Christenen te vinden om vriendschap mee te sluiten of anders 'n Bijbelklas of Bidstond te organi- seeren. wel wetend dat hij hoofdzakelijk op zijn Bijbel en goede hoeken zal moeten teeren." „Ja dat is het beste, wat hij doen kan, en heit is aan ons, Ned, om de kerk te helpen, hoe of waar we kunnen. Ik zal er niet veel over spreken maar mijn predikant zal mij vinden waar mijn plaats is, en mijn Zon- dagsschoolleoraar, ook. O Ned, hij is een fijne vent! Maar de sluiting en het afscheid was daar. Dikwijls werd de hoop uitgesproken „tot volgend jaar!" Warren en Ned zooals zoo vele anderen hadden nieuwe vrienden ont moet en Warren vooral had een gesprek om nooit te vergeten gehad met een der leiders. Sommigen verlieten Keswick dien avond en anderen den volgenden morgen; teruggaande naar huis om nieuwe problemen te ontmoe ten, maar bezield met niéuwe kracht en.met de nieuwe overtuiging dat „Zijn genade ge- HOOFDSTUK XIV, Het Vervolg. De heer Rodman had voor zijn jongen vriend gebeden, toen deze naar de conferen tie ging en gedurende zijn verblijf aldaar. Een kort briefje had hem verteld dat zijn gebeden verhoord waren, maar nu wachtte hij ongeduldig zijn terugkeer. De beide jon gens gingen naar zijn huis, den avond na hun thuiskomst en verblijdden zijn hart door zoo goed zij konden alle gebeurtenis sen hem te verhalen. Warren werd gevraagd de les van zijn klasse a.s. Zondag over te nemen en iets te vertellen over zijn uit stapje en zijn eigen persoonlijk getuigenis af te leggen of eenige bij bellessen en zen dingsfeiten te vertellen die hij daar gehoord had. Hij gaf iets van alle drie, zonder even wel te weinig plaats te geven aan zijn erva ringen welke hij voelde dat er toe hadden bijgedragen deze vacantia zoo best te doen slagen. Ned bracht zijn rapport uit ln zijn kerk en het enthousiasme van deze recruut, die een regelmatig geïnteresseerde medewerker werd in alle vergaderingen, bracht nieuwe vreugde in de eeuidgszins ontmoedigde kleine gemeente. Hij slaagde er in om hun attentie te brengen op dat deel van hun reglement, dat vroeg de regelmatige verga deringen der kerk te ondersteunen en het hart van don predikant was verblijd te zien hoe een klein groepje zich interesseerde voor de regelmatige bidstond, midden in de week. In de hftrfst was„er_gen oiigewoon te., kort aan onderwijzers in de Zondagsschool van i Warren en zijn predikant kwam op een avond na afloop van den dienst bij hem om te vragen of hij 'n klasse „echte" jongens zou willen nemen. Deze^klas had een eenigs zins slechte reputatie en 'n jaar geleden zou Warren beslist geweigerd hebben zonder eenige aarzeling. Maar nu vroeg hij eenigen bedenktijd. Hij wist, dat het beteekende: hard werken, veel studie en voorbereiding; hij wist dat het den tijd- zou nemen die hem nu restte voor pleizier als voor zijn zaken, maar grooter dan deze overwegin gen groeide er sterker en helderder 'n ge voel van voorrecht. Eén blik naar 't kruis van Golgotha maakte alles te niet in het licht van die opoffering. Hij ging naar zijn predikant en. zei dat hij 'tzou doen met volle animo. Een apprécieerende handdruk en een hartelijk „dank U. de Heere zegene U", toonde hem ziin voldoening. Hij had lang en vurig ver langd naar een grooteren werkkring voor deze knappe zakenman, die dat voelde hij een goeden invloed op jongens van dien leeftijd zou uitoefenen. Warren had de predikant slechts weinig van zijn ervarin gen dien zomer verteld, maar de verande ring en de warmte in zijn geestelijk leven was niet onopgemerkt gebleven door de vriendelijke oogen die verlangden juist zulke daden van Gods wonder werkende kracht in menschen harten te zien. In zijn zaken cn maatschappelijk leven was Warren bekend als een goed man, *n beste chef, maar zijn natuurlijke gereser veerdheid op geestelijk gebied was onder streept door hot feit dat hij verscheidene jaren geleden nauwelijks wist wat hij ge loofde. Heel zelden-, maar sorak hij over had hij het tot een gewoonte gemaakt over ziin God te spreken, wanneer er maar ge legenheid toe was. En hij had van de con ferentie meegebracht een kleine tekst: „Gij zijt Mijne getuige" en had ddt opgehangen boven zijn lessenaar. Eiken morgen bij 't begin van zijn werk keek hij naar die woorden en 'fluisterde een gebed dat God hem een geloovig en getrouw getuige zou maken dien dag hetzij door handel, wandel of woord. Er waren gelegenheden, wanneer hij een woord van aanmoediging of waarschuwing kon spreken tot menschen die in zijn dienst Op een avond viel hem het geluk ten deel een jonge man die in groote moeilijkheden was tot God te leiden, cn later zag hij dezen zelfden kerel wonderlijk gelukkig vereenigd met zijn jonge vrouw. Nog iets anders maakte hij tot een onder- we.ro van gebed, n.l. het uitzien naar hen die niet naar de Kerk of Zondagsschool kwamen. Niet alleen verdubbelde zijn jon gensklas in aantal, maar hij bracht voort durend jonge menschen naar den heer Rod man, en menige man of vrouw r.at van tijd tot tijd onder de prediking van het Evan gelie in do Green Avenuekerk door de vriendelijke uitnoodiging van dezen Chris- telijken zakenman. Het was een drukke maar gelukkige herfst en winter voor Warren Hethrington. He beste, die hij ooit meegemaakt had. Zijn zaken gingen zeer voordeellg, toen hij meer en meer de Heere Christus als zijn onge meen e stille compagnon in al zijn zaken df.eldg.. Hij, shield .vqu de ^voorden „Wien. ik een uitnoodiging om voor de Jongemarmen- Vereeniging in een stad eenige mijden v«v der gelegen, te spreken. Hij hield niet van spreken in 't publiek, maar soms werd hij er toe overgehaald en hij was altijd tot wer kelijke zegen van zijn hoorders. Hij was vooral in trek als spreker voor jongelui; menige jonge man had zich War ren Hethrington als ideaal gesteld. Dié weck was net een ongewoon drukke voor Warren. Zijn zaken en verscheidene kerkelijke vergaderingen en zijn klas vroe gen Zijn aandacht. Hij sloeg de uitnoodiigng af en hoopte dat ze makkelijk een anderen spieker vinden zouden. Het comité echter wilde van geen weige ring weten en hield aan en dus moest hij gaan. Daar het treinverkeer vrij geregajd was, kwamen ze overeen hem aan het j» tion te ontmoeten en hem tijdig voor de laatste trein weer daar te brengen. Toen hij dien avond om 12 uur naar huis kwam, leunde hij met gesloten oogen ach terover. Hij had zich werkelijk vermaakt dien avond, er waren veel jongelui ge weest en hij had ongewone vrijheid van spreken gehad: maar hij was moe, dat moest hij toegeven. Plotseling opende hij de oogen, opge schrikt door een eigenaardig gevoel als had iemand hem geroepen, en dacht hij aan Hilda Carroll. Nauwelijks één gedachte had hij aan haar gewijd de laatste maanden, waarvandaan en waarom kwam de ge dachte aan haar tot hem vanavond? (Wórdt verv

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 3