Uehkadiü (BtoMtliehi. kmms WOENSDAG 12 MAART 1930 VIERDE BLAD PAG. If Kerknieuws. EET NALOOPEN VAN DOMINEES. Onder dit opschrift zegt Ds. D. van Dijk, vau Groningen in de „Bazuin" o. m.: „In elke groote Kerk, niet meer dan één kerkgebouw en meer dan één dominé, heeft de kerkeraad, voor deu goeden gang van zaken, een regeling getroffen. Ellk deel der Gemeente is aangewezen op een bepaald kerkgebouw, daar bchooren ze thuis. Het uiaken van een dei-gelijken regel Ls geen willekeur, maar is, voor een ordelijk loven der Gemeente, noodzakelijk. Maar mij dunkt, als een Kerkeraad een dergel ijken regel maakt, dan is de Gemeente geroepen zich aan dien regel te houden. Wat zou er van ons Kerkelijk leven wor den, wanneer do Kerkeraad regelingen trof, maar de Gemeente zou zich daarvan eeuvou dig niets aantrekken? Kn wat geldt van andore regelingen, dat geldt ook van deze, waardoor aan ieder der leden de plaats wordt aangewezen, waar hu zal kerken. Daardoor wordt het nu zoo, dat een lid do» GBmceute niet meer tegenover eiken dien.iar zijner Kerk gelijk staat. Noen, door den ge troffen regel is het, dat hij nu des Zon dagsmorgens, naar Gods voorzienig bestel, is aangewezen op dien predikant, die den dienst heeft in zijn kerk. Daarin is geen willekeur, geen toeval, dat is naar wettige orde en naar Gods voorzienig bestel zoo. Ku nu geloof ik, dat iemand zich aan dien niet mag onttrekken, wie dat doet gaat bui ten den weg. Al zou bet zoo zijn, dat de dominé. dien hij zoo te hooren krijgt, hem in den regel niet zoo bevalt, als een andere, het is deze douiiné, die vandaag door God is aangewe zen oin hem het Woord te brengen; en daar aan heeft hij zich te houden. Doet hij dat, dan kan hij tegen den Heere zeggen: „Heere, Gij weet het. ik zou lipver een anderen dienaar hooren; maar da* kan niet, Heere, neem alles weg, wal zich nu straks tusschon mij en Uw Woord zou kun nen plaatsen; zegen den dienaar en zegen mij". Kn dan zal hij een zegen hebben. Want het voornaamste in de prediking is niet de vorm waarin, de wijze, waarop het Wool" wordt gebracht, maar het Woord zelf. Waai het Woord maai gepredikt wordt, daar is het mogelijk een zegen te krijgen; en daar zal een zegen vinden, ieder, die in Gods weg met een biddend hart daar zit. Wie zoo ter kerk gaat, ik geloof, dat die meer kans op een zegen heeft, dan die an der. die de orde breekt, zijn eigen weg gaat en den dominé hoort, dien God op dezen dag niet op zijn pad zet, maar dien hijzeil zoekt." „NAAR KERKELIJKE EENHEID". Onder dit opschrift verscheen bij N. V- Teulings' Uitgeversmaatschappij te Den Bosch een bundel voordrachten van Prof. Dr. Alfih. Mulders professor in de Dogmatiek en Kerkgeschiedenis aan het Groot-Seminarie te Hoeven (N.-B.) Het werk. dat opgedragen is aan de na gedachtenis zijner moeder, die veel belang stelling toonde in „het Apostolaat der Ver eeniging. waaraan zij voortdurend deelnam door trouwvol gebed", bedoelt een oriëntee- rende inleiding te geven op het ingewikkelde hereenigingsvraagstuk, en wórdt ingezet mei een voordracht over „De universecle Kerk", vorig, jaar gehouden ter opening van het her- eenigingscongres te Breda. Naar het „woord vooraf" overzichterijk aangeeft, wordt dan verder „de eenheid der Kerk" besproken, waarvan, aldus Dr- Mulders, „in den loop dor eeuwen groote groepen zijn losgescheurd bij wie zich echter tegenwoordig, sterker en algcmcener dan ooit te voren, een streven voor hcreeniging openbaart. Vervolgens wordt gehandeld over de „toena.deri.ig der Katholieken", waarbij dan gewezen wordt op de pogingen die „van offirieele zijde" geschiedden en op die, welke niet rechtstreeks van den Paus uitgingen. Evenwel wordt hier ook „het wachtwoord van Rome" vernomen, dat „de Kerk bij alle liefdevolle toenadering haar leerstellig stand punt niet prijsgeven mag", zooals dat in do encyliek „Mortalium anïmos". (handelende over de leer van het nastreven der ware godsdienst) wordt voorgehouden. Vervol gens wordt afgedrukt de encycliek „Rerum oriëntalium", waarin de practische arbeid der Kerk van Rnpie voor het herstel der eenheid na de Oosterschc scheuring wordt uiteengezet, alsook het Motu Proprio inzake de vereeniging van het Pauselijk Bijbel- jnstituot en het Oostersch Instituut met do Gregoriaansche Universiteit te Rome, waar door deze nu vijf faculteiten bezit: de wijs geerige, de godgeleerde, de Rijbelsche. de Oosterscbe en de kerkrechtelijke. Van de scheuringen der eeuwen zegt Prol Mulders, dat ze hem een raadsel blijven, „waarvan wij ons geen volledige verklaring kunnen geven". Het toesteken van „de red EEN PRACTISCHE HANGAR werd dezer dagen te Los Angeles in gebruik genomen. Zij bestaat uit zes afdeelingen, henevens een centrale ruimte, waar de bedrijfsleider zetelt en de reparatie-werkplaatscn zijn. Van hier uit zijn alle deuren electrisch te openen en te sluiten, hetgeen liet spoedig starten m de hand werkt dende hand: al dan niel rechtstreeks door de Pausen, zoodat geestdriftig en dankbaar ge memoreerd. Van Luther s optreden lezen we; „Neen, de monnik van Wittenberg, onge schoold in de opvoeding der volken, heeft de dwalingen niet gewild, die zijn beginsel- worp als een net vol verwarring door het zicleven en de wetgevingen der me.nschen slingerde", terwijl de redenaar meent, dat het Protestantisme met zijn „ergernis over liet mensclielijke in de Kerk haar godde lijke waarheid uitwierp". Over een en ander gelijk over geheel hel uitgangspunt en de voorwaarden der her- eenigingspogingcn, zou nog wel wat in te brengen zijn. Natuurlijk, anders was er geen principieel verschil en was er van de he sproken actie geen sprake! Maar voor dis cussie is het hier ryet de aangewezen plaats Alleen zeggen was. dat. zoolang Rome zijn „wachtwoord" van het „Mortalium animos" moet handhaven: „aannemen van heel het geloof van de Katholieke Kerk en zich ten \olle onderwerpen aan haar levend, geestc lijk gezag", van hereeniging in alle rich tingen niets komen kan. Prof Mulders is ervan overtuigd dat, „hoe nuttig en onontbeerlijk ook", spreken en schrijven hier niet de meeste hoop bieden, maar het bidden van „de apostelen der een heid" Onzerzijds klinkt en moet klinken de roep naar mee verdieping cn belijning. Wan neer daaraan gehoor gegeven wordt, zal van „terugkeer" naar de Kerk van Rome niet veel komen. Maar wel gevoelen we de ge- scheurdheid van de Christenheid als een aanklacht tegen-de openharing van het Christendom Kn daarom kunnen we het warm, expressief eenheidsverlangen in de voordrachten van Prof. Mulders dikwijls goed verslaan en ermee syinpathiseeren. Leiders en publicisten in ons Kerkelijk leven mogen we opwekken kennis te nemen van bovengenoemde uitgave. Door bronnen opgave en saamvattingen van hot verban dolde in elk hoofdstuk is het werk gemak kolijU na te slaan. Voorts hebben wo slechts de natnen van Lausanne en Mechelen te noemen, om te doen verstaan, dat we hier met een bundel actueele voordrachten te doen hebben. Bestudeering ervan werkt in ieder geval oriönteerend en verhelderend. In de Ned. Horv. Gemeenten te Rotter dam. Amsterdam en Den Haag wor den geregeld des Zondagsnamiddags te 2 u. godsdienstoefeningen gehouden in een der kerken, waarin dan tevens ook Doopsbe- diening plaats vindt- Men heeft in enkele kerken indertijd des avonds gelegenheid wil len geven tot bediening van den H. Doop, maar dan bleef de Gemeente wanneer ook Doopbeurt was uit de kerk weg. In „Ons Lampje" spreekt Ds. J- W P- Roy. Ned- Herv predikant te Slotenvijk, hier over zijn droefheid uit en schrijft het vol gende: „Het was Zondag- Op een gansch zeer on gewoon uur ging ik voorbij een kerk te Am sterdam en vond tot mijn verwondering de deuren open. Ik ga naar binnen en vind de kerk leeg Een oogenhlik sta ik in verwon dering te kijken en denk: „Zou de koster misschien vergeten hehhen om half twaalf de deuren te sluiten"? Maar neen, daar ver schijnt de voorlezer en kruipt in zijn hokje- De man kijkt eerst wat verlegen rond en dan op zijn horloge en wacht eenige minu ten. Dan kijkt hij weer op zijn horloge, slaat een boek open en zegt: „De Gemeente gelieve tot eer van God en hare stich tingIk glimlach pijnlijk. „Gelukkig strompelt er nog een oude juf frouw binnen. Ik denk: „nu zijn wij met ons beiden" Eenige minuten later nog één. Toen de predikant op den preekstoel stond waren er in die groote kerk veertien mensehen. De koster, dien ik inmiddels ge vonden had, zei mij, dat 't niet slechter was dan gewoonlijk. Er was immer ook Doop. Ik zuchtte en ging weg. daar mijn werk mij dien Zondagmiddag elders riep Buiten dacht ik: „Hoe is 't toch vreeselijk dat het Sacrament zoo stiefmoederlijk be deeld wordt! Het moest stralen als een licht in het midden der Gemeente. Het moest een hooge feestelijkheid zijn en wat is het ge worden"! EEN ZELFKANT In het „Kerkblad" van l)en Haag wijst J. II er op, dal uien ook ra de Gereformeerde Kerken heeft wat men een zelfkant noemt en hoe dii niet een geringe zorg wordt, vooral iii de grootere plaatsen en met name in de groote steden, en betoogt dan verder „Die zelTkant hoort bij de Kerk en toch hoort hij er feitelijk niet bij, al kan men er dan ook in meer dan één zin over spreken. „Kr is altijd kaf onder het koren, het on kruid schiet zelfs dikwijls weliger op dan bet goede kruid, verbeeldt zich dikwijls ook meer en voert grooter woord. Geestelijk doet de zelfkant aan hel waarachtige leven der Kerk een niet gering kwaad. Het ia mogelijk een klinkend metaal en een lui dende schel te zijn Daar kunnen van die geestelijk doode elementen zijn, die mis schien uitnemend kunnen spreken, ja op wie de Kerk in veie opzichten zelfs drijft en die men zeer moeilijk zou weten te ver vangen in hun ijveren voor de goede zaak, die toch den geestelijken bloei der Kerk niet Ipvorderon maar-wel oelemmeren. Als dit maar goed gaat en als dat marcheert, dan loopt het, volgens hen, uitstekend, maar dan is men luist hard op weg naar de ver steening en naar het formalisme. „Dat is ook een „zelfkant". „Eén, waarvoor men dikwijls, maar al te huiverig is. om er naar te wijzen, omdat men die menschen zoo noodig heeft en zt zoo moeilijk meent te kunnen missen. Hoe rustiger onze Gereformeerde Kerken tegen over zulke gewaardeerde elementen worden, des te futloozer in geestelijken zin zullen ze worden Des te grooter het gevaar van de overpeinzing „Ik ben rijk en verrijkt ge worden en heb ueens dings gebrek". „Dat gevaar ligt bij onze Kerken,, met al haar weelde en haar rijkdom, waarvoor we met genoeg kunnen danken, heel dicht, Ja vlak voor de deur. Het gevaar van deu geestelijken zelfkant, die ongeestelijk is. „Kn dan het gevaar van den man met een gouden ring aan den vinger en een sierlijke kleeding. die op de mooiste plaats gezet wordt, terwijl de arme goed genoeg is, om onder de voetbank te zitten. „Dat gevaar dreigt niet meer, dat ls er Kn zoo is het denkbaar, dat in de Kerk een arm kind van God, die eenmaal de aarde INGEZONDEN MEDEDEELING zal beërven, hier in een hoek gedrukt wordt, om een man in een sierlijk kleed, die hard klinkt, maar een luidende schel is, te Ia le n passeeren. „Die zelfkant. „Die „zelfkant" is een groot gevaar voor de Kerk, en wij vreezen zeer, dat het op dit gebied eer erger dan minder erg wordt". CONFESSIO AUGUSTANA. De Augsburgscho Confessie (in het Latijn Confessio Augustana), de belangrijkste ge loofsbelijdenis der Luthersclie Kerk, werd 2? Juni 1530 aan Karei V ter hand gesteld. Zij bestaat uit 21 artikelen en 7 bezwaren tegen misbruiken in de R.-K. Kerk. De Duitsche Evangelische Bond van Ker ken heeft ter herdenking van dit feit aan &S Chr. School, had trachten te ontzenu- HET CONFLICT TE LEMMER. Anti-militarism e. Naar aanleiding van de moeilijkheden, die in de Vereen, voor Chr. Nat. Schoolonderwijs tc Lemmer gerezen zijn in verband met het optreden van het Bestuur tegen deu onder wijzer F. Sell urer. die ecu waarschuwing van ontslag heeft ontvangen, indien hij zijn anti-militaristische propaganda enzoovoort niet slaakt, tegen welke waarschuwing S? leden hebben geprotesteerd, heeft deze Ver eeniging een zeer druk gezochte buitenge Kerkgroepen uitnoodigingen verzonden. Ofjwonc vergadering gehouden, op verzoek ook Geref. Kerken hiertoe genoodigd zijn weet de „Rcf. Kirchcnzeit." niet In ieder ge val worden onder de Amerikaansche Kerken slechts Luthersche genoemd. Bovengenoemd blad teekent het volgende hierbij aan: Hoe grootscher men do herdenking wil doen plaats vinden, hoe onbehageiijkcr men zich voelt daar het woord der vaderen min der gehoord wordt naarmate men luidei hun daden herdenkt Wanneer het in de uitnoodiging heet: „De Confessio Augustana is waarlijk een oecu menische en een reformatorische geloofsbe lijdenis tegelijk", en verzekerd wordt, dal de Evangelische Christenheid zich dit feit be wust is, dan stemmen deze beide mededee lingen niet met de feiten overeen. De Augus tan a is in vele Prot Kerken geheel onbe kend en kan dus niet tot de algemeene ge loofshelijdenissen gerekend worden. Wanneer zullen wij Duitsehers in de Ker kelijke taal nuchter worden? vraagt het blad ten slotte. Schoolnieuws. MIDDELBAAR ONDERWIJS. WEEKBLAD VOOR SCHOLIEREN Reeds gedurende langen tijd bestonden bij de Hollanlia Drukkerij te Baarn plannen om te komen tol de uitgaaf van een scholieruncouraoL Deze plannen werden m hel ^.Weekblad voor Gymnasiaal en Mid delbaar Underwys" door dr. A. J. Luyt in sympathiekeu zin besproken. Tegelijker tijd hadden de rectoren der Lycea te Am- strdam. Bloemendaal en Baarn in hun ver gadering van het voorjaar 1929 in principe besloten tot de uitgave van een dusdanig blad, met de bedoeling een goede jeugd krant ter beschikking te stellen van hun 'eerlingen en in het algemeen van de schooljeugd. De plannen van de Hollandia- Drukkerij en van de Lycea zijn nu tot vas ten vorm gekomen, zoodat binnenkort een weekblad „De Krant" bij de Hollandia- Drukkerij zal gaan verschijnen onder redac tie van dr. C. P. Gunning, dr. J. A. Vor der Hake, dr. A. de Vletter en mr. P. J. F. H. van de Rivière. LAGER ONDERWIJS. EEN „VREDES APOSTEL!" Men schrijft ons: Te Haren (bij Groningen), hield de heer Klaas de Vries uit Amsterdam, een vurige pleitrede voor de Openbare School. Spr. verzekerde, dat hy niet was op het oorlogs- maar op het vredespad. „Volksonder wijs'' strijdt niet tegen Bijzonder Onderwijs, als het waarlijk gemoedsbezwaarden geldt, maardie dure „secte-schooltjes'» bren gen scheiding. En zijn dus: onnoodig, onnuttig, ondoeltreffend. (Daarom: laten de vredes- mieren deze oorlogs-mieren verslinden: Dan is het immers vrede!!) De Openbare School steekt torenhoog uit boven de Bijzondere School. Zij is de ware Christelijke School, die kweekt Christelijke en maatschappelijke deugden, nl.: liefde en verdraagzaamheid Geweldig werd er in deze pleitrede gewerkt met spoken: o, die dure Bijzondere Scholen, broodroof cn omkoopine! (Deze laatste schimmen konden wel zóó uit het Vrijzinnig tuighuis gevlucht zijn.) Een dominéé in Gelderland sprak by de opening van een Chr. School: Rieden is het kermis in myn ziel'*! Een dorp in Friesland met 1800 a 2000 in woners heeft vijf schooltjes. Breedvoerig werd Noot dorp als een af- gry zing wekkend voorbeeld der vergadering voorgehouden, waar de uitgaven van f9.25 gestegen waren tot f 27 per kind, en dat door de dure Bijzondere School. In het debat wees de heer J. H. van der Meer, hoofd der Chr. School te Onnen, erop, hoe het onderwijs is in de eerste plaats geen Staatszaak, maar taak der Maatschappij. Be zuiniging en gehalte van hel Onderwijs wor den beide gediend door het stelsel van de School aan de ouders (gewijzigd Unie-rapport) Bij het informeeren naar de politieke neutra liteit, werd het den spreker blijkbaar te warm. Het knetterde interrupties. De „verdraagzaamheid'- der Openbare School werd voorts duidelijk gedemonstreerd aan het hoofd eener Openbare School uit het naburige Paterswolde, die vertelde, hoe hy mede de handteekeningen voor het stichten tiental leden, die een uitspraak vvenschten over het karakter der Vereeni ging, van welke vergadering het „Vad." on derstaand verslag geeft: Op verzoek van het Bestuur gaf de lieer L. J. Wytzes, Directeur der Chr. Kweekschool tc Sneek en Inspecteur van de Vereen, voor Chr. Nat. Schoolonderwijs, aan de hand der statuten een uiteenzetting van doel en streven der landelijke Vereen, voor Chr. Nat. Schoolonderwijs. Van de gelegenheid tot debat maakte o.m. gebruik Ds. M. van der Voet, Nod. Herv predikant te Lemmer (orthodox), die, in stemmend met doel en streven van Chr. Nat. Schoolonderwijs, bezwaren had tegen de rede van den heer Wytzes en het Bestuur verweet, dat het door het optreden tegen den heer Schurer een aanslag heeft gepleegd op het Christelijk geweten en de School schade heeft toegebracht. Spr. had ernstige bezwa ren tegen het optreden als inquisitie en ad viseerde den heer Schure met rust te laten en zijn ouders te willen sparen. De heer Wytzes wilde in zijn repliek op allerlei persoonlijke aangelegenheden niet ingaan, daar hij slechts gekomen was om te spreken over het karakter van Chr. Nat. Schoolonderwijs. Hij wees er o.m. op dat de gevoerde actie van „Kerk en Vrede" tot groote schade der Chr. School is. D< Schoolvereeniging staat cn valt met het al of niet wettelijk handhaven van haar belij denis. Velen zijn bij de School gekomen, die er niet bij behooren en leven uit het huma nistisch beginsel. Dezulken kunnen gemist Ds. van der Voet, in tweede instantie het woord voerend, wees er op, dat als het dreigende ontslag van den heer Schurer doorgaat, vele ouders hun kinderen van de Schel zullen nemen, die daardoor niet meer komen onder de beademing van het Evan gelie en dit zou Spr. een schrijnenden toe stand vinden. De heer Wytzes, dupliccerend, wees er op, dat een Chr. School een opvoedingsinsti tuut is en geen middel ter evangelisatie, wat zij ook nooit worden mag. Men moet de consequentie van het beginsel aandurven en wie dit te sterk vindt, moet maar heen gaan. Wijl het debat meer en meer in persoon lijke aangelc 'enheden verlic-p, sloot dc Voor zitter de vergadering. Gemengd Nieuws. PRIJSCOURANT FONGERS 1930. Wij ontvingen de door de Fongers-Fabrie ken te Groningen uitgegeven orijscourant voor 1930. Het hoekje, dat als ieder ji TENTOONSTELLING VAN GEMEENTEWERKEN TE UTRECHT DE OFFICIEELE OPENING Gistermorgen is de I.T.O.W.U, (Internatio nale tentoonstelling van Gemeentelijke Opeü hare Werken te Utrecht) officieel geopend. In den foyer van den Stadsschouwburg had zich daartoe een groot aantal autoriteiten verzameld. Onder de aanwezigen merkten wij ojn. op Dr- H. Th. 's Jacob, Commis saris der Koningin in de provincie Utrecht, Dr J. P. Fockema Andreae, Burgemeester der gemeente Utrecht, de heeren H. van An- del cn G. H. J. v. Spanje en H. Th- O. Kettlit* leden van Gedeputeerde Staten, Mr. M. .II. de Boer, A. II. Smulders, II. A- Bekker, H. Botterweg, de gemeentesecretaris, Dr. J. du Lange, leden van den Gemeenteraad enz. Het eerst werd het woord gevoerd door den Voorzitter der Vereen, van Directeuren van Gemeentewerken, Ir. L. W- II. van Dijk, van R'dam, en deze heete daarin allen wel kom, inzonderheid aan den Commissaris der Koningin, die zich bereid verklaard had do tentoonstelling te openen. Spr. bracht in zijn rede dank aan degenen, die tot het tot standkomen der tentoonstelling hadden mee gewerkt en wees erop, dat deze tentoonstel ling niet moet worden beschouwd als dei voorzetting van dc tentoonstelling, die in 192G gehouden werd. De Commissaris der Koningin hield ver volgens een rede, waarin hij er crp wees, dat de dienst van Openbare Werken ge meenlijk aan zeer zware critiek onderwor pen is, een critiek die vaak zeer önrecht vaardig is en afkomstig van die bekende stuurlui, die aan den wal staan, maar daar door ontstaat ook voor den dienst dc ver plichting de oeconomische zijde van elk vraagstuk zeer ernstig te overwegen. Spr. vertrouwt dan ook dat de tentoonstel - ling, die zich in zooveler belangstelling mag verheugen, in ruime mate aan haar doe! zal beantwoorden, waardoor de samenstellen zich ruimschoots beloond zullen zien voor hun werk en moeite. Na de opening werd een rondgang ge maakt over de tentoonstelling. In den middag is de Vereeniging van Direc teuren van Gemeentewerken ui Nederland door het Gemeentbestuur in de Michaëlskapel ontvangen. De burgemeester van Utrecht, Dr. J. P. Fockema Andreae sprak de gas ten toe. J De voorzitter der vereeniging, Ir. van Dijk beantwoordde de tospraak van don burge meester. ireJr tal van wetenswaardigheden over het I wel zal bereiken. Fongersrijwiol en zijn onderdeelen bevat, ziet er goed verzorgd uit en maakt een prettige 14 aangenamen indruk, zooals wij dat van de Fa. Fongers niet anders gewoon zijn. De Fa. Fongers is er ook dit jaar weer in geslaagd om de goede naam van haar product door deze prijscourant op doeltreffendo wijze 'o bevestigen. Klaar en duide'ijk, maar tevens nuchiei en zakelijk, rekenkundig zakelijk, wordt een overzicht gegeven van de ver schillende modellen en de diverse construc ties en onderdeelen terwijl de onmiddellijk er onder vermelde prijzen de keuze gemakkelijk zullen maken. Een aantal goed afgedrukte foto's van het in- en uitwendige der fabriek, waaronder een .luchtfoto, besluiten dit boekje, dat zijn doel (Nadruk verboden). SAMBO EN JOCKO VAN EEN LEEUW EN EEN AAP 117. Pas op! daar heb je Kees, den diender! Een man van moed en groot verstand H ij zal den leeuw wel even binden, Den ketting heeft hij in z'n hand. Vol spanning rijzen allen opl Dat wordt voor Sam beslist een strop! 118. Maar wat is dat? Krik-krak! dat-* zakken Ze plots'ling allen door de kast! Sam maakt een buit'ling van je wclsto. Zijn staartje zit nu niet meer vast! Hy vlucht, van Jocko vergezeld, Ver van het dorp in 't vrije veld. (Wordt Vrijdag vervolgd.) FEUILLETON Onder Zijn vleugelen Door ZENOBIA BIRD. Gedurende een paar minuten waren oai- den etil „Ik voel. dat we terug moeten gaan naar hein en Goa vertrouwen om over >ns te .vaken" „Ik ook' antwoordde Hu tb flink. Hij stuurde de auto een eindje achteruit, keerde en gin», vlug terug langs dezeifl© weg als ze gekomen waren, hij reed lang zamer toen ze de plek naderden, waar ze dachten den man gezien te hebben Hij was er niet en niemand was er te zien! Ruth beefde van hot hoofd tot de voeten, niet zoo zeer 11M vrees als wel »a.n opwinding Bij na onbewust drong ze dichtm tegen feu man aan. dan vreezend. dat hij haar -.>•! voelen beven f haar hart zoo luid zou noo- ren kloppen, trachtte ze zich weer terug ti* trekken maar hij kwam een her je dichter bij haar niet zulk een teer. beschermend gebaar dat ze niet kon weigeren Verwonderd door deze nieuwe omkeer in de zaken, keken ze onderzoekend aan beide zijden van den weg: de- angst van de man gi 'Pide toen hij begreep dat ze waarsrhijn lijk in een of andere val waren geloopen Nooit op het Zendingsyeld had hij sterker gebeden dan nu on hij wist. dat Ruth het y-elfde deed. üij was juist op 't punt om al z'n snelheid aan te wenden en de plaats te verlaten op de snelst mogelijke manier, toen Ruth uit riep: .Daar is ie nu, onder dien boom. Ik was or zeker van, dat het juist onder deze groote Ken gevoel van verademing kam over hen heiden. „We waren verder van hem vandaan dan we dachten", glimlachte hij flauwtjes Toen ze de auto langzaam brachten tot de plek. waar de man nu in z'n volle lengte uitgestrekt lag op den grond, maakte een vrceselijke angst zich van hen meester. Als hij eens dood was? Duizend mogelijkheden vlogen door hun beider gedachten. Was er een of andere vree se.iijke misdaad gepleegd en wat moesten ze doen als deze man gedood was? Of was hij bevangen door de koude, sinds zo hem zoo kori geleden waren gepasseerd. De temperatuur was verscheidene graden gedaald sedert zonsondergang en het was hitter koud Was hij dronken of was hij al Tot hun groote opluchting trachtte hij op nieuw te gaan zitten toen de auto hem op zij kwam en zei hij zwak: „U komt terug! Ik had de hoop opgegeven en me neergelegd om te sterven." Mijnheer Tiegan sprong uit de auto en ging naar hem toe. ..Bent u gewond?" vroeg hij angstig. „Mn enkel is verstuikt of gebroken. Ik weet het met 't Scheen niet zoo heel erg maar 'k heb hier al iren in de koude gele gen e.n 'k denk dat het nu wel afgeloopen is Nog twee andere auto's kwamen lang en ik rien ze. naar ze waren blijkbaar hang om te stoppen Pang. dat het een bandieren j streek was. denk ik. Ik woon niet ver hiei vandaan, kunt u me thuis brengen?" Hij leek zoo zwak dat ze bang waren dat hij het bewustzijn zou verliezen en vroegen vlug riuat zijn naam en adres. „Frank Loring", zoi hij, en gaf een adres op Ln een der meest afgelegen wijken var» een der mooie voorsteden, niet erg ver uit de huurt. De heer Tiegan was sterk, maar deze oudp lieer was zwaar en. zoo hulpeloos door de koude, dat hij zich bijna niet bewegen kon. Het vorderde de kracht van beiden, Ruth en mijnheer Tiegan. om hem zoo ongeveer te tillen op de achterbank van de auto, waar hij het bewustzijn scheen te verliezen, hoe wel Ruth, die er op gestaan had om met hem achterin te zitten, zijn handen en ge zicht gewreven had, een poging om eenige warmte in het koude lichaam te brengen In een paar minuten, hoewel het Ruth uren toescheen, kwamen ze bij 't huis dor den heer Lnring opgegeven. Ruth vreesde, dat de man dood was, maar neen, zijn h-art klopte nog steeds. Op do luide klank van de schel verscheen een dienstbode. „Woont r|p heer Frank Loring hier?". „Ja mijnheer. Maar hij is niet thuis". „Is er iemand van de familie thuis," vroeg hij „Z'n zoon is juist thuisgekomen, maar naar bed gegaan, 't Is al zoo laat". „Zeg hem dat hij zoo vlug mogelijk hier komt Z'n varier is erg ziek en Is huiten in mijn ante Weet u. wie de huisdokter is en ik hem kan tplpfoneeren?" Het metste scheen verlamd van srhrik voor een ooeenhlik Wie was deze man en wat had hij 1p maken met mijnheer Loning daar ,ui zijn auto. ve snelde naar de trap en „Mijnheer Harry, kon» schreeuwde bijn eens gauw". Onmiddellijk daarop stond een man in kamerjapon boven aan de trap. „Wat is er toch in 's hemelsnaam aan de Hand, Lilly?", vroeg hij. De heer Tiegan was de hal binnen geko men en stond rond te zien naar een tele foon. De man zag hem en met een harde booze stem brulde hij naar*beneden: „Wie bent u en wat wilt u?". „Uw vader is hier en ik bracht hem thuis Hij heeft vlug een dokter noodig. Geef me het nummer dan zal ik hem waarschuwen" Bij het noemen van zijn vader veranderde de houding van den man oogenblikkelijk „Ik kom direct naar beneden. Bel de dok ter op en vraag hem direct naar Frank Lo ring te komen" en hij gaf een telefoonnum mer. Het meisje bracht den hep.r Tiegan naar de telefoon, die den dokter opbelde en die binnen 5 minuten beloofde te komen. Top.n hij de telefoon ophing en zich om draaide, zag hij tegenover zich de zoon in de deuropening staan. Een paar woorden van opheldering wer den gezegd, waarop de twee mannen den ouden vader, die nu heelemaal buiten be wustzijn was. in een groote, mooi-gemeubi- leerde slaapkamer brachten Het huis scheen vol van bedienden. Een jonge vrouw, een nicht, verscheen juist op hot tooneel toen de dokter aankwam Ruth was in de auto gebleven en toen de heer Tiegan zag dat al het mogelijke gedaan was en de noodige hulp voor de zieke aan wezig was, excuseerde hij zich. liet zijn naam en adres achter en keerde naar Ruth j terug. „Ik vind het heel erg, juffrouw Birnie, u op zoo'n laat uur thuis te brengen. Maar ik zal de volle verantwoordelijkheid op me ne men voor uw te laat zijn en voor dit heele geval vanavond. Maak u niet bezorgd" Nu het alles over was, begon Ruth pas to begrijpen, wat ,een ongewoon ding hot heolo» geval was geweest. Ze wist niet hoe den toestand zelfs te verklaren aan de meisjes. Waarom waren ze uit geweest op die eon- zarne plek en zoo ver van de stad, in dat uur van den nacht? Ze besloot niemand iets te vertellen van het geval. Mijnheer Tiegan zou het zonder twijfel in orde brengen mef de school-autoriteiten; daarvan was ze ze ker, en zij stelde zich voor het tegen nie mand te zeggen. Een slaperige nachtportier liet haar toe tot de slaapvertrekken, eventjes na 1 uur. HOOFDSTUK V. Het gelukkige resultaat Ruth zag den heer Tiegan niet voor den volgenden avond aan het diner. Hij glim lachte vriendelijk naar haar. maar het heele geval leek nu op eon droom. Tot haar groo te geruststelling scheen niemand iets te we eten van het avontuur en niets werd er ovsr gezegd tegen haar, toen niet noch ook daar na. Na hei avondoton dien avond hield de heer Tiegan haar staande bij het verlaten van de eetzaal. „Ik telefoneerde naar den heer Loring vanmiddag. De oude heer heeft een erge koude gevat en ze vreezen voor longontsteking. Zijn enkel is alleen verstuikt en wanneer ze deze kou kunnen wegwer ken zal hij er met voel van weten. Ze leeken ons allemaal buitengewoon dankbaar dat we hem opgenom'u hebben, en hij wil ons spreken zou gauw hij maar in staat is op te zijn. Toen ik het huis opbelde, was de nicht aan de telefoon, maar later in don middag helde de zoon mij op van zijn kantoor in d.i stad om ons te danken voor wat we deden 1 voor zijn vader. Ze lijken me buitengewoon aardige menschen". „Ik ben zoo blij dat hij goed vooruit gaai", antwoordde Ruth ernstig, terwijl zo lr-L klasselokaal binnenging. 'n Goede twee weken waren er voorbijge gaan. de herfst vacantia was gekomen en ge gaan, toen op een avond mijnheer Tiegan op Ruth wachtte na één van haar avondjas sen. „Hebt u een oogenblikje., juffrouw Hiraie? Ze liet het groepje studenten alleen staan en ging naar de plek waar hij stond, evn eindje bij de anderen vandaan. „Kunt u morgenavond met me mee gaan om een bezoek af te steken?" vroeg hij met een knipoogje. „Waarheen?" „Naar mijnheer Loning. Hij heeft zich ge heel hersteld. behalve da* zijn verstuikte enkel hem niet toelaat overal heen te vlie gen. Hij wil graag, dat we hem bezoeken, als t kan morgenavond". „Kunt u niet zonder mij gaan, mijnheer Tiegan?" vroeg ze. „Nooit van tn n leven! Geen haar op m'n hoofd, dat er aan denkt' U was net zoo goei aansprakelijk voor deze redding als ik, ju!- frouw Birnie. Als u me niet bewogen ha i om terug te eaan zou ik misschien noo.ï gegaan zn'n. Nee, nee. u zult moeten meeko men. U was een moedig meisje, velen zou den te hang geweest zijn om te hebben ge handeld, als 'i deed". (Wordt vervolgd.); J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 11