Uehkadiü (BtoMtliehi. kmms
WOENSDAG 12 MAART 1930 VIERDE BLAD PAG. If
Kerknieuws.
EET NALOOPEN VAN DOMINEES.
Onder dit opschrift zegt Ds. D. van Dijk,
vau Groningen in de „Bazuin" o. m.:
„In elke groote Kerk, niet meer dan één
kerkgebouw en meer dan één dominé, heeft
de kerkeraad, voor deu goeden gang van
zaken, een regeling getroffen.
Ellk deel der Gemeente is aangewezen op
een bepaald kerkgebouw, daar bchooren ze
thuis. Het uiaken van een dei-gelijken regel
Ls geen willekeur, maar is, voor een ordelijk
loven der Gemeente, noodzakelijk.
Maar mij dunkt, als een Kerkeraad een
dergel ijken regel maakt, dan is de Gemeente
geroepen zich aan dien regel te houden.
Wat zou er van ons Kerkelijk leven wor
den, wanneer do Kerkeraad regelingen trof,
maar de Gemeente zou zich daarvan eeuvou
dig niets aantrekken?
Kn wat geldt van andore regelingen, dat
geldt ook van deze, waardoor aan ieder der
leden de plaats wordt aangewezen, waar hu
zal kerken.
Daardoor wordt het nu zoo, dat een lid do»
GBmceute niet meer tegenover eiken dien.iar
zijner Kerk gelijk staat. Noen, door den ge
troffen regel is het, dat hij nu des Zon
dagsmorgens, naar Gods voorzienig bestel, is
aangewezen op dien predikant, die den
dienst heeft in zijn kerk. Daarin is geen
willekeur, geen toeval, dat is naar wettige
orde en naar Gods voorzienig bestel zoo.
Ku nu geloof ik, dat iemand zich aan dien
niet mag onttrekken, wie dat doet gaat bui
ten den weg.
Al zou bet zoo zijn, dat de dominé. dien
hij zoo te hooren krijgt, hem in den regel
niet zoo bevalt, als een andere, het is deze
douiiné, die vandaag door God is aangewe
zen oin hem het Woord te brengen; en daar
aan heeft hij zich te houden.
Doet hij dat, dan kan hij tegen den Heere
zeggen: „Heere, Gij weet het. ik zou lipver
een anderen dienaar hooren; maar da* kan
niet, Heere, neem alles weg, wal zich nu
straks tusschon mij en Uw Woord zou kun
nen plaatsen; zegen den dienaar en zegen
mij".
Kn dan zal hij een zegen hebben. Want
het voornaamste in de prediking is niet de
vorm waarin, de wijze, waarop het Wool"
wordt gebracht, maar het Woord zelf. Waai
het Woord maai gepredikt wordt, daar is
het mogelijk een zegen te krijgen; en daar
zal een zegen vinden, ieder, die in Gods weg
met een biddend hart daar zit.
Wie zoo ter kerk gaat, ik geloof, dat die
meer kans op een zegen heeft, dan die an
der. die de orde breekt, zijn eigen weg gaat
en den dominé hoort, dien God op dezen
dag niet op zijn pad zet, maar dien hijzeil
zoekt."
„NAAR KERKELIJKE EENHEID".
Onder dit opschrift verscheen bij N. V-
Teulings' Uitgeversmaatschappij te Den
Bosch een bundel voordrachten van Prof. Dr.
Alfih. Mulders professor in de Dogmatiek
en Kerkgeschiedenis aan het Groot-Seminarie
te Hoeven (N.-B.)
Het werk. dat opgedragen is aan de na
gedachtenis zijner moeder, die veel belang
stelling toonde in „het Apostolaat der Ver
eeniging. waaraan zij voortdurend deelnam
door trouwvol gebed", bedoelt een oriëntee-
rende inleiding te geven op het ingewikkelde
hereenigingsvraagstuk, en wórdt ingezet mei
een voordracht over „De universecle Kerk",
vorig, jaar gehouden ter opening van het her-
eenigingscongres te Breda. Naar het „woord
vooraf" overzichterijk aangeeft, wordt dan
verder „de eenheid der Kerk" besproken,
waarvan, aldus Dr- Mulders, „in den loop
dor eeuwen groote groepen zijn losgescheurd
bij wie zich echter tegenwoordig, sterker en
algcmcener dan ooit te voren, een streven
voor hcreeniging openbaart.
Vervolgens wordt gehandeld over de
„toena.deri.ig der Katholieken", waarbij
dan gewezen wordt op de pogingen die „van
offirieele zijde" geschiedden en op die, welke
niet rechtstreeks van den Paus uitgingen.
Evenwel wordt hier ook „het wachtwoord
van Rome" vernomen, dat „de Kerk bij alle
liefdevolle toenadering haar leerstellig stand
punt niet prijsgeven mag", zooals dat in do
encyliek „Mortalium anïmos". (handelende
over de leer van het nastreven der ware
godsdienst) wordt voorgehouden. Vervol
gens wordt afgedrukt de encycliek „Rerum
oriëntalium", waarin de practische arbeid
der Kerk van Rnpie voor het herstel der
eenheid na de Oosterschc scheuring wordt
uiteengezet, alsook het Motu Proprio inzake
de vereeniging van het Pauselijk Bijbel-
jnstituot en het Oostersch Instituut met do
Gregoriaansche Universiteit te Rome, waar
door deze nu vijf faculteiten bezit: de wijs
geerige, de godgeleerde, de Rijbelsche. de
Oosterscbe en de kerkrechtelijke.
Van de scheuringen der eeuwen zegt Prol
Mulders, dat ze hem een raadsel blijven,
„waarvan wij ons geen volledige verklaring
kunnen geven". Het toesteken van „de red
EEN PRACTISCHE HANGAR
werd dezer dagen te Los Angeles in gebruik genomen. Zij bestaat uit zes afdeelingen,
henevens een centrale ruimte, waar de bedrijfsleider zetelt en de reparatie-werkplaatscn
zijn. Van hier uit zijn alle deuren electrisch te openen en te sluiten, hetgeen liet spoedig
starten m de hand werkt
dende hand: al dan niel rechtstreeks door de
Pausen, zoodat geestdriftig en dankbaar ge
memoreerd. Van Luther s optreden lezen we;
„Neen, de monnik van Wittenberg, onge
schoold in de opvoeding der volken, heeft
de dwalingen niet gewild, die zijn beginsel-
worp als een net vol verwarring door het
zicleven en de wetgevingen der me.nschen
slingerde", terwijl de redenaar meent, dat
het Protestantisme met zijn „ergernis over
liet mensclielijke in de Kerk haar godde
lijke waarheid uitwierp".
Over een en ander gelijk over geheel hel
uitgangspunt en de voorwaarden der her-
eenigingspogingcn, zou nog wel wat in te
brengen zijn. Natuurlijk, anders was er geen
principieel verschil en was er van de he
sproken actie geen sprake! Maar voor dis
cussie is het hier ryet de aangewezen plaats
Alleen zeggen was. dat. zoolang Rome zijn
„wachtwoord" van het „Mortalium animos"
moet handhaven: „aannemen van heel het
geloof van de Katholieke Kerk en zich ten
\olle onderwerpen aan haar levend, geestc
lijk gezag", van hereeniging in alle rich
tingen niets komen kan.
Prof Mulders is ervan overtuigd dat, „hoe
nuttig en onontbeerlijk ook", spreken en
schrijven hier niet de meeste hoop bieden,
maar het bidden van „de apostelen der een
heid"
Onzerzijds klinkt en moet klinken de roep
naar mee verdieping cn belijning. Wan
neer daaraan gehoor gegeven wordt, zal van
„terugkeer" naar de Kerk van Rome niet
veel komen. Maar wel gevoelen we de ge-
scheurdheid van de Christenheid als een
aanklacht tegen-de openharing van het
Christendom Kn daarom kunnen we het
warm, expressief eenheidsverlangen in de
voordrachten van Prof. Mulders dikwijls
goed verslaan en ermee syinpathiseeren.
Leiders en publicisten in ons Kerkelijk
leven mogen we opwekken kennis te nemen
van bovengenoemde uitgave. Door bronnen
opgave en saamvattingen van hot verban
dolde in elk hoofdstuk is het werk gemak
kolijU na te slaan. Voorts hebben wo slechts
de natnen van Lausanne en Mechelen te
noemen, om te doen verstaan, dat we hier
met een bundel actueele voordrachten te
doen hebben. Bestudeering ervan werkt in
ieder geval oriönteerend en verhelderend.
In de Ned. Horv. Gemeenten te Rotter
dam. Amsterdam en Den Haag wor
den geregeld des Zondagsnamiddags te 2 u.
godsdienstoefeningen gehouden in een der
kerken, waarin dan tevens ook Doopsbe-
diening plaats vindt- Men heeft in enkele
kerken indertijd des avonds gelegenheid wil
len geven tot bediening van den H. Doop,
maar dan bleef de Gemeente wanneer
ook Doopbeurt was uit de kerk weg.
In „Ons Lampje" spreekt Ds. J- W P-
Roy. Ned- Herv predikant te Slotenvijk, hier
over zijn droefheid uit en schrijft het vol
gende:
„Het was Zondag- Op een gansch zeer on
gewoon uur ging ik voorbij een kerk te Am
sterdam en vond tot mijn verwondering de
deuren open. Ik ga naar binnen en vind de
kerk leeg Een oogenhlik sta ik in verwon
dering te kijken en denk: „Zou de koster
misschien vergeten hehhen om half twaalf
de deuren te sluiten"? Maar neen, daar ver
schijnt de voorlezer en kruipt in zijn hokje-
De man kijkt eerst wat verlegen rond en
dan op zijn horloge en wacht eenige minu
ten. Dan kijkt hij weer op zijn horloge,
slaat een boek open en zegt: „De Gemeente
gelieve tot eer van God en hare stich
tingIk glimlach pijnlijk.
„Gelukkig strompelt er nog een oude juf
frouw binnen. Ik denk: „nu zijn wij met
ons beiden" Eenige minuten later nog één.
Toen de predikant op den preekstoel stond
waren er in die groote kerk veertien
mensehen. De koster, dien ik inmiddels ge
vonden had, zei mij, dat 't niet slechter
was dan gewoonlijk. Er was immer ook
Doop. Ik zuchtte en ging weg. daar mijn
werk mij dien Zondagmiddag elders riep
Buiten dacht ik: „Hoe is 't toch vreeselijk
dat het Sacrament zoo stiefmoederlijk be
deeld wordt! Het moest stralen als een licht
in het midden der Gemeente. Het moest een
hooge feestelijkheid zijn en wat is het ge
worden"!
EEN ZELFKANT
In het „Kerkblad" van l)en Haag wijst J.
II er op, dal uien ook ra de Gereformeerde
Kerken heeft wat men een zelfkant noemt
en hoe dii niet een geringe zorg wordt,
vooral iii de grootere plaatsen en met name
in de groote steden, en betoogt dan verder
„Die zelTkant hoort bij de Kerk en toch
hoort hij er feitelijk niet bij, al kan men er
dan ook in meer dan één zin over spreken.
„Kr is altijd kaf onder het koren, het on
kruid schiet zelfs dikwijls weliger op dan
bet goede kruid, verbeeldt zich dikwijls ook
meer en voert grooter woord. Geestelijk
doet de zelfkant aan hel waarachtige leven
der Kerk een niet gering kwaad. Het ia
mogelijk een klinkend metaal en een lui
dende schel te zijn Daar kunnen van die
geestelijk doode elementen zijn, die mis
schien uitnemend kunnen spreken, ja op
wie de Kerk in veie opzichten zelfs drijft
en die men zeer moeilijk zou weten te ver
vangen in hun ijveren voor de goede zaak,
die toch den geestelijken bloei der Kerk niet
Ipvorderon maar-wel oelemmeren. Als dit
maar goed gaat en als dat marcheert, dan
loopt het, volgens hen, uitstekend, maar
dan is men luist hard op weg naar de ver
steening en naar het formalisme.
„Dat is ook een „zelfkant".
„Eén, waarvoor men dikwijls, maar al te
huiverig is. om er naar te wijzen, omdat
men die menschen zoo noodig heeft en zt
zoo moeilijk meent te kunnen missen. Hoe
rustiger onze Gereformeerde Kerken tegen
over zulke gewaardeerde elementen worden,
des te futloozer in geestelijken zin zullen ze
worden Des te grooter het gevaar van de
overpeinzing „Ik ben rijk en verrijkt ge
worden en heb ueens dings gebrek".
„Dat gevaar ligt bij onze Kerken,, met al
haar weelde en haar rijkdom, waarvoor we
met genoeg kunnen danken, heel dicht, Ja
vlak voor de deur. Het gevaar van deu
geestelijken zelfkant, die ongeestelijk is.
„Kn dan het gevaar van den man met een
gouden ring aan den vinger en een sierlijke
kleeding. die op de mooiste plaats gezet
wordt, terwijl de arme goed genoeg is, om
onder de voetbank te zitten.
„Dat gevaar dreigt niet meer, dat ls er
Kn zoo is het denkbaar, dat in de Kerk een
arm kind van God, die eenmaal de aarde
INGEZONDEN MEDEDEELING
zal beërven, hier in een hoek gedrukt
wordt, om een man in een sierlijk kleed,
die hard klinkt, maar een luidende schel
is, te Ia le n passeeren.
„Die zelfkant.
„Die „zelfkant" is een groot gevaar voor
de Kerk, en wij vreezen zeer, dat het op
dit gebied eer erger dan minder erg wordt".
CONFESSIO AUGUSTANA.
De Augsburgscho Confessie (in het Latijn
Confessio Augustana), de belangrijkste ge
loofsbelijdenis der Luthersclie Kerk, werd 2?
Juni 1530 aan Karei V ter hand gesteld. Zij
bestaat uit 21 artikelen en 7 bezwaren tegen
misbruiken in de R.-K. Kerk.
De Duitsche Evangelische Bond van Ker
ken heeft ter herdenking van dit feit aan &S
Chr. School, had trachten te ontzenu-
HET CONFLICT TE LEMMER.
Anti-militarism e.
Naar aanleiding van de moeilijkheden, die
in de Vereen, voor Chr. Nat. Schoolonderwijs
tc Lemmer gerezen zijn in verband met het
optreden van het Bestuur tegen deu onder
wijzer F. Sell urer. die ecu waarschuwing
van ontslag heeft ontvangen, indien hij zijn
anti-militaristische propaganda enzoovoort
niet slaakt, tegen welke waarschuwing S?
leden hebben geprotesteerd, heeft deze Ver
eeniging een zeer druk gezochte buitenge
Kerkgroepen uitnoodigingen verzonden. Ofjwonc vergadering gehouden, op verzoek
ook Geref. Kerken hiertoe genoodigd zijn
weet de „Rcf. Kirchcnzeit." niet In ieder ge
val worden onder de Amerikaansche Kerken
slechts Luthersche genoemd.
Bovengenoemd blad teekent het volgende
hierbij aan:
Hoe grootscher men do herdenking wil
doen plaats vinden, hoe onbehageiijkcr men
zich voelt daar het woord der vaderen min
der gehoord wordt naarmate men luidei
hun daden herdenkt
Wanneer het in de uitnoodiging heet: „De
Confessio Augustana is waarlijk een oecu
menische en een reformatorische geloofsbe
lijdenis tegelijk", en verzekerd wordt, dal de
Evangelische Christenheid zich dit feit be
wust is, dan stemmen deze beide mededee
lingen niet met de feiten overeen. De Augus
tan a is in vele Prot Kerken geheel onbe
kend en kan dus niet tot de algemeene ge
loofshelijdenissen gerekend worden.
Wanneer zullen wij Duitsehers in de Ker
kelijke taal nuchter worden? vraagt het blad
ten slotte.
Schoolnieuws.
MIDDELBAAR ONDERWIJS.
WEEKBLAD VOOR SCHOLIEREN
Reeds gedurende langen tijd bestonden bij
de Hollanlia Drukkerij te Baarn plannen
om te komen tol de uitgaaf van een
scholieruncouraoL Deze plannen werden m
hel ^.Weekblad voor Gymnasiaal en Mid
delbaar Underwys" door dr. A. J. Luyt in
sympathiekeu zin besproken. Tegelijker
tijd hadden de rectoren der Lycea te Am-
strdam. Bloemendaal en Baarn in hun ver
gadering van het voorjaar 1929 in principe
besloten tot de uitgave van een dusdanig
blad, met de bedoeling een goede jeugd
krant ter beschikking te stellen van hun
'eerlingen en in het algemeen van de
schooljeugd. De plannen van de Hollandia-
Drukkerij en van de Lycea zijn nu tot vas
ten vorm gekomen, zoodat binnenkort een
weekblad „De Krant" bij de Hollandia-
Drukkerij zal gaan verschijnen onder redac
tie van dr. C. P. Gunning, dr. J. A. Vor der
Hake, dr. A. de Vletter en mr. P. J. F. H.
van de Rivière.
LAGER ONDERWIJS.
EEN „VREDES APOSTEL!"
Men schrijft ons:
Te Haren (bij Groningen), hield de heer
Klaas de Vries uit Amsterdam, een vurige
pleitrede voor de Openbare School.
Spr. verzekerde, dat hy niet was op het
oorlogs- maar op het vredespad. „Volksonder
wijs'' strijdt niet tegen Bijzonder Onderwijs,
als het waarlijk gemoedsbezwaarden geldt,
maardie dure „secte-schooltjes'» bren
gen scheiding. En zijn dus: onnoodig, onnuttig,
ondoeltreffend. (Daarom: laten de vredes-
mieren deze oorlogs-mieren verslinden: Dan
is het immers vrede!!)
De Openbare School steekt torenhoog uit
boven de Bijzondere School. Zij is de ware
Christelijke School, die kweekt Christelijke
en maatschappelijke deugden, nl.: liefde en
verdraagzaamheid
Geweldig werd er in deze pleitrede gewerkt
met spoken: o, die dure Bijzondere Scholen,
broodroof cn omkoopine!
(Deze laatste schimmen konden wel zóó uit
het Vrijzinnig tuighuis gevlucht zijn.)
Een dominéé in Gelderland sprak by de
opening van een Chr. School: Rieden is het
kermis in myn ziel'*!
Een dorp in Friesland met 1800 a 2000 in
woners heeft vijf schooltjes.
Breedvoerig werd Noot dorp als een af-
gry zing wekkend voorbeeld der vergadering
voorgehouden, waar de uitgaven van f9.25
gestegen waren tot f 27 per kind, en dat door
de dure Bijzondere School.
In het debat wees de heer J. H. van der
Meer, hoofd der Chr. School te Onnen, erop,
hoe het onderwijs is in de eerste plaats geen
Staatszaak, maar taak der Maatschappij. Be
zuiniging en gehalte van hel Onderwijs wor
den beide gediend door het stelsel van de
School aan de ouders (gewijzigd Unie-rapport)
Bij het informeeren naar de politieke neutra
liteit, werd het den spreker blijkbaar te warm.
Het knetterde interrupties.
De „verdraagzaamheid'- der Openbare
School werd voorts duidelijk gedemonstreerd
aan het hoofd eener Openbare School uit het
naburige Paterswolde, die vertelde, hoe hy
mede de handteekeningen voor het stichten
tiental leden, die een uitspraak
vvenschten over het karakter der Vereeni
ging, van welke vergadering het „Vad." on
derstaand verslag geeft:
Op verzoek van het Bestuur gaf de lieer
L. J. Wytzes, Directeur der Chr.
Kweekschool tc Sneek en Inspecteur van de
Vereen, voor Chr. Nat. Schoolonderwijs, aan
de hand der statuten een uiteenzetting van
doel en streven der landelijke Vereen, voor
Chr. Nat. Schoolonderwijs.
Van de gelegenheid tot debat maakte o.m.
gebruik Ds. M. van der Voet, Nod. Herv
predikant te Lemmer (orthodox), die, in
stemmend met doel en streven van Chr.
Nat. Schoolonderwijs, bezwaren had tegen
de rede van den heer Wytzes en het Bestuur
verweet, dat het door het optreden tegen den
heer Schurer een aanslag heeft gepleegd op
het Christelijk geweten en de School schade
heeft toegebracht. Spr. had ernstige bezwa
ren tegen het optreden als inquisitie en ad
viseerde den heer Schure met rust te laten
en zijn ouders te willen sparen.
De heer Wytzes wilde in zijn repliek
op allerlei persoonlijke aangelegenheden
niet ingaan, daar hij slechts gekomen was
om te spreken over het karakter van Chr.
Nat. Schoolonderwijs. Hij wees er o.m. op
dat de gevoerde actie van „Kerk en Vrede"
tot groote schade der Chr. School is. D<
Schoolvereeniging staat cn valt met het al
of niet wettelijk handhaven van haar belij
denis. Velen zijn bij de School gekomen, die
er niet bij behooren en leven uit het huma
nistisch beginsel. Dezulken kunnen gemist
Ds. van der Voet, in tweede instantie
het woord voerend, wees er op, dat als het
dreigende ontslag van den heer Schurer
doorgaat, vele ouders hun kinderen van de
Schel zullen nemen, die daardoor niet meer
komen onder de beademing van het Evan
gelie en dit zou Spr. een schrijnenden toe
stand vinden.
De heer Wytzes, dupliccerend, wees er
op, dat een Chr. School een opvoedingsinsti
tuut is en geen middel ter evangelisatie,
wat zij ook nooit worden mag. Men moet
de consequentie van het beginsel aandurven
en wie dit te sterk vindt, moet maar heen
gaan.
Wijl het debat meer en meer in persoon
lijke aangelc 'enheden verlic-p, sloot dc Voor
zitter de vergadering.
Gemengd Nieuws.
PRIJSCOURANT FONGERS 1930.
Wij ontvingen de door de Fongers-Fabrie
ken te Groningen uitgegeven orijscourant
voor 1930. Het hoekje, dat als ieder ji
TENTOONSTELLING VAN
GEMEENTEWERKEN
TE UTRECHT
DE OFFICIEELE OPENING
Gistermorgen is de I.T.O.W.U, (Internatio
nale tentoonstelling van Gemeentelijke Opeü
hare Werken te Utrecht) officieel geopend.
In den foyer van den Stadsschouwburg had
zich daartoe een groot aantal autoriteiten
verzameld. Onder de aanwezigen merkten
wij ojn. op Dr- H. Th. 's Jacob, Commis
saris der Koningin in de provincie Utrecht,
Dr J. P. Fockema Andreae, Burgemeester
der gemeente Utrecht, de heeren H. van An-
del cn G. H. J. v. Spanje en H. Th- O. Kettlit*
leden van Gedeputeerde Staten, Mr. M. .II.
de Boer, A. II. Smulders, II. A- Bekker, H.
Botterweg, de gemeentesecretaris, Dr. J. du
Lange, leden van den Gemeenteraad enz.
Het eerst werd het woord gevoerd door
den Voorzitter der Vereen, van Directeuren
van Gemeentewerken, Ir. L. W- II. van Dijk,
van R'dam, en deze heete daarin allen wel
kom, inzonderheid aan den Commissaris der
Koningin, die zich bereid verklaard had do
tentoonstelling te openen. Spr. bracht in
zijn rede dank aan degenen, die tot het tot
standkomen der tentoonstelling hadden mee
gewerkt en wees erop, dat deze tentoonstel
ling niet moet worden beschouwd als dei
voorzetting van dc tentoonstelling, die in
192G gehouden werd.
De Commissaris der Koningin hield ver
volgens een rede, waarin hij er crp wees, dat
de dienst van Openbare Werken ge
meenlijk aan zeer zware critiek onderwor
pen is, een critiek die vaak zeer önrecht
vaardig is en afkomstig van die bekende
stuurlui, die aan den wal staan, maar daar
door ontstaat ook voor den dienst dc ver
plichting de oeconomische zijde van elk
vraagstuk zeer ernstig te overwegen.
Spr. vertrouwt dan ook dat de tentoonstel -
ling, die zich in zooveler belangstelling mag
verheugen, in ruime mate aan haar doe! zal
beantwoorden, waardoor de samenstellen
zich ruimschoots beloond zullen zien voor
hun werk en moeite.
Na de opening werd een rondgang ge
maakt over de tentoonstelling.
In den middag is de Vereeniging van Direc
teuren van Gemeentewerken ui Nederland
door het Gemeentbestuur in de Michaëlskapel
ontvangen. De burgemeester van Utrecht,
Dr. J. P. Fockema Andreae sprak de gas
ten toe. J
De voorzitter der vereeniging, Ir. van Dijk
beantwoordde de tospraak van don burge
meester.
ireJr tal van wetenswaardigheden over het I wel zal bereiken.
Fongersrijwiol en zijn onderdeelen bevat, ziet
er goed verzorgd uit en maakt een prettige 14
aangenamen indruk, zooals wij dat van de
Fa. Fongers niet anders gewoon zijn. De Fa.
Fongers is er ook dit jaar weer in geslaagd
om de goede naam van haar product door
deze prijscourant op doeltreffendo wijze 'o
bevestigen. Klaar en duide'ijk, maar tevens
nuchiei en zakelijk, rekenkundig zakelijk,
wordt een overzicht gegeven van de ver
schillende modellen en de diverse construc
ties en onderdeelen terwijl de onmiddellijk er
onder vermelde prijzen de keuze gemakkelijk
zullen maken.
Een aantal goed afgedrukte foto's van het
in- en uitwendige der fabriek, waaronder een
.luchtfoto, besluiten dit boekje, dat zijn doel
(Nadruk verboden).
SAMBO EN JOCKO
VAN EEN LEEUW EN EEN AAP
117. Pas op! daar heb je Kees, den diender!
Een man van moed en groot verstand
H ij zal den leeuw wel even binden,
Den ketting heeft hij in z'n hand.
Vol spanning rijzen allen opl
Dat wordt voor Sam beslist een strop!
118. Maar wat is dat? Krik-krak! dat-*
zakken
Ze plots'ling allen door de kast!
Sam maakt een buit'ling van je wclsto.
Zijn staartje zit nu niet meer vast!
Hy vlucht, van Jocko vergezeld,
Ver van het dorp in 't vrije veld.
(Wordt Vrijdag vervolgd.)
FEUILLETON
Onder Zijn vleugelen
Door ZENOBIA BIRD.
Gedurende een paar minuten waren oai-
den etil „Ik voel. dat we terug moeten gaan
naar hein en Goa vertrouwen om over >ns
te .vaken"
„Ik ook' antwoordde Hu tb flink.
Hij stuurde de auto een eindje achteruit,
keerde en gin», vlug terug langs dezeifl©
weg als ze gekomen waren, hij reed lang
zamer toen ze de plek naderden, waar ze
dachten den man gezien te hebben Hij was
er niet en niemand was er te zien! Ruth
beefde van hot hoofd tot de voeten, niet zoo
zeer 11M vrees als wel »a.n opwinding Bij
na onbewust drong ze dichtm tegen feu
man aan. dan vreezend. dat hij haar -.>•!
voelen beven f haar hart zoo luid zou noo-
ren kloppen, trachtte ze zich weer terug ti*
trekken maar hij kwam een her je dichter
bij haar niet zulk een teer. beschermend
gebaar dat ze niet kon weigeren
Verwonderd door deze nieuwe omkeer in
de zaken, keken ze onderzoekend aan beide
zijden van den weg: de- angst van de man
gi 'Pide toen hij begreep dat ze waarsrhijn
lijk in een of andere val waren geloopen
Nooit op het Zendingsyeld had hij sterker
gebeden dan nu on hij wist. dat Ruth het
y-elfde deed.
üij was juist op 't punt om al z'n snelheid
aan te wenden en de plaats te verlaten op
de snelst mogelijke manier, toen Ruth uit
riep:
.Daar is ie nu, onder dien boom. Ik was
or zeker van, dat het juist onder deze groote
Ken gevoel van verademing kam over hen
heiden. „We waren verder van hem vandaan
dan we dachten", glimlachte hij flauwtjes
Toen ze de auto langzaam brachten tot de
plek. waar de man nu in z'n volle lengte
uitgestrekt lag op den grond, maakte een
vrceselijke angst zich van hen meester.
Als hij eens dood was? Duizend
mogelijkheden vlogen door hun beider
gedachten. Was er een of andere vree
se.iijke misdaad gepleegd en wat moesten
ze doen als deze man gedood was? Of was
hij bevangen door de koude, sinds zo hem
zoo kori geleden waren gepasseerd.
De temperatuur was verscheidene graden
gedaald sedert zonsondergang en het was
hitter koud Was hij dronken of was hij al
Tot hun groote opluchting trachtte hij op
nieuw te gaan zitten toen de auto hem op zij
kwam en zei hij zwak: „U komt terug! Ik
had de hoop opgegeven en me neergelegd
om te sterven."
Mijnheer Tiegan sprong uit de auto en
ging naar hem toe.
..Bent u gewond?" vroeg hij angstig.
„Mn enkel is verstuikt of gebroken. Ik
weet het met 't Scheen niet zoo heel erg
maar 'k heb hier al iren in de koude gele
gen e.n 'k denk dat het nu wel afgeloopen
is Nog twee andere auto's kwamen lang
en ik rien ze. naar ze waren blijkbaar hang
om te stoppen Pang. dat het een bandieren
j streek was. denk ik. Ik woon niet ver hiei
vandaan, kunt u me thuis brengen?"
Hij leek zoo zwak dat ze bang waren dat
hij het bewustzijn zou verliezen en vroegen
vlug riuat zijn naam en adres.
„Frank Loring", zoi hij, en gaf een adres
op Ln een der meest afgelegen wijken var»
een der mooie voorsteden, niet erg ver uit
de huurt.
De heer Tiegan was sterk, maar deze oudp
lieer was zwaar en. zoo hulpeloos door de
koude, dat hij zich bijna niet bewegen kon.
Het vorderde de kracht van beiden, Ruth
en mijnheer Tiegan. om hem zoo ongeveer
te tillen op de achterbank van de auto, waar
hij het bewustzijn scheen te verliezen, hoe
wel Ruth, die er op gestaan had om met
hem achterin te zitten, zijn handen en ge
zicht gewreven had, een poging om eenige
warmte in het koude lichaam te brengen
In een paar minuten, hoewel het Ruth
uren toescheen, kwamen ze bij 't huis dor
den heer Lnring opgegeven. Ruth vreesde,
dat de man dood was, maar neen, zijn h-art
klopte nog steeds.
Op do luide klank van de schel verscheen
een dienstbode.
„Woont r|p heer Frank Loring hier?".
„Ja mijnheer. Maar hij is niet thuis".
„Is er iemand van de familie thuis,"
vroeg hij
„Z'n zoon is juist thuisgekomen, maar
naar bed gegaan, 't Is al zoo laat".
„Zeg hem dat hij zoo vlug mogelijk hier
komt Z'n varier is erg ziek en Is huiten in
mijn ante Weet u. wie de huisdokter is en
ik hem kan tplpfoneeren?"
Het metste scheen verlamd van srhrik voor
een ooeenhlik Wie was deze man en wat
had hij 1p maken met mijnheer Loning daar
,ui zijn auto. ve snelde naar de trap en
„Mijnheer Harry, kon»
schreeuwde bijn
eens gauw".
Onmiddellijk daarop stond een man in
kamerjapon boven aan de trap.
„Wat is er toch in 's hemelsnaam aan
de Hand, Lilly?", vroeg hij.
De heer Tiegan was de hal binnen geko
men en stond rond te zien naar een tele
foon. De man zag hem en met een harde
booze stem brulde hij naar*beneden: „Wie
bent u en wat wilt u?".
„Uw vader is hier en ik bracht hem thuis
Hij heeft vlug een dokter noodig. Geef me
het nummer dan zal ik hem waarschuwen"
Bij het noemen van zijn vader veranderde
de houding van den man oogenblikkelijk
„Ik kom direct naar beneden. Bel de dok
ter op en vraag hem direct naar Frank Lo
ring te komen" en hij gaf een telefoonnum
mer.
Het meisje bracht den hep.r Tiegan naar
de telefoon, die den dokter opbelde en die
binnen 5 minuten beloofde te komen.
Top.n hij de telefoon ophing en zich om
draaide, zag hij tegenover zich de zoon in
de deuropening staan.
Een paar woorden van opheldering wer
den gezegd, waarop de twee mannen den
ouden vader, die nu heelemaal buiten be
wustzijn was. in een groote, mooi-gemeubi-
leerde slaapkamer brachten Het huis scheen
vol van bedienden. Een jonge vrouw, een
nicht, verscheen juist op hot tooneel toen
de dokter aankwam
Ruth was in de auto gebleven en toen de
heer Tiegan zag dat al het mogelijke gedaan
was en de noodige hulp voor de zieke aan
wezig was, excuseerde hij zich. liet zijn
naam en adres achter en keerde naar Ruth
j terug.
„Ik vind het heel erg, juffrouw Birnie, u
op zoo'n laat uur thuis te brengen. Maar ik
zal de volle verantwoordelijkheid op me ne
men voor uw te laat zijn en voor dit heele
geval vanavond. Maak u niet bezorgd"
Nu het alles over was, begon Ruth pas to
begrijpen, wat ,een ongewoon ding hot heolo»
geval was geweest. Ze wist niet hoe den
toestand zelfs te verklaren aan de meisjes.
Waarom waren ze uit geweest op die eon-
zarne plek en zoo ver van de stad, in dat
uur van den nacht? Ze besloot niemand iets
te vertellen van het geval. Mijnheer Tiegan
zou het zonder twijfel in orde brengen mef
de school-autoriteiten; daarvan was ze ze
ker, en zij stelde zich voor het tegen nie
mand te zeggen.
Een slaperige nachtportier liet haar toe
tot de slaapvertrekken, eventjes na 1 uur.
HOOFDSTUK V.
Het gelukkige resultaat
Ruth zag den heer Tiegan niet voor den
volgenden avond aan het diner. Hij glim
lachte vriendelijk naar haar. maar het heele
geval leek nu op eon droom. Tot haar groo
te geruststelling scheen niemand iets te we
eten van het avontuur en niets werd er ovsr
gezegd tegen haar, toen niet noch ook daar
na. Na hei avondoton dien avond hield de
heer Tiegan haar staande bij het verlaten
van de eetzaal. „Ik telefoneerde naar den
heer Loring vanmiddag. De oude heer heeft
een erge koude gevat en ze vreezen voor
longontsteking. Zijn enkel is alleen verstuikt
en wanneer ze deze kou kunnen wegwer
ken zal hij er met voel van weten. Ze leeken
ons allemaal buitengewoon dankbaar dat we
hem opgenom'u hebben, en hij wil ons
spreken zou gauw hij maar in staat is op te
zijn. Toen ik het huis opbelde, was de nicht
aan de telefoon, maar later in don middag
helde de zoon mij op van zijn kantoor in d.i
stad om ons te danken voor wat we deden
1 voor zijn vader. Ze lijken me buitengewoon
aardige menschen".
„Ik ben zoo blij dat hij goed vooruit gaai",
antwoordde Ruth ernstig, terwijl zo lr-L
klasselokaal binnenging.
'n Goede twee weken waren er voorbijge
gaan. de herfst vacantia was gekomen en ge
gaan, toen op een avond mijnheer Tiegan
op Ruth wachtte na één van haar avondjas
sen. „Hebt u een oogenblikje., juffrouw
Hiraie?
Ze liet het groepje studenten alleen staan
en ging naar de plek waar hij stond, evn
eindje bij de anderen vandaan.
„Kunt u morgenavond met me mee gaan
om een bezoek af te steken?" vroeg hij met
een knipoogje.
„Waarheen?"
„Naar mijnheer Loning. Hij heeft zich ge
heel hersteld. behalve da* zijn verstuikte
enkel hem niet toelaat overal heen te vlie
gen. Hij wil graag, dat we hem bezoeken, als
t kan morgenavond".
„Kunt u niet zonder mij gaan, mijnheer
Tiegan?" vroeg ze.
„Nooit van tn n leven! Geen haar op m'n
hoofd, dat er aan denkt' U was net zoo goei
aansprakelijk voor deze redding als ik, ju!-
frouw Birnie. Als u me niet bewogen ha i
om terug te eaan zou ik misschien noo.ï
gegaan zn'n. Nee, nee. u zult moeten meeko
men. U was een moedig meisje, velen zou
den te hang geweest zijn om te hebben ge
handeld, als 'i deed".
(Wordt vervolgd.); J