HET ISOLEMENT VAN DE ALBLASSERWAARD Gemengd Nieuws. KOFFIE-SOORTEN Radio Nieuws. DINSDAG 11 MAART 1930 DERDE BLAD PAG. 9 HOE KAN ZIJ DAARUIT VERLOST WORDEN? Bespreking van den geprojecteerden Rijksweg Rotterdam—r-Elst EEN MOTIE AAN DEN MINISTER Dooi* de Commissie tot bevordering van 'den aanleg van den Rijksweg Rotterdam— Eist was gisteravond ln het Sociëteitsgebouw te Kinderdijk een openbare vergadering be legd. De voorzitter, de heer F. M. A. v. d. Ro- aart, Bprgemeester van N,-Lekkerland, heette ie talrijke aanwezigen welkom, inzon derheid het Tweede Kamerlid den heer J.,M. Krijger en de vertegenwoordigers van Gemeentebesturen uit de Alblasserwaard. De voorbereidende werkzaamheden zijn oorbij, zoodat thans deze belangrijke zaak oor openbare behandeling vatbaar is. Nadat de voorzitter nog mededeeling heeft gedaan van ingekomen brieven van hen, die verhinderd waren deze vergadering bij wonen, geeft hij een beknopt overzicht den voorbereidenden arbeid der Com- Een urgent vraagstuk. Het wegenvraagstuk in de Alblasserwaard ln verband met liet Rijkswegenplan vraagt reeds lang de belangstelling van velen. Ver schillende vooraanstaande personen in de Alblasserwaard werden uitgenoodigd en be reid gevonden aan de besprekingen deel te In een conferentie, 11 Dec. j.l. te Dordrecht gehouden, werd besloten mede te werken om zoo spoedig mogelijk een vaste verbin ding met Rotterdam te verkrijgen, opdat do Alblasserwaard uit haar isolement zou ver lost worden. Uit verschillende conferenties is gebleken, dat nog geen keus is gemaakt uit de vijf voorgestelde tracé's. Daarom hoeft de Commissie getracht in verschillen de plaatsen, o.a. te Tiel en te Leerdam, een actie voor deze belangrijke zaak te ontwik kelen. Het pontverkeer is geheel uit den tijd, daarom moeten er vaste bruggen komen. De Alblasserwaard is voor 't grootste deel aan gewezen op autoverkeer. Vandaar dat goede wegen van zeer groot belang zijn. Door het veer PapendrechtDordrecht werden het laatste jaar ruim 89.000 auto's overgezet, door het veer GorinehemSleeuwijk ruim 48,000 en door het veer Schoonhoven—Groot Ammers ruim 18.000 auto's. Deze cijfers zog gen genoegzaam hoe urgent deze zaak is. Het doel der actie. De heer Ir. J. C L. Smit gaf vervolgens een uiteenzetting van het doel der actie tot bevordering van den aanleg van een rijks weg Rotterdam—Eist 't Is moeilijk om met cijfers de belangrijkheid van deze zaak dui delijk te maken. Op 't oogenblik is er een spoorverbinding van Dordt naar Sliedrecht. Maar vele plaat sen, b.v. die langs de Lek, hebben hiervan niet 't minste nut Het veer bij Dordt en ook 't nieuwe Veer moeten zeer gebrekkig genoemd worden; evenzoo staat 't met net yeer over de Lek. Het verkeer met vracht auto's over deze veren kost veel aan geld en tijd. Daarbij komt nog, dat de dijken zeer ge vaarlijk zijn en «zich absoluut niet voor snel verkeer leenen. Door een weg recht door de Alhlasser waard zou reeds zeer veel bereikt zijn, van daar ook dat de Commissie tracht dit plan zoo spoedig mogelijk te verwezenlijken. Voor landbouw en industrie zou 't van groote beteekenis zijn als de verbinding met Rotterdam beter was. En zoo is 't ook met 't personenvervoer. Om in Rotterdam den vroegen trein te halen, is men thans ver plicht den vorigen avond van huis te gaan. Nog eens, zegt Spr., 't is o zoo moeilijk dit alles in cijfers aan tc tonnen, maar de ervaring van allen leert, dat de toestand zoo niet langer kan blijven. Welsprekende cijfers. De heer P. van Rees, Burgemeester van Papendrecht, zegt, dat ieder van de urgen tic van deze zaak overtuigd is. Als allen in de Alblasserwaard er nu ook maar van overtuigd zajn, dat de verlangde weg er ko men moet, dan heeft men goede kans. Spr. geeft eenige cijfers, die voor zichzelf spreken. De veren kosten niet alleen tijd en geld, maar zijn bovendien veel te beperkt voor de groot-industrie. Door het veer Dordrecht—Papendrecht werden vervoerd: in 192-1: 29.630 auto's, in 1924: 51.240 auto's, in 1925: 60.750 auto's, in 1926: 59.879 auto's, in 1927 67.477 auto's, in 1928: 76.S05 auto's, in 1929: 89.360 auto's. Er is gevraagd of de weg over de Noord door de Alblasserwaard van beteekenis zal zijn? Rotterdam kan in het Oosten van 't land moeilijk komen, zegt Spr. In de week van 49 Nov. heeft hij een telling laten houden van vierwielige mo torrijtuigen, die door het veer Panendrecht werden overgezet. Dit bleken er 3668 te zijn. Hierbij waren 1515 auto's van Alblasserdam naar Papendrecht en omgekeerd. Tevens bleek uit deze telling, dat 41 auto's uit an dere provincies waren doorgekomen. Nu was dit jaargetijde voor toeristen- en reizigersverkeer niet bijzonder gunstig. Daarom wil 't Spr. voorkomen, (fat maar één weg openstaat: ons resoluut uitspreken •voor den weg naar Rotterdam. Wanneerwij met elkander een weg zoeken in deze rich ting. zouden wij voor de Alblasserwaard een werk van beteekenis hebben totstand ge bracht I Dr. A. de II a a n, van Alblassrda-m, pleit I voor een onmiddellijke verbinding met den Linker Maasoever van Rotterdam, dat voor vele industrieën van groote beteekenis zou zijn. De toekomst van Rotterdam's melk voor ziening ligt bovendien voor een groot go deelte in de Alblasserwaard. De weg over de Noord verdient daarom ook de meeste aanbeveling. De heer Smit zet verder nog uiteen, dat leder tracé zijn speciale verdedigers heeft: over de verschillende plannen wordt een scherpe strijd gastreden. Laten wij onze handen niet in dit wespennet steken, zegt Spr. Wij willen niet voor een bepaald tracé ijveren, maar uit ons isolement verlost worden. Een motie. De Voorzitter stelt hierna namens do Commissie de volgende motie voor: „Do Camimissie tot bevordering van den aanleg van den Rijksweg Rotterdam—Eist, met genoodigden in vergadering bijeen op Maandag 10 Maart 1930 te Kinderdijk; PELIKANENCONCERT Lentemaand zet dit jaar bijzonder goed in en mensah en dier koestert zich heerlijke voorjaarszonnetje. Wie nu buiten wandelt en geen Nurks is, zou zoo wel willen zingen. Maar als groote menschen met al onze zwarigheden en gewichtigheden gaat dat nu eenmaal niet Onze gevederde vrienden denken er echter anders over en geven aan hun levensvreugde lucht in een lustig liede ke. Zóó, als op bovenstaande kiek, trof onze fotograaf op een wandeling door de Rotterdamsohe Diergaarde de pelikanen-familie aan overwegende, dat de Alblasserwaard, Vijf- heerenlanden en Betuwe nog steeds versto ken zijn van een goeden primairen verkeers weg met vaste oeververbindingen; dat aldaar verschillende takken van be langrijke industrie, handel, land- en tuin bouw en veeteelt, hij gemis aan goede ver keerswegen met bruggen over de rivieren in de richting van groote steden, niet to; voldoende ontwikkeling kunnen komen; dat het verkeer naar het Oosten en het Westen in gemelde landstreken veel zorg dat vooral hot autoverkeer op de smalle kronkelende rivierdijken en binnenwegen groot gevaar oplevert, zoowel voor de auto mobilisten als de overige weggebruikers; dat voorts op meerdere tijdstippen \an het jaar de verbinding met steden en plaat sen onderling verbroken is tengevolge van mist, ijs en modderige, bijna onbegaanbare wegen dat overigens de veren, welke in «Ie gege ven omstandigheden niet gemist kunnen worden, zijn aan te merken ais echte ver keersobstakels en oeververbindingen van de primitiefste soort; dat het derhalive gebiedend noodzakelijk is, dat de rivieren op verschillende plaatsen ten spoedigste overbrugd worden, opdat de Alblasserwaard voorgoed uit haar ecuwen- oud isolement verlost worde; gehoord de besprekingen; spreken bij deze uit: lo. dat een en ander eischt, dat do Re geering onverwijld maatregelen neemt tor aanleg van een z.g.n. primairen weg dooi de Betuwe, Vijfheerenlanden en Alblasser waard, loopend van Oost naar West met een of meer bruggen, hetzij over de rivieren de Lek en den IJssol of over de Noord en Nieuwe Maas. welke een rechtstreaksche verbinding geeft met Botterdam en de al daar samenkomende ooerige „primaire we gen"; cn 2o. den wenSch, dat de Regeering, teneln de tot in punt 1n. genoemd doel te geraken, de noodige gelden uittrekt op de Staatsbe- grooting 1931; besluiten deze motie ter kennis te bren gen van Zijne Excellentie den Minister van Waterstaat en van heeren leden van ü-t Staten-Generaal; gaat over tot de orde van den dag". De heer J. Jonker, wethouder van Al blasscrdam, stelt o. m. voor deze motie te zenden aan de diverse gemeentebesturen ter adhaesie-betuiging. De heer G. v. d. Koog, van Alblasser- dim. wijst op 't boziwaar van bruggen dicht bij elkaar. De heer F. Looijen, Gorinehem, is van meening, dat te veel de locale belangen naar voren komen. Het brug-systeem zal vooral in schcepvaartkringen groote bezwaren ont moeten. Na ernstige overweging kan Spi. geen voorstander zijn van het plan brug over de Noord. De motie wordt hierna met algemeenc stemmen aangenomen. Opwekking tot medewerking. Na de pauze sprak de heer Smit een opwekkend woord om de Commissie bij haar arbeid behulpzaam te zijn. Voorgesteld wordt een adres aan den Minister van Wa terstaat te zenden, verzoekende rechtstreek sche verbinding met Rotterdam en de pr: maire wegen. Daartoe zullen handteekenin gen van inwoners on lijsten worden verza meld. Wanneer die lijsten bij de Commissie zullen zijn ingekomen, zal bij den Ministe' een audiëntie worden aangevraagd. Tot deputatie om met den Minister over deee zaak te gaan spreken werden benoemd de heeren Swart Voorspuy, Looijen, Smit en de Rovaart. Een commissie uit de verschillende ge meentebesturen zal met deze deputatie voe ling houden. Nadat nog eenige zaken onderling zijn be sproken en de voorzitter verschillende per sonen, die zioh voor den arbeid der Com missie verdienstelijk hebben gemaakt, lieert dank gezegd, sprak de heer J. M. Krijg nog een kort slotwoord, waarin hij opwekte eendrachtig samen te werken tot verwe lijking van de op deze vergadering bespro ken plannen. MEN ZIJ OP ZIJN HOEDE! Een man van middelbaren leeftijd houdt zich onledig met het doen van bestellingen bij neringdoenden in Den Haag, ten behoeve van personen in het Westland. Deze bestel lingen zijn echter gefingeerd en de Haagsche winkeliers die het bestelde komen afleveren, ontdekken dan bedrogen tc zijn. De vorige week verzocht de man iemand uit de Regentessclaan te Den Haag om 1 hem te komen, waarna zij samen een or. zouden gaan verkoopen in De Lier. Toen man in De Lier kwam, vund hij evenw 1 nergens zijn opdrachtgever. Te Ylissingen is op de Scheepsb. Mij. „de Schelde" bij het ophijschen van een liftko ker de strop gebroken. Do luchtkoker naar beneden en kwam terecht op twee beiders. Een hunner werd op slag gedo terwijl de andere zeer ernstig gewond n; het ziekenhuis moest worden overgebrach.. Men vreest voor zijn leven. Beide slachtof fers zijn ongehuwd! HET HEENGAAN VAN GROOTE MANNEN NIEUWE KLINIEK TE FinEN IS EEN VOLK DANKBAAR VOOR HUN DADEN? VON TIRPITZ EiV SCHACHT (Van onzen Duitsohen correspondent Twee mannen van groote beteekenis he' ben een oogenblik dc aandacht der gansche ■crcld op zich gevestigd. Twee mannen zijn heengegaan, met wier persoonlijkheid en werk Duitschlanils geschiedenis nauw ver bonden zal blijven. Beiden hebben hun le ven gesteld in den dienst van het alge- j meen belang. Beiden hebben de harde er varing opgedaan, dat do dankbaarheid van het Duitecho volk een zeer relatief begrip is. De oudste van hen bekleedde een leiden de positie in de harde jaren van den oorlog en geen geschiedschrijver zal aan hem kun nen voorbijgaan. Pas veel later zal met ze kerheid vastgesteld kunnen worden, welke beteekenis zijn arbeid had voor het Duit- scho rijk. De ander trad pas op den voorgrond in den kritieken tijd, toen Duitschland's pres tige onder den druk der financieele lasten zwaar gehukt ging. Beider optreden was voor het Duitschc volk van ingrijpend be land. Een hunner is heengegaan voor goed. De ander trok zich terug uit het politieke leven, wijl hij het beleid der rijksregeering niet langer in het belang der staatsaange- legenheden achtte. Groot-admiraal von Tirpitz overleed op 81-jarigen leeftijd nog vrij on verwacht in een sanatorium bij München. Zijn schitterende carrière begon en eindigde met den keizerlijken tijd van Wilhelm II. Bekend zijn de vele foto's, waar men den keizer in marine-uniform zag staan, in ge zelschap van Von Tirpitz en Von Moltke. Ging men op deze kieken af, dan zou men de verhouding tusschen den keizer en Von Tirpitz voor uitnemend gehouden hebben. Dat was ze ook in den eersten keizerlijken tijd. Later werd het anders, maar merk waardig genoeg duurde zijn bewind in mari ne-aangelegenheden tot 1916. Hieruit blijkt, dat des keizers respect voor Von Tirpitz' enorme kennis en diens toute plannen grooter was dan zijn ontstemming over diens onomwonden formulcering in geval zijn zienswijze een andere was dan die des keizers. In zijn condoleantie wijst de keizer de we duwe van den groot-admiraal op diens on overzienbare beteekenis voor het ontwerpen ecner onoverwinnelijke vloot Aan zijn zoon Oscar heeft hij zijn vertegenwoordiging bij de begrafenis opgedragen. Deze waardeerende woorden doen helaas niets af aan het betreurenswaardig feit, dat keizer Wilhelm met den autocratischen Von Tirpitz al even spoedig in conflict geraakte als met Bismarck, Von Bülow, Von Hinden burg en de weinigen, die ver boven de middelmaat uitgingen. Toen de keizer aan het bewind kwam, was Tirpitz reeds kapi tein ter zee. Zijn ontwerp tot de samenstel ling, van een groote vloot dateert uit 1897 en mén' weet, hoe de keizer alles deed. om dit grootsche plan tc realiseeren. Uit dien tijd dateert des keizers uitspraak: Unsere Zukunft liegt auf dem Wasser! Helaas beantwoordden later de feiten ter zee geenszins aan de gekoesterde verwach tingen en merkwaardig genoeg begon de re volutie onder de marine. Reeds tijdens den oorlog, maar meer nog daarna, werd Von Tirpitz' tactiek aan scherpe, deels goed ge documenteerde kritiek onderworpen en ook al trachtte hijzelf door de publicatie zijner mémoires, nog later door die van brieven en documenten, zijn optreden te rechtvaar digen de gebeurtenissen tijdens den oor log stelden hem geenszins in het gelijk. ln tegenstelling tot de meesten zijner tijdg'enootcn, dacht hij er na den oorlog weer ernstig over, in het politieke leven te rug te keeren en men zag hem tusschen 1924 en 1927 zoo nu en dan in den rijksdag. Maar hij herinnerde tezcer aan een voor bije periode en wat hij wilde, was tezcer gebaseerd op een systeem, dat men niet meer wcnschte. Met recht of ten onrechte, INGEZONDEN MEDEDEELING DE MEEST GANGBARS bij Uw kruidenier zijn: L V. RCSSEM's STER zachl, geurig, krachtig 65 ct. No. 1 geurig, zwaar 55 cL No. 3 geurig, zuiver 45 ct. No. 4 goed, zuiver40 ct. per „air pond. 11 .v.aart a.s. zal Ie Leiden een nieuwe Kliniek voor Huid- en Geslachtsziekten worden geopend. Deze kliniek, waarvan men op bovenstaande foto het exterieur ziet, is £en ondcrafdeeling van het Academisch Ziekenhuis te Leiden. Dr H.NANNING'S KINADRUPPELS EETLU51-0PWEKKEND 1.30 p. fl 1071 M.) (Ultsl. 8.1ÓSrMori 11.30—12.30 Hai N'elly Huguee, alt; de 12-30 Tijdsein Rob C. Tol. ten. de hee i Berghout, viool; de werd aan Von Tirpitz naast Wilhelm II het INGEZONDEN MEDEDEELING tragisch verloop van den oorlog verweten. Aan het graf van den groot-admiraal I staande, zal men moeten erkennen, dat hij niet minder dan Hindenburg, von Macken- sen, von Bülow en zoovele anderen het beste voor zijn vaderland gewild heeft. Pas lang na onzen tijd zal vastgesteld kunnen worden, wat zijn arbeid voor den Duit- schen staat hècft beteekend. Dr. Schacht. Waar wij met onze zorgen nu eenmaal in het heden leven, daar spreekt het vanzelf, dat Schacht's ontijdig heengaan veel ster ker effect heeft dan von Tirpitz' overlijden. In anderen vorm werd de oorlog voortgezet en de groot-admiraal op het veld der finan cieele politiek heet dr. Schacht, 'terlijk optreden veel minder effe >n Tirpitz, ook in zijn formuleering veel voorzichtiger, niettemin voor de buiten wereld in zijn oordeel over den huidigen toestand toonaangevend. Een belangrijke conferentie zonder Schacht kon niemand zich voorstellen en men zal zich de op- schuddding herinneren, welke diens aan vankelijk wegblijven van de Haagsche con ferentie wekte. In Berlijn wist men reeds lang, dat hij het met de tactiek der rijksre geering niet eens is. Men hoopte echter, dat hij zou aanblijven, tot het Young-plan offi cieel was aangenomen en Moldcnhauer heeft gedaan, wat binnen zijn vermogen lag, om hem hiertoe over te halen, maar Schacht's bezwaren tegen de eischen der entente en de onoverzienbare gevolgen daar van voor Duitschland hebben den doorslag gegeven. De motieven van zijn heengaan wil dr. Schacht in een memorandum weergeven en ze zullen den onzekeren toestand stellig niet beter maken. In alle deelen van het Duitsche rijk beproeven de communisten onder Russischen invloed, het tegenwoor dig bewind ten val te brengen en al slaagde de schupo er in de meeste gevallen in, om do orde te handhaven, toch is de crisis ern stiger dan het buitenland vermoedt. Dr. Schacht verklaarde reeds, dat hij onder den indruk van de tweede Haagsche conferentie tot zijn besluit was gekomen en waar Rey nolds de leider der Amerikaansche groep banken, aan zijn bezwaren niet tegemoet wenschte te komen, hield dr. Schacht het oogenblik voor gekomen, om als directeur der Duitsche rijksbank af te treden. Beweerd wordt, dat hij door dit ontijdig Hilversum (1875 m.) 10 Tödsc._. aftreden den tegenstand dergenen wil ver- I fhten.12Ts—23 °mm dapconcertf2—sPRa sterken, die het Young-plan voor een ramp I Kinderkoorzane. 34 Naaicursus. 4—4 3 houden. In anderen vorm herhaalde hij met 3.15—4 6.40 Va; lej. M. Wer Tijdsein. 4—5 Kir :cht, piano. 6 Tüds« Mej. Wat 6.30 Cur- 8 Tijdsein. 8—D.45 Pre Geref. Predikan ee mensen van 1 sending 1 ndsche Indu: 3 fabrieksgeboi 1 de N.V. >ek: Vot Kettingovens; Wafel- Cake-cr voor de microfoon op» Prof. Ben Ali Llbl, bene- es uit één der fabrieks- -aars moeten het volgendó Witte HorstBléekrode, deze daad het protest, dat in den Haag door hem tegen de consequenties van het Young- plan werd uitgesproken. Tot een held zal hij stellig niet gepromo veerd worden, nu hij op een beslissend oogenblik een zeer verantwoordelijke posi tie aan een ander overlaat Men vraagt: aan wien? Reeds hoort men den naam van den voormaligcn rijkskanselier dr. Luther fluisteren, een voortreffelijk staatsman, aan wien wij in Berlijn de aangenaamste her inneringen behouden hebben. In ieder ge val komt het er op aan, dat dr. Sohacht's opvolger spoedig de leiding in handen neemt, opdat het geschokte vertrouwen binnen en buiten Duitschland's grenzen herwonnen kan worden. Uit de Antirev. Partij. „ZIJT NUCHTEREN EN WAAKT". Daartoe uitgenoodigd door de Centrale A.R. kiesvereeniging te Aalten (omvattende de kiesvereenigingen dorp, Noord en Zuid) trad Ds. J. Goslinga, N», Herv. Pred. te Utrecht op met het onderwerp: „Zijt nuchte- ren en waakt". Na het bijzondere karakter van onzen tijd geschetst te hebben, wees spr. er op hoe zich over de geheele wereld een groote zedelijke verwording openbaart, waar fi-30 Voortzetting diner ofoon. 6 45—7.15 Cursu. 7.15—7.45 Cursus Ita 7 45 Politieberichten. :lek. 6 Tüd- rzlek. 6 30— Italian web: j duidelijk gebleker telUke open rericht was aan schappil. "Hierin «ebben In de lec de literatuur. tegenover hij de taak schilderde, die de Christelijke politiek te vervullen heeft Eon teeken van dezen tijd achtte spr. mede het optreden van H.G.S. en S.G.P. Spr. vraagt of een ieder het voor Gods aangezicht kan verantwoorden om de antirev. partij te ver zwakken en het regeeren onmogelijk te maken. Het was een warm woord van een trouw strijder, waaruit groote Liefde voor onze hei lige beginselen sprak. FEUILLETON Onder Zijn vleugelen Door ZENOBIA BIRD. Toen Ruth opkeek om hem te bedanken joh rok ze van de teedere blik in zijn mooie donkere oogen. Ze sloeg de hare neer voor een oogenblik en toen ze opnieuw naar zijn gezicht opkeek was er alleen dezelfde, vrien «lelijke interesse die ze er altijd in gezien had en ze dacht, dat ze zich misschien ver gist had. Ze was een weinig verbaasd over haar ontdekking maar, verstandig meisje als ze was, zette ze het vlug uit haar gedachten en alleen met een klein beetje verhoogde kleur betuigde ze haar verheuging over het clan. mits de meisjes er in toestemden. 11 ij had haar vriendelijkheid betoond in ke*-l veel kleinigheden, maar dit zou de eer gi» keer voor hen zijn samen alleen uit te tij 1. Mn ar ze vond hem aardig en had altijd al zijn mooi hoogstaand karakter hewon- en bij was een wondervol Bijbelver klaarder. Ze had er nooit aan gedacht dal hij op eenige speciale manier voor haar voelde. Zc traden samen op de boekentafel toe en omdat Ruth niet begon, zei Ds. Tiegan- „Dames Carroll en Southern, heeft u zin in een ritje? Het is een prachtige avond en mijn auto staat voor de deur. Ik zou bet heel prettig vinden om u en mej Birmie mee te nemen voor een ritje door het park en u beiden dan naar huis te brengen. Het zal u niet veel tijd kosten. Zullen we gaan?" Als Jean aarzelde, Hilda deed het niet. Ze nam de uitnoodiging heel blij en geluk- dig aan voor alle drie en dankte hem. Haar vreugde om het pleziertje, dat hun geboden werd, maakte dat ze een haastige dankbare blik kroeg van don heer Tiegan. Spoedig zaten ze in de auto. Hilda en Jean achterin, hoewel Ruth niet wist hoe her kwam dat voor haar de plaats naast den chauffeur was opengelaten. Op de een of andere mauler had de heer Tiegan haar laten voelen dat de meisjes op dit ritje even goed haai gasten waren als dc zijne en hen natuurlijk het eerst in de auto geholpen. De rit was voor allen een vreugde, de meisjes stemden er al heel gauw in toe om het een beetje te rekken en ze volgden nu die op en neer gaande wegen voor auto's in het groote stadspark, zoo ver mogelijk van de srlad om „het maanlicht te zien", zooals de heer Tiegan zei. liet was een buitengewone avond, met een volle maan schijnende op het dunne laagje sneeuw dat daar smetteloos lag in de groote uitgestrektheid van het park. De twee meisjes dankten hem hartelijk I toen hij ze tenslotte verliet bij hun pension 1 en wegreed met Ruth Birnie. Ze waren er niet zeker van of hij niet een neg langere IV. Een spannend avontuur. Toen Robert Tiegan, Hilda en Jein (ken avond achterliet bij hun pension, had hij geen andere gedachte dan recht terug te gaan naar de school. Welke ingeving was het die hem bewoog om, zoo gauw toen hij die twee meisjes goeden nacht had ge- wenscht, te besluiten langs een veel langere weg naar huiis terug te keeren? Hij wist dat het laat werd en ze konden terug geweest zijn in een paar minuten. Maar één blik op het lieve gezichtje van Ruith Binnlie naast hem en de man nam een plotseling besluit. I11 al die lange maanden samen op ds school was hij nooit eerder in staat geweest Ruth alleen voor zichzelf te hebben. Was heit omdait zij hem wenschte te ontwijken of waren he«t alleen maar de omstandighe den en die nabijheid altijd van and-ere meis jes, diu-t hen gescheiden hield? Hij wist het niet. Zijn vroege huwelijk, zoo kort daarna gevolgd door den dood van zijn 'geliefde jonge vrouw, en dan de jaren van bard werken op een moeilijk zend-ingsveld, -leden hem ouder schijnen dan hij werke lijk was. Hij had een natuurlijke reserve en een waardigheid die dikwijls ten onrechte voor koelheid gehouden werd. i Misschien dacht ze alleen aan hem ails eon van de leeraren en had ze zelfs nooit z'n I geheim gegist. Maar vanavond! Hij had Ruth nog nooit zoo opgewekt, zoo bekoorlijk, zoo onbewust vriendelijk en zoo ten volle op haar gemak gezien in zijn nabijheid. En hij had haar al leen aan zijn zijde! Welke man zou het ge lukkkre uur ntea rekken? HU wiet wel dat het beteekende Ruth la-ter thuis te laten ko men dan ze mocht zonder speciale toestem ming. Maar hij rekende op zijn eigen positie als waarborg genoeg om haar te verontschul digen als d-t no^l-ig bleek. Vart bloten i keerde it;j maag het pairk en bet open lag.i j daar ach-ter. De maan s>tond nu vol en boog j en hij wiet dat het land achter de helle I stadslichten bijna even licht was als bij dag. Zé kwamen door heit park en de rustige voorstad, voordat Ruth ontdekte waar ze j heengingen. Ze verheugde zich dezen avond zoo. Ze had zich zelf te veel bepaald tot a.l- S leen haar studie en bet zendingswerk, dat j een deel was van de praktische oefening der j school. Ze had ziohzelf niet voor vanavond j gerealiseerd dait bet een heele tijd geleden j was sinds ze veel buiten geweest was, of weg was geweest uit het hartje van de stad met al haar plezier, gehaast en gewirwar. En, bekende ze zichzelf verlegen, ze hield i van deze sterke, bekwame man naast haar. Ze had hem al-tijd a-1 bewonderd, hoew el ze erg bang voor hem was, maar ze had hem nooit geziicn zooals ze hem varnavamd zag, zoo vriendelijk en onderhoudend, Ln een woord zoo verrukkelijk. I Ze kwamen nu over een heel eenzame weg, aan d-e eene zijde een stuk bosch en aan de andere kamt het open veld. Op het land lag nog steeds een beetje sneeuw en het maanlicht schitterde zoo ver in het rond er op da-t het bijna dag was. De heer Tiegan minderde z'n vaart een beetje, het schouw spel vóór hen was zoo buitengewoon met die wintensohoonbeid. Ruth begon nu te pro- testeeren dat ze terug moesten gaan. tot op eens ze plotseling opschrikten door iets dat in d« sneeuw aan de kant van de weg over- eind zat en een oude man scheen te zijn. De eerste gedachte was aan bandieten, want «r waren den laatsten tijd verschillen de aanrandingen gebeurd en ze waren ver van eonig huis vandaan De man aan «te kant van den weg ken op den uitkijk ge weest zijn of een voorwendsel om hen te la- iten ppen. Met een stil «""bed, nauwe lijks. meer dan een schreeuw om hulp en veiligheid was, zette Robert Tiegan ailte snelheid in werking en vloog langs d-e plek, maar niet vlug genoeg dan dat ze beiden den man smeekend hoorden roepen: „Help, 0, help tooh al-s 't u blieft". Ze waren een ha-lve mijl verder voor een van hen sprak en de auto iets langzamer liep. ,,'t Isl tooh een beetje hard om zoo weg vte gaan, wanneer hij gewond of ziek of in moeilijkheden is, vind u niet?" vroeg hij, de onuitgesproken gedachte van hen bei-eten form ute ere n-de. „O. mijnheer Tiegan, dat dacht ik ook. Zijn we niet net aJs d-ie menschen in de geschie denis van don barmharligen Samaritaan, om weg te gaan en hem daar te laten Lig gen?" Tiegan keek plotseling naar het meisje, het was juist iets voor Ruth om ad 1e din eren in hei licht van don Bijbel te bezien. Hij liet de auto stil staan. „Vindt u dat we terug hoorden te gaan?" vroeg hij langzaam. „U weet, dat er mede plichtigen va*> hem kunnen zijn, die zich verschuilen in het bosch daar recht tegen- „Ja, da-t weet ik. maar hij riep zóó smee kend om hulp. Misschien heeft hij zich be zeerd. Hij scheen-een net gekleede man „Maar wat ka-n hij daar gedaan hebben, zoo ver van a.llea op dit uur van den avond". ,,'k Weet het niet. H Lijkt erg vreemd". Mijnheer Tiegan keek naar Ruth met groo te angst in z'n gezicht cn i-n z'n stem. „Ais ik alleen was", zei hij langzaam, „zou ik teruggaan, maar ik kan het niet verdra- een u iets te laten risk e eren of in eenig mogelijk gevaar te brengen. Weet u soms ook een buis waar ik u kon laten en de man kon gaan balen? Als het maar niet zoo laat was!" „Nu werkelijk, ik ben niet bang, beusch niet". Ze glimlachte geruststellend in het angstige gezicht van d-cn man. „Laat ->ns vertrouwen in Gods zorg over ons en terug gaan. Het is verschrikkelijk koud voor hem om dtaar in de sneeuw te zi-titen en het kan wed een uur of nog langer duren voor u iema-nd gevonden heeft, die met u mee terug wil gaan en hij lijdt misschien verschrikke lijk". „Ik zou het niet erg vinden om alleen terug te gaan, Ruth, ads Lk jou in veiligheid kon achterlaten". Hij had haar voor het eerst bij den -naam genoemd en scheen het onbe wust gedaan te hebben. „Nu, laat mij ook mee teruggaan, U kunt me noodig hebben. Laat ons bidden m God vragen ons duidelijk te maken wat ww doen moeten". Plotseling hield ze Ln, verrast door de gedachte, dat zit had durven voorstellen aan Ds. Robert Tiegn-n om te bidden. Ze dacht eraan hoe hij haar „Ruth" genoemd had een paar minuten eerder. Hun avontuur met de vrees en angst er in, brak heel spoedig de reserrve in hun verhouding, die het leven op school tot nu toe eerder had vergroot dan verminderd. Mij keek haa, dankbaar en met groeiende bewondering aan. Hij wist dat ze niet an ders dan de natuurlijke taal van haar hart had gesproken. Maar wat hem een schok v ui vreugde gaf. was, dat zij voor een oogenhl k vergeten had. dat hij een van -ie leeraren was en tot bem gesproken had als een vriend en gelijke. „Ja, laat ons voor een oogenblik bidden". (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 9